De terp van Hoogebeintum, foto Aerophoto Eetde

Het TerschelW^, miierdenla

opnieuw in de Ha Hingen

Ben Westerink, Klaas Wildeman branding

Het wierdenlandschap op de noordelijke kleigronden Zo'n 26 eeuwen geleden ;! behoort tot de oudste en best bewaard gebleven begonnen zich achter de : waddeneilanden spontaan ; cultuurlandschappen. Helaas staat dit landschap onder kwelders te vormen. Deze zware druk. In dit artikel besteden we aandacht aan de kwelders zijn de basis van het kleilandschap van kleigebieden van Friesland, Groningen en het Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland. De gra- aangrenzende deel van Ostfriesland. Hoe is het gesteld zige, vruchtbare gronden werden meteen in cultuur genomen. De topografie van het huidige kleiland- met de karakteristieke elementen van het Weiland, en schap wordt nog altijd bepaald door de ontstaansge- wat zijn de perspectieven? schiedenis. De waterlopen en het verkavelingspa- troon gaan terug op de voormalige slenken, prielen en inbraken. De wegen liggen op de ruggen van de kwelders en langs oeverwallen van waterlopen. De woonplaatsen vallen nog samen met de oorspronke- lijke woonheuvels: de wierden. De dijken bepalen de horizon. Ook het grondgebruik hangt samen met de ontstaansgeschiedenis. We vinden akkerland op de zandige oeverwallen en kwelderruggen en weiland in Figuur 1 Overzichtskaart van het beschreven gebied. De de laagten waar de klei zwaar is. Hoewel de vorming huidige kustlijn is met een van kwelders eeuwenlang doorging, waren er ook dikke lijn aangegeven. De verliezen. De zee kon soms grote vernielingen aan- voormalige inbraken zijn met dunne lijnen aangegeven. richten, maar er waren ook perioden van betrekkelij- Figuur 2 Wierden en dijken. De kaart geeft de historische De eerste generatie wierden dateert uit de 7e eeuw Westergo. In de Groninger Mame is er een geleide- dijken en wierden (van vóór v. C, en de jongste wierden ontstonden rond het lijke overgang van wierdenlinten naar dijkdorpen. het jaar 1000) in hetkleige- bied van Friesland, Groningen jaar 1000. Sommige zijn uitgegroeid tot kleine Lang niet alle wierden werden opgeworpen langs de en Krummhó'rn (Ostfriesland). dorpen. Maar er zijn ook wierden die bleven steken zeekusten. Veel wierden lagen meer landinwaarts op Ofschoon veel ran de aan- in hun groei; wat resteert is een verlaten, overslibde de stevige, zandige oeverwallen langs de voormalige gegeven dijken zijn verdwe- nen, vertoont de huidige nederzetting, een welving in het land die slechts bij geulen. Concentraties van deze wierden vinden we landschappelijk structuur nog lichte nevel zichtbaar is. De oudste wierden liggen in zuidelijk Westergo, ten zuiden van Leeuwarden, grote gelijkenis met de oude op lange rijen die de voormalige kustlijnen weer- in Humsterland, ten noorden van Appingedam en dijkenstructuur. geven. Voorbeelden vinden we in Oostergo: de lijn in de Krummhörn. De woonheuvels liggen hier Leeuwarden-Stiens-Hijum-Hallum-Marrum- verspreid in het kleiland en zijn verbonden met ke rust. Het was geven en nemen in het kleiland. Ferwerd-Blija-Holwerd. In Groningen geeft de lijn kronkelwegen. Het zijn fraaie, kleinschalige land- De bevolking reageerde op het opdringende zee- Adorp-Sauwerd-Winsum-Baflo-Rasquert-Warfïum- schappen waar men alle elementen uit het wierden- water met de bouw van wierden. Usquert-Rottum-Kantens-Middelstum de oude zee- land verenigd vindt. De grootste dichtheid aan kust aan. Deze zet zich door in de lijn Wirdum- wierden ontstond in zuidelijk Westergo. In de vroe- Wierden Eenum-Leermens-Godlinze-Spijk. In Krummhörn ge middeleeuwen kwam dit gebied tot grote bloei. Wierden vormen een karakteristiek element in het liggen oude nederzettingen op de voormalige Bucht Door zijn westelijke ligging had Westergo directe kleilandschap. De oude zeekleigronden zijn met von Sielmöncken, de Bucht von Campen en de contacten met Midden-Europa en Engeland. Via de deze woonheuvels bezaaid. Eeuwenlang boden de Leybucht. Hier ligt de reeks: -Loquard- Vlie, de voorloper van de Zuiderzee, konden de wierden immers de enige bescherming tegen de Campen-Uplewerd--Woquard-- mensen van Westergo gemakkelijk contact leggen stormvloeden. Het wierdenlandschap strekt zich uit -Midlum. met de Rijn. Westergo had expansiemogelijkheden langs de veenstromen in het zuiden en naar de van Noord-Holland, Friesland, Groningen en Opvallend zijn de reeksen van wierden op de aan- wierdenreeksen in het noorden. In de vroege Ostfriesland tot Schleswig Holstein. Zelfs in de zui- groeiende jonge kwelders. Ze liggen op lijnen die middeleeuwen was Westergo een van de dichtst delijke kuststreek van Denemarken treffen we wier- oost-west zijn georinteerd. Als er nieuwe kwelders bevolkte gebieden van Nederland. Hier woonden den aan. Figuur 2 geeft een vrij volledig beeld van gevormd werden versprong de bewoning in noorde- de koningen en prinsen van het volk van de wier- de wierden die in Friesland, Groningen en het wes- lijke richting. Zo ontstonden naar het noorden toe den. In Krummhörn is de bewoning meer gecon- telijke deel van Ostfriesland (Krummhörn) zijn steeds jongere evenwijdige bewoningsassen. Dit ver- centreerd dan in Groningen en Friesland. opgeworpen. schijnsel is fraai waar te nemen in het noorden van

Noorderbreedte 9611 • Figuur 4 Dijken in het Reitdiepgebied. (links 1870, rechts 1992)

we van de inbraken in de Middelzee, de Lauwers, de Fivel, langs de Eems, de Leybucht en de Bucht der Sielmönken. De belangrijkste inbraak in Friesland vond plaats via de Middelzee in de 10e en lle eeuw. Toch wordt de Middelzee niet gezien als het resultaat van deze inbraak. De Middelzee is een trechtervormige monding waar de Borne in afwaterde en

Figuur 3 De achteruitgang die vanaf het ontstaan van het kwelder- van de dijken in het diverse woonplaatsen voor altijd afgedekt. land aanwezig moet zijn geweest. De Middelzee was Reitdiepgebied en in de Voorbeelden hiervan vinden we in de onmiddellijke de natuurlijke scheiding tussen Westergo en Leybucht ten zuiden van Oostergo. Op de oeverwallen van de Middelzee Norden in Ostfriesland. omgeving van de stad Groningen. lagen zeer oude wierden. Tijdens inbraken in de De wierdendichtheid is er geringer en zelfs de boer- Inbraken Middelzee zullen diverse van deze wierden verdwe- derijen liggen dikwijls nog in de dorpen. Men ver- In de loop van de middeleeuwen werd het kleiland nen zijn. Zo heeft men afgeronde scherven van oud trouwde hier kennelijk minder op dijken. meermalen geteisterd door zware overstromingen. terp-aardewerk gevonden in de akkers ten oosten In de vroege middeleeuwen kwam het steeds vaker De vele waterlopen die het kwelderland doorsneden van Jellum. De inbraken hebben vooral veel schade voor dat na een overstroming het zeewater in het werden daarbij sterk verbreed. Op verschillende aangericht in het zuiden van Westergo. De slappe, binnenland stagneerde. Door de steeds hoger wor- plaatsen leidde dit tot 'inbraken' waarbij een groot laaggelegen klei-op-veengronden werden doorsne- dende kwelderwallen langs de kust kon het zeewa- deel van de kwelderbodem weer in zee verdween. den met vele slenken en geulen. De Middelzee ter maar moeilijk terugstromen. Buiten de invloed Op figuur 2 zijn de voormalige inbraken goed her- kreeg vat op deze waterlopen en maakte vervolgens van eb en vloed, ver verwijderd van de kustlijn, kenbaar aan het dijkenpatroon. Tussen deze dijken contact met de Vlie (die zich later zou verbreden werd een stugge, zure ldei afgezet. Door deze klei, komen vrijwel geen wierden voor. Bij deze inbraken tot de Zuiderzee). Bij vloed was Westergo dus een die knipklei of knikklei genoemd wordt, werden zijn tientallen wierden in zee verdwenen. Van de verzameling eilanden. De streek kreeg het zwaar te meeste van deze woonplaatsen kennen we zelfs de verduren. Als men de wierdenkaart bekijkt kan De weg van Dokkum naar namen niet. Over de oorzaken van deze inbraken is men tussen Bolsward, Sneek en Wommels diverse Holwerd doorsnijdt de terp 'lege gebieden' herkennen. van Brantgum, foto Aerophoto veel gespeculeerd. Een verhoogde zeeactiviteit in De inbraken via de Lauwers vonden al plaats in de Eelde combinatie met zich ver- 8e en 9e eeuw. Binnen een eeuw veranderde de leggende zeestromingen monding van de Lauwers in een forse binnenzee: de is een mogelijke verkla- Lauwerszee. Deze inbraak had grote gevolgen voor ring. Menselijke activitei- het West-Groninger land. De landstreken Marne, ten hebben vrijwel zeker Middag en Humsterland veranderden in tientallen een belangrijke rol eilanden. De kustlijn verschoof tot vijftien kilome- gespeeld. Ontginning en ter landinwaarts. Ook hier verdwenen wierden in bedijking hebben vooral zee. in het klei-op-veen gebied een kwetsbare De inbraken waarbij de Dollard ontstond zijn rela- bodemdaling veroor- tief laat op gang gekomen. De eerste inbraak is ver- zaakt. De inbraken zoch- moedelijk in 1287 geweest. Ontginning en bodem- ten hun weg naar het daling worden als belangrijke oorzaken genoemd. binnenland via de afwa- Ook zijn er hardnekkige berichten over lokale con- terende rivieren en rivier- flicten waarbij men elkanders dijken doorstak. Pas mondingen. Zo spreken in het begin van de 16e eeuw bereikte de Dollard- inbraak zijn grootste omvang. De gevolgen waren zijn smal en kronkelen langs verdwenen geulen. zeer ingrijpend. De landen ten westen van de Eems Met enkele meidoorns en een es is dit open land- werden tot aan de zandgronden verspoeld. De schap compleet. Vooral in het sterk verspoelde klei- zandkoppen rond Winschoten lagen als een schier- gebieden (zoals in Middag en Humsterland) is nog eiland in de binnenzee. Ruim dertig dorpen zijn veel reliëf aanwezig. De beddingen van oude geulen daarbij in zee verdwenen. De bewoners van de zijn er als ingesloten laagten bewaard gebleven. overstroomde gebieden zochten hun toevlucht op Een bijzonder type verkaveling ontstond indien de de hoger gelegen gronden. Dikwijls namen ze hun wierde naar alle windrichtingen regelmatig kon uit- dorp mee. Zo zijn onder andere Scheemda, groeien. Het land buiten de wierde werd in dat Midwolda, Oostwold, Finsterwolde verplaatst naar geval straalsgewijs verdeeld, als de spaken van een de zandruggen. wiel. Men spreekt van een radiaire verkaveling. Een De Leybucht kreeg door de Marcellusvloed (1362) fraai voorbeeld is de verkaveling rond Biessum en de Dionisiusvloed (1374) zijn grootste uitbrei- (waarvan de oostzijde helaas door uitbreiding van ding. Delfzijl verloren is gegaan). Rond Marsum, De inbraken hadden grote gevolgen voor de topo- Niehove, Middelstum-Kantens, Groot-Maarslag, grafie van het kleiland. Leeuwarden, Beetgum, Ranum in Groningen en Visquard, Pilsum en Visvliet, Westeremden, Marienhafe werden kust- Appinge in Krummhörn herkennen we nog radiaire plaatsen. Op de landkaart zijn de littekens nog lijnen. In de dichtgeslibde, voormalige inbraken steeds te zien. vinden we een opstrekkende verkaveling. Tussen de oude, onregelmatig blokverkavelde kwelders, zijn de Kavelpatronen regelmatig en rechtlijnig verkavelde voormalige Humsterland gevlogen in noordoostelijke richting met inbraken goed herkenbaar. Dikwijls dragen deze Toen de kwelders in cultuur genomen werden heeft op de voorgrond Oldehove, gebieden suggestieve namen, zoals Nijlandt, foto Aerophoto Eelde men de natuurlijke waterlopen in de verkaveling Nijlandsterpolder, Nijlandpolder, Nieuwlands- opgenomen. Op deze wijze ontstond een bijzonder polder, Weidumernieuwland, etc. Het 'nieuwe' kavelpatroon dat sterk samenhangt met de ont- Nederland zijlen worden genoemd) leerde bouwen speelde zich al af in de 1 Ie, 12e en 13e eeuw. We staansgeschiedenis van het landschap. Rond de was een uitgebreide bedijking uitvoerbaar. noemden al de opstrekkende verkaveling in de mee- wierden verdichten zich de kavelpatronen. De ver- Algemeen wordt aangenomen dat Friesland en den. Zo'n regelmatige meedenverkaveling kan zeer kaveling is hier sterk gerelateerd aan het grondge- Groningen in de loop van de 13e eeuw voor het oud zijn. De ontginning van het Woldgebied (ten bruik. Het bouwland lag deels op de wierde. Dit eerst zijn omgeven door een gesloten zeedijk. Grote zuidoosten van het Groninger Winsum) is er een werd de valge genoemd. Als het nodig was werd de delen van deze zeedijk dateren vermoedelijk al uit voorbeeld van. Het moet omstreeks het jaar 1000 wierde uitgebreid om als extra bouwland te dienen. de 12e eeuw. Veel oude dijken liggen relatief ver op gang gekomen zijn. De sloten die in deze perio- Het land rond de wierde maakte deel uit van de verwijderd van de zeekust. Figuur 2 maakt dit in de werden gegraven zijn nog altijd kaarsrecht en kwelderwal en was van nature goed ontwaterd. een oogopslag duidelijk. De bovengenoemde inbra- strekken zich over vele kilometers uit. Deze gronden, die de fennen werden genoemd, ken slibden spoedig weer dicht en werden met dij- Al deze verkavelingstypen komen in bonte afwisse- waren deels beakkerd maar er werd ook vee geweid. ken bedwongen. Grote delen van het verdwenen ling voor. Het is een patroon als een kunstwerk. In De verder van de wierde gelegen lage gronden wer- klei- en klei-op-veengebied in Westergo en Oost- dit slotenpatroon lezen we de geschiedenis van den de meeden genoemd. Dit 'onzeker land' deed Groningen waren vóór het jaar 1000 al weer in bewoning en ontginning van het kleiland. 's zomers dienst als hooiland. De meeden werden gebruik. ontwaterd met behulp van een dicht en regelmatig De Middelzee werd omgeven door een 'omring- (opstrekkend) stelsel van sloten. Bedijking dijk'. Met deze dijk als basis werd de Middelzee We onderscheiden in het kleiland verschillende Opgravingen hebben duidelijk gemaakt dat de verder bedwongen. In de 13e eeuw zijn de gebieden typen kavelpatronen. Op de oude kwelders vinden wierdebewoners reeds in de 2e eeuw hun woon- ten noorden van Leeuwarden al ingedijkt. In zuide- we een onregelmatige blokverkaveling. Voormalige plaatsen door middel van dijkjes beschermden. In lijk Westergo verloopt bedijking via de vele 'moe- kreken domineren hier het kavelpatroon. De krom- een latere fase werden meerdere wierden door dijk- derpolders'. Deze moederpolders werden vervolgens me sloten en het reliëf zijn in het boomloze klei- jes verbonden. Er werden zomerkaden aangelegd omringd door een ringdijk. Uiteindelijk is een aan- landschap beeldbepalend. De sloten liggen tussen die de akkers tegen zeewater moesten beschermen. tal ringdijken met elkaar verbonden: zo ontstond weerbarstige, bolgeploegde graslanden. De wegen Pas toen men afwateringssluizen (die in Noord- de Slachtedijk.

Noorderbreedte 9611 Figuur 6 Aantasting van de ter bij de zee, domineert traditioneel de akkerbouw. verkaveling in Krummhörn Hier heeft de perceelsvergroting al in de jaren zestig (Ostfriesland). De figuur toont de slootjes die hier zijn beslag gekregen. In de jaren zeventig en tachtig verdwenen tussen 1890 en kwam een ontwikkeling op gang die in het hele 1988. Net als in Friesland gebied met toenemende snelheid het oude verkave- en Groningen is in de Krummhörn het kavel- lingspatroon verandert. In figuur 5 wordt dit geïllu- patroon ernstig aangetast streerd voor Lollum en Sauwerd. Ambtenaren noe- men dat de 'autonome ontwikkeling'. De typerende onregelmatige blokverkaveling is alleen nog aanwezig in de kleigraslanden rond de wierden. Maar tegenwoordig vereisen ook de vee- teeltbedrijven steeds grotere kavels. De laatste twin- JAAR tig jaar zijn grote stukken onregelmatig verkaveld Overal in het kleigebied worden de sloten in toe- grasland verdwenen. Men kan eenvoudig voorspel- nemend tempo gedempt. De grafiek geeft voorbeel- 2500 jaar ononderbroken bewoond. Dat is uitzon- den. 'Swintocht' (akkergebied bij Ulrum, Groningen). derlijk. De wierden zijn omgeven door oude dijken, len dat dit verkavelingstype binnen tien tot vijftien De sprong in de grafiek markeert de ruilverkaveling wegen en paden, en een uniek verkavelingspatroon. jaar geheel zal zijn verdwenen. Swintocht. Na de ruilverkaveling gaat de kavel- De grafieken tonen dat de achteruitgang van het vergroting steeds sneller (autonome ontwikkeling). Dit kavelpatroon illustreert de eeuwenlange wissel- 'Sauwerd' (Groningen) en 'Lollum' (Friesland) liggen werking tussen natuur en mens. Vanaf het allereer- landschap in de Friese Heilanden min of meer gelij- in kleiweidegebieden met onregelmatige blok- ste ontstaan is dit gebied in cultuur geweest. Het ke tred houdt met die in de Groninger Heilanden. verkavellng. De grafiek 'Loppersum' toont de ontwik- Ook in Krummhörn is het patroon ernstig aange- keling van de perceelsgrootte in het weidegebied wierdenlandschap wordt daarom als het oudste cul- rond Hemen. De ruilverkaveling levert hier een extra tuurlandschap van ons land beschouwd. Nederland tast (figuur 6). Wel zijn er enkele verschillen. In impuls aan de perceelsvergroting ('92 tot '94). heeft voor dit bijzondere landschap een internatio- Friesland en Groningen zijn veel wierden afgegra- nale verantwoordelijkheid. ven. In Ostfriesland kwam dit niet voor. In de Krummhörn zijn diverse wierden fraai beschermd Ook de inbraak van de Lauwers is uiteindelijk doordat de nieuwbouwwijken op enige afstand van geheel teniet gedaan. Vanaf de 13e eeuw werden de Achteruitgang in kaart het oude dorp werden opgetrokken. In Ostfriesland opslibbende kwelders en slikplaten ingedijkt. In een Het kleilandschap dat hierboven is beschreven was zijn graslanden minder geëgaliseerd en verbeterd, wirwar van dijken en zijlen schoven de polders in het begin van de jaren zestig nog in volle glorie maar veel sloten zijn verwaarloosd en dichtge- geleidelijk op naar het noorden. Ze werden verbon- aanwezig. Dat is helaas nu niet meer het geval. groeid. De achteruitgang van dijken is in den met de monding van het Reitdiep. Pas door de Grootschalige ingrepen als ruilverkavelingen, stads- Groningen en Ostfriesland even sterk. huidige generatie werd de Lauwerszee definitief uitbreidingen, de aanleg van wegen, industrie- en bedwongen. gasopslagterreinen hebben het kleilandschap tot in Met de komst van de dijken was de tijd van de de kern aangetast. Wierden zijn afgegraven, oude Ruilverkavelingen zijn niet te stuiten wierdenbouw voorbij. In het spoor van de dijken wegen en (kerke)paden verdwenen, sloten zijn mas- In het verleden waren het vooral de ruilverkavelin- ontstonden de zijldorpen Munnekezijl, Houwerzijl, saal gedempt en oude dijken zijn afgegraven. Het is gen die het verlies van de identiteit van het land- Delfzijl en . onmogelijk om in kort bestek een opsomming van schap hebben veroorzaakt. In de Groninger Marne al deze ingrepen te geven. We beperken ons tot de heeft eind jaren zestig de ruilverkaveling Swintocht Waarden oude dijken en het slotenpatroon. het land opnieuw 'ingericht'. Figuur 5 laat de De oude zeekleipolders behoren tot de meest waar- Figuur 3 brengt de afgraving van oude dijken in gevolgen zien en toont tevens dat sedertdien de per- devolle gebleven cultuurlandschappen van ons land. beeld. Meer dan 40% van de oude dijken is nu ver- ceeisvergroting gewoon is doorgegaan. Hoewel het Het is een mozaïek van kwelderwallen, prielen, dwenen. Naar de waaier van dijken in de Dollard tegendeel soms wordt beweerd constateren we dat oude rivierbeddingen, oeverwallen en inversierug- zult u tevergeefs zoeken. In het Reitdiepgebied is de een ruilverkaveling de autonome ontwikkeling sti- gen, waarin beurtelings de zee en de mens het land ingewikkelde bedijkingsgeschiedenis niet meer in muleert. Van het oorspronkelijke kavelpatroon is in vorm gaven. De bewoners hebben het natuurlijke het landschap te volgen (figuur 4). De dijken van de Mame vrijwel niets meer over. Dit voorbeeld is reliëf aangevuld met wierden, dijken, veldovens, de Ruigezandsterpolders zijn allemaal verdwenen. overigens representatief voor vrijwel het gehele dobben, aftichelingen, etc. Ten zuiden van Norden zijn de meeste oude dijken Heiakkergebied in Friesland en Groningen. De wierden vertegenwoordigen een unieke bewo- opgeruimd. Toen deze zomer de ruilverkaveling Loppersum ningsgeschiedenis. Veel van deze woonheuvels zijn In de lichte kleigebieden op de kwelderwallen dich- werd afgesloten beriep de ruilverkavelingscommissie

Noorderbreedte 9611 zich op het 'behoud van cultuurwaarden'. De wer- staatssecretaris het wist kelijkheid is anders. In het voetspoor van de ruil- circuleerde er op datzelf- verkavelingen volgen de landschapsvreemde ele- de moment een provinci- menten. Als compensatie voor het geleden land- aal voorstel om de variant schapsverlies worden paaiplaatsen voor vissen aan- 'Humsterland-mag-op- gelegd, overhoekjes ingeplant en bossen ontworpen. de-schop' serieus onder- Dorpsbossen zijn vooral op het Groninger land een zoeken (in een volgend rage. In het open ldeiland tussen Delfzijl en Ulrum nummer van Noorder- werd de afgelopen vijftien jaar zo'n vijfhonderd breedte komen we op hectare bos aangeplant. De inwoners van Huizinge deze problematiek terug). en Middelstum zien binnenkort elkanders kerkto- rens niet meer. Ruilverkavelde landschappen zien er EHS beschermt niet het landschap Blaki/erkavellng rand het overal eender uit. voor het oude landschap. De afgelopen maanden wierdedorp Niehove, foto Aan de reeks van ruilverkavelingen komt voorlopig Planologisch kent het Aerophoto Eelde verkondigden boerenactieleiders voortdurend 'dat geen einde. Inmiddels zijn ruilverkavelingen aange- oude zeekleigebied maar de landbouw de beste beschermer en onderhouder vraagd voor de kleigraslanden nabij Appingedam en weinig bescherming. De bestemmingsplannen bui- van het landschap is'. De figuren 3-6 tonen aan dat voor de gronden rond Bedum en Thesinge. Een tengebied zijn te vrijblijvend en bovendien niet deze uitspraken op niets zijn gebaseerd. We zouden nieuwe bedreiging voor het verkavelingspatroon effectief; figuur 5 illustreert dit. De uitvoering van de landbouw willen uitdagen om een plan te vormt de wens van de landbouw om in het weide- de ecologische hoofdstructuur (EHS) helpt slechts maken voor de bescherming van het oude wierden- gebied de teelt van snijmaïs mogelijk te maken. De marginaal: de ehs beschermt de natuur, niet het landschap. Maar we vrezen dat deze sector wel landbouw wil in de weidegebieden percelen kunnen landschap. Natuurbeheersorganisaties koesteren de andere zorgen aan het hoofd heeft dan het bewaren vergroten tot tenminste zes hectare. Om een goede ehs, ze doen graag aan natuurontwikkeling, maar van kromme slootjes. waterafvoer te verzekeren zijn vervolgens nieuwe, zien het niet als hun hoofdtaak om het landschap te We moeten vaststellen dat in de jaren zestig het brede watergangen nodig. Dit leidt tot een verkave- beschermen. De EHS ligt in Friesland overigens kleilandschap nog ongerept aanwezig was. Nu, lingspatroon dat zich niet meer onderscheidt van geheel buiten het wierdengebied. amper dertig jaar later, heeft het zijn historische dat van de Noordoostpolder. In de Ruilverkaveling Sauwerd, waar fraaie kansen kleinschaligheid grotendeels verloren. In minder Het is niet alleen de landbouw die het landschap lagen met betrekking tot het bijzondere kavelpa- dan één generatie is de erfenis van 26 eeuwen op de grondig heeft veranderd; de aantasting komt van troon, is het niet gelukt de EHS hiervoor in te zet- schop gegaan. Dat is een cultuurschok die zijn alle kanten. In 1994 werd een congres over het ten. Voor jaren zit hier de EHS-vorming op slot. weerga niet kent. Dit subtiele landschap verdient Reitdiepgebied gehouden, en terwijl de sprekers een betere benadering dan de eeuwig herhaalde repten over het 'Toscane van Noord-Nederland' Erfenis van 26 eeuwen op de schop opmerking 'dat we nu eenmaal niet alles kunnen werkten de Groninger stedebouwers vol overgave Wat zou er moeten gebeuren? Net als voor onze bewaren'. aan plannen om een deel van dat gebied te bebou- weidevogels moet er voor het behoud van het oude Er rest nog één kans om de laatste kleinschalige ele- wen als kwaliteitslocatie (omgeving Dorkwerd) en cultuurland een relatienota komen. Met als uit- menten in het Heiland te beschermen. Bij ongewij- werden de laatste planologische bezwaren weggewo- gangspunt dat de samenhang in het wierdenland zigd beleid zijn deze over vijftien jaar ook verdwe- ven tegen een gasopslaglaats van Bodek-allure (met wordt bewaard. Een gebied waarin boeren contrac- nen. Dan zal het Heiland, dat 26 eeuwen lang de als compensatie een heemparkbos!) op het jonge ten kunnen afsluiten met provinciale overheden; krachten der zee kon weerstaan, voorgoed zijn ver- kwelderland noordelijk van Grijpskerk. maar dan niet vrijblijvend. Maar zo'n gebied moet spoeld door een storm van eigentijdse grootschalig- wel heel snel worden aangewezen. Het nieuwe heid. «-» Mondiale nominatie streekplan van Groningen biedt aanknopingspun- Begin 1995 gebeurde er iets onverwachts. ten. In dit plan wordt in het wierdengebied aan Staatssecretaris Nuis nomineerde de landstreek landbouw en landschap een gelijkwaardig belang Humsterland voor de mondiale lijst van culturele toegekend. Met het streekplan van Friesland is het erfgoederen. Veel Groninger beleidmakers waren echter droef gesteld. Het plan roemt uitsluitend de met stomheid geslagen. Maar er vloeide geen cham- agrarische functies en kent het begrip 'cultuurhisto- pagne op het Provinciehuis. Deze nominatie wordt risch waardevol' kleilandschap niet. eerder als complicatie gezien. Want zonder dat de De landbouw toont weinig verantwoordelijkheid

Noorderbreedte 9611 ***«»*-* 19