Cover Page the Following Handle Holds Various Files of This Leiden

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Cover Page the Following Handle Holds Various Files of This Leiden Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/67914 Author: Mondt, M.M. Title: De zee-eenhoorn in kaart gebracht. Zee-eenhoorns in woord en beeld in de middeleeuwen en vroegmoderne tijd Issue Date: 2019-01-10 VI. INLEIDING VI. DE ZEE-EENHOORN ALS STRIJDROS …laet ons voor de beide gevels staen, En in elcks voorhooft eerst de beeldewercken eeren, Daer wy Quellijns vernuft en geest zien triomfeeren. Joost van den Vondel.1 INLEIDING Vele beschrijvingen en afbeeldingen van visachtige en paardachtige zee-eenhoorns, en amfibische eenhoorns zijn in dit onderzoek de revue gepasseerd. Tot in de zestiende eeuw werd de zee-eenhoorn - in zijn visachtige gedaante - beschouwd als een zeemonster dat dood en verderf zaaide, en gevoelens van angst en afgrijzen genereerde. Als drager van de kostbare eenhoorn-hoorn was het echter ook een commercieel interessant dier. Met het voortschrijden van het natuurhistorisch onderzoek maakten deze sentimenten plaats voor zoölogische kennis: het afschrikwekkende monster bleek een bestaand, ‘natuurlijk’ zeezoogdier te zijn met een uitgegroeide boventand. Vanwege zijn uiterlijke schoonheid en zijn nobele heraldisch-symbolische betekenis werd de paardachtige zee-eenhoorn - in de gedaante van een gehoornde hippocampus - een waardig trekdier van het vaartuig van de zeegod, vorsten en andere vooraanstaande personen, en verwierf het zich een plaats op de wapens van personen of instanties die zich met de zee verbonden voelden. Het afstotelijke zeemonster evolueerde tot een imposant, gehoornd strijdros van grote schoonheid, en met een vissenstaart. Het is dit dier dat een rol speelt in de laatste beschouwing uit dit onderzoek dat is gewijd aan de beeldengroep van het oostelijk timpaan van het Amsterdamse stadhuis, het tegenwoordige Paleis op de Dam. Hoog verheven boven het belangrijkste plein van Nederland kijkt ze triomferend uit over de stad: de ‘Amsterdamsche Stede Maeght’. In haar linker hand draagt ze het wapen van de stad, in haar rechter hand houdt ze een olijftak. Op haar hoofd draagt ze de kroon die door de Oostenrijkse Keizer Maximiliaan in de zestiende eeuw aan de stad werd geschonken. Zij zit op een troon, geflankeerd door twee leeuwen, en wordt omringd door Neptunus en zijn echtgenote, tritons die op hoorns blazen en door allerlei zeedieren. In dit exotische gezelschap bevinden zich ook vier steigerende paarden met zwemvliezen aan hun voorbenen en gespiraliseerde, vergulde hoorns op hun voorhoofden. De twee linker dieren dragen een ketting van schelpen om hun hals, het uiterst rechtse dier een slinger van laurierbladeren. Hun achterhand is niet zichtbaar waardoor het niet mogelijk is om te bepalen of de dieren de achterbenen en de staart van een paard hebben, of vissenstaarten. De hoorns en de zwemvliezen maken echter dat de dieren kunnen worden geïdentificeerd als paardachtige zee-eenhoorns, een van de beide maritieme varianten van de Monoceros of land-eenhoorn (Fig. VI.1a, b en c). 1 Vondel, Joost van den, Inwydinge van 't stadthuis t'Amsterdam (Amsterdam, Thomas Fontein: 1655). 