PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Vooys. Jaargang 34 bron Vooys. Jaargang 34. Stichting Tijdschrift Vooys, Utrecht 2016 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_voo013201601_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 3 [Nummer 1/2] Redactioneel Lokaal, nationaal, globaal, transnationaal, planetair. Deze termen vliegen u in deze steeds sterker geglobaliseerde wereld ongetwijfeld vaak om de oren. Maar wat betekenen ze nu eigenlijk voor de literatuur? Welke inzichten kan een transnationale benadering opleveren in ons onderzoeksveld? Dat zijn vragen die de redactie van Vooys ook bezighouden, en die wij graag beantwoord wilden zien in ons themanummer ‘Transnationalisme en Wereldliteratuur’. We hebben daarom een groot scala kenners ingevlogen. Allereerst komt literatuurwetenschapper Birgit Mara Kaiser aan het woord, die in haar introductie schrijft over belangen, uitdagingen en benaderingen van de vergelijkende literatuurwetenschap in de 21e eeuw. Zij stelt de vraag hoe we teksten uit uiteenlopende culturele, talige en historische contexten kunnen vergelijken - is dit niet onmogelijk? Als uitdagend antwoord noemt Kaiser het door Gayatri Chakravorty Spivak geponeerde planetair denken. De bevestiging van lezen als ‘wereld-maken’ vormt volgens haar de cruciale voorwaarde voor de literatuurwetenschap van deze tijd. Hierna leest u een bijzonder gesprek tussen hoogleraar wereldliteratuur Elleke Boehmer en promovendus cultureel erfgoed Wim Manuhutu. An Prudon tekende het gesprek op voor Vooys, en geheel in stijl van dit themanummer deed zij dat in het Engels. Hoogleraar Raphaël Ingelbien beschouwt in zijn artikel de grote literatoren die Ierland heeft voortgebracht. Juist door de vaak problematische relatie met hun vaderland konden zij belangrijk zijn bij de vorming van een internationaal georiënteerde literatuur. Ook bevraagt hij de rol van de Engelse taal en de omgang met het hedendaagse culturele erfgoed van Ierland hierin. Hoogleraar Michiel van Kempen werpt in zijn artikel licht op de nog altijd zeer beperkte bekendheid van Caraïbische auteurs in Nederland. Toch werd de P.C. Hooftprijs enige tijd geleden toegekend aan de Surinaamse schrijfster Astrid Roemer. Naar aanleiding hiervan schrijft Van Kempen over Caraïbische (met name vrouwelijke) auteurs, de reacties rondom de toekenning van deze prijs, en zijn visie hierop. Hierna neemt literatuurwetenschapper Madeleine Kasten u mee naar de wereld van adaptaties in haar artikel over Mark Osbornes verfilming van Antoine de Saint-Exupéry's Le Petit Prince. In de verfilming verschilt de vertelinstantie van die in het boek, en Kasten bespreekt de implicaties van deze keuze. Vervolgens komt student van de onderzoeksmaster Nederlandse letterkunde Roel Smeets aan het woord. Door Pascale Casanova's concept ‘world literary space’ en Laurens Hams these over autonomie en autoriteit van de moderne schrijver tegen elkaar af te zetten wordt duidelijk welke rol Parijs speelt in het oeuvre van drie naoorlogse Nederlandse auteurs: Remco Campert, Cees Nooteboom Vooys. Jaargang 34 4 en Willem Frederik Hermans. Ook literatuurwetenschapper Jeanette den Toonder en student Annique Garnier bespreken in hun artikel drie auteurs: de van oorsprong Iraanse Chahdortt Djavann, de Sloveense Brina Svit en de Roemeense Maria Maïlat. Deze migrantenschrijfsters verkeren in een entre-deux, een positie tussen twee culturen in, waarbij taal een belangrijk ijkpunt is. Den Toonder en Garnier betogen dat de beweging van transnationaliteit naar transculturaliteit meer ruimte kan betekenen voor de diversiteit van taal en een loskoppeling van het concept van de natie inhoudt. We grijpen terug naar adaptaties met het artikel van student van de onderzoeksmaster Nederlandse letterkunde Kim Smeenk. Met de wereldlijke verspreiding van literatuur en cultuur wordt het interessant om te kijken hoe vanuit verschillende culturele perspectieven met deze cultuurobjecten wordt omgegaan. In Smeenks artikel staan de recente King Lear-adaptaties van David Tse, Dennis Kelly en Tom Lanoye centraal. Smeenk onderzoekt hoe de adaptaties in inhoud en vorm op de veranderende culturele en economische verhoudingen in de wereld reflecteren. Je zou kunnen zeggen dat vertalingen een andere vorm van adaptatie zijn, want met de verplaatsing naar een andere cultuur kunnen ook inhoudelijke verschillen ontstaan. Een groep studenten van de cursus ‘Nederland-Duitsland: het jaar van de Duitse boekenweek en de Nederlandse Buchmesse’ reflecteert op vertalingen en de verspreiding van literaire teksten. In een overdenking, geschreven onder leiding van hoogleraar Paul Sars en student Maaike Pleging zetten de studenten hun gedachten op papier over de mogelijke verspreiding van Nederlandse auteurs in Duitsland. Onderdeel van hun project is om over een praktische uitwerking van hun ideeën na te denken, die u daarom in het artikel kunt terugvinden. De stijlbreuk wordt verzorgd door Hugo de Haas van Dorsser en Julia Kaiser. Onder de naam Wordbites spelen zij met woord en beeld. Redacteur An Prudon interviewde hoogleraar Jahan Ramazani. Zij sprak onder andere met hem over de institutionele implicaties van zijn boek A Transnational Poetics, en vroeg hem naar de emancipatoire en politieke beweegredenen achter zijn visie. En dit is nog maar een kleine inkijk in wat wij als redactie een uitdagend gesprek vinden, vol kritische reflectie van zowel Ramazani als Prudon. Voor de Verstand van Zaken beziet universitair docent Frank de Glas vervolgens de kansen van Nederlandse auteurs op de buitenlandse boekenmarkt en onderzoekt hij het beleid van uitgeverijen om over de grens hun producten te slijten. Hij signaleert drie trends die het de Nederlandse auteur nog wel eens moeilijk zouden kunnen maken: de komst van de kunst als digitaal beschikbaar product, het gegeven dat Nederlandse en Vlaamse jongeren steeds meer en vroeger in het Engels lezen, en de invloed van cultural migrants die de vraag nog meer op de voorgrond doen treden wat literatuur dan Nederlands of Vlaams maakt. De Glas vraagt zich af of de boekenuitgeverij binnenkort écht internationaal zal worden. In de In de Kast bespreekt universitair docent Martine Veldhuizen een vijftiende-eeuws traktaat van Albertanus van Brescia. In Die konste om te leren spreken ende swighen alst tijt is legt Van Brescia de vroege lezer uit dat en hoe we onze woorden moeten wegen. Veldhuizen betoogt dat deze tekst ook voor een hedendaagse lezer nut heeft. Is spreken inderdaad zilver, en zwijgen goud? In de columnreeks van deze jaargang Vooys. Jaargang 34 5 reflecteren auteurs op hedendaagse vertelcultuur. Dit keer illustreert dichter Obe Alkema op creatieve wijze hoe performativiteit, orale cultuur en digitale media kunnen samenkomen aan de hand van een aantal provocerende poëtische projecten. Daar kunt u zich van alles bij voorstellen - van glitchende YouTubefilmpjes tot kunstzinnige porno. Voor de Nieuwe Buitelingen keren we terug naar ons thema. Redacteur Anne Verhoef doet verslag van haar bezoek aan het Steinzium van de Wereldliteratuur: een ruimte vol literaire schatten in de Gorinchemse boekhandel De Mandarijn van Ro van Doesburg. De termen migrantenauteurs, en migrantenliteratuur worden wel eens als problematisch aangemerkt. Universitair docent Liesbeth Minnaard recenseert de studie Contemporary Migration Literature in German and English, waarin onder andere deze kwestie aan bod komt. Promovenda Sabine Waasdorp sluit het nummer af met een recensie van het onlangs gedigitaliseerde tijdschrift Armada, tijdschrift voor wereldliteratuur. Lees mee met deze reis om de wereld in zo'n 150 bladzijden! Vooys. Jaargang 34 8 Birgit Mara Kaiser Vergelijkende literatuurwetenschap in de 21e eeuw Belangen, uitdagingen, nieuwe benaderingen Vertaald door Jeske van der Velden De manier waarop wij gewend zijn literatuur te bestuderen - binnen de afbakeningen van nationale en linguistische grenzen - komt steeds meer onder druk te staan. We richten ons als lezers en academici steeds vaker op werken die zich buiten de vertrouwde bubbel van de Europese en Noord-Amerikaanse literatuur begeven. Dit roept allerlei vragen op voor de vergelijkende literatuurwetenschap. Hoe moet de letterkundige van morgen zich verhouden tot al die verschillende te bestuderen talen en literaturen? In haar theoretische inleiding op dit themanummer wijst dr. Birgit Mara Kaiser (Universiteit Utrecht) ons via onder andere transnationale poëtica en ‘planet-thought’ in de richting van een antwoord. Wie een taal spreekt neemt een wereld, een cultuur op zich. (Frantz Fanon, Black Skin, White Masks) De planetaire omvang van literaire productie en receptie wordt steeds beter zichtbaar binnen de vergelijkende literatuurwetenschap, en literaturen die zich buiten een Europese context bevinden vormen een steeds voornamer onderwerp van studie. Voor een wetenschap die ontstond na de Tweede Wereldoorlog en zich voornamelijk richtte op een beperkt aantal Europese literaire tradities en talen levert dit allerlei uitdagingen op. Want hoe vergelijken we teksten uit uiteenlopende culturele, talige en historische contexten, die bovendien putten uit een verscheidenheid aan mythologische, esthetische, poëticale of genre-gerelateerde registers - teksten die letterlijk zo ver bij elkaar vandaan liggen? Is dit niet onmogelijk binnen het tot nu toe gangbare vergelijkingskader, dat al sinds het einde van de achttiende eeuw bepaald wordt door een vrijwel exclusief Europese traditie en het idee van verwantschap tussen naburige tradities? Vanuit dit gangbare
Recommended publications
  • Olifanten in Suriname
    IVN-Krant | Nr. 3 | mei 2007 |12e jaargang | www.ivnnl.com IVN-krant Nieuwsbrief Internationale Vereniging voor Neerlandistiek Inhoud 2 Olifanten in Suriname, Jaap Grave 8 Overpeinzingen uit Leuven (07), Joop van der Horst 9 Taalvaardigheid op ’t web (8) Johanna Roodzant en Arthur Verbiest 11 Nieuws van het certificaat Nederlands als vreemde taal 12 Tentoonstellingenagenda 14 Congressen, colloquia, symposia 15 Van de IVN 15 Van de voorzitter 15 Naamswijziging Neerlandica extra muros 16 Concept-missietekst 16 Berichten van buiten de muren 18 Berichten van binnen de muren 20 Bericht uit Woubrugge en Leiden 21 Colofon IVN-Krant | Nr. 3 | mei 2007 |12e jaargang | www.ivnnl.com Ga naar www.ivnnl.com voor actuele vacatures in Brno, Munster, Oldenburg en Poznan. Olifanten in Suriname Jaap Grave (Berlijn) Als we de rotonde naderen vraag ik Aniel Gangadin, onze gids naar Fort Nieuw Amsterdam en de plantage Peperpot, of het klopt dat veel mensen meteen nadat die voor het verkeer werd vrijgegeven in hun auto zijn gestapt om voor het eerst van hun leven over een rotonde te rijden. ‘Ik ook’, geeft hij meteen toe, ‘ik heb dat ook gedaan.’ ‘Kunnen we dan misschien...’, begin ik, maar ik hoef mijn vraag niet af te maken. De buschauffeur heeft meegeluisterd en zet in voor een extra rondje. Breed grijnzend kijkt hij vervolgens om naar een bus vol studenten. Een luid applaus is zijn deel. We zijn in Suriname. beschikking. Nu de zotte inval moest worden uitgevoerd, bleken er tussen papier en praktijk werelden te liggen. Het echte werk begon. Ulrike Vogl gaf in Berlijn en Leipzig colleges over Suriname en Bert Paasman en Michiel van Kempen gaven gehoor aan de uitnodiging om gastcolleges te geven.
    [Show full text]
  • Final Program 13 9
    CELEBRATING THE GUYANAS 3G NETWORK Ecotones Conference The Pan-Guyanese Highway Cayenne Georgetown Paramaribo Amsterdam, 1-3 October 2015 Venue: Doelenzaal, University Library of Amsterdam, Singel 425, 1012 WP Amsterdam full program on https://www.coastal.edu/history/ecotones/ Program Thursday 1 October 2015 18.00-21.30 18.00-19.00 Welcome & Registration 19.00-19.15 Official welcome by the organizers, K. Andringa, K. Gyssels, M. van Kempen; Presentation of Ecotones by J. Misrahi-Barak) 19.15-20.00 Gert Oostindie (Leiden University / KITLV) – Keynote conference: The Guianas: South American or Caribbean? 20.00-21.30 Reception Friday 2 October 2015 9.15-17.00 9.15-10.45 Session 1 INTER-GUYANESE MIGRATION – chair: Gert Oostindie (Leiden University / KITLV) Simona Vezzoli (International Migration Institute) - Migration in the three Guianas Rosemarijn Hoefte (Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies, Leiden), Matthew L. Bishop (Institute for International Relations, Trinidad & Tobago) and Peter Clegg (University of the West of England, Bristol) - Hemispheric Reconfigurations and the Three Guianas Patricia Noxolo (University of Birmingham) - The 3 Guyanas: ‘Community as other than the Animism of Fate’ 10.45-11.00 Coffee break 11.00-12.30 Session 2 MAROON CULTURE – chair: Peter Clegg (University of the West of England, Bristol) Stéphanie Guyon (Université de Picardie Jules Verne) – Amerindian and Marron Associational Participation and Transborder Circulation in Lower Marowijne Cathérine Benoit (Connecticut College)
    [Show full text]
  • Surinaamse Schrijvers En Dichters
    Surinaamse schrijvers en dichters Michiel van Kempen bron Michiel van Kempen, Surinaamse schrijvers en dichters. De Arbeiderspers, Amsterdam 1989 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/kemp009suri02_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 7 Ter inleiding Of zij bestaat, de Surinaamse literatuur? Natuurlijk bestaat ze! Maar je moet haar wel weten te ontdekken en dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. Want die literatuur waarvan het 't meest voor de hand ligt om ze Surinaams te noemen - de literatuur die in Suriname wordt geproduceerd - is bij het grote publiek het minst bekend. Dit geldt voor Nederland en in iets minder sterke mate ook voor Suriname: schrijvers die in Suriname wonen zijn in Nederland praktisch totaal onbekend, terwijl de in Suriname meest gelezen romanschrijvers auteurs zijn die zich buiten Suriname ontplooiden: Albert Helman, Bea Vianen, Edgar Cairo, Astrid Roemer. Over de relatie tussen de literatuur in Suriname en die van de emigranten zeg ik een en ander in het eerste hoofdstuk van dit boek. Uitgangspunt voor het hele boek is voor mij geweest de situatie in Suriname. Ik hoop hiermee het vertekende beeld van wat de Surinaamse literatuur omvat, enigszins te corrigeren. Omdat die vertekening ook bepaald is door de gerichtheid op schriftelijk vastgelegde literatuur met veronachtzaming van de oude tradities van het orale vertellen, ben ik in hoofdstuk 2 stil blijven staan bij de vraag waar de Surinaamse literatuur haar aanvang neemt en in de hoofdstukken 3 tot en met 6 bij de mondeling overgeleverde literatuur van inheemsen, creolen, hindostanen en Javanen.
    [Show full text]
  • P. Hulme Making Sense of the Native Caribbean Critique of Recent Attempts to Make Sense of the History and Anthropology of the Native Caribbean
    P. Hulme Making sense of the native Caribbean Critique of recent attempts to make sense of the history and anthropology of the native Caribbean. These works are based on the writings of Columbus and his companions and assume that there were 2 tribes: the Arawaks and Caribs. Author argues however that much work is needed to untangle the complex imbrication of native Caribbean and European colonial history. In: New West Indian Guide/ Nieuwe West-Indische Gids 67 (1993), no: 3/4, Leiden, 189-220 This PDF-file was downloaded from http://www.kitlv-journals.nl PETER HULME MAKING SENSE OF THE NATIVE CARIBBEAN The quincentenary of the discovery by Caribbean islanders of a Genoese sailor in the service of Spain who thought he was off the coast of China has served to refocus attention on a part of the world whose native history has been little studied. Christopher Columbus eventually made some sense of the Caribbean, at least to his own satisfaction: one of his most lasting, if least recognized, achievements was to divide the native population of the Carib- bean into two quite separate peoples, a division that has marked percep- tions of the area now for five hundred years. This essay focuses on some recent attempts to make sense of the history and anthropology of the native Caribbean, and argues that much work is yet needed to untangle their com- plex imbrication with European colonial history.1 THE NOVEL An outline of the pre-Columbian history of the Caribbean occupies the first chapter of James Michener's block-busting 672-page historical novel, Caribbean, published in 1989, a useful source of popular conceptions about the native populations of the area.
    [Show full text]
  • De Geest Van Waraku
    De geest van Waraku Kritieken over Surinaamse literatuur Michiel van Kempen bron Michiel van Kempen, De geest van Waraku. Kritieken over Surinaamse literatuur. Uitgeverij Zuid, Haarlem/Brussel 1993 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/kemp009gees01_01/colofon.htm © 2008 dbnl / Michiel van Kempen 8 Inleiding Waarom Përëpërëwa eerst niet en later wel met Waraku in de hangmat wilde ‘Kom ik wil met je naar bed’, zei Përëpërëwa. ‘Meen je dat? Nou, mij best hoor,’ vond Waraku. [] Ze gaf Akarima de opdracht de zon weg te brengen. En dat gebeurde. Akarima duwde de zon - die tot dat ogenblik altijd stilgestaan had - van zijn plaats. Hij duwde, duwde, duwde... de zon kwam steeds lager te hangen... Precies zoals wij het nu dagelijks meemaken, ging de zon langzaam verdwijnen. Maar Përëpërëwa vond het helemaal niet leuk. ‘Wat gebeurt er nu met de zon?’ vroeg hij benauwd. ‘O, niks aan de hand hoor. Hij gaat gewoon onder.’ ‘Ja, maar, waar is dat goed voor? Waarom laat je de zon ondergaan?’ vroeg Përëpërëwa ongerust. ‘Waarom laat je hem helemaal weggaan?’ Kurun... weg was de zon! En nu was Përëpërëwa pas goed van streek. Hij barstte in tranen uit. ‘Ach man, doe niet zo kinderachtig, ga niet liggen janken. Kom op, je wilde toch met me naar bed? Nou dan, dat hoor je toch niet op klaarlichte dag te doen!’ ‘Nee, nu wil ik niet meer,’ zei Përëpërëwa en je begrijpt dat het toen de beurt van Waraku was om er de smoor in te hebben! Dit is een klein stukje uit de dertien pagina's lange vertelling van Tëmeta Wetaru1, en ik vind het een fascinerend stukje.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by Radboud Repository PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/134750 Please be advised that this information was generated on 2017-12-05 and may be subject to change. Systematisch onderzoek naar Nederlandse contactvariëteiten Nicoline van der Sijs TET 66 (2): 117–142 DOI: 10.1557/TET2014.2.SIJS Abstract Systematic research into contact varieties of Dutch The purpose of this article is to show that the compilation of a corpus of Dutch contact varieties, CoVaCo, will offer new and interesting possibilities for research. Paragraph 2 gives an overview of Dutch contact varieties and the texts available in these varieties, digitally or in printed form. This proves that building CoVaCo is feasible. Paragraph 3 presents a number of limited case studies to show the research potential of CoVaCo. Finally, in paragraph 4, I ask researchers for practical support in building CoVaCo. Keywords: Dutch ethnolect, contact variety, language contact, sociolinguistics, corpora 1 Inleiding1 Taalcontact wordt algemeen gezien als een van de drijvende krachten achter taalverandering (Thomason & Kaufman 1988; Hickey (red.) 2013). De laatste decennia is steeds meer bekend geworden over de algemene mechanismen die een rol spelen bij taalcontact. Van Coetsem (1988) heeft het theoretische onderscheid tussen ontlening en impositie geïntrodu- ceerd: bij ontlening is sprake van een actieve rol van de spreker van de ontvangende taal (recipient language agentivity), bij impositie is die actieve rol weggelegd voor de spreker van de donortaal (source language agent- ivity).
    [Show full text]
  • Roger Janssen
    ROGER JANSSEN In search of a path In search ROGER JANSSEN ROGER JANSSEN 1975 to 1991 policy of Suriname from An analysis of the foreign In search of a path An analysis of the foreign policy of Suriname from 1975 to 1991 In search The foreign policy of small states is an often neglected topic, which is particularly the case when it comes to Suriname. How did the young Republic deal with its dependency on the Netherlands for development aid after 1975? Was Paramaribo following a certain foreign policy strategy of a path or did it merely react towards internal and external events? What were the decision making processes in defi ning the foreign policy course and who was involved in these processes? And why was a proposal An analysis of the foreign policy discussed to hand back the right of an independent foreign and defence policy to a Dutch Commonwealth government in the early 1990s? of Suriname from 1975 to 1991 These questions are examined here in depth, in the fi rst comprehensive analysis wof Suriname’s foreign policy from 1975 to 1991. The book provides readers interested in Caribbean and Latin American affairs with a detailed account of Suriname’s external relations. Moreover, the young Republic may stand as a case study, as it confronted the diffi culties and challenges that small developing states often face. Roger Janssen (1967), born in the Dutch-German border region of Cleve, migrated to Australia in 1989. He received his education as a historian at the University of Western Australia where he obtained a Ph.D.
    [Show full text]
  • GERT OOSTINDIE Postcolonial Netherlands
    amsterdam university press GERT OOSTINDIE Postcolonial Netherlands Sixty-five years of forgetting, commemorating, silencing Postcolonial Netherlands GERT OOSTINDIE Postcolonial Netherlands Sixty-five years of forgetting, commemorating, silencing amsterdam university press The publication of this book is made possible by a grant from Netherlands Organisation for Scientific Research nwo( ). Original title: Postkoloniaal Nederland. Vijfenzestig jaar vergeten, herdenken, verdringen, Uitgeverij Bert Bakker, 2010 Translation: Annabel Howland Cover illustration: Netherlands East Indies Memorial, Amstelveen; photograph Eveline Kooijman Design: Suzan Beijer, Amersfoort isbn 978 90 8964 353 7 e-isbn 978 90 4851 402 1 nur 697 Creative Commons License CC BY NC (http://creativecommons.org/licenses/by-nc/3.0) G.J. Oostindie / Amsterdam University Press, Amsterdam 2011 Some rights reversed. Without limiting the rights under copyright reserved above, any part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise). Every effort has been made to obtain permission to use all copyrighted illustrations reproduced in this book. Nonetheless, whosoever believes to have rights to this material is advised to contact the publisher. TABLE OF CONTENTS Introduction 7 1 Decolonization, migration and the postcolonial bonus 23 From the Indies/Indonesia 26 From Suriname 33 From the Antilles 36 Migration and integration in the Netherlands
    [Show full text]
  • Anton De Kom's Wij Slaven Van Suriname
    This is a repository copy of ‘Someone willing to listen to me’ : Anton de Kom’s Wij Slaven van Suriname (1934) and the ‘We’ of Dutch post-colonial literature in African American literary context. White Rose Research Online URL for this paper: https://eprints.whiterose.ac.uk/156177/ Version: Accepted Version Article: Van Oostrum, D. orcid.org/0000-0002-3360-5992 (2020) ‘Someone willing to listen to me’ : Anton de Kom’s Wij Slaven van Suriname (1934) and the ‘We’ of Dutch post-colonial literature in African American literary context. Dutch Crossing. ISSN 0309-6564 https://doi.org/10.1080/03096564.2020.1717193 This is an Accepted Manuscript of an article published by Taylor & Francis in Dutch Crossing on 24th January 2020, available online: http://www.tandfonline.com/10.1080/03096564.2020.1717193 Reuse Items deposited in White Rose Research Online are protected by copyright, with all rights reserved unless indicated otherwise. They may be downloaded and/or printed for private study, or other acts as permitted by national copyright laws. The publisher or other rights holders may allow further reproduction and re-use of the full text version. This is indicated by the licence information on the White Rose Research Online record for the item. Takedown If you consider content in White Rose Research Online to be in breach of UK law, please notify us by emailing [email protected] including the URL of the record and the reason for the withdrawal request. [email protected] https://eprints.whiterose.ac.uk/ Duco van Oostrum University of Sheffield November 2019 “Someone willing to listen to me”: Anton de Kom’s Wij Slaven van Suriname (1934) and the “We” of Dutch Post-Colonial Literature in African American literary context On board the ship the Rensselaer in 1933 to visit his seriously ill mother and to give speeches on social injustice, Anton de Kom travels the Dutch Atlantic journey in between the family homes of Suriname and the Netherlands.
    [Show full text]
  • Bookshelf 2010 Our Greatest Frustration, As Longtime Book Review Editors, Is Silence
    New West Indian Guide Vol. 85, no. 1-2 (2011), pp. 85-98 URL: http://www.kitlv-journals.nl/index.php/nwig/index URN:NBN:NL:UI:10-1-101383 Copyright: content is licensed under a Creative Commons Attribution 3.0 License ISSN: 1382-2373 RICHARD PRICE & SAllY PRICE BOOKSHELF 2010 Our greatest frustration, as longtime book review editors, is silence – lack of any sort of reply when we ask a colleague to consider reviewing a book. Our favorite response, of course, is an acceptance (sometimes beautifully phrased, as in “It would be an honor once again to review a book in the NWIG”). Our next favorite is a polite demurral accompanied by a suggestion or two for who else to ask (including contact information). But silence, fol- lowed some weeks later when we repeat the request by further silence, really slows up the process of getting information about books to NWIG readers. Fortunately, once people agree to review a book, almost all do a terrific job and turn in their reviews more or less on time. (Each year, we receive letters asking for a several-week extension from a review’s due date – that’s some- thing we’re always happy to grant.) To all these cooperative, even enthusias- tic reviewers, we offer our heartfelt thanks. But there are always a few people who agree to write a review and then, despite multiple reminders, cannot seem to get the job done. Therefore, it is once again our solemn duty to induct this select group of scholars into the Caribbeanist Hall of Shame.
    [Show full text]
  • Shifting the Compass
    Shifting the Compass Shifting the Compass: Pluricontinental Connections in Dutch Colonial and Postcolonial Literature Edited by Jeroen Dewulf, Olf Praamstra and Michiel van Kempen Shifting the Compass: Pluricontinental Connections in Dutch Colonial and Postcolonial Literature, Edited by Jeroen Dewulf, Olf Praamstra and Michiel van Kempen This book first published 2013 Cambridge Scholars Publishing 12 Back Chapman Street, Newcastle upon Tyne, NE6 2XX, UK British Library Cataloguing in Publication Data A catalogue record for this book is available from the British Library Copyright © 2013 by Jeroen Dewulf, Olf Praamstra and Michiel van Kempen and contributors All rights for this book reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior permission of the copyright owner. ISBN (10): 1-4438-4228-1, ISBN (13): 978-1-4438-4228-0 TABLE OF CONTENTS Acknowledgments .................................................................................... viii Introduction ................................................................................................. 1 Jeroen Dewulf Chapter One............................................................................................... 20 Squeezed between Rice and Potato: Personal Reflections on a Dutch (Post)Colonial Youth Adriaan van Dis Chapter Two.............................................................................................. 38 Beneath
    [Show full text]
  • Integrale Tekst Jit Narain Lezing 2018
    Herinneren, verbeelden, begrenzen 150 jaar Hindostanen hier en daar Prof. dr. Michiel van Kempen Eerste Jit Narain Lezing Curatorium Jit Narain Lezing en Jit Narain Cultuurprijs NIEUWE KERK – DEN HAAG Vrijdag 31 augustus 2018 Inhoudsopgave Woord vooraf 7 Lezing prof. dr. Michiel van Kempen 9 Dankwoord en co-referaat Jit Narain 39 Biografieën 47 Colofon 58 5 6 Woord vooraf Bijna anderhalve eeuw aanwezigheid van Hindustanen in Suriname, en ruim een halve eeuw in Nederland, brengt ons op de vraag wat de cultuur en geschiedenis van deze kleine bevolkingsgroep in twee landen teweeg heeft gebracht. Wat is de bijdrage van Hindustanen op het terrein van taal, cultuur, politiek en geschiedenis van deze twee landen? En hoe ziet de toekomst uit van de Hindustanen in beide landen? Hoe komt het dat de zogenaamde Sarnámi cultuur onzichtbaar blijft voor andere grotere groepen in de samenleving? Betekent dit dat de Sarnámi cultuur niets voorstelt? Allemaal vragen die niet makkelijk te beantwoorden zijn, omdat het beeld dat met de vragen opgeroepen wordt wel degelijk genuanceerd ligt. Vandaar dat enkele exponenten van de Sarnámibeweging (die van 1977 tot 1984 in Nederland actief was) een uniek initiatief zijn gestart om de Sarnámi cultuur onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Dat willen zij doen met de organisatie van deze jaarlijkse Jit Narain Lezing. We hebben bewust deze lezing vernoemd naar de Sarnámi dichter Jit Narain, als eerbetoon aan deze voorvechter van de Sarnámi identiteit in zowel Nederland als in Suriname. Hij is ook iemand met een indrukwekkend literair oeuvre dat steeds probeert het verleden met het heden te verbinden.
    [Show full text]