SPECIAL 6 - AD DE LA MAR

KERKMONUMENTEN

GRAFTOMBEN IN NEDERLANDSE KERKEN

WAAROP DE OVERLEDENE LEVENSGROOT IS AFGEBEELD

DEEL 2

ter inleiding

In veel kerken vinden we schitterende grafmonu- menten. Uit de grote hoeveelheid heb ik een keus gemaakt en er één soort uitgehaald: graftomben in Nederlandse kerken, waarop de overledene le- vensgroot is afgebeeld. Hoeveel zullen we er hier- van in ons land kunnen vinden? Ik denk dat er 49 van dergelijke beeldhouwwerken zijn, maar als u er méér weet, dan hoor ik het graag. Is 49 veel? Alleen al in Londen in de Westminster Abbey zijn er, denk ik, veel meer van dit soort monumenten te vinden. Op kerkhoven en begraafplaatsen kun je meestal dagelijks terecht, kerken zijn vaak moeilijker toe- gankelijk. Zelfs als je van te voren de openings- tijden nakijkt, kom je soms toch nog voor een gesloten deur terecht. Foto’s bij deze inventarisa- tie zijn daarom aangevuld met afbeeldingen die ik op het internet vond om toch een compleet over- zicht te krijgen. In dit artikel is steeds een detail van het monument afgebeeld. Een foto van het complete graf staat later bij de inventarisatie. Er zijn drie artikelen. Deel 1 ging over de grafmo- numenten van de 13de tot halverwege de 17de eeuw. Deel 2 eindigt in 1939 en in deel 3 komt de inventarisatie van alle monumenten, waar je ook de chronologische M-nummers terug zult vinden. TIJDPERK ARTUS QUELLINUS (1609-1668)

De zonen van , Pieter (c. 1595- 1676) en Willem (1603-na 1680) ontwikkelden zich ook tot beeldhouwer, maar werden overtroefd door Artus Quellinus (1609-1668). Het was de periode van de zeehelden, die een prachtig praalgraf kregen, mét een voorbeeldfunc- tie: zó horen we allemaal het vaderland te dienen. Pas in 1638 kreeg Piet Hein (1577-1629) in de Oude Kerk van Delft na aandringen van zijn weduwe een marmeren praalgraf, dat wordt toegeschreven aan Pieter de Keyser. Piet Hein, zijn naam is klein, zijn daden benne groot, hij heeft gewonnen de Zilvervloot is het meest bekende feit van Piet Hein geworden. Zelf vond hij dat hij voor andere verre grooter daden nooit erken- ning ontving. Zijn standbeeld staat in Delfshaven in M26 - Piet Hein de buurt van zijn geboortehuis.

Bij het monument uit 1654 in de Amsterdamse Nieuwe Kerk voor Jan van Galen (1604-1653) komen we voor het eerst tegen. Over hem straks meer. Het praalgraf werd ontworpen door Artus Quellinus, gebeeldhouwd door Rombout Verhulst en van een reliëf voorzien door Willem de Keyser. Vlootvoogd Jan van Galen versloeg de Engelsen bij Livorno, maar sneuvelde tijdens die slag. Het was gemakkelijk om bij een overwinning voor het vaderland te sterven, zou hij gezegd hebben. Het praalgraf is van zwart en wit marmer. Het laat de zeeheld zien met daaronder in reliëf zijn glorieuze wapenfeit. Hij wordt gehuldigd in een zwarte car- M28 - Jan van Galen touche, omgeven door vlaggen, scheepstuig en wapens.

Willem de Keyser vertrok in 1623 naar Londen, waar hij ging werken bij zijn zwager, beeldhouwer Nicholas Stone, die getrouwd was met zijn zuster Maria. In 1640 keerde hij terug naar Nederland, waar hij stadsmeestersteenhouwer werd. Onbekend is of Willem complete grafmonumenten heeft gemaakt, maar hij heeft wel als beeldhouwer reliëfs vervaardigd voor de praalgraven van Jan van Galen (1654) en (1678) in de Nieuwe Kerk van en (1656) in de Oude Kerk in Delft. De graftombe van zeeheld Maarten Tromp (1598- 1653) uit 1656 is een werk van Rombout Verhulst, het ontwerp is van en het reliëf van de zeeslag bij Ter Heijde, waar Tromp sneu- velde, is van Willem de Keyser. Op het graf staat een gedicht van Vondel, dat als volgt begint: Hier rust de zeeheld Tromp, de dappere beschermer Der zeevaart en de zee; ten dienst van ’t vrije land, dat ‘mans gedachtenis bewaart in ’t konstig marmer Zo levendig gelijk hij stierf voor ’t Hollands strand. M29 - Maarten Tromp - zeeslag bij Ter Heijde Minder bekend is de Delftse beeldhouwer Pieter Rijcx (c. 1630-1704). In opdracht van de familie beeldhouwde hij van 1660 tot 1669 naar ontwerp van Jacob Lois een grafmonument voor Witte de With (1599-1658), nog een zeeheld. Het witmar- meren praalgraf staat in Rotterdamse Laurenskerk. De With wordt in de vaderlandse geschiedenis om twee redenen genoemd: om zijn enorm moeilijke karakter en om zijn immense moed. Ondanks de aanvaringen met zijn meerderen, die in 1647 bijna tot de doodstraf leidden, werd hij toch in zijn verantwoordelijk ambt gehandhaafd. Met zijn aandeel in onder andere de verovering van Jakarta, de Zilvervloot en de slag bij Duins werden zijn moed, zeemanschap en plichtsbesef zowel ge- prezen als gevreesd. De With sneuvelde in 1658 bij de Slag in de Sont tijdens de oorlog tegen Zweden. Die zeeslag wordt in reliëf afgebeeld op een ‘doek’, dat door twee engeltjes vastgehouden wordt. M31 - Witte de With

En waar blijft Artus Quellinus als beeldhouwer? Deze grote beeldhouwer heeft meerdere grafmonu- menten gemaakt, maar jammer genoeg maar één dat in dit verhaal past. In de Antonius Abtkerk van Bokhoven staat het barokke praalgraf uit 1650 voor graaf Engelbrecht II van Immerzeel (1592-1652) en zijn vrouw Helena de Montmorency (1610-1648). Quellinus kwam uit Antwerpen; hij verhuisde rond 1648 naar Amsterdam, waar hij 14 jaar lang werkte aan de decoratie van het nieuwe Stadhuis, het hui- dige paleis op de Dam. Hij leverde de ontwerpen, maar de sculpturen aan het gebouw werden groten- deels uitgevoerd door zijn medewerkers, waaronder Rombout Verhulst en Bartholomeus Eggers. Na de dood van zijn vrouw in 1648, maakte Quelli- nus in opdracht van graaf Engelbrecht een graftom- be van zwart, wit en rood marmer, waarop zijn overleden vrouw en hijzelf op traditionele wijze lig- gend en ten voeten uit zijn weergegeven. Oorspronkelijk was het monument bedoeld voor de M27 - Engelbrecht van Immerzeel Sint-Pauluskerk te Antwerpen, maar het werd in 1651 & Helena de Montmorency in de kerk van Bokhoven geplaatst.

TIJDPERK ROMBOUT VERHULST (1624-1698)

Rombout Verhulst verhuisde in 1646 van naar Amsterdam. Hij werkte eerst onder leiding van Artus Quellinus aan het Paleis op de Dam, maar al gauw ontwikkelde hij zich tot onze meest beroemde beeldhouwer. Hij is o.a. de maker van de toegang tot de Leidse burcht, van veel tuinbeelden en van heel veel portretbustes. Hij heeft ons een reeks prachtige grafmonumenten nagelaten. In de Dorpskerk van Katwijk aan den Rijn zien we het monument voor Willem van Lyere († 1654) en zijn echtgenote († 1673). Maria gaf in 1663 de opdracht, maar wilde zelf ook op het monument afgebeeld worden. Daarom rust zij iets hoger. Dit is misschien wel een van de beste werken van Verhulst. Op de achterwand hangt een tekstplaat van zwart marmer met rondom fami- M32 - Willem van Lyere & Maria van Reigersberch liewapens en bovenin zwevende cherubijntjes. In de Pieterskerk van staat de marmeren graftombe van Johannis van den Kerchove (1594- 1660). Hij werd diplomaat en als naaste mede- werker van de prins van Oranje, stadhouder Fred- erik Hendrik, een van zijn favorieten. Zo werd hij ambassadeur aan het hof van Karel I van Engeland. Na zijn huwelijk met Katherine, Lady Stanhope (1609-1667), de gouvernante van Mary Stuart, werd hij hoofd van Mary’s hofhouding. Na zijn dood gaf zijn weduwe in 1663 opdracht aan Rombout Verhulst haar man te vereeuwigen met een graftombe. Op het praalgraf lijkt Johannis te slapen met zijn hand onder zijn hoofd. Aan beide kanten van de tombe staan twee huilende putti, die familewapens vasthouden. Let eens op de prachtig gebeitelde handen en het krullende haar. Zijn wapen met kroon is boven hem afgebeeld. M33 - Johannis van den Kerchove

In de Hervormde Kerk van Stavenisse staat de witmarmeren graftombe van Hieronymus van Tuyll van Serooskerke (1614-1669). Hij was gecommit- teerde in de Staten van Zeeland en liet het door water omringd ‘Slot tot Stavenisse’ bouwen. Na zijn dood in 1669 werd door zijn vrouw Mar- garetha Huijssen aan Rombout Verhulst opdracht gegeven tot het vervaardigen van een praalgraf. Speciaal hiervoor werd een kapel gebouwd achter de preekstoel van het oude kerkje. In volkomen rust ligt Hieronymus in zijn harnas op de graftombe. Achter hem staan twee putti, die delen van het harnas, helm en handschoenen, dra- gen. Op en rond de tombe zijn diverse vanitassym- bolen aangebracht: verwelkte bloemen, doodsbeen- deren, een bundel korenaren met sikkel, een gevleugelde zandloper en doodshoofden. Op de achterwand staat bovenaan het wapen van de fam- ilies Van Tuyll en Huijssen en aan weerszijden van het grafschift staan de 16 kwartierwapens van beide families. Deskundigen spreken van, in kunsthistorisch op- zicht gezien, één van de mooiste graftombes van M37 - Hieronymus van Tuyll van Serooskerke ons land.

In de Bartholomeuskerk van Stedum staat de graftombe van Adriaan Clant tot Stedum (1599- 1665). Adriaan was een diplomaat, die bekend is geworden als onderhandelaar bij de Vrede van Mün- ster in 1648. Op een hardstenen podium van drie treden staat een vrijstaande tombe van roodge- aderd marmer op witmarmeren klauwpoten. Daarop ligt Adriaan Clant als witmarmeren gisant, ontspan- nen leunend op de linkerzij met zijn linkerhand onder de kin en de ogen gesloten. De kleding lijkt veel op Kerchove (M33). Clant heeft een prachtig gebeeldhouwde gezichtsuitdrukking. Hoog boven tegen de achterwand is een wapen dat vastgehouden wordt door gevleugelde draken met aan weerskanten alliantiewapens. Dit is het laatste superwerk van Verhulst uit 1672. Hij leefde nog ruim 25 jaar en zou nog meer grafmonumenten maken, maar dit ‘oude’ niveau haalde hij nooit meer. M38 - Adriaan Clant tot Stedum Admiraal Willem Joseph baron van Gendt (1626- 1672) ligt als zeeheld -uiteraard- in wapenrusting op zijn praalgraf in de Dom van . Van Gendt vocht mee in de Tweede en Derde En- gelse Oorlog. Tijdens de beroemde tocht naar Chat- ham in 1667 was hij commandant van het aanvals- eskader. In de Derde Engelse Oorlog werd hij in de Slag bij Solebay getroffen door een granaat en viel, volgens het logboek van de kapitein, hardtsteecken doodt neer. De admiraliteit van Amsterdam liet voor van Gendt een grafmonument oprichten in de Utrechtse Domkerk. In augustus 1674 maakte Rombout Ver- hulst een begin met het praalgraf, het kwam in juni 1676 gereed. Van Gendt, voorlopig ter aarde besteld in Arnhem, werd eind 1680 herbegraven in M39 - Willem Joseph Van Gendt de Dom van Utrecht.

Michiel de Ruyter (1607-1676) is onze meest beken- de admiraal. Hij begon als walvisvaarder, maar werd vooral bekend door zijn overwinningen in de diverse oorlogen tegen Zweden, Engeland en Frankrijk. In de laatstgenoemde oorlog werd in de Slag van Agosta zijn rechterbeen afgeschoten, waarna hij door infectie een week later stierf. In de Nieuwe Kerk in Amsterdam werd in 1681 in opdracht van zijn zoon Engel de Ruyter voor hem een praalgraf opgericht van wit, zwart en rood marmer. Het is het grootste, meest beroemde, maar niet het beste grafmonument van Rombout Verhulst. Het meeste beeldhouwwerk is dan ook door medewerkers gedaan. Michiels been ligt erbij alsof het nooit is afgeschoten. Op de achtergrond zie je een reliëf naar een schilderij van Willem van de Velde de Jonge dat de Vierdaagse Zeeslag voorstelt. De faam van Michiel de Ruyter staat samengevat in drie woorden, zowel boven het monument als in de laatste regel van zijn grafschrift: Immensi tremor Oceani (Schrik van de Grote Oceaan). M40 - Michiel de Ruyter

M41 - Cornelis Evertsen Johan Evertsen Het laatste monument van Rombout Verhulst is dat van de broers Johan (1600-1666) en Cornelis (1610- 1666) Evertsen in Middelburg. Beide broers waren als luitenant-admiraal in dienst van de Zeeuwse Ad- miraliteit, vochten mee in de Engelse Oorlogen en sneuvelden kort na elkaar, Cornelis op 11 juni 1666 in de Vierdaagse Zeeslag en Johan op 5 augustus 1666 in de Tweedaagse Zeeslag. Beiden werden in de Oude Kerk van Middelburg begraven en kregen daarin uiteindelijk in 1683 na een lang conflict tussen de familie en de Staten van Zeeland een praalgraf. Er werd aan ‘constmarmerbeeltenaer’ Rombout Verhulst gevraagd om een ‘tombe van eere’ te maken. De beelden van de broers zijn in wit, de plinten en dekplaten in zwart en de tombes in rood marmer uitgevoerd. De twee schuin naar voren stekende tombes zijn geplaatst voor een opbouw, een met reliëf versierde sokkel en daarop een gedenkplaat met inscriptie en putti. Bij de muur staan twee obelisken.

Concurrentiestrijd tussen Rombout Verhulst en Bartholomeus Eggers Ik wil toch nog even stil staan bij de boeiende con- Vaak schreven beeldhouwers in bij dezelfde pro- currentiestrijd tussen Rombout Verhulst en Bar- jecten en soms won de een en soms de ander. tholomeus Eggers (c. 1637-1692). Ik beschrijf drie voorvallen.

1. In de kerk van Midwolda staat het grafmonument voor Carel Hieronymus van In- en Kniphuisen (1632-1664). Nog vóór de begrafenis gaf zijn echt- genote Anna van Ewsum (1640-1714) in 1664 de opdracht daarvoor aan Verhulst. Het moest, zo staat in het contract, de beide echtelieden bevatten, ‘le- vensgroot en net uitgehouwen’. De prijs voor het graf: drieduizend rijksdaalders. Jaren later gaf Anna opdracht om op het grafmonument haar tweede echtgenoot Georg Wilhelm van In- en Kniphuisen († 1709) erbij te zetten. Er moest dan wel een engeltje van het oorspronkelijke monument ver- wijderd worden. Vreemd is dat Eggers deze op- dracht kreeg. Had hij Verhulst verdrongen of wilde M34 - Carel Hieronymus van In- en Kniphuisen Verhulst zijn monument niet meer wijzigen?

2. Bartholomeus Eggers wist met een ontwerp van Cornelis Monincx (c.1623-1666) het contract van de familie Wassenaer Obdam binnen te krijgen en versloeg Verhulst. Admiraal Jacob van Wassenaer Obdam (1610-1665) sneuvelde in de Slag bij Lowe- stoft en ligt ergens in de Noordzee. Dit is dus een cenotaaf, waarop de admiraal staand is afgebeeld onder een baldakijn. Op het monument uit 1667 in de Grote Kerk van Den Haag staan drie knap ge- beitelde zeeslagen, o.a. Lowestoft. Zou het zo zijn dat Verhulst zijn afgekeurde ontwerp voor het Was- senaer Obdam-monument gebruikte voor het graf van Egbert Kortenaer (c.1604-1665) in de St. Lau- renskerk in Rotterdam?

M36 - Egbert Kortenaer M35 - Jacob van Wassenaer Obdam 3. Bartholomeus Eggers probeerde de opdracht voor het graf van Michiel de Ruijter binnen te slepen, maar deze keer verloor hij van Rombout Verhulst. Eggers had zijn atelier op het terrein van het Mau- rits-huis in Den Haag. Hij werkte voor graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679) die een belangrijke opdrachtgever voor hem was. Hij maakte voor hem o.a. een prachtig albasten Fürstengruft Siegen: borstbeeld, dat in 1680 bij zijn graf in de Fürsten- borstbeeld van gruft in Siegen werd geplaatst. Johan Maurits van Nassau

LATERE MONUMENTEN

Na de Gouden Eeuw zijn er nog maar weinig van dit soort grafmonumenten gemaakt. In de Vaste Burcht- kerk van Wyckel bevindt zich het praalgraf van Men- no van Coehoorn (1641-1704) uit c.1704. Een mar- meren praalgraf naar het ontwerp van Daniël Marot (1661-1752) en uitgevoerd door de Amsterdamse beeldhouwer Pieter van der Plas (1647-1708). Op een zwart marmeren sarcofaag, versierd met een in reliëf gebeeldhouwde belegeringsscène, ligt de vestingbouwer tussen een aantal krijgsattribu- ten. Achter hem verrijst een rood geaderd marme- ren obelisk met banieren en met het in 1795 weg- M44 - Menno van Coehoorn gehakte familiewapen.

Ik heb altijd gedacht dat Sint Servaas († 384?) in Maastricht de enige heilige was, die in Nederland is begraven. Tot mijn verbazing ontdekte ik Sint Gerlach in Hout- hem, officieel Gerlachus van Houthem (c.1120- c.1165). In de in 2001 verschenen nieuwe versie van de heiligenlijst wordt hij nog steeds genoemd met als feestdag 5 januari. Gerlachus zou een ridder zijn geweest, die zich na de dood van zijn vrouw Leonora als kluizenaar in Houthem vestigde in een holle eik. Rond zijn figuur ontstonden vele legenden. Midden in het schip van de voormalige kloosterkerk staat zijn praalgraf uit 1783, waaronder zich een nis bevindt met gewijd geel zand, dat je mag mee- nemen en dat beschermt tegen veeziekten. M47 - Gerlachus van Houthem

In de negentiende eeuw is er nog een nagekomen zeeheld: Jan Hendrik van Kinsbergen (1735-1819). Hij kreeg in 1821 een praalgraf in de Amsterdamse Nieuwe Kerk, gemaakt door beeldhouwer Paulus Jo- seph Gabriël (1784-1833). Van Kinsbergen werd geen officier door afkomst of ervaring, maar pas na een grondige opleiding. Omdat hij in ons land te weinig carrièrekansen had, ging hij een tijd werken in het bevriende Rusland. Voor Rusland versloeg hij een machtige Turkse vloot, voor Nederland de Engelse vloot in de Vierde Engelse Oorlog. Hij liet veel publicaties verschijnen over de modernisering van het zeewezen. Het marmeren praalgraf is een cenotaaf, zijn stof- felijke resten zijn in 1842 in Apeldoorn geruimd. M48 - Jan Hendrik van Kinsbergen In de twintigste eeuw is er nog één monument ge- maakt dat past in dit verhaal. In de kloosterkerk in Wittem staat de zwartmarmeren graftombe van Willem Marinus Kardinaal van Rossum (1854-1932), gemaakt in 1939 door de Vaticaanse beeldhouwer Enrico Quattrini (1864-1950). Van Rossum was in Rome het hoofd van de Propa- ganda Fide, de Congregatie voor de Evangelisatie van de de Volkeren. Hij werd de eerste Nederlandse kardinaal sinds de Reformatie en het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853. Hij overleed in 1932 en ligt begraven onder het praalgraf in de grafkelder van de kloosterkerk van de Paters Re- demptoristen, de orde waartoe hij behoorde. M49 - Willem Marinus Kardinaal van Rossum

Veel gedenktekens zijn in de loop der tijd gerestaureerd. Gelukkig maar. Daardoor kunnen we ook in onze tijd nog genieten van prachtige grafmonumenten die lang geleden zijn gemaakt. Hieronder het grafmonument van Maarten Tromp in de Oude Kerk in Delft, dat tussen augustus 2010 en oktober 2013 is gerestaureerd.

M29 - Maarten Tromp M29 - Maarten Tromp voor de restauratie (2007, foto Rindert Brouwer) tijdens de restauratie (2011, foto Ad de la Mar)

volgende keer : KERKMONUMENTEN - DEEL 3 : INVENTARISATIE

© Ad de la Mar