Naar Villawijk Huidige Bergkwartier, De Eerste Grote 20E-Eeuwse Stadsuitleg Van Amersfoort

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Naar Villawijk Huidige Bergkwartier, De Eerste Grote 20E-Eeuwse Stadsuitleg Van Amersfoort erwin borggreve 19 In 1898 werd de N.V. Maatschappij Amersfoort opgericht. Hiermee werd de basis gelegd voor het naar villawijk huidige Bergkwartier, de eerste grote 20e-eeuwse stadsuitleg van Amersfoort. De ontwikkeling van deze De ontwikkeling van het villawijk verliep echter heel anders dan de Maatschappij destijds had kunnen voorzien. Amersfoortse Bergkwartier Onder welgestelde stedelingen ontstond tegen lige stadsmuren, maar naarmate de bevolking het einde van de negentiende eeuw een toene- groeide en de verstedelijking doorzette, nam ook door de N.V. Maatschappij mende behoefte om buiten de stad te gaan het aantal woningen buiten de stad toe. Aanvan- wonen. Het verlangen naar dit zogenaamde ‘bui- kelijk lagen deze woningen tamelijk verspreid in tenwonen’ werd ingegeven door de grote veran- de omgeving en was de bouw hiervan voorname- deringen die de oude binnensteden op dat lijk het gevolg van particuliere initiatieven.2 Een Amersfoort moment ondergingen. Door de opkomende indu- partij die op het gebied van particulier initiatief in strialisatie trokken mensen van het platteland deze een belangrijke rol zou gaan spelen, was de naar de stad op zoek naar werk. Dit leidde tot in 1898 opgerichte N.V. ‘Amersfoort’, Maatschappij woningnood en overbevolking, ook ontstonden tot exploitatie van onroerende goederen te Amers- er problemen op het gebied van hygiëne, met foort (verder aangeduid als Maatschappij). Deze ziektes en epidemieën tot gevolg. De verstedelij- Maatschappij verwierf in die tijd ruim 65 ha grond king resulteerde daardoor tegelijkertijd in een op de Amersfoortse Berg ten zuiden van de stad. tegenbeweging. Vermogende burgers trokken Er werd een tuinarchitect ingeschakeld om voor waar zij konden de stad uit, op zoek naar meer het gebied een parkstructuur te ontwerpen, ruimte, rust en vooral frisse lucht. Deze kwalitei- waarbinnen de beoogde villawijk vorm moest ten vonden zij in nieuw aangelegde villawijken, in krijgen. een groene omgeving direct buiten de stads- Tegenwoordig zouden bij de ontwikkeling van grens.1 De realisatie van deze villawijken lag een dergelijk uitbreidingsplan door de lokale doorgaans in handen van particuliere ontwikke- overheid in een vroeg stadium randvoorwaarden laars of bouwmaatschappijen, zo ook in Amers- worden gesteld. Aan het einde van de 19e eeuw foort. was van een stedenbouwkundige visie in die zin Tot 1860 had de stad Amersfoort zich slechts niet of nauwelijks sprake. Uit verschillende bron- in beperkte mate uitgebreid buiten de voorma- nen wordt dan ook duidelijk dat zowel de 1 Brusse, Paul. Amersfoort 1850-1930. Economische bedrij- 2 Cramer, Max. ‘Amersfoortse tuinarchitectuur rond de 2 vigheid en sociale verhoudingen. Amersfoort 1993. 12-36. eeuwwisseling’. Amersfoortse Opstellen, (1989) 128. van bosgebied naar villawijk 20 gemeente als de bevolking destijds moest wen- voet van de berg, de zogenaamde Nederberg, in nen aan de opkomst van dit soort bouwmaat- deze periode al een aantal huizen waren verrezen. schappijen. Maar ook de ontwikkelaars zelf wisten Met name de huidige Stadsring, Snouckaertlaan, vooraf niet wat hen te wachten stond. Korte Bergstraat en het begin van de Utrechtse- In dit artikel behandel ik de totstandkoming weg kenmerkten zich vanaf ongeveer 1880-1890 van het Bergkwartier en de mate waarin de Maat- al door een redelijk aaneengesloten bebouwing schappij Amersfoort hiervoor verantwoordelijk is met voornamelijk huizen voor welgestelde bewo- geweest. Hoe ging de Maatschappij bijvoorbeeld ners.5 Aansluitend op deze bebouwing werd door te werk bij de aan- en verkoop van gronden? Wie de Maatschappij, op hun terreinen bergopwaarts, was er verantwoordelijk voor het ontwerp van de een villapark gepland. villawijk en volgens welke opvattingen kwam dit Het gebied dat zij hiervoor ter beschikking ontwerp tot stand? Zijn de plannen daadwerkelijk hadden wordt duidelijk in het ontwerp dat tuinar- uitgevoerd zoals zij bedoeld waren, en hoe dach- chitect H.F. Hartogh Heys van Zouteveen in 1898 ten de ontwerpers daarover? Daarna zal worden in opdracht van de maatschappij maakte. Op gesproken over de daadwerkelijke exploitatie van deze tekening werden ook de huizen aangegeven de villawijk, welke wegen er als eerste werden die in de voorafgaande jaren al door particulieren aangelegd, welke uiteindelijk zelfs helemaal niet, waren gebouwd, deze werden in de nieuwe park- en hoe het vervolgens ging met de verkoop van structuur opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn de bouwkavels. Tot slot komt ook de onvermijde- de villa’s Meerwegen, De Viersprong, Het Zon- lijke verkoop van het villapark aan de gemeente neke en Lisiduna. Het plangebied voor de nieuw aan bod. te ontwikkelen villawijk werd in het noorden begrensd door de spoorlijn en het toen nog te De Amersfoortse Berg bouwen station, verder richting het oosten door In 1876 besloot de gemeente Amersfoort 162 ha de Berkenweg en de Infanteriekazerne aan de grond op de Berg publiek te verkopen, om met de Appelweg. In het zuiden langs de Vondellaan en opbrengst wegen in de oude binnenstad te kun- de Utrechtseweg. De westgrens van het perceel nen vernieuwen.3 Ruim twintig jaar later kwam lag bij het Berghotel ter hoogte van de huidige een deel van deze gronden in het bezit van de Oranjelaan, en volgde via de Prins Frederiklaan Maatschappij. De berg was ook in die periode al een voormalige perceelgrens ongeveer ter hoog- een geliefde omgeving voor natuurliefhebbers. te van het Johan van Oldenbarnevelt Gymna- Dit blijkt eens te meer uit de in 1899 verschenen sium.6 Het nieuwe ontwerp dat ongeveer een jaar Geïllustreerde wandelgids voor Amersfoort en later door de tuinarchitecten Smits en Schulz Ontwerptekening voor een villapark op de Amersfoort- bovenin rechts, langs deze weg zijn al enkele villa’s omstreken. De auteur hiervan benadrukte het werd gemaakt volgde dezelfde begrenzing. Het is se Berg door H.F. Hartogh Heys van Zouteveen, 1898. gebouwd. Opvallend zijn de twee relatief grote open belang van een wandeling op de Berg met de interessant om aan de hand van deze nieuwe Ter oriëntatie, de onderzijde van de tekening is richting percelen in het midden van de tekening, hier zouden al het noorden, herkenbaar aan het spoorwegstation. in 1902 de Prinses Marielaan en de Prins Hendriklaan woorden: ‘want wie Amersfoort bezoekt en niet ontwerptekening te kunnen constateren, dat er in Geheel links is de Juliana van Stolbergkazerne aan de worden aangelegd. den Amersfoortschen berg beklimt, is naar Rome de periode tussen de twee ontwerpen al weer Leusderweg gedeeltelijk zichtbaar. De Utrechtseweg Tekening afkomstig uit de collectie van de Wageningen geweest en heeft den Paus niet gezien.’4 Het zal nieuwe woningen in het gebied waren gebouwd. doorkruist het plangebied vanaf de linkerzijde tot Universiteit, Speciale Collecties. dan ook geen toeval zijn dat in het gebied aan de Vooral aan de westzijde en zuidzijde grensde het grondgebied van de Maatschappij groten- zijden was echter al wel ontwikkeld. Zo werd aan 3 Amersfoort als woonplaats. Amersfoort, Reclamecommis- Amersfoort, 1899, 55. 5 Brusse, Amersfoort 1850-1930, 38. sie der Gemeente Amersfoort, 1911, 52. 4 G. J. Slothouwer. 6 Cramer, Amersfoortse tuinarchitectuur, 133. deels aan onbebouwde percelen. Een belangrijk de noordzijde van het projectgebied in die peri- Geïllustreerde wandelgids voor Amersfoort en omstreken. deel van de aangrenzende gronden aan de andere ode het nieuwe spoorwegstation gebouwd. Door Ontwerptekening Smits & Schulz voor een villa- park op de Amersfoortse Berg, 1900. Het noorden bevindt zich onder in de linkerhoek, herkenbaar aan het spoorwegstation. De Utrechtseweg door- kruist het plangebied vanaf de linkerzijde bovenin naar de rechter- zijde iets boven het midden. De infanterie- kazerne is niet ingetekend maar moet in de linker- bovenhoek gedacht worden. Vergelijking met het eerdere ontwerp van Hartogh Heys (op blz. 21) laat zien dat er inmiddels al een aantal villa’s bij zijn gekomen. Museum Flehite. van bosgebied naar villawijk 24 erwin borggreve 25 dit nieuwe station en de goede spoorverbindin- Oprichting en doelstelling van de gen werd Amersfoort een aantrekkelijke woon- Maatschappij ‘Amersfoort’ stad voor vermogende stedelingen. Net als bij- De N.V. ‘Amersfoort’, Maatschappij tot exploitatie voorbeeld Baarn en Hilversum, waar in de nabij- van onroerende goederen te Amersfoort, werd in heid van het spoor ruim opgezette wijken waren 1898 opgericht door de Amersfoortse makelaar verrezen. De populariteit van het zogenaamde P.H. van Haselen en de heren J.J. Luden uit ‘buitenwonen’ was dan ook vooral te danken aan Amsterdam en C.G. van der Meulen uit Haarlem. de opkomst van het openbaar vervoer. De nabij- De Maatschappij, die officieel in Amsterdam heid van het nieuwe station was daarmee bepa- gevestigd was, opereerde als grondexploitant in lend voor de locatiekeuze van de Maatschappij. Amersfoort. Daarvoor werden in 1898 van diverse Behalve de spoorwegen had ook het garni- eigenaren, waaronder J.J. Luden zelf, stukken zoenskarakter van Amersfoort invloed op de grond op de Amersfoortse Berg aangekocht voor behoefte aan nieuwe woningen. Amersfoort was een totaalbedrag van ongeveer tachtigduizend al vanaf het midden van de 19e eeuw een belang- gulden.9 Door deze transacties verwierf de Maat- rijke garnizoensstad. Na 1840 had een groot aan- schappij een aaneengesloten terrein van ruim 65 tal legereenheden hier een vaste verblijfplaats ha bosgrond. Deze was bedoeld om in losse gekregen. Een van de eerste gebouwen voor mili- bouwkavels aan welgestelde particulieren
Recommended publications
  • The Dutch in the Early Modern World David Onnekink , Gijs Rommelse Frontmatter More Information
    Cambridge University Press 978-1-107-12581-0 — The Dutch in the Early Modern World David Onnekink , Gijs Rommelse Frontmatter More Information The Dutch in the Early Modern World Emerging at the turn of the seventeenth century, the Dutch Republic rose to become a powerhouse of economic growth, artistic creativity, military innovation, religious tolerance and intellectual development. This is the first textbook to present this period of early modern Dutch history in a global context. It makes an active use of illustrations, objects, personal stories and anecdotes to present a lively overview of Dutch global history that is solidly grounded in sources and literature. Focusing on themes that resonate with contemporary concerns, such as overseas exploration, war, slavery, migration, identity and racism, this volume charts the multiple ways in which the Dutch were connected with the outside world. It serves as an engaging and accessible intro- duction to Dutch history, as well as a case study in early modern global expansion. david onnekink is Assistant Professor in Early Modern International Relations at Utrecht University. He has previously held a position at Leiden University, and was a visiting professor at the College of William and Mary, Williamsburg, VA, and the University of California, Los Angeles. He has been a fellow at the Institute for Advanced Studies in Humanities at Edinburgh (2004), Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam (2016–2017) and the Netherlands Institute for Advanced Study (2016). He is the author of Reinterpreting the Dutch Forty Years War (2016), and edited volumes on War and Religion after Westphalia, 1648–1713 (2009) and Ideology and Foreign Policy in Early Modern Europe (1650–1750) (2011), also with Gijs Rommelse.
    [Show full text]
  • Drie Afgedankte Geveltekens Aan De Neude
    Drie afgedankte geveltekens aan de Neude. Maria de Bruijn, 2019 Op woensdag 19 september 1979 neemt burgemeester H.J.L Vonhoff een monumentaal cadeau voor de stad Utrecht in ontvangst van de directie van het toen nieuwe ABN gebouw aan de Neude. Het betreft drie koperen reliëfs van de hand van Pieter d’Hont en Arie Teeuwisse met als onderwerp De Unie van Utrecht, die vierhonderd jaar geleden, in 1579 tot stand kwam. Op het middenpaneel, gemaakt door Arie Teeuwisse zijn afgebeeld: Jan de Oude van Nassau, de stadhouder van Gelre, te paard, Floris Thin, pensionaris en landsadvocaat van Utrecht met het ontwerp voor de Unie in de hand en achter hem Paulus Buys, pensionaris en landsadvocaat van Holland. Zij staan binnen de muren van de stad, waarop het wapen van Utrecht en van Jan van Nassau zijn aangebracht met links en rechts de jaartallen 1579 en 1979. De beide zijpanelen zijn gemaakt door Pieter d’Hont en verbeelden een venster naar het verleden: een schrijvende man met ganzenveer, en een venster naar de toekomst: een man die in de verte staart. De drie koperen reliëfs worden na de officiële in ontvangstneming aan de gevel van het ABN gebouw geplaatst. Helaas zijn deze drie zo belangwekkende gevelstenen van de gevel verwijderd toen in 2016 in het bankgebouw een stayokay werd gevestigd. Op de vraag van het bestuur van het Utrechts Gevelteken Fonds of het mogelijk zou zijn de reliëfs terug te plaatsen, kreeg het te horen dat zij niet passen bij de uitstraling van het stayokay hostel. De reliëfs zijn momenteel opgeslagen in de kelder; één is er gebroken.
    [Show full text]
  • Raadpensionaris Van Hoornbeek 3
    Nummer Toegang: 3.01.20 Inventaris van het archief van Isaak van Hoornbeek, 1720-1727 Versie: 29-05-2019 J.A.S.M. Suijkerbuijk Nationaal Archief, Den Haag 1977 This finding aid is written in Dutch. 3.01.20 Raadpensionaris Van Hoornbeek 3 INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief......................................................................................7 Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................8 Openbaarheidsbeperkingen.......................................................................................................8 Beperkingen aan het gebruik......................................................................................................8 Materiële beperkingen................................................................................................................8 Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 8 Citeerinstructie............................................................................................................................ 8 Archiefvorming...........................................................................................................................9 Geschiedenis van de archiefvormer............................................................................................9 A. Leven en loopbaan.............................................................................................................9
    [Show full text]
  • Gecommitteerden Naar Utrecht 3
    Nummer Toegang: 3.01.10 Inventaris van het archief van Gecommitteerden naar de Graaf van Nieuwenaar en Meurs, de Staten van Utrecht en de Stad Utrecht Versie: 29-05-2019 H.J.Ph.G. Kaajan Nationaal Archief, Den Haag 1981 This finding aid is written in Dutch. 3.01.10 Gecommitteerden naar Utrecht 3 INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief......................................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen.......................................................................................................6 Beperkingen aan het gebruik......................................................................................................6 Materiële beperkingen................................................................................................................6 Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 6 Citeerinstructie............................................................................................................................ 6 Archiefvorming...........................................................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer............................................................................................7 Voorgeschiedenis..................................................................................................................
    [Show full text]
  • Heerloese Knechten’: Unemployed Soldiers As a Security Threat in the Sixteenth-Century Netherlands
    Early Modern Low Countries 4 (2020) 1, pp. 58-81 - eISSN: 2543-1587 58 ‘Heerloese knechten’: Unemployed Soldiers as a Security Threat in the Sixteenth-Century Netherlands Erik Swart Erik Swart completed his PhD at the University of Amsterdam in 2006. He subsequently lectured at that university and at Utrecht University. In 2007-2008 he was a Postdoctoral Fellow at Antwerp University. He is currently a postdoctoral researcher at the Justus- Liebig-University in Giessen within the dfg Collaborative Research Centre/Transregio 138 ‘Dynamics of Security. Types of Securitization from a Historical Perspective’. His main interest is in the history of the sixteenth- and seventeenth-century Netherlands from a comparative and international perspective. Among his recent publications is ‘Defeat, honour and the news. The case of Breda (1625) and the Dutch Republic’, European History Quarterly 46 (2016) 6-26. Abstract The sixteenth century saw increasing problems with disbanded, unemployed soldiers (‘heerloese knechten’) in Europe. In the Holy Roman Empire they had by the middle of the century come to be regarded as the primary threat to the Eternal Public Peace (Landfrieden). This article looks at why and how unemployed soldiers became a security threat in the sixteenth-century Netherlands. It does so by analysing the developing dis- course on this topic and the measures taken to combat the threat in comparison with the Empire. In practice both the Netherlands and the Empire developed a collective secu- rity regime, which depended on cooperation to maintain the peace against threats like unemployed soldiers. There is, however, no contradiction here with rulers extending their grip on their territories.
    [Show full text]
  • The Fall of the Dutch Republic
    KMWlMWHUWi kmUf^ l~^/S Hi Ml MEMBmmmmB CORNELL UNIVERSITY LIBR4P,X,. .. FROM The Estate of G.L.Burr Cornell University Library \1 The original of this bool< is in the Cornell University Library. There are no known copyright restrictions in the United States on the use of the text. http://www.archive.org/details/cu31 92402851 3475 Cornell University Library DJ 202.V26 Fall of the Dutch republic 3 1924 028 513 475 THE FALL OF THE DUTCH REPUBLIC WILLIAM V After a mezzotint by Hodges THE FALL OF THE DUTCH REPUBLIC BT HENDRIK WILLEM VAN LOON WITH ILLUSTKATIONS BOSTON AND NEW YORK HOUGHTON MIFFLIN COMPANY ^f)t Stiber^ibe pwi^ <Cam6c)b0e 1913 COPYRIGHT, 1913, BY HENDRIK WILLED! VAN LOON ALL RIGHTS RESERVED Published March IQ23 TO THE MEMORY OP MY MOTHER "The best History is hut like the art of Rembrandt; it casts a vivid light on certain selected causes, on those which were best and greatest; it leaves all the rest in shadow and unseen." BusKEN HuET, in Eel Land van Rembrandt. " TO THE READER The following conversation is not uncommon: The well-intentioned Patron of Arts and Letters asks the Author what he is doing. "Writing a History." f* "That is good. Very good. A History of what. "The Fall of the Dutch Republic." "Splendid! That is what Motley has done, too, and we need some new light on the subject. Look at it from a modern, up-to-date point of view — show us how the People . Hold on, now. I am wrong. You said, 'The Fall of the Dutch Repub- lic'.'' Motley wrote the Rise.
    [Show full text]
  • The Low German Foot Soldiers of the Low Countries in the Second Half of the Sixteenth Century
    IRSH 51 (2006), pp. 75–92 DOI: 10.1017/S0020859005002336 # 2006 Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis From ‘‘Landsknecht’’ to ‘‘Soldier’’: The Low German Foot Soldiers of the Low Countries in the Second Half of the Sixteenth Century Erik Swart Summary: In the decades after 1550 the soldiery of the Netherlands witnessed the disappearance of the Landsknecht, who had the right to participate in decision- making and shape his daily life. He gradually became a mere ‘‘soldier’’, subject to stricter discipline and control. This development accelerated after 1572 because William of Orange needed to maintain the support of the inhabitants of the Netherlands for the Revolt. Better discipline and control over his soldiers were imperative in this. Meanwhile, a progressive process of proletarianization left them largely unable to resist: they simply had nowhere else to go. The sixteenth century was a period of great social change in Europe. One agent of this change was population growth, which led to migration, urbanization, growing pressure on land use, a rise in prices, and a crisis in the exploitation of labour and the level of wages.1 Those suffering from the resulting impoverishment and misery could find employment in war, which was endemic in large parts of sixteenth-century Europe. There were in fact less than ten years of complete peace.2 The near-incessant warfare required large numbers of soldiers, particularly to serve in the increasingly important and numerous infantry. But enlisting seldom provided an escape, since the process of impoverishment in society at large, which also entailed a loss of status and economic power, seems to have been echoed in the armies.
    [Show full text]
  • Holland 2013-1 Binnenwerk.Indb 1 30-05-13 08:28 S
    # 01 45ste jaargang 2013 HOLLAND HOLLAND historisch tijdschrith historisch historisch tijdschrift Bestuur in Holland Holland 20131_omslag DEF.indd 1 30-05-13 09:22 Holland, Historisch Tijdschrift Inhoud Holland, Historisch Tijdschrift is een driemaandelijkse uitgave van de Stichting Historisch Tijdschrift Holland en wordt kosteloos verspreid onder de donateurs in Nederland. De uitgaven komen tot stand mede dankzij finan- ciële steun van het Erfgoedhuis Zuid-Holland. Redactie – L. Almagor, M. Anema (eindredactie), C. van Bochove, C. Gaemers, M. Kamphuis, P. van de Laar (chef redactie), M. van Leeuwen, D. van der Maas, S. Muurling, A. Nobel, A. Petterson, G. Rommelse, M. v. Rossum, A. van der Zee, K. Zweerink. Kopij – Kopij voor Holland, Historisch Tijdschrift moet conform de richtlijnen van de redactie voor stijl, notenap- paraat en dergelijke in tweevoud worden ingediend bij de redactiesecretaris van Holland, dhr. G. Rommelse, [email protected]. De richtlijnen van de redactie zijn verkrijgbaar bij de redactiesecreta- ris, of kunnen worden geraadpleegd op de website: www. vereniging holland.nl. Publicaties ter bespreking of aankondiging in Holland gaarne zenden aan de boekenredacteur: A. Petterson, Universiteit Leiden – Instituut Geschiedenis, Doelensteeg 16, 2311 vl Leiden. Stichting Historisch Tijdschrift Holland – Stichting Historisch Tijdschrift Holland stelt zich ten doel de beoefe- ning van de geschiedenis van Noord- en Zuid-Holland en de kennis van en belangstelling voor de geschiedenis van Holland onder een breed publiek te bevorderen. 2 14 Secretariaat en donateursadministratie – Stichting Historisch Tijdschrift Holland, Postbus 2260, 1200 cg Hil- versum, e-mail: [email protected], telefoon: 035-6859856 (Uitgeverij Verloren). Minimale donatie: € 35,– per kalenderjaar, na ontvangst van een donatienota te storten op bankrekening 137 59.03.46.075 (abn-amro Bank) t.n.v.
    [Show full text]
  • Introduction
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43440 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dral, W.J. Title: Tussen macht en onmacht. Een politieke biografie van Anthonie van der Heim 1693-1746 Issue Date: 2016-10-05 Inleiding Op 16 juli 1746 overleed Anthonie van der Heim, op 52-jarige leeftijd, na een ambtsperiode van 20 jaar op het allerhoogste niveau in de Nederlandse Republiek. Geboren in een Delfts regentenge- slacht van Duitse herkomst was hij achtereenvolgens secretaris van de Generaliteitsrekenkamer, thesaurier-generaal van de Unie en raadpensionaris van Holland geweest. Hij bekleedde deze amb- ten in een tijd vol internationale spanning en oorlog – van de Spaanse naar de Oostenrijkse Succes- sieoorlog –, van grote financiële problemen voor de Republiek en van scherpe tegenstellingen rond een verheffing van de prins van Oranje, de latere Willem IV. De dood overviel hem, ziek maar in het harnas. Na zijn overlijden werd Van der Heim door zijn opvolger Jacob Gilles als volgt omschreven: Hij ‘was de spil, om soo te spreken waarop het alles drayde, en die sig in ’s lands dienst gesacrificeert en afge- slooft heeft’.1 Gilles was niet de enige, die waarderende woorden aan hem wijdde. De Amsterdam- mer Willem Buys, de vervanger van Van der Heim tijdens diens ziekteverlof,was bevreesd ‘dat wij gedurende zijn absentie niet veel goeds zullen kunnen uijtregten’.2 De raadpensionaris was nog niet eens vertrokken naar zijn kuuroord, toen Buys deze woorden aan het papier toevertrouwde. Abra- ham Trembley tenslotte, de gouverneur van de kinderen van Willem Bentinck, schreef op 26 juli 1746 aan de gravin van Portland, Bentincks moeder, ‘… The vacancy occasion’d by the Pensionary’s death occasions more confusion than it is possible to imagine or to describe’ …3 Drie citaten niet voor de Bühne geschreven, maar in brieven.
    [Show full text]
  • Download Inventaris Als
    Nummer Toegang: 3.20.09 Inventaris van het archief van de familie Cousebant ca. 1400-1800 Versie: 15-11-2019 H. Douma Nationaal Archief, Den Haag 1965 This finding aid is written in Dutch. 3.20.09 Cousebant 3 INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief.....................................................................................13 Aanwijzingen voor de gebruiker...............................................................................................15 Openbaarheidsbeperkingen......................................................................................................15 Beperkingen aan het gebruik....................................................................................................15 Materiële beperkingen.............................................................................................................. 15 Aanvraaginstructie.....................................................................................................................15 Citeerinstructie.......................................................................................................................... 15 Archiefvorming.........................................................................................................................16 Geschiedenis van de archiefvormer..........................................................................................16 Geschiedenis van het archiefbeheer.........................................................................................16 De verwerving van het archief..............................................................................................18
    [Show full text]
  • Landsadvocaat Buys 3
    Nummer Toegang: 3.01.13 Inventaris van het archief van mr. Paulus Buys, 1572- 1587 Versie: 29-05-2019 H.J.Ph.G. Kaajan Nationaal Archief, Den Haag 1976 This finding aid is written in Dutch. 3.01.13 Landsadvocaat Buys 3 INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief......................................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen.......................................................................................................6 Beperkingen aan het gebruik......................................................................................................6 Materiële beperkingen................................................................................................................6 Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 6 Citeerinstructie............................................................................................................................ 6 Archiefvorming...........................................................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer............................................................................................7 Geschiedenis van het archiefbeheer.........................................................................................26 De verwerving
    [Show full text]
  • The Political Consequences of the Military Inundations During the Dutch Revolt
    Louisiana State University LSU Digital Commons LSU Doctoral Dissertations Graduate School 2016 Wrestling with Neptune: The olitP ical Consequences of the Military Inundations during the Dutch Revolt Robert Tiegs Louisiana State University and Agricultural and Mechanical College Follow this and additional works at: https://digitalcommons.lsu.edu/gradschool_dissertations Part of the History Commons Recommended Citation Tiegs, Robert, "Wrestling with Neptune: The oP litical Consequences of the Military Inundations during the Dutch Revolt" (2016). LSU Doctoral Dissertations. 3931. https://digitalcommons.lsu.edu/gradschool_dissertations/3931 This Dissertation is brought to you for free and open access by the Graduate School at LSU Digital Commons. It has been accepted for inclusion in LSU Doctoral Dissertations by an authorized graduate school editor of LSU Digital Commons. For more information, please [email protected]. WRESTLING WITH NEPTUNE: THE POLITICAL CONSEQUENCES OF THE MILITARY INUNDATIONS DURING THE DUTCH REVOLT A Dissertation Submitted to the Graduate Faculty of the Louisiana State University and Agricultural and Mechanical College in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy in The Department of History by Robert John Tiegs B.A., University of South Dakota, 2005 M.A., University of North Dakota, 2009 May 2016 To Jenn and the twins. ii ACKNOWLEDGEMENTS Every dissertation and work of research is a journey. Although less dangerous than recovering stolen gold or destroying a magic ring, the task is similarly daunting. Just like Frodo, I could not have completed my quest without the help and support of a strong fellowship of advisors, family, and friends. At different times in my journey all of them have provided me with the aid and encouragement which I required.
    [Show full text]