283 VI. DE ZEE-EENHOORN ALS STRIJDROS Fig. VI.1a, b en c. Het oostelijke timpaan van het Paleis op de Dam met de vier zee-eenhoorns, gemaakt door Artus Quellinus de Oudere in 1657-1658. Marmer, breedte ca. 20 meter, hoogte ca. 5.60 meter. De marmeren beeldengroep - een creatie van de Vlaamse beeldhouwer Artus Quellinus de Oudere (1609- 1668) - bevindt zich op het timpaan van de voorgevel van het Paleis op de Dam, en vormt een pendant met de sculptuur op het timpaan van de achtergevel van het gebouw. Ook hier is de stedenmaagd afgebeeld, nu omringd door een aantal allegorische mensen- en dierenfiguren. In deze beeldengroep zijn geen zee-eenhoorns afgebeeld. Zeventiende-eeuwse dichters en schrijvers lieten zich in lovende termen uit over het gebouw. Op de gedenksteen van zwarte toetssteen, die in 1657 werd gemaakt ter gelegenheid van de inwijding van het nieuwe stadhuis in 1655, is door Elias Noske met gouden letters een gedicht van Constanter (de Nederlandse dichter en diplomaat Constantijn Huygens (1596-1687)) gegraveerd waarin de lof van de ‘Doorluchte Stichteren’ wordt bezongen. Het stadhuis wordt aangeduid als ‘’s Werelts Achtste Wonder’.2 Joost van den Vondel (1587-1679) uit zich in 1655 in soortgelijke bewoordingen over het gebouw en zijn decoraties: …Men ziet, van buiten en van binnen, drie kolommen, Gekoren uit de vyf aeloude, kunstigh brommen, In bey de stadiën, voor 't opgetogen oogh. De laeghste uit twee gemengt, en d'ongemengde om hoogh. D'Ionische, en Korintsche, als in een huwlijck, onder, Gesmolten ondereen, wort, tot een weereltsch wonder, Gedraegen van den voet, en draeght Korinthen weêr Uit Griecken t' Amsterdam om hoogh, tot Aemstels eer.3 Ook de beeldengroepen van de timpanen van de voor-en achtergevel worden door diverse auteurs gedetailleerd beschreven waarbij de afgebeelde figuren, zoals de stedenmaagd, Neptunus, de tritons en de verschillende zeedieren apart worden genoemd. Opvallend is dat in deze beschrijvingen de zee-eenhoorns van de beeldengroep op het oostelijke timpaan niet als zodanig worden vermeld, hoewel de vier dieren prominent aanwezig zijn. Gezien hun frontaal gerichte houding, waarmee ze contact lijken te maken met de beschouwer, spelen de zee-eenhoorns een belangrijke rol in de uitbeelding van de iconografische boodschap die het gebouw diende uit te stralen. De vraag is waarom in deze beschrijvingen de zee-eenhoorns vaak worden verzwegen terwijl de andere afgebeelde dieren en de mythologische figuren - zoals de zeehond en de zwaan, en de tritons en 2 De gedenksteen bevindt zich tegenwoordig in de Burgemeesterszaal van het stadhuis. 3 Vondel, van den, Inwydinge van 't stadthuis t'Amsterdam (1655). 284 VI.1. DE HISTORISCHE CONTEXT de meerminnen - met name worden genoemd.4 Wat is de reden dat de zee-eenhoorns op het timpaan zijn afgebeeld? Hebben zij een bijzondere iconografische betekenis? En hoe wordt deze betekenis vertaald in de weergave van de dieren op het timpaan? VI.1. DE HISTORISCHE CONTEXT VI.1.1. DE POLITIEKE SITUATIE IN DE TWEEDE HELFT VAN DE ZEVENTIENDE EEUW Op 15 mei 1648 kwam met de bekrachtiging van de Vrede van Munster een eind aan de Tachtigjarige Oorlog. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden maakte zich los van de Spaanse overheerser. Vanaf dat moment bestaat er recht op godsdienstvrijheid voor de protestanten en worden de economische vrijheden en privileges, die door Spanje waren beperkt en waarvoor sinds 1568 werd gestreden, in ere hersteld. De handelsbeperkingen voor de Zuidelijke Nederlanden blijven echter van kracht waardoor Amsterdam - ten koste van Antwerpen - de hegemonie op de wereldhandel verwerft en een periode van economische bloei tegemoet gaat. Amsterdam speelt een