<<

Erven in Hof van Aandacht voor streekeigen kenmerken Inhoudsopgave

Draagt u bij aan het streekeigen karakter? 4

Waar letten we op bij erven? 6

Erven in : Streekeigenheid bekeken vanuit vier aandachtspunten 9 • Samenhang met het landschap 9 • Erfstructuur 13 • Erfinrichting 15 • Gebouwen 18

Wat kunt u doen? 31 • Terugbrengen van streekeigen kenmerken 33 • Vervangen van niet-streekeigen kenmerken 35 • Aanbrengen van nieuwe streekeigen kenmerken 37

Laat u inspireren 39

- 2 - - 3 - Draagt u bij aan het streekeigen karakter

De erven in de gemeente Hof van Twente zien er anders uit dan die in het Vechtdal of in de kop van . Wanneer de kenmerken van boeren­ bedrijven (ligging in het landschap, erfstructuur, beplanting, bouwwijze, kleur- en materiaalgebruik, details) zich beperken tot een bepaalde streek, is er sprake van streekeigen kenmerken. De streekeigen kenmerken bepalen het karakter van de omgeving en het verschil met andere gebieden. Op veel erven in Hof van Twente zijn deze karakteristieke streekeigen kenmerken nog aanwezig.

Deze brochure is ontwikkeld om u bewust te maken van de kwaliteiten van uw erf en omgeving zodat u ze kunt behouden en versterken. Bij veranderingen op uw erf, zoals nieuwbouw, uitbreiding en herbestemming kunt u de karakteristieken als uitgangspunt en inspiratie gebruiken.

In de brochure vindt u waar we op letten bij het beschrijven van het streekeigene, wat de streekeigen kenmerken van Hof van Twente zijn en hoe u kunt bijdragen aan het versterken van de kwaliteiten van uw erf.

- 4 - - 5 - Waar letten we op bij erven?

Samenhang met het landschap: Hoe het erf ligt in het landschap is afhankelijk­ van het type landschap waarin het erf zich bevindt. De ordening van gebouwen, het type gebouw en beplanting, de ligging aan de weg en de onderlinge verspreiding van erven hangen met het landschap samen.

Erfstructuur: Waar staat alles op het erf? De erfstructuur bepaalt de ordening van ‘rode’ (gebouwen), ‘groene’ (beplanting) en ‘blauwe’ (water) componenten op het erf.

Erfinrichting: Wat staat er op het erf? De erfinrichting bestaat uit de groene inrichting (sier en nut), de erfverharding, de erfscheiding en de losse elementen zoals waterelementen.

Gebouwen: De gebouwen op het erf bestaan uit een hoofdgebouw, de boerderij, en bij­ gebouwen. De boerderijen zijn in verschillende typen te onderscheiden, afhankelijk van hoe het woongedeelte ten opzichte van de deel is gelegen. Het meest kenmerkende type is het type waarbij huis en bedrijf in één bouwvolume zitten.

Nut en noodzaak: Waar we verder nog op letten is het verschil in ‘voor’ en ‘achter’ op een erf. Van oudsher is deze functionele scheiding ontstaan tussen het woongedeelte en het werkgedeelte. Het wonen gebeurde aan de voorzijde, het werken aan de achterzijde. In de gebouwen en de erfinrichting is deze scheiding terug te zien.

- 6 - - 7 - Erven in de Hof van Twente: Streekeigenheid bekeken vanuit vier aandachtspunten

Samenhang met het landschap In de Hof van Twente vind je het oude landschap (essen- en kampenlandschap) en het nieuwe landschap (veld- en broekontginningslandschap). Essen zijn gemeenschappelijke akkers die door de eeuwen heen zijn bemest met mest, heideplaggen en stro uit de potstal. ­Hierdoor hebben ze een bolle ligging gekregen. Grote, open essen zijn te vinden bij . De erven liggen als een krans langs de rand van de es. Het kampenlandschap bestaat uit kleine eenmansessen en bevindt zich in het oostelijk deel van Hof van Twente. De erven in de oude essen- en kampenlandschappen zijn sterk met het landschap verweven. In het oude landschap zijn de erven omgeven door singels, houtwallen, erfbossen en erf­ beplanting. Op de erven staan grote eiken die het erf verbindt met de eiken in de omgeving. De erven vormen een ‘rafelig’ besloten silhouet. Ze liggen met de achterzijde naar de weg of de akker. Soms loopt er een weg over het erf. De erven die behoren bij landgoederen liggen veelal aan beuken- of eikenlanen.

