1

Olympische Spelen 2B PAV

LEERPLANDOELEN

Check hieronder wat je allemaal moet kennen en kunnen na afloop van dit thema. Je kan de doelstellingen die je bereikt hebt, telkens afvinken. Op het einde van het thema krijg je een rapportje met de bereikte doelen mee. Zo weet je waar je nog extra aandacht moet aan besteden.

Leerplandoel Behaald? Opmerkingen

Domein : functionele taalvaardigheid

Kijk- en luistervaardigheid

3 de leerlingen kunnen op beschrijvend niveau de informatie achterhalen in voor hen bestemde tekstsoorten.

6 de leerlingen kunnen bij luisteren en

kijken een aantal strategieën inzetten.

Spreekvaardigheid

7 de leerlingen kunnen bij luisteren en

kijken een aantal strategieën inzetten.

8 de leerlingen kunnen op beschrijvend niveau het gepaste taalregister hanteren in verschillende gesprekssituaties. 9 de leerlingen kunnen op beoordelend niveau het gepaste taalregister hanteren in

verschillende gespreksituaties tussen leerlingen en gekende volwassenen. 11 de leerlingen ontwikkelen in het kader van de spreektaken een aantal vaardigheden en attitudes. 12 de leerlingen kunnen bij spreektaken

strategieën inzetten.

Leesvaardigheid

13 de leerlingen lezen bepaalde woorden

foutloos en zonder herhalingen. 14 de leerlingen kunnen eenvoudige studieteksten foutloos en zonder herhalingen hardop lezen en begrijpen.

2 Olympische Spelen 2B PAV

15 de leerlingen kunnen op beschrijvend niveau informatie achterhalen in voor hen bestemde tekstsoorten. 17 de leerlingen kunnen voor hen bestemde

teksten op beoordelend niveau lezen.

19 de leerlingen kunnen bij leestaken een

aantal strategieën inzetten.

Schrijfvaardigheid 20 de leerlingen hebben een goede schrijfhouding en een duidelijk en goed leesbaar handschrift. 21 de leerlingen kunnen op kopiërend niveau bepaalde woorden en teksten op- en overschrijven. 25 de leerlingen kunnen bij de ontwikkelingsdoelen voor schrijven een aantal strategieën inzetten. 26 de leerlingen breiden hun woordenschat

uit.

Domein : functionele rekenvaardigheid

Basisvaardigheden

33 de leerlingen kunnen met een zakrekenmachine optellen, aftrekken,

vermenigvuldigen delen en een percent nemen van een getal. 34 de leerlingen kunnen hoofdbewerkingen met natuurlijke getallen maken, met inbegrip van de nulmoeilijkheid.

35 de leerlingen kunnen hoofdbewerkingen met een decimaal getal en een natuurlijk getal maken.

36 de leerlingen kunnen een rekenkundig

gemiddelde berekenen.

Schaal/percent

42 de leerlingen kunnen met verhoudingen

en percenten in praktische situaties werken.

43 de leerlingen hebben inzicht in de relatie

tussen breuk, decimaal getal en percent.

3 Olympische Spelen 2B PAV

Lijnen/hoeken

56 de leerlingen kunnen een tweedimensionale tekening spiegelen ten

opzichte van een verticale en een horizontale as met behulp van een raster.

57 de leerlingen kennen de begrippen lengte, omtrek, oppervlakte, volume,

inhoud, massa, tijd, temperatuur en hoekgrootte.

58 de leerlingen kennen de belangrijkste eenheden en kunnen de symbolen daarvan juist gebruiken.

62 de leerlingen kunnen de omtrek en oppervlakte van een driehoek, vierkant, rechthoek en van een cirkel berekenen.

64 de leerlingen kunnen eenvoudige vraagstukken in verband met omtrek,

oppervlakte, inhoud, massa, tijd, temperatuur en hoekgrootte oplossen.

Schematische voorstellingen

65 de leerlingen kunnen informatie halen uit eenvoudige grafieken, tabellen, diagrammen, kaarten en schaalmodellen.

66 de leerlingen kunnen eenvoudige tabellen, grafieken en diagrammen gebruiken om informatie voor te stellen.

Domein : organisatiebekwaamheid

Organisatie eigen leven

70 de leerlingen kunnen enkele begrippen in verband met tijd in concrete situaties gebruiken. 73 de leerlingen kunnen voorbeelden geven van verschillende vormen van

vrijetijdsbesteding die aansluiten bij hun leefwereld. 74 de leerlingen kunnen informatie over vrijetijdsmogelijkheden, infrastructuur opzoeken.

4 Olympische Spelen 2B PAV

Groepsopdrachten

75 de leerlingen kunnen voor een groepsopdracht een taakverdeling afspreken en opstellen.

Omgaan met geld

76 de leerlingen kunnen in reële situaties rekenen met geld en ermee omgaan in hun eigen leven.

Domein : tijd en ruimte

Actualiteit en het dagelijkse leven

77 de leerlingen kunnen de historische periodes en door de leerkracht aangeboden

gebeurtenissen en hun datum op een tijdsband plaatsen.

78 de leerlingen kunnen informatie over een actuele gebeurtenis verzamelen, deze

informatie situeren in tijd en ruimte en hierover een eigen mening formuleren.

Situeren / oriënteren

88 de leerlingen kunnen een atlas

functioneel gebruiken.

90 de leerlingen kunnen hun gemeente en belangrijke plaatsen op een geografische

kaart situeren binnen provincie, gewest, regio en land.

Domein : maatschappelijk en ethisch bewustzijn

Ik en mijn lichaam

94 de leerlingen kunnen belangrijke organen die betrokken zijn bij het functioneren van het menselijk lichaam lokaliseren, hun functie eenvoudig toelichten en stofomzettingen illustreren.

5 Olympische Spelen 2B PAV

SYMBOLEN

Onderstaande symbolen komen steeds terug in de themabundeltjes. We verklaren ze even:

Je moet een opdracht Spelend leren uitvoeren

Voor deze opdracht Een prikker wijst op gebruik je een belangrijke dingen computer

Enkel voor snelle werkers Je werkt alleen

Benodigd materiaal Je werkt per 2

Voor deze oefening mag je je rekenmachine Groepswerk gebruiken

Doe-activiteiten Hoekenwerk

6 Olympische Spelen 2B PAV

MATERIAAL

Je hebt een aantal dingen steeds nodig tijdens de lessen PAV. Zet een kruisje bij wat je nog niet hebt in je boekentas.

Materiaal Nog meebrengen

Een blauwe, zwarte, rode en groene balpen

Een meetlat

Een rekenmachine

Kleurpotloden en stiften

Een schrijfpotlood

Een gom

Een slijper

Je ringmap met je themabundeltjes In de klas bewaren

Een woordenboek In de klas

Een atlas In de klas

Je goed humeur en je gezond verstand 

7 Olympische Spelen 2B PAV

KLAAR OM TE SPORTEN?

IK SPORT!

Mijn naam: ………………………………………..

Ik ben een jongen/meisje: ………………………………………………..

Mijn sport: ………………………………………………………………….

Mijn hobby’s: ………………………………………………………………

ja nee

Ik fiets graag

Ik wandel graag

Ik speel graag buiten

Ik speel graag binnen

2 keer 1 keer per nooit soms per week of week meer

Ik ga te voet ergens naartoe

Ik ga fietsen

Ik speel met een bal

Ik zwem

Ik loop

Ik speel graag alleen

Ik speel met andere kinderen

Ik speel een gezelschapsspel

Ik speel een computerspel

Ik kijk tv

8 Olympische Spelen 2B PAV

SPORTEN IN CIJFERS

Je krijgt van je leerkracht enkele post-its. Schrijf op elke post-it een sport die je thuis, in clubverband, met vrienden of op school wel eens beoefend. Maak met de post-its een staafdiagram op het bord. Teken het staafdiagram netjes op deze pagina over. Kleur de balkjes in.

9 Olympische Spelen 2B PAV

Kleur de juiste verhouding van de breuken in.

2/3 van de leerlingen heeft al Slecht 2/5 van de leerlingen gebasketbald. heeft al gebaseballd.

Iedereen van de klas heeft al 4/6 van de leerlingen heeft gevoetbald. nog nooit geschaatst.

9/12 van de klas kan fietsen. 3/7 van de klas haat sporten.

10 Olympische Spelen 2B PAV

Zet nu de breuken uit de vorige oefening om in procenten. Nadien zet je de procenten om in een decimaal getal.

= 3 : 4 = 0.75 x 100 = 75% 𝟑𝟑 𝟒𝟒 75% : 100 = 0.75

Breuk Percentage Decimaal getal

3 75% 0.75 4

11 Olympische Spelen 2B PAV

ICT-OPDRACHT ‘MIJN SPORT’

ORIËNTEREN

We weten allemaal dat sporten gezond is. Elke dag een uurtje bewegen is noodzakelijk voor een goede gezondheid. Sporten kunnen we alleen doen of samen met anderen. Welke sport vind jij fijn om uit toe oefenen? Wat weet je al van deze sport? Wat wil je graag nog te weten komen? Denk eens goed na over je gekozen sport.

VERKENNEN

Hoe ga je al de informatie opzoeken over jouw sport? Denk eens na over volgende puntjes:

- Via welke zoekmachine ga je de informatie opzoeken? - Wat wil/moet je allemaal bespreken over jouw sport? - Wat weet je zelf al over deze sport? Wat moet je dus zeker nog opzoeken?

Maak een woordspin met alle dingen die je al weet over jouw gekozen sport.

UITVOEREN

Maak gebruik van je woordsin.

Surf op het internet en beantwoord onderstaande vragen.

Verwerkt de gevonden informatie in een tekst. Deze tekst mail je door naar je leerkracht via Smartschool.

Je tekst voldoet aan volgende voorwaarden:

- Minimum 1 A4-blad - Lettergrootte: 11 - Regelafstand: 1.5 - Lettertype: Verdana

12 Olympische Spelen 2B PAV

Jouw sport: ______

Waarom heb je deze sport gekozen?

Doe je dit: - alleen - met vrienden - met familie - in clubverband

Waar kan je deze sport beoefenen?

Met wie beoefen je deze sport?/ Met wie zou je deze sport willen beoefenen?

Welke kleding heb je hiervoor nodig?

Welk materiaal heb je hiervoor

nodig?

Hoe vaak train je ?/ Hoe vaak zou je

moeten trainen?

Noem een bekend persoon die jouw

sport uitoefent

Heb je voor deze sport een

coach/trainer nodig?

Is jouw sport een onderdeel van de

Olympische spelen?

Sinds wanneer bestaat deze sport?

Zijn er medailles gewonnen in jouw

sport door Belgen?

13 Olympische Spelen 2B PAV

REFLECTEREN

Jij Leerkracht

Goed Voldoende Zwak Goed Voldoende Zwak

Kennis Ik heb alle vragen rond mijn sport beantwoord. Ik heb iets bijgeleerd over mijn sport. Ik heb het internet enkel gebruikt waarvoor nodig.

Vaardigheden Ik heb zelfstandig gewerkt. Bij problemen heb ik geprobeerd dit eerst zelf op te lossen. Ik kan vlot met de

computer werken. Ik kan vlot informatie

opzoeken op het internet.

Attitude

Ik heb rustig

gewerkt. Ik ben

behulpzaam. Ik heb respect voor het

aangereikte materiaal.

Ik heb de opdracht

op tijd afgegeven.

14 Olympische Spelen 2B PAV

SPORTIMONIUM – HOFSTADE

ORIËNTEREN

Het Sportimonium, internationaal erkend als Olympic Museum, is de ideale bestemming voor een onvergetelijke uitstap. Trek je stoute (sport)schoenen aan en bezoek het sportiefste museum van het land.

VERKENNEN / UITVOEREN

Vul de tabel aan waar nodig.

Wie Klas 2B

1. Sportipodiumspel Wat 2. Meten met atleten

Sportimonium Waar Trianondreef 19 1981 Hofstade

Wanneer

Hoe

Sportkledij Meebrengen Sportschoenen Lunchpakket

REFLECTEREN

Ik vond de uitstap wel / niet geslaagd, omdat : ______

______

______

15 Olympische Spelen 2B PAV

OLYMPISCHE SPELEN – RIO 2016

DE EERSTE ZUID-AMERIKAANSE SPELEN

De Olympische zomerspelen werden dit jaar gehouden in ______, de vroegere hoofdstad van ______.

De opening was op ______en de spelen duurde tot en met ______.

2 jaar voor de opening van de Spelen werden de 2 mascottes van de Olympische Zomerspelen van 2016 voorgesteld. Ze worden Vinicius en Tom genoemd. Vinicius is een geel figuurtje dat lijkt op een kat. Tom, een blauw figuurtje met een kapsel in de vorm van groene bladeren, wordt de mascotte voor de Paralympics. Beide figuurtjes vertegenwoordigen volgens de organisatoren de Braziliaanse fauna en flora.

16 Olympische Spelen 2B PAV

Duid Brazilië met groen aan op de wereldkaart.

De hoofdstad van Brazilië is ______.

17 Olympische Spelen 2B PAV

DE VERSCHILLENDE SPORTEN

Op deze Spelen staan er 28 olympische sporten op het programma. Deze vallen uiteen in 38 disciplines.

Plaats de juiste naam bij de afbeelding van onderstaande disciplines. Kies uit:

taekwondo, basketbal, zeilen, judo, gewichtheffen, handbal, Kanovaren, worstelen, volleybal, schermen, synchroonzwemmen, badminton

______

______

______

18 Olympische Spelen 2B PAV

Teken hieronder nu zelf zo’n eenvoudige voorstelling van een sport. Je mag kiezen welk. Zorg er wel voor dat het duidelijk is en dat iedereen ter wereld begrijpt welke sport jij bedoelt. Hou het dus simpel!

19 Olympische Spelen 2B PAV

DE BELGEN OP DE SPELEN

Vul de tabel aan. Hoeveel medailles verdienden de Belgen?

Goud Zilver Brons

Wie zijn deze 6 medaillewinnaars en welke discipline beoefenen ze? Kies uit :

Nafi Thiam – Pieter Timmers – – Dirk Van Tichelt – Nationale hockeyploeg – Jolien D’hoore – zevenkamp – judo – zwemmen – hockey – baanwielrennen – wegwielrennen

______

______

______

______

20 Olympische Spelen 2B PAV

______

______

DE GROOTSTE OLYMPIËR!

Lees het artikel over Michael Phelps en beantwoord de bijbehorende vragen.

Michael Phelps : mens of machine?

Wat is het geheim achter het fenomeen Phelps?

Na de Spelen van Peking zal de naam van de 23-jarige Amerikaan Michael Phelps in elke sportencyclopedie ter wereld staan. Hij is dan niet alleen de beste zwemmer aller tijden, maar ook de succesvolste olympiër uit de geschiedenis.

Toen hij 7 jaar oud was, werd bij Michael Fred Phelps III de stoornis ADHD vastgesteld. Zijn twee zussen moedigden hem aan om te gaan zwemmen zodat hij zijn energie kwijt kon. In het team van North Baltimore Aquatic Club ontwikkelde hij zich razendsnel tot een toptalent en drie jaar later zwom hij zijn eerste nationale jeugdrecord. Assistent-trainer Bob Bowman kreeg toen al snel door over wat voor wonderlichaam Phelps beschikte.

21 Olympische Spelen 2B PAV

Vijftienjarenplan voor Phelps

Bowman maakte een vijftienjarenplan waarbij hij de tiener aan extreme eisen onderwierp. Phelps zou als 11-jarige bij de seniorenselectie worden opgenomen om hem in vier jaar te laten debuteren op de Spelen en hem een jaar later een wereldrecord te laten zwemmen. In 2012 moest hij de beste zwemmer ter wereld zijn.

Het ging allemaal iets sneller dan Bowman had gepland. Als 15-jarige maakte Phelps inderdaad zijn debuut op de Spelen. In datzelfde jaar werd hij de jongste wereldrecordhouder. Drie jaar later brak hij op het WK 2003 definitief door toen hij vijf wereldrecords zwom. Het fenomeen was gelanceerd.

Intussen is Phelps alleen maar beter geworden. Hij kent een monomane loyaliteit naar zijn trainer. Zeven dagen per week ligt hij vijf uur in het water. Zelfs met Kerstmis en zijn verjaardag traint hij door.

Succes te danken aan lichaam

Zijn succes ligt echter vooral aan zijn lichaam. De Amerikaanse dolfijn heeft het ideale zwemlijf. Hij is lang, rank, heeft grote handen en voeten en smalle heupen. Nog belangrijker zijn zijn extreem soepele ledematen en zijn enorme spanwijdte. Tel daarbij op dat Phelps minder snel verzuurt dan de gemiddelde topsporter en een snellere verbrandingsmotor heeft en je hebt een menselijke machine die niet kan worden verslagen.

In Peking wil hij acht gouden medailles veroveren en het record van zijn landgenoot Mark Spitz verbeteren. Een andere kleur of een wereldrecord boeit het wonderkind niet. Hoewel hij gisteren zijn zoveelste gouden plak pakte en zich bij het groepje olympische legendes voegde dat een recordaantal gouden medailles won, toonde hij geen extreme vreugde.

Lukt het Phelps in Peking acht keer het hoogste podium te betreden, dan krijgt hij van sponsor Speedo één miljoen dollar. Ook om dat geld is het de Amerikaan niet te doen ; zijn vermogen wordt geschat op 30 miljoen.

Het is Phelps’ droom zijn sport te veranderen. Zwemmen moet, in een land dat alleen gek is van basketbal en football, ook de aandacht trekken op televisie. Hij

22 Olympische Spelen 2B PAV hoopt na de Spelen in Peking dan ook hetzelfde voor het zwemmen te betekenen als Michael Jordan voor het basketbal. Hij kijkt daarom stiekem uit naar het moment dat de Spelen voorbij zijn, hij naar huis vliegt, kan dollen met zijn beste maatje de Engelse buldog Herman, en dan maar zien of zijn wonderlijke prestaties in China zullen bijdragen aan de ontwikkeling van zijn sport.

Is dit het geheim?

De 23-jarige man met de meeste medailles op 1 Olympiade, 8 stuks, gebruikt doping. Dat blijkt uit zijn voedselgedrag. Er worden geen stappen tegen de zwemmer ondernomen omdat hij een niet-strafbare vorm van prestatie bevorderende middelen tot zich nam: vet eten.

Er is een groot verschil tussen zwemmende mannen en plonsende vrouwen. Als een man stil op het water probeert te dobberen zal hij meestal kopje onder gaan. Probeert een vrouw hetzelfde dan is de kans groot dat ze blijft drijven. De reden hiervan is het vetgehalte van het lichaam. Gezonde vrouwen hebben 25 tot 30% vetweefsel en mannen slechts zo'n 15 tot 20%.

Aan de andere kant hebben mannen meer spieren dan vrouwen. Vet zinkt niet, spieren wel. Een goed getrainde mannelijke zwemmer moet het dus hebben van een combinatie tussen spieren en vetweefselgehalte. Beiden zijn aan te passen door training.

Michael Phelps eet, naar het schijnt, zo'n 12.000 calorieën per dag. Vooral voor sporters zijn dat soort cijfers ongezond, het zijn lege calorieën. Zonder lichaamsbeweging wordt een mens er dikker van, voor de aderen en lever is het ook al geen aanrader. Op jonge leeftijd, zoals bij topsporter Michael Phelps, kan het lichaam de culinaire troep nog wel bolwerken, zeker met 6 uur training per dag. Op lange termijn en bij frequent gebruik laat het voedsel zijn sporen na.

Phelps is jong en strak afgetraind, zijn lichaam kan het eten wel aan. Voor hem lijken er eigenlijk alleen voordelen aan te zitten. Het vet geeft hem mogelijk een voorsprong op andere sporters, hij gaat er meer door drijven en hoeft dus minder te vechten tegen het zinken. Technisch gezien dus doping, al is het nog nooit voorgekomen dat een sporter is veroordeeld omwille van een vetdieet.

23 Olympische Spelen 2B PAV

1. Zoek deze moeilijke woorden uit het artikel op in een woordenboek. Noteer de verklaring.

a. Debuteren : ______

______

b. Loyaliteit : ______

______

c. Calorie : ______

______

d. Bolwerken : ______

______

e. Glucose : ______

______

2. Juist of fout?

juist fout

* Phelps haalt alleen uit zijn vetdoping voordeel. O O

* Niemand haalde ooit zo veel gouden medailles op de OS als Phelps. O O

* Phelps is echt wel het uithangbord van Nike. O O

* Jordan is een middelmatige basketbalspeler. O O

* Spierweefsel zinkt in water. O O

3. Haal uit de tekst een korte definitie van doping.

______

______

24 Olympische Spelen 2B PAV

TIJD OM TE REKENEN!

1. Bij de tennissers deden er 9 Belgische mannen en 6 Belgische vrouwen mee. Hoeveel Belgen zijn dat in totaal ?

…...... =

2. Voor Polen deden er vorige keer 17 zwemmers mee, en nu 5 minder. Hoeveel Poolse zwemmers zijn er nu?

…...... =

3. Nafi Thiam sprong de eerste keer 6m 36 cm en de tweede keer 4 cm verder. Hoe ver sprong zij ?

…...... =

4. De schoonspringers stonden na dag 1 op de 3de plaats, maar op de 2de dag zakten ze 4 plaatsen. Op de hoeveelste plaats stonden ze toen ?

…...... =

5. Jonathan Borlee loopt 10 seconden over 100m. Zijn broer Kevin loopt 2 seconden trager. Hoe snel loopt hij dan ?

…...... =

25 Olympische Spelen 2B PAV

6. Jolien D'Hoore reed 4 rondes op achterstand en daarna 12 rondes op kop. Hoeveel rondes heeft zij in totaal gereden ?

…...... =

7. had 8 tennisrackets meegebracht naar de Olympische Spelen. Tijdens zijn eerste wedstrijden zijn er 2 stuk gegaan en tijdens zijn volgende wedstrijd zijn er nog eens 3 stukgegaan. Hoeveel heeft hij er nog over ?

…... ….. =

8. Spanje haalde 7 gouden, 4 zilveren en 6 bronzen medailles. Hoeveel medailles haalden zij in totaal ?

…... ….. =

9. Nafi Thiam doet aan zevenkamp. Op de eerste dag zijn er al 4 sporten achter de rug. Hoeveel moet ze er nog op de 2de dag doen ?

…...... =

10.De Belgian Lions (hockey) maakten 5 goals tegen Spanje, 3 goals tegen het Verenigd Koninkrijk en 1 tegen Australië. Hoeveel goals maakten zij in totaal ?

…... ….. =

26 Olympische Spelen 2B PAV

11.De snelste vrouw liep haar marathon uit op 2u en 40 minuten. De traagste vrouw kwam 20 minuten later binnen. Hoe lang heeft zij over haar marathon gedaan ?

…...... =

12.Marieke Vervoort deed 1 minuut en 7 seconden over 400m. Haar rivale deed er 1 minuut en 5 seconden over. Ze eindigden op de eerste twee plaatsen. Wie kreeg welke medaille ? Hoeveel was het verschil ?

…...... kreeg …......

…...... kreeg …......

…...... =

13.Thomas Vanderplaetsen doet aan tienkamp. Zijn wedstrijd duurt 2 dagen en elke dag komen er evenveel sporten aan bod. Hoeveel sporten doet hij op 1 dag ?

…...... =

14.Dennis Goossens doet 6 oefeningen aan de ringen. Voor elke oefening haalt hij 5 punten. Hoeveel punten krijgt hij in totaal ?

…...... =

27 Olympische Spelen 2B PAV

15. Bij het paardrijden moeten er 12 proeven afgelegd worden, verdeeld over 3 ruiters. Hoeveel proeven moet elke ruiter afleggen ?

…...... =

16.Greg van Avemaet kreeg een lekke band na 80 km. Hij zat toen nog maar net in de helft van zijn wedstrijd. Hoe ver moesten de renners in totaal fietsen ?

…...... =

17.De Belgian Tornado's zijn met 4 lopers die elkaar aflossen. Ze moeten elk 200 m lopen. Hoeveel meter lopen zij in totaal ?

…...... =

18.De hockeyploeg bestaat uit 9 spelers. Elke speler heeft 5 flesjes water nodig voor een wedstrijd. Hoeveel flesjes hebben ze samen nodig per wedstrijd?

…...... =

19.Bij de judoka's waren er 24 medailles te verdienen. De helft daar van is door sporters uit Japan gewonnen. Hoeveel medailles hebben de Japanners gewonnen ?

…...... =

28 Olympische Spelen 2B PAV

SPELEN MET TAAL

WOORDZOEKER

Zoek in het raster de gegeven woorden van links naar rechts en omgekeerd. Je moet ook van beneden naar boven en van boven naar beneden kijken. Vergeet vooral niet schuin te zoeken. Doorstreep alle woorden die je hebt gevonden. Nu blijven er nog letters over. Als je die leest van linksboven naar rechtsonder vind je een naam, die veel te maken heeft met de Olympische Spelen.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

A S N O R B B A L N L O P E R

B K U N S T S T O F B A N E N

C I P I L H E H R R E V L I Z

D E R N O I T A R K N A P E S

E N T G T A I T E B O K S E N

F D E A R P R L K T I E C D E

G R C A M U A E R R D O O U L

H U M Y P O B U E O A E R O L

I R L S G T I D T P T N E G E

J O B O Y C O T S S S E C A R

29 Olympische Spelen 2B PAV

Bal Goal Marathon Score Sport

Boksen Goud Mat Skiën Spurt

Boycot Hoger Olympia Slot Stadion

Brons Kunststofbanen Pankration Sneller Sterker

Duel Loper Race Speer Zilver

Met de overgebleven letters kan je volgende naam maken:

______

WOORDENKETTING

Zet woorden die met de Olympische Spelen te maken hebben bij elkaar zodat er een lange woordenketting ontstaat. Kijk goed naar het voorbeeld en maak dan de ketting af.

Wie kan de langste ketting maken?

Voorbeeld: basketbalploeg - ploegsport - sportbal -

______

______

______

______

______

______

______

30 Olympische Spelen 2B PAV

VREEMDE WOORDEN IN DE SPORT

In de sport worden veel vreemde woorden gebruikt, waarvoor meestal Nederlandse vertalingen bestaan.

Breng de vreemde en Nederlandse woorden samen. Kies uit :

breekpunt – doelpunt – honkbal – nul – omloop – opslag – ploeg – ruiter – schijf – scheidsrechter – slag – strafschop – oefenmeester (trainer) – terreinfiets – vijfkamp – vrije slag – voordeel – wedstrijd – wedstrijdpunt – werper

1. Advantage ______11. Crawl ______

2. Matchpoint ______12.Puck ______

3. Baseball ______13.Goal ______

4. Mountainbike ______14.Referee ______

5. Breakpoint ______15.Jockey ______

6. Penalty ______16.Service ______

7. Circuit ______17.Love ______

8. Pentatlon ______18.Stroke ______

9. Coach ______19.Match ______

10.Pitcher ______20.Team ______

31 Olympische Spelen 2B PAV

MEERVOUD EN ENKELVOUD

Zet de woorden in verband met sport in het meervoud.

1 Spurt 16 Sprong

2 Stok 17 Slag

3 Bokaal 18 Afstandsrit

4 Sporttrui 19 Renstal

5 Baan 20 Vliegduif

6 Sportpet 21 Doeltrap

7 Toestel 22 Voetbal

8 Acrobaat 23 Boksring

9 Greep 24 Palet

10 Wedstrijd 25 Zeilschip

11 Kampioen 26 Golfveld

12 Terrein 27 Klauterpaal

13 Startblok 28 Circus

14 Tienkamp 29 Binnenband

15 Zaal 30 Surfplank

32 Olympische Spelen 2B PAV

OLYMPISCHE SPELEN VROEGER EN NU

EEN BEETJE GESCHIEDENIS

DE OLYMPISCHE SPELEN IN DE OUDHEID

De Olympische spelen werken meer dan 2500 jaar geleden bedacht. De eerste Spelen werden in het koninkrijk Elis gehouden, in Griekenland., op een plek die Olympia werd genoemd – en daarom heten ze sindsdien de Olympische Spelen.

Er bestaan verschillende verhalen over hoe de Spelen precies zijn ontstaan, maar niemand weet precies hoe de Spelen echt zijn begonnen. Maar we weten wel dat de Spelen in de Oudheid een religieus festival waren. Er werd dus niet alleen gesport, maar ook veel gebeden en geofferd ter ere van die goeie ouwe Zeus.

In het begin duurden de Spelen maar een dag. Algauw kwamen er meer wedstrijden bij, zodat ze er twee dagen voor nodig hadden. Daarna kwamen er nog meer wedstrijden bij, zodat in 692 voor Chr. 5 dagen net voldoende waren.

Duid de oudheid aan op de tijdlijn.

3500 VC 800 VC 500 1500 1789 1945

33 Olympische Spelen 2B PAV

Duid Griekenland op de kaart van Europa aan.

34 Olympische Spelen 2B PAV

WEDSTRIJDONDERDELEN

In 776 v. Chr. was er slechts één wedstrijdonderdeel en dat was de dromos. Bij dat hardlooponderdeel werd er 192,27 meter afgelegd, oftewel 600 keer de voet van Zeus. Deze afstand was éénmaal de lengte van het stadion. Eén voet was dus 32 cm. Met één wedstrijdonderdeel zouden de spelen snel voorbij zijn maar het ging destijds niet alleen om de sport. De spelen werden gehouden ten dienste van hun godsdienst en de godsdienstige ceremoniën namen dan ook een belangrijke, zoniet de belangrijkste plaats in.

In 724 v. Chr. kwam er een tweede wedstrijdonderdeel bij, de diaulos (384 meter, 2 maal de afstand van de dromos). In 720 v. Chr. kwam het derde hardlooponderdeel, de dolicos (4614 meter, 24 maal de dromos).

Pas in 708 v. Chr. kwam er een uitgebreid andersoortig wedstrijdonderdeel bij en dat was de pentatlon of vijfkamp. De vijfkamp bestond uit de volgende onderdelen: hardlopen, speerwerpen, discuswerpen, verspringen en worstelen. Tenslotte kwam in 688 v. Chr. het boksen erbij, in 680 v.Chr. de wagenrennen en in 520 v.Chr. de hardloopwedstrijd in volle wapenuitrusting.

35 Olympische Spelen 2B PAV

Wanneer het pankration, de mengvorm van worstelen, boksen en karate, erbij kwam is niet bekend. Op het plaatje zie je dat de deelnemer bokshandschoenen gebruikt. In het begin waren deze zacht en lieten de vingers onbedekt. Pas later, toen de Romeinen meer invloed op het verloop van de Spelen kregen, werden de zachte windsels vervangen door scherpe riemen. Het spel werd hierdoor veel ruwer. Fair play werd meer en meer verdrongen door spektakel.

In de loop der tijd voegden de organisatoren van de Spelen nieuwe onderdelen aan de Spelen toe of besloten andere niet meer door te laten gaan. De Romeinse Keizer Nero maakte het helemaal bont door een muziekwedstrijd af te dwingen.

AFSCHAFFING VAN DE SPELEN

In het jaar 393 na Chr. werden de oude Olympische Spelen uiteindelijk afgeschaft door Keizer Theodosius. Deze keizer was als christen tegen de Spelen, omdat ze werden gehouden ter ere van Zeus, een heidense god.

Het ging toch al niet zo goed meer met de Spelen. Steeds meer atleten (en hun koningen!) gaven zich over aan omkoperij en vals spelen, en dat allemaal om maar kampioen genoemd te worden.

Tegen de tijd dat Theodosius keizer werd, was er van de sportieve reputatie van de Spelen niet veel meer over. Maar na de afschaffing werden ze niet vergeten. En zoals dat meestal gaat, werd de herinnering aan de Spelen mooier dan de werkelijkheid. Iedereen vergat de valsspelerij en dacht alleen nog maar aan hoe vreselijk hard de atleten trainden en ploeterden. Na verloop van tijd werden er andere Spelen georganiseerd, als kopie van de Spelen die ooit in Griekenland werden gehouden.

36 Olympische Spelen 2B PAV

Vul aan de hand van bovenstaande tekst het kruiswoordraadsel in.

2 3 1

4

6 7

5

8

10 9

1. Een mengvorm van worstelen, boksen en karate. 2. Naam van de keizer die een muziekwedstrijd aan de Spelen wou toevoegen. 3. Naam van de keizer die de Spelen in 393 na Chr. liet afschaffen. 4. Een andere naam voor vijfkamp. 5. De plaats waar de Spelen hun naam aan danken. 6. Het Koninkrijk waar de eerste Spelen werden gehouden. 7. De God waar de Olympische Spelen voor werden georganiseerd. 8. Een hardloopwedstrijd met een lengte van 384 m. 9. Een hardloopwedstrijd met een lengte van 4614 m. 10. Een hardloopwedstrijd met een lengte van 192,27 m.

37 Olympische Spelen 2B PAV

ASTERIX EN DE OLYMPISCHE SPELEN

Bekijk de film en lees het stripverhaal. Los de bijbehorende vragen op.

- duur van de Spelen : + begin: ______

+ na de 5e eeuw V.C. : ______

- dag 1 : De dag van ______

~ begin ceremonie: ______

~ Godsdienstige aspecten: 1) ______2) ______3) ______

- dag 2 : Wat vond op deze dag plaats? ______

- dag 3 : ~ Wat vond op deze dag plaats?

1) ______2) ______

~ Afsluiting van de dag: ______

- dag 4 : ~ Wat en aan wie werd er geofferd? ______

~ Wat gebeurde er ’s avonds? ______

. ~ Welke wedstrijdonderdelen kwamen aan beurt op deze dag?

1) ______2) ______3) ______4) ______5) ______

38 Olympische Spelen 2B PAV

- dag 5: ~ Dit was de dag van ______

~ Wat werd tot slot gehouden? ______

Vul aan:

Vroeger Nu

Elke 4 jaar .

Olijftak Olijftak . . > 5 dagen

Enkele sporten .

. altijd in een ander land

39 Olympische Spelen 2B PAV

DE MODERNE OLYMPISCHE SPELEN

Pierre de Coubertin: de hernieuwer

De Franse baron Pierre de Coubertin stelde in 1892 voor om de Olympische Spelen opnieuw te organiseren. “Sport brengt mensen dichter bij elkaar”, zo meende deze Franse edelman.

Vier jaar later besloten 12 landen om te starten met de eerste moderne Olympische Spelen. De Griekse hoofdstad Athene, de bakermat van de antieke Spelen, viel de eer te beurt uit te pakken met de eerste moderne olympiade.

De marathon

In de vlakte van Marathon behaalde het Griekse leger in 490 v.Chr. een belangrijke overwinning op de Perzen. De Atheense veldheer was zo blij met deze zege dat hij zijn snelste boodschapper naar Athene stuurde om het goede nieuws te vertellen. Philippides, die zelf aan de veldslag had deelgenomen, bereikte Athene na een tocht van meer dan 40 km. Hij werd er opgewacht door zijn stadsgenoten. De boodschapper was zo verzwakt dat hij maar 1 zin kon zeggen: “Verheug u, wij hebben gewonnen.” Daarna viel hij van uitputting dood neer.

Ter ere van deze dappere loper werd 25 eeuwen later tussen Marathon en de Griekse hoofdstad de eerste Olympische marathon gelopen. Tot grote vreugde van de 1000 toeschouwers was het de Griek Spiridon Louys, die in 1896 deze eerste langeafstandsloop op zijn naam schreef.

In 1908, tijdens de Spelen in Londen, werd de afstand van de marathon officieel vastgesteld op 42 km 195 meter. Dit was de afstand tussen het kasteel van Windsor waar de start werd gegeven en de aankomst in het White City-stadion.

40 Olympische Spelen 2B PAV

De Olympische eed

“In naam van alle deelnemers zweer ik dat wij de voorgeschreven regels zullen eerbiedigen en naleven in de ware geest van sportiviteit voor de bloei van de sport en de eer van onze landen.”

Bij het begin van elke olympiade legt 1 atleet deze eed af in naam van alle anderen. Dit gebeurde voor de eerste keer tijdens de Spelen van Antwerpen in 1920. de Belgische schermer Victor Boin viel toen de eer te beurt om dit als eerste te doen.

De Olympische vlag

Pierre de Coubertin kwam op het idee voor deze vlag, toen hij in de ruïnes van Olympia een 2500 jaar oude tekening vond.

De Olympische vlag is wit, met 5 dooreengevlochten ringen, die de werelddelen symboliseren. Zo staat blauw voor Europa, geel voor Azië en zwart voor Afrika. Oceanië is het groene continent en Amerika krijgt de rode cirkel toebedeeld. Alle werelddelen zijn op deze manier verbonden door het “olympische”. Sinds 1920 is deze vlag officieel in gebruik.

De Olympische vlam

Sinds de Amsterdamse Spelen in 1928 brandt er tijdens de Olympische Spelen van het eerste tot het laatste uur een Olympisch vuur. Vanaf 1936 wordt dit vuur aangestoken met een vlam, die in de ruïnes van Olympia is gehaald. Met behulp van een lens die de zonnestralen opvangt, wordt het vuur op deze “heilige” plaats ontstoken en overgebracht op een fakkel. Estafettelopers brengen de Olympische vlam naar de plaats van de Spelen.

De keuze van de laatste atleet die de vlam draagt, is symbolisch geworden. Zo was het een jonge sportman, geboren op de dag dat in Hirosjima de eerste atoombom ontplofte, die in 1964 de vlam in het Olympisch stadion van Tokyo binnenbracht. In 1968 in Mexico was het voor het eerst een vrouw, die de eer kreeg om als laatste de vlammende fakkel te dragen.

41 Olympische Spelen 2B PAV

Zet de woorden bij de juiste verklaringen en vervolledig de zinnen. Kies uit:

continent – estafetteloop - ruïne - symbool – symbolisch – verheugen

______

Werelddeel

Voorbeeldzin: Oceanië wordt ook wel het groene ______genoemd.

______

Voorwerp of gebeuren dat een tweede betekenis heeft.

Voorbeeldzin: Het ______van de vrede is een duif.

______

Zinnebeeldig, wat te maken heeft met een symbool.

Voorbeeldzin: Het aansteken van het Olympisch vuur is een ______daad.

______

Overblijfselen van een verwoest of door de ouderdom vervallen gebouw, bouwval, puinhoop.

Voorbeeldzin: Het is heel stil in de ______van het middeleeuwse kasteel.

______

Blij worden, vrolijk maken, tevreden stemmen.

Voorbeeldzin: Zo’n schitterend rapport ______mij.

______

Wedstrijd waarbij de deelnemers elkaar aflossen door aan het einde van elk deel een stok, vlag of fakkel door te geven.

Voorbeeldzin: Tijdens de ______liet de laatste deelnemer het stokje vallen.

42 Olympische Spelen 2B PAV

Hoe staat het in de tekst? Schrijf de zinnen correct over.

1. In 1896 beslisten een dozijn naties om te starten met de eerste moderne olympiade.

______

______

2. De Atheners waren aan het wachten op Philippides.

______

______

3. Wees blij, we hebben de zege behaald.

______

______

4. In de Scheldestad werd voor het eerst de Olympische eed afgelegd.

______

______

5. De groene cirkel is bedoeld voor Oceanië, de rode voor Amerika.

______

______

6. De talrijk opgekomen Grieken waren heel blij toen hun landgenoot de eerste marathon won.

______

______

7. Op het einde van de 19° eeuw stelde een Fransman voor om opnieuw te beginnen met de Olympische Spelen.

______

______

43 Olympische Spelen 2B PAV

EEN OVERZICHT VAN ALLE MODERNE OLYMPISCHE SPELEN

Hieronder vind je een lijst van de moderne Spelen met zowel de jaartallen als de steden waarin ze plaatsvonden. Schrijf in de 4de kolom de namen van de landen waar de Spelen gehouden zijn en duid deze landen aan op bijgevoegde blinde kaart. In de 5de kolom noteer je de verschillende werelddelen.

Jaar Plaats Land Werelddeel

1 1896 Athene

2 1900 Parijs

3 1904 St.-Louis

4 1908 Londen

5 1912 Stockholm

6 1920 Antwerpen

7 1924 Parijs

8 1928 Amsterdam

9 1932 Los Angeles

10 1936 Berlijn

11 1948 Londen

12 1952 Helsinki

44 Olympische Spelen 2B PAV

13 1956 Melbourne

14 1960 Rome

15 1964 Tokyo

16 1968 Mexico

17 1972 München

18 1976 Montreal

19 1980 Moskou

20 1984 Los Angeles

21 1988 Seoel

22 1992 Barcelona

23 1996 Atlanta

24 2000 Sydney

25 2004 Athene

26 2008 Peking

27 2012 Londen

28 2016 Rio de Janeiro

45 Olympische Spelen 2B PAV

46 Olympische Spelen 2B PAV

OLYMPISCHE RINGEN

Spiegel de olympische ringen en kleur ze in de juiste kleur.

Geef elk continent op de wereldkaart (p. 38) de juiste kleur volgens de olympische ringen.

47 Olympische Spelen 2B PAV

MEDAILLES

Tijdens de klassieke Spelen werden winnaars geëerd door het plaatsen van een krans op hun hoofd. Dit gebeurde in de tempel van Zeus in Olympia. Een overwinning werd als een zegening door de goden gezien. Overwinnaars konden rekenen op grote geldbedragen, gunsten en geschenken van allerlei aard zoals landerijen tot alle gewenste bedpartners. In deze tijd krijgen sporters medailles. De 1ste, 2e en 3e plaats worden gehuldigd met een gouden, zilveren en bronzen medaille.

Welk edelmetaal krijgen deze sporters op het podium? Kies uit :

Goud – brons – zilver

2 1 3

1 = ______

2 = ______

3 = ______

48 Olympische Spelen 2B PAV

Ontwerp nu zelf een medaille. Laat je creativiteit de vrije loop!

Bereken nu de omtrek en de oppervlakte van de medaille.

Omtrek : 2 x straal x π of diameter x π

______

Oppervlakte : straal x straal x π

______

π = is een oneindig lang getal. In de praktijk wordt π vaak afgerond naar 3,14.

49 Olympische Spelen 2B PAV

KLAAR? 1…2…3… START!

Usain Bolt uit Jamaica maakte een show van de finale van de 100 meter sprint. Hij hield de laatste meters zelfs in en begon al licht te juichen. Toch liep hij een wereldrecord: 9,69 seconden.

Kim Gevaert liep in de halve finale 31,3 km/uur.

Bereken met welke tijd ze deze 100 m liep.

______

______

______

______

______

Hoe lang doen het jachtluipaard en de struisvogel over deze afstand ?

______

______

______

120 km/uur ______

______

______

______

______

72 km/uur ______

50 Olympische Spelen 2B PAV

ENKELE BELANGRIJKE OLYMPIADES

1936 – Berlijn, Duistland

Adolf Hitler was aan de macht in Duitsland. Vele landen dreigden de Spelen te boycotten omwille van de racistische ideeën van de nazi’s, maar zover kwam het niet. De Berlijnse straten hingen vol met hakenkruisvlaggen, de Hitlerjeugd marcheerde door de stad, overal werd de Hitlergroet uitgebracht … de nazi’s gebruikten de Spelen om aan propaganda te doen. De Tweede Wereldoorlog stond voor de deur. De zwarte Amerikaan Jessie Owens was echter de grote held van Berlijn. Hij behaalde liefst 4 gouden medailles. Vooral zijn overwinning in het verspringen tegen de Duitse kampioen Luz Long is 1 van de grote momenten uit de geschiedenis van de Spelen.

1968 – Mexico-stad, Mexico

Mexico-stad ligt op een hoogte van 2200 m. Veel atleten en sportdokters dachten dat dit een negatieve invloed zou hebben op de prestaties. De zuurstofarme lucht was echter niet voor iedereen nadelig. Op zo’n grote hoogte biedt de lucht veel minder weerstand en dat is voordelig voor sprinters en springers. Het is hier dat de Amerikaan Dick Fosbury uitpakte met zijn revolutionaire vernieuwing in het hoogspringen. Hij sprong als eerste met de rug naar de lat over een hoogte van 2m24 en haalde hiermee goud.

Verspringer Bob Beamon groeide uit tot de held van Mexico door 8m90 te springen. Dit wereldrecord bleef behouden tot 1991 toen zijn landgenoot Mike Powell 5 cm beter deed.

51 Olympische Spelen 2B PAV

1972 – München, West-Duitsland

De somberste dag uit de geschiedenis van de Olympische Spelen is 5 september 1972, toen 17 mensen de dood vonden. Die ochtend drong een groep Palestijnse terroristen het verblijf van de Israëlische ploeg binnen. De terroristen schoten 4 mensen dood en namen 9 gijzelaars mee naar het vliegveld. De reddingsactie van de Duitse politie mislukte en zowel de Israëli’s als enkele gijzelnemers vonden de dood.

Lees de tekst en los de bijbehorende vraagjes op.

1. Waarom wilden vele landen de Spelen in Berlijn boycotten?

______

______

2. Waarom waren vele dokters en sportdokters bezorgd om de spelen in Mexico?

______

______

3. Hoeveel jaar heeft het wereldrecord verspringen van Bob Beamon op zijn naam gestaan? Reken uit.

______

______

4. Hoeveel mensen stierven er op de somberste dag van de Olympische Spelen? Schrijf het antwoord in een volzin.

______

______

52 Olympische Spelen 2B PAV

DE OLYMPISCHE SPELEN IN ANTWERPEN

Vul de tekst aan. Kies uit :

1920 – Antwerpen – zege - Eerste Wereldoorlog – Koning Albert I – scheidsrechter - dapper – Olympische vlag – Tsjechoslovakije – rode kaart

In ______was ons land nog aan het bekomen van de gruwelen van de ______. Vele steden waren tijdens de oorlog van ’14- ’18 verwoest en 1000 families treurden nog om hun doden. Omdat het Belgische volk zo ______was geweest tijdens de oorlog, besloot het Internationaal Olympisch Comité de eerste naoorlogse Spelen te organiseren in ______.

De meeste wedstrijden vonden plaats in het stadion van Beerschot. ______opende de Spelen, waar voor het eerst de Olympische eed werd afgelegd onder een fonkelnieuwe ______. Deze olympiade kende maar een matig succes, alleen het voetbal lokte veel kijklustigen naar het stadion. Dit is begrijpelijk want België speelde de finale tegen ______. Nog voor de rust leidden de Rode Duivels met 2-0. Toen een Belgische spits foutief gestopt werd, trok de Engelse ______zonder twijfelen de ______. De Tsjechen waren het hiermee niet eens en verlieten met z’n allen het veld en lieten zo de ______aan het Belgische team.

53 Olympische Spelen 2B PAV

Kleur Antwerpen op de kaart van België in het rood.

Kleur de overige provincies van België volgens onderstaande kleurencode.

West-Vlaanderen : blauw Waals-Brabant : grijs

Oost-Vlaanderen : groen Henegauwen : geel

Limburg : oranje Namen : roze

Vlaams-Brabant : paars Luxemburg : bruin

54 Olympische Spelen 2B PAV

LET’S START THE GAME! : OLYMPISCHE SPELEN OP SCHOOL

ORIËNTEREN

We gaan eens kijken hoe goed jullie zijn in sport. De klas wordt verdeeld in groepjes van 4 leerlingen. Elk groepje vertegenwoordigt een land. Jullie kiezen zelf een land naar keuze. Om aan iedereen te laten zien hoe trots jullie zijn op jullie land, gaan jullie de vlag van dat land op een groot doek schilderen.

Samen gaan jullie strijden voor de medaille. Jullie kunnen een medaille winnen als jullie de sporten zo goed mogelijk uitoefenen. Op het einde van deze spelen worden er ook diploma’s uitgereikt. Je uiterste best doen is dus de boodschap!

VERKENNEN

Jullie gaan 5 sporten uitoefenen.

- Basketbal - Hockey - Sprinten - Duurloop - Kogelstoten

Voor elke sport kunnen jullie punten verdienen. Sommige punten krijg je individueel, sommige punten als groep. Bij groepsopdrachten tellen de punten die je met je groep behaald hebt. Hieronder vind je een tabel met de puntenverdeling.

3 punten 2 punten 1 punt

4 spelletjes 2 of 3 spelletjes 0 of 1 spelletje Basketbal gewonnen gewonnen gewonnen Hockey < 30 sec 31 – 45 sec > 45 sec (slalommen)

Sprinten < 20 sec 21 – 29 seconden > 30 sec

Duurlopen 1500 < 5 min 5 – 7 min > 7 min m

Kogelstoten > 8 m 7,9 m – 5 m 4,9 m of minder

55 Olympische Spelen 2B PAV

UITVOEREN

SPELREGELS BASKETBAL

Doel: zo veel mogelijk punten scoren.

Hoe: de basketbal in de ring van de tegenstanders te gooien.

Waar houdt je rekening mee?

- Elk spelletje duurt 10 min. We spelen telkens 2 spelletjes tegen elkaar. - De bal wordt omhoog gegooid bij het begin van het spel. De speler van de ploeg die hem het eerste aanraakt mag starten. - Het spel is gedaan als er een belsignaal gegeven wordt door de leerkracht.

Wat is een fout?

- Er mag enkel gedribbeld worden met de bal, dus niet gelopen - Het is buitenspel wanneer de bal of de persoon met de bal buiten het veld staat. De grens van het veld is ook buitenspel. - De bal mag met geen enkel ander lichaamsdeel aangeraakt worden dan de handen. - Duwen en trekken is verboden.

Wie wint er?

De ploeg met de meeste punten wint.

SPELREGELS HOCKEY

Doel: zo veel mogelijk punten scoren

Hoe: zo snel mogelijk het parcours slalommen en een punt scoren

Waar houdt je rekening mee:

- Je start bij het beginpunt, slalomt doorheen het parcours en probeert op het einde te score. - Je doet dit zo snel mogelijk. - Nadat je gescoord hebt, neem je de bal en je hockeystick en loop je naar je teamgenoten. Hier geef je je materiaal door.

56 Olympische Spelen 2B PAV

Wat is een fout?

- Je raakt de bal enkel aan met de hockeystick. Elke andere vorm van aanraken is fout. - Je laat de andere leerlingen van andere groepen gerust en loopt hen niet in de weg. - Duwen en trekken is verboden.

Wie wint er?

De snelste tijd wint. De ploeg met de meeste punten wint.

SPELREGELS SPRINTEN

Doel: zo veel mogelijk punten scoren

Hoe: zo snel mogelijk 100 m lopen

Waar houdt je rekening mee:

- Je start met lopen na het startsignaal. - Je loopt zo snel mogelijk naar de eindstreep. - Je loopt voorzichtig.

Wat is een fout?

- Je laat anderen gerust tijdens het lopen. - Terwijl je wacht, ben je rustig en stoor je geen andere leerlingen. Aanmoedigen mag.

Wie wint er?

De snelste tijd wint. De ploeg met de meeste punten wint.

SPELREGELS DUURLOOP

Doel: zo veel mogelijk punten scoren

Hoe: zo snel mogelijk 1500 m lopen

57 Olympische Spelen 2B PAV

Waar houdt je rekening mee:

- Je loopt met zijn alle samen - Je probeert te blijven lopen, stappen kost je punten - Je bepaalt je eigen tempo, je zoekt een comfortabel tempo - Je start bij het begin na het horen van het startsignaal. Je loopt tot aan de eindstreep

Wat is een fout?

- Je loopt het parcours zoals wordt uitgestippeld. Als je vals speelt, wordt je gediskwalificeerd. - Je valt geen andere leerlingen lastig.

Wie wint er?

De snelste wint. De ploeg met de meeste punten wint.

SPELREGELS KOGELSTOTEN

Doel: zo veel mogelijk punten scoren

Hoe: een tennisbal zo ver mogelijk werpen

Waar houdt je rekening mee?

- Terwijl je gooit, blijf je binnen de cirkel staan. - Je gooit zo recht mogelijk. - Je gooit van aan je oor recht vooruit.

Wat is een fout?

- Let er op, als je gooit, je voeten binnen de cirkel blijven. Buiten = fout - Als je bal buiten de witte zijlijnen gaat, is je worp ongeldig. - Je gebruikt geen andere techniek dan voorop gesteld.

Wie wint er?

Diegene die de bal het verste kan gooien.

58 Olympische Spelen 2B PAV

REFLECTEREN

Jij Leerkracht

Goed Voldoende Zwak Goed Voldoende Zwak

Attitude

Ik heb eerlijk

gespeeld.

Ik ben

verdraagzaam.

Ik toon inzet.

Ik heb

samengewerkt.

Ik heb anderen

aangemoedigd.

Ik heb het materiaal mee opgeruimd.

Ik heb de anderen ook aan de beurt gelaten.

Ik heb de andere niet opzettelijk

aangeraakt. (duwen/trekken)

Ik heb _____ medailles gehaald op deze Olympische Spelen, omdat :

______

______

______

______

59 Olympische Spelen 2B PAV

EK-VOETBAL 2016

FRANKRIJK 2016

Dit jaar vond het EK voetbal plaats in ______.

Duid dit land aan op de kaart van Europa.

Het is het grootste land van West-Europa met wel 60 miljoen (!) inwoners.

60 Olympische Spelen 2B PAV

Noteer de buurlanden van Frankrijk.

1. ______

2. ______

3. ______

4. ______

5. ______

6. ______

Duid ze in een andere kleur aan op de kaart van Europa.

Teken de vlag van Frankrijk.

Wat is de hoofdstad van Frankrijk? ______

Welke belangrijke bezienswaardigheden zijn er allemaal in deze stad?

______

______

______

61 Olympische Spelen 2B PAV

DE RODE DUIVELS

Ken jij de namen van deze spelers? Zoek ze in de woordzoeker en schrijf hun namen bij de juiste foto.

N R F M A R R J P Z I H G

T T J K Z P Q F M F J S H

P Y N A P M O K H W I I M

H P T P S P K W G R V O U

N A L O G G N I A N S T M

X C V E R T O N G E N R E

D L I E W R E D L A W U R

T T M F W S U U P B I O T

D G E N Y U R B E D T C E

Q N F E L L A I N I S Q N

R C B E N T E K E N E U S

E H A Z A R D H O H L U D

K O N O N R A K R Y R T B

62 Olympische Spelen 2B PAV

______

______

______

63 Olympische Spelen 2B PAV

______

ANDERE DEELNEMENDE LANDEN

Deze landen nemen deel aan het EK. Maar de letters staan door elkaar. Vind jij de namen van de landen ?

OENLP ______

TZDISLEWNAR ______

JPENSA ______

ERUKTIJ ______

TOGRPULA ______

In elke zin zit een land verstopt. Kan jij ze allemaal vinden? Markeer ze.

hjketdklzduitslandkjhgeruhifkytqdnplslsisivvcvgzsfgzfcxcxvgsfdsd

mpanbootrklqhsfdfcevsbanlioostenrijkpmwxsdfeediskkssioqsqkqk

gardfvxckskllsxruslandpnxjsyfscxccxcsffsfgscscscsccscfzyhajakk

qmphzosisj,szkolazpappsjjssjcfdfsfsffwalesfpuzjjdjdjdjkzkzkzkjcjcjj

ksozokzkskkskskksromeniëkjdjdqkdjqhpaxpmmkxkxjkxjjxjxjxsprlnx

64 Olympische Spelen 2B PAV

TIJD OM TE REKENEN!

Een voetbalmatch duurt 2 x …………. minuten.

Hoeveel minuten is dat samen ? ………………. minuten

1 kwartier = ……………….. min

45 minuten = ……………………….kwartier

De eerste match van onze rode duivels begint om 21.00 uur. Om hoe laat is de eerste helft gedaan ? ______

Duid met blauw aan op de klok :

Er is 15 min rust ( 15 min =______)

Om hoe laat begint de tweede helft ? ______

Duid met groen aan op de klok aan op de klok.

Wanneer eindigt de match ? ______

Duid met rood aan op de klok.

65 Olympische Spelen 2B PAV

HOE ZIT HET EK IN ELKAAR?

Lees de tekst en beantwoord de bijbehorende vragen.

1. Wat vindt er binnenkort plaats ? ______

2. Wanneer werd het voor het eerst georganiseerd ? ______

3. Wanneer vindt het nu plaats ? ______

4. Hoe kan je je als land plaatsen ? ______

5. Waar vindt het plaats ? ______

6. Wanneer spelen de Belgen hun tweede match ? Wie is hun tegenstander?

______

7. Wanneer(in welk jaar) vindt het EK de volgende keer plaats ? ______

66 Olympische Spelen 2B PAV

AND THE WINNER IS …

Scan de QR-code en los de vraagjes op.

1. België zat tijdens de voorrondes in groep E. Welke 3 andere ploegen zaten er ook in deze groep? a) ______b) ______c) ______

2. Wie heeft de voorronde in deze groep gewonnen? ______

3. Op welke plaats is België in deze groep geëindigd? ______

4. In welke finale is België gesneuveld? Tegen welke ploeg? ______

______

5. Welke 2 ploegen stonden er in de finale? ______

______

6. Welk land won dit EK? Met welke score? ______

67 Olympische Spelen 2B PAV

SPORTEN EN SPORTFIGUREN

HOEVEEL SPORTEN ZIJN ER WEL NIET?

Welke sporten zijn dit? Beoefen je deze sport alleen of met een ploeg? Sport je binnen of buiten? Kleur telkens het juiste antwoord.

Individueel teamsport Individueel teamsport Individueel Teamsport

binnen buiten Binnen buiten Binnen Buiten

Individueel teamsport Individueel teamsport Individueel Teamsport

binnen buiten Binnen buiten Binnen Buiten

Individueel teamsport Individueel teamsport Individueel Teamsport

binnen buiten Binnen buiten binnen Buiten

68 Olympische Spelen 2B PAV

Je kan alle sporten in heel veel verschillende soorten indelen. Kies uit :

Atletiek – balsport – behendigheidssport – motorsport – oriëntatiesport - krachtsport – luchtsport – denksport – schietsport – vechtsport - extreme sport – wintersport – watersport – wielersport – paardensport – oriëntatiesport - vrijetijdssport

______

______

______

______

______

______

69 Olympische Spelen 2B PAV

Geef van elke sport minstens 1 voorbeeld.

Atletiek = ______balsport = ______behendigheidssport = ______motorsport = ______krachtsport = ______luchtsport = ______denksport = ______schietsport = ______vechtsport = ______extreme sport =______wintersport = ______watersport = ______wielersport = ______paardensport = ______oriëntatiesport = ______vrijetijdssport = ______

70 Olympische Spelen 2B PAV

BEKENDE SPORTFIGUREN

ORIËNTEREN

Elke sport heeft wel zijn eigen bekende persoon. Dit kan een Vlaming zijn of iemand uit een ander land. Je kiest voor jezelf een sport die jij leuk vindt. Aan de hand van deze sport kies je een bekend persoon. Je gaat over hem/haar informatie opzoeken.

VERKENNEN

Hoe ga je al de informatie opzoeken over jouw persoon? Denk eerst na over volgende puntjes:

- Via welke zoekmachine ga je de informatie opzoeken? - Wat wil/moet je allemaal bespreken over jouw persoon? - Wat weet je zelf al over deze persoon? Wat moet je dus zeker nog opzoeken?

Je verwerkt de informatie in een identiteitskaart en maakt nadien een collage over je sportfiguur.

UITVOEREN

Wie is jouw persoon?

Welke sport is zijn/haar specialiteit?

Hoe oud is deze persoon?

Van welk land is deze persoon

afkomstig?

Wanneer is zijn/haar carrière gestart?

Bekers/medailles gewonnen?

Is de persoon nog steeds actief?

71 Olympische Spelen 2B PAV

REFLECTEREN

Jij Leerkracht

Goed Voldoende Zwak Goed Voldoende Zwak

Inhoud Je hebt alle vragen correct beantwoord. De collage geeft een duidelijk beeld

over je gekozen persoon. Vaardigheden Je hebt gericht gezocht op internet. Je hebt een duidelijke collage gemaakt. Attitude

Je hebt rustig

gewerkt. Je hebt ordelijk

gewerkt. Je hebt netjes

gewerkt.

MEMORY EN DOMINO

Tijd voor een spelletje memory en domino.

Na deze spelletjes ken je zeker en vast deze persoon!

______

72 Olympische Spelen 2B PAV

SPORTRECORDS

In de atletiek loopt, springt en gooit men het ene record na het andere.

Er zijn verschillende soorten records : Belgisch record, persoonlijk record, Olympisch record, wereldrecord, …

Scan de QR-code en vul de tabel met Belgische records aan.

Onderdeel Record Persoon Plaats Datum

Mannen (outdoor)

Hoogspringen

Verspringen

100 m sprint

Kogelstoten

Speerwerpen

1 mijl

Vrouwen (outdoor)

Hoogspringen

Verspringen

100 m sprint

100 m horden

Marathon

73 Olympische Spelen 2B PAV

TIJD VOOR TAAL!

Welke term hoort niet in het lijstje?

sport Termen

tennis set – game – puck – smash

motorsport zijspan – baan – klasse – jockey

atletiek discuswerpen – kogelstoten – gewichtheffen – verspringen

turnen radslag – salto – handstand – aanslag

biljart snooker – floret – keu – biljartbal

roeien mast – skiff – riemen – stuurman

autorally auto – circuit – coureur – pluimpje

Wat hebben deze sporten gemeen?

Sporten Gemeen

zeilen – surfen – schoonspringen – waterpolo

boksen – karate – judo – worstelen

Tafeltennis – tennis – volleybal – voetbal

Snowboarden – schaatsen – skiën – langlaufen

Zeilen – roeien – wildwaterkano

74 Olympische Spelen 2B PAV

Ken jij deze sporten? Zoek ze in de pictogrammen en schrijf de naam er telkens onder.

75 Olympische Spelen 2B PAV

Vul het kruiswoordraadsel in.

Van links naar rechts

1. Probeer jouw lievelingsdier over hoge hindernissen te doen springen, of leg er zo snel mogelijk een parcours mee af.

7. Het gelijkt op tennis, maar dan met een pluimpje.

8. Met zes tegen zes sta je aan elke kant van het net. Je probeert de bal in het vak van de ander te laten vallen.

9. Het word binnen gespeeld. Met jouw handen moet je het kleine balletje voorbij de doelman zien te werpen.

11. Al jouw spieren gebruiken om een zware staaf in de lucht te heffen.

Van boven naar onder

2. In een dunne boot probeer je samen zo hard mogelijk aan de riemen te trekken om sneller dan jouw tegenstander over de eindmeet te varen.

3. Probeer jouw tegenstander te vloeren en zorg dat hij een tijdje niet kan bewegen.

4. Zoals bergbeklimmen, maar dan binnen in een warme zaal.

5. Met een stick probeer je het kleine balletje te passen naar elkaar. De ploeg die het meeste doelpunten maakt, wint.

6. Elk om de beurt een balletje tegen de muur knallen en hopen dat hij maar een keer botst.

7. Op elkaar slaan, maar dan gelukkig met handschoenen.

10. Op een balletje slaan en hopen dat het in het putje rolt.

76 Olympische Spelen 2B PAV

77 Olympische Spelen 2B PAV

SPORTEN? HOEVEEL KOST DAT?

INDIVIDUEEL VS CLUBVERBAND

Sommige mensen sporten liever alleen, anderen sluiten zich liever aan in een club. Elk heeft zijn voor- en nadelen. Ken jij er enkele?

Individueel sporten

Voordelen Nadelen

Sporten in clubverband

Voordelen Nadelen

78 Olympische Spelen 2B PAV

ENKELE REKENOEFENINGEN

Wanneer je een sport doet moet je natuurlijk ook inschrijvingsgeld betalen. Soms kan het zijn als je met drie familieleden in één club bent dat je minder moet betalen. Bekijk het volgende voorbeeld van de familie Desmet.

Familie Desmet is met 4 kinderen. Jan is 19, de tweeling Dries en Maarten zijn 17 en Tom is 9 jaar. Alle 4 de kinderen van de familie Desmet zitten in de voetbalploeg FC Boom. Het is weer het begin van het seizoen dus dit betekent dat men lidgeld moet betalen. Wel geeft de club een cadeautje aan de gezinnen die meer dan 1 kind inschrijven. Wanneer er meerdere kinderen van 1 gezin zich inschrijven dan krijgen ze een korting van € 10 per kind.

Bereken aan de hand van volgende tabel hoeveel de familie Desmet moet betalen voor alle 4 de kinderen.

Junioren ( 19 – 25) € 150

Cadetten ( 14 – 18 jaar) € 140

Miniemen (11- 14 jaar) € 120

Preminiemen (9 – 10 jaar) € 100

Berekening:

______

______

______

______

______

79 Olympische Spelen 2B PAV

Jan speelt voor het eerst dit jaar bij de junioren. In deze club is het de gewoonte wanneer ze winnen of gelijkspelen dat ze een premie krijgen. Bij het winnen van een match krijgen ze elk € 50, bij gelijkspel € 25. Bij het einde van het jaar zijn er 25 speeldagen voorbij. De club van Jan heeft 11 matchen gewonnen en 6 matchen gelijkgespeeld. Hoeveel heeft hij dit jaar verdiend aan premies?

Berekening:

______

______

______

______

______

Mieke speelt voor het eerst dit jaar bij de volleybalclub. In deze club is het de gewoonte wanneer ze winnen of gelijkspelen dat ze een premie krijgen. Bij het winnen van een match krijgen ze elk € 12, bij gelijkspel € 6. Bij het einde van het jaar zijn er 35 speeldagen voorbij. De club van Mieke heeft 21 matchen gewonnen en 14 matchen gelijkgespeeld. Hoeveel heeft zij dit jaar verdiend aan premies?

Berekening:

______

______

______

______

______

80 Olympische Spelen 2B PAV

SPORTEN IS (ON)GEZOND

Lees onderstaande krantenartikelen. Is sporten inderdaad ongezond? Schrijf je mening neer.

______

______

______

______

______

81 Olympische Spelen 2B PAV

EEN ECHT SPORTLICHAAM

AMAI! IK ZWEET ERVAN!

WELKE AFVALSTOFFEN VERWIJDER JE UIT HET LICHAAM?

Bekijk de foto’s. Wat zie je? Welke organen zijn actief?

______

______

Tijdens het zweten, plassen en ademhalen komen ______vrij.

Voer de volgende proeven uit.

Steek je hand in een plastic zak. Bind de zak rond de pols dicht.

Wat zie je na enkele minuten op de binnenwand van de plastic zak?

______

Haal je hand uit de plastic zak.

Lik eens aan je hand. Wat proef je? ______en ______

82 Olympische Spelen 2B PAV

Adem uit tegen een koud venster. Wat zie je?

______

Welke andere stof komt ook vrij tijdens het uitademen?

De longen verwijderen ______en ______

Vul de tekst aan. Kies uit :

Huid – nieren – longen – zout – water – koolstofdioxide – water – zout – uitscheidingsorganen - water

De ______verwijdert zweet dat bestaat uit ______en ______.

De ______verwijderen ______en ______.

De ______verwijderen urine. Dat bestaat uit ______en ______.

De huid, nieren en longen zijn de ______.

Wist je dat!?!

83 Olympische Spelen 2B PAV

HOE VERWIJDERT DE HUID AFVALSTOFFEN?

Bekijk de foto’s. Verbind.

Zweten door emoties

Zweten door ziekte

Zweten door inspanning

Je lichaam heeft het in alle drie situaties te warm / te koud.

Breng een druppel reukwater aan op de rug van je hand. Het voelt warm / koud aan. Het reukwater blijft op je hand liggen / verdampt.

Als een vloeistof verdampt, koelt ze haar omgeving af / warmt ze haar omgeving op.

Tijdens zweten gebeurt net hetzelfde.

84 Olympische Spelen 2B PAV

HOE VERWIJDEREN DE NIEREN AFVALSTOFFEN?

Bekijk de tekeningen.

Omcirkel welke persoon er nu toch wel dringend moet gaan plassen.

Kleur de weg die de urine neemt.

Benoem de aangeduide organen.

1. ______

2. ______

3. ______

4. ______

De nieren halen afvalstoffen uit het ______. Die zijn opgelost in water. Dat noemen we ______.

Laten we samen een nier dissecteren. Volg goed de instructies van de leerkracht!

85 Olympische Spelen 2B PAV

MIJN HART GAAT SNELLER SLAAN!

WAT GEBEURT ER MET JE HARTSLAG TIJDENS EEN INSPANNING?

Al de cellen in je lichaam hebben voortdurend voedsel en zuurstof nodig, en moeten zien af te geraken van afvalstoffen. De aan- en afvoer wordt door je bloed verzorgd. Je hart pompt het bloed rond. Maar je hart is meer dan zomaar een pomp. Het is een intelligente pomp.

Neem de pols van je klasgenoot. Zoek met wijs- en middenvinger de slagader in de vouw van de pols, net onder de muis van de duim. Voel niet met je duim, want dan zou je wel eens je eigen hartslag kunnen voelen. Tel de slagen, terwijl je de klok in de gaten houdt. Onthoud het aantal na vijftien seconden, maar tel door tot zestig seconden. Noteer het aantal slagen na vijftien en zestig seconden op het resultatenblad. Vermenigvuldig de uitslag na vijftien seconden met vier, en vul die uitkomst ook in op het blad. Laat de proefpersoon nu in hoog tempo op en neer springen. Meet zijn polsslag na 1, 2 en 3 minuten gedurende 15 seconden. Vermenigvuldig dit opnieuw met 4.

Naam proefpersoon : ______

Polsslag in rust : 15 s : ______

60 s : ______

15 s x 4 : ______

Inspanning : 1 min. : ______

2 min. : ______

3 min. : ______

Sporten beïnvloedt de hartslag wel / niet .

86 Olympische Spelen 2B PAV

HOE IS HET BLOEDVATENSTELSEL OPGEBOUWD?

Bekijk het filmpje over de bouw van het hart.

https://www.youtube.com/watch?v=zROdlPwOSBA

Benoem de organen op de tekening.

Kleur de delen met zuurstofarm bloed blauw en met zuurstofrijk bloed rood.

1. ______6. ______2. ______7. ______3. ______8. ______4. ______9. ______5. ______10.______

87 Olympische Spelen 2B PAV

Tijd om een echt hart te dissecteren! Kijk goed hoe de leerkracht dit doet.

Juist of fout? Verbeter indien nodig.

Juist Fout 1. De wand van de rechterkamer is dikker dan de wand van de linkerkamer.

______

2. De aorta stuurt zuurstofarm bloed doorheen het lichaam.

______

3. Vanuit de rechterkamer vertrekt de aorta.

______

4. De punt van het hart wijst naar rechts.

______

5. Er zijn 2 kleppen in het hart aanwezig.

______

Het hart pompt het bloed door de ______.

Bekijk de 3 soorten bloedvaten.

88 Olympische Spelen 2B PAV

Elk bloedvat heeft een specifieke functie. Zet een kruisje in de juiste kolom.

haarvat slagader Ader

Het bloed laten stromen naar het

hart. Het bloed laten stromen van het hart

weg.

Uitwisselen van stoffen, zoals

zuurstofgas en voedingsstoffen.

Gaat het om de grote of de kleine bloedsomloop? Luister goed naar de leerkracht.

Grote / kleine bloedsomloop Grote / kleine bloedsomloop

89 Olympische Spelen 2B PAV

WAT IS BLOED?

Bekijk het schema.

Vul aan.

Bloed bestaat uit :

1. Een vast gedeelte a. Rode bloedcellen b. ______c. ______2. Een vloeibaar gedeelte a. Eiwit b. ______

90 Olympische Spelen 2B PAV

Bekijk de afbeeldingen. Vul de tabel nadien aan.

Vervoer Verdedigen Stollen Rode bloedcellen Witte bloedcellen Bloedplaatjes Eiwit Serum

91 Olympische Spelen 2B PAV

DOPING : NOT DONE!

Doping komt regelmatig in de actualiteit. Maat wat is het precies? Wat zijn de gevolgen van doping? In deze opdracht leer je er meer over. Laat ons eerst eens dit artikel van 21 september 2004 lezen.

Tyler Hamilton zorgt voor primeur

Verschillende media berichten dat Tyler Hamilton postief is bevonden op bloeddoping. Indien de analyse van het B-monster deze bevinding bevestigt, zal het voor de eerste keer zijn dat een sporter positief zal worden bevonden op basis van een bloedmonster.

Tyler Hamilton, de olympisch kampioen tijdrijden van dit jaar, zou positief hebben getest na de achtste etappe in de Ronde van Spanje. Het zou hierbij gaan om homologe bloeddoping, waarbij een sporter de rode bloedcellen van iemand anders krijgt geïnjecteerd. De detectie van bloeddoping vereist een bloedmonster. Tot nu toe zijn dopingzondaars altijd door de mand gevallen op basis van een urinecontrole, of op grond van eigen verklaringen. Het zou voor het eerst zijn dat een sporter positief wordt bevonden op basis van een bloedmonster.

Bloeddoping staat sinds 1985 op de dopinglijst, maar de geruchten over het gebruik van bloedtransfusies in de sport stammen reeds van voor die tijd. Zowel in het wielrennen als in de atletiek zouden sporters gebruik maken van deze methode. Leden van de Amerikaanse baanwielrenploeg hebben toegegeven dat zij in hun voorbereiding op de Olympische Spelen van 1984 gebruik hebben gemaakt van de, toen nog niet verboden, methode. Reeds in 1972 hebben wetenschappers de effecten van bloeddoping op de sportprestatie beschreven. Het voornaamste effect is een extra capaciteit van het bloed om zuurstof naar de spieren kunnen transporteren, waardoor met name duurprestaties verbeterd worden.

De methode om het gebruik van bloeddoping aan te tonen is in 2002 ontwikkeld in Australië. Sindsdien is de methode verfijnd om de effectiviteit ervan te

92 Olympische Spelen 2B PAV maximaliseren. De methode is gebaseerd op de antistoffen die ieder persoon in zijn of haar bloed heeft. Als er bloed van iemand anders wordt geïnjecteerd, dan zijn er vreemde patronen antistoffen te herkennen. Dit levert het bewijs dat iemand het bloed van iemand anders heeft gekregen. De test is zeer betrouwbaar. De kans op een vals positieve uitslag is vrijwel nihil. De kans op een vals negatieve uitslag is iets groter, maar nog steeds uiterst klein. Een sporter moet dan hetzelfde genetisch profiel hebben als de bloeddonor, wat alleen het geval is bij ééneiige tweelingen of een zeer bijzondere speling van de natuur.

Een groot voordeel van de test is dat hij tot 90 dagen na het toedienen van het bloed uitsluitsel kan geven over het al dan niet toedienen van een bloedtransfusie. Het is vooralsnog onduidelijk of Tyler Hamilton tijdens de Olympische Spelen in Athene ook een bloedmonster heeft afgegeven ten behoeven van een bloeddopingcontrole; de test is wel gebruikt in Athene. De internationale wielrenbond (UCI) had reeds in juli van dit jaar aangekondigd om deze nieuwe detectiemethode voortaan in te zetten.

Verklaar onderstaande woorden:

- bloedmonster: ______

- analyse: ______

- homologe: ______

- detectie: ______

- antistoffen: ______

- nihil: ______

Wat is het verschil tussen bloeddoping en ‘klassieke’ dopingvormen?

______

______

______

______

93 Olympische Spelen 2B PAV

Doping in de sport

Sinds het dopingschandaal van de Tour de France waar hele kranten en bladen vol mee stonden,weet bijna iedereen er van.Steeds meer topsporters gebruiken 'de verboden middelen' die hen meer kracht geven,waardoor ze tot betere prestaties komen. Een goede reden om er eens wat meer over te vertellen…

Vroeger

De eerste verhalen van doping stammen uit de Griekse oudheid. Wanneer iemand erg vermoeid was werd aan vrouwenmelk een stimulerende werking toegevoegd, zodat de vermoeidheid wat minder werd.

Waaraan kun je zien dat iemand doping heeft gebruikt?

Allereerst kun je het aantonen door middel van de urine van de gebruiker. De persoon die gecontroleerd wordt moet dan ongeveer 40 milliliter urine afgeven. Deze urine wordt in een buisje gedaan en gaat naar het laboratorium. Na het verwijderen van de oninteressante stoffen in de urine, zoals o.a. ontstekingsremmers, door middel van toevoeging van ether of chloroform, gaat een deel van de urine in een analyzer. De computer die daarop is aangesloten geeft de uitslag.

Je kunt het ook testen door middel van een bloedcontrole. Er wordt dan bloed afgetapt en dit bloed wordt in een laboratorium onderzocht op verboden stoffen.

Bovendien treden er na het gebruik van doping vaak bijwerkingen op. Een aantal bijwerkingen zijn: het geelgekleurde oogwit, een slechte adem, opzwelling van de tepels bij mannen, vergroting van de prostaat, de huid kleurt geel, spierkramp en zwelling van de enkels en onderbenen.

Deze bijwerkingen hebben vaak ook nog risico's, want er kunnen o.a. levertumoren optreden, bloedingen in maag- en darmkanaal, beschadiging van spieren, pezen en gewrichtsbanden en er kunnen nierstenen en nierziektes ontstaan.

94 Olympische Spelen 2B PAV

Middelen waarin stimulerende stoffen zitten.

Sommige medicijnen en drankjes bevatten stimulerende middelen, zoals je bijv. morfine kunt vinden in pijnstillers. Het is echter niet mogelijk al deze middelen en medicijnen te verbieden.

Het drinken van koffie, waarin cafeïne zit, wat ook stimulerend werkt, is niet verboden, als er maar niet meer dan 12 microgram coffeïne in de urine zit.

Stoffen als salbutamol, terbutaline en sameterol zijn sinds enkele jaren toegestaan, maar alleen via inhalatie.

Soms heb je om de een of andere reden toch medicijnen nodig. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van neusdruppels bij verkoudheid en hoestdrankjes bij keelpijn. Het is belangrijk dat je dan weet welke middelen je wel en niet kunt gebruiken, om toch niet de regels te overtreden.

Het wordt echter steeds moeilijker om het gebruik van doping te controleren, omdat niet alle middelen in het bloed of in de urine te vinden zijn. En is bijvoorbeeld de prostaat van de persoon vergroot, of heeft hij geelgekleurd oogwit, dan mag je nog niet gelijk concluderen dat de persoon doping gebruikt, omdat er ook andere omstandigheden geweest kunnen zijn voor het ontstaan van deze verschijnselen.

Werking van doping

Over doping worden vele verhalen verteld. Daarvan zijn altijd wel verhalen waar, maar er zijn er ook genoeg die niet waar zijn. Vele sporters denken namelijk stiekem doping te gebruiken, maar dit is niet altijd het geval, integendeel!

Een voorbeeld: Beta-blokkers geven je wel een stille hand om goed te kunnen boogschieten, maar je maximale hartslag daalt, waardoor de maximale inspanningniveau ook daalt, dus vele sporters hebben hier niets aan.

Een ander voorbeeld is de stof Ventolin genaamd. Deze stof helpt CARA- patiënten de luchtwegen open te houden. Veel mensen denken daardoor dat je het ook kunt gebruiken als je geen CARA- patiënt bent, maar dit is niet het geval, want je luchtwegen staan al maximaal open en helpt dus niet mee aan een betere prestatie.

95 Olympische Spelen 2B PAV

Je loopt zelfs de risico dat je door bijwerkingen (verlaagde hartslag) je maximum verlaagt, waardoor er juist slechtere bijwerkingen optreden!

Wielrennen

In heel veel sporten gebruikt men verboden middelen, maar tegenwoordig weten heel veel mensen dat wielrenners het gebruiken, door het dopingschandaal van afgelopen jaar in de Tour de France.

Het UCI, het hoofd van het wielrennen, wil maatregelen treffen om nog meer teleurstellingen, in het wielrennen te voorkomen. De belangrijkste UCI- maatregel in de strijd tegen de doping is de invoering van gezondheidscontroles volgend jaar. Om de paar maanden worden de wielrenners medisch onderzocht en als er zich belangrijke afwijkingen voordoen, mag de UCI die wielrenners, aan de kant zetten.

Zoek deze woorden op in het woordenboek:

- concluderen: ______

- CARA - patiënten: ______

- stimulerend: ______

- inhalatie: ______

- bijwerkingen: ______

Beantwoord onderstaande vragen.

Geef een voorbeeld van doping in de Griekse oudheid.

______

Welke twee controlevormen bestaan er?

______

Welke risico’s zijn er verbonden aan doping?

______

96 Olympische Spelen 2B PAV

Geef enkele voorbeelden van middelen waarin doping zit.

______

Geef een voorbeeld waarbij doping de prestaties verlaagt i.p.v. verhoogt.

______

Geef jouw mening over deze stelling:

“Door het gebruik van doping schend je de regels van de fair-play.”

Ga je hiermee akkoord of niet? En waarom?

______

______

______

______

Vind jij dat je doping mag gebruiken tijdens het sporten? Ga hierover in debat met je klasgenoten.

97 Olympische Spelen 2B PAV

ONBEKENDE SPORTEN

Ken jij deze 6 onbekende sporten? Verbinden de namen met de foto’s. Kies uit :

Zorbing op de oceaan – mountain unicycling – skyaking – canyoning op het ijs – gletsjer boarding – free clif fdiving

______

______

______

Zoek van elke sport een filmpje op Youtube. Bekijk het met de hele klas.

98 Olympische Spelen 2B PAV

ACTUA

ORIËNTEREN

Sla de krant open, bekijk het nieuwsbericht, kijk naar een nieuwsuitzending,… Telkens je dit doet, vindt je wel een onderdeel ‘sport’. Het wordt tijd om dit onderdeel eens van dichtbij te bekijken.

VERKENNEN

Je werkt per twee. Je surft naar www.hln.be . Je klikt op topic ‘sport’. Je kiest een sportartikel naar keuze en gaat dit volledig bekijken. Je beantwoordt de vragen.

UITVOEREN

Wat is de titel van jullie artikel?

______

Wie heeft jullie artikel geschreven? ______

Wanneer is het artikel gepubliceerd? ______

Over wie gaat het artikel? ______

Over welke sport gaat het artikel? ______

Hoeveel tussentitels heeft het artikel? ______

Welke? ______

______

______

______

In welk land speelt jullie artikel zich af? ______

99 Olympische Spelen 2B PAV

Vat het artikel in 5 zinnen samen.

______

______

______

______

______

Waarom hebben jullie dit artikel gekozen?

______

______

______

Geef jullie mening over het artikel.

______

______

______

REFLECTEREN

Noem 2 dingen die je goed gedaan hebt : ______

______

Noem 2 dingen waar je nog aan moet werken : ______

______

100 Olympische Spelen 2B PAV

ENKELE WEETJES…

In 1932 raakten de officials bij de 3000 m steepelache de tel kwijt, waardoor de lopers 8.5 De Canadese zeiler Hank in plaats van 7.5 rondjes Lammens werd in 1992 moesten lopen. gediskwalificeerd omdat hij geen zwemvest bij zich had.

De Amerikaanse turner George Eyser won in 1904 het touwklimmen, de brug en de evenwichtsbalk, en dat allemaal met een houten been.

Het Deens-Zweedse touwtrekteam kwam in 1900 een man te kort. De Deense De Zuid-Afrikaanse bokser journalist Edgar Aaybe werd Thomas Hamilton-Brown gevraagd in te vallen en deze verloor in 1936 op het won uiteindelijk een gouden nippertje een gevecht. Als medaille. troost ging hij lekker uit eten. Toen men merkte dat Hamilton-Brown toch had gewonnen was hij te zwaar om nog verder mee te mogen doen.

De Australiër Henry Pearce was in 1928 zo oppermachtig bij het skiff-roeien dat hij tijd had om even te stoppen voor een overstekende familie eenden.

101 Olympische Spelen 2B PAV

EXTRA OEFENINGEN

TAAL

LEENWOORDEN

Schrijf boven elk woordkwartet de naam van de sport waarover het gaat. Gebruik hiervoor 12 van de 20 namen.

atletiek – autosport – basketbal – biljarten – bowling – gewichtheffen – handbal – kaatsen – karate – paardensport – rugby – schaatsen – schoonspringen – skiën – tafeltennis – tennis – voetbal – waterpolo – wielrennen – zwemmen

______

Forehand Backhand Schroefsalto

Court Topspin Toren

Tie-break Bat of racket Vrije sprong

Gravel Set Springplank

______

Military Keirin Keerpuntcontroleur

Jockey Omnium Wisselestafette

Galopperen Halve fond Crawl

Jumping Klassieker Schoolslag

______

Driesecondenregel Biatlon Fast break

Beginworp Langlauf Lay-up

Afgrendeling Noordse combinatie Mandekking

Doelpunt Slalom Loopregel

______

Schaarpas Marathon Stoten

Try 3000m steeple Duwen

Goalkick Spikes Halters

Eivormige bal Hamerslingeren Zwaargewicht

102 Olympische Spelen 2B PAV

Vul de zinnen aan. Gebruik alleen woorden uit de vorige oefening.

De moderne vijfkamp of ______bestaat uit paardrijden, schermen, pistoolschieten, zwemmen en hardlopen.

______is een nieuwe discipline in het wielrennen, die ontstaan is in Japan.

______is een combinatie van langlaufen en karabijnschieten.

De ______is en van de oudste zwemstijlen.

Een slag waarbij de pingpongbal veel effect meekrijgt wordt een ______genoemd.

Tennis wordt gespeeld op gras of op ______

De Ronde van Vlaanderen is een heel belangrijke wieler______

Met een ______kan je zowel in het bos als in de bergen fietsen.

Ijshockey wordt niet met een bal gespeeld, maar met een ______

In het baseball gooit de ______de bal en de catcher probeert hem te pakken.

Loopschoenen en ______zijn hetzelfde.

103 Olympische Spelen 2B PAV

MOEILIJKE WOORDEN

Zet de woorden bij de juiste verklaring en vervolledig de voorbeeldzin. Kies uit:

antiek – atleet – elitair – lauweren (lauwerde-gelauwerd) –

mennen (mende-gemend) – olympiade – piste – stadion – stadium

______

Loven, prijzen, verheerlijken, …

Voorbeeldzin: Omdat hij een gouden medaille won, werd hij ______

______

Renbaan voor atleten, wielrenners enz.

Voorbeeldzin: In het sportpaleis van Gent is er een ______voor wielrenners.

______

Afkomstig uit de Griekse of Romeinse oudheid; uit oude tijden afkomstig, oud, ouderwets

Voorbeeldzin: Deze ______vaas is nu veel geld waard.

______

Loopbaan in het Oude Griekenland, nu een groot terrein met tribunes, waar aan sport wordt gedaan.

Voorbeeldzin: Het ______van Club Brugge heet Olympia.

______

Een bepaalde tijd in de ontwikkeling van iets.

104 Olympische Spelen 2B PAV

Voorbeeldzin: Die ziekte is nu nog in haar eerste ______

______

Een vuistvechter bij de Oude Grieken, nu iemand die aan sport doet.

Voorbeeldzin: De Amerikaan Carl Lewis is een groot ______

______

Eigen aan de elite. Met elite wordt een kleine groep welgestelden bedoeld, een beperkte kring van bevoordeelden.

Voorbeeldzin: De soldaten van de dictator krijgen een ______behandeling.

______

Bij de Oude Grieken een periode van 4 jaar, nu de om de 4 jaar terugkerende internationale Olympische Spelen.

Voorbeeldzin: De eerste ______begon in 776 v.Chr.

______

Besturen van voertuigen die getrokken worden door paarden.

Voorbeeldzin: Toen het ongeluk gebeurde, ______hij en niet zijn ervaren koetsier.

ZINNEN MAKEN

Maak van 3 woorden uit de vorige oefening telkens een correcte zin.

1. ______

______

2. ______

______

3. ______

______

105 Olympische Spelen 2B PAV

REKENEN

De thuiswedstrijden van FC Potstampers kenden een onregelmatige publieke opkomst. Tijdens de eerste wedstrijd waren er 800 toeschouwers, de tweede 400 en voor de laatste match daagden er 1200 kijkers op. Bereken even het gemiddeld aantal toeschouwers tijdens deze eerste drie wedstrijden.

______

______

De omtrek van een atletiekbaan is 400 meter. Tijdens de 400 m horden staat de eerste horde 45 meter na de start, daarna is er een ruimte van 35 meter tussen de opeenvolgende horden. De laatste 30 meter is er geen hindernis meer. Jempi Jumper moet tijdens zijn wedstrijd ... horden overschrijden.

______

______

Tijdens de marathon wordt er veel gedronken. De bekende loper Jan Snel drinkt 7 flesjes van een halve liter water en 6 energiedrankjes met een inhoud van 25 cl. Tijdens deze loopwedstrijd dronk hij ... liter.

______

______

Een basketveld heeft een breedte van 15 m en een lengte van 26 m. Basketter Koen Korf heeft een geweldige afstandsworp. Hij scoort in een wedstrijd driemaal vanaf de middellijn. De afstand tot de ring bedroeg ... meter.

______

______

Bokser Karel Klop wordt tijdens de vijftigste seconde van de negende ronde knock- out geklopt door Bert Beest. Elke boksronde duurt drie minuten. Karel Klop hield het ... seconden uit.

______

______

106 Olympische Spelen 2B PAV

EXTRAATJES

WOORDZOEKER

107 Olympische Spelen 2B PAV

KRUISWOORDRAADSEL

108 Olympische Spelen 2B PAV

KLEURPLAAT

109 Olympische Spelen 2B PAV

SPORTANAGRAMMEN

Hieronder staan enkele woorden die met sport te maken hebben. Alleen staan alle letters ietwat door elkaar.

Vind jij welke woorden hier staan? Bij elk woord staat ook een tip.

1. rent nu ......

Tip: ringen, balk, mat

2. winner leen ......

Tip: Boonen

3. beker zwom ......

Tip: badpak

4. senators lach ......

Tip: skeelers

5. vinger snerp ......

Tip: aanloop en hop

6. piloten ram ......

Tip: spring … hoger… nog hoger!

7. aim tat ......

Tip: judomat

8. anti dos ......

Tip: waar gesport wordt

9. tacker ......

Tip: om mee te slaan

10. 10.yes hick jo ......

Tip: koud en hard

110