Download PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF Van Tekst De Achttiende Eeuw. Jaargang 46 bron De Achttiende Eeuw. Jaargang 46. Z.n. [Uitgeverij Verloren], Hilversum 2014 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_doc003201401_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 3 [2014/1] De kunst van het liegen Waarheid versus bedrog in de achttiende eeuw Marleen de Vries Toen Giacomo Casanova in 1797 besloot zijn memoires te publiceren, wist hij dat hij een dwaasheid beging door een aantal wilde avonturen ongecensureerd op papier te zetten. Hij was tweeënzeventig. Zijn vermaarde charmes waren misschien op, zijn geheugen werkte nog prima. In de jaren ervoor had hij 3700 pagina's weten te vullen over zichzelf en zijn tijdgenoten, gedeeltelijk als remedie tegen de verveling. Als laatste schreef hij een voorwoord. Daarin vertrouwde hij zijn lezers toe dat hij de waarheid altijd had liefgehad ‘en wel zo hartstochtelijk dat ik soms mijn toevlucht tot liegen nam om haar tot hoofden te laten doordringen die er de bekoring niet van kenden. [...] Ik bedroog hen om hun ogen te openen; ik voelde mij ook niet schuldig, want mijn drijfveer was niet hebzucht’.1 Het is geen toeval dat een van de meest notoire bedriegers en charmeurs uit de achttiende eeuw in zijn voorwoord thema's als waarheid en leugen aansnijdt. Casanova was een kind van zijn tijd en wist dat de publieke druk om niet te liegen slechts groter was geworden in de eeuw waarin hij leefde. Waar de gemiddelde burger wellicht een (iets) betrouwbaarder en eerlijker mens was geworden in de loop der eeuwen, lijkt juist de professionele bedrieger, waartoe we Casanova kunnen rekenen, op te rukken in de achttiende eeuw. In het buitenland staat de eeuw daarom bekend als ‘a defining period for modern concepts of fraud’ en als ‘an age of forgery’.2 Oplichters maakten handig gebruik van het feit dat de wereld snel veranderde. Voor vervalsers vormden alle nieuwe financiële waardepapieren een regelrechte uitdaging. De herontdekking van de Middeleeuwen had pseudo-Middeleeuwse poëzie tot gevolg. En omdat de achttiende-eeuwer niet genoeg kon krijgen van reisverslagen over exotische oorden, zag de opportunist ook hier zijn kans schoon. ‘It was an age of plagiarism, and travel liars appropriated material from other travelers and, ironically, from other travel liars’.3 Hoewel er in het buitenland al langere tijd onderzoek wordt gedaan naar achttiende-eeuws bedrog is er in Nederland weinig aandacht besteed aan het onderwerp. Dat ligt zeker niet aan een gebrek aan oplichters, maar hangt samen met het gegeven dat 1 Casanova, De school van het leven, 17. 2 Baines, The House of Forgery, 2, 8. 3 Adams, Travelers and Travel Liars, 11-12. De Achttiende Eeuw. Jaargang 46 4 bedrog over het algemeen moeilijk is te reconstrueren.4 Genoeg reden voor de Werkgroep 18e Eeuw om een congres te wijden aan ‘De kunst van het liegen’, dat plaats vond op 17 en 18 januari 2014 in Amsterdam. Een korte inleiding. Achterdocht en vertrouwen Casanova zou het ongetwijfeld aan de stok hebben gekregen met leeftijdgenoot Immanuel Kant. Terwijl de katholieke, reislustige levensgenieter zijn bedrog in 1797 rechtvaardigde en legitimeerde met een beroep op de waarheid, voerde de protestantse filosoof die Pruisen zelden verliet, het debat over leugen en waarheid in datzelfde jaar tot een voorlopig hoogtepunt. Zelfs een leugentje om bestwil was zijns inziens verboden. In Über ein vermeintes Recht aus Menschensliebe zu lügen (1797) betoogde hij dat men onder alle omstandigheden de plicht had eerlijk te zijn. Zelfs al zou men daarmee een crimineel helpen.5 Strenger dan Kant zou het niet worden, hoewel ook denkers als Montaigne en Bacon de leugenaar al als lafaard beschouwden.6 En in het protestante Nederland was het heel normaal om de bevolking met een beroep op de bijbel op hun verantwoordelijkheid te wijzen. In 1735 wijdde een tijdschrift als Het weekelyks Orakel, waarachter de doopsgezinde Amsterdamse boekhandelaar Marten Schagen schuil ging, een geheel nummer aan de vraag of een ‘Leugentje, om profyts wille’ was toegestaan.7 Nee, aldus het orakel. ‘De hatelyke natuur des LEUGENS, de gezonde Reden, en Gods uitdrukkelyke Wet, verbied het [...] volslagen’. Vooral vreesde het orakel de maatschappelijke onrust die het gevolg zou zijn van list en bedrog. Laat hem daarenboven denken, dat hy een Lid der Menschelyke Maatschappye is; dat hy verpligt is, zoo veel in hem zy haar heil te bevorderen; dat hy met te Liegen het onderling vertrouwen breeken, agterdogt, schade, met andere onheilen en quade gesteltenissen verwekken, gelyk door altoos waar te spreeken de ongekreukte Eerlyheit van mond en hart handhaven zal.8 Die angst voor verstoring van de maatschappelijke orde lijkt kenmerkend voor 4 Een goede inleiding op het onderwerp is Baines, The House of Forgery. Zie verder: Bok, Lying; Derrida, Histoire du mensonge; Groom, The Forger's Shadow; Haywood, Faking it; Keevak, The Pretended Asian; Lynch, Deception and Detection; Moore, The Appearance of Truth; Shapin, A Social History of Truth; Smyth, The Habit of Lying. In Nederland: Altena, Diederiks en Faber (red.), Feit en fictie in misdaadliteratuur; De Haas (red.), Achter slot en grendel. 5 Bok, Lying, 37-46. 6 Shapin, A Social History of Truth, 81-82. 7 Over dit tijdschrift en zijn auteur: Hanou, ‘De geleerdentijdschriften van Marten Schagen’, I. 8 Het weekelyks orakel (28 September 1735) citaten op 41, 42 en 45. De Achttiende Eeuw. Jaargang 46 5 de achttiende eeuw. In de eeuwen ervoor kwam het onderlinge vertrouwen op basis van ongeschreven wetten ‘face-to-face’ tot stand. De wereld was relatief klein en overzichtelijk. ‘Premodern society looked truth in the face’.9 Bijna vanzelfsprekend kon men er op rekenen dat een ‘gentleman’ zich beschaafd en eerlijk gedroeg, zoals Locke beschrijft in zijn Some thougths concerning education (1693). Diens eer, stand en waardigheid verboden hem te liegen. Vertrouwen was een zaak tussen heren.10 Anders lag dat voor iemand als Antoni van Leeuwenhoek, die noch gentleman noch wetenschapper was, maar wel briljant. Hij moest vertrouwen zien af te dwingen bij de Royal Society in Londen. Zijn brieven aan het genootschap over zijn opzienbarende en voor niet-specialisten nogal ongeloofwaardige ontdekkingen, liet hij vergezeld gaan van acht getuigenverklaringen.11 Zonder dergelijke getuigschriften kwam men niet ver in de achttiende eeuw. De complexiteit van de samenleving zorgde er voor dat het ooit zo heilige geloof in de mensheid begon af te brokkelen. Voortaan moest men op abstracter niveau zien te vertrouwen.12 Een complexe wereld In de eerste decennia van de achttiende eeuw moet de maatschappij behoorlijk complex zijn geworden en daardoor moeilijker te overzien. Dankzij nieuwe wetenschappelijke inzichten en communicatiemiddelen werd de wereld groter; socialer ook door fenomenen als trekschuiten en genootschappen. Dat was aantrekkelijk, maar ook gevaarlijk: bij elke nieuwe ontdekking of inzicht, bij elk krantenartikel of verrassende ontmoeting moest men het risico incalculeren bedrogen te worden. Wie de kleinschaligheid van een dorp inruilde voor de anonimiteit van de stad moest helemaal oppassen. En degene die het zich kon permitteren om een geleerdentijdschrift als de Boekzaal van Europe bij te houden, ontdekte daarin allerlei nieuwe wetenschappelijke ‘waarheden’ en moest gaan geloven in zaken die voorheen voor onmogelijk werden gehouden.13 Ook het kwaad leek in Nederland in de eerste decennia van de eeuw steeds complexer te worden en niet alleen grotere, maar ook onzichtbaarder vormen aan te nemen. Zo vormde de paalworm in 1730 een enorme bedreiging voor de fundamenten van de Nederlandse dijken en daarmee voor het land. En dan was er het kwaad dat ‘sodomie’ heette, een kwaal die al net zo moeilijk te detecteren en even ondermijnend voor de Republiek was als de paalworm. 9 Shapin, A Social History of Truth, 410. 10 Ibidem, 73-74. 11 Ibidem, 306. 12 Ibidem, 410-412. 13 Ibidem, 198-199. De Achttiende Eeuw. Jaargang 46 6 De meeste opwinding en woede veroorzaakte echter de windhandel in 1720. Deze nationale zwendel in aandelen vormde het ultieme bewijs dat het realiteitsbesef van de Nederlander aan het afbrokkelen was. Waarheid en bedrog stonden opeens in het middelpunt van de belangstelling en begrippen als ‘waar’ en ‘vals’ domineerden het maatschappelijk debat. Want, hoe gek moest men zijn om ‘echt’ geld, in munten, om te ruilen voor onzichtbaar geld in de vorm van waardepapieren? En waar moest het heen met het land als de ware koophandel in tastbare producten werd vervangen door nephandel in speculatieve aandelen?14 Over dergelijke maatschappelijke vraagstukken en bijbehorende emoties kon men in deze periode vooral lezen in de commerciële tijdschriften en toneelstukken van een groep schrijvende pioniers: journalisten, toneel- en romanschrijvers.15 Zij experimenteerden met literaire vorm en inhoud, in de hoop op publiek en inkomsten, en creëerden daarmee, achteraf bekeken, de moderne roman en de moderne journalistiek.16 Met veel leedvermaak wezen deze opportunistische schrijvers hun lezers op de onvolkomenheden van de mens en zijn neiging tot hypocrisie en leugenachtigheid; thema's die naderhand tot het vaste repertoire van de Nederlandse literatuur en journalistiek behoorden. Jacob Campo Weyerman zag de windhandel vooral als een kans om zichzelf als journalist te profileren. Op vrijdag 13 September 1720 lanceerde hij vanuit Rotterdam zijn eerste satirische weekblad onder de naam Rotterdamsche Hermes. Daarin beschreef hij de ‘Aktionisten’ als ‘Lantpalingen, Vipers genoemt, dewelke den buik en het ingewant van hare vruchtbare Moeder doorknagen’.17 In tijdschriften als die van Weyerman en consorten vormde de waarheid een terugkerend thema. Altijd als tegengif tegen de leugen. Geen auteur twijfelde er aan of die waarheid bestond. Nergens werd het begrip geproblematiseerd. Nihilisme en de latere negentiende-eeuwse en postmoderne scepsis ten opzichte van de waarheid ontbraken geheel en al. Zij was uniform en consistent.18 Wel vroeg menig satiricus zich af of zijn lezers wel rijp waren voor de waarheid.
Recommended publications
  • Thomas Paine and the American Revolution Vikki J.Vickers “MY PEN and MY SOUL HAVE EVER GONE TOGETHER” Thomas Paine and the American Revolution
    STUDIES IN AMERICAN POPULAR HISTORY AND CULTURE Edited by Jerome Nadelhaft University of Maine A ROUTLEDGE SERIES STUDIES IN AMERICAN POPULAR HISTORY AND CULTURE JEROME NADELHAFT, General Editor HOLLYWOOD AND THE RISE OF PHYSICAL CULTURE Heather Addison HOMELESSNESS IN AMERICAN LITERATURE Romanticism, Realism, and Testimony John Allen NO WAY OF KNOWING Crime, Urban Legends, and the Internet Pamela Donovan THE MAKING OF THE PRIMITIVE BAPTISTS A Cultural and Intellectual History of the Antimission Movement, 1800–1840 James R.Mathis WOMEN AND COMEDY IN SOLO PERFORMANCE Phyllis Diller, Lily Tomlin, and Roseanne Suzanne Lavin THE LITERATURE OF IMMIGRATION AND RACIAL FORMATION Becoming White, Becoming Other, Becoming American in the Late Progressive Era Linda Joyce Brown POPULAR CULTURE AND THE ENDURING MYTH OF CHICAGO, 1871–1968 Lisa Krissoff Boehm AMERICA’S FIGHT OVER WATER The Environmental and Political Effects of Large-Scale Water Systems Kevin Wehr DAUGHTERS OF EVE Pregnant Brides and Unwed Mothers in Seventeenth-Century Massachusetts Else L.Hambleton NARRATIVE, POLITICAL UNCONSCIOUS, AND RACIAL VIOLENCE IN WILMINGTON, NORTH CAROLINA Leslie H.Hossfeld VALIDATING BACHELORHOOD Audience, Patriarchy, and Charles Brockden Brown’s Editorship of the Monthly Magazine and American Review Scott Slawinski CHILDREN AND THE CRIMINAL LAW IN CONNECTICUT, 1635–1855 Changing Perceptions of Childhood Nancy Hathaway Steenburg BOOKS AND LIBRARIES IN AMERICAN SOCIETY DURING WORLD WAR II Weapons in the War of Ideas Patti Clayton Becker MISTRESSES OF THE TRANSIENT
    [Show full text]
  • Thomas Paine
    I THE WRITINGS OF THOMAS PAINE COLLECTED AND EDITED BY MONCURE DANIEL CONWAY AUTHOR OF L_THE LIFR OF THOMAS PAINE_ y_ _ OMITTED CHAPTERS OF HISTOIY DI_LOSED IN TH I_"LIFE AND PAPERS OF EDMUND RANDOLPH_ tt _GEORGE W_HINGTON AND MOUNT VERNON_ _P ETC. VOLUME I. I774-I779 G. P. Pumam's Sons New York and London _b¢ "lkntckcrbo¢#¢_ I_¢ee COPYRIGHT, i8g 4 BY G. P. PUTNAM'S SONS Entered at Stationers' Hall, London BY G. P. PUTNAM'S SONS G. P. PUTNAM'S SONS CONTENTS. PAGB INTRODUCTION V PREFATORY NOTE TO PAINE'S FIRST ESSAY , I I._AFRICAN SLAVERY IN AMERICA 4 II.--A DIALOGUE BETWEEN GENERAL WOLFE AND GENERAL GAGE IN A WOOD NEAR BOSTON IO III.--THE MAGAZINE IN AMERICA. I4 IV.--USEFUL AND ENTERTAINING HINTS 20 V._NEw ANECDOTES OF ALEXANDER THE GREAT 26 VI.--REFLECTIONS ON THE LIFE AND DEATH OF LORD CLIVE 29 VII._CUPID AND HYMEN 36 VIII._DUELLING 40 IX._REFLECTIONS ON TITLES 46 X._THE DREAM INTERPRETED 48 XI._REFLECTIONS ON UNHAPPY MARRIAGES _I XII._THOUGHTS ON DEFENSIVE WAR 55 XIII.--AN OCCASIONAL LETTER ON THE FEMALE SEX 59 XIV._A SERIOUS THOUGHT 65 XV._COMMON SENSE 57 XVI._EPISTLE TO QUAKERS . I2I XVII.--THE FORESTER'SLETTERS • I27 iii _v CONTENTS. PAGE XVIII.mA DIALOGUE. I6I XIX.--THE AMERICAN CRISIS . I68 XX._RETREAT ACROSS THE DELAWARE 38I XXI.--LETTER TO FRANKLIN, IN PARIS . 384 XXII.--THE AFFAIR OF SILAS DEANE 39S XXIII.--To THE PUBLm ON MR. DEANE'S A_FAIR 409 XXIV.mMEssRs. DEANS, JAY, AND G_RARD 438 INTRODUCTION.
    [Show full text]
  • PDF (Nellen, Petronella Moens Over Hugo De Groot)
    MOENSIANA nummer 10 september 2013 Petronella Moens en haar vaderlandse helden een uitgave van Moensiana Nr 10 - september 2013 Petronella Moens en haar vaderlandse helden. Van de redactie Moensiana, de jaarlijkse nieuwsbrief van de Stichting Petronella Moens, De Vriendin van ‘t Vaderland beleeft in 2013 zijn tiende jaargang. Met deze aflevering van Moensiana, gevuld met een viertal artikelen rond het thema ‘Petronella Moens en haar vaderlandse helden’, willen wij het tweede lustrum kleur geven. Behalve de nieuwsberichten over Petronella Moens en het aan haar gewijde onderzoek, die u kunt terugvinden in de rubriek Varia aan het einde van deze nieuwsbrief, brengen wij een aantal artikelen waarin het gaat om de visie op helden als Hugo de Groot en de gebroeders De Witt, zoals Petronella Moens en haar goede vriend Adriaan Loosjes die in poëzie en proza verwoordden. Het herdenkingsjaar 1813 vormt een gerede aanleiding om de positie van Petronella Moens in dat jaar en in de woelige decennia daarvoor nader te bepalen. Waar stond Petronella in 1813 en hoe heeft zij in haar publicaties gereageerd op de jaren van revolutie en contra-revolutie? Die laatste vragen komen aan de orde in de bijdrage van Ans Veltman. Zij laat zien hoe Petronella Moens in de jaren van de Bataafse Omwenteling haar plaats trachtte te vinden. Henk Nellen, kenner van Hugo de Groot bij uitstek, laat zijn licht schijnen over het boek Hugo de Groot in zeven zangen (1790) van Petronella Moens. Over De Gebroeders De Witten (1791) van Moens gaat de bijdrage van Peter Altena. Ook Adriaan Loosjes, tijdgenoot en vriend van Petronella Moens, schreef over de zo beestachtig vermoorde broers, in zijn roman Johan de Witt, raadpensionaris van Holland (1805) en in een treurspel uit 1807.
    [Show full text]
  • University of Dundee Confiscated Manuscripts and Books Van Ittersum, Martine Julia
    University of Dundee Confiscated Manuscripts And Books Van Ittersum, Martine Julia Published in: Lost Books DOI: 10.1163/9789004311824_018 Publication date: 2016 Licence: CC BY-NC-ND Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in Discovery Research Portal Citation for published version (APA): Van Ittersum, M. J. (2016). Confiscated Manuscripts And Books: What Happened to the Personal Library and Archive of Hugo Grotius Following His Arrest on Charges of High Treason in August 1618? In F. Bruni, & A. Pettegree (Eds.), Lost Books: Reconstructing the Print World of Pre-Industrial Europe (pp. 362-385). (Library of the Written Word; Vol. 46). Brill Academic Publishers. https://doi.org/10.1163/9789004311824_018 General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in Discovery Research Portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from Discovery Research Portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain. • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal. Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 29. Sep. 2021 chapter 17 Confiscated Manuscripts and Books: What Happened to the Personal Library and Archive of Hugo Grotius Following His Arrest on Charges of High Treason in August 1618? Martine Julia van Ittersum Mindful of his own mortality, Hugo Grotius (1583–1645) wrote to his younger brother in March 1643 that he was preparing a set of manuscripts – “for the writing of which God created me in the first place” – for publication by his heirs.
    [Show full text]
  • 4. Persoons- En Plaatsnamenregister. Index Op De Delen I-Xvii Van De Briefwisseling Van Hugo Grotius
    4. PERSOONS- EN PLAATSNAMENREGISTER. INDEX OP DE DELEN I-XVII VAN DE BRIEFWISSELING VAN HUGO GROTIUS De Romeinse cijfers verwijzen naar de `Lijst van geciteerde plaatsen´ en het `Register van persoonsnamen, aardrijkskundige namen en boektitels´ in de afzonderlijke delen Aa (Aha), rivier: XV Aa., Anthony Willemsz. van der: IV, V, XVII Aa, echtgenote van Anthony Willemsz: zie Walenburch, Adriana Pietersdochter van Aarau (Aro): VII, IX-XII, XIV, XV, XVII Aardenburg: XII Aare: X Aargau: X-XII Aarlanderveen: I, IV Aarlanderveen, heer van: zie Nooms, Willem Aarschot: VI Aarschot, hertog van: zie Aremberg, Philips Karel van Aartshertogen: zie Albert (Albrecht) van Oostenrijk, Isabella van Oostenrijk Abarbanel: zie Abravanel, Isaac Abascantus: IX Abbas I, sjah: X, XVII Abbas II, sjah: XI, XIV, XV, XVI Abbatia Heijllesema: VI Abbatisvilla: zie Abbeville Abbazel: zie Appenzell Abbé, d´: zie Labbé, Charles Abbekerk: IV Abbenbroek: I Abbesteech, mijnheer van: V Abbesteech, Barthout van: XII Abbesteech, Pauwels van: XII Abbesteegh, Willem van: VI, VII, VIII Abbeville (Abbevilla): V, VI, VII, IX-XII Abbiategrasso: VII Abbot, George, aartsbisschop van Canterbury: I, III-V, XVI, XVII Abbot, Maurice: I, XVII Abbot, Robert, bisschop van Salisbury: I, II, VI Abcoude: XV Abdallah ibn Abi-l-Yasir ibn Abi-l-Makarim ibn al-Amid: IV Abegg, Johann Christoph: XVI Abenada: XII Abenestra(s): zie Abraham ibn Ezra Aberdeen (Aberdeenshire): IX, X, XV, XVI Aberdeen, bisschop van: zie Bannatyne, Adam Abernethy, John, bisschop van Caithness: X, XI Abessinië (Abyssinië;
    [Show full text]
  • Hugo Grotius (1583-1645)
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by Erasmus University Digital Repository Hugo Grotius (1583-1645) Kosmopolis en autarkie: het moderne individu in de grensoverschrijdende samenleving Hans W. Blom Waarom Hugo de Groot? Deze alom bewonderde humanist-geleerde en staatsman, die met de hoofdrolspelers van de Europese politiek verkeerde, werd lange tijd vooral als jurist gezien, als grondlegger van het volkenrecht en het statensysteem van Westfalen van na 1648. Daar is nu verandering in gekomen. Grotius – zoals zijn verlatiniseerde naam luidt – is herontdekt als een van de belangrijkste zeventiende-eeuwse denkers over maatschappij en politiek, als grondlegger van een moderne traditie van theoretiseren over de aard en werking van de samenleving – kortweg omschreven als theorie van de sociabiliteit – en daarmee op gelijke hoogte als denkers als Thomas Hobbes (1588-1679), Benedictus Spinoza (1632-1677), John Locke (1632-1704) en Jean-Jacques Rousseau (1712-1778). Natuurlijk was Grotius ook jurist en met zijn Recht van oorlog en vrede (1625) heeft hij grote invloed gehad in de zeventiende en achttiende eeuw. Maar hij was ook historicus en theoloog. Op al die terreinen stond één vraag centraal voor onze Hugo: hoe kan de mens zijn leven in eigen hand nemen, in de wetenschap van de verbondenheid van het mensengeslacht hier op aarde. Van zijn jeugdwerk Adam in ballingschap (1600) tot zijn postume Over het noodlot (1647) vroeg hij naar de zedelijke plaats van de mens in de kosmische orde, terwijl zijn politieke en juridische werken daar de passende politieke organisatie bij zochten. Adam Smith (1723-1790), Immanuel Kant (1724-1804), en Karl Marx (1818-1883) bouwden op dit oeuvre voort.
    [Show full text]
  • Circles of Confidence in Correspondence: Modeling
    Circles of Confidence in Correspondence: Modeling Confidentiality and Secrecy in Knowledge Exchange Networks of Letters and Drawings in the Early Modern Period Charles van den Heuvel 1), Scott Weingart 2), Nils Spelt 3) and Henk Nellen 1) 1) Huygens ING – The Hague (Netherlands) [email protected] ; [email protected] 2) Carnergie Mellon University Pittsburgh (USA) [email protected] 3) Erasmus University Rotterdam (Netherlands) [email protected] Abstract Science in the early modern world depended on openness in scholarly communication. On the other hand, a web of commercial, political, and religious conflicts required broad measures of secrecy and confidentiality; similar measures were integral to scholarly rivalries and plagiarism. This paper analyzes confidentiality and secrecy in intellectual and technological knowledge exchange via letters and drawings. We argue that existing approaches to understanding knowledge exchange in early modern Europe – which focus on the Republic of Letters as a unified entity of corresponding scholars – can be improved upon by analyzing multilayered networks of communication. We describe a data model to analyze circles of confidence and cultures of secrecy in intellectual and technological knowledge exchanges. Finally, we discuss the outcomes of a first experiment focusing on the question of how personal and professional/official relationships interact with confidentiality and secrecy, based on a case study of the correspondence of Hugo Grotius. Keywords Republic of Letters, network analysis, circulation and visualization of knowledge Confidentiality and Secrecy in the Republics of Letters: Introduction “Networks of Trust” is the title of an article by Franz Mauelshagen, and one of many publications that discuss the concept of confidentiality in the Republic of Letters.
    [Show full text]
  • De Groot, a Passionate Thinkerthinker
    ugo de Groot, a Passionate ThinkerThinker Hugo de Groot (1583-1645), better known as Grotius,Grotius, is oneone ofof thatthat selectselect band ofof DutchmenDutchmen whowho cancan boastboast an an enduring enduring world-wide world-wide reputation. reputation. Internationally he will always bebe regardedregarded asas `the'the father father ofof international international law', whateverwhatever footnotesfootnotes modernmodem scholarshipscholarship maymay addadd to to that that description. description. It is a titletitle hishis countrycountry hashas frequentlyfrequently mademade greatgreat play play with with in in this this century. century. And for the ordinary Dutchman too Grotius'Grotius' namename lives lives on, on, though though in in quite quite another context: his spectacularspectacular escape fromfrom LoevesteinLoevestein prisonprison hiddenhidden inin a bookcase, the brainwave ofof his stout-hearted wifewife MariaMaria vanvan Reigersberch.Reigersberch. As so ofoftenten happens, history'history's s verdictverdict onon GrotiusGrotius representsrepresents aa narrowingnarrowing andand therefore a distortion of thethe reality.reality. TheThe manman himself,himself, whilewhile flattered,flattered, wouldwould be at least asas muchmuch astonishedastonished atat thethe esteemesteem inin whichwhich hehe isis currentlycurrently held.held. He himself expected to achieve lastinglasting famefame forfor hishis historicalhistorical writings,writings, andand especially for his account of the Dutch Revolt.Revolt. ButBut manymany ofof his his
    [Show full text]
  • Rasterhoff Dissertation.Pdf
    Cover design: Thijmen Galekop Cover image: The bookshop and lottery agency of Jan de Groot on the Kalverstraat in Amsterdam – Isaac Ouwater, 1779 (Rijksmuseum Amsterdam) The fabric of creativity in the Dutch Republic Painting and publishing as cultural industries, 1580-1800 Patronen van creativiteit in de Republiek Schilderkunst en uitgeverij als culturele industrieën, 1580-1800 (met een samenvatting in het Nederlands) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus prof. dr. G.J. van der Zwaan, ingevolge het college van promoties in het openbaar te verdedigen op woensdag 5 september 2012 des middags te 2.30 uur door Clara Rasterhoff geboren op 1 december 1982 te Amsterdam Promotoren: Prof. dr. M.R. Prak Prof. dr. R.C. Kloosterman Table of contents 1 Introduction ..................................................................................................................... 13 1.1 Cultural production in the Golden Age ................................................................... 15 1.2 Historiography ............................................................................................................ 16 1.3 Cultural industries ...................................................................................................... 18 1.4 Spatial clusters and geographic embeddedness ..................................................... 21 1.5 Towards a more dynamic model of spatial clustering .......................................... 24 1.6 Research questions
    [Show full text]
  • Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850)
    10 HERITAGE AND MEMORY STUDIES Rodríguez (ed.) Pérez in Britain and the (1550-1850) Low Countries Literary Hispanophobia and Hispanophilia Edited by Yolanda Rodríguez Pérez Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850) Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850) Heritage and Memory Studies This ground-breaking series examines the dynamics of heritage and memory from a transnational, interdisciplinary and integrated approach. Monographs or edited volumes critically interrogate the politics of heritage and dynamics of memory, as well as the theoretical implications of landscapes and mass violence, nationalism and ethnicity, heritage preservation and conservation, archaeology and (dark) tourism, diaspora and postcolonial memory, the power of aesthetics and the art of absence and forgetting, mourning and performative re-enactments in the present. Series Editors Ihab Saloul and Rob van der Laarse, University of Amsterdam, The Netherlands Advisory Board Patrizia Violi, University of Bologna, Italy Britt Baillie, Cambridge University, United Kingdom Michael Rothberg, University of Illinois, USA Marianne Hirsch, Columbia University, USA Frank van Vree, University of Amsterdam, The Netherlands Literary Hispanophobia and Hispanophilia in Britain and the Low Countries (1550-1850) Edited by Yolanda Rodríguez Pérez Amsterdam University Press This research has been made possible with the generous support of the Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) within the ‘Innovational Research Incentives Scheme Vidi’. Cover illustration designed by David Durà Cover design: Coördesign, Leiden Lay-out: Crius Group, Hulshout isbn 978 94 6298 937 5 e-isbn 978 90 4854 193 5 doi 10.5117/9789462989375 nur 685 Creative Commons License CC BY NC ND (http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/3.0) All authors / Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2020 Some rights reserved.
    [Show full text]
  • 1776 COMMON SENSE Thomas Paine
    1776 COMMON SENSE Thomas Paine ( February 14, 1776 ) Paine, Thomas (1737-1809) - An Englishman who came to America in 1774, he was a political philosopher who promoted change through revolution rather than reform. Paine is most renowned for his activities advocating democracy. Common Sense (1776) - This widely-read pamphlet argued for America’s immediate separation from England. It is considered by many to be the catalyst that roused public feeling and was most influential in the creation of the Declaration of Independence. TABLE OF CONTENTS INTRODUCTION . 3 CHAPTER 1 . 4 OF THE ORIGIN AND DESIGN OF GOVERNMENT IN GENERAL. WITH CONCISE REMARKS ON THE ENGLISH CONSTITUTION. 4 CHAPTER 2 . 9 OF MONARCHY AND HEREDITARY SUCCESSION . 9 CHAPTER 3 . 17 THOUGHTS OF THE PRESENT STATE OF AMERICAN AFFAIRS . 17 CHAPTER 4 . 31 OF THE PRESENT ABILITY OF AMERICA, WITH SOME MISCELLANEOUS REFLECTIONS . 31 APPENDIX . 40 EPISTLE TO QUAKERS . 47 INTRODUCTION PERHAPS the sentiments contained in the following pages, are not yet sufficiently fashionable to procure them general favor; a long habit of not thinking a thing wrong, gives it a superficial appearance of being right, and raises at first a formidable outcry in defence of custom. But tumult soon subsides. Time makes more converts than reason. As a long and violent abuse of power is generally the means of calling the right of it in question, (and in matters too which might never have been thought of, had not the sufferers been aggravated into the inquiry,) and as the king of England hath undertaken in his own right, to support the parliament in what he calls theirs, and as the good people of this country are grievously oppressed by the combination, they have an undoubted privilege to inquire into the pretensions of both, and equally to reject the usurpations of either.
    [Show full text]
  • THE HISTORY RECONSTRUCTION of HUGO GROTIUS' LIBRARY The
    EDWIN RABBIE THE HISTORY RECONSTRUCTION OF HUGO GROTIUS' LIBRARY A SURVEY OF THE RESULTS OF FORMER STUDIES WITH AN INDICATION OF NEW LINES OF APPROACH * lNTRODUCTION The sources for the reconstruction of that which once must have consti­ tuted the collection of books of the Dutch lawyer, philologist, poet, (amateur-) theologian and statesman Hugo Grotius (1583-1645) flow in relative abun­ dance. A contemporary inventory of his library has been preserved; a num­ ber of books which stem from his possession are to be found until today in Dutch and foreign public collections; his extensive correspondence supplies us with a considerable amount of facts about books which were consulted by him or which formed part of his collection. Apart from the main punishment of eternai imprisonment (' eeuwige gevangenisse '), the sentence pronounced o n 18 May 1619 in the extraordinary trial for laesa maiestas against Hugo Grotius likewise contained as an additional penalty the confiscati o n of ali his belongings, including his extensive library 1• One can imagine that especially this latter aspect of the punishment must ha ve been felt as a severe blow by a man like Grotius, who used to pass a large part of his time among his books, certainly when added to the prospect - in itself already horrible enough- to have to spend the remainder of his days in seclu­ sion: at the time of his conviction Grotius was only 36 years old. Incidental­ ly, the punishment was not in all respects implemented as severely as it seemed it would in the beginning; already in June 1619 Grotius' spouse, Maria van Reigersberch, obtained permission to transport certain possessions, among which also some thirty books, to Loevestein castle, where Grotius was to * This artide mainly deals with the history and reconstruction of Grotius' lìbrary durìng his Dutch perìod (1583-1621); for the later perìod only outlines are sketched.
    [Show full text]