belangrijke rol in de vredesonderhandelingen, en de Amsterdamse burgemeesters verwerven hierdoor de eretitel van ‘vredevaders’.5 Direct na 1648 ontstaat echter een conflict tussen stadhouder Willem II, de Prins van Oranje, en de provincie Holland over het terugbrengen van het beschikbare budget voor het leger: Holland wil, nu de vrede is getekend, sterk bezuinigen. Bij de onderhandelingen zijn onder andere de Amsterdamse burgemeesters Cornelis de Graeff (1599-1664) en Nicolaes Tulp (1593-1674) betrokken. Omdat het conflict niet wordt opgelost besluit de stadhouder in juli 1650 tot een aanval op de stad Amsterdam om een aantal rebellerende regenten te arresteren. De aanval mislukt. Willems plotselinge overlijden op 6 november 1650 luidt vervolgens het eerste Stadhouderloze Tijdperk in. Vanaf dat moment claimt het Amsterdamse stadsbestuur het recht om zijn eigen bestuurders te kiezen.6 Van 1652 tot 1654 woedt de Eerste Engels-Nederlandse oorlog tussen het Engelse Gemenebest en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Inzet zijn de belangen in de wereldwijde zeehandel. In 1654 wordt het Verdrag van Westminster gesloten waarmee de vrede wordt bezegeld. In een geheime clausule - de Akte van Seclusie - wordt vastgelegd dat de Staten van Holland nooit de met het Engelse koningshuis verbonden Willem II (de latere Willem III van Oranje) tot stadhouder zullen benoemen. De onderhandelingen die tot deze afspraak leiden worden geleid door raadspensionaris Johan de Witt (1625- 1672). Cornelis de Graeff is eveneens bij de onderhandelingen betrokken. Vanaf het Stadhouderloze Tijdperk treden de republikeinse sympathieën van het Amsterdamse stadsbestuur steeds duidelijker aan de dag. Het verklaart mede de keuze van het stadsbestuur voor het iconografische programma van het nieuwe stadhuis, dat een expressie zou moeten zijn van deze opvattingen. VI.1.2. ONTWIKKELINGEN IN DE ARCHITECTUUR IN DE REPUBLIEK DER ZEVEN VERENIGDE NEDERLANDEN Gedurende de tweede helft van de zestiende eeuw ontwikkelt zich in de Noordelijke Nederlanden een nieuwe stroming - de Architectura Moderna - die afkomstig is uit de Zuidelijke Nederlanden en via de gedrukte publicaties van de architect en uitgever Hans Vredeman de Vries (1526-1609) in de jaren 1530- 1540 haar weg vindt naar het Noorden.7 In deze nieuwe opvattingen worden oude architecturale vormen 4 In het lofdicht dat Vondel ter gelegenheid van de inwijding van het nieuwe stadhuis schreef worden deze afgebeelde dieren en de mythologische figuren met name genoemd. Zie Vondel, van den, Inwydinge van 't stadthuis t'Amsterdam (1655). 5 Vlaardingerbroek, P. F., Het paleis van de Republiek (Zwolle, Wbooks: 2011), p. 68. 6 Scholten, F., Hoyle, M., ‘Quellinus’ Burgomasters: A Portrait Gallery of Amsterdam Republicanism’, Simiolus: Netherlandish Quarterly for the History of Art 32 (2006), pp. 87-125, pp. 87-90. 7 In zijn Architectura uit 1577 beschrijft Vredeman de Vries de verschillen tussen de oorspronkelijke klassieke architectuur en de manier waarop deze - in een vorm die is aangepast aan de lokale situatie en bouwcondities - wordt toegepast in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Zie Ottenheym, K., Jonge, K. de, ‘Of Columns and Wooden Piles. 285 VI. DE ZEE-EENHOORN ALS STRIJDROS toegepast volgens moderne ideeën: ornamentiek en andere details, ontleend aan de klassieke architectuur, worden toegepast op traditionele bouwvormen, met daaraan toegevoegd de innovatie van zich herhalende vormen.