Het nieuwe landschap is veel later in cultuur gebracht. Dit zijn de gebieden die van oorsprong weinig geschikt waren voor bewoning en zijn ontgonnen. Het jongere ontginningslandschap ligt verspreid over de gemeente, langs beken of op voormalige heidevelden. De jongere erven in het nieuwe landschap hebben een meer open karakter. De erfbeplanting bestaat hier veelal uit singels.

- 8 - - 9 - Grote eikenbomen op oude erven verbinden het erf met het landschap

Cultuurhistorische landschappen

Op de oude erven is veel erfbeplanting aanwezig

De erfbeplanting op de jongere erven is meer open

Legenda

Landschapstypen Aanduidingen Essenlandschap Waterstructuur

Kampenlandschap Kernen

Veldontginningslandschap (grootschalig) Infrastructuur

Veldontginningslandschap (kleinschalig) Spoorlijn

Broekontginningslandschap (grootschallig) Een weg over een oud erf Erven op landgoederen liggen vaak aan lanen Broekontginningslandschap (kleinschallig) Erfstructuur Waar staat alles op het erf? De functionele scheiding tussen ‘voor’ en ‘achter’, tussen wonen en werken is terug te vinden in de boerderij, de situering van de bijgebouwen en de erfinrichting. Het woongedeelte van de boerderij heeft grote ramen (met luiken), een schoorsteen, andere dakbedekking en meer detailleringen dan het achterhuis. Maar ook in de inrichting is de scheiding tussen de werkterreinen van man (achter) en vrouw (voor) zichtbaar. Tuinieren, wassen, water halen en koken waren taken van de vrouw. Op het voorerf liggen dan ook de siertuin, moestuin, fruitgaard en bleekveld. Ook staat hier het kookhuis en de waterput. De man hield zich bezig met het bedrijf. Op het achtererf staan de veestallen en de schuren voor berging van gereedschap en veevoer. Bijvoorbeeld een Gebouwen in een rationele opzet op Gebouwen staan recht ten opzichte van elkaar wagenschuur, roggeberg, hooiberg (met één of meer roedes), schaapskooi, varkensschuur, een erf in het nieuwe landschap kippenhok, aardappelkelder, houthok, iemanschoer (bijenstal) en opslag van mest en veevoer. De beplanting op het achtererf bestaat uit dezelfde soorten die ook buiten het erf voorkomen.

Gebouwen staan scheef ten opzichte Gebouwen in een losse van elkaar en de weg strooing op een erf in het oude landschap - 13 - Op de oude erven staan veel kleine en grote gebouwen, het ensemble van gebouwen ligt in Erfinrichting een losse strooiing. De opgaande beplanting bestaat uit diverse bomen en struiken. Erven Wat staat er op het erf? Welke beplanting, verharding, erfscheidingen en losse elementen in jongere landschappen zijn meer ‘rechtlijnig’ van opzet, ze hebben minder maar grotere zijn aanwezig? bijgebouwen en een meer open karakter. Oude erven Het gehele erf was ingericht op basis van functionaliteit. Het boerenerf draaide vroeger om Het erf is eenvoudig en sober ingericht. De beplanting op het voorerf bestaat uit een be- eenvoud. Gebouwen en inrichting waren vooral functioneel. Er was nauwelijks geld, zeker scheiden siertuin voor de voorgevel en een nutstuin (moestuin en fruitgaard). Vaak is er een niet voor luxe. De gebouwen werden gebouwd met materialen uit de omgeving. Van eiken- combinatie van hagen en hekwerken aanwezig. De siertuin en/of nutstuin zijn omgeven door bomen maakte men schuren en gebinten en riet werd gebruikt om daken mee te dekken. een haag van meidoorn, buxus of liguster, of een hekwerk. De houten, donkergroene hekwer- Van klei werden bakstenen gefabriceerd. Ook beplanting werd met een nut aangebracht, ken met witte punten zijn kenmerkend. In de haag zit vaak een klein hekje. Bij de voorgevel zoals leilindes als bescherming tegen de zon, een boomgaard voor fruit en noten, een moes- staan markante solitaire bomen zoals walnoten, (knot)lindes, paardenkastanjes en fruitbomen. tuin voor groentes en kruiden en geriefhoutbosjes voor haardhout en het maken van bezems Soms staan er leilindes (als zonwering) bij de voorgevel. Water komt alleen voor in de vorm en klompen. van een (zandstenen) waterput (met haal) op het voorerf en een drinkpoel voor het vee in het omringende weiland. Verharding werd alleen toegepast waar dat echt nodig was, zoals bij de toegangen van de boerderij en de schuren. Op het voorerf liggen soms wat veldkeien in het

