De terp van Hoogebeintum, foto Aerophoto Eetde Het TerschelW^, miierdenla opnieuw in de Ha Hingen Ben Westerink, Klaas Wildeman branding Het wierdenlandschap op de noordelijke kleigronden Zo'n 26 eeuwen geleden ;! behoort tot de oudste en best bewaard gebleven begonnen zich achter de : waddeneilanden spontaan ; cultuurlandschappen. Helaas staat dit landschap onder kwelders te vormen. Deze zware druk. In dit artikel besteden we aandacht aan de kwelders zijn de basis van het kleilandschap van kleigebieden van Friesland, Groningen en het Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland. De gra- aangrenzende deel van Ostfriesland. Hoe is het gesteld zige, vruchtbare gronden werden meteen in cultuur genomen. De topografie van het huidige kleiland- met de karakteristieke elementen van het Weiland, en schap wordt nog altijd bepaald door de ontstaansge- wat zijn de perspectieven? schiedenis. De waterlopen en het verkavelingspa- troon gaan terug op de voormalige slenken, prielen en inbraken. De wegen liggen op de ruggen van de kwelders en langs oeverwallen van waterlopen. De woonplaatsen vallen nog samen met de oorspronke- lijke woonheuvels: de wierden. De dijken bepalen de horizon. Ook het grondgebruik hangt samen met de ontstaansgeschiedenis. We vinden akkerland op de zandige oeverwallen en kwelderruggen en weiland in Figuur 1 Overzichtskaart van het beschreven gebied. De de laagten waar de klei zwaar is. Hoewel de vorming huidige kustlijn is met een van kwelders eeuwenlang doorging, waren er ook dikke lijn aangegeven. De verliezen. De zee kon soms grote vernielingen aan- voormalige inbraken zijn met dunne lijnen aangegeven. richten, maar er waren ook perioden van betrekkelij- Figuur 2 Wierden en dijken. De kaart geeft de historische De eerste generatie wierden dateert uit de 7e eeuw Westergo. In de Groninger Mame is er een geleide- dijken en wierden (van vóór v. C, en de jongste wierden ontstonden rond het lijke overgang van wierdenlinten naar dijkdorpen. het jaar 1000) in hetkleige- bied van Friesland, Groningen jaar 1000. Sommige zijn uitgegroeid tot kleine Lang niet alle wierden werden opgeworpen langs de en Krummhó'rn (Ostfriesland). dorpen. Maar er zijn ook wierden die bleven steken zeekusten. Veel wierden lagen meer landinwaarts op Ofschoon veel ran de aan- in hun groei; wat resteert is een verlaten, overslibde de stevige, zandige oeverwallen langs de voormalige gegeven dijken zijn verdwe- nen, vertoont de huidige nederzetting, een welving in het land die slechts bij geulen. Concentraties van deze wierden vinden we landschappelijk structuur nog lichte nevel zichtbaar is. De oudste wierden liggen in zuidelijk Westergo, ten zuiden van Leeuwarden, grote gelijkenis met de oude op lange rijen die de voormalige kustlijnen weer- in Humsterland, ten noorden van Appingedam en dijkenstructuur. geven. Voorbeelden vinden we in Oostergo: de lijn in de Krummhörn. De woonheuvels liggen hier Leeuwarden-Stiens-Hijum-Hallum-Marrum- verspreid in het kleiland en zijn verbonden met ke rust. Het was geven en nemen in het kleiland. Ferwerd-Blija-Holwerd. In Groningen geeft de lijn kronkelwegen. Het zijn fraaie, kleinschalige land- De bevolking reageerde op het opdringende zee- Adorp-Sauwerd-Winsum-Baflo-Rasquert-Warfïum- schappen waar men alle elementen uit het wierden- water met de bouw van wierden. Usquert-Rottum-Kantens-Middelstum de oude zee- land verenigd vindt. De grootste dichtheid aan kust aan. Deze zet zich door in de lijn Wirdum- wierden ontstond in zuidelijk Westergo. In de vroe- Wierden Eenum-Leermens-Godlinze-Spijk. In Krummhörn ge middeleeuwen kwam dit gebied tot grote bloei. Wierden vormen een karakteristiek element in het liggen oude nederzettingen op de voormalige Bucht Door zijn westelijke ligging had Westergo directe kleilandschap. De oude zeekleigronden zijn met von Sielmöncken, de Bucht von Campen en de contacten met Midden-Europa en Engeland. Via de deze woonheuvels bezaaid. Eeuwenlang boden de Leybucht. Hier ligt de reeks: Rysum-Loquard- Vlie, de voorloper van de Zuiderzee, konden de wierden immers de enige bescherming tegen de Campen-Uplewerd-Groothusen-Woquard-Pewsum- mensen van Westergo gemakkelijk contact leggen stormvloeden. Het wierdenlandschap strekt zich uit Freepsum-Midlum. met de Rijn. Westergo had expansiemogelijkheden langs de veenstromen in het zuiden en naar de van Noord-Holland, Friesland, Groningen en Opvallend zijn de reeksen van wierden op de aan- wierdenreeksen in het noorden. In de vroege Ostfriesland tot Schleswig Holstein. Zelfs in de zui- groeiende jonge kwelders. Ze liggen op lijnen die middeleeuwen was Westergo een van de dichtst delijke kuststreek van Denemarken treffen we wier- oost-west zijn georinteerd. Als er nieuwe kwelders bevolkte gebieden van Nederland. Hier woonden den aan. Figuur 2 geeft een vrij volledig beeld van gevormd werden versprong de bewoning in noorde- de koningen en prinsen van het volk van de wier- de wierden die in Friesland, Groningen en het wes- lijke richting. Zo ontstonden naar het noorden toe den. In Krummhörn is de bewoning meer gecon- telijke deel van Ostfriesland (Krummhörn) zijn steeds jongere evenwijdige bewoningsassen. Dit ver- centreerd dan in Groningen en Friesland. opgeworpen. schijnsel is fraai waar te nemen in het noorden van Noorderbreedte 9611 • Figuur 4 Dijken in het Reitdiepgebied. (links 1870, rechts 1992) we van de inbraken in de Middelzee, de Lauwers, de Fivel, langs de Eems, de Leybucht en de Bucht der Sielmönken. De belangrijkste inbraak in Friesland vond plaats via de Middelzee in de 10e en lle eeuw. Toch wordt de Middelzee niet gezien als het resultaat van deze inbraak. De Middelzee is een trechtervormige monding waar de Borne in afwaterde en Figuur 3 De achteruitgang die vanaf het ontstaan van het kwelder- van de dijken in het diverse woonplaatsen voor altijd afgedekt. land aanwezig moet zijn geweest. De Middelzee was Reitdiepgebied en in de Voorbeelden hiervan vinden we in de onmiddellijke de natuurlijke scheiding tussen Westergo en Leybucht ten zuiden van Oostergo. Op de oeverwallen van de Middelzee Norden in Ostfriesland. omgeving van de stad Groningen. lagen zeer oude wierden. Tijdens inbraken in de De wierdendichtheid is er geringer en zelfs de boer- Inbraken Middelzee zullen diverse van deze wierden verdwe- derijen liggen dikwijls nog in de dorpen. Men ver- In de loop van de middeleeuwen werd het kleiland nen zijn. Zo heeft men afgeronde scherven van oud trouwde hier kennelijk minder op dijken. meermalen geteisterd door zware overstromingen. terp-aardewerk gevonden in de akkers ten oosten In de vroege middeleeuwen kwam het steeds vaker De vele waterlopen die het kwelderland doorsneden van Jellum. De inbraken hebben vooral veel schade voor dat na een overstroming het zeewater in het werden daarbij sterk verbreed. Op verschillende aangericht in het zuiden van Westergo. De slappe, binnenland stagneerde. Door de steeds hoger wor- plaatsen leidde dit tot 'inbraken' waarbij een groot laaggelegen klei-op-veengronden werden doorsne- dende kwelderwallen langs de kust kon het zeewa- deel van de kwelderbodem weer in zee verdween. den met vele slenken en geulen. De Middelzee ter maar moeilijk terugstromen. Buiten de invloed Op figuur 2 zijn de voormalige inbraken goed her- kreeg vat op deze waterlopen en maakte vervolgens van eb en vloed, ver verwijderd van de kustlijn, kenbaar aan het dijkenpatroon. Tussen deze dijken contact met de Vlie (die zich later zou verbreden werd een stugge, zure ldei afgezet. Door deze klei, komen vrijwel geen wierden voor. Bij deze inbraken tot de Zuiderzee). Bij vloed was Westergo dus een die knipklei of knikklei genoemd wordt, werden zijn tientallen wierden in zee verdwenen. Van de verzameling eilanden. De streek kreeg het zwaar te meeste van deze woonplaatsen kennen we zelfs de verduren. Als men de wierdenkaart bekijkt kan De weg van Dokkum naar namen niet. Over de oorzaken van deze inbraken is men tussen Bolsward, Sneek en Wommels diverse Holwerd doorsnijdt de terp 'lege gebieden' herkennen. van Brantgum, foto Aerophoto veel gespeculeerd. Een verhoogde zeeactiviteit in De inbraken via de Lauwers vonden al plaats in de Eelde combinatie met zich ver- 8e en 9e eeuw. Binnen een eeuw veranderde de leggende zeestromingen monding van de Lauwers in een forse binnenzee: de is een mogelijke verkla- Lauwerszee. Deze inbraak had grote gevolgen voor ring. Menselijke activitei- het West-Groninger land. De landstreken Marne, ten hebben vrijwel zeker Middag en Humsterland veranderden in tientallen een belangrijke rol eilanden. De kustlijn verschoof tot vijftien kilome- gespeeld. Ontginning en ter landinwaarts. Ook hier verdwenen wierden in bedijking hebben vooral zee. in het klei-op-veen gebied een kwetsbare De inbraken waarbij de Dollard ontstond zijn rela- bodemdaling veroor- tief laat op gang gekomen. De eerste inbraak is ver- zaakt. De inbraken zoch- moedelijk in 1287 geweest. Ontginning en bodem- ten hun weg naar het daling worden als belangrijke oorzaken genoemd. binnenland via de afwa- Ook zijn er hardnekkige berichten over lokale con- terende rivieren en rivier- flicten waarbij men elkanders dijken doorstak. Pas mondingen. Zo spreken in het begin van de 16e eeuw bereikte de Dollard- inbraak zijn grootste omvang. De gevolgen waren zijn smal en kronkelen langs verdwenen geulen. zeer ingrijpend. De landen ten westen van de Eems Met enkele meidoorns en een es is dit open land- werden tot aan de zandgronden verspoeld. De schap compleet. Vooral in het sterk verspoelde klei- zandkoppen rond Winschoten lagen als een schier- gebieden (zoals
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages6 Page
-
File Size-