Recommended publications
  • Scahier 74 Classicisme: Vredestempel, Prinsenhof, Haarlem
    74 JAARGANG 23 n SEPTEMBER 2008 ClassicismeSC74.indd 2-3 14-9-2008 18:28:18 Vr e d e s ahier tempel PDF-versie Haarlem jaargang 23 1648 nummer 74 n september 2008 Classicisme verklaard aan de SCahier is sinds septem- ber 1985 een ongeregeld hand van een fietsenhok verschijnend schrift met essays, achtergronden, In 1648 werd in Haarlem op het Prinsenhof meningen en feiten over een Vredestempel gebouwd in een voor die tijd architectuur. Het is bedoeld uiterst moderne bouwstijl: het classicisme. Zo'n om de relaties van Ar- Vredestempel veertig jaar geleden werd dit vergeten prieeltje nog chitext op de hoogte te Sinds 1648 staat op het Haarlemse gebruikt als fietsenhok. houden over de fondslijst, Prinsenhof een ‘tempeltje’ gewijd Dit SCahier beschrijft uitvoerig de achtergronden de architectuurreizen en aan de Vrede van Munster. De van dit kleine bouwkundige sieraad. En passant Architectuurradio. achtergronden van een classicistisch wordt zo geschetst wat classicisme is en hoe het unicum. in de Republiek der Nederlanden ingang vond. Uitgeverij Architext Dat dit verhaal een sterk Haarlems karakter Klein Heiligland 91 Eerder verschenen: draagt, is niet toevallig: Haarlemmers speelden 2011 EE Haarlem SCahier 73 PDF over Retranchement (22 pagina’s), een vooraanstaande rol bij de introductie van e-post: [email protected] te importeren via www.architext.nl. de beginselen van de klassieke oudheid in het www.architext.nl bouwen. eindredactie: Ids Haagsma Inhoud: vormgeving: de IJsgarage s Haarlem Rob van Westreenen De tijd – pagina 5 © 2008 s Architext De plek – pagina 6 De maker (1) – pagina 11 De stijl – pagina 17 De Maker (2) – pagina 23 Het binnen – pagina 28 Rechts: de Vredestempel als fietsenhok, in de vorige jaren zestig.
    [Show full text]
  • 2000 Jaargang 99
    Robert Hook Hollandd ean : Dutch influenc architecturs hi n eo e Alison Stoesser-Johnston The use of these publications by English architects and arti- Introductie)!! sans and the design of Wollaton Hall were not based on any Dutch classicism was a recent arrival in England when first-hand personal impressio f classicisno Italymn i . Thid ha s Robert Hooke made his first architectural designs in the late emergence th waio t r fo t f Inigeo o Jone s architectsa visis Hi . t 1660s. 'e constructioPrioth o t r f Hugo n h May's Eltham to Italy in 1613-'14 in the entourage of Thomas Howard, 2nd Lodg 1663-'64n i e e firsth , t exampl f Dutceo h classicisn mi Earl of Arundel, his close interest in Roman antiquities and England, classical elements straight from Italy and via Flan- intimate knowledge of Palladio's drawings are most ders had been used in English architecture for nearly a hund- dramatically exemplifie Banquetins hi n di g Hous f 1619-22eo . red years. Initially these had been mainly of a decorative na- Not only, however, has Jones here used Palladian "vocabulary" ture but vvith the construction of Inigo Jones' Banqueting 7 but hè has combined it with the application of Scamozzian House (1619-'21) there was a dramatic change in the way orders, the Composite being superimposed on the lonic. This classicism was adapted to English architecture. Jones drew combination of Palladian elements with Scamozzian also on the examples of Palladio and Scamozzi in his architecture influence beginninge th d f Dutcso h classicism.8 Jones' design using both Palladio's treatise, / quattro libri, personal know- was not only a major innovation in England but it also inspired ledge of his architecture and, in the case of Scamozzi, per- Jaco n Campe s va bfirs hi tn i narchitectura l commission i n sonal contact e applieH .
    [Show full text]
  • Werkstuk Charles Julien; Oranjezaal Van Het Paleis Huis
    Voor mijn vader i de inleiding 2 ii de hoofdpersonen 7 iii de meesters 11 Jacob van Campen 11 Constantijn Huygens 11 Salomon de Bray 12 Thomas Willeboirts Bosschaert 12 Jacob Jordaens 13 Adriaen Hanneman 13 Theodoor van Thulden 14 Caesar Pietersz. van Everdingen 14 Jan Lievens 15 Christiaen Gillisz. van Couwenbergh 16 de inhoud Gonzales Coques 16 Pieter de Grebber 17 Gerard Hermansz. van Honthorst 18 Pieter Claesz Soutman vi de werken 21 noordwand 22 Frederik Hendrik als heerser over de zeeën. 25 Deel van de triomfstoet met meegevoerd goud en zilver. 27 De Nederlandse maagd biedt Frederik Hendrik het opperbevel aan. 29 Deel van de triomfstoet met offerstier. 31 Dit boek werd speciaal vervaardigd in opdracht van Deel van de triomfstoet met olifant en schilderijen. 33 Simone Rijs voor het vak kunstbeschouwing van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten te Tilburg Frederik Hendrik ontvangt de survivantie. 35 Deel van de triomfstoet met geschenken uit de Oost en de West. 37 december mmxii oostwand 39 Vormgeving Charles Julien Frederik Hendrik als triomfator. 41 Drukwerk Reclameland.nl Frederik Hendriks standvastigheid. 43 Bij het samenstellen van dit boek heb ik gebruik gemaakt van de informatie die te vinden is op internet en in boe- Deel van de triomfstoet. Amalia met haar dochters als toeschouwers van de triomf 45 ken/publikaties zoals aangegeven achterin het boek. Frederik Hendrik als krijgsman die het water beheerst. 47 De meeste van de gebruikte afbeeldingen komen uit het Allegorie op de tijd. 49 publiek domein van sites als wikipedia, maar ook van het Rijksmuseum, het archief van het RKD te ‘s Gravenhage zuidwand 51 en de KB te ‘s Gravenhage Alle mij bekende bronnen zijn vermeld.
    [Show full text]
  • 246 BOEKBESPREKING Jacob Van Campen, Schilder En Bouwmeester
    BOEKBESPREKING for a forecourt. He also, to an extent that is hard to define, designed architecture for these patrons, and he must have served them much as Daniel Marot served their successors Jacob van Campen, schilder en bouwmeester 1595-1657. two generations later-designing and directing the execu- By P. T. A. Swillens. 302 pp. (19 figs.) Assen. tion of complex schemes of decoration and able to turn his hand to architecture as well. It was through his know- Ten years after Hendrik de Keyser's death in 1621 his ledge of architecture, however, that he first came to work colleague in the City Works of Amsterdam, the chief master for the Stadholder's circle (the Mauritshuis and Huygens' mason Cornelis Danckerts, published the first monograph house were mentioned by Anslo as early as 1648 as bearing on a Dutch architect, his Architectura moderna. Not all De witness to his architectural skill) and Huygens' resounding Keyser's works are included, but the picture that it gives and repeated praise was almost exclusively for his architec- is balanced, and it perceptively lays stress, even in its title, tural achievements: he was the 'vindicator of Vitruvius'. on a change in Dutch architecture which was heralded in it was he who 'admonished Gothic curly foolery with the De Keyser's works. The Haarlem painter and architect stately Roman, and drove old Heresy away before older Salomon de Bray wrote in the introduction: 'Our present Truth'. flourishing age, in which we see the true [i.e. Roman] Within three years of his first contact with the Stad- architecture as resurrected, gives the same to us so libe- holder's circle Van Campen was working for the city rally..
    [Show full text]
  • Palladio, a Model for the Architecture of Classical Europe
    Architectural Styles Palladio, a model for the architecture of classical Europe Jean POTEL ABSTRACT Beginning in the sixteenth century, European architecture—in the same manner as painting, sculpture, and more broadly all forms of artistic expression—fell into tune with an Italian art that had already been renewing itself for nearly a century on ancient models. While the Rome of Julius II (pontiff from 1503 to 1513) and his successors drew the attention of the majority of nations, such as the Holy Roman Empire and Spain, others such as England, the United Provinces, and more discreetly France were enthusiastic about the work of the Vicentine Andrea Palladio (1508-1580). While the productions of this contemporary of the painter Veronese were mostly limited to the secondary artistic centers of the continental territories of the Republic of Venice (modern-day Veneto), they were behind an architectural movement unique to the Old World, one that took its creator’s name and thereby attesting to the incredible success of his manner: Palladianism. Jacob van Campen (1595-1657), home of count Jean-Maurice de Nassau-Siegen, known as Mauritshuis, The Hague (the Netherlands), 1633-1644. Source : Wikimedia Commons. The Origins of Palladianism Born in Padua and long active in Vicenza, two cities dominated by Venice, Pietro della Gondola (1508-1580) had an exceptional career. A mason by formation, he befriended the humanists Giorgio Trissino (1478-1550), who renamed him Palladio, and Daniele Barbaro (1514-70), whom he assisted in the latter’s commented translation of Vitruvius’s treatise on Latin architecture (1556), two encounters that were behind the extraordinary esthetic and conceptual revolution of his art.
    [Show full text]
  • DANIEL STALPAERT DOOR A. W. WEISSMAN. LS Dr. GEORG
    DANIEL STALPAERT DOOR A. W. WEISSMAN. LS Dr. GEORG GALLAND in zijn "Geschichte der Holl?n- dischen Baukunst", welke in 18go verscheen, JACOB VAN CAMPEN en zijn werken bespreekt, dan zegt hij, aan het Stadhuis van Amsterdam gekomen: "Verschwie- gen darf nicht werden, dass die Gleichmdssigkeit der architektonischen Gestaltung, mit welcher dieser viel- gefeierte Zeitgenosse REMBRANDTS seine Kiinstlerphan- tasie kompromittiert hat, doch nicht durch das Vorbild der Antike entschuldbar ist. Und welche tüchtigen Mitarbeiter kamen dabei der Schöpfung zu gute: DANIEL STALPAERT, BOSBOOM und der unvergleichliche ARTUS QUELLINUS." Het ongunstig oordeel over "'s Werelds Achtste Wonder" hetwelk de Duitsche schrijver hier velt, is door anderen, een kwart eeuw geleden, vaak herhaald. Tegenwoordig erkent men algemeen, dat de beoordeelaars van toen geen juisten maatstaf hebben aangelegd. Ook het oordeel over de medewerkers van VAN CAMPEN, DANIEL STALPAERT en SYMON BOSBOOM, eischt herziening. In dit tiidschrift heb ik vroeger reeds uit de stukken aangetoond, dat niet aan SYMON BOSBOOM, die een onbeteekenend 66 man is geweest, maar aan zijn voorganger als stadssteenhouwer, de geniale WILLEM DE KEYSER, de eer toekomt VAN CAMPENS rechterhand bij de uitvoering van het Stadhuis geweest te zijn. Dat ook DANIEL STALPAERT ver boven zijn waarde door tijdgenoot en nageslacht is geschat hoop ik in de volgende regelen te bewijzen. Omstreeks 1560 woonde te Brussel een tapijtwerker JEREMYAS STALPAERT, die later naar Delft verhuisde, waar hij in 1623 nog woonachtig was. Immers in een acte, den 29 December 1623 verleden voor den notaris ADRIAEN RI JSHOECh, verklaart: "JEREMYAS STALPERT, tapitserijwercker, te out te sijn, omme sijn hantwerck meer te connen verrichten." JEREMYAS STALPAERT had een zoon PIETER, die in 1599 te Amsterdam woonde.
    [Show full text]
  • POWER of the PORTRAIT: Production, Consumption and Display of Portraits of Amalia Van Solms in the Dutch Republic
    POWER OF THE PORTRAIT: Production, Consumption and Display of Portraits of Amalia van Solms In the Dutch Republic by Saskia Beranek B.A., Pennsylvania State University, 2001 M.A., Duke University, 2003 Submitted to the Graduate Faculty of The Kenneth P. Dietrich School of Arts and Sciences in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy University of Pittsburgh 2013 UNIVERSITY OF PITTSBURGH Kenneth P. Dietrich School of Arts and Sciences This dissertation was presented by Saskia Beranek It was defended on March 29, 2013 and approved by Jennifer Waldron, Associate Professor, English Joshua Ellenbogen, Associate Professor, History of Art and Architecture Stephanie Dickey, Bader Chair in Northern Baroque Art, Queen's University, Art Co-Advisor: C. Drew Armstrong, Associate Professor and Director of Architectural Studies Dissertation Advisor: Ann Sutherland Harris, Professor Emerita, History of Art and Architecture ii Copyright © by Saskia Beranek 2013 iii POWER OF THE PORTRAIT: Production, Consumption and Display of Portraits of Amalia van Solms in the Dutch Republic Saskia Beranek, PhD University of Pittsburgh, 2013 Portraits of Amalia van Solms, wife of Frederik Hendrik of Orange-Nassau and one of the most significant women in the Dutch Republic, were widely circulated and displayed during her lifetime (1602-1675). This study focuses on cases where specific audiences and sites of display can be isolated. When portraits can be viewed in their original context, they speak not only to those elements intrinsic to the image such as symbolism or fashion, but also to issues extrinsic to the image: social practices, cultural ideals, and individual identities.
    [Show full text]
  • Haagse En Leidse Buitenplaatsen Inleiding
    Rotterdamse kooplieden Van Zoelen, die zich la- ter Groeninx van Zoelen zijn gaan noemen. In 1588 werden de Staten-Generaal in Den Haag gevestigd. Dit hoogste bestuursorgaan in de Republiek functioneerde tot 1795 en werd ge- vormd door afgevaardigden van de gewesten Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Fries- land, Overijssel en het Groningse Stad en Lande. Gezamenlijk bestuurden deze gewesten ook Drenthe, Limburg en Brabant (de Generaliteits- landen). Voorts hielden de Staten Generaal tot hun opheffing in 1795 toezicht op de Verenigde Overzeese Compagnieën. Veel gezanten van de oostelijke en noordelijke gewesten hadden een adellijke afkomst. Thuis genoten zij aanzien, hadden ze invloed en be- zaten ze veel land, meer dan in het westen. Soms kochten of huurden zij een buitenplaats bij Den Haag als ze niet voor langere tijd in een stadslogement wilden verblijven. Veel steden en gewesten boden zo’n voorziening aan, en sommige steden onderhielden een gezamen- lijk gastenverblijf. Verder woonden er veel am- bassadeurs van vreemde mogendheden in Den Haag, want de koninklijke aspiraties van Frede- rik Hendrik en Amalia van Solms oefenden een grote aantrekkingskracht uit op buitenlandse edelen. Bovendien had het stadhouderlijk echt- paar een wijdvertakt netwerk in Duitsland door het uithuwelijken van drie dochters aan Duitse vorstenhuizen. De grootse aanleg van de hui- zen Honselersdijk, Ter Nieuburch en later Huis ten Bosch moet niet los worden gezien van konink- lijke aspiraties. Buitenlandse gasten bezochten deze huizen, waar zij onder de indruk raakten van alle pracht en praal. Het kan interessant zijn te onderzoeken welke invloed er van deze pa- leizen en tuinen is uitgegaan op de bouw van buitenverblijven elders in Europa.
    [Show full text]
  • National Gallery of Art
    National Gallery of Art / Deborah Ziska, Information Officer FOR IMMEDIATE RELEASE CONTACT: (202) 842-6353 May 16, 2000 Rebecca Coleman, Publicist [email protected] SPECTACULAR MODELS AND OTHER WORKS DOCUMENT MASTERPIECES OF BAROQUE ARCHITECTURE IN EUROPE AT THE NATIONAL GALLERY OF ART. MAY 21 - OCTOBER 9. 2000 Washington, D.C. -The Triumph of the Baroque: Architecture in Europe 1600-1750. a major exhibition covering two centuries of European architectural history and exploring the triumphs of the most famous architects of the baroque era, will dominate two floors of the West Building at the National Gallery of Art, May 21 through October 9, 2000. Following the National Gallery's highly successful Italian Renaissance Architecture of 1994-1995, this awe-inspiring exhibition presents twenty-seven original architectural models and forty related paintings, drawings, prints, and medals. The National Gallery of Art will be the exhibition's only U.S. venue. Already seen at the Palazzina di Caccia, Stupinigi, Turin, and The Montreal Museum of Fine Arts, The Triumph of the Baroque will travel to the Musee des Beaux-Arts, Marseille (November 17, 2000 through March 4, 200I). The exhibition is organized by the National Gallery of Art, Washington; Palazzo Grassi, Venice; the Montreal Museum of Fine Arts; and the Musee des Beaux-Arts, Marseille. "Appreciation for the achievements of baroque architecture, disdained for years as excessively exuberant, has grown over the last two centuries," said Earl A. Powell III, director, National Gallery of Art. The Triumph of the Baroque examines the architecture of an era, which witnessed a remarkable unification of the arts of painting, sculpture, decoration, architecture, landscape and urban planning." SUPPORT EduCap Inc.
    [Show full text]
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Sumptuous Memories, Studies in seventeenth-century Dutch tomb sculpture Scholten, F. Publication date 2003 Link to publication Citation for published version (APA): Scholten, F. (2003). Sumptuous Memories, Studies in seventeenth-century Dutch tomb sculpture. Waanders. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:04 Oct 2021 Thee apotheosis off an admiral: Bartholomeuss Eggers andd the tomb for Jacob van Wassenaerr Obdam Jacobb van Wassenaer Obdam (1610-1665) was a reluctant admiral of thee fleet. He was appointed in 1653 after the death of Maarten Tromp forr want of a more suitable candidate. He had no seafaring experience andd commanded
    [Show full text]
  • ABSTRACT Title of Document: AMALIA VAN SOLMS and THE
    ABSTRACT Title of Document: AMALIA VAN SOLMS AND THE FORMATION OF THE STADHOUDER’S ART COLLECTION, 1625-1675 Virginia C. Treanor, Doctor of Philosophy, 2012 Directed By: Professor Arthur K. Wheelock, Jr. Department of Art History and Archaeology This dissertation examines the role of Amalia van Solms (1602-1675), wife of Frederik Hendrik, Prince of Orange and Stadhouder of the United Provinces of the Netherlands (1584-1647), in the formation of the couple’s art collection. Amalia and Frederik Hendrik’s collection of fine and decorative arts was modeled after foreign, royal courts and they cultivated it to rival those of other great European treasure houses. While some scholars have recognized isolated instances of Amalia’s involvement with artistic projects at the Stadhouder’s court, this dissertation presents a more comprehensive account of these activities by highlighing specific examples of Amalia’s patronage and collecting practices. Through an examination of gifts of art, portraits of Amalia and her porcelain collection, this study considers the ways in which Amalia contributed to the formation of the Stadhouder’s art collection. This dissertation seeks to provide a greater knowledge not only of Amalia’s activities as a patron and collector, but also a more throrough understanding of the genesis and function of the collection as a whole, which reflected the power and glory of the House of Orange during the Dutch Golden Age. AMALIA VAN SOLMS AND THE FORMATION OF THE STADHOUDER’S ART COLLECTION, 1625-1675 By Virginia Clare Treanor Dissertation submitted to the Faculty of the Graduate School of the University of Maryland, College Park, in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy 2012 Advisory Committee: Professor Arthur K.
    [Show full text]
  • Schilderkunst in Huygens' Ambtelijke Loopbaan
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Constantijn Huygens, de kunst en het hof Broekman, I. Publication date 2010 Link to publication Citation for published version (APA): Broekman, I. (2010). Constantijn Huygens, de kunst en het hof. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:29 Sep 2021 HOOFDSTUK 3: Schilderkunst in Huygens’ ambtelijke loopbaan Inleiding In de inleiding van het vorige hoofdstuk citeerde ik een artikel van Jaap van der Veen uit 1997 over Huygens’ persoonlijke kunstbezit. Van der Veen geeft aan dat men wel eens vergeet dat Huygens zelf ook schilderijen bezat omdat ‘Huygens zo bepalend is geweest voor de vorming van de stadhouderlijke verzameling’.528 Men komt deze aanname voortdurend als een vanzelfsprekendheid tegen.
    [Show full text]