Hagen om de siertuin (beuk, Hoogstamboomgaard meidoorn, liguster of buxus) (Omhaagde) moestuin

- 14 - - 15 - Grote (witte) veldkeien Siertuin (met buxuspatroon) (bijvoorbeeld bij de inrit)

Ronde kuilvoerput Waterput met haal Keermuur bij mestfaalt Paardenkastanjes

gras in een eenvoudige patroon gelegd, bijvoorbeeld langs de inrit. Vroeger werden deze vaak wit geschilderd om de inrit in het donker te kunnen vinden. Op de voorerven van oude erven komen geen dichte afscheidingen zoals singels voor. Op het achtererf staan paardenkastanjes Kleine veldkeien bij de niendeur en eiken. Op bijna alle erven staan grote eiken, soms in de vorm van een eikengaard. Gerief- houtbosjes (eikenhakhout of elzenhakhout) staan vaak (vanwege de gewenste snelle groei) op de wat nattere delen of in een resthoekje. In een natte hoek staat ‘twieg’, dat zijn wilgen (voor bezems).

Jonge erven De erfinrichting van de jongere erven borduren voort op de oude karakteristieken. Het voorerf is eenvoudig en sober ingericht. Als markante bomen op het voorerf zijn essen, treurwilgen of berken toegepast vanwege de nattere bodem. Op de jongere erven komen ook hekwerken van betonpalen en gaas of draad voor. Om het erf heen liggen singels of bomenrijen die doorlopen in het landschap.

Transparant houten hekje met witte punten Eikengaard - 17 - Gebouwen • Er zijn vier verschillende boerderijtypes: 1. De Sallandse T-boerderij De Sallandse T-boerderij 2. Het Sallandse hallenhuis • • 3. Het Twentse hallenhuis • 4. De ontginningsboerderij • • Hierna worden per type de hoofdkenmerken • beschreven. Daarbinnen bestaan nog allerlei variaties.

Het Sallandse hallenhuis • • • • • • • Het Twentse hallenhuis

Legenda • De Sallandse T-boerderij Landschapstypen Aanduidingen • Het Sallandse hallenhuis Essenlandschap Waterstructuur • Het Twentse hallenhuis Kampenlandschap Kernen Veldontginningslandschap (grootschalig) Infrastructuur • De ontginningsboerderij Veldontginningslandschap (kleinschalig) Spoorlijn

Broekontginningslandschap (grootschallig) De ontginningsboerderij - 18 - Broekontginningslandschap (kleinschallig) 1. De Sallandse T-boerderij

