Burgertrots Ze Handhaven De Orde in De Stad En Dat Mogen Wij Weten!

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Burgertrots Ze Handhaven De Orde in De Stad En Dat Mogen Wij Weten! <intro> Burgertrots Ze handhaven de orde in de stad en dat mogen wij weten! De officieren van de burgerwacht, de schutterij, vieren de aanstelling van hun kapitein, die ons vanaf zijn stoel rechts aankijkt. De heren hebben geld en invloed. Een leidende functie bij de schutterij verhoogt alleen maar hun prestige - we zien het aan hun houding, hun kleren en de rijk gedekte tafel. Civic Pride They keep order in the city and they want us to know it! The officers of the civic guard, the militia, celebrate the appointment of their captain, who looks at us from his chair on the right. These men have money and influence. Officer rank in the civic guard serves only to heighten their prestige—we can see it in their body language, their clothes and the lavishly set table. SB 5746 Parade van burgers De vrijwillige burgerwachten van Amsterdam, de schutters, marcheren over de Dam. Op dit schilderij - het oudst bekende gezicht op de Dam - is dat nog een jaarlijkse gebeurtenis. Al gauw zullen er zoveel schutters bij komen dat er 's zomers wel iedere zondag een optocht is. Tot verdriet van de predikant in de Nieuwe Kerk, die de knallende geweren niet meer kan overstemmen. Citizens’ Parade The volunteer civic guards of Amsterdam march around Dam Square. When this painting—the earliest known view of Dam Square—is made, it is still an annual event. The ranks of the civic guard swell so rapidly, however, that it is not long before there is a parade every Sunday in the summer— much to the dismay of the minister in the Nieuwe Kerk, who is unable to make himself heard over the rattle of the muskets. Het optrekken van de burgerwacht op de Dam, ca. 1620 Kunstenaar onbekend Amsterdam Museum, bruikleen graaf van Schönborn Civic Guards Marching on Dam Square, c. 1620 Artist unknown Amsterdam Museum, on loan from the Count of Schönborn SB 1175 Groeiende prestige Rechtsonder arriveren schepen bij de Dam. De geloste goederen worden gewogen in de Waag, het hoge gebouw vooraan. Daarachter staan rechts de Nieuwe Kerk en links, in de steigers, het nieuwe Stadhuis. Er wordt al acht jaar aan gewerkt en pas over negen jaar zal het af zijn. De voltooiing van het interieur, vol schilderijen en beeldhouwwerken, gaat nog langer duren. Growing Prestige Vessels arrive at Dam Square lower right. The goods they discharge are weighed in the Waag, the tall building in the foreground. Behind it stand the Nieuwe Kerk on the right, and the new Town Hall, in scaffolding, on the left. Work has been going on for eight years, and it is to be another nine before it is finished. It takes even longer to complete the interior, full of paintings and sculptures. De Dam met het Stadhuis in aanbouw, ca. 1656 Jacob van der Ulft (1621 - 1689), toegeschreven Amsterdam Museum, bruikleen Rijksmuseum Dam Square with the Town Hall during Construction, c. 1656 Jacob van der Ulft (1621 - 1689), attributed Amsterdam Museum, on loan from the Rijksmuseum In volle glorie Links is het Stadhuis op de Dam klaar, en bezoekers uit verre landen (zoek de tulbanden) kijken hun ogen uit. Ook naar de voertuigen, die worden voortgesleept op glij-ijzers. Ze zijn een Amsterdamse uitvinding, die waarschijnlijk samenhangt met het feit dat men voor transportmiddelen op wielen wegenbelasting moet betalen. De voerman gooit steeds een vette lap voor de ijzers om ze glad te houden. In All Its Glory The Town Hall on the left in Dam Square is finished and visitors from distant parts (look for the turbans) gaze in awe. They are also fascinated by the vehicles, which move on iron runners. These are an Amsterdam invention, probably inspired by the fact that road tax has to be paid on wheeled vehicles. The driver throws a greasy rag in front of the runners to keep them slippery. De Dam, 1675 Abraham Storck (1644-1708) Amsterdam Museum Dam Square, 1675 Abraham Storck (1644-1708) Amsterdam Museum Zeventien man en één reiger Eens per jaar komen schutters bijeen om te eten, drinken en zingen. Deze heren horen bij de voetboogschutterij: zie de wapens links- en rechtsboven. Het papiertje bevat het liedje In mijne sinn heb ik vercooren een meysken ('Ik heb een meisje op het oog'). Het valt te betwijfelen of de heren hun buik zullen vullen. Op het menu staan maar één gans en één reiger. Seventeen Men and One Heron Once a year members of the civic guard companies meet to eat, drink and sing. These men belong to the Crossbowmen’s guild: they display their weapons upper left and right. The words of the song In mijne sinn heb ik vercooren een meysken ('I have my eye on a girl’) appear on the piece of paper. It seems unlikely that the men will eat their fill. There is just one goose and one heron on the menu. Maaltijd van rot D van de voetboogschutters, ‘De Braspenningmaaltijd’, 1533 Cornelis Anthonisz (ca. 1505 - 1553) Amsterdam Museum Banquet of Squad D of the Crossbow Civic Guards, ‘The Braspenning Banquet’, 1533 Cornelis Anthonisz (c. 1505-1553) Amsterdam Museum Amsterdamse bergen en ruïnes? Ze zijn klaar voor de strijd, de schutters van het Amsterdamse kloveniersgilde. Sommigen leunen op hun vuurwapen. De teksten bevatten een citaat van Seneca, dat simpel gezegd betekent: 'Geef je over aan het lot', waarmee Seneca de natuur bedoelt. In het Amsterdam van de zestiende eeuw verwijst de natuur naar de ondoorgrondelijke wil van God. Misschien verklaart dat het grillige landschap op de achtergrond. The Mountains and Ruins of Amsterdam? They are ready for battle, these members of the Amsterdam Calivermen’s guild. Some lean on their muskets. The inscriptions are a quotation from Seneca which, simply put, means ‘Surrender to fate’, or in Seneca’s terms, nature. In sixteenth-century Amsterdam, nature refers to the unfathomable will of God. Perhaps this explains the fantasy landscape in the background. Schutters van Rot A van de kloveniers, 1531 Cornelis Anthonisz (ca. 1505 - 1553) Amsterdam Museum Civic Guardsmen of Squad A of the Arquebusier Civic Guards, 1531 Cornelis Anthonisz (c. 1505-1553) Amsterdam Museum Kabinet 34 Het oudste schuttersstuk Het middenpaneel van dit drieluik is het oudst bekende schuttersstuk in Holland. Dirck Jacobsz, een van de eerste portretspecialisten in Amsterdam, schildert het in 1529 voor de Kloveniersdoelen. Dertig jaar later worden twee zijluiken toegevoegd. Waarom? Waarschijnlijk behoren de veertien schutters die daarop door Dirck Jacobsz zijn afgebeeld, tot dezelfde eenheid – en dat schept een band. The Earliest Civic Guard Portrait The centre panel of this triptych is the earliest known civic guard portrait in Holland. Dirck Jacobsz, one of the first portrait specialists in Amsterdam, paints it in 1529 for the Calivermen’s headquarters. Thirty years later, two wings are added. Why? The fourteen guardsmen depicted on them by Dirck Jacobsz probably belong to the same unit—and that creates a bond. Een rot schutters, 1529 (middenpaneel) en 1559? (zijpanelen) Dirck Jacobsz (1488/97 - 1567) Rijksmuseum, bruikleen stad Amsterdam A Squad of Civic Guards, 1529 (centre panel) and 1559? (side panels) Dirck Jacobsz (1488/97 - 1567) Rijksmuseum, on loan from the city of Amsterdam Italiaanse les Dirck Barendsz maakt dit groepsportret na een verblijf in Venetië, waar de schilderkunst vooroploopt. Hij werkt er zelfs in het atelier van Titiaan. Door zijn Italiaanse ervaringen kan hij deze schutters veel zwieriger neerzetten dan tot dusver gebruikelijk is - de voorste schutters, bijvoorbeeld, lijken zich speciaal even naar ons toe te draaien. De heren nemen het ervan. Het briefje links meldt: In Vino Veritas (‘In de wijn ligt de waarheid’). Italian Lesson Dirck Barendsz makes this group portrait after a stay in Venice, where one finds the cutting edge of painting. He even works in Titian’s workshop there. His Italian experience has taught him how to portray these civic guardsmen much more elegantly than has been the custom until now—the men in the foreground, for instance, seem to have turned to look at us. The gentlemen are enjoying themselves. The note on the left reads In Vino Veritas (‘In wine there is truth’). Schutters van Rot G, 1562 Dirck Barendsz (1534-1592) Amsterdam Museum Civic Guards of Squad G, 1562 Dirck Barendsz (1534-1592) Amsterdam Museum Een hypermodern wapen Het is duidelijk wie hier de baas is: de man middenonder. Hij is waarschijnlijk de kapitein van deze groep schutters en pronkt met een duur radslotpistool. Hij zal een rijk man zijn, want schutters moeten hun eigen wapens betalen. A Hypermodern Weapon It is clear who is in charge here: the man lower centre. Probably the captain of this group of civic guardsmen, he shows off his expensive wheel-lock pistol. He must be a rich man, for civic guardsmen have to buy their own weapons. Schutters van Rot F, 1557 Meester van het Antwerps Familieportret Amsterdam Museum Civic guards of squad F, 1557 Master of the Antwerp Family portrait Amsterdam Museum Openbaar vervoer Wie van Amsterdam naar Haarlem wil, stapt bij de Haarlemmerpoort op de trekschuit, een passagiersboot die wordt voorgetrokken door een paard. De trekvaart vormt een nieuwe, snelle route tussen beide steden. Ook vrachtscheepjes gebruiken de vaarweg: we zien er net een arriveren met producten van het platteland. Achter de muren ligt Amsterdam, met aan de horizon de scheepsmasten in de haven. Gezicht op de Haarlemmerpoort, ca. 1635-’40 Hendrick Cornelisz Vroom (1566-1640) Amsterdam Museum, bruikleen Stichting Genootschap Amsterdam Museum Public Transport To travel from Amsterdam to Haarlem, one goes to the Haarlemmerpoort and boards the track-boat, a passenger boat drawn by a horse. The canal is a new, fast route between the two towns.
Recommended publications
  • Evolution and Ambition in the Career of Jan Lievens (1607-1674)
    ABSTRACT Title: EVOLUTION AND AMBITION IN THE CAREER OF JAN LIEVENS (1607-1674) Lloyd DeWitt, Ph.D., 2006 Directed By: Prof. Arthur K. Wheelock, Jr. Department of Art History and Archaeology The Dutch artist Jan Lievens (1607-1674) was viewed by his contemporaries as one of the most important artists of his age. Ambitious and self-confident, Lievens assimilated leading trends from Haarlem, Utrecht and Antwerp into a bold and monumental style that he refined during the late 1620s through close artistic interaction with Rembrandt van Rijn in Leiden, climaxing in a competition for a court commission. Lievens’s early Job on the Dung Heap and Raising of Lazarus demonstrate his careful adaptation of style and iconography to both theological and political conditions of his time. This much-discussed phase of Lievens’s life came to an end in 1631when Rembrandt left Leiden. Around 1631-1632 Lievens was transformed by his encounter with Anthony van Dyck, and his ambition to be a court artist led him to follow Van Dyck to London in the spring of 1632. His output of independent works in London was modest and entirely connected to Van Dyck and the English court, thus Lievens almost certainly worked in Van Dyck’s studio. In 1635, Lievens moved to Antwerp and returned to history painting, executing commissions for the Jesuits, and he also broadened his artistic vocabulary by mastering woodcut prints and landscape paintings. After a short and successful stay in Leiden in 1639, Lievens moved to Amsterdam permanently in 1644, and from 1648 until the end of his career was engaged in a string of important and prestigious civic and princely commissions in which he continued to demonstrate his aptitude for adapting to and assimilating the most current style of his day to his own somber monumentality.
    [Show full text]
  • In Goede Orde Veranderlijk Geordineerd
    doi: 10.2143/GBI.37.0.3017262 IN GOEDE ORDE VERANDERLIJK GEORDINEERD SCHRIFTELIJKE BRONNEN OVER (MARMER)STENEN VLOEREN IN HET NEDERLANDSE INTERIEUR VAN DE 17DE EN 18DE EEUW INGER GROENEVELD Historische natuurstenen vloeren hebben iets magisch in Die visie ten aanzien van het voorkomen van natuurstenen een land dat van nature nauwelijks harde grond onder de vloeren in het Nederlandse interieur van de 17de eeuw is voeten kent.1 Ze zijn onlosmakelijk verbonden met onze overgenomen in verschillende binnen- en buitenlandse rijke handelsgeschiedenis: de binnenvaart over de Maas en kunsthistorische studies.5 de Schelde en de kleine vaart tussen Zweden en de Middel- landse Zee. De gepolijste, barstloze en regelmatig gelegde Na 2001 kwam er ten aanzien van de 18de eeuw een natuurstenen vloer – alsook de smetteloos geschuurde, zekere nuancering. Zo maakte het promotieonderzoek van knoestloze grenen vloer – is van oudsher verbonden met dr. Johan de Haan naar het Groninger interieur (2005) de legendarische properheid en deugdzaamheid van de – tussen de regels door – een aanzet tot (regionale) bij- Hollandse huisvrouw. De vloer werd in de schilderkunst stelling van het beeld dat in die eeuw enkel witmarmeren verbeeld als podium van huiselijke harmonie, met de bezem vloeren de toon zetten.6 (afb. 1) als deurwachter in de hoek. Sinds de eerste studies naar het Nederlandse historische interieur is het beeld van de Bovengenoemde studies ten spijt is er nog nooit afzonder- natuurstenen vloer in de 17de en 18de eeuw vooral bepaald lijk interieurhistorisch onderzoek gedaan naar de natuurste- geweest door de stilistische veronderstelling ‘patroonvloer, nen stenen vloer. Het ontbrak zodoende aan een op harde dus 17de eeuw’ en ‘witte marmeren vloer, dus 18de eeuw’.
    [Show full text]
  • 11 Corporate Governance
    144 11 Corporate governance MARJOLEIN ’T HART The Bank of Amsterdam´s commissioners: a strong network For almost 200 years, up to the 1780s, the Bank of Amsterdam operated to the great satisfaction of the mercantile elite. Its ability to earn and retain the confidence of the financial and commercial elite was highly dependent on its directors, the commissioners. An analysis of their backgrounds shows that many of them once held senior posts in the city council, although the number of political heavyweights decreased over time. The commissioners also took office at an increasingly younger age. After the first 50 years of the bank, they began to stay on in office longer, indicating a certain degree of professionalisation. The commissioners had excellent connections with stock exchange circles. The majority of them were merchants or bankers themselves, and they almost all had accounts with the bank. As a result, the commissioners formed a very strong network linking the city with the mercantile community. CORPORATE GOVERNANCE 145 François Beeldsnijder, 1688-1765, iron merchant and commissioner of the Bank of Amsterdam for 15 years Jan Baptista Slicher; Amsterdam, 1689-1766, burgomaster, merchant, VOC director and commissioner of the Bank of Amsterdam for 16 years A REVOLUTIONARY PROPOSAL This was the first time that the commissioners of the On 6 June 1797, in the wake of revolutionary upheaval, Bank of Amsterdam had come in for such sharp criticism. Amsterdam’s city council, which had itself undergone Of course, some aspects of the bank had been commented radical change, decided on a revolutionary put forward on before.
    [Show full text]
  • 3D Reconstructions As Research Hubs: Geospatial Interfaces for Real-Time Data Exploration of Seventeenth-Century Amsterdam Domestic Interiors
    Open Archaeology 2021; 7: 314–336 Research Article Hugo Huurdeman*, Chiara Piccoli 3D Reconstructions as Research Hubs: Geospatial Interfaces for Real-Time Data Exploration of Seventeenth-Century Amsterdam Domestic Interiors https://doi.org/10.1515/opar-2020-0142 received December 7, 2020; accepted April 23, 2021 Abstract: This paper presents our ongoing work in the Virtual Interiors project, which aims to develop 3D reconstructions as geospatial interfaces to structure and explore historical data of seventeenth-century Amsterdam. We take the reconstruction of the entrance hall of the house of the patrician Pieter de Graeff (1638–1707) as our case study and use it to illustrate the iterative process of knowledge creation, sharing, and discovery that unfolds while creating, exploring and experiencing the 3D models in a prototype research environment. During this work, an interdisciplinary dataset was collected, various metadata and paradata were created to document both the sources and the reasoning process, and rich contextual links were added. These data were used as the basis for creating a user interface for an online research environment, taking design principles and previous user studies into account. Knowledge is shared by visualizing the 3D reconstructions along with the related complexities and uncertainties, while the integra- tion of various underlying data and Linked Data makes it possible to discover contextual knowledge by exploring associated resources. Moreover, we outline how users of the research environment can add annotations and rearrange objects in the scene, facilitating further knowledge discovery and creation. Keywords: virtual reconstructions, digital humanities, interface design, human–computer interaction, domestic architecture 1 Introduction In this paper, we explore the use of 3D reconstructions¹ as heuristic tools in the research process.
    [Show full text]
  • Geschiedenis Van Amsterdam Ii-B Zelfbewuste Stadstaat, 1650-1813 Gratis
    GESCHIEDENIS VAN AMSTERDAM 2 - GESCHIEDENIS VAN AMSTERDAM II-B ZELFBEWUSTE STADSTAAT, 1650-1813 GRATIS Auteur: W. Frijhoff Aantal pagina's: 581 pagina's Verschijningsdatum: 2005-02-19 Uitgever: Sun EAN: 9789058751386 Taal: nl Link: Download hier Bibliographie Leren interveniëren in verwaarloosde organisaties. Caraval 3 - Finale. Welcome aboard!. Noddie en tessie beer. True Crime - Maffiameid. Het Noorderlicht 2 - Het gouden kompas. Begraaf het verleden. Het Allesboek over Paarden. Berre en Fleur. Jane eyre. Wij en ik. Naar Nederland Nederland - Oekraiens. Ga naar zoeken Ga naar hoofdinhoud Door drukte kan de bezorging van je pakketje langer duren. Serie: Geschiedenis Van Amsterdam. Taal: Nederlands. Boek omdraaien. Uitgever: Sun. Co-auteur: Maarten Prak. Auteur: W. Samenvatting Halverwege de zeventiende eeuw was Amsterdam uitgegroeid tot een metropool. In tegenstelling tot Parijs en Londen slaagde het Amsterdamse stadsbestuur er steeds weer in de buitenwijken binnen te halen. Met dat doel werd in de jaren na de vierde uitleg gerealiseerd. Met die vierde uitleg kreeg de stad de typische vorm die wij nu nog kennen en die het beeldmerk van Amsterdam is geworden: de middeleeuwse binnenstad, omringd door de grachtengordel en daaromheen de zeventiende-eeuwse volkswijken, waaronder de Jordaan en de joodse wijk. De aanleg van deze vergroting was gebaseerd op de verwachting dat Amsterdam ook na even onstuimig zou blijven groeien als in de voorgaande periode. Het achterblijven van de werkelijke groei bij die hooggespannen verwachting vormt een belangrijk thema van dit deel van de Geschiedenis van Amsterdam. Toon meer Toon minder. Betrokkenen Auteur W. Frijhoff Co-auteur W. Frijhoff Redacteur W. Overige kenmerken Extra groot lettertype Nee Gewicht g Verpakking breedte mm Verpakking hoogte 60 mm Verpakking lengte mm.
    [Show full text]
  • Johan De Witt En Engeland Gratis Epub, Ebook
    JOHAN DE WITT EN ENGELAND GRATIS Auteur: Ineke Huysman Aantal pagina's: 176 pagina's Verschijningsdatum: 2019-03-05 Uitgever: Catullus, Uitgeverij EAN: 9789492409454 Taal: nl Link: Download hier Johan De Witt en Engeland. Een bloemlezing uit zijn correspondentie. Nederlands, pagina's, Teleboek, Bussum, Nederlands, p. Nederlands, 7 pagina's, Nederlands, VIII, 63 p, Zoeken in de catalogus Zoeken binnen de site. Johan de Witt Johan de Witt en Engeland een bloemlezing uit zijn correspondentie Selectie van enkele tientallen brieven uit de correspondentie van raadspensionaris Johan de Witt die betrekking hebben op de relatie tussen de Republiek en Engeland, met toelichtingen en vertalingen in modern Nederlands. Johan de Witt Johan de Witt en Frankrijk een bloemlezing uit zijn correspondentie Selectie van de brieven van en aan Raadpensionaris Johan de Witt , met toelichting en hertaling. Brieven aan Johan de Witt; Dl. Johan de Witt Staetsstukken uit de pen van Mr. Japikse Johan de Witt Nederlands, p. Johan de Witt Bericht van de heer raedt-pensionnaris Johan de Witt, noopende de secrete correspondentie-penningen; nevens de verklaringe van de Tentoonstelling Johan de Witt Dordrecht, 16 Oct. Vorige 1 actief 2 3 4 5 6 7 8 9 23 Volgende. Witt, Johan de 57 Andriessen, P. Hij was getrouwd met een zus van Wendela Bicker. Deze gewesten trokken Utrecht mee. Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk was een feit. De Witt was er een groot voorstander van. Hij noemde het de periode van "De Ware Vrijheid". Beslissingen die de hele Republiek aangingen, werden door regenten van de zeven provincies gezamenlijk genomen, weliswaar op basis van meerderheid van stemmen, maar onder strakke leiding van Holland.
    [Show full text]
  • Necessity Is the Mother of Invention
    Necessity is the mother of invention The lottery loans of Holland during the War of the Spanish Succession Matthijs Hoekstra 3006476 History: Cities, states and Citizenship First reader: Oscar Gelderblom Second reader: Joost Jonker Introduction 3 1. The first lottery loans: England and the Estates-General 6 2. The first lottery loan of Holland 15 3. The prize ledgers 25 4. The investors of the lottery 37 5. The redemption of the lottery of 1711 43 Conclusion 52 Literature 53 Appendix: Investors of the lottery 58 - 2 - Introduction At several moments in the 18 th century Holland raised capital through lottery loans. This thesis examines what lottery loans are, why they were organized, and who invested in them. Lottery loans haven’t received much attention in debates about the development of early modern public finance. In his history of the lotteries of the Low Countries Fokker wrote in 1862 that lotteries organized by the Estates were a sign of the moral decline of the Republic. Where first lotteries had been used to raise money for charity, now the Estates used lotteries for their own benefits. 1 In his seminal work The Financial Revolution in England Dickson wrote that an ‘addiction of contemporaries to gambling on a massive scale’ was a contradictory trend to the progress in finance made in the 17 th and 18 th century. 2 Murphy, on the other hand, claims the boundaries between gambling and investment remained indistinct in the late 17 th century, and therefore connects the lotteries with the financial revolution. 3 Gelderblom and Jonker examined how market forces shaped Holland’s issuing policy.
    [Show full text]
  • 2017 Archived Version
    © 2017 The Leiden Collection Portrait of Andries de Graeff (1611–1678), Burgomaster of Amsterdam Page 2 of 9 Portrait of Andries de Graeff 1673 (1611–1678), Burgomaster of oil on canvas Amsterdam 39.3 x 29 cm Gerard ter Borch the Younger unsigned but inscribed and dated (incorrectly) (Zwolle 1617 – 1681 Deventer) by a later hand, upper left corner: “Andries de Graeff lxiii Jaer M.D.C.LXXIIII” GB-106 How To Cite Wieseman, Marjorie E. "Portrait of Andries de Graeff (1611–1678), Burgomaster of Amsterdam." InThe Leiden Collection Catalogue. Edited by Arthur K. Wheelock Jr. New York, 2017. https://www.theleidencollection.com/archive/. This page is available on the site's Archive. PDF of every version of this page is available on the Archive, and the Archive is managed by a permanent URL. Archival copies will never be deleted. New versions are added only when a substantive change to the narrative occurs. © 2017 The Leiden Collection Portrait of Andries de Graeff (1611–1678), Burgomaster of Amsterdam Page 3 of 9 Andries de Graeff (1611–78) was one of the wealthiest and most influential Comparative Figures men in the seventeenth-century Dutch Republic.[1] He was the son of Jacob Dircksz de Graeff (several times burgomaster of Amsterdam) and Aeltge Boelens; through marriage and political affiliation he was allied with the powerful Bicker family, as well as with the Republican anti-Orangist raadpensionaris (Grand Pensionary) Johan de Witt (1625–72). In 1646 Andries married his niece, Elisabeth Bicker van Swieten (1623–56), and had three children by her. Especially after the death of his brother Cornelis in 1664, Andries was a dominant force in Amsterdam politics: he served seven terms as burgomaster between 1657 and 1672, and was a member of the vroedschap (city council) between 1665 and 1672.
    [Show full text]
  • Iets Over De Copie Van Gerrit Lundens Naar Rembraiv Dt's
    IETS OVER DE COPIE VAN GERRIT LUNDENS NAAR REMBRAIV DT'S "NACHTWACHT" DOOR A. B1ZEDIUS. toe is de geschiedenis van deze copie bekend tot I?I2, toen het stukje opdook in de Collectie PIETER . VAN DER LIP te Amsterdam 1). Thans kan ik aanwijzen waar het vroeger was en bijna met zekerheid zeggen, dat ? die copie voor FRANS BANNING COCQ gemaakt werd. Dit dan de waarschijnlijkheid toenemen, dat de teeke- doet . ning in diens "Album" naar den LUNDENS en niet naar de oorspronkelijke schilderij werd gemaakt. Door erfenis is het gekomen, met de copij naar de vier Doelheeren van VAN DER HELST, nu in het Louvre, aan CATHARINA HOOFT, Wed. van den Heer CORNELIS DE GRAEFF, Heer van Purmerland &c. en by haar overlijden, in den Inventaris, 24 Dec. 1691 voor Not. D. VAN DER GROE te Amsterdam opgemaakt, aldus beschreven : een schilderye, verbeeldende een Corporaelschap borgerye , , f 63.- een schilderye van de vier Doelheeren ........... 80.- i) By HOET.I. p. 147. 198 Weder door erfenis kwamen deze stukken in het bezit van PIETER DE GRAEFF, Vrijheer van Zuyd Polsbroek, Purmerland ende Ilpendam &c. &c. 8 Maart 1709 bevonden zich in diens sterfhuis op de Heerengracht tusschen de Reguliers- . gracht en Utrechtsche straat de volgende : , . - - , . _ _ , , .. -. n Schilderfen. De taxatie is van J. P. ZOMER en ANTHONY DE VOS. Deze stukken moeten verdeeld worden. , Op de Kamer solder. 2 portraicten, d'een van den Heer VOLCKERT OVERLANDER 't . ander van zyn Edts. Huysvrouw, gedaen door GOLTZIUS . f t5.- 2 ovale portretten, soo van Mr. VOLCKERT Soon van GREBBE (DE GREBBER) als van syn vrouw ........
    [Show full text]
  • Arianne Baggerman En Rudolf Dekker
    Arianne Baggerman en Rudolf Dekker Autobiografisch schrijven in Nederland: ontwikkelingen van de zestiende tot begin negentiende eeuw. Het woord egodocument werd halverwege de twintigste eeuw bedacht door de historicus Jacques Presser. Hij gebruikte de term om autobiografieën, memoires, dagboeken, brie- ven en dergelijke persoonlijke geschriften mee aan te duiden. Egodocument bleek een nuttige parapluterm voor teksten waarin de auteur expliciet schrijft over eigen handelen en gevoelens.1 Teksten waarin we de schrijver alleen indirect leren kennen, bijvoorbeeld kasboeken, rekende hij er niet toe. Pressers neologisme werd snel geaccepteerd, want het bleek een praktisch begrip te zijn. Het werd opgenomen in woordenboeken en later overgenomen in andere talen. Pressers aanmoediging om egodocumenten te bestuderen vond in Nederland aanvan- kelijk weinig weerklank. In zijn tijd wantrouwden historici dit soort subjectieve teksten en gaven zij de voorkeur aan archivalische bronnen, omdat ze dachten dat overheids- documenten meer betrouwbare en objectieve informatie boden. Pressers collega aan de Universiteit van Amsterdam, Jan Romein, concludeerde: ‘de auto biografie is de gevaar- lijkste van alle bronnen’. 2 In een handboek uit 1982 werden historici die egodocumen- ten willen gebruiken expliciet gewaarschuwd: zulke teksten moeten getoetst worden aan andere bronnen en gebruikt worden ‘met voorzichtigheid en kritische zin’, en dan nog alleen ‘als secundaire en aanvullende bron’.3 In datzelfde jaar werd een onderzoeksvoor- stel bij de toen nog Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) ingediend dat beoogde in kaart te brengen wat er aan Nederlandse egodocu- menten uit de zestiende tot begin negentiende eeuw was overgeleverd. In die tijd werd er over ZWO-projectvoorstellen democratisch besloten in openbare bijeenkomsten.
    [Show full text]
  • Het Stempel Van De Bewoner Fock, C.W
    Het stempel van de bewoner Fock, C.W. Citation Fock, C. W. (2007). Het stempel van de bewoner. In . Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12622 Version: Not Applicable (or Unknown) License: Leiden University Non-exclusive license Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12622 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). Prof.dr. C.W. Fock Het stempel van de bewoner Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken. Het stempel van de bewoner Rede uitgesproken door Prof.dr. C.W. Fock ter gelegenheid van haar afscheid als hoogleraar in de Geschiedenis van de Kunstnijverheid aan de Universiteit Leiden op donderdag juni Het stempel van de bewoner aan thema’s te zoeken die in die bijna tè grote diversiteit een ‘… de eigen woning [moet zijn] zoals de nieuwe kleren die vorm van samenhang, of zelfs eenheid kunnen laten zien. iemand voor zichzelf heeft genaaid volgens eigen ontwerp …’ Vandaag wil ik mij dan ook richten op het meest duidelijke [ Constantijn Huygens, Domus]1 van die samenbindende aspecten, waarnaar om die reden in het onderwijs zowel als ons onderzoek ook de meeste aandacht is uitgegaan: de interieurgeschiedenis en de daarmee Het is volstrekt bij toeval dat ik hier vandaag voor U sta in samenhangende wooncultuur. de hoedanigheid die ik dit jaar 25 jaar bekleed, als hoogleraar in de Geschiedenis van de Kunstnijverheid. Bij mijn keus voor Reeds als studentenassistent van Lunsingh Scheurleer had ik de kunstgeschiedenis bestond dit vak niet in Nederland als het voorrecht geconfronteerd te worden met de rijke bron aan universitaire discipline. Ikzelf kende het woord niet eens - laat inventarissen van de familie Nassau-Oranje, aan de bewerking staan de rijkdom aan thema’s die het behelst.
    [Show full text]
  • Die Variabilität Frühneuzeitlicher Staatlichkeit
    Beiträge zur Europäischen Überseegeschichte Franz Steiner Verlag Zusatzmaterial zu: Oliver Krause Die Variabilität frühneuzeitlicher Staatlichkeit Die niederländische „Staats“-Formierung der Statthaltosen Epoche (1650–1672) als interkontinentales Regiment Franz Steiner Verlag, Stuttgart 2018 APPENDIX I – STADTPLAN AMSTERDAM Die Karte Amsterdams zeigt den Innenstadtring schematisch. Die blau eingefärbten Kanäle dienen der Orientierung im Stadtraum. Die Namen der Personen sind unter den jeweiligen Straßenzügen oder Wohngegenden aufgelistet. Dabei kann es zu Mehrfachnennungen kommen, da einige Regenten den Wohnort gewechselt haben. Die Graphik zeigt die Zentrierung von Institutionen und Akteuren in Amsterdam. Im Anschluss an die Karte Amsterdams findet sich die Auflistung der wichtigsten Persönlichkeiten der politischen Elite in den Vereinigten Niederlanden des 17. Jahrhunderts. Alle aufgeführten Personen lebten, wenn auch teilweise nur für kurze Zeit, in Amsterdam. Neben ihrer beruflichen Laufbahn sind ihre Ehepartner und Verwandten angeführt, um die Vernetzung zwischen den Regentenfamilien zu zeigen. Nicht alle Personen, die in den Tabellen aufgelistet sind, tauchen auf dem Stadtplan auf. Im Stadtplan sind nur die wichtigsten Personen verzeichnet. Die Grundlage für die Erstellung der Graphik und der Personenlisten war folgende Literatur: Aa, A.J. van der: Biographisch woordenboek der Nederlanden, 21 Deelen, 1 Bijvoegsel, Haarlem: J.J. van Brederode, 1852 ̶ 1878. Molhuysen; P.C.; Blok, P.J.; Kossmann, Fr. K. H. (Red.): Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. 10 Deelen, Leiden: Sythoff’s Uitgevers-Maatschappij, 1911 ̶ 74. Elias: J.E.: De vroeschap van Amsterdam 1578 ̶ 1795, 2 Delen, Haarlem: N. Israel, 1903 ̶ 1905. Wohnorte Amsterdamer Regenten Rokin Oude Turfmarkt Voorburgwal Hendrick Dircksz. Spiegel (1598–1667) Dr. Jacob Dircksz. Bas (1609–1656) Dr.
    [Show full text]