<<

JOHAN EN ENGELAND GRATIS

Auteur: Ineke Huysman Aantal pagina's: 176 pagina's Verschijningsdatum: 2019-03-05 Uitgever: Catullus, Uitgeverij EAN: 9789492409454 Taal: nl Link: Download hier en Engeland. Een bloemlezing uit zijn correspondentie. Nederlands, pagina's, Teleboek, Bussum, Nederlands, p. Nederlands, 7 pagina's, Nederlands, VIII, 63 p, Zoeken in de catalogus Zoeken binnen de site. Johan de Witt Johan de Witt en Engeland een bloemlezing uit zijn correspondentie Selectie van enkele tientallen brieven uit de correspondentie van raadspensionaris Johan de Witt die betrekking hebben op de relatie tussen de Republiek en Engeland, met toelichtingen en vertalingen in modern Nederlands. Johan de Witt Johan de Witt en Frankrijk een bloemlezing uit zijn correspondentie Selectie van de brieven van en aan Raadpensionaris Johan de Witt , met toelichting en hertaling. Brieven aan Johan de Witt; Dl. Johan de Witt Staetsstukken uit de pen van Mr. Japikse Johan de Witt Nederlands, p. Johan de Witt Bericht van de heer raedt-pensionnaris Johan de Witt, noopende de secrete correspondentie-penningen; nevens de verklaringe van de Tentoonstelling Johan de Witt , 16 Oct. Vorige 1 actief 2 3 4 5 6 7 8 9 23 Volgende. Witt, Johan de 57 Andriessen, P. Hij was getrouwd met een zus van Wendela Bicker. Deze gewesten trokken Utrecht mee. Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk was een feit. De Witt was er een groot voorstander van. Hij noemde het de periode van "De Ware Vrijheid". Beslissingen die de hele Republiek aangingen, werden door van de zeven provincies gezamenlijk genomen, weliswaar op basis van meerderheid van stemmen, maar onder strakke leiding van . Bij erg belangrijke zaken diende er eenstemmigheid te zijn. De provincies zelf bleven autonoom, evenals de steden. Johan de Witt was met zijn broer Cornelis de leider van de staatsgezinden , een anti-orangistische groepering, die door Johan de Witt de partij van de vrijheid genoemd werd. Sinds zijn vader, die ook tot de staatsgezinden behoorde, met zes andere voormannen door Willem II korte tijd vastgehouden werd in de staatsgevangenis slot Loevestein , werden de staatsgezinden in de wandelgangen Loevesteiners genoemd. De waarschuwende woorden zouden hem vormen om de Orangisten uit belangrijke posities te houden. De Witt volgde op 21 december Nicolaas Ruys op als pensionaris van zijn geboortestad Dordrecht. In die hoedanigheid was hij de fiscaal adviseur van Dordrecht en afgevaardigde namens de stad naar vergaderingen van de Staten van Holland. Vanaf 30 juli was De Witt raadpensionaris van Holland. Wat in zijn voordeel werkte, was dat hij zijn voorganger enkele keren bij diens afwezigheid vervangen had. Voor de benoeming tot raadpensionaris was De Witt afhankelijk van de nadrukkelijke instemming van dat onder leiding stond van Cornelis , van wie hij twee jaar later aangetrouwde familie zou worden. De voorbeeldige samenwerking tussen de twee was een belangrijke factor in het succes van De Witts politiek en de herleving van de economische vooruitgang na de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog. De Witt erkende de macht van De Graeff en deed zijn best om aan de Amsterdamse wensen tegemoet te komen. Dat sloot geschillen tussen de twee niet uit. Toch bleef de verstandhouding uitstekend. De Witt begreep de opmerking van een andere Amsterdamse burgemeester "dat zonder den heer van Zuidpolsbroek in niets iets te doen was". Als raadpensionaris had De Witt geen werkelijke macht. Hij was altijd afhankelijk van anderen, maar wist desondanks door zijn familienetwerk te bewerkstelligen dat hij de belangrijkste politicus van het land werd. Naar huidige maatstaven was De Witts positie te vergelijken met een combinatie van minister-president, minister van Binnenlandse Zaken, minister van Financiën en minister van Buitenlandse Zaken. Alle lopende zaken regelde hij zelf. In Engeland werd meer dan eens over hem gesproken als 'King John' en Aziatische vorsten, die nog nooit van de functie raadpensionaris gehoord hadden, noemden hem koning. Zijn salaris bedroeg gulden per jaar, te vergelijken met twintig keer het loon van een arbeider. Na de dood van zijn vrouw in overwoog hij af te treden. Om hem te behouden, werd zijn loon verdubbeld en als extraatje ontving hij een gratificatie van Daarmee was hij een van de rijkste inwoners van de Republiek. Hij had zijn kapitaal deels verdiend door geldhandel. Zo leende hij van particulieren grote sommen geld en kocht er gewilde staatsobligaties van, waarvoor hij een hogere rente ontving dan hij afdroeg aan zijn geldschieters. Hij bewerkstelligde dit doordat hij als ambtenaar voorrang kreeg bij de uitgifte van obligaties. Geschenken stuurde hij altijd terug. Dat heeft bij veel historici de indruk gewekt dat hij 'onkreukbaar' was. Het enige dat hij accepteerde was een warme maaltijd als hij bij iemand thuis een bijeenkomst had. Daar staat tegenover dat hij toestond dat anderen uit hun overheidsfunctie wel financieel gewin behaalden. Johan de Witt redigeerde grondig het manuscript voor het boek van Holland van de Leidse jurist . Het boek wordt beschouwd als een van de belangrijkste 'receptenboeken' voor economisch en politiek succes in de zeventiende en achttiende eeuw en heeft een significante invloed gehad. De la Court identificeerde vrije handel en de republikeinse vorm van regering als de leidende factoren voor economisch en politiek succes. Oorlog en geografische expansie moesten voorkomen worden en waren alleen toegestaan als het niet anders kon. De Witt schreef zelf het 29e en 30e hoofdstuk. Hij noemde het een godsgeschenk dat Willem II overleden was en bij zijn dood geen nazaat achterliet. Hij schreef dat Holland daardoor zijn enorme nationale schulden kon afbetalen en anders zeker failliet was gegaan. Interest van Holland werd in de tijd van Johan de Witt het de facto manifest van de republikeinse regering. Het boek werd gepubliceerd in en was meteen een bestseller in Holland en later ook elders. Interest van Holland werd vertaald in het Duits , Engels en Frans Aangenomen wordt dat het een van de bronnen van inspiratie is geweest voor Adam Smith's boek 'Wealth of Nations'. De Witt bleek een ijverig politicus. Zo had hij in geteld dat hij als raadpensionaris De Witt regelde in overleg met zijn broer Cornelis dat de staatsgezinde regenten in de belangrijkste steden de touwtjes strak in handen hielden en hun posten niet overdeden aan Orangisten. Overal probeerde hij op te besparen, behalve op de zeevloot die uitgroeide tot de sterkste ter wereld. In het begin van zijn raadpensionarisschap lukte het hem de rente op de staatsobligaties terug te brengen van vijf naar vier procent. Het geld dat hij overhield, besteedde hij aan de afbetaling van de schulden uit de Tachtigjarige Oorlog die in beëindigd was. In leidde hij de onderhandelingen met Spanje over de verdeling van de Landen van Overmaas , die werd vastgelegd in het Partagetraktaat. De Republiek ging in het Eerste Stadhouderloze Tijdperk een welvarende periode tegemoet, maar niet zonder machtsvertoon en oorlogen. Jaarlijks werd een kleine expeditie uitgezonden tegen de Algerijnse zeerovers. Onder De Witts leiding werd met Engeland in de Vrede van Westminster gesloten, door een geheim bijvoegsel te aanvaarden, de Akte van Seclusie. Deze had immers koning Karel I van Engeland afgezet en laten onthoofden, wiens dochter Mary getrouwd was geweest met stadhouder Willem II, van wie zij een week na zijn dood een zoon baarde. Cromwell vreesde dat een oranjeheerser de Stuarts op de troon zou kunnen helpen. De Witt wist dat de andere provincies zo'n bepaling niet zouden accepteren. Het vredesoverleg dreigde in een impasse te komen als hij de geheimhoudingstruc niet zou gebruiken. De Staten-Generaal ratificeerden het verdrag zonder zich van de geheime akte bewust te zijn en Engeland was bereid te ratificeren nadat de Staten van Holland de akte aanvaard hadden. In de Republiek vonden velen — het geheim kon niet al te lang bewaard blijven — dat de clausule verdacht veel in het voordeel van De Witt uitwerkte, wiens vader Jacob door Willem II gevangen was gezet. Er werd openlijk de verdenking geuit dat hijzelf de bedenker was. Met veel moeite wist De Witt hem aanvaard te krijgen, in een redevoering die bekend is geworden als de deductie van Johan de Witt , maar dat gebeurde wel ten koste van nieuwe maatschappelijke onrust. De Witt stond een strenge onderdrukking van deze ongeregeldheden voor, met toepassing van de doodstraf, maar vrijwel geen enkele vroedschap durfde of wilde tot dit laatste overgaan. Op die manier konden ze zijn opvoeding in de gaten houden en indien nodig manipuleren. Met die regeling probeerde De Witt zowel Frankrijk als Engeland tevreden te stellen. De druk om de prins aan te stellen tot stadhouder bleef aanhouden. In werd de regeling herzien en kreeg de prins de titel "kind van staat". De Witt stelde de staatsfinanciën op orde en creëerde een sterke vloot. Het leidde het begin in van de Tweede Engels- Nederlandse Oorlog. De Hollanders kozen na lang aandringen van Johan de Witt uiteindelijk op 24 mei het ruime sop om de uitdaging te beantwoorden. Er stond een stabiele oostenwind en De Witt wilde de gelegenheid gebruiken om de vijand agressief aan te vallen, iets wat de opperbevelhebber ter zee Jacob van Wassenaer Obdam volstrekt onverantwoord achtte. Na een schreeuwende ruzie moest de admiraal inbinden. Buitengaats aangekomen bemerkte hij tot zijn opluchting dat de Engelsen verdwenen waren, wegens gebrek aan proviand. Een maand later stonden de beide landen op zee toch tegenover elkaar. De Slag bij Lowestoft , in de buurt van Norwich , werd de smadelijkste Nederlandse nederlaag aller tijden. Twee dagen eerder had Van Wassenaer in een uitstekende aanvalspositie gelegen, maar ondanks duidelijke instructies van De Witt was hij de strijd niet aangegaan, wellicht omdat hij onvoldoende vertrouwen had in zijn nog lang niet volmaakte vloot en bemanning. Hij heeft het De Witt nooit kunnen uitleggen, omdat hij sneuvelde nadat een kanonskogel de kruitkamer van zijn schip had geraakt. had al een voorlopige aanstelling als opvolger op zak, maar op het laatste moment koos De Witt ervoor om tot nieuwe opperbevelhebber op zee te benoemen. Tromp zou hem dat nooit vergeven. De Ruyter raakte goed bevriend met De Witt en groeide uit tot de beste admiraal van zijn tijd. Buat heette in werkelijkheid Henri de Fleury de Coulan , was Fransman van geboorte en was getrouwd met een kleindochter van . Door speelschulden liet hij zich overhalen om als boodschapper te fungeren tussen de Engelse en Nederlandse regeringen. De bedoeling was in het geheim na te gaan of een vredesverdrag mogelijk was. De Witt had stilzwijgend toestemming verleend. De Engelse diplomaat Gabriel Sylvius schreef Buat in een persoonlijke brief over een opzet om vrede te bereiken door de zoon van Willem II aan te stellen als stadhouder en Johan de Witt af te zetten als raadpensionaris. Buat gaf deze brief per ongeluk aan De Witt, in een stapel met andere brieven. Toen hij zijn fout bemerkte, ging hij terug om de "verkeerde brief" terug te vragen. De Witt had hem echter al opengemaakt en gelezen. Toen en nu zijn vele historici van mening dat Buat slechts een pion was in een groter plan en de doodstraf niet verdiend had. Wat meespeelt is dat De Witt de rechter gedwongen had om Buat ter dood te veroordelen. Had hij dat niet gedaan, dan was het leven van de Fransman gespaard gebleven. De Witt initieerde eind de heroprichting van het vaderlandse marinierskorps , het eerste ter wereld dat gespecialiseerd was in amfibische aanvallen. Het werd in voor het eerst ingezet bij een plan van De Witt om de belangrijkste Engelse marinebasis in Chatham aan te vallen, 50 km landinwaarts aan de rivier de Medway. Het werd een van de meest glorieuze overwinningen in de geschiedenis van de Republiek en de meest vernederende Engelse nederlaag op water. De aanval is bekend geworden als de Tocht naar Chatham. Daarop volgde de Vrede van Breda , die dankzij de Nederlandse overwinning binnen tien dagen afgehandeld was. Bij de vredesbesprekingen hadden de Engelsen vergeefs aangeboden om Nieuw Nederland terug te geven in ruil voor Suriname dat admiraal Abraham Crijnssen eerder dat jaar op de Engelsen veroverd had. Daarom volgde in een nieuwe akte, het Eeuwig Edict , dat het stadhouderschap in het graafschap Holland voor altijd afschafte. De andere zes provincies weigerden te volgen. Er werd een compromis bereikt, waarin werd vastgelegd dat het stadhouderschap in de andere zes provincies onverenigbaar was met dat van kapitein-generaal , de opperbevelhebber van het Staatse leger. Aangezien bij de aanstelling van een stadhouder voor de hele Republiek alle zeven provincies toestemming moesten geven, was met de weigering van Holland om er ooit nog eens een te benoemen, het stadhouderschap in feite afgeschaft. Om de Engelse handelsrivaal te weerstaan, was het Staatse leger sterk verwaarloosd. Dat was niet zonder gevaar omdat de Franse politiek in die tijd gekenmerkt werd door een tomeloos expansionisme, dat versterkt werd door de geduchte economische concurrentie van de Nederlandse Republiek. De Witt probeerde met een pro-Franse politiek de veiligheid van de Republiek te waarborgen, maar wilde niet akkoord gaan met het plan van koning Lodewijk XIV om de Spaanse Nederlanden te verdelen. Net als stadhouder Frederik Hendrik van Oranje-Nassau voor hem, had hij liever een door Spanje bestuurde bufferzone aan de zuidgrens van de Republiek dan een grens met het machtige Frankrijk. Met Engeland en Zweden werd op 23 januari de Triple Alliantie gesloten. Daarin was vastgelegd dat de drie landen elkaar militair zouden steunen als Frankrijk een van hen aanviel. De Witt wilde desondanks geen breuk met de zonnekoning. Daarom werd afgesproken bij Spanje erop aan te dringen een aantal steden in de Spaanse Nederlanden aan hem af te staan. Pas als Lodewijk XIV dit zou afwijzen en zou aanvallen om het hele gebied in handen te krijgen, zouden de drie landen met militair geweld optreden tegen Frankrijk. Speciaal op verzoek van De Witt werd die laatste afspraak opgenomen in een geheime clausule omdat hij de Fransen niet voor het hoofd wilde stoten. Een maand na de sluiting ervan verklapte hij de zonnekoning de details over de geheime clausule, die daarop — belust op wraak — met de Engelsen het in het geheim gesloten Verdrag van Dover sloot, waarin bepaald werd dat gezamenlijk de Nederlandse Republiek zou worden aangevallen. Hierop begon in de Hollandse Oorlog met een Engelse en Franse oorlogsverklaring aan de Republiek. Frankrijk had zich naast Karel II in het westen als bondgenoot ook voorzien van de bisschop van Munster en de aartsbisschop van Keulen in het oosten. Frankrijk wenste niet alleen de Spaanse Nederlanden, waar Lodewijk via zijn vrouw volgens zijn erfrechtelijke redenering recht op meende te hebben, maar ook de rivier de Rijn als natuurlijke Franse grens. Het failliet van De Witts buitenlandse politiek, die lange tijd succesvol was geweest, was compleet nadat Frankrijk en zijn bondgenoten de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden inderdaad aanvielen. De Republiek had een ijzersterke oorlogsvloot en wist een gecombineerde aanval over zee van Engeland en Frankrijk af te slaan, maar het landleger was verwaarloosd; de Republiek dreigde volledig onder de voet te worden gelopen. Veel steden in het oosten van het land en zelfs Utrecht hadden zich zonder slag of stoot overgegeven. Dat gaf bij de bevolking in de provincie Holland de indruk dat er sprake was van verraad. Om Holland tegen de oprukkende legers te verdedigen, werd voor het eerst gebruikgemaakt van de Waterlinie. Talrijke polders werden onder water gezet. Dat leidde tot grote onrust op het platteland. Het feit dat de polders slechts zeer langzaam vol liepen met water, veroorzaakte paniek in de steden. Plunderende boeren verergerden de situatie. De zegswijze indertijd was dat het volk redeloos , het land reddeloos en de regering radeloos was. De Staten-Generaal ging tegen de zin van De Witt vredesonderhandelingen aan met Frankrijk, maar het volk zag ook dat als verraad en gaf De Witt de schuld. Het jaar zou de Nederlandse geschiedenis ingaan als het . Op 21 juni werd er een moordaanslag gepleegd op de gebroeders De Witt. Johan liep die avond tussen elf en twaalf uur van het Binnenhof naar zijn aan de Kneuterdijk gelegen woning. Een knecht met een brandende toorts liep voorop. Aangekomen op de Plaats sprongen vier jongelui met degens tevoorschijn die de knecht de toorts ontrukten en die doofden, om het tweetal vervolgens aan te vallen. De Witt en zijn knecht verzetten zich heftig. De Witt raakte aan zijn hals gewond, viel en verwondde daarbij zijn hoofd. Toen hij op de grond lag, staken de jongelui hem twee keer met een mes; in zijn rechterzij en linkerschouder. Dezelfde dag, rondom hetzelfde uur, vond er een mislukte aanslag op zijn broer in Dordrecht plaats. Johan overleefde de steekpartij, maar was pas op 12 juli buiten levensgevaar en moest uiteindelijk veertig dagen lang bed houden. Een van de aanvallers was herkend en werd gearresteerd. Het ging om de bijna jarige Jacob van der Graeff, [17] een zoon van de raadsheer Van der Graeff die beslissend was geweest bij het uitdelen van de doodstraf aan ritmeester Buat. Johan de Witt en Engeland: Een bloemlezing uit zijn correspondentie

Zij was een nichtje van de militair Johan van den Kornput. De ruwaard en regent was zijn twee jaar oudere broer. Raadpensionaris van Holland was zijn oom. De Witt kreeg zijn opleiding aan de Latijnse school in Dordrecht , die later naar hem vernoemd werd. Op 21 oktober schreef hij zich in aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden. Het was indertijd de gewoonte dat rijke jongelingen na hun studie door Europa reisden. Johan trok met zijn twee jaar oudere broer Cornelis vanaf door Frankrijk , Zwitserland en Engeland. De Witt deed dat op 22 december in Angers in de rechten. Na zijn terugkomst in de zomer van tot zijn aanstelling als pensionaris van Dordrecht vestigde hij zich in Den Haag als advocaat. Nadat hij bij de dochter van de beroemde Amsterdamse arts en latere burgemeester Nicolaes Tulp een blauwtje had gelopen, trouwde De Witt in met Wendela Bicker , de dochter van en Agneta de Graeff van Polsbroek. Zijn schoonvader stamde uit het roemrijke regentengeslacht Bicker en was een welgestelde scheepsbouwer, koopman en latere burgemeester van Amsterdam , die fel anti-Oranje was. Zijn schoonmoeder was een zus van , heer van Zuidpolsbroek; de meest succesvolle Amsterdamse burgemeester uit de Gouden Eeuw. De bruiloft werd gevierd in het huis van De Witts schoonmoeder aan de Keizersgracht in Amsterdam. Johan de Witt en Wendela Bicker kregen acht kinderen, zes dochters en twee zonen. Drie dochters stierven erg jong: [1]. Na de moord op De Witt werd in zijn zwager voogd over de vijf kinderen. Hij was getrouwd met een zus van Wendela Bicker. Deze gewesten trokken Utrecht mee. Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk was een feit. De Witt was er een groot voorstander van. Hij noemde het de periode van "De Ware Vrijheid". Beslissingen die de hele Republiek aangingen, werden door regenten van de zeven provincies gezamenlijk genomen, weliswaar op basis van meerderheid van stemmen, maar onder strakke leiding van Holland. Bij erg belangrijke zaken diende er eenstemmigheid te zijn. De provincies zelf bleven autonoom, evenals de steden. Johan de Witt was met zijn broer Cornelis de leider van de staatsgezinden , een anti-orangistische groepering, die door Johan de Witt de partij van de vrijheid genoemd werd. Sinds zijn vader, die ook tot de staatsgezinden behoorde, met zes andere voormannen door Willem II korte tijd vastgehouden werd in de staatsgevangenis slot Loevestein , werden de staatsgezinden in de wandelgangen Loevesteiners genoemd. De waarschuwende woorden zouden hem vormen om de Orangisten uit belangrijke posities te houden. De Witt volgde op 21 december Nicolaas Ruys op als pensionaris van zijn geboortestad Dordrecht. In die hoedanigheid was hij de fiscaal adviseur van Dordrecht en afgevaardigde namens de stad naar vergaderingen van de Staten van Holland. Vanaf 30 juli was De Witt raadpensionaris van Holland. Wat in zijn voordeel werkte, was dat hij zijn voorganger Adriaan Pauw enkele keren bij diens afwezigheid vervangen had. Voor de benoeming tot raadpensionaris was De Witt afhankelijk van de nadrukkelijke instemming van Amsterdam dat onder leiding stond van Cornelis de Graeff, van wie hij twee jaar later aangetrouwde familie zou worden. De voorbeeldige samenwerking tussen de twee was een belangrijke factor in het succes van De Witts politiek en de herleving van de economische vooruitgang na de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog. De Witt erkende de macht van De Graeff en deed zijn best om aan de Amsterdamse wensen tegemoet te komen. Dat sloot geschillen tussen de twee niet uit. Toch bleef de verstandhouding uitstekend. De Witt begreep de opmerking van een andere Amsterdamse burgemeester "dat zonder den heer van Zuidpolsbroek in niets iets te doen was". Als raadpensionaris had De Witt geen werkelijke macht. Hij was altijd afhankelijk van anderen, maar wist desondanks door zijn familienetwerk te bewerkstelligen dat hij de belangrijkste politicus van het land werd. Naar huidige maatstaven was De Witts positie te vergelijken met een combinatie van minister-president, minister van Binnenlandse Zaken, minister van Financiën en minister van Buitenlandse Zaken. Alle lopende zaken regelde hij zelf. In Engeland werd meer dan eens over hem gesproken als 'King John' en Aziatische vorsten, die nog nooit van de functie raadpensionaris gehoord hadden, noemden hem koning. Zijn salaris bedroeg gulden per jaar, te vergelijken met twintig keer het loon van een arbeider. Na de dood van zijn vrouw in overwoog hij af te treden. Om hem te behouden, werd zijn loon verdubbeld en als extraatje ontving hij een gratificatie van Daarmee was hij een van de rijkste inwoners van de Republiek. Hij had zijn kapitaal deels verdiend door geldhandel. Zo leende hij van particulieren grote sommen geld en kocht er gewilde staatsobligaties van, waarvoor hij een hogere rente ontving dan hij afdroeg aan zijn geldschieters. Hij bewerkstelligde dit doordat hij als ambtenaar voorrang kreeg bij de uitgifte van obligaties. Geschenken stuurde hij altijd terug. Dat heeft bij veel historici de indruk gewekt dat hij 'onkreukbaar' was. Het enige dat hij accepteerde was een warme maaltijd als hij bij iemand thuis een bijeenkomst had. Daar staat tegenover dat hij toestond dat anderen uit hun overheidsfunctie wel financieel gewin behaalden. Johan de Witt redigeerde grondig het manuscript voor het boek Interest van Holland van de Leidse jurist Pieter de la Court. Het boek wordt beschouwd als een van de belangrijkste 'receptenboeken' voor economisch en politiek succes in de zeventiende en achttiende eeuw en heeft een significante invloed gehad. De la Court identificeerde vrije handel en de republikeinse vorm van regering als de leidende factoren voor economisch en politiek succes. Oorlog en geografische expansie moesten voorkomen worden en waren alleen toegestaan als het niet anders kon. De Witt schreef zelf het 29e en 30e hoofdstuk. Hij noemde het een godsgeschenk dat Willem II overleden was en bij zijn dood geen nazaat achterliet. Hij schreef dat Holland daardoor zijn enorme nationale schulden kon afbetalen en anders zeker failliet was gegaan. Interest van Holland werd in de tijd van Johan de Witt het de facto manifest van de republikeinse regering. Het boek werd gepubliceerd in en was meteen een bestseller in Holland en later ook elders. Interest van Holland werd vertaald in het Duits , Engels en Frans Aangenomen wordt dat het een van de bronnen van inspiratie is geweest voor Adam Smith's boek 'Wealth of Nations'. De Witt bleek een ijverig politicus. Zo had hij in geteld dat hij als raadpensionaris De Witt regelde in overleg met zijn broer Cornelis dat de staatsgezinde regenten in de belangrijkste steden de touwtjes strak in handen hielden en hun posten niet overdeden aan Orangisten. Overal probeerde hij op te besparen, behalve op de zeevloot die uitgroeide tot de sterkste ter wereld. In het begin van zijn raadpensionarisschap lukte het hem de rente op de staatsobligaties terug te brengen van vijf naar vier procent. Het geld dat hij overhield, besteedde hij aan de afbetaling van de schulden uit de Tachtigjarige Oorlog die in beëindigd was. In leidde hij de onderhandelingen met Spanje over de verdeling van de Landen van Overmaas , die werd vastgelegd in het Partagetraktaat. De Republiek ging in het Eerste Stadhouderloze Tijdperk een welvarende periode tegemoet, maar niet zonder machtsvertoon en oorlogen. Jaarlijks werd een kleine expeditie uitgezonden tegen de Algerijnse zeerovers. Onder De Witts leiding werd met Engeland in de Vrede van Westminster gesloten, door een geheim bijvoegsel te aanvaarden, de Akte van Seclusie. Deze had immers koning Karel I van Engeland afgezet en laten onthoofden, wiens dochter Mary getrouwd was geweest met stadhouder Willem II, van wie zij een week na zijn dood een zoon baarde. Cromwell vreesde dat een oranjeheerser de Stuarts op de troon zou kunnen helpen. De Witt wist dat de andere provincies zo'n bepaling niet zouden accepteren. Het vredesoverleg dreigde in een impasse te komen als hij de geheimhoudingstruc niet zou gebruiken. De Staten-Generaal ratificeerden het verdrag zonder zich van de geheime akte bewust te zijn en Engeland was bereid te ratificeren nadat de Staten van Holland de akte aanvaard hadden. In de Republiek vonden velen — het geheim kon niet al te lang bewaard blijven — dat de clausule verdacht veel in het voordeel van De Witt uitwerkte, wiens vader Jacob door Willem II gevangen was gezet. Er werd openlijk de verdenking geuit dat hijzelf de bedenker was. Met veel moeite wist De Witt hem aanvaard te krijgen, in een redevoering die bekend is geworden als de deductie van Johan de Witt , maar dat gebeurde wel ten koste van nieuwe maatschappelijke onrust. De Witt stond een strenge onderdrukking van deze ongeregeldheden voor, met toepassing van de doodstraf, maar vrijwel geen enkele vroedschap durfde of wilde tot dit laatste overgaan. Op die manier konden ze zijn opvoeding in de gaten houden en indien nodig manipuleren. Met die regeling probeerde De Witt zowel Frankrijk als Engeland tevreden te stellen. De druk om de prins aan te stellen tot stadhouder bleef aanhouden. In werd de regeling herzien en kreeg de prins de titel "kind van staat". De Witt stelde de staatsfinanciën op orde en creëerde een sterke vloot. Het leidde het begin in van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. De Hollanders kozen na lang aandringen van Johan de Witt uiteindelijk op 24 mei het ruime sop om de uitdaging te beantwoorden. Er stond een stabiele oostenwind en De Witt wilde de gelegenheid gebruiken om de vijand agressief aan te vallen, iets wat de opperbevelhebber ter zee Jacob van Wassenaer Obdam volstrekt onverantwoord achtte. Na een schreeuwende ruzie moest de admiraal inbinden. Buitengaats aangekomen bemerkte hij tot zijn opluchting dat de Engelsen verdwenen waren, wegens gebrek aan proviand. Een maand later stonden de beide landen op zee toch tegenover elkaar. De Slag bij Lowestoft , in de buurt van Norwich , werd de smadelijkste Nederlandse nederlaag aller tijden. Niet alleen op diplomatiek gebied, maar ook uit het privéleven van Johan. Zo kunt u kennismaken met het handschrift van Wendela Bicker, de echtgenote van Johan de Witt die haar man een briefje schrijft als hij zich op de vloot bevindt. Spread uit het boekje Johan de Witt en Engeland. Johan de Witt en Engeland wordt ingeleid door Ineke Huysman , die samen met Roosje Peeters , de bloemlezing heeft samengesteld. Daarnaast heeft de literaire auteur Bert Natter een kort overzicht van het leven van Johan de Witt geschreven. Samen met Luuc Kooijmans heeft hij ook de eindredactie gedaan. De brieven worden in oorspronkelijke staat afgedrukt en zijn getranscribeerd en hertaald door medewerkers van de projectgroep Briefwisseling van Johan de Witt. Iedere brief wordt door hen uitgebreid toegelicht. Spread uit het boekje Johan de Witt en Engeland. Het voorwoord is van Peter Wilson , de huidige Britse ambassadeur in den Haag. De bloemlezing wordt gepresenteerd in de residentie van de Britse ambassade, in samenwerking met het Huygens ING en het Nationaal Archief. Tegelijkertijd worden de eerste diplomatieke brieven van en aan Johan de Witt online toegankelijk gemaakt. Deze brieven liggen grotendeels onbekeken in het Nationaal Archief in Den Haag. Het project Briefwisseling van Johan de Witt van het Huygens ING werkt momenteel aan de digitalisering en ontsluiting van deze brieven. In wordt daarvan het eerste deel gelanceerd: de diplomatieke correspondentie van Johan de Witt. Ook wordt de bundel Johan de Witt en Engeland uitgebracht, waarin brieven zijn samengebracht die de diversiteit van Johan de Witts correspondentie weerspiegelen. Hierbij ligt de focus op de correspondentie met en over Engeland. Door de vertaling in modern Nederlands wordt deze schat van onontgonnen bronmateriaal ontsloten voor een breed publiek. Tekeningen zijn verzorgd door Jean-Marc van Tol, auteur van Musch en tevens gastonderzoeker bij het project. [Johan de Witt

Gebruik dit formulier. Docent geschiedenis? Publiceer op Historiek. Bij Historiek vinden we dat geschiedenis niet alleen interessant maar ook relevant is. Ons motto: "Omdat we ook van gisteren zijn Hosting door Xynta. Anderen lazen ook:. Verder speuren:. Daarin trok zij ten strijde tegen de achterstelling die vrouwen al sinds mensenheugenis moesten ondergaan. Lees verder ». Zo … Lees verder ». Herkomst van het woord en symbool voor 'Bluetooth'. Hongarije, De Joodse broertjes Dov en Yitzhak wonen in een klein dorp in de bergen, afgesloten van de wereld en de oorlog die daar woedt. Maar op een dag … Lees verder ». Vorige bericht BHIC zet alle rooms-katholieke internaten online. Nederlands, VIII, 63 p, Zoeken in de catalogus Zoeken binnen de site. Johan de Witt Johan de Witt en Engeland een bloemlezing uit zijn correspondentie Selectie van enkele tientallen brieven uit de correspondentie van raadspensionaris Johan de Witt die betrekking hebben op de relatie tussen de Republiek en Engeland, met toelichtingen en vertalingen in modern Nederlands. Johan de Witt Johan de Witt en Frankrijk een bloemlezing uit zijn correspondentie Selectie van de brieven van en aan Raadpensionaris Johan de Witt , met toelichting en hertaling. Brieven aan Johan de Witt; Dl. Johan de Witt Staetsstukken uit de pen van Mr. Japikse Johan de Witt Nederlands, p. Johan de Witt Bericht van de heer raedt-pensionnaris Johan de Witt, noopende de secrete correspondentie-penningen; nevens de verklaringe van de Tentoonstelling Johan de Witt Dordrecht, 16 Oct. Ineke Huysman en Roosje Peeters. Formaat 15 x 22,5. Gebonden, NUR Johan de Witt en Engeland bestellen? Catullus wordt vertegenwoordigd door New Book Collective. U kunt het boek bij hen bestellen. U kunt ook rechtstreeks bij de uitgever bestellen door het aantal gewenste exemplaren te replyen op deze mail. Met vriendelijke groet,. Jean-Marc van Tol. Mail: jvantol catullus. Johan de Witt en Engeland Verschijnt 14 maart Op 14 maart a. Wendela Bicker In het boekje staan brieven van en aan raadpensionaris Johan de Witt die handelen over de relatie tussen de Republiek en Groot-Brittannië.

https://files8.webydo.com/9583290/UploadedFiles/155FF644-8B5E-D9F7-164A-D02CE0890CBC.pdf https://files8.webydo.com/9583631/UploadedFiles/54C691CB-A80E-CD44-B533-C9EF98ADB069.pdf https://files8.webydo.com/9583017/UploadedFiles/039B976D-2B27-F092-176B-C565A921E1F8.pdf https://files8.webydo.com/9584494/UploadedFiles/9DEA5D9D-A975-4863-EC9B-6E4DCB20F634.pdf