Ligging Gevels • Vooral in het westen van de gemeente • Hoge gevels in het voorhuis, lage gevels in Hof van Twente, rond de essen bij Markelo. het achterhuis. Een combinatie van riet boven en pannen onder Dwarshuis met schilddak • Hoge raampartijen in de voorgevel. Plattegrond • Symmetrische voorgevel. • Het voorhuis staat dwars op het achterhuis • Kleine rechthoekige luiken. (waardoor er een T-vorm ontstaat). • Gepleisterde gevels en plinten komen voor. • Bij rijkere woonhuizen vaak hoekpilasters en Draagconstructie klassieke symmetrie. • De eikengebintconstructie verdeelt het • Symmetrische gevel in achterhuis. Grote raampartijen, donkere luiken en dakkapellen achterhuis in drie beuken. op het voorhuis Detailleringen boven de ramen in het voorhuis Kleur- en materiaalgebruik De Sallandse T-boerderij Kap • Luiken, voordeur en deeldeuren zijn in • Schilddak (met geprofileerde gootlijsten) of donkergroene tinten geverfd. zadeldak met wolfseinden op dwarshuis. • Zadeldak op achterhuis. Detaillering • Vaak rieten dak, pannen (rood of blauw) • Sobere detaillering, bijvoorbeeld zandsteen komen ook voor. in de gevels. • Bij een combinatie van pannen en riet is Dwarsritschuur het bovenste deel riet en het onderste deel Bijgebouwen pannen. • Minder bijgebouwen dan op het Twentse erf. • Dakkappellen op dwarshuis. • Dwarsritschuur (ofwel schöppe) • Twee schoorstenen aan weerszijden op de • (1-roedige) Hooibergen. nok van het dwarshuis. • Bakhuis (ofwel kookhuis). Schaapskooi 1-roedige hooiberg (met opslag haardhout als nieuwe functie) - 21 - 2. Het Sallandse hallenhuis

Het Sallandse hallenhuis is wat eenvoudiger Gevels Grote raampartijen met luiken dan de Sallandse T-boerderij. Ze hebben • Grote raampartijen (met luiken) in de geen dwarshuis en zijn vaak wat kleiner. voorgevel. • Gepleisterde gevels komen voor. Ligging • Ingang aan zijgevel (symmetrische • Vooral in het westen van de gemeente voorgevel) of voorgevel (asymmetrische Hof van Twente. voorgevel).

Combinatie riet met pannen Symmetrische voorgevel Asymmetrische voorgevel Plattegrond Kleur- en materiaalgebruik Het Sallandse hallenhuis • Rechthoekige, langwerpige plattegrond. • Luiken, voordeur en deeldeuren zijn in donkergroene tinten geverfd. Draagconstructie • De eikengebintconstructie verdeelt de Detaillering boerderij in drie beuken. • Sobere detaillering.

Kap Bijgebouwen • Rieten zadeldak met dakschild aan ach- • Minder bijgebouwen dan op het Rieten zadeldak met wolfseinde 1-roedige hooiberg terzijde of zadeldak met wolfseinden. Twentse erf. • Dwarsritschuur. • (1-roedige) Hooibergen. • Bakhuis (ofwel kookhuis).

Dwarsritschuur Bakhuis of kookhuis - 23 - 3. Het Twentse hallenhuis

Ligging • Soms een wolfseind. Niendeuren • Vooral in het oosten van de gemeente • Smalle, witte windveren. Hof van Twente. Gevels Plattegrond • Rode bakstenen. • Rechthoekige, langwerpige plattegrond. • Voorgevel is asymmetrisch met grote • Hoofdingang zit in de voor- of zijgevel. ramen (met luiken). • Gepleisterde plinten. Onderschoer in achtergevel Knik in het dak, donkere topgevels en witte windveren Draagconstructie • Houten topgevels. Het Twentse hallenhuis • De eikengebintconstructie verdeelt de • Tegen de zijgevel of voorgevel zit soms boerderij in drie beuken. een bovenkamer ofwel endskamer. Dit • Gebintconstructie rust op veldkeien, is een woning voor de oudere generatie, later baksteen of beton. zodat ze bij overname van het bedrijf toch nog een oogje in het zeil konden Kap houden. • Zadeldak (met een knik in het dak). • Niendeuren in de achtergevel. • Hoge kap waaronder het hooi werd • Onderschoer (teruggeplaatste nien­ Stiepelteken Zandstenen sluitstenen opgeslagen. deuren in de achtergevel). • Groot, gesloten dakvlak. • Het dak loopt laag af, goten ontbreken. Kleur- en materiaalgebruik • Rode pannen of combinatie van rode • Donkere tinten van de luiken, voordeur, pannen en riet. topgevel en niendeuren.

Endskamer of bovenkamer aan voorhuis Grote gesloten dakvlakken met rode pannen - 25 - Detaillering • Detailleringen zijn subtiel aangebracht zoals een stiepelteken of zandstenen sluitstenen en geboorte­stenen bij de niendeuren. Roggeberg

Bijgebouwen • Een veelheid aan (kleine) bijgebouwen (zoals kippenhok, aardappelkelder, houthok). • Zwarte houten schuren. • Schuur met uitstekend wolfseind. • (vierroedige) Roggebergen (al dan niet met een Zwarte houten schuur verhoogde tasvloer en aanbouwen). • Bakhuis (ofwel kookhuis).

Kippenhok

- 26 - Schuur met uitstekend wolfseind Kapschuur Aardappelkelder 4. De ontginningsboerderij

De ontginningsboerderij is jonger dan de Gevels andere drie types. Ze beschikt niet over • Grote raampartijen (met luiken) in de alle karakteristieken van een oud erf maar voorgevel. bouwt hier wel op voort. Kleur en materiaalgebruik Ligging • Luiken, topgevel, voordeuren en deel- • In het nieuwe landschap (ontginnings- deuren zijn in donkere tinten geverfd. Ontginningsboerderijen met bijgebouwen die haaks en/of parallel aan de boerderij staan landschap), verspreid over de gemeente. De ontginningsboerderij Detaillering Plattegrond • Sobere detaillering. • Rechthoekige, langwerpige plattegrond. Bijgebouwen Draagconstructie • Een klein aantal grote bijgebouwen. • De eikengebintconstructie verdeelt de • Soms een hooiberg of kapschuur. boerderij in drie beuken.

Ontginningsboerderijen met bijgebouwen die haaks en/of parallel aan de boerderij staan Kap • Zadeldak (met wolfseind) met pannen (of combinatie van pannen en riet).

Grote schuur Een klein aantal bijgebouwen - 29 - De boerderijen die tot landgoederen behoren Wat kunt u doen? onderscheiden zich door detailleringen (bijvoorbeeld in windveren en topgevel) en het kleurgebruik Door uw erf goed te onderhouden voorkomt u achterstallig onderhoud. Zorg er voor dat bij- (van luiken). voorbeeld het voegwerk er goed uit ziet, dat houten kozijnen of deuren niet wegrotten en dat u fruitbomen frequent snoeit. U voorkomt hiermee dat streekeigen kenmerken verloren gaan.

Luiken in de kleur van het landgoed Wanneer elementen toch verloren zijn gegaan kunt u deze weer terugbrengen. Of u kunt niet-streekeigen elementen vervangen door streekeigen elementen. U kunt zelfs nieuwe elementen introduceren. Hierna volgen wat voorbeelden om u te laten zien hoe u uw erf kunt versterken. Deze voor- beelden zijn een greep uit de vele mogelijkheden.

Gedetailleerde topgevel - 30 - - 31 - Terugbrengen streekeigen kenmerken Veel streekeigen kenmerken zijn verloren gegaan door ontwikkelingen op het erf. Zo zijn bijvoorbeeld de niendeuren weggehaald toen de stal tot woonruimte werd verbouwd. Of de uitbreiding van de siertuin is ten koste gegaan van de fruitgaard. Of het kippenhok is verwijderd omdat deze zijn functie had verloren. Deze elementen, die ooit aanwezig waren, kunnen worden teruggebracht.

Voorbeelden van het terugbrengen van streekeigen kenmerken: • luiken op voorgevel • onderschoer en/of niendeuren • gevelopeningen (stalramen en –deuren in achterhuis) • (haal van de) waterput • gedekte kleuren (van luiken, kozijnen, topgevel, deuren, hekwerken) • bijgebouwen (kippenhok) Terugbrengen niendeuren • markante solitaire bomen bij voorgevel (knotlinde, paardenkastanje, es, treurwilg) • leilindes • haag of hekwerk om de siertuin of de moestuin • hekjes op het voorerf • fruitgaard • veldkeien Terugbrengen fruitgaard

Terugbrengen haal bij de waterput Terugbrengen zijdeur - 33 - Vervangen van niet-streekeigen kenmerken Op veel erven (veelal woonerven) zijn door de loop der jaren niet-streekeigen elementen toegevoegd. In de siertuin staan bolboompjes en hagen van laurier en op het achtererf zijn sierelementen aangebracht zoals hagen en siertuinen. In de stal zitten ramen met luiken. Deze elementen kunnen worden verwijderd en eventueel worden vervangen door streekeigen elementen.

Voorbeelden van vervangen van niet-streekeigen kenmerken door streekeigen kenmerken: • Golfplaten op het dak van de stal vervangen door pannen of riet. • Damwandplaten aan de schaapskooi of hooiberg vervangen door hout. • Kunststof kozijnen en goten vervangen door houten kozijnen en zinken goten. • Hoge boeidelen bij schuren vervangen door witgeverfde windveren en dekplanken. • Het achterhuis ontdoen van luiken. Vervangen conniferen door haag van liguster of meidoorn • Conniferenhaag vervangen door een haag van liguster, buxus, meidoorn of beuk. • Rododendrons vervangen door gras of een bescheiden border. • Bolboompjes of sparren vervangen door een markante solitaire boom (linde, kastanje). • Schuttingen vervangen door hagen.

Verwijderen schuttingen onder hooiberg

Vervangen damwandplaten en dakpanplaten door pannen Vervangen golfplaten door pannen - 35 - Aanbrengen van nieuwe streekeigen kenmerken Ook op erven die weinig streekeigen kenmerken (gehad) hebben, kunnen nieuwe elemen- ten het streekeigen karakter versterken. Ze dienen dan wel op een eigentijdse manier toe te worden gepast. Dit geldt alleen voor beplanting. Zo kunnen nieuwe hagen (en hekwerken) de siertuin begrenzen. Het is belangrijk dat deze nieuwe elementen op de juiste plek staan en een functie hebben. Het element dient geïnspireerd te zijn op het streekeigen karakter maar op een eigentijdse manier vorm te krijgen. Het toevoegen van historische gebouwen (bijvoorbeeld een schaapskooi of hooiberg) die er nooit hebben gestaan maakt het erf niet Aanplanten van een markante solitair Aanplanten haag rond siertuin streekeigen. Nieuwbouw dient wel geïnspireerd te zijn op het streekeigen karakter maar dient niet nagemaakt te worden.

Voorbeelden van het aanbrengen van nieuwe streekeigen kenmerken: • een markante solitair bij de voorgevel • hagen rond een siertuin of langs een inrit • een eikenbosje • laanbeplanting langs de inrit • hekwerken

Aanplanten eikenbosje voor de stallen - 36 - - 37 - Laat u inspireren

Past uw erf in de streek? Wees dan zuinig of uw erf, streekeigen erven bieden u een prachtige woonomgeving. Zorg dat streekeigen kenmerken goed onderhouden worden en breng ze waar mogelijk terug. Probeer gebouwen zonder functie weer een nieuwe functie te geven. En verlies de streekeigen kenmerken ook bij grotere ontwikkelingen niet uit het oog. Gebruik ze bij het bouwen van een nieuwe stal of bedrijfswoning als inspiratie en voeg tegelijkertijd iets eigentijds toe. Op deze manier versterkt u uw erf en de streek.

Laat u verder inspireren door: • ‘Traditie en vernieuwing, inspiratieboek voor de tranfsformatie van erven en boerderijen in Overijssel’, Het Oversticht 2008. • ‘Omstreeks Markelo, de veranderende boerenerven in het Markelose landschap’, Stichting Maarkels Landschap 2006. • www.erveninoverijssel.nl • Het Groenloket, voor al uw vragen over groen, www.groenloketoverijssel.nl • De ervenconsulent (op verzoek van de gemeente kan deze worden ingeschakeld). • De beplantingsadviseur van Landschap Overijssel. • De adviseur ruimtelijke kwaliteit van de gemeente.

- 38 - - 39 - Colofon

Deze brochure is uitgegeven in het kader van het project Streekeigen Huis & Erf Hof van Twente. De brochure is samengesteld door Het Oversticht in samenwerking met Landschap Overijssel, Stichting Maarkels Landschap en de gemeente Hof van Twente.

Heeft u nog vragen over de inhoud van deze brochure? Neem dan contact op met Het Oversticht.

2010

IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT MET FINANCIERING DOOR: Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.

Het project Streekeigen huis en erf wordt begeleid door Landschap Overijssel (project­ leiding), de Stichting Monumentenwacht Overijssel en en Het Oversticht. Het project is financieel mogelijk gemaakt door bijdragen van de gemeente Hof van Twente, ­provincie Overijssel en Europa. De Europese bijdrage is afkomstig van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland!