In Goede Orde Veranderlijk Geordineerd

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

In Goede Orde Veranderlijk Geordineerd doi: 10.2143/GBI.37.0.3017262 IN GOEDE ORDE VERANDERLIJK GEORDINEERD SCHRIFTELIJKE BRONNEN OVER (MARMER)STENEN VLOEREN IN HET NEDERLANDSE INTERIEUR VAN DE 17DE EN 18DE EEUW INGER GROENEVELD Historische natuurstenen vloeren hebben iets magisch in Die visie ten aanzien van het voorkomen van natuurstenen een land dat van nature nauwelijks harde grond onder de vloeren in het Nederlandse interieur van de 17de eeuw is voeten kent.1 Ze zijn onlosmakelijk verbonden met onze overgenomen in verschillende binnen- en buitenlandse rijke handelsgeschiedenis: de binnenvaart over de Maas en kunsthistorische studies.5 de Schelde en de kleine vaart tussen Zweden en de Middel- landse Zee. De gepolijste, barstloze en regelmatig gelegde Na 2001 kwam er ten aanzien van de 18de eeuw een natuurstenen vloer – alsook de smetteloos geschuurde, zekere nuancering. Zo maakte het promotieonderzoek van knoestloze grenen vloer – is van oudsher verbonden met dr. Johan de Haan naar het Groninger interieur (2005) de legendarische properheid en deugdzaamheid van de – tussen de regels door – een aanzet tot (regionale) bij- Hollandse huisvrouw. De vloer werd in de schilderkunst stelling van het beeld dat in die eeuw enkel witmarmeren verbeeld als podium van huiselijke harmonie, met de bezem vloeren de toon zetten.6 (afb. 1) als deurwachter in de hoek. Sinds de eerste studies naar het Nederlandse historische interieur is het beeld van de Bovengenoemde studies ten spijt is er nog nooit afzonder- natuurstenen vloer in de 17de en 18de eeuw vooral bepaald lijk interieurhistorisch onderzoek gedaan naar de natuurste- geweest door de stilistische veronderstelling ‘patroonvloer, nen stenen vloer. Het ontbrak zodoende aan een op harde dus 17de eeuw’ en ‘witte marmeren vloer, dus 18de eeuw’. feiten gebaseerde chronologie van bijvoorbeeld de kwaliteit Pas tegen het einde van de 20ste eeuw is daarin verandering van de verschillende steensoorten, tegelformaten, de ont- gekomen, mede dankzij de ontwikkeling van de interieur- wikkeling van vloerconstructies, laat staan een chronolo- geschiedenis als zelfstandige discipline. gische ontwikkeling van de belangrijkste ‘vloermodes’. Hoe een vermoedelijk oude stenen vloer in situ te dateren en te Het standaardwerk Het Nederlandse interieur in Beeld waarderen, nu het stilistische houvast op losse schroeven (2001) geeft een indruk van het heersende algemene beeld gezet kan worden? En wat te denken van verscheidene van de rol van de stenen vloer in het Nederlandse interieur studies over de steenhandel (Scholten 1993, Van Tussen- van de 17de en 18de eeuw.2 Voor wat betreft de 17de eeuw broek 2001), waaruit blijkt dat het 17de-eeuwse Amster- is dat voornamelijk gestoeld op het welbekende artikel dam een spilfunctie had in de marmer- en vloersteenstapel? ‘Werkelijkheid of schijn. Het beeld van het Hollandse Gingen de geïmporteerde marmeren, hardstenen en Öland- interieur in de 17de-eeuwse genreschilderkunst’ (1998) stenen vloertegels of de marmeren blokken voor het groot- van prof. dr. C. Willemijn Fock. Zoals bekend, stelde dit ste deel linea recta weer naar het buitenland of kwamen zij artikel onder andere ter discussie of in het bijzonder de ook in het Nederlandse interieur terecht. En zoja, hoe? marmerstenen patroonvloer wel zoveel in het Nederlandse 17de-eeuwse woonhuisinterieur is toegepast als voordien Om een antwoord te bieden op deze vragen gaf de Neder- werd gedacht op grond van genreschilderijen.3 Volgens landse Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed – uit hoofde Willemijn Fock zou men ook in de 17de eeuw verreweg van dr. Eloy Koldeweij – in 2005 aan ondergetekende de hout boven steen hebben verkozen als kamervloer, om opdracht onderzoek te doen naar natuurstenen vloeren in klimatologische redenen, zelfs in een representatief vertrek het Nederlandse interieur van de 17de en 18de eeuw. Die als de zaal. Natuursteen en marmer zouden hoofdzakelijk periodisering is globaal bedoeld. De opkomst van de witte zijn toegepast in voorhuizen en gangen. Als er al een mar- Carraramarmeren vloertegel (waarschijnlijk rond het meren vloer in een kamer kwam te liggen, was dat meestal Twaalfjarig Bestand, 1609-1621) vormt de ondergrens, de 4 een effen vloer of een vloer met een eenvoudig patroon. Franse Tijd met het daarmee gepaard gaande instorten van 96779.indb 21 7/04/14 09:30 22 INGER GROENEVELD Afb. 1. Gang met een tegelvloer van hardsteen en wit marmer, circa 1765-1767. – Utrecht, Fundatie van Renswoude (© Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort. Foto M. Svensson) de zeehandel de bovengrens. De opdracht was het vinden onderzoek), evenals de inheemse keitjesvloeren (wegens een van harde historische data die als kapstok kunnen dienen geheel afwijkende vervaardiging en toepassing).7 Dit onder- om tot een chronologie te komen en ‘handvatten’ die zoek, dat zich voornamelijk concentreerde op schriftelijke bouw- en interieurhistorisch onderzoek, maar ook (stads) bronnen over vloeren van polijstbare natuursteen in het archeologisch onderzoek van dienst kunnen zijn. Zijn in particuliere en publieke interieur, resulteerde in enkele dit onderzoek buiten beschouwing gelaten: kerkvloeren, publicaties, waaronder een artikel over natuurstenen vloe- doorgaans grafzerken (wegens de ‘behapbaarheid’ van het ren in het Amsterdamse woonhuisinterieur 1620-1770.8 96779.indb 22 7/04/14 09:30 IN GOEDE ORDE VERANDERLIJK GEORDINEERD 23 Voorliggend artikel is bedoeld om iedereen die, zowel tij- 1721), uit andere historische regionale kranten9, uit Rotter- dens bronnenraadpleging als in situ met het onderwerp damse 17de- en 18de-eeuwse steenhouwerinboedels en uit ‘stenen vloeren in het Nederlandse interieur’ in aanraking bestekken waarin bijvoorbeeld Naamse tegels of Bremer komt, enige algemene houvast te bieden (vanuit de in tegels werden genoemd, of waarin sprake was van een schriftelijke bronnen opgedane bevindingen). Vanuit een voor aardewerk onwaarschijnlijke maar voor natuursteen thematische ordening langs de lijnen van het vervaardigings- gangbare tegelmaat. Een tegel afkomstig uit Nederland proces worden de tot dusverre geconstateerde chronologi- (Haarlem, Leiden, Valkenburg, Woerden, Utrecht enz.) sche ontwikkelingen besproken, en waar nodig bestaande wijst daarentegen op een gebakken exemplaar; denk aannames weerlegd. Allereerst wordt aandacht besteed aan bijvoorbeeld aan ‘blauwe Valkenburgse’ tegelen.10 In de de historische omschrijving van de verschillende steensoor- 18de eeuw bestond zelfs ‘Utrechts marmer’: gemarmerde ten. Aan de hand daarvan wordt de ontwikkeling van de (mogelijk ook wit Carrarees marmer imiterende) gebakken soorten, maten en prijzen van de in de Republiek verkrijg- plavuizen.11 bare standaard vloerstenen besproken. Daarna wordt aan- dacht besteed aan de manier waarop stenen vloeren werden In Amsterdam was het onderscheid tussen aardewerk en geconstrueerd. Speciale aandacht verdient de voor stenen natuursteen wel vrij helder, althans zolang uit de context vloeren gebruikelijke grenenhouten ondervloer en de ont- blijkt dat men over vloer- en wandtegels sprak. Gebakken wikkeling van de vloermortel. Dan komt het resultaat, de vloertegels betroffen backen (heelbacken, halfbacken enz.) of stenen vloer als interieurelement, aan de orde: eerst de tuymelaers, maar slechts bij hoge uitzondering ook wel – de vraag naar het patroon van de vloer, en vervolgens de vloer elders voor natuursteen gebruikte term – estricken. Natuur- in zijn context van de functie van het vertrek. stenen vloertegels werden daarentegen steevast ‘stenen’ of ‘vloerstenen’ genoemd. Gebakken wandtegeltjes werden De aard van het beschikbare bronnenmateriaal maakt dat steenties genoemd, dus altijd in de verkleiningsvorm. interpretatie niet eenvoudig is. Er wordt gepoogd om de In Rotterdam noemde men die ‘tegeltjes’. Daarentegen was afstand tussen de toenmalige schrijver en de hedendaagse in een stad als Dordrecht het woord ‘vloersteen’ kennelijk lezer, tevens interpretator van de historische bron, te over- ook op gebakken plavuizen van toepassing.12 bruggen. Juist omdat nog zoveel potentieel relevante, voor- heen slecht toegankelijke historische bronnen in de nabije In Groningse bronnen is het soms onduidelijk of men toekomst zullen worden ontsloten, kan dit artikel geen vol- spreekt over effen stenen vloeren of over losse vloertegels ledigheid pretenderen, maar wel alvast een kapstok bieden. van een bepaalde steensoort. Afgaande op advertenties voor afbraakmateriaal in 18de-eeuwse kranten noemde men daar al het losse vloermateriaal zoals grenen planken, plavuizen Lokaal taalgebruik en marmeren tegels overkoepelend floeren. In Friese of Groningse 18de-eeuwse kranten is tevens geregeld sprake Hoe werden in de 17de en 18de eeuw natuurstenen vloeren van witte albasterde vloeren, wanneer men duidelijk Carra- omschreven? Dat is geen overbodige vraag. Sommige ramarmer bedoelde.13 Sensitiviteit voor regionale verschillen termen, zoals ‘vloeren’, ‘stenen’ en ‘steentjes’, ‘tegels’ en en het in beschouwing nemen van de context zijn dus ‘marmer’, lijken namelijk zo eenvoudig en vanzelfsprekend, essentieel voor de interpretatie van historische terminologie. maar konden in de 17de of 18de eeuw lokaal toch net iets anders betekenen dan we geneigd zijn te denken. Nu zoveel historische bronnen gedigitaliseerd worden en op tekst De kleur van marmer doorzoekbaar zijn, kan veel gewonnen worden met een goed begrip van het historische, lokaal verschillende taal- Natuursteen en marmer werden in de 17de eeuw door- gebruik. gaans aan de hand van de kleur(en) omschreven.14 Denk maar aan
Recommended publications
  • Evolution and Ambition in the Career of Jan Lievens (1607-1674)
    ABSTRACT Title: EVOLUTION AND AMBITION IN THE CAREER OF JAN LIEVENS (1607-1674) Lloyd DeWitt, Ph.D., 2006 Directed By: Prof. Arthur K. Wheelock, Jr. Department of Art History and Archaeology The Dutch artist Jan Lievens (1607-1674) was viewed by his contemporaries as one of the most important artists of his age. Ambitious and self-confident, Lievens assimilated leading trends from Haarlem, Utrecht and Antwerp into a bold and monumental style that he refined during the late 1620s through close artistic interaction with Rembrandt van Rijn in Leiden, climaxing in a competition for a court commission. Lievens’s early Job on the Dung Heap and Raising of Lazarus demonstrate his careful adaptation of style and iconography to both theological and political conditions of his time. This much-discussed phase of Lievens’s life came to an end in 1631when Rembrandt left Leiden. Around 1631-1632 Lievens was transformed by his encounter with Anthony van Dyck, and his ambition to be a court artist led him to follow Van Dyck to London in the spring of 1632. His output of independent works in London was modest and entirely connected to Van Dyck and the English court, thus Lievens almost certainly worked in Van Dyck’s studio. In 1635, Lievens moved to Antwerp and returned to history painting, executing commissions for the Jesuits, and he also broadened his artistic vocabulary by mastering woodcut prints and landscape paintings. After a short and successful stay in Leiden in 1639, Lievens moved to Amsterdam permanently in 1644, and from 1648 until the end of his career was engaged in a string of important and prestigious civic and princely commissions in which he continued to demonstrate his aptitude for adapting to and assimilating the most current style of his day to his own somber monumentality.
    [Show full text]
  • 11 Corporate Governance
    144 11 Corporate governance MARJOLEIN ’T HART The Bank of Amsterdam´s commissioners: a strong network For almost 200 years, up to the 1780s, the Bank of Amsterdam operated to the great satisfaction of the mercantile elite. Its ability to earn and retain the confidence of the financial and commercial elite was highly dependent on its directors, the commissioners. An analysis of their backgrounds shows that many of them once held senior posts in the city council, although the number of political heavyweights decreased over time. The commissioners also took office at an increasingly younger age. After the first 50 years of the bank, they began to stay on in office longer, indicating a certain degree of professionalisation. The commissioners had excellent connections with stock exchange circles. The majority of them were merchants or bankers themselves, and they almost all had accounts with the bank. As a result, the commissioners formed a very strong network linking the city with the mercantile community. CORPORATE GOVERNANCE 145 François Beeldsnijder, 1688-1765, iron merchant and commissioner of the Bank of Amsterdam for 15 years Jan Baptista Slicher; Amsterdam, 1689-1766, burgomaster, merchant, VOC director and commissioner of the Bank of Amsterdam for 16 years A REVOLUTIONARY PROPOSAL This was the first time that the commissioners of the On 6 June 1797, in the wake of revolutionary upheaval, Bank of Amsterdam had come in for such sharp criticism. Amsterdam’s city council, which had itself undergone Of course, some aspects of the bank had been commented radical change, decided on a revolutionary put forward on before.
    [Show full text]
  • 3D Reconstructions As Research Hubs: Geospatial Interfaces for Real-Time Data Exploration of Seventeenth-Century Amsterdam Domestic Interiors
    Open Archaeology 2021; 7: 314–336 Research Article Hugo Huurdeman*, Chiara Piccoli 3D Reconstructions as Research Hubs: Geospatial Interfaces for Real-Time Data Exploration of Seventeenth-Century Amsterdam Domestic Interiors https://doi.org/10.1515/opar-2020-0142 received December 7, 2020; accepted April 23, 2021 Abstract: This paper presents our ongoing work in the Virtual Interiors project, which aims to develop 3D reconstructions as geospatial interfaces to structure and explore historical data of seventeenth-century Amsterdam. We take the reconstruction of the entrance hall of the house of the patrician Pieter de Graeff (1638–1707) as our case study and use it to illustrate the iterative process of knowledge creation, sharing, and discovery that unfolds while creating, exploring and experiencing the 3D models in a prototype research environment. During this work, an interdisciplinary dataset was collected, various metadata and paradata were created to document both the sources and the reasoning process, and rich contextual links were added. These data were used as the basis for creating a user interface for an online research environment, taking design principles and previous user studies into account. Knowledge is shared by visualizing the 3D reconstructions along with the related complexities and uncertainties, while the integra- tion of various underlying data and Linked Data makes it possible to discover contextual knowledge by exploring associated resources. Moreover, we outline how users of the research environment can add annotations and rearrange objects in the scene, facilitating further knowledge discovery and creation. Keywords: virtual reconstructions, digital humanities, interface design, human–computer interaction, domestic architecture 1 Introduction In this paper, we explore the use of 3D reconstructions¹ as heuristic tools in the research process.
    [Show full text]
  • Geschiedenis Van Amsterdam Ii-B Zelfbewuste Stadstaat, 1650-1813 Gratis
    GESCHIEDENIS VAN AMSTERDAM 2 - GESCHIEDENIS VAN AMSTERDAM II-B ZELFBEWUSTE STADSTAAT, 1650-1813 GRATIS Auteur: W. Frijhoff Aantal pagina's: 581 pagina's Verschijningsdatum: 2005-02-19 Uitgever: Sun EAN: 9789058751386 Taal: nl Link: Download hier Bibliographie Leren interveniëren in verwaarloosde organisaties. Caraval 3 - Finale. Welcome aboard!. Noddie en tessie beer. True Crime - Maffiameid. Het Noorderlicht 2 - Het gouden kompas. Begraaf het verleden. Het Allesboek over Paarden. Berre en Fleur. Jane eyre. Wij en ik. Naar Nederland Nederland - Oekraiens. Ga naar zoeken Ga naar hoofdinhoud Door drukte kan de bezorging van je pakketje langer duren. Serie: Geschiedenis Van Amsterdam. Taal: Nederlands. Boek omdraaien. Uitgever: Sun. Co-auteur: Maarten Prak. Auteur: W. Samenvatting Halverwege de zeventiende eeuw was Amsterdam uitgegroeid tot een metropool. In tegenstelling tot Parijs en Londen slaagde het Amsterdamse stadsbestuur er steeds weer in de buitenwijken binnen te halen. Met dat doel werd in de jaren na de vierde uitleg gerealiseerd. Met die vierde uitleg kreeg de stad de typische vorm die wij nu nog kennen en die het beeldmerk van Amsterdam is geworden: de middeleeuwse binnenstad, omringd door de grachtengordel en daaromheen de zeventiende-eeuwse volkswijken, waaronder de Jordaan en de joodse wijk. De aanleg van deze vergroting was gebaseerd op de verwachting dat Amsterdam ook na even onstuimig zou blijven groeien als in de voorgaande periode. Het achterblijven van de werkelijke groei bij die hooggespannen verwachting vormt een belangrijk thema van dit deel van de Geschiedenis van Amsterdam. Toon meer Toon minder. Betrokkenen Auteur W. Frijhoff Co-auteur W. Frijhoff Redacteur W. Overige kenmerken Extra groot lettertype Nee Gewicht g Verpakking breedte mm Verpakking hoogte 60 mm Verpakking lengte mm.
    [Show full text]
  • Johan De Witt En Engeland Gratis Epub, Ebook
    JOHAN DE WITT EN ENGELAND GRATIS Auteur: Ineke Huysman Aantal pagina's: 176 pagina's Verschijningsdatum: 2019-03-05 Uitgever: Catullus, Uitgeverij EAN: 9789492409454 Taal: nl Link: Download hier Johan De Witt en Engeland. Een bloemlezing uit zijn correspondentie. Nederlands, pagina's, Teleboek, Bussum, Nederlands, p. Nederlands, 7 pagina's, Nederlands, VIII, 63 p, Zoeken in de catalogus Zoeken binnen de site. Johan de Witt Johan de Witt en Engeland een bloemlezing uit zijn correspondentie Selectie van enkele tientallen brieven uit de correspondentie van raadspensionaris Johan de Witt die betrekking hebben op de relatie tussen de Republiek en Engeland, met toelichtingen en vertalingen in modern Nederlands. Johan de Witt Johan de Witt en Frankrijk een bloemlezing uit zijn correspondentie Selectie van de brieven van en aan Raadpensionaris Johan de Witt , met toelichting en hertaling. Brieven aan Johan de Witt; Dl. Johan de Witt Staetsstukken uit de pen van Mr. Japikse Johan de Witt Nederlands, p. Johan de Witt Bericht van de heer raedt-pensionnaris Johan de Witt, noopende de secrete correspondentie-penningen; nevens de verklaringe van de Tentoonstelling Johan de Witt Dordrecht, 16 Oct. Vorige 1 actief 2 3 4 5 6 7 8 9 23 Volgende. Witt, Johan de 57 Andriessen, P. Hij was getrouwd met een zus van Wendela Bicker. Deze gewesten trokken Utrecht mee. Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk was een feit. De Witt was er een groot voorstander van. Hij noemde het de periode van "De Ware Vrijheid". Beslissingen die de hele Republiek aangingen, werden door regenten van de zeven provincies gezamenlijk genomen, weliswaar op basis van meerderheid van stemmen, maar onder strakke leiding van Holland.
    [Show full text]
  • Necessity Is the Mother of Invention
    Necessity is the mother of invention The lottery loans of Holland during the War of the Spanish Succession Matthijs Hoekstra 3006476 History: Cities, states and Citizenship First reader: Oscar Gelderblom Second reader: Joost Jonker Introduction 3 1. The first lottery loans: England and the Estates-General 6 2. The first lottery loan of Holland 15 3. The prize ledgers 25 4. The investors of the lottery 37 5. The redemption of the lottery of 1711 43 Conclusion 52 Literature 53 Appendix: Investors of the lottery 58 - 2 - Introduction At several moments in the 18 th century Holland raised capital through lottery loans. This thesis examines what lottery loans are, why they were organized, and who invested in them. Lottery loans haven’t received much attention in debates about the development of early modern public finance. In his history of the lotteries of the Low Countries Fokker wrote in 1862 that lotteries organized by the Estates were a sign of the moral decline of the Republic. Where first lotteries had been used to raise money for charity, now the Estates used lotteries for their own benefits. 1 In his seminal work The Financial Revolution in England Dickson wrote that an ‘addiction of contemporaries to gambling on a massive scale’ was a contradictory trend to the progress in finance made in the 17 th and 18 th century. 2 Murphy, on the other hand, claims the boundaries between gambling and investment remained indistinct in the late 17 th century, and therefore connects the lotteries with the financial revolution. 3 Gelderblom and Jonker examined how market forces shaped Holland’s issuing policy.
    [Show full text]
  • 2017 Archived Version
    © 2017 The Leiden Collection Portrait of Andries de Graeff (1611–1678), Burgomaster of Amsterdam Page 2 of 9 Portrait of Andries de Graeff 1673 (1611–1678), Burgomaster of oil on canvas Amsterdam 39.3 x 29 cm Gerard ter Borch the Younger unsigned but inscribed and dated (incorrectly) (Zwolle 1617 – 1681 Deventer) by a later hand, upper left corner: “Andries de Graeff lxiii Jaer M.D.C.LXXIIII” GB-106 How To Cite Wieseman, Marjorie E. "Portrait of Andries de Graeff (1611–1678), Burgomaster of Amsterdam." InThe Leiden Collection Catalogue. Edited by Arthur K. Wheelock Jr. New York, 2017. https://www.theleidencollection.com/archive/. This page is available on the site's Archive. PDF of every version of this page is available on the Archive, and the Archive is managed by a permanent URL. Archival copies will never be deleted. New versions are added only when a substantive change to the narrative occurs. © 2017 The Leiden Collection Portrait of Andries de Graeff (1611–1678), Burgomaster of Amsterdam Page 3 of 9 Andries de Graeff (1611–78) was one of the wealthiest and most influential Comparative Figures men in the seventeenth-century Dutch Republic.[1] He was the son of Jacob Dircksz de Graeff (several times burgomaster of Amsterdam) and Aeltge Boelens; through marriage and political affiliation he was allied with the powerful Bicker family, as well as with the Republican anti-Orangist raadpensionaris (Grand Pensionary) Johan de Witt (1625–72). In 1646 Andries married his niece, Elisabeth Bicker van Swieten (1623–56), and had three children by her. Especially after the death of his brother Cornelis in 1664, Andries was a dominant force in Amsterdam politics: he served seven terms as burgomaster between 1657 and 1672, and was a member of the vroedschap (city council) between 1665 and 1672.
    [Show full text]
  • Iets Over De Copie Van Gerrit Lundens Naar Rembraiv Dt's
    IETS OVER DE COPIE VAN GERRIT LUNDENS NAAR REMBRAIV DT'S "NACHTWACHT" DOOR A. B1ZEDIUS. toe is de geschiedenis van deze copie bekend tot I?I2, toen het stukje opdook in de Collectie PIETER . VAN DER LIP te Amsterdam 1). Thans kan ik aanwijzen waar het vroeger was en bijna met zekerheid zeggen, dat ? die copie voor FRANS BANNING COCQ gemaakt werd. Dit dan de waarschijnlijkheid toenemen, dat de teeke- doet . ning in diens "Album" naar den LUNDENS en niet naar de oorspronkelijke schilderij werd gemaakt. Door erfenis is het gekomen, met de copij naar de vier Doelheeren van VAN DER HELST, nu in het Louvre, aan CATHARINA HOOFT, Wed. van den Heer CORNELIS DE GRAEFF, Heer van Purmerland &c. en by haar overlijden, in den Inventaris, 24 Dec. 1691 voor Not. D. VAN DER GROE te Amsterdam opgemaakt, aldus beschreven : een schilderye, verbeeldende een Corporaelschap borgerye , , f 63.- een schilderye van de vier Doelheeren ........... 80.- i) By HOET.I. p. 147. 198 Weder door erfenis kwamen deze stukken in het bezit van PIETER DE GRAEFF, Vrijheer van Zuyd Polsbroek, Purmerland ende Ilpendam &c. &c. 8 Maart 1709 bevonden zich in diens sterfhuis op de Heerengracht tusschen de Reguliers- . gracht en Utrechtsche straat de volgende : , . - - , . _ _ , , .. -. n Schilderfen. De taxatie is van J. P. ZOMER en ANTHONY DE VOS. Deze stukken moeten verdeeld worden. , Op de Kamer solder. 2 portraicten, d'een van den Heer VOLCKERT OVERLANDER 't . ander van zyn Edts. Huysvrouw, gedaen door GOLTZIUS . f t5.- 2 ovale portretten, soo van Mr. VOLCKERT Soon van GREBBE (DE GREBBER) als van syn vrouw ........
    [Show full text]
  • Arianne Baggerman En Rudolf Dekker
    Arianne Baggerman en Rudolf Dekker Autobiografisch schrijven in Nederland: ontwikkelingen van de zestiende tot begin negentiende eeuw. Het woord egodocument werd halverwege de twintigste eeuw bedacht door de historicus Jacques Presser. Hij gebruikte de term om autobiografieën, memoires, dagboeken, brie- ven en dergelijke persoonlijke geschriften mee aan te duiden. Egodocument bleek een nuttige parapluterm voor teksten waarin de auteur expliciet schrijft over eigen handelen en gevoelens.1 Teksten waarin we de schrijver alleen indirect leren kennen, bijvoorbeeld kasboeken, rekende hij er niet toe. Pressers neologisme werd snel geaccepteerd, want het bleek een praktisch begrip te zijn. Het werd opgenomen in woordenboeken en later overgenomen in andere talen. Pressers aanmoediging om egodocumenten te bestuderen vond in Nederland aanvan- kelijk weinig weerklank. In zijn tijd wantrouwden historici dit soort subjectieve teksten en gaven zij de voorkeur aan archivalische bronnen, omdat ze dachten dat overheids- documenten meer betrouwbare en objectieve informatie boden. Pressers collega aan de Universiteit van Amsterdam, Jan Romein, concludeerde: ‘de auto biografie is de gevaar- lijkste van alle bronnen’. 2 In een handboek uit 1982 werden historici die egodocumen- ten willen gebruiken expliciet gewaarschuwd: zulke teksten moeten getoetst worden aan andere bronnen en gebruikt worden ‘met voorzichtigheid en kritische zin’, en dan nog alleen ‘als secundaire en aanvullende bron’.3 In datzelfde jaar werd een onderzoeksvoor- stel bij de toen nog Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) ingediend dat beoogde in kaart te brengen wat er aan Nederlandse egodocu- menten uit de zestiende tot begin negentiende eeuw was overgeleverd. In die tijd werd er over ZWO-projectvoorstellen democratisch besloten in openbare bijeenkomsten.
    [Show full text]
  • Het Stempel Van De Bewoner Fock, C.W
    Het stempel van de bewoner Fock, C.W. Citation Fock, C. W. (2007). Het stempel van de bewoner. In . Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12622 Version: Not Applicable (or Unknown) License: Leiden University Non-exclusive license Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12622 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). Prof.dr. C.W. Fock Het stempel van de bewoner Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken. Het stempel van de bewoner Rede uitgesproken door Prof.dr. C.W. Fock ter gelegenheid van haar afscheid als hoogleraar in de Geschiedenis van de Kunstnijverheid aan de Universiteit Leiden op donderdag juni Het stempel van de bewoner aan thema’s te zoeken die in die bijna tè grote diversiteit een ‘… de eigen woning [moet zijn] zoals de nieuwe kleren die vorm van samenhang, of zelfs eenheid kunnen laten zien. iemand voor zichzelf heeft genaaid volgens eigen ontwerp …’ Vandaag wil ik mij dan ook richten op het meest duidelijke [ Constantijn Huygens, Domus]1 van die samenbindende aspecten, waarnaar om die reden in het onderwijs zowel als ons onderzoek ook de meeste aandacht is uitgegaan: de interieurgeschiedenis en de daarmee Het is volstrekt bij toeval dat ik hier vandaag voor U sta in samenhangende wooncultuur. de hoedanigheid die ik dit jaar 25 jaar bekleed, als hoogleraar in de Geschiedenis van de Kunstnijverheid. Bij mijn keus voor Reeds als studentenassistent van Lunsingh Scheurleer had ik de kunstgeschiedenis bestond dit vak niet in Nederland als het voorrecht geconfronteerd te worden met de rijke bron aan universitaire discipline. Ikzelf kende het woord niet eens - laat inventarissen van de familie Nassau-Oranje, aan de bewerking staan de rijkdom aan thema’s die het behelst.
    [Show full text]
  • Die Variabilität Frühneuzeitlicher Staatlichkeit
    Beiträge zur Europäischen Überseegeschichte Franz Steiner Verlag Zusatzmaterial zu: Oliver Krause Die Variabilität frühneuzeitlicher Staatlichkeit Die niederländische „Staats“-Formierung der Statthaltosen Epoche (1650–1672) als interkontinentales Regiment Franz Steiner Verlag, Stuttgart 2018 APPENDIX I – STADTPLAN AMSTERDAM Die Karte Amsterdams zeigt den Innenstadtring schematisch. Die blau eingefärbten Kanäle dienen der Orientierung im Stadtraum. Die Namen der Personen sind unter den jeweiligen Straßenzügen oder Wohngegenden aufgelistet. Dabei kann es zu Mehrfachnennungen kommen, da einige Regenten den Wohnort gewechselt haben. Die Graphik zeigt die Zentrierung von Institutionen und Akteuren in Amsterdam. Im Anschluss an die Karte Amsterdams findet sich die Auflistung der wichtigsten Persönlichkeiten der politischen Elite in den Vereinigten Niederlanden des 17. Jahrhunderts. Alle aufgeführten Personen lebten, wenn auch teilweise nur für kurze Zeit, in Amsterdam. Neben ihrer beruflichen Laufbahn sind ihre Ehepartner und Verwandten angeführt, um die Vernetzung zwischen den Regentenfamilien zu zeigen. Nicht alle Personen, die in den Tabellen aufgelistet sind, tauchen auf dem Stadtplan auf. Im Stadtplan sind nur die wichtigsten Personen verzeichnet. Die Grundlage für die Erstellung der Graphik und der Personenlisten war folgende Literatur: Aa, A.J. van der: Biographisch woordenboek der Nederlanden, 21 Deelen, 1 Bijvoegsel, Haarlem: J.J. van Brederode, 1852 ̶ 1878. Molhuysen; P.C.; Blok, P.J.; Kossmann, Fr. K. H. (Red.): Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. 10 Deelen, Leiden: Sythoff’s Uitgevers-Maatschappij, 1911 ̶ 74. Elias: J.E.: De vroeschap van Amsterdam 1578 ̶ 1795, 2 Delen, Haarlem: N. Israel, 1903 ̶ 1905. Wohnorte Amsterdamer Regenten Rokin Oude Turfmarkt Voorburgwal Hendrick Dircksz. Spiegel (1598–1667) Dr. Jacob Dircksz. Bas (1609–1656) Dr.
    [Show full text]
  • Frans Hals (I)
    144386 Frans Hals (I) Portret van Catharina Hooft (1618-1691) Berlin, Gemäldegalerie (Staatliche Museen zu [..] Afbeeldingsnummer IB00026882 Afmetingen: 2276x2810 pixels License undetermined Verder zoeken in RKDimages Naam kunstenaar Hals, Frans (I) Afgekorte literatuur De Bièvre 2015 Collectieplaats Berlijn Collectie Gemäldegalerie (Staatliche Museen zu Berlin) Onderwerpstrefwoorden dubbelportret Onderwerpstrefwoorden aanziend Onderwerpstrefwoorden vrouw Onderwerpstrefwoorden klein kind Object gegevens Objectcategorie schilderij Drager/materiaal doek, olieverf Vorm/maten staande rechthoek 86 x 65 cm Huidige toeschrijving Frans Hals (I) Datering Exacte of globale datering van het kunstwerk; de zoekmarges van het werk in deze database staan tussen haakjes. 1600 - 1624 Onderwerp Titel Titel of de benaming van het kunstwerk. Deze kan verschillen van de titel die in (recente) publicaties wordt gegeven. Portret van Catharina Hooft (1618-1691) Engelse titel Portrait of Catharina Hooft (1618-1691) Onderwerpstrefwoorden dubbelportret, aanziend, vrouw, klein kind Voorgestelden IB nummer Nummer gerelateerd aan de collectie portret-iconografie RKD. 26882 Catharina Hooft 1618-12-28 - 1691-09-30 Naam Hooft, Catharina Geboren Amsterdam 1618-12-28 Overleden Ilpendam (Waterland) 1691-09-30 Gehuwd met Amsterdam 1635-08-14 Cornelis de Graeff Identificatie gebaseerd op herkomst Opmerking portret HERKOMST: MOGELIJK IDENTIEK MET "EEN MINNE MET EEN KINDJE VANFRANS HALS", INV. PIETER DE GRAEFF (8-3-1709); VEILING KASTEELILPENSTEIN, AMSTERDAM, 3-12-1872, NR.16, GEKOCHT DOOR ROOS VOORSUERMONDT; COLLECTIE SUERMONT, AKEN (1874); STAATLICHE MUSEEN,BERLIJN, GEPLAATST IN GEMAELDE GALERIJ, BERLIJN.HDEG 155; SLIVE, 'FRANS HALS', 1974, CAT.14 MET AFBEELDING (METHERKOMST EN LITERATUUR); JAARBOEK CBG 29 (1975), P.146 E.V.;CATALOGUS GEMAELDE GALERIE, BERLIJN 1986, P.38 MET AFBEELDINGNR. 687; CATALOGUS TENTOONSTELLING 'DAGERAAD VAN DE GOUDENEEUW', AMSTERDAM (RIJKSMUSEUM) 1993, P.601 MET AFBEELDING;CATALOGUS EUROPEAN FINE ART FAIR 1993, P.46 METKLEURENAFBEELDING.
    [Show full text]