Nummer Toegang: 3.01.10

Inventaris van het archief van Gecommitteerden naar de Graaf van Nieuwenaar en Meurs, de Staten van en de Stad Utrecht

Versie: 29-05-2019

H.J.Ph.G. Kaajan

Nationaal Archief, Den Haag 1981

This finding aid is written in Dutch. 3.01.10 Gecommitteerden naar Utrecht 3

INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief...... 5 Aanwijzingen voor de gebruiker...... 6 Openbaarheidsbeperkingen...... 6 Beperkingen aan het gebruik...... 6 Materiële beperkingen...... 6 Aanvraaginstructie...... 6 Citeerinstructie...... 6 Archiefvorming...... 7 Geschiedenis van de archiefvormer...... 7 Voorgeschiedenis...... 7 De afrekening...... 8 De gecommitteerden...... 8 Geschiedenis van het archiefbeheer...... 9 Inhoud en structuur van het archief...... 10 Verantwoording van de bewerking...... 10 Verwant materiaal...... 11 Beschikbaarheid van kopieën...... 11 Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...... 13 3.01.10 Gecommitteerden naar Utrecht 5

Beschrijving van het archief BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF

Naam archiefblok: Gecommitteerden naar de Graaf van Nieuwenaar en Meurs, de Staten en de Stad Utrecht

Archiefbloknummer: 3534

Omvang: 11 inventarisnummer(s); 0,10 meter

Taal van het archiefmateriaal: Het merendeel der stukken is in het Nederlands.

Soort archiefmateriaal: Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefbewaarplaats: Nationaal Archief, Den Haag

Archiefvormers: Gecommitteerden van Holland en West-Friesland naar de graaf van Nieuwenaar en Meurs, de Staten van Utrecht en de stad Utrecht

Samenvatting van de inhoud van het archief: Het archief van de gecommitteerden van Holland en West-Friesland naar de graaf van Nieuwenaar en Meurs (toen stadhouder van Utrecht), de Staten van Utrecht en de stad Utrecht bevat twaalf originele stukken uit het jaar 1588 (instructies, missiven, ordonnanties, memories en een rapport). Ze gaan alle over de moeizame verhouding tussen de Staten van Utrecht, die onder de graaf van Leicester de eigen soevereiniteit trachtten te garanderen, en de Staten van Holland en West- Friesland onder leiding van . Centraal staat de zending van een commissie die een einde moest maken aan de Engelse invloeden in de Utrechtse bestuurscolleges, wat lukte als gevolg van het feit dat de graaf van Nieuwenaar en Meurs de zijde van Van Oldenbarnevelt koos. 6 Gecommitteerden naar Utrecht 3.01.10

Aanwijzingen voor de gebruiker

Aanwijzingen voor de gebruiker Openbaarheidsbeperkingen

OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar.

Beperkingen aan het gebruik

BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.

Materiële beperkingen

MATERIËLE BEPERKINGEN Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.

Aanvraaginstructie

AANVRAAGINSTRUCTIE Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen: 1. Creëer een account of log in . 2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk. 3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.

Citeerinstructie

CITEERINSTRUCTIE Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.

VOLLEDIG: Nationaal Archief, Den Haag, Gecommitteerden naar de Graaf van Nieuwenaar en Meurs, de Staten en de Stad Utrecht, nummer toegang 3.01.10, inventarisnummer ...

VERKORT: NL-HaNA, Gecommitteerden naar Utrecht, 3.01.10, inv.nr. ... 3.01.10 Gecommitteerden naar Utrecht 7

Archiefvorming

Archiefvorming Geschiedenis van de archiefvormer

GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER Voorgeschiedenis

VOORGESCHIEDENIS In 1584 1 werd tevergeefs een poging gedaan om de Nadere Unie van Holland en Zeeland van 25 april 1576 uit te breiden met Utrecht 2 . Deze Unie zou dan naast de bestaande Unie van Utrecht van 23 januari 1579 van kracht hebben moeten zijn. Deze gewesten vormden namelijk vanaf 1534 een bestuurlijke eenheid. Door de Unie van Utrecht werden zij in 1577 verplicht tot nadere samenwerking en kregen zij één stadhouder. Het mislukken hiervan was hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat de Staten van Utrecht, die zich al in de middeleeuwen afzetten tegen Holland, onder Leicester definitief hun soevereiniteit trachtten te garanderen. Alle belangrijke bestuursorganen, zoals de Raad van State en de Staten-Generaal plachten tijdens zijn gouvernement in zijn residentie, de stad Utrecht, te vergaderen. Dit tot groot misnoegen van de Staten van Holland en West-Friesland, die hierin terecht een poging van Leicester zagen om hun gezag te ondermijnen.

In 1586 trad deze tegenstelling weer eens duidelijk aan het licht. Leicester wilde in juni 1586 een Kamer van Financiën instellen, waardoor hij financieel minder afhankelijk zou worden van de Staten-Generaal. Dit in verband met het toezicht op de naleving van het verscherpte plakkaat van 4 april 1586, waarbij de handel op de vijand geheel werd verboden. Ontduiking zou dan tegen betaling kunnen worden afgekocht, zoals was voorgesteld door Jacques Reingout en Steven Perret, de convooimeester van . Hiermee haalde Reingout zich de woede op de hals van Johan van Oldenbarnevelt, die opkwam voor de handelsbelangen van Holland 3 . Toen , lid van de Raad van State en regelmatig afgevaardigde ter Staten-Generaal, geen zitting wilde nemen in de Kamer van Financiën, leidde dit op 19 juni tot zijn arrestatie door Leicester. Hierbij dient bedacht te worden, dat Buys voordien landsadvocaat van Holland was, wat hem bij Leicester niet tot aanbeveling zal hebben gestrekt 4 . Laatstgenoemde was er alles aan gelegen, dat de stad Utrecht zijn zelfstandige positie binnen de Staten van Utrecht kon continueren. Om dit te vergemakkelijken werden begin juli 1586 een groot aantal Utrechtse aristocraten, zoals Floris Thin, de landsadvocaat van Utrecht, en Johan van Drunen, oud-burgemeester van Utrecht, in wiens huis Buys werd gearresteerd, uit het Sticht verbannen 5. In de vacature van de tweede burgemeester werd op 1 oktober 1586 Gerard Prouninck, genaamd Van Deventer, benoemd6. Hij was evenals Reingout en Perret afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden. Nadat Johan van Oldenbarnevelt tevergeefs gepoogd had deze aanstelling ongedaan te maken, slaagde hij er wel in dat Prouninck in november 1586 de toegang tot de vergadering der Staten-Generaal werd geweigerd. Dit moet in direct verband gebracht worden met de ongunstige vorderingen in het proces van de Staten van Holland en West-Friesland tegen Reingout. Hiertoe was besloten, nadat men bij de arrestatie van zijn vriend Perret brieven van Reingout en zijn vriendin Barbara Boot had aangetroffen, die vol beledigingen stonden aan het adres van de Staten van Holland, de Raad van State en prins Maurits. Reingout bleek zelfs brieven op te stellen voor Leicester. In september 1586 arresteerden de gecommitteerden Willem van Zuylen van Nijevelt en Franchois Vranck, Reingout in het kamp van Leicester onder Doesburg. Deze gaf hem echter als lijfwacht zijn eigen provoost mee,

1 Rijksarchief in Zuid-Holland, Archief van de Staten van Holland en West-Friesland na 1572, inv.nr. 2582. 2 Voor nadere gegevens omtrent de Nadere Unie zie: H.J.Ph.G. Kaajan, De Unie van Delft van 25 april 1576 in: catalogus van de tentoonstelling De stad Delft, cultuur en maatschappij 1572-1667, pp. 7-14. 3 J. den Tex, Oldenbarnevelt, 1960, dl. I, pp. 277-282, verder aangehaald als Den Tex dl. I. 4 W. van Everdingen, Het leven van mr. Paulus Buys, advocaat van den lande van Holland, 1895, pp. 146-148. Algemeen Rijksarchief, Archief Raad van State, inv.nr. 5. 5 Den Tex , dl. I, p. 305 en inv.nr. 6. 6 H. van Wijn, Bijvoegsels en aanmerkingen van Mr. H. van Wijn en anderen op Wagenaars Vaderlandsche Historie, Amsterdam 1791, p. 93. 7) Rijks Geschiedkundige Publicatiën, 's-Gravenhage 1921, grote serie nr. 47, Inleiding IX-X en pp. 236-243 en Den Tex, dl. I, pp. 306-309. 8 Gecommitteerden naar Utrecht 3.01.10 waardoor Oldenbarnevelt niet kon beschikken over zijn gevangene7. Deze gecommitteerden hadden trouwens ook diens persoonlijk archief meegenomen om daaruit zoveel mogelijk belastend materiaal aan te dragen8. In 1587 verbeterde de betrekkingen met Engeland niet bepaald toen bij de terugkeer van Leicester bleek, dat Engeland aanstuurde op een vrede met Spanje. Ook Holland moest het nog ontgelden, toen Leicester in de maand oktober in overleg met Sonoy, de door hem tegen de zin van de Staten van Holland aangestelde gouverneur van het Noorderkwartier, zijn gezag aldaar probeerde te garanderen. Ook zijn poging om Willem van Zuylen van Nijevelt, drost van Muiden, te overmeesteren mislukte. Mede hierdoor zag koningin Elizabet zich genoodzaakt om op 17 december Leicester uit zijn ambt van gouverneur-generaal der Nederlanden te ontslaan9.

De afrekening

DE AFREKENING Het komende jaar, dat Fruin terecht het begin van een nieuw tijdvak heeft genoemd, bracht vele staatsrechterlijke veranderingen met zich mee 10 . In mei 1588 werd een nieuwe instructie voor de Raad van State uitgevaardigd, waarbij zij als belangrijkste vernieuwing de bevoegdheid kreeg om de Staten-Generaal bijeen te mogen roepen. Het was het begin van een competentiestrijd die het laatste college zou winnen. De Staten van Utrecht wilden hier echter aanvankelijk geen zitting in nemen. Als compromis besloot zij afgevaardigden te sturen zonder geloofsbrieven. Dit was voor Oldenbarnevelt een goede aanleiding om met de aanhangers van Prouninck, een restant van de Leicesterse factie, af te rekenen. Hij liet de afgevaardigden de toegang tot de vergadering van de Raad van State weigeren 11 . Prouninck begreep, dat zijn zaak verloren was, daar Adolf, graaf van Nieuwenaar en Meurs, de stadhouder van Utrecht, de zijde van Oldenbarnevelt in deze koos. Hij riep daarom Engeland te hulp, maar dit zou hem niet baten. In de stad Utrecht was het gewoonte dat begin oktober een gedeelte van de magistraat aftrad en werd vervangen. Prouninck begreep, dat hij weinig kans maakte, tenzij hij genoeg aanhangers om zich wist te verenigen. Kort voor de wetswijziging moet er een oproer binnen Utrecht zijn geweest, waarvan het moeilijk is uit te maken of de stadhouder zelf of Prouninck de initiatiefnemer is geweest 12 . Arrestaties bleven niet uit. Persoonlijke vrienden en familieleden van Oldenbarnevelt werden aan de macht geholpen 13 .

De gecommitteerden

DE GECOMMITTEERDEN Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk, dat de Staten van Holland en West-Friesland op 14 oktober 1588 besloten om een commissie naar de stad Utrecht te zenden om Adolf, graaf van Nieuwenaar en Meurs, te assisteren bij het herstellen van de oude orde, c.q. het definitief uitvlakken van Engelse invloeden in de bestuurscolleges. Naast Willem van Zuylen van Nijevelt en Franchois Vranck, die ook deel uitmaakten van de commissie voor de arrestatie van Reingout, namen Reinier Cant en Adriaan van Weresteijn deel. Zij kregen vergaande bevoegdheden. Er moest veel besproken worden. De invloed van Utrecht, , Wijk bij Duurstede en Rhenen binnen

7 Rijks Geschiedkundige Publicatiën, 's-Gravenhage 1921, grote serie nr. 47, Inleiding IX-X en pp. 236-243 en Den Tex dl. I, pp. 296-299, 306-309. 8 Rijksarchief in Zuid-Holland, Archief van de Staten van Holland en West-Friesland na 1572, inv.nrs. 2614 en 2615. Deze archivalia geven een goed inzicht in het ambtelijk en persoonlijk leven van Reingout, zoals mij bij de inventarisatie van het archief van de landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt bleek. Zie verder uitgebreid hierover: H.J.Ph.G. Kaajan, Tussen winstbejag en staatsgezag: nieuw licht op de ambtelijke loopbaan van de Brabander Jacques Reingoud (1563-1586), in: Bijdragen tot de Geschiedenis (bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant), 65 (1982), pp. 135-166. Idem, Reingout, Jacques (1530-1595), in: Biografisch Woordenboek van Nederland (red. J. Charité), dl. 3 (Den Haag 1989). 9 P.C. Molhuysen en P.J. Blok, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, Leiden 1918, dl. IV, kolommen 891- 901. 10 R. Fruin, Tien jaren uit de Tachtigjarige oorlog, Amsterdam 1861. 11 Den Tex, Haarlem 1962, dl. II, pp. 2-3 en Gedrukte Resoluties van van de Staten van Holland en West-Friesland, 22 september 1588. 12 P. Bor, Oorsprongk, begin en vervolgh der Nederlandsche Oorlogen etc, Amsterdam 1861, dl. III, boek XXV, pp. 343-345. 13 Den Tex, dl. II, p. 3. 3.01.10 Gecommitteerden naar Utrecht 9 de Staten van Utrecht moest teruggedrongen worden. De Raad van State moest erkend worden door de Staten van Utrecht. Er diende een gerechtelijk verhoor plaats te vinden van de door Adolf, graaf van Nieuwenaar en Meurs, vlak voor de magistraatswijziging gearresteerde personen van de Leicesterse factie 14 . Met name Prouninck moest ondervraagd worden over zijn betrekkingen met Hollandse personen en steden 15 .

Tijdens hun verblijf te Utrecht werden de gecommitteerden uitvoerig op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen op het gebied van de oorlog. Het was in deze tijd, dat in verband met de gunstige ontwikkelingen bij het beleg van Bergen op Zoom op het eiland Tholen veel Spaanse troepenverplaatsingen plaatsvonden. Bovendien werd duidelijk, dat binnen korte tijd op de Veluwe een Spaans offensief kon worden verwacht. In verband hiermee kwamen Gerard Voet en Karel van Gelder zelfs naar de stad Utrecht om samen met de Staten van Utrecht voorbereidingen te treffen. Op 17 november 1588 bracht deze commissie verslag uit in de vergadering van de Staten van Holland en West-Friesland 16 .

Geschiedenis van het archiefbeheer

GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER Deze collectie bestond uit een gedeelte van het familiearchief van Johan van Oldenbarnevelt en het archief van de gecommitteerden naar de graaf van Nieuwenaar en Meurs, de Staten van Utrecht en de stad Utrecht 17 ). Deze archivalia zijn door vererving van de familie Raedt van Oldenbarnevelt in het bezit van de familie Tissot van Patot gekomen.

In september 1963 werd door het Algemeen Rijksarchief voor f 800,- de collectie Tissot van Patot aangekocht 18 .

De rechtstitel is (nog) onbekend

14 Zie voor de lijsten van de magistraatswijziging P. Bor, dl. III, boek XXV, p. 346. 15 Zie inv.nrs. 3, 8 en 10. 16 Zie inv.nr. 10 en Gedrukte Resoluties Staten van Holland en West-Friesland, 17 november 1588. 17 Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven van 1963, 's-Gravenhage 1963, p. 41. 18 Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, Archief van het Archief, Correspondentie van 1963, B. 228. 10 Gecommitteerden naar Utrecht 3.01.10

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud en structuur van het archief Verantwoording van de bewerking

VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING Daar het hier om een in omvang klein archief ging, is er geen verdere onderverdeling aangebracht. Er is gekozen voor een chronologische beschrijving van de stukken. Het betreft hier originelen en concepten. Als bijzonderheid valt op te merken, dat de stukken doorlopend zijn genummerd van 98r-114v. Hieruit valt op te maken, dat dit commissie-archief destijds meer archiefbescheiden bevatte die thans als verloren moeten worden beschouwd. 3.01.10 Gecommitteerden naar Utrecht 11

Verwant materiaal

Verwant materiaal Beschikbaarheid van kopieën

BESCHIKBAARHEID VAN KOPIEËN Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar 3.01.10 Gecommitteerden naar Utrecht 13

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen BESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN

1 Commissie van de Staten van Holland en West-Friesland voor Willem van Zuylen van Nijevelt, Reinier Cant, Franchois Vranck en Adriaan van Weresteijn van 14 oktober 1588 voor onderhandelingen met Adolf, graaf van Nieuwenaar en Meurs en de Staten van Utrecht, waarbij zij hulp aanbieden om de orde binnen de stad Utrecht te herstellen, origineel. 1588 1 stuk

2 Instructie van de Staten van Holland en West-Friesland voor de gecommitteerden naar Utrecht voor de onderhandelingen met Adolf, graaf van Nieuwenaar en Meurs, van 14 oktober 1588, inzake een afvaardiging van de Staten van Utrecht in de Raad van State, het onderwerpen van de jurisdictie van Utrecht aan die van de Hoge Raad van Holland en Zeeland, de toezegging in de betaling van de achterstallige betalingen van de Staten-Generaal aan Adolf, graaf van Nieuwenaar en Meurs en het afschaffen van de door de stad Utrecht geïnde impost op de voor Holland bestemde goederen, origineel. 1588 1 stuk

3 Missive van Johan van Oldenbarnevelt aan de gecommitteerden naar Utrecht van 18 oktober 1588, betreffende het voornemen van Dirk Sonoy om naar Engeland te reizen, het instellen van een onderzoek naar de contacten, die Gerard Prouninck met Hollandse personen en steden heeft gehad, het gerucht over de komst van de Engelse generaal John Norris en mededelingen, inzake de krijgsontwikkelingen op het eiland Tholen, origineel. 1588 1 stuk RGP. 121: p. 534-535.

4 Missive van de Staten van Holland en West-Friesland aan de gecommitteerden naar Utrecht van 20 oktober 1588, waarbij zij verzoeken om de troepen, die in Utrecht gemist kunnen worden, snel naar het eiland Tholen te Sturen, origineel. 1588 1 stuk

5 Missive van de Staten van Holland en West-Friesland aan de gecommitteerden naar Utrecht van 23 oktober 1588, waarbij zij in de personen van Wolfert van Brederode en Rutger Wessel van den Boetzelaar militaire assistentie aan Utrecht toezeggen om een aanval van Maarten Schenk op het kasteel te Wijk bij Duurstede, af te slaan, origineel. 1588 1 stuk

6 Ordonnantie van Adolf, graaf van Nieuwenaar en Meurs van 18 oktober 1588, waarbij hij de resoluties van Robert Dudley, graaf van Leicester van 21 en 23 juli en van 7 augustus 1586, inzake de verbanning van Nicolaas van Zuylen van Drakenburg, Floris Heermale, Johan van Drunen, Aalbert Foeck en Floris Thin; met een eedsformule voor het aanvaarden van Adolf, graaf van Nieuwenaar en Meurs, concept. 1588 1 stuk

7 Memorie van Adolf, graaf van Nieuwenaar en Meurs voor de Staten-Generaal van 21 oktober 1588, inzake de met de gecommitteerden naar Utrecht gevoerde onderhandelingen, betreffende het overleg met de Raad van State, inzake het 14 Gecommitteerden naar Utrecht 3.01.10

verlenen van een commissie aan de graaf van Oversteijn, een repartitie van de betalingen aan hopman Adolf Meijerinck, het verleggen van het garnizoen van Christoffel Wolff, het verstrekken van een beloning aan Adolf, graaf van Nieuwenaar en Meurs en het toestaan om enkele persoonlijke vrienden in dienst te mogen blijven houden, origineel. 1588 1 stuk

8 "Articulen van interrogatoriën", lijst van vragen te stellen aan Gerard Prouninck in het onderzoek naar zijn Spaansgezindheid, waarbij hij zich onder andere heeft verzet tegen een akkoord van Holland met Utrecht en het aannemen van een nieuwe stadhouder door de stad Utrecht, terwijl hij ook een opruiend geschrift heeft uitgevaardigd en hij correspondeerde met Spaansgezinde militairen en steden, concept. 1588 1 stuk In twee verschillende versies.

9 Missive van de Gecommitteerde Raden van Holland en West-Friesland van 30 oktober 1588, inzake een missive van Johan van Oldenbarnevelt, betreffende de krijgsverrichtingen bij Bergen op Zoom, de noodzaak om de gevangenen te ondervragen over het beraamde aanvalsplan van de Spanjaarden tegen de Veluwe en het verplaatsen van het garnizoen van Gerrit de Jonge naar Arnhem, alsmede inzake een missive van Philips, graaf van Nassau, betreffende de aanslag van Diederik Vijg, heer van Zoelen, amptman van de Neder-Betuwe op Holland en een missive van Willem Lodewijk, graaf van Nassau, stadhouder van Friesland, betreffende het gevangen nemen van Joos van Kleef, origineel. 1588 1 stuk

10 Rapport van Willem van Zuylen van Nijevelt, Franchois Vranck en Adriaan van Weresteijn, gecommitteerden naar Utrecht voor de Staten van Holland en West- Friesland van 17 november 1588, inzake het reorganiseren van de Staten van Utrecht en van de -Gelderse defensieonderhandelingen, de besprekingen met het stadsbestuur van Utrecht, het afschaffen van de impost op voor Holland bestemde goederen, het verleggen van garnizoen binnen het Sticht, het onderzoek naar de gevangenen Reinier van Aeswijn, heer van Brakel, Charles van Trillo en Gerard Prouninck en een geschil tussen enkele Utrechtse dorpen met Oudewater, concept. 1588 1 stuk

11 Lijst van de belangrijkste voorvallen in de periode van 14 oktober - 9 november 1588; concept. 1 stuk