Op De Tonen Van De Tovenaar

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Op De Tonen Van De Tovenaar Op de tonen van de tovenaar. De opera-intendant als intermediaire en dramaturgische actor. Het postdramatisch discours toegepast op het innovatieve mis-en-scène-beleid van Gerard Mortier. Philippe Annaert Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, voor het behalen van de graad van Licentiaat in de Kunstwetenschappen spec. Theaterwetenschappen. Academiejaar 2008-2009 Universiteit Gent Promotor: Prof. Dr. Christel Stalpaert Co-promotor: Dr. Bruno Forment WOORD VOORAF In dit woord vooraf wens ik mijn oprechte dank te betuigen tegenover die personen die mij in staat hebben gesteld deze verhandeling te schrijven. Op de eerste plaats zijn dit mijn promotoren, Prof. Dr. Christel Stalpaert en Dr. Bruno Forment, die mij bij het schrijven van deze scriptie telkens opnieuw wisten te inspireren. Graag wil ik hen bedanken voor hun specifieke opmerkingen en aanmoedigingen. Verder wens ik mijn dank uit te drukken aan Dr. Bram Van Oostveldt die mij bij de prille aanvang van dit onderzoek bijstond met raadgevingen en me op het juiste spoor heeft gezet voor de verdere ontwikkeling ervan. Grote dank gaat zeker ook naar Jan Vandenhouwe die me als muziekdramaturg van de Opéra National de Paris tijdens het mandaat van Mortier de kans heeft gegeven vele voorstellingen bij te wonen en met wie ik nog steeds het genoegen heb over deze boeiende materie het gesprek aan te gaan. Voor de grafische vormgeving van deze thesis, kreeg ik de professionele hulp van Karel Schoonejans, een naam die ik zeker niet mag nalaten op te nemen in deze dankbetuiging. De grootste lof verdienen natuurlijk mijn ouders die me de kans gaven alle studiedromen –zowel mijn praktijkopleiding drama aan het conservatorium van Gent als hier‐ te verwezenlijken. Zonder hun morele en logistieke ondersteuning gedurende mijn hele studietijd, was niets van dit alles mogelijk geweest. Tenslotte bedank ik ook graag mijn broer en alle vrienden die me zeer na aan het hart liggen en die me in de voorbije maanden van isolement vaak een luisterend oor boden en die me op de schaarse vrije momenten wisten te inspireren. Aan al deze mensen: hartelijk dank! Philippe Annaert mei 2009 Op de tonen van de tovenaar. De opera‐intendant als intermediaire en dramaturgische actor. Het postdramatisch discours toegepast op het innovatieve mis‐en‐scene‐beleid van Gerard Mortier. Woord vooraf Inhoudsopgave Inleiding Corpus Acte I: Un homme et ses valises. Historisch overzicht van de beleidsfases in de carrière van Gerard Mortier. 1.Socialisatie (1943­1980) 1.1. Culturele vorming 1.2. Jeugd‐Opera en polemische pamfletten 1.3. Festival van Vlaanderen 1.4. Düsseldorf en het verzet tegen het repertoiresysteem 1.5. Frankfurt en het pleidooi voor het stagionesysteem 1.6. Hamburg 1.7. Parijs als orgelpunt 2.De Koninklijke Muntschouwburg (1981­1991) 2.1. Voorlopers van Mortier 2.2. Moeizame benoemingsprocedure 2.3. Artistieke beleidsvisie 2.3.1 1981‐1985 2.3.2. 1985‐1986 2.3.3. 1986‐1991 2.4. Repertoire‐analyse 3.Salzburger Festspiele (1991­2001) 3.1. Korte historiek 3.2. Een beladen erfenis 3.3. Artistieke beleidsvisie 3.3.1. Muziekbeleid 3.3.2. Mis‐en‐scène‐beleid 3.3.2.1. 1992‐1995: Een nieuwe esthetiek 3.3.2.2. 1996‐2001: Innovatieve tendenzen 3.3.2.3. Provocatieve coda 3.4. Repertoire‐analyse 4.RuhrTriennale (2002­2004) 4.1. Locatie‐specificiteit van een festival 4.2. Artistieke beleidsvisie 5.Opéra National de Paris (2004­2009) 5.1. Benoemingsprocedure 5.2. Artistieke beleidsvisie 5.2.1. Methode‐Mortier: de intendant als intermediaire actor 5.2.2. Strategie van seizoensdramaturgieën 5.2.3. Pleidooi voor het repertoire uit de 20ste eeuw en creaties 5.2.4. Evenwicht tussen gevestigde waarden en jong talent 5.2.5. Een Europees project 5.2.6. Een ‘open’ beleid 5.3. Repertoire‐analyse Intermezzo: L’opéra: un anachronisme? Opera tot theater maken: Historische precedenten. 1. De esthetiek van Richard Wagner als indirecte bron 1.1. De Griekse tragedie als voorbeeld 1.2. Het muziekdrama 1.3. Het Gesamtkunstwerk 2. Exponent van het expressionisme, Alban Berg en Wozzeck 3. Exponent van het modernisme, Bernd Alois Zimmermann en Die Soldaten Acte II: Une nouvelle Bataille d’Hernani. Postdramatisch discours toegepast op het innovatieve mis­en­scène­beleid van Gerard Mortier. 1. De opkomst van het Regietheater Een postdramatische wende in de wereld van de opera. 1.1. Inleidende beschouwingen 1.2. Het nieuwe acteren Maria Callas & Luchino Visconti. 1.3. De nieuwe ruimte 1.4. De nieuwe organisatie John Christie. 1.5. Pionier van het Regietheater in de opera: Walter Felsenstein 2. Een nieuwe esthetiek 2.1.Gilbert Deflo: Vlaamse pionier van het Regietheater in de opera 2.1.1. Associatieve beelden 2.1.2. Poëzie en eenvoud: rijke menselijkheid 2.1.3. Commedia dell’arte 2.1.4. Symbolisme en de esthetiek van de 19de eeuw 2.2.Karl‐Ernst Herrmann: Het Regietheater van de Berliner Schaubühne en de beeldrijke benadering van Mozart 2.2.1. Berliner Schaubühne 2.2.2. Karl‐Ernst Herrmann en de Mozart‐cyclus 2.2.2.1. Gebruik van de ruimte 2.2.2.2. Gebruik van contrasten 2.2.2.3. Refereren aan elementen uit de Westerse cultuurgeschiedenis 2.2.2.4. Diepgaande tekst‐ en muziekinterpretatie en ensemblevorming 2.3.Robert Wilson: Meester van de traagheid en de vormelijke abstractie 2.3.1. Verwantschap met Wagner 2.3.2. Interpretatieloos en formeel theater 2.3.3. Theater van de metamorfosen 2.3.4. Marionetten 2.3.5. De‐hiërarchisering van de theatrale middelen 2.3.6. Een postdramatische esthetiek van tijd en ruimte 2.3.7. Opera als een gelaagde constructie 2.4.Peter Sellars: Actualiserende tendens 2.4.1. Actualiteitswaarde van het klassieke repertoire: Mozart‐Da Ponte‐cyclus 2.4.2. Politieke stellingname via creaties: The Death of Klinghoffer 2.5.Gebruik van nieuwe media: Video‐installatie van Bill Viola voor Tristan und Isolde 2.5.1. 1ste bedrijf 2.5.2. 2de bedrijf 2.5.3. 3de bedrijf 3. Het blootleggen van de utopie Deconstructivistische experimenten in het muziektheater. 3.1. Une folle journée Christoph Marthaler: Le nozze di Figaro. 3.1.1. Het realistisch‐surrealistisch universum van Anna Viebrock 3.1.2. De chorale aanwezigheid van de personages en het maatschappelijk koor 3.1.3. Behandeling van de individuele personages 3.1.4. Ironie en komedie 3.1.5. (Inter)tekstuele ingrepen 3.2. Chacun à son goût Hans Neuenfels: Die Fledermaus. 3.2.1. Provocerende transposities 3.2.2. (Inter)tekstuele ingrepen 4. Het deficit van de Verlichting voorbij Hybriditeit: een opheffing van de generische begrenzing. 4.1. De meute van Mozart Alain Platel / Les Ballets C de la B: Wolf. 4.2. Op zoek naar de emotionaliteit in Verdi Johan Simons / ZT Hollandia: Sentimenti. Conclusie 1. Het financieel débâcle van New York en Madrileense toekomstmuziek 2. Houdbaarheid van een artistiek credo Bibliografie Bijlagen Er heerst in België en daarbuiten voor mij een vreemde mengeling tussen bewondering en een soort vrees… een soort vrees, maar dat bevalt me wel: een vrees voor de tovenaar, de vrees voor iemand die mensen bezirzt, zoals een hypnotiseur, en daar heb ik misschien wel iets van.1 Gerard Mortier Inleiding Opera is vanuit historisch oogpunt een relatief jonge kunstvorm te noemen en dankt haar unieke karakter en bijzondere aantrekkingskracht aan een direct communicatieve kracht die ze uitoefent op haar publiek en vanwege haar aard als Gesamtkunstwerk, een solide symbiose die vele kunstvormen verenigt. Toch beleeft ze aan het begin van de 21ste eeuw misschien wel de grootste crisis die ze ooit in haar prille bestaan gekend heeft. Door een historisch gegroeid monopolie dat de culturele elite claimde op de ontwikkeling van de opera, verkreeg ze ook haar elitair, conservatief en reactionair karakter en dreigt ze haar communicatieve kracht met het publiek te verliezen. Het brengt ons tot de wezenlijke vraag of de opera vandaag de dag niet verworden is tot een oude krokodil, die langzaam uitblust in het drassige moeras waarin ze al die tijd lag te verzinken. Het onderzoek waarrond ik mijn eindverhandeling zou willen construeren, vertrekt vanuit die actuele vraag: waar ligt de toekomst voor de opera? Een vraagstelling die ook leeft bij de verantwoordelijken die waken over het bestaan van het genre, met name de producenten, de directeurs van opera‐ instellingen die instaan voor de reproductie van het bestaande repertoire of een katalyserende rol spelen bij de productie van nieuwe werken. Deze intendanten vervullen een intermediaire functie tussen de artistieke actoren (componisten, zangers, dirigenten, regisseurs,...) en de receptoren (het publiek, de media, de politieke autoriteiten, het mecenaat,...) en zijn bijgevolg van wezenlijk belang in het behoud van de communicatieve waarde van de opera. Artistieke actoren Intendant Receptoren Componisten intermediaire rol Publiek Dirigenten Politiek Zangers communicatieve factor Mecenaat Regie Media Dramaturgie Scenografie Plastische kunst Dans 1 Geciteerd in “De Vrees voor de Tovenaar”, BRTN, Nieuwsdienst, Panorama (1996). Samenstelling: Kris Smet en Tony Verbruggen. Gerard Mortier (° Gent, 1943) is een van de meest markante intendanten van het laatste kwart van de 20ste eeuw. De filosofie waarop zijn werk als operadirecteur steunt, vertrekt ook vanuit deze prangende problematiek. Het artistieke beleid dat Mortier voerde in de Koninklijke Muntschouwburg te Brussel, de Salzburger Festspiele, de RuhrTriennale en recent in de Opéra National de Paris is exemplarisch. Zijn rol als innovator in het operalandschap van de laatste 25 jaar vormt de basis van mijn eindverhandeling. Opera is iets merkwaardigs: het is de meest onlogische en meest fascinerende kunstvorm die er bestaat. En zoals alles wat fascineert, neigt ook de opera naar absurdisme. Wat is het nut en de bedoeling van een piramide in de woestijn? Alle grote momenten van de kunstgeschiedenis zijn ‘farfelu’. In zijn E la nave va heeft Fellini de opera verbonden met het beeld van een varend kasteel zoiets als een Titanic die gedoemd was om te vergaan… 2 Mortier begrijpt als geen ander dat in de intermediaire en dramaturgische rol die hij speelt als intendant de sleutel ligt voor het niet laten ondergaan van deze Titanic.
Recommended publications
  • Holland Festival Luigi Nono: Trilogie Van Het Sublieme
    LUIGI NONO: TRILOGIE VAN HET SUBLIEME VAN TRILOGIE LUIGI NONO: HOLLAND FESTIVAL PROGRAMMA / PROGRAMME do 19.6 / thu 19.6 vr 20.6 / fri 20.6 za 21.6 / sat 21.6 zo 22.6 / sun 22.6 lunchconcerten symposium / conference symposium / conference tentoonstelling / exhibition Rijksmuseum, Passage Universiteitstheater Transformatorhuis Westergasfabriek Luigi Nono 1924–1990 Nono Interventions “... Hay que caminar ...” “... Hay que caminar ...” Maestro di suoni e silenzi Luigi Nono’s musical paths between politics Luigi Nono’s musical paths between politics and art and art tentoonstelling / exhibition concert Westergasfabriek Gashouder Westergasfabriek Gashouder tentoonstelling / exhibition Luigi Nono 1924–1990 Westergasfabriek Gashouder Caminantes … Ayacucho Maestro di suoni e silenzi Kyrie uit from Sacrae Symphoniae Luigi Nono 1924–1990 No hay caminos, hay que caminar … Andrej Maestro di suoni e silenzi Tarkowski concert Gloria uit from Sacrae Symphoniae Westergasfabriek Gashouder concert Prometeo. Tragedia dell’ascolto Westergasfabriek Gashouder Il canto sospeso Non consumiamo Marx Como una ola de fuerza y luz concert Westergasfabriek Gashouder La lontananza nostalgica utopica futura 2 3 INHOUD CONTENT programma context programme context Prometeo Tentoonstelling Prometeo Exhibition Info, credits, programma 6 Luigi Nono 1924–1990 Info, credits, programme 6 Luigi Nono 1924–1990 Toelichting 8 Maestro di suoni e silenzi Programme notes 10 Maestro di suoni e silenzi Info en credits 76 Info and credits 76 Il canto sospeso Il canto sospeso Info, credits, programma 12 Luigi Nono: symposium Info, credits, programme 12 Luigi Nono: symposium Toelichting 14 “... Hay que caminar ...” Programme notes 17 “... Hay que caminar ...” Info, programma 77 Info, programme 77 La lontonanza nostalgica Samenvattingen 78 La lontonanza nostalgica Abstracts 82 utopica futura utopica futura Info, credits, programma 20 Info, credits, programme 20 Toelichting 22 Programme notes 23 Caminantes ..
    [Show full text]
  • Read Program
    KAIJA SAARIAHO l’amour de loin conductor Opera in five acts Susanna Mälkki Libretto by Amin Maalouf production Robert Lepage Saturday, December 10, 2016 PM associate director 1:00–3:35 Sybille Wilson New Production set and costume designer Michael Curry lighting designer Kevin Adams lightscape image designer Lionel Arnould The production of L’Amour de Loin was made sound designer Mark Grey possible by a generous gift from the Francis Goelet Trusts Additional funding for this production was received from The H.M. Agnes Hsu-Tang, PhD. and Oscar Tang Endowment Fund general manager Peter Gelb music director emeritus James Levine Co-production of the Metropolitan Opera and L’Opéra de Québec principal conductor Fabio Luisi In collaboration with Ex Machina 2016–17 SEASON The 3rd Metropolitan Opera performance of KAIJA SAARIAHO’S This performance l’amour is being broadcast live over The Toll Brothers– de loin Metropolitan Opera International Radio Network, sponsored conductor by Toll Brothers, Susanna Mälkki America’s luxury ® in order of vocal appearance homebuilder , with generous long-term jaufré rudel support from Eric Owens The Annenberg Foundation, The the pilgrim Neubauer Family Tamara Mumford* Foundation, the Vincent A. Stabile clémence Endowment for Susanna Phillips Broadcast Media, and contributions from listeners worldwide. There is no Toll Brothers– Metropolitan Opera Quiz in List Hall today. This performance is also being broadcast live on Metropolitan Opera Radio on SiriusXM channel 74. Saturday, December 10, 2016, 1:00–3:35PM This afternoon’s performance is being transmitted live in high definition to movie theaters worldwide. The Met: Live in HD series is made possible by a generous grant from its founding sponsor, The Neubauer Family Foundation.
    [Show full text]
  • 31. August 2021 MORTIER AWARDS in Memoriam Gerard Mortier
    SALZBURGER FESTSPIELE 17. Juli – 31. August 2021 MORTIER AWARDS In memoriam Gerard Mortier The Mortier Award for music theatre and the Mortier Next Generation Award were established to draw inspiration for music theatre’s present and future from the legacy of Gerard Mortier, the opera and festival administrator and former artistic director of the Salzburg Festival, who died in 2014. The award honours figures who, like Mortier, pursue an interdisciplinary approach to renewing the art form of opera. It is therefore fitting that the polymath Alexander Kluge will be presented with the 2021 Mortier Award. The Next Generation Award, with a cash value of 30,000 Euro, goes to the German stage director Ulrike Schwab and is sponsored by the Friends of the Salzburg Festival. On the occasion of its centenary, the Salzburg Festival – to which during his tenure, Gerard Mortier gave many impulses still resonating today (1991-2001) – and the Friends Association are honouring the two laureates in a ceremony on 17 August. Following this event, artistic director Markus Hinterhäuser joins a discussion about the future outlook for music theatre with Asmik Grigorian, Ulrike Schwab and Franz Welser-Möst, moderated by Markus Thiel. (Mortier Awards Ceremony and Roundtable · Main Auditorium of the University · 17 August 2021, 4 pm · Registration required via www.festspielfreunde.at) “We are very grateful to the Association of Friends of the Salzburg Festival, which finances the Mortier Award. As so often, its contribution helps implement an issue central to the Salzburg Festival, turning it into reality,” says Festival President Helga Rabl-Stadler. The Mortier Award was initiated in 2014 by Heinz Weyringer, artistic director of the Ring Award, a directing and stage competition, and Albrecht Thiemann, former managing editor of the international specialist journal Opernwelt (Berlin).
    [Show full text]
  • Echoes of the Avant-Garde in American Minimalist Opera
    ECHOES OF THE AVANT-GARDE IN AMERICAN MINIMALIST OPERA Ryan Scott Ebright A dissertation submitted to the faculty at the University of North Carolina at Chapel Hill in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy in the Department of Music. Chapel Hill 2014 Approved by: Mark Katz Tim Carter Brigid Cohen Annegret Fauser Philip Rupprecht © 2014 Ryan Scott Ebright ALL RIGHTS RESERVED ii ABSTRACT Ryan Scott Ebright: Echoes of the Avant-garde in American Minimalist Opera (Under the direction of Mark Katz) The closing decades of the twentieth century witnessed a resurgence of American opera, led in large part by the popular and critical success of minimalism. Based on repetitive musical structures, minimalism emerged out of the fervid artistic intermingling of mid twentieth- century American avant-garde communities, where music, film, dance, theater, technology, and the visual arts converged. Within opera, minimalism has been transformational, bringing a new, accessible musical language and an avant-garde aesthetic of experimentation and politicization. Thus, minimalism’s influence invites a reappraisal of how opera has been and continues to be defined and experienced at the turn of the twenty-first century. “Echoes of the Avant-garde in American Minimalist Opera” offers a critical history of this subgenre through case studies of Philip Glass’s Satyagraha (1980), Steve Reich’s The Cave (1993), and John Adams’s Doctor Atomic (2005). This project employs oral history and archival research as well as musical, dramatic, and dramaturgical analyses to investigate three interconnected lines of inquiry. The first traces the roots of these operas to the aesthetics and practices of the American avant-garde communities with which these composers collaborated early in their careers.
    [Show full text]
  • WUORINEN Brokeback Mountain
    WUORINEN Brokeback Mountain Few short stories have become so quickly and so deeply embedded in the American consciousness as Annie Proulx’s 1997 Brokeback Mountain. First published inThe New Yorker and made into a critically acclaimed 2005 movie, it now animates a starkly modernist opera by Charles Wuorinen, premiered last year at Madrid’s Teatro Real. The characters, and the bleak storyline, now operate almost at the level of myth: we know the narrative arc, the tragic conclusion, even the symbols and speaking tics that define the two cowboys, whose doomed love plays out over decades against the relentlessly hostile backdrop of the conservative American west. The opera, commissioned by Gerard Mortier and premiered only weeks before his death, received mixed but respectful reviews at its premiere. This DVD makes a strong case both for the original production (by Ivo van Hove) and for the opera itself. The music isn’t blithely charismatic like so many contemporary American operas today, and it owes far more to Schoenberg and Berg than to Britten, Bernstein or Copland. If Wuorinen hadn’t expressed interest in setting it to music years ago, it would likely have become yet another pastiche-filled work, passed around the regional opera circuit, where its main virtue would have been to offend no one. Wuorinen’s setting reminds one of Monteverdi – formal, stately and psychologically precise, with spare and often angular vocal lines set against prismatic bursts from the orchestra; the accompaniment oscillates between two basic ideas: hushed, sustained figures that suggest the influence of Debussy, and expressionist, often nervous outbursts.
    [Show full text]
  • Brokeback Mountain Vaqueros Gays Cabalgan En El Real
    Artículos y entrevistas n n n n n n n n O.J.D.: Fecha: 01/01/2014 E.G.M.: ÓPERA ACTUAL Sección: Páginas: CREACIÓN CONTEMPORÁNEA Charles Wuorinen estrena Brokeback Mountain VAQUEROS gays CABALGAN EN EL REAL DESPUÉS DE THE PERFECT harles Wuorinen Wuorinen es un compositor intensa­ no es un composi­ mente neoyorkino, pero nada tiene que AMERICAN, DE PHILIP GLASS, EL tor conocido ni en ver con ninguna de las dos corrientes TEATRO REAL DE MADRID VUELVE A España ni en Eu­ compositivas más genuinamente norte­ ropa. Que haya si­ americanas: la defendida por la Escuela APOSTAR POR LA NUEVA do el músico más de Nueva York (la vía experimentalista CREACIÓ OPERÍSTICA CON joven merecedor del de Cage, Feldman, Wolff, Brown, etc.) BROKEBