Culinair Genootschap De Kookvaders Weekend 8-11 oktober 2015 “Geuze, Lambiek & Chicons”

Donderdag 8 oktober 2015

18h30: De vaders worden thuis opgehaald door kvdr Eric en Gkvdr Theo.

Auto 1 – kvdr Eric: kvdr Jan & kvdr Walter

Auto 2 – Gkvdr Theo: Gkvdr Paul & kvdr Ronny

19h00: Vertrek bij kvdr Rudy

20h00 / 20h30: Aankomst + installatie in onze B&B

Aline & Alain Moignot Chaussée de Haecht, 31 1210 02/219.47.99 0478/88.19.42 [email protected]

http://www.brusselsguesthouse.be/index.asp

Avondactiviteit – Keuzemogelijkheden :

a) Briefing rest van het weekend en voorlezing van “de weekendvraag” b) Debat « Vakbonden en ondernemen in Arendonk » c) Bezoek aan een van de Estaminets in onze of naburige straat. d) Chillen in onze B&B onder begeleiding van een natje en een droogje e) Combinatie van bovenstaande mogelijkheden

Vrijdag 9 oktober 2015

08h00: Uitgebreid ontbijt in onze B&B

We zullen de energie nodig hebben, want deze vrijdag wordt de kookvaders een strak schema opgelegd.

10h00: Ochtendoverzicht Brussel en briefing (indien donderdagavond al niet gebeurd)

We starten onze studiereis met een korte briefing en met een zicht over onze hoofdstad in de ‘Lola Bobesco’, de hoogste bol van ons nationaal monument, het Atomium.

We spraken onze connecties aan en kunnen onder begeleiding van een koffie/thee of iets sterkers genieten van het fabuleuze uitzicht zonder de verplichting een maaltijd te nemen, …. want voor die middagmaaltijd spelen we vandaag in ‘antoher league’!

T. +32 (0)2 479 58 50 / M. +32 (0)496 10 58 58 www.belgiumtaste.be

Het Atomium beeldt de structuur van een ijzerkristal uit, 165 miljard keer vergroot, en heeft de vorm van een kubus die op een van zijn punten staat. Het geheel bestaat dus uit negen bollen (een aan elk van de 8 toppen en een in het midden die onderling worden verbonden door 20 buizen (12 ribben en vier keer twee diagonale buizen). Het geheel rust op drie pijlers of bipoden.

• Totale hoogte: 102 m

• Diameter van de bollen: 18 m

• Diameter van de buizen: 3 m 30

• Lengte van de ribben: 29 m

• Lengte van de diagonale buizen: 23 m

• Diameter van het grondpaviljoen: 26 m

• Totaal gewicht (in 1958): 2.400 ton

12h00: Lunch

We wilden voor de lunch eerst een bezoek brengen aan een locale frituur….

Het is uiteindelijk nét een categorietje hoger geworden.

We reserveerden een Kookvadertafel in één van de twee enige tweesterrenzaken binnen de Brusselse Pentagoon en eten dus in een Top-5 restaurant in België. (als we de combinatie maken van Michelin en Gault Millau)

Niet Comme Chez Soi mag de Kookvaders verwelkomen, maar wel.. Sea-Grill bij Ives Mattagne.

Wolvengracht 47 - 1000 Brussel - 02/212 08 00 - http://www.seagrill.be/

Parkeerproblemen zullen we niet hebben, want we mogen gratis gebruik maken van de parking van het Radisson SAS hotel. De ‘voiturier’ zal ons begeleiden naar het restaurant.

Michelin zegt het volgende: “Een ambitieuze kaart die meegaat met het tij, een mooi team aan het roer in de eetzaal en prestigieuze wijnen in het vooronder. Dit ijzersterke trio zorgt voor een onvergetelijke dineerervaring van internationaal topniveau. Aparte eethoekjes verzekeren de discretie van uw zakenlunch of -diner. De Sea Grill houdt koers!”

Sea Grill was tot juli 2010 het restaurant van het SAS-hotel en het personeel van dat restaurant was in dienst van de hotelketen. Het restaurant opende in januari 1990 in het hotel. Chef Yves Mattagne en maître Marc Meeremans waren jaren samen verantwoordelijk voor de gang van zaken in dit restaurant.

Het restaurant is altijd gespecialiseerd geweest in vis- en schaaldieren. Beroemd is het gerecht Homard à la presse waarvoor een speciale pers van het zilvermerk Christofle nodig is; van die pers bestaan maar vijf exemplaren. Dit gerecht wordt aan tafel bereid nadat de gast zelf een verse kreeft uit het homarium gekozen heeft. Wie dit gerecht neemt, krijgt na afloop een bewijs met het opvolgende nummer van de gegeten kreeft dat correspondeert met het nummer uit het Livre d'Or dat door de gast getekend wordt.

Eén van de vijf exemplaren van de pers staat ook in het Christofle-museum, een ander exemplaar staat in het Parijse restaurant van Jacques Le Divellec, leermeester van chef Mattagne, en voor wie de kreeftenpers gecreëerd werd.

Toen het hotel in andere handen overging, besloot de chef het beheer van het restaurant over te nemen; Meeremans besloot niet mee te gaan. In dit restaurant is hij al chef sinds januari 1990. In 1991 behaalde hij er zijn eerste Michelinster, in 1997 zijn tweede. Al jaren heeft hij de ambitie voor een derde Michelinster, maar die is tot nu toe nog niet gevallen. “In september 2011 onthulde de voormalige chef-inspecteur van Michelin Benelux, Paul van Craenenbroeck, waarom hij niet tot de toekenning van een derde ster kon overgaan; het restaurant wordt er overigens niet bij name genoemd, maar voor kenners is het duidelijk dat het om dit restaurant gaat.”

De verwachtingen zijn hooggespannen. Dit zou wel eens één van de top-lunches kunnen worden die de vaders tot op heden op hun palmares kunnen schrijven.

14h30 / 14h45: Bezoekerscentrum de Lambiek

Gemeenveldstraat 1 - 1652 Alsemberg - 02 359 16 36/37 - http://www.delambiek.be/

We beginnen ons Geuze-avontuur op de plaats waar je op de beste manier kan worden ingewijd in de wereld van Geuze, Lambieken, Kriekbieren, Geuzestekers,..

Gedurende ruim een uur, zal een gids ons alles bijbrengen wat we moeten weten om de rest van onze studiereis efficiënt te kunnen verderzetten. Het zou voor een groot deel herhaling moeten zijn, na de voorstudie die we uiteraard allemaal al hebben gedaan.

16h00: Onze eerste Bierstekerij, .

Hoogstraat 2 a - 1650 , België - Telefoon: +32 (0)2 306 71 03 - http://www.3fonteinen.be/

Hopelijk kunnen we ons houden aan de strakke timing, want normaal gaat de bierstekerij om 17h00 dicht. Gelukkig hebben we onze relaties weer kunnen aanspreken (een collega-Proximusser kan zich recent mede-eigenaar noemen) en kan er op enige flexibiliteit gerekend worden.

18h00: Diner in Café Restaurant 3Fonteinen

Herman Teirlinckplein 3 - B-1650 Beersel

http://www.3fonteinenrestaurant.com/

Avondactiviteit – Keuzemogelijkheden :

a) Afronding Debat « Vakbonden en ondernemen in Arendonk » b) Bezoeken van een (paar) typische Brusselse drankgelegenheden (zie hieronder) c) Chillen in onze B&B onder begeleiding van een natje en een droogje d) Combinatie van bovenstaande mogelijkheden

Taborastraat 11, 1000 Brussel - 02 511 00 06 - http://www.alabecasse.com/

Warmoesberg 7, 1000 Brussel - 02 513 13 18 - http://www.alamortsubite.com/

Zaterdag 10 oktober 2015

08h00: Uitgebreid ontbijt in onze B&B

09h30: Chicons uit Kampenhout, de bakermat van het Vlaamse lof.

Verwelkoming door de gids aan de infobalie van het Witloofmuseum. Hij zal ons in het museum rondleiden en onderdompelen in de geschiedenis van het witloof.

Leuvensesteenweg 22, 1910 Kampenhout 016/22.33.80 - http://www.witloofmuseum.be/

België is, na Frankrijk, de belangrijkste witloofproducent ter wereld. De opbrengst van het witte goud komt hoofdzakelijk uit Midden-Brabant. Rond 1850 lukte de hoofdhovenier van de toenmalige kruidtuin "Botanique" te Brussel, de heer Frans Breziers, er in om witloof met krop te kweken en hielp zo het huidige witloof ontstaan. Een tiental jaar later vindt de groente vlot zijn weg naar de Brusselse markten en zorgt voor een explosie van kwekers. Aanvankelijk was dit rond Schaarbeek en Haren, later ook in Zaventem, Melsbroek en met belangrijk centrum Kampenhout.

De traditionele grondteelt, bijna verdrongen door de onvermijdelijke opkomst van hydrocultuur, eist nog steeds hard en arbeidsintensief werk maar is niet meer te vergelijken met het noeste werk in wind, regen en koude tijdens de wintermaanden van weleer.

10h30: Geleid bezoek aan het hydrocultuur witloofbedrijf van Rudi Van Ingelgom

Nederokkerzeelstraat 15, 1910 Kampenhout

11h30: bezoek aan het traditioneel witloofbedrijf van de familie Schoevaerts

Leuvensesteenweg 202 te 1910 Kampenhout.

12h30: Lunch in het Veilinghof

Een typischer witloofrestaurant bestaat er vermoedelijk niet. Authentieke keuken met dagvers witloof.

Omdat we vanavond de knieën weer stevig onder tafel schuiven en het niveau terug crescendo zal gaan , is het plan on hier te beperkten tot 1 gerecht. Uiteraard is dit enkel een richtlijn. 

Leuvensesteenweg 22, 1910 Kampenhout - 016/650 080 - http://veilinghof.be/ 14h30: Bezoek aan brouwerij met gids en proeverij

Gheudestraat 56, 1070 - http://www.cantillon.be

https://nl.wikipedia.org/wiki/Brouwerij_Cantillon

Brouwerij Cantillon is de enige overgebleven ambachtelijke brouwerij van lambiek in Brussel. De brouwerij ligt in Anderlecht vlak bij het station Brussel-Zuid. De brouwerij werd in 1900 opgericht door Paul Cantillon en is nu nog een familiebedrijf. De productie bedraagt 1700 hectoliter per jaar.

De brouwerij produceert geuze, kriek, lambiek, faro en fruitbier van frambozen, druiven en abrikozen. Daarnaast brengt ze ook confituur en kaas met geuze op de markt.

De grondstoffen zijn tarwe, gemoute gerst, overjarige hop en water. Er wordt in tegenstelling tot andere bieren dus geen gist toegevoegd, de lambiek is het enige overblijvende bier van spontane gisting: de gisting gebeurt met wilde gisten vanuit de omgevingslucht.

16h00: even bekomen van wat we al mochten genieten

Als we opvulling nodig hebben, kunnen we een wandelingetje door De Marollen doen, eens een kijkje nemen aan de Zavel, … mogelijkheden ten over. We zitten tenslotte in het hart van de hoofdstad van ons land en Europa!

19h00 / 20h00: Diner bij Les Brigittines

Kapellemarkt 5, 1000 Brussel - 02 512 68 91 - http://www.lesbrigittines.com/

In de Brigittines bent u de gast van meesterkok Dirk Myny. Het is gezellig zitten in dit oude, art nouveau postkantoor met de grote open haard. En de bediening is vriendelijk en heel verzorgd. Een hele maaltijd lang laat Dirk u kennismaken met zijn plezierkeuken, die steeds meer de nadruk legt op lokale producten.

Dirk is een op en top Brusselaar, zijn vader is Vlaams, zijn moeder een Waalse. Op zijn lauweren rusten, is niet aan hem besteed. Alles kan altijd beter, is zijn motto. Hij kiest resoluut voor de kwalitatieve brasseriekeuken, bekende gerechten krijgen bij hem hun echte smaken terug. Elk bord is uniek, want elk basisproduct is uniek. En de gerechten zijn licht. Dirk Miny blijft zoeken naar authenticiteit, zijn keuken is traditioneel maar ze wordt telkens opnieuw heruitgevonden.

De lekkerste gerechten, zoals kalfswangen die 4 uur lang werden gesmoord in kriek van Cantillon of koninginnehapje (kalfszwezeriken, poularde, balletjes van gevogelte, hanenkam en champignons geserveerd met huisgemaakte frieten), om maar deze twee te noemen. Meer dan waar ook, neemt men hier alle tijd om de producten volledig tot hun recht te laten komen.

Een van de creaties van de Brigittines is de fameuze Zenne Pot: kool gekookt in van Cantillon, Bloempanch (de traditionele zwarte worst van Brussel), droge worst, wulken … plus het talent van de chef. Een gerecht met onweerstaanbare smaken. Hij komt het u serveren met een Gueuze van Cantillon, een Zinnebier, een Gros Plant Nantais of alle drie tegelijk. Geen twijfel mogelijk, de keuken van Les Brigittines zal u moeiteloos overtuigen.

De geuze(s), de lambiek(s) en de ambachtelijke bieren krijgen een ereplaats op de kaart van Dirk en passen wonderwel bij zijn keuken. In de kelders van de Brigittines rusten ook enkele unieke wijnen. Zo ligt er de mooiste collectie Elzasser wijnen van de hoofdstad. Dirk Myny kent de wijngaarden als geen ander. Deze gepassioneerde wijnkenner en –liefhebber richt zich meer en meer naar natuurwijnen: levendige wijnen met zuurdere en wildere accenten. Dirk laat u delen in zijn passie, hij stelt ongewone wijnen voor in plaats van de overbekende merken om uw smaakpapillen nog meer te verrassen met echte smaakbommen.

Avond: Brussels by Night

Wat doen Kookvaders als ze zich op zaterdagavond nu hééél toevallig in hartje Brussel bevinden?

Awel, ze brengen een bezoek aan Moeder !

Fontainasplein 8, 1000 Brussel - 02 503 60 68 – http://www.moederlambic.com/

Dit etablissement aan het Fontainsplein, tweelingbroer van de Moeder Lambic Original in Sint-Gillis, wordt erkend als een van de 10 beste bierbars ter wereld.

Wat deze bistro bijzonder maakt, zijn de 46 ambachtelijke bieren van het vat die bewaard worden in een koelruimte met minder CO2 wat de houdbaarheid bevordert... hoewel dat niet echt nodig is, want het bier gaat vlot de toonbank over.

Zondag 11 oktober 2015

08h00: Ontbijt in onze B&B + tijdig (09h15) vertrek naar Eizeringen

10h00 – 13h30 : “In de Verzekering tegen de groten Dorst”

In het tweede beste café ter wereld, kunnen we op geen enkele manier reserveren, en ’t is niet dat we niet geprobeerd hebben. Zaak is dus om tijdig aan de deur te staan, die om 10h00 opengaat.

Frans Baetensstraat 45, 1750 Eizeringen (Lennik) - +32 2 532 58 58 - [email protected]

http://www.dorst.be/welkom

In de Verzekering tegen de Grote Dorst wordt soms ook wel 'het café met de langste naam en met de kortste openingsuren' genoemd. De herberg aan het kerkplein van Eizeringen heeft één van de meest uitgebreide geuze- en kriekselecties ter wereld.

De muren vertellen een groot stuk brouwerijgeschiedenis uit de streek en getuigen ook van het vroegere dorpsleven in Eizeringen. Het café is één van de oudste gebouwen van het dorp.

Zodra je een voet binnenzet, waan je je eind jaren 40 of begin jaren 50. Wat onmiddellijk opvalt zijn de zeldzame toog in Art Déco-stijl en de Westminster klok. De restauratie van het gebouw duurde van 2001 tot 2005. Kurt, de eigenaar, deed al het mogelijke om modern comfort te combineren met de authenticiteit van dit mooi stukje volkserfgoed. Er werd niet getornd aan de typische ambiance van weleer.

Lunch: Dient door de vaders in de loop van vrijdag en zaterdag beslist te worden.

Namiddag: Afsluiting in Brussel en vertrek naar huis of Bezoek aan het Voedingssalon. Annex Geuze

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Geuze (veelal ook aangeduid met de Franse spelling gueuze) is een biersoort die ontstaat door het mengen van jonge en oude lambieken en deze te laten hergisten op fles, soms nog jarenlang. Het mengen van die bieren wordt steken genoemd. Dit geschiedt in het en in de Zennevallei.

Geuze is een troebele, matgouden tot amberkleurige, parelende drank met een complexe zurige tot zurig bittere smaak en compostachtige zure geur. Het heeft een alcoholpercentage van 5% à 8% en er blijft ongeveer 0,2% suiker over na de tweede gisting. Oude Geuze wordt niet gefilterd, gezoet of gepasteuriseerd, in tegenstelling tot de meeste andere bieren.

In vroegere tijden werd geuze vaak gemengd met een beetje suiker vlak voordat het gedronken werd. Indien een lambiek al bij botteling wordt aangezoet, heet deze een faro. Om aan de behoefte aan zoetere bieren tegemoet te komen ontwikkelden er zich sinds de jaren 50 van de 20e eeuw commerciële varianten. Met echte geuze hebben deze bieren weinig van doen omdat er slechts een deel (jonge) lambiek wordt gebruikt, vaak in combinatie met andere types bier afkomstig van afgekeurde brouwsels, er geen nagisting op fles plaatsvindt en het bier gefilterd wordt. Bij deze commerciële varianten wordt de ongewenste zurige smaak grotendeels ongedaan gemaakt door de toevoeging van artificiële zoetstoffen. Suiker toevoegen wordt hierbij niet gedaan, om verder gisten te voorkomen. Achteraf wordt koolzuurgas toegevoegd. Een traditionele geuze smaakt meer plat en opdringerig zuur, en is zwaarder in alcoholgehalte.

Om het verschil met deze commerciële varianten aan te geven gebruiken de meeste makers van traditionele geuze voor hun product de benaming Oude Geuze. Een enkele maker weigert dat echter om de principiële reden dat gezoete geuze het niet verdient om geuze te genoemd te worden. De producenten van echte geuze of geuzestekerijen zijn verenigd in de Hoge Raad voor Ambachtelijke Lambiekbieren (HORAL).

De naam 'Oude Geuze' is wettelijk beschermd en mag enkel gebruikt worden wanneer de oude Lambiek minstens 3 jaar oud is en gerijpt op houten vaten. Er kunnen geen zoetmiddelen worden toegevoegd aan het eindproduct. Oude geuze en geuze zijn door Europa erkende en beschermde gegarandeerde traditionele specialiteiten. Voordien was het door het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (de VLAM) reeds erkend als streekproduct.

Een geuzeglas is een eenvoudig glas, eventueel met inkepingen aan het onderste derde van het glas. Normaal heeft een geuzeglas een stevige bodem omdat er vroeger suiker in werd gestampt. Oorsprong van de naam

Een steekvat om geuze te steken uit lambiek.

Over de oorsprong van de naam geuze bestaan verschillende, uiteenlopende theorieën. De naam zou geen verband houden met de geuzen, het verbond van Brabantse edellieden die rebelleerden tegen het Habsburgse gezag in de 16e eeuw, want geuze wordt pas gestoken vanaf het midden van de 19e eeuw.

Meer dan waarschijnlijk is geuze een toponiem. In het begin van de 19de eeuw werd in Brussel de champagne ontdekt en in grote hoeveelheden geconsumeerd. De lege flessen waren verloren verpakking: in een fles champagne kan de druk oplopen tot 6 bar, dus de minste scheur bij verkeerde handeling kan leiden tot explosie van de fles bij hergebruik. Een lambikbrouwerij gelegen in de Geuzestraat te Brussel zou op het idee gekomen zijn om de lege champagneflessen te vullen met lambik. Dit had als grote voordeel dat men het in kleine hoeveelheden kon verkopen en dus ook aan particulieren. Na een tijdje merkte men dat de lambik sprankelend werd als men de fles een tijdje liet liggen. Bovendien was het bier goed uitgeklaard en kwam er een mooie schuimkraag op. Wanneer men besefte dat de lambik verder gist in de fles begon de brouwerij dit te commercialiseren. In de omgeving begon men te spreken over de lekkere "lambick de la rue de Gueuze" wat al snel afgekort werd tot "gueuze-lambick". Dit wordt bevestigd door een klein artikel in de krant L' impendence Belge van 18 oktober 1844 over de sultan Abdul Medjid die het nieuwe bier zo lekker vindt dat hij 200 flessen "gueuze-lambick" koopt en naar Constantinopel laat sturen.

In het Pajottenland werd deze methode gretig overgenomen en sprak men vooral van "flessenlambik". Doch in de loop der tijd haalde de benaming "geuze" de bovenhand mede dankzij de Brusselaars die in groten getale 's zondags naar het Pajottenland afzakten om te genieten van het mooie landschap en in de vele afspanningen resoluut om een "geuze" vroegen. Op de wereldtentoonstelling van 1888 verwierf het bier bekendheid bij het gewone volk. Brouwerijen en stekerijen

Tonnenmagazijn Brij Timmermans Tonnenmagazijn Brij Boon Open koelschip in Brij Bockor

Pajottenlandse lambikbrouwerijen

 Brouwerij Belle Vue, Zuun, Sint-Pieters-Leeuw (behorende tot de groep AB Inbev)  Brouwerij Boon, Lembeek (behorende tot Palm en lid van HORAL)  Brouwerij Cantillon, Brussel (Anderlecht)  Brouwerij De Troch, Wambeek (lid van HORAL)  3 Fonteinen, Beersel (lid van HORAL)  Brouwerij Girardin, Sint-Ulriks-Kapelle (lid van HORAL)  Brouwerij Lindemans, Vlezenbeek (lid van HORAL)  Brouwerij Mort Subite, Kobbegem (behorende tot de groep Heineken nv en lid van HORAL)  Brouwerij Timmermans, Itterbeek (behorende tot de groep John Martin en lid van HORAL)

Geuzestekers

 Geuzestekerij De Cam, (lid van HORAL)  Hanssens Artisanaal, Dworp (lid van HORAL)  , Beersel (lid van HORAL)  Gueuzerie , Bierghes (lid van HORAL)  DeKoninck, Dworp

West-Vlaamse Lambikbrouwers

 Brouwerij Bockor, Bellegem  Brouwerij Van Honsebrouck, Ingelmunster

Lambiek

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Lambiek (ook lambik of lambic) is een streekbier uit de Zennevallei, waarin ook Brussel is gelegen, en vooral uit het Pajottenland ten zuidwesten van Brussel. Het wordt nu echter ook door enkele brouwerijen buiten deze streek gebrouwen, namelijk in West-Vlaanderen.

Kenmerkend voor lambiek is dat het door spontane gisting met wilde gisten uit de buitenlucht ontstaat. Het wordt met gemoute gerst, ongemoute tarwe en veel oude hop gebrouwen en het gist in eikenhouten vaten. De naam lambiek is ofwel een verbastering van de naam van de gemeente Lembeek ofwel afkomstig van de gelijkenis van de brouwketel met de alambiek van jeneverstokers.

Lambiek is het oudste van de nog bestaande bieren en wellicht rond 1300 ontstaan. Uit een decreet van 1559 blijkt, dat het toen al lang gebrouwen werd, hoewel die bewering betwijfeld wordt. Er wordt 500.000 hectoliter per jaar van gebrouwen, waarvan 200.000 hectoliter door brouwerij Belle-Vue van de InBev-groep. Lambiek kan puur van het vat gedronken worden, maar de meeste lambiek dient als grondstof voor geuze, kriekenlambiek of faro.

Lambiek is een door de Europese Unie erkende en beschermde gegarandeerde traditionele specialiteit. Voordien was het door het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (de VLAM) reeds erkend als streekproduct. Brouwmethode

Koperen koelschip of de koelton Overjaarse hop Traditionele vaten lambiek.

Industriële vaten lambiek in brouwerij Lindemans.

Spontane gisting

Lambiek was eertijds een seizoensbier dat enkel tijdens de wintermaanden gebrouwen werd, maar nu heeft men middelen om de temperatuur tijdens het gistingsproces in de hand te houden. De nodige gisten zijn echter nog altijd enkel van begin oktober tot eind april aanwezig in de juiste verhoudingen. Vroeger was het brouwen zelfs verboden voor de naamdag van de beschermheilige van Brussel, Sint-Michiel (29 september) of na die van de andere drakendodende heilige Sint-Joris (23 april). Dit kwam ook goed uit: lambiek werd eerst gebrouwen door boeren. Zij deden dat na hun oogst, wanneer ze over graan en tijd beschikten.

Spontane gisting bij het bierbrouwen werd al zo'n 5000 jaar geleden in Mesopotamië toegepast en kwam tot na de middeleeuwen nog op grote schaal voor. Het brouwen van lambiek verschilt van het brouwen van andere bieren door het gebruik van wilde, gemengde gisten. Er zweven in de lucht 86 verschillende natuurlijke gistsoorten. Gisting begint in de eerste drie maanden door Saccharomyces globulus en Saccharomyces dairensis, daarna Saccharomyces uvarum, Saccharomyces bayanus en Saccharomyces cerevisiae. Tot de achtste maand gebeurt melkzuurgisting veroorzaakt door melkzuurbacteriën, vooral Pediococcus cerevisiae. Daarna start de secundaire alcoholische gisting met vorming van ethyllactaat vooral door de gisten Brettanomyces bruxellensis en Brettanomyces lambicus. De Brit Clausen ontdekte die gisten in 1904, vandaar de naam. Het achtervoegsel verwijst naar Brussel en naar lambiek. Het is vooral die gisting die het aroma oplevert. Er bestaan 21 soorten Brettanomyces. Ze bezitten de eigenschap dat ze bestendig zijn tegen alcohol.

Lambiekmythen

Sinds de jaren zeventig van de twintigste eeuw doen een aantal hardnekkige mythen over lambiek de ronde. Zo zou in 1420 hertog Jan IV van Brabant een edict hebben uitgevaardigd om meer tarwe aan bier toe te voegen om de kwaliteit te verbeteren. Een dergelijk edict is tot op heden niet gevonden. Een ander hardnekkig verhaal heeft betrekking op een decreet door stadsontvanger Remi le Mercier van Halle uit 1559 waarvan de (uit her Frans vertaalde) tekst luid:

"Niemand mag een beslag aanmaken zonder er 16 razieren graan in te doen, te weten 6 razieren

tarwe en 10 razieren gerst en haver, zoals men vanouds placht te doen"

Een "razier" is een oude graanmaat van ongeveer 50 liter. Een verhouding van 6 op 16 impliceert een tarwepercentage van 37,5%, wat overeenkomt met de huidige maatstaven volgens welke lambiek tegenwoordig gebrouwen wordt: wettelijk ten minste 30% van de storting. De denkfout is echter, dat het Halse voorschrift in inhoudsmaten wordt gegeven, en de huidige voorschriften in gewichtsmaten. Tarwe heeft een groter soortelijk gewicht dat gerst en haver. Het werkelijke aandeel van tarwe in het oude recept is daarom ten minste 49 gewichtsprocent. Verder wordt in het voorschrift uit 1559 ook haver genoemd, iets wat in veel huidige interpretaties van deze tekst tegenwoordig vaak wordt weggelaten. In de tekst uit 1559 is er verder nergens sprake van dat het een bier genaamd 'lambiek' zou betreffen, of dat dit van spontane gisting zou zijn. Het aandeel tarwe in lambiek, tegenwoordig ca. 30%, is ook geen van oudsher vaststaande constante. Begin 19e eeuw lag het nog op meer dan 60%.

Oude hop

Het gebruik van hop vormt het belangrijkste verschil met de voorgangers van lambiek. Voor het werk de novus modus fermentandi cervisiam van 1364 werd in heel het Heilig Roomse Rijk gruit toegevoegd om het bier bewaarbaar te maken. Pas na dit werk begonnen bierbrouwers op grote schaal hop te gebruiken vanwege de conserverende werking omdat het de melkzuurbacteriën uitschakelt. Hop gaat de verzuring tegen. Omdat een sterke, bittere smaak en geur van hop niet gewenst is in lambiek, wordt uitsluitend gebruikgemaakt van overjaarse hop, vrouwelijke, onbevruchte bellen die 2-3 jaar oud zijn. Dit gebruik van relatief veel (5 gram per liter) en oude hop is typisch voor lambiek. Lambiek is immers een zuur bier en met jongere hop zou het te bitter smaken en met minder hop zou het niet goed bewaren. Destijds gebruikte men voor lambiek dan ook bij voorkeur de minst bittere hopvariëteiten zoals de zogenaamde .

In traditionele brouwerijen gebeurt het maischen in open vaten. Dan moet het wort vier tot vijf uur koken om voldoende dextrine aan te maken. Voor pils is dat maar één tot twee uur. Daarna wordt het wort in een koelschip of koelvat uitgestort, waar het een nacht aan de lucht wordt blootgesteld. Tijdens deze afkoeling nesten zich wilde gisten in het wort. Die komen van de lucht, de tonnen, onder de daken enz. Onder brouwers worden verhalen verteld van brouwers die hun dak vervingen en toen niet meer in staat waren lambiek te brouwen. Eikenhouten vaten

Na deze afkoelingsperiode wordt de lambiek op eiken vaten van 250 liter, "pijpen" van 600 liter of "foeders" van 6.000 of 12.000 liter getrokken waar hij enkele jaren verder doorgist. De vaten zijn dikwijls honderd jaar oud. Oorspronkelijk dienden daarvoor wijnvaten. Het kooldioxide dat bij het gisten ontstaat, ontwijkt door het hout heen. Daarom schuimt lambiek nauwelijks. Later wordt hij eventueel versneden tot geuze. In industriële brouwerijen worden de eiken vaten vervangen door roestvaststalen vaten met houtkrullen erin om de typerende eiksmaak te bewaren. Soms wordt ook kastanjehout gebruikt in plaats van eik.

Smaak

Lambiek kan puur, rechtstreeks van het eikenhouten vat worden gedronken. Het bevat amper koolzuur en is dus plat, het heeft in het glas geen schuimkraag. Lambiek is zuur van smaak. Het is daardoor een goede dorstlesser; eertijds namen de boeren van het Pajottenland een kruik mee naar het veld. Soms werd met een "lambiekstoemper" suiker toegevoegd om de zure smaak zoeter te maken. Om die reden hebben de glazen een stevige bodem. De smaak van lambiek wordt ingedeeld in vier smaaklijnen:

1. De eerste smaaklijn loopt van de zogenaamde "nijge" lambiek, rijk aan azijnzuur en ethylacetaat tot de malse of "flauwe" lambiek zonder volmondigheid of zuren. 2. De tweede smaaklijn loopt van de zogenaamde "harde" lambiek, rijk aan melkzuur tot het zogenaamde "leeg bier". 3. De derde smaaklijn loopt van bitter door te veel oude hop tot flauw door te weinig hop. 4. De vierde smaaklijn loopt van "malse lambiek" tot zoete smaak veroorzaakt door micro-organismen afhankelijk van de brouwmethode.

Daarbij komt nog de smaak van de eikenhouten vaten en de typische smaak afkomstig van de wilde gisten, een oud leerachtig smaakje.

Lambiekbieren

Lambiekbieren zijn bieren gemaakt met als basis lambiek. Faro is een goedkopere, minder alcoholische variant die gezoet werd en vooral door vrouwen en kinderen werd gedronken. Geuze is een mengsel van jonge en oude lambiek die hergist op de fles. Kriekenlambiek is een variant gegist met zure kersen. Meer recent zijn als variant daarop diverse fruitbieren ontstaan.

Faro

Faro is lambiek met een lager alcoholgehalte (4,5–5,5 procent) die met kandijsuiker gezoet is. Faro gaat terug tot ten minste 1721. Vanaf 1885 werd faro minder populair, omdat de beste lambiek gebruikt werd om geuze te steken. Na de Eerste Wereldoorlog werd kandij vervangen door sacharine. Vanaf het begin van de jaren zeventig kwam er hernieuwde interesse voor faro.

1. Eind 19e eeuw zongen kinderen uit Mechelen: "'t gaat regenen, 't gaat regenen, 't gaat regenen dat het giet en als wij geene faro hebben, dan drinken 2. wij lambiek."

Hieruit blijkt, dat faro toen door kinderen en vrouwen gedronken werd, terwijl de duurdere, zuurdere en sterkere lambiek voor volwassen mannen was. We kunnen aannemen dat kinderen toen faro dronken, zoals ze later frisdrank gingen drinken. Het onderscheid faro voor vrouwen en lambiek voor mannen is later overgegaan in kriek voor vrouwen en geuze voor mannen. 1. De dichter Baudelaire schreef in 1864: "De faro uit de grote latrine, de Zenne, getapt. Deze drank wordt dus uit de uitwerpselen van 2. de stad bereid en zo drinkt Brussel sinds eeuwen zijn eigen urine."

Blijkbaar ging hij er dus vanuit, dat water uit de Zenne gebruikt werd om faro te brouwen.

Geuze

Geuze of gueuze wordt niet gebrouwen maar gestoken. Geuze is een mengsel van jonge en oude lambiek dat hergist op fles. Een lambiekbrouwerij gelegen in de Geuzestraat te Brussel kocht lege champagneflessen op en vulde deze met lambiek om ze aan particulieren te verkopen. Voordien was lambiek enkel per vat leverbaar. De brouwer ontdekte dat de lambiek in de fles klaarder werd en meer schuimde. Dit kwam door hergisting op de fles. Men noemde dit "lambick de la rue de Gueuze", kortweg "gueuse-lambick" of geuze. Een van de oudste vermeldingen van een bier genaamd 'geuze' dateert van 1829. Het was ook internationaals populair, getuige een artikel in de krant L' indépendance belge van 18 oktober 1844:

"200 flessen gueuse-lambick werden bij een Brussels brouwer aangekocht en naar

Constantinopel gestuurd voor rekening van sultan Abdul Medjid."

Twee dagen nadien, op 20 oktober 1844, schreef dezelfde krant:

"Ene M. Achard de Tarcy neemt 500 flessen gueuse-lambick mee naar Brazilië om ze in Rio te

verkopen."

Geuze in champagneflessen werd bekend met de Wereldtentoonstelling van 1888 te Brussel. De handige verpakking in champagneflessen en de lekkere smaak door steken en nagisten bracht een explosieve stijging van het verbruik teweeg. In 1901 liet de Brusselse burgemeester De Mot op een receptie in het stadhuis geuze serveren in plaats van champagne.

Geuzestekers kopen lambiek van verschillende brouwers, maken daarvan een eigen mengsel – dit heet "steken" – en laten dat rijpen tot een geuze met een eigen typische smaak. Zo is het gangbaar om jonge lambiek van een jaar te mengen met oude van twee of drie jaar. De oude lambiek geeft de smaak en de jonge lambiek zorgt voor de gisting. Een typisch mengsel bestaat uit 60% lambiek van één jaar, 30% van twee jaar en 10% van drie jaar. In jonge geuze overheerst de gist Brettanomyces custersianus, in oude geuze eerder Brettanomyces bruxellensis. Er blijven nu nog maar vijf geuzestekers over: 3 Fonteinen, De Cam, Hanssens, Brouwerij Oud Beersel en Gueuzerie Tilquin. Oude geuze bevat geen suiker omdat die allemaal is uitvergist en mag door diabetici gedronken worden.

In de jaren 1960-1990 kende het verbruik een dieptepunt, vooral wegens de opgang van de pils. Sedert 1990 kennen geuze en kriek weer een groeiende vraag, ook uit het buitenland, vooral omdat ze gezoet werden. Enkele brouwerijen zijn klein en ambachtelijk gebleven terwijl andere groter en semi-industrieel zijn geworden.

Doordat traditionele lambiekbieren in champagneflessen worden gebotteld, zijn ze doorgaans goed te onderscheiden van de commerciële varianten. Slechts enkele commerciële lambiekbieren worden nog afgevuld in champagneflessen. Om te diversifiëren tussen de zure geuze en de nieuwe commerciële geuze wordt de zure geuze vaak op de markt gebracht onder de naam "oude geuze". De commerciële varianten worden soms smalend "capsulekensgeuze" genoemd, omdat op de fles een kroonkurk zit in plaats van een echte kurk. Capsulekensgeuze wordt verkocht in flesjes van 25 centiliter, maar oude geuze in champagneflessen van 75 of 37,5 centiliter. Een glas voor geuze is conisch, een glas voor lambiek is cilindrisch. In 1959 schreef Elseviers Weekblad:

"Maar helaas, het is een te nobele drank om geen nabootsingen te vinden; in capsuleflesjes is hij geen geuze meer."

Kriek

Kriekenlambiek, kortweg kriek, ontstaat door per liter lambiek 200 tot 400 gram zure kersen, die in Vlaanderen krieken heten, vandaar de naam. Oorspronkelijk werden morellen (Prunus cerasus L.) uit Schaarbeek gebruikt, maar omdat die zeldzaam geworden zijn worden tegenwoordig noordkrieken uit Limburg, Duitsland of Denemarken gebruikt. Traditionele kriek moet enkele maanden rijpen op het vat en kan in champagneflessen gebotteld worden. De originele kriek wordt enkel vervaardigd op basis van hele vruchten en zonder toevoeging van zoetmiddelen of vruchtensap. De gisten in de lambiek vergisten de suikers in de vruchten tot alcohol en kooldioxide. Spinnen in de brouwerijen houden vliegjes weg van de gistende kriek.

Om te voldoen aan de vraag van grote horeca-uitbaters wordt in commerciële kriek vaak sap (en soms ook smaakstoffen) gemengd met lambiek of een ander hooggegist bier, omdat dit sneller klaar is voor verkoop. Het wordt gewoonlijk ook nog gefilterd, gepasteuriseerd en bijgezoet. Traditionele lambiekbieren zijn vanwege hun zure smaak bij het grote publiek niet erg geliefd, daarom hebben verschillende lambiekbrouwerijen commerciële varianten op de markt gebracht. Deze kriekbieren zijn zonder uitzondering sterk gezoet en bevatten meestal relatief weinig of geen lambiek.

Aan kriek worden gezondheidsbevorderende eigenschappen toegedicht. Apotheker Coelst, plaatsvervangend burgemeester van Brussel, schreef in 1941:

"Ik ben herstellende van een ernstige ziekte en om me weer op de been te helpen, raadt de

dokter mij aan iedere dag een glas geuze, en liever nog een glas kriek, te drinken."

Fruitbier

Fruitbieren worden traditioneel gemaakt met lambiek en vruchten. Onder de fruitbieren komen ook andere smaken voor dan alleen de traditionele kriek, bijvoorbeeld framboos, perzik, banaan, aardbei, en appel. Producenten

België

 Belle-Vue (Sint-Jans-Molenbeek): maakt sinds 1991 deel uit van InBev en is de grootste brouwerij met een productie van 200.000 hectoliter per jaar. Ze brouwt gezoete geuze, ongezoete lambiek en fruitbieren op basis van een industrieel productieproces;  Boon (Lembeek, Halle): is de grootste geuze producent en brouwt met 15 mensen 15.000 hectoliter zwaardere, oude lambiekvarianten en licht gezoete kriek;  Cantillon (Anderlecht, Brussel): dit is een traditionele brouwerij van oude, platte en erg zure lambiekvarianten en gerstebieren van spontane gisting, maar ook fruitsmaken. De brouwerij gebruikt daarbij biologisch geteeld graan;  3 Fonteinen (Beersel): hier brouwt en steekt één persoon 700 hectoliter oude lambiekvarianten, kriek- en druivenlambiek;  Mort Subite (Kobbegem, Asse): deze brouwerij behoort tot Alken-Maes van de Heineken-groep en brouwt met negen medewerkers 50.000 hectoliter per jaar van zowel oude als gezoete lambiekvarianten;  De Troch (Wambeek, Ternat): dit is een brouwerij van 8 man voor 4500 hectoliter van zowel oude als gezoete lambiekvarianten onder de naam "Chapeau";  Girardin (Sint-Ulriks-Kapelle, Dilbeek): dit is een brouwerij van oude lambiekvarianten. De voor lambiek benodigde tarwe wordt nog steeds zelf verbouwd. Daarnaast leverancier van lambieken aan alle huidige stekers;  Lindemans (Vlezenbeek, Sint-Pieters-Leeuw): dit is een brouwerij waar 14 mensen 76.500 hectoliter oude en gezoete lambiekvarianten brouwen;  Oud Beersel (Beersel): dit is een geuzestekerij van 300 hectoliter zware, ongezoete kriek en een stekerij van geuze;  Timmermans (Itterbeek, Dilbeek): dit is een brouwerij die tot John Martin behoort en waar 9 mensen 50.000 hectoliter oude en gezoete lambiekvarianten brouwen;  Geuzestekerij Hanssens Artisanaal (Dworp): produceert 600 hectoliter oude geuze en kriek met ingekochte lambiek;  Geuzestekerij De Cam (Gooik): deze geuzestekerij produceert 100 hectoliter per jaar met aangekocht wort.  Gueuzerie Tilquin (Bierk): de allereerste geuzestekerij van Wallonië.

De Hoge Raad voor Ambachtelijke Lambiekbieren (afkorting HORAL), is het verbond van de ambachtelijke lambiekbrouwerijen. Als industriële brouwerij maakt Belle-Vue er geen deel van uit. De traditionele brouwerij Cantillon maakt er ook geen deel van uit: de eigenaar zet zich in Het Nieuwsblad van 5 november 2005 zowel af tegen de zoete producten van sommige collega's die lid zijn van HORAL, als tegen de term ambachtelijk, aangezien hij zelf ook machines gebruikt. De HORAL organiseert sinds 1997 in april van de oneven jaren een "Toer de Geuze" waarbij alle aangesloten brouwerijen en stekerijen te bezoeken zijn en de bieren op locatie geproefd kunnen worden.

Twee brouwerijen in West-Vlaanderen, Van Honsebrouck in Ingelmunster en Bockor in Bellegem, produceren ook lambiek. Van Honsebrouck maakt "geuze en kriek St. Louis" en Bockor brengt "Jacobins" op de markt. Na een rechterlijk vonnis kregen ook zij het recht om de naam lambiek (lambic) te gebruiken.

Nederland

Van 1812 tot en met de jaren zestig van de twintigste eeuw kende Nederland ook enige productie van lambiek en faro, van spontane gisting. In eerste instantie was deze gebaseerd op de bieren uit Brussel en omgeving. De laatste Nederlandse lambiekproducent was bierbrouwerij De Halve Maan in Hulst.

Witlof

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Witlof, witloof, grondwitloof of Brussels lof, (Cichorium intybus var. foliosum) is een bladgewas, een bladgroente, dat/die in het donker wordt geteeld. In het licht wordt de krop door chlorofylvorming namelijk groen. De afgesneden (afgebroken) krop kan rauw of gekookt worden gegeten.

Witlof behoort tot de cichoreiachtigen, waar onder andere ook roodlof en andijvie, Cichorium endivia var. latifolium, toe behoren.

Bereiding

Vroeger had witlof een enigszins bittere smaak. Sommige mensen, vooral kinderen, hielden daar niet van. Tegenwoordig zijn er witlofrassen, die niet of bijna niet bitter zijn. Rauwe witlof heeft geen uitgesproken bittere smaak. Witlof wordt vaak gekookt gegeten. Door witlof te koken met behalve water wat melk wordt de bittere smaak verzacht. De groente kan ook rauw in een salade met stukjes appel, ander fruit of met rauwkostgroentes worden gegeten. Rauw gegeten is de smaak fris en lichtjes bitter. Het is daardoor een populair ingrediënt in zomerse gemengde salades.

Witlof wordt in de oven bereid met bijvoorbeeld ham en kaas. Ook kan het in soep worden verwerkt. Andere bereidingsmethoden zijn roerbakken of stoven en opdienen met een hollandaisesaus als "witlof à la crème".

Teelt

Witlof is tweejarig. In het eerste jaar worden de wortelen geteeld door in mei te zaaien, waarna in de herfst de wortelen worden geoogst. Daarna moeten de wortelen weer nieuw blad gaan vormen, de witlof. Dit proces wordt de trek genoemd. Vroeger was witlof een wintergroente en gebeurde de trek met dekgrond, waarbij bovenop de wortels een tot 20 cm dikke laag grond werd gebracht. Bij een dunnere laag grond moet de trekruimte lichtdicht zijn, omdat anders de witlof aan de bovenkant groen wordt. Er werd toen onderscheid gemaakt in een koude en een warme trek. Bij de warme trek werd de bodem onder de wortels verwarmd door onder de wortels kippengaas te leggen en hierdoor elektriciteit te laten lopen. Ook werd wel gebruikgemaakt van verwarmingsbuizen met warm water.

Tegenwoordig wordt witlof bijna het gehele jaar door getrokken. De wortelen geoogst in september worden direct opgezet. De wortelen geoogst in oktober of november worden gekoeld bewaard. Voor de zeer late trek worden de wortelen in ijs bewaard. Vervolgens worden de wortelen in een donkere ruimte geplaatst. Eerst gebeurde dat nog boven op de grond met dekkleden eroverheen. Tegenwoordig vindt de trek op stromend water plaats. In 3 tot 4 weken groeit de witlofkrop uit. Door de schaalvergroting van de teelt ontstaat specialisatie. De teelt van de wortels verschuift meer en meer naar akkerbouwbedrijven, die een contract hebben met een witloftrekker. De witloftrekkers zorgen voor het bewaren van de witlofwortels in koelcellen en hebben zeer grote trekcellen. De wortels worden soms over verre afstanden vervoerd, bijvoorbeeld van Noord-Frankrijk naar Friesland.

Ziekten

Tijdens de wortelteelt kunnen de planten aangetast worden door sclerotiënrot Sclerotinia sclerotiorum, zwart penrot Phoma exigua, phytophthora Phythophthora erythroseptica en Phythophthora cryptogea, en op stikstofrijke gronden door bladvuur Pseudomonas marginalis.

Geschiedenis

Met de komst van de Arabieren in het Spanje van de middeleeuwen werden in Andalusie nieuwe groente soorten geintroduceerd. Een van deze groenten was witlof (1).

De volkse overlevering wil dat witlof toevallig werd ontdekt omstreeks 1830 tijdens de Belgische Revolutie met Nederland vlakbij Brussel toen de boer Jan Lammers in Schaarbeek de cichoreiwortels in zijn kelder onder een laagje zand verstopte. Na enkele weken, door de milde winter, stelde hij vast dat de bittere wortels waren uitgelopen en dat de blaadjes zoet en mals smaakten. Hij kwam op het idee de witte blaadjes te verkopen als rauwe wintergroente, als wit loof, omdat er weinig andere groenten ter beschikking zouden zijn geweest. Nederland was afgesloten en er was weinig vervoer.[2] Deskundigen doen dit verhaal af als een mythe.

Frans Breziers, cultuuroverste van de Plantentuin in Brussel, stond aan het begin van de ontwikkeling van witlof, toen hij in 1850-1851 witte kropvorming op de wortelen ontwikkelde.[3] Hij ondervond dat duisternis, warmte en vochtigheid onontbeerlijk waren voor witlof. De witte bladeren ontstaan doordat het licht de plant niet kan bereiken. Zonder daglicht produceert de plant geen chlorofyl, de groene kleurstof. Het 'wit loof' werd voor het eerst in 1867 op de Brusselse markt verkocht en in de Parijse Hallen in 1883. De kroppen werden mettertijd groter en vaster door verbetering van de teelttechniek en door veredeling.

Mede door het succes van de groente gingen steeds meer landbouwers rond Brussel en Leuven over tot witlofteelt. In de eerste helft van vorige eeuw zorgde dat 'witte goud' zelfs voor een grote agrarische rijkdom. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtten Brabantse boeren naar Noord-Frankrijk. Zij hebben de teelt daar ingevoerd. In Nederland wordt witlof maar vrij recent op grote schaal geteeld, vooral sinds 1970, met de doorbraak van de witloftrek op stromend water. Deze teelt op water levert volgens veel Belgen niet de authentieke smaak op die grondwitloof tot de "echte" zou maken. Op dit ogenblik is Noord-Frankrijk veruit de grootste producent, gevolgd door België en Nederland. De teelt komt in andere landen weinig voor. De groente wordt naar vrijwel alle werelddelen geëxporteerd.

Consumptie

In België wordt jaarlijks gemiddeld 7 kg per persoon gegeten. Witlof is er de op één na meest gegeten groente. In Nederland eet men gemiddeld 3,2 kg per jaar en komt witlof op de derde plaats. Ook in Frankrijk behoort witlof tot de favorieten. Daar verorbert men per jaar gemiddeld 3,5 kg per persoon en komt de groente op de vierde plaats.

De witlofconsumptie loopt terug, in de periode 2008-2013 daalden de productie en de consumptie in de drie grootste witloflanden: Frankrijk, Nederland en België.

Naam

In België is "witloof" het gebruikelijkst, in Nederland "witlof". De Fransen noemen het meestal endives, of ook chicorées witloof, om de groente te onderscheiden van andijvie, die in het Frans ook endive heet. Franstalige Belgen spreken van chicon, een woord dat in Frankrijk onbekend is, behalve in het uiterste noordoosten van het land. De Nederlanders spreken bij de teelt van "witlof trekken", sommige Vlamingen zeggen naar Frans voorbeeld "witloof forceren".

Witloof wordt in sommige boeken ook Barbe de capucin genoemd.

Voedingswaarde

De voedingswaarde van 100 gram verse witlof is:

Energetische waarde 71 kJ

Koolhydraten 3 gram

Eiwit 1 gram

Vet 0,1 gram

Vitamine C 5 mg

Vitamine B1 0,04 mg

Vitamine B2 0,03 mg

Calcium 20 mg

IJzer 0,5 mg