6.2. Kerkmonumenten

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

6.2. Kerkmonumenten SPECIAL 6 - AD DE LA MAR KERKMONUMENTEN GRAFTOMBEN IN NEDERLANDSE KERKEN WAAROP DE OVERLEDENE LEVENSGROOT IS AFGEBEELD DEEL 2 ter inleiding In veel kerken vinden we schitterende grafmonu- menten. Uit de grote hoeveelheid heb ik een keus gemaakt en er één soort uitgehaald: graftomben in Nederlandse kerken, waarop de overledene le- vensgroot is afgebeeld. Hoeveel zullen we er hier- van in ons land kunnen vinden? Ik denk dat er 49 van dergelijke beeldhouwwerken zijn, maar als u er méér weet, dan hoor ik het graag. Is 49 veel? Alleen al in Londen in de Westminster Abbey zijn er, denk ik, veel meer van dit soort monumenten te vinden. Op kerkhoven en begraafplaatsen kun je meestal dagelijks terecht, kerken zijn vaak moeilijker toe- gankelijk. Zelfs als je van te voren de openings- tijden nakijkt, kom je soms toch nog voor een gesloten deur terecht. Foto’s bij deze inventarisa- tie zijn daarom aangevuld met afbeeldingen die ik op het internet vond om toch een compleet over- zicht te krijgen. In dit artikel is steeds een detail van het monument afgebeeld. Een foto van het complete graf staat later bij de inventarisatie. Er zijn drie artikelen. Deel 1 ging over de grafmo- numenten van de 13de tot halverwege de 17de eeuw. Deel 2 eindigt in 1939 en in deel 3 komt de inventarisatie van alle monumenten, waar je ook de chronologische M-nummers terug zult vinden. TIJDPERK ARTUS QUELLINUS (1609-1668) De zonen van Hendrick de Keyser, Pieter (c. 1595- 1676) en Willem (1603-na 1680) ontwikkelden zich ook tot beeldhouwer, maar werden overtroefd door Artus Quellinus (1609-1668). Het was de periode van de zeehelden, die een prachtig praalgraf kregen, mét een voorbeeldfunc- tie: zó horen we allemaal het vaderland te dienen. Pas in 1638 kreeg Piet Hein (1577-1629) in de Oude Kerk van Delft na aandringen van zijn weduwe een marmeren praalgraf, dat wordt toegeschreven aan Pieter de Keyser. Piet Hein, zijn naam is klein, zijn daden benne groot, hij heeft gewonnen de Zilvervloot is het meest bekende feit van Piet Hein geworden. Zelf vond hij dat hij voor andere verre grooter daden nooit erken- ning ontving. Zijn standbeeld staat in Delfshaven in M26 - Piet Hein de buurt van zijn geboortehuis. Bij het monument uit 1654 in de Amsterdamse Nieuwe Kerk voor Jan van Galen (1604-1653) komen we Rombout Verhulst voor het eerst tegen. Over hem straks meer. Het praalgraf werd ontworpen door Artus Quellinus, gebeeldhouwd door Rombout Verhulst en van een reliëf voorzien door Willem de Keyser. Vlootvoogd Jan van Galen versloeg de Engelsen bij Livorno, maar sneuvelde tijdens die slag. Het was gemakkelijk om bij een overwinning voor het vaderland te sterven, zou hij gezegd hebben. Het praalgraf is van zwart en wit marmer. Het laat de zeeheld zien met daaronder in reliëf zijn glorieuze wapenfeit. Hij wordt gehuldigd in een zwarte car- M28 - Jan van Galen touche, omgeven door vlaggen, scheepstuig en wapens. Willem de Keyser vertrok in 1623 naar Londen, waar hij ging werken bij zijn zwager, beeldhouwer Nicholas Stone, die getrouwd was met zijn zuster Maria. In 1640 keerde hij terug naar Nederland, waar hij stadsmeestersteenhouwer werd. Onbekend is of Willem complete grafmonumenten heeft gemaakt, maar hij heeft wel als beeldhouwer reliëfs vervaardigd voor de praalgraven van Jan van Galen (1654) en Michiel de Ruyter (1678) in de Nieuwe Kerk van Amsterdam en Maarten Tromp (1656) in de Oude Kerk in Delft. De graftombe van zeeheld Maarten Tromp (1598- 1653) uit 1656 is een werk van Rombout Verhulst, het ontwerp is van Jacob van Campen en het reliëf van de zeeslag bij Ter Heijde, waar Tromp sneu- velde, is van Willem de Keyser. Op het graf staat een gedicht van Vondel, dat als volgt begint: Hier rust de zeeheld Tromp, de dappere beschermer Der zeevaart en de zee; ten dienst van ’t vrije land, dat ‘mans gedachtenis bewaart in ’t konstig marmer Zo levendig gelijk hij stierf voor ’t Hollands strand. M29 - Maarten Tromp - zeeslag bij Ter Heijde Minder bekend is de Delftse beeldhouwer Pieter Rijcx (c. 1630-1704). In opdracht van de familie beeldhouwde hij van 1660 tot 1669 naar ontwerp van Jacob Lois een grafmonument voor Witte de With (1599-1658), nog een zeeheld. Het witmar- meren praalgraf staat in Rotterdamse Laurenskerk. De With wordt in de vaderlandse geschiedenis om twee redenen genoemd: om zijn enorm moeilijke karakter en om zijn immense moed. Ondanks de aanvaringen met zijn meerderen, die in 1647 bijna tot de doodstraf leidden, werd hij toch in zijn verantwoordelijk ambt gehandhaafd. Met zijn aandeel in onder andere de verovering van Jakarta, de Zilvervloot en de slag bij Duins werden zijn moed, zeemanschap en plichtsbesef zowel ge- prezen als gevreesd. De With sneuvelde in 1658 bij de Slag in de Sont tijdens de oorlog tegen Zweden. Die zeeslag wordt in reliëf afgebeeld op een ‘doek’, dat door twee engeltjes vastgehouden wordt. M31 - Witte de With En waar blijft Artus Quellinus als beeldhouwer? Deze grote beeldhouwer heeft meerdere grafmonu- menten gemaakt, maar jammer genoeg maar één dat in dit verhaal past. In de Antonius Abtkerk van Bokhoven staat het barokke praalgraf uit 1650 voor graaf Engelbrecht II van Immerzeel (1592-1652) en zijn vrouw Helena de Montmorency (1610-1648). Quellinus kwam uit Antwerpen; hij verhuisde rond 1648 naar Amsterdam, waar hij 14 jaar lang werkte aan de decoratie van het nieuwe Stadhuis, het hui- dige paleis op de Dam. Hij leverde de ontwerpen, maar de sculpturen aan het gebouw werden groten- deels uitgevoerd door zijn medewerkers, waaronder Rombout Verhulst en Bartholomeus Eggers. Na de dood van zijn vrouw in 1648, maakte Quelli- nus in opdracht van graaf Engelbrecht een graftom- be van zwart, wit en rood marmer, waarop zijn overleden vrouw en hijzelf op traditionele wijze lig- gend en ten voeten uit zijn weergegeven. Oorspronkelijk was het monument bedoeld voor de M27 - Engelbrecht van Immerzeel Sint-Pauluskerk te Antwerpen, maar het werd in 1651 & Helena de Montmorency in de kerk van Bokhoven geplaatst. TIJDPERK ROMBOUT VERHULST (1624-1698) Rombout Verhulst verhuisde in 1646 van Mechelen naar Amsterdam. Hij werkte eerst onder leiding van Artus Quellinus aan het Paleis op de Dam, maar al gauw ontwikkelde hij zich tot onze meest beroemde beeldhouwer. Hij is o.a. de maker van de toegang tot de Leidse burcht, van veel tuinbeelden en van heel veel portretbustes. Hij heeft ons een reeks prachtige grafmonumenten nagelaten. In de Dorpskerk van Katwijk aan den Rijn zien we het monument voor Willem van Lyere († 1654) en zijn echtgenote Maria van Reigersberch († 1673). Maria gaf in 1663 de opdracht, maar wilde zelf ook op het monument afgebeeld worden. Daarom rust zij iets hoger. Dit is misschien wel een van de beste werken van Verhulst. Op de achterwand hangt een tekstplaat van zwart marmer met rondom fami- M32 - Willem van Lyere & Maria van Reigersberch liewapens en bovenin zwevende cherubijntjes. In de Pieterskerk van Leiden staat de marmeren graftombe van Johannis van den Kerchove (1594- 1660). Hij werd diplomaat en als naaste mede- werker van de prins van Oranje, stadhouder Fred- erik Hendrik, een van zijn favorieten. Zo werd hij ambassadeur aan het hof van Karel I van Engeland. Na zijn huwelijk met Katherine, Lady Stanhope (1609-1667), de gouvernante van Mary Stuart, werd hij hoofd van Mary’s hofhouding. Na zijn dood gaf zijn weduwe in 1663 opdracht aan Rombout Verhulst haar man te vereeuwigen met een graftombe. Op het praalgraf lijkt Johannis te slapen met zijn hand onder zijn hoofd. Aan beide kanten van de tombe staan twee huilende putti, die familewapens vasthouden. Let eens op de prachtig gebeitelde handen en het krullende haar. Zijn wapen met kroon is boven hem afgebeeld. M33 - Johannis van den Kerchove In de Hervormde Kerk van Stavenisse staat de witmarmeren graftombe van Hieronymus van Tuyll van Serooskerke (1614-1669). Hij was gecommit- teerde in de Staten van Zeeland en liet het door water omringd ‘Slot tot Stavenisse’ bouwen. Na zijn dood in 1669 werd door zijn vrouw Mar- garetha Huijssen aan Rombout Verhulst opdracht gegeven tot het vervaardigen van een praalgraf. Speciaal hiervoor werd een kapel gebouwd achter de preekstoel van het oude kerkje. In volkomen rust ligt Hieronymus in zijn harnas op de graftombe. Achter hem staan twee putti, die delen van het harnas, helm en handschoenen, dra- gen. Op en rond de tombe zijn diverse vanitassym- bolen aangebracht: verwelkte bloemen, doodsbeen- deren, een bundel korenaren met sikkel, een gevleugelde zandloper en doodshoofden. Op de achterwand staat bovenaan het wapen van de fam- ilies Van Tuyll en Huijssen en aan weerszijden van het grafschift staan de 16 kwartierwapens van beide families. Deskundigen spreken van, in kunsthistorisch op- zicht gezien, één van de mooiste graftombes van M37 - Hieronymus van Tuyll van Serooskerke ons land. In de Bartholomeuskerk van Stedum staat de graftombe van Adriaan Clant tot Stedum (1599- 1665). Adriaan was een diplomaat, die bekend is geworden als onderhandelaar bij de Vrede van Mün- ster in 1648. Op een hardstenen podium van drie treden staat een vrijstaande tombe van roodge- aderd marmer op witmarmeren klauwpoten. Daarop ligt Adriaan Clant als witmarmeren gisant, ontspan- nen leunend op de linkerzij met zijn linkerhand onder de kin en de ogen gesloten. De kleding lijkt veel op Kerchove (M33). Clant heeft een prachtig gebeeldhouwde gezichtsuitdrukking. Hoog boven tegen de achterwand is een wapen dat vastgehouden wordt door gevleugelde draken met aan weerskanten alliantiewapens. Dit is het laatste superwerk van Verhulst uit 1672. Hij leefde nog ruim 25 jaar en zou nog meer grafmonumenten maken, maar dit ‘oude’ niveau haalde hij nooit meer. M38 - Adriaan Clant tot Stedum Admiraal Willem Joseph baron van Gendt (1626- 1672) ligt als zeeheld -uiteraard- in wapenrusting op zijn praalgraf in de Dom van Utrecht.
Recommended publications
  • Scahier 74 Classicisme: Vredestempel, Prinsenhof, Haarlem
    74 JAARGANG 23 n SEPTEMBER 2008 ClassicismeSC74.indd 2-3 14-9-2008 18:28:18 Vr e d e s ahier tempel PDF-versie Haarlem jaargang 23 1648 nummer 74 n september 2008 Classicisme verklaard aan de SCahier is sinds septem- ber 1985 een ongeregeld hand van een fietsenhok verschijnend schrift met essays, achtergronden, In 1648 werd in Haarlem op het Prinsenhof meningen en feiten over een Vredestempel gebouwd in een voor die tijd architectuur. Het is bedoeld uiterst moderne bouwstijl: het classicisme. Zo'n om de relaties van Ar- Vredestempel veertig jaar geleden werd dit vergeten prieeltje nog chitext op de hoogte te Sinds 1648 staat op het Haarlemse gebruikt als fietsenhok. houden over de fondslijst, Prinsenhof een ‘tempeltje’ gewijd Dit SCahier beschrijft uitvoerig de achtergronden de architectuurreizen en aan de Vrede van Munster. De van dit kleine bouwkundige sieraad. En passant Architectuurradio. achtergronden van een classicistisch wordt zo geschetst wat classicisme is en hoe het unicum. in de Republiek der Nederlanden ingang vond. Uitgeverij Architext Dat dit verhaal een sterk Haarlems karakter Klein Heiligland 91 Eerder verschenen: draagt, is niet toevallig: Haarlemmers speelden 2011 EE Haarlem SCahier 73 PDF over Retranchement (22 pagina’s), een vooraanstaande rol bij de introductie van e-post: [email protected] te importeren via www.architext.nl. de beginselen van de klassieke oudheid in het www.architext.nl bouwen. eindredactie: Ids Haagsma Inhoud: vormgeving: de IJsgarage s Haarlem Rob van Westreenen De tijd – pagina 5 © 2008 s Architext De plek – pagina 6 De maker (1) – pagina 11 De stijl – pagina 17 De Maker (2) – pagina 23 Het binnen – pagina 28 Rechts: de Vredestempel als fietsenhok, in de vorige jaren zestig.
    [Show full text]
  • 2000 Jaargang 99
    Robert Hook Hollandd ean : Dutch influenc architecturs hi n eo e Alison Stoesser-Johnston The use of these publications by English architects and arti- Introductie)!! sans and the design of Wollaton Hall were not based on any Dutch classicism was a recent arrival in England when first-hand personal impressio f classicisno Italymn i . Thid ha s Robert Hooke made his first architectural designs in the late emergence th waio t r fo t f Inigeo o Jone s architectsa visis Hi . t 1660s. 'e constructioPrioth o t r f Hugo n h May's Eltham to Italy in 1613-'14 in the entourage of Thomas Howard, 2nd Lodg 1663-'64n i e e firsth , t exampl f Dutceo h classicisn mi Earl of Arundel, his close interest in Roman antiquities and England, classical elements straight from Italy and via Flan- intimate knowledge of Palladio's drawings are most ders had been used in English architecture for nearly a hund- dramatically exemplifie Banquetins hi n di g Hous f 1619-22eo . red years. Initially these had been mainly of a decorative na- Not only, however, has Jones here used Palladian "vocabulary" ture but vvith the construction of Inigo Jones' Banqueting 7 but hè has combined it with the application of Scamozzian House (1619-'21) there was a dramatic change in the way orders, the Composite being superimposed on the lonic. This classicism was adapted to English architecture. Jones drew combination of Palladian elements with Scamozzian also on the examples of Palladio and Scamozzi in his architecture influence beginninge th d f Dutcso h classicism.8 Jones' design using both Palladio's treatise, / quattro libri, personal know- was not only a major innovation in England but it also inspired ledge of his architecture and, in the case of Scamozzi, per- Jaco n Campe s va bfirs hi tn i narchitectura l commission i n sonal contact e applieH .
    [Show full text]
  • Werkstuk Charles Julien; Oranjezaal Van Het Paleis Huis
    Voor mijn vader i de inleiding 2 ii de hoofdpersonen 7 iii de meesters 11 Jacob van Campen 11 Constantijn Huygens 11 Salomon de Bray 12 Thomas Willeboirts Bosschaert 12 Jacob Jordaens 13 Adriaen Hanneman 13 Theodoor van Thulden 14 Caesar Pietersz. van Everdingen 14 Jan Lievens 15 Christiaen Gillisz. van Couwenbergh 16 de inhoud Gonzales Coques 16 Pieter de Grebber 17 Gerard Hermansz. van Honthorst 18 Pieter Claesz Soutman vi de werken 21 noordwand 22 Frederik Hendrik als heerser over de zeeën. 25 Deel van de triomfstoet met meegevoerd goud en zilver. 27 De Nederlandse maagd biedt Frederik Hendrik het opperbevel aan. 29 Deel van de triomfstoet met offerstier. 31 Dit boek werd speciaal vervaardigd in opdracht van Deel van de triomfstoet met olifant en schilderijen. 33 Simone Rijs voor het vak kunstbeschouwing van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten te Tilburg Frederik Hendrik ontvangt de survivantie. 35 Deel van de triomfstoet met geschenken uit de Oost en de West. 37 december mmxii oostwand 39 Vormgeving Charles Julien Frederik Hendrik als triomfator. 41 Drukwerk Reclameland.nl Frederik Hendriks standvastigheid. 43 Bij het samenstellen van dit boek heb ik gebruik gemaakt van de informatie die te vinden is op internet en in boe- Deel van de triomfstoet. Amalia met haar dochters als toeschouwers van de triomf 45 ken/publikaties zoals aangegeven achterin het boek. Frederik Hendrik als krijgsman die het water beheerst. 47 De meeste van de gebruikte afbeeldingen komen uit het Allegorie op de tijd. 49 publiek domein van sites als wikipedia, maar ook van het Rijksmuseum, het archief van het RKD te ‘s Gravenhage zuidwand 51 en de KB te ‘s Gravenhage Alle mij bekende bronnen zijn vermeld.
    [Show full text]
  • 246 BOEKBESPREKING Jacob Van Campen, Schilder En Bouwmeester
    BOEKBESPREKING for a forecourt. He also, to an extent that is hard to define, designed architecture for these patrons, and he must have served them much as Daniel Marot served their successors Jacob van Campen, schilder en bouwmeester 1595-1657. two generations later-designing and directing the execu- By P. T. A. Swillens. 302 pp. (19 figs.) Assen. tion of complex schemes of decoration and able to turn his hand to architecture as well. It was through his know- Ten years after Hendrik de Keyser's death in 1621 his ledge of architecture, however, that he first came to work colleague in the City Works of Amsterdam, the chief master for the Stadholder's circle (the Mauritshuis and Huygens' mason Cornelis Danckerts, published the first monograph house were mentioned by Anslo as early as 1648 as bearing on a Dutch architect, his Architectura moderna. Not all De witness to his architectural skill) and Huygens' resounding Keyser's works are included, but the picture that it gives and repeated praise was almost exclusively for his architec- is balanced, and it perceptively lays stress, even in its title, tural achievements: he was the 'vindicator of Vitruvius'. on a change in Dutch architecture which was heralded in it was he who 'admonished Gothic curly foolery with the De Keyser's works. The Haarlem painter and architect stately Roman, and drove old Heresy away before older Salomon de Bray wrote in the introduction: 'Our present Truth'. flourishing age, in which we see the true [i.e. Roman] Within three years of his first contact with the Stad- architecture as resurrected, gives the same to us so libe- holder's circle Van Campen was working for the city rally..
    [Show full text]
  • Palladio, a Model for the Architecture of Classical Europe
    Architectural Styles Palladio, a model for the architecture of classical Europe Jean POTEL ABSTRACT Beginning in the sixteenth century, European architecture—in the same manner as painting, sculpture, and more broadly all forms of artistic expression—fell into tune with an Italian art that had already been renewing itself for nearly a century on ancient models. While the Rome of Julius II (pontiff from 1503 to 1513) and his successors drew the attention of the majority of nations, such as the Holy Roman Empire and Spain, others such as England, the United Provinces, and more discreetly France were enthusiastic about the work of the Vicentine Andrea Palladio (1508-1580). While the productions of this contemporary of the painter Veronese were mostly limited to the secondary artistic centers of the continental territories of the Republic of Venice (modern-day Veneto), they were behind an architectural movement unique to the Old World, one that took its creator’s name and thereby attesting to the incredible success of his manner: Palladianism. Jacob van Campen (1595-1657), home of count Jean-Maurice de Nassau-Siegen, known as Mauritshuis, The Hague (the Netherlands), 1633-1644. Source : Wikimedia Commons. The Origins of Palladianism Born in Padua and long active in Vicenza, two cities dominated by Venice, Pietro della Gondola (1508-1580) had an exceptional career. A mason by formation, he befriended the humanists Giorgio Trissino (1478-1550), who renamed him Palladio, and Daniele Barbaro (1514-70), whom he assisted in the latter’s commented translation of Vitruvius’s treatise on Latin architecture (1556), two encounters that were behind the extraordinary esthetic and conceptual revolution of his art.
    [Show full text]
  • DANIEL STALPAERT DOOR A. W. WEISSMAN. LS Dr. GEORG
    DANIEL STALPAERT DOOR A. W. WEISSMAN. LS Dr. GEORG GALLAND in zijn "Geschichte der Holl?n- dischen Baukunst", welke in 18go verscheen, JACOB VAN CAMPEN en zijn werken bespreekt, dan zegt hij, aan het Stadhuis van Amsterdam gekomen: "Verschwie- gen darf nicht werden, dass die Gleichmdssigkeit der architektonischen Gestaltung, mit welcher dieser viel- gefeierte Zeitgenosse REMBRANDTS seine Kiinstlerphan- tasie kompromittiert hat, doch nicht durch das Vorbild der Antike entschuldbar ist. Und welche tüchtigen Mitarbeiter kamen dabei der Schöpfung zu gute: DANIEL STALPAERT, BOSBOOM und der unvergleichliche ARTUS QUELLINUS." Het ongunstig oordeel over "'s Werelds Achtste Wonder" hetwelk de Duitsche schrijver hier velt, is door anderen, een kwart eeuw geleden, vaak herhaald. Tegenwoordig erkent men algemeen, dat de beoordeelaars van toen geen juisten maatstaf hebben aangelegd. Ook het oordeel over de medewerkers van VAN CAMPEN, DANIEL STALPAERT en SYMON BOSBOOM, eischt herziening. In dit tiidschrift heb ik vroeger reeds uit de stukken aangetoond, dat niet aan SYMON BOSBOOM, die een onbeteekenend 66 man is geweest, maar aan zijn voorganger als stadssteenhouwer, de geniale WILLEM DE KEYSER, de eer toekomt VAN CAMPENS rechterhand bij de uitvoering van het Stadhuis geweest te zijn. Dat ook DANIEL STALPAERT ver boven zijn waarde door tijdgenoot en nageslacht is geschat hoop ik in de volgende regelen te bewijzen. Omstreeks 1560 woonde te Brussel een tapijtwerker JEREMYAS STALPAERT, die later naar Delft verhuisde, waar hij in 1623 nog woonachtig was. Immers in een acte, den 29 December 1623 verleden voor den notaris ADRIAEN RI JSHOECh, verklaart: "JEREMYAS STALPERT, tapitserijwercker, te out te sijn, omme sijn hantwerck meer te connen verrichten." JEREMYAS STALPAERT had een zoon PIETER, die in 1599 te Amsterdam woonde.
    [Show full text]
  • POWER of the PORTRAIT: Production, Consumption and Display of Portraits of Amalia Van Solms in the Dutch Republic
    POWER OF THE PORTRAIT: Production, Consumption and Display of Portraits of Amalia van Solms In the Dutch Republic by Saskia Beranek B.A., Pennsylvania State University, 2001 M.A., Duke University, 2003 Submitted to the Graduate Faculty of The Kenneth P. Dietrich School of Arts and Sciences in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy University of Pittsburgh 2013 UNIVERSITY OF PITTSBURGH Kenneth P. Dietrich School of Arts and Sciences This dissertation was presented by Saskia Beranek It was defended on March 29, 2013 and approved by Jennifer Waldron, Associate Professor, English Joshua Ellenbogen, Associate Professor, History of Art and Architecture Stephanie Dickey, Bader Chair in Northern Baroque Art, Queen's University, Art Co-Advisor: C. Drew Armstrong, Associate Professor and Director of Architectural Studies Dissertation Advisor: Ann Sutherland Harris, Professor Emerita, History of Art and Architecture ii Copyright © by Saskia Beranek 2013 iii POWER OF THE PORTRAIT: Production, Consumption and Display of Portraits of Amalia van Solms in the Dutch Republic Saskia Beranek, PhD University of Pittsburgh, 2013 Portraits of Amalia van Solms, wife of Frederik Hendrik of Orange-Nassau and one of the most significant women in the Dutch Republic, were widely circulated and displayed during her lifetime (1602-1675). This study focuses on cases where specific audiences and sites of display can be isolated. When portraits can be viewed in their original context, they speak not only to those elements intrinsic to the image such as symbolism or fashion, but also to issues extrinsic to the image: social practices, cultural ideals, and individual identities.
    [Show full text]
  • Een Vertekend Beeld? Knob
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by TU Delft Open Access Journals EEN VERTEKEND BEELD? OPNIEUW DE TOESCHRIJVING VAN DE DOLHUISVROUW Dirk j. de VrIes PAGINA’S 139-149 PAGINA’S Frits Scholtens bijdrage ‘In de schaduw van Artus Quellinus’ (KNOB Bulletin nr. 1, 2017) vraagt om een re- actie: wie schiep de Dolhuisvrouw wanneer? >>> m 1. Gerrit Lambertsen van Cuilenborch (toegeschreven), detail van het gelaat van de zandstenen Dolhuisvrouw zonder neus, Rijksmuseum Amsterdam (foto auteur) 139 Het meningsverschil over de maker van de Dolhuis- bele aanleiding voor de aanschaf of het naar buiten vrouw voert terug op twee kunsthistorici, Elisabeth brengen van de Dolhuisvrouw. Standbeelden waren Neurdenburg en Juliane Gabriels. Scholten is het eens niet erg geliefd in de calvinistische republiek, moge- met de monografieArtus Quellien, de Oude ‘Kunstryck lijk ook een reden om het beeld pas later te bestellen of belthouwer’ van Gabriels uit 1930, citeert deels haar ar- te exposeren op de binnenplaats. De Keyser werd op gumentatie en geeft haar volkomen gelijk in de toe- z’n vingers getikt voor het vervaardigen van een heili- schrijving van de Dolhuisvrouw aan Artus Quellinus. genbeeld en zijn beeld van Erasmus behoorde volgens In hetzelfde jaar volgde echter een rechtstreekse con- sommigen tot de ‘publiekelijke afgoden’, vooral na frontatie over deze kwestie tussen Neurdenburg en Ga- de verscherping van het godsdienstige en politieke briels in het Oudheidkundig Jaarboek.1 Scholten ver- klimaat direct na 1618.9 De afkeur betrof niet alleen meldt dit debat niet en negeert een cruciale voetnoot heiligen, maar ook voorstellingen met een erotische in een later artikel van Neurdenburg in het Oudheid­ component zoals het ‘uitzinnig naakt’ van de Dolhuis- kundig Jaarboek van 1943.
    [Show full text]
  • Haagse En Leidse Buitenplaatsen Inleiding
    Rotterdamse kooplieden Van Zoelen, die zich la- ter Groeninx van Zoelen zijn gaan noemen. In 1588 werden de Staten-Generaal in Den Haag gevestigd. Dit hoogste bestuursorgaan in de Republiek functioneerde tot 1795 en werd ge- vormd door afgevaardigden van de gewesten Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Fries- land, Overijssel en het Groningse Stad en Lande. Gezamenlijk bestuurden deze gewesten ook Drenthe, Limburg en Brabant (de Generaliteits- landen). Voorts hielden de Staten Generaal tot hun opheffing in 1795 toezicht op de Verenigde Overzeese Compagnieën. Veel gezanten van de oostelijke en noordelijke gewesten hadden een adellijke afkomst. Thuis genoten zij aanzien, hadden ze invloed en be- zaten ze veel land, meer dan in het westen. Soms kochten of huurden zij een buitenplaats bij Den Haag als ze niet voor langere tijd in een stadslogement wilden verblijven. Veel steden en gewesten boden zo’n voorziening aan, en sommige steden onderhielden een gezamen- lijk gastenverblijf. Verder woonden er veel am- bassadeurs van vreemde mogendheden in Den Haag, want de koninklijke aspiraties van Frede- rik Hendrik en Amalia van Solms oefenden een grote aantrekkingskracht uit op buitenlandse edelen. Bovendien had het stadhouderlijk echt- paar een wijdvertakt netwerk in Duitsland door het uithuwelijken van drie dochters aan Duitse vorstenhuizen. De grootse aanleg van de hui- zen Honselersdijk, Ter Nieuburch en later Huis ten Bosch moet niet los worden gezien van konink- lijke aspiraties. Buitenlandse gasten bezochten deze huizen, waar zij onder de indruk raakten van alle pracht en praal. Het kan interessant zijn te onderzoeken welke invloed er van deze pa- leizen en tuinen is uitgegaan op de bouw van buitenverblijven elders in Europa.
    [Show full text]
  • National Gallery of Art
    National Gallery of Art / Deborah Ziska, Information Officer FOR IMMEDIATE RELEASE CONTACT: (202) 842-6353 May 16, 2000 Rebecca Coleman, Publicist [email protected] SPECTACULAR MODELS AND OTHER WORKS DOCUMENT MASTERPIECES OF BAROQUE ARCHITECTURE IN EUROPE AT THE NATIONAL GALLERY OF ART. MAY 21 - OCTOBER 9. 2000 Washington, D.C. -The Triumph of the Baroque: Architecture in Europe 1600-1750. a major exhibition covering two centuries of European architectural history and exploring the triumphs of the most famous architects of the baroque era, will dominate two floors of the West Building at the National Gallery of Art, May 21 through October 9, 2000. Following the National Gallery's highly successful Italian Renaissance Architecture of 1994-1995, this awe-inspiring exhibition presents twenty-seven original architectural models and forty related paintings, drawings, prints, and medals. The National Gallery of Art will be the exhibition's only U.S. venue. Already seen at the Palazzina di Caccia, Stupinigi, Turin, and The Montreal Museum of Fine Arts, The Triumph of the Baroque will travel to the Musee des Beaux-Arts, Marseille (November 17, 2000 through March 4, 200I). The exhibition is organized by the National Gallery of Art, Washington; Palazzo Grassi, Venice; the Montreal Museum of Fine Arts; and the Musee des Beaux-Arts, Marseille. "Appreciation for the achievements of baroque architecture, disdained for years as excessively exuberant, has grown over the last two centuries," said Earl A. Powell III, director, National Gallery of Art. The Triumph of the Baroque examines the architecture of an era, which witnessed a remarkable unification of the arts of painting, sculpture, decoration, architecture, landscape and urban planning." SUPPORT EduCap Inc.
    [Show full text]
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Sumptuous Memories, Studies in seventeenth-century Dutch tomb sculpture Scholten, F. Publication date 2003 Link to publication Citation for published version (APA): Scholten, F. (2003). Sumptuous Memories, Studies in seventeenth-century Dutch tomb sculpture. Waanders. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:04 Oct 2021 Thee apotheosis off an admiral: Bartholomeuss Eggers andd the tomb for Jacob van Wassenaerr Obdam Jacobb van Wassenaer Obdam (1610-1665) was a reluctant admiral of thee fleet. He was appointed in 1653 after the death of Maarten Tromp forr want of a more suitable candidate. He had no seafaring experience andd commanded
    [Show full text]
  • ABSTRACT Title of Document: AMALIA VAN SOLMS and THE
    ABSTRACT Title of Document: AMALIA VAN SOLMS AND THE FORMATION OF THE STADHOUDER’S ART COLLECTION, 1625-1675 Virginia C. Treanor, Doctor of Philosophy, 2012 Directed By: Professor Arthur K. Wheelock, Jr. Department of Art History and Archaeology This dissertation examines the role of Amalia van Solms (1602-1675), wife of Frederik Hendrik, Prince of Orange and Stadhouder of the United Provinces of the Netherlands (1584-1647), in the formation of the couple’s art collection. Amalia and Frederik Hendrik’s collection of fine and decorative arts was modeled after foreign, royal courts and they cultivated it to rival those of other great European treasure houses. While some scholars have recognized isolated instances of Amalia’s involvement with artistic projects at the Stadhouder’s court, this dissertation presents a more comprehensive account of these activities by highlighing specific examples of Amalia’s patronage and collecting practices. Through an examination of gifts of art, portraits of Amalia and her porcelain collection, this study considers the ways in which Amalia contributed to the formation of the Stadhouder’s art collection. This dissertation seeks to provide a greater knowledge not only of Amalia’s activities as a patron and collector, but also a more throrough understanding of the genesis and function of the collection as a whole, which reflected the power and glory of the House of Orange during the Dutch Golden Age. AMALIA VAN SOLMS AND THE FORMATION OF THE STADHOUDER’S ART COLLECTION, 1625-1675 By Virginia Clare Treanor Dissertation submitted to the Faculty of the Graduate School of the University of Maryland, College Park, in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy 2012 Advisory Committee: Professor Arthur K.
    [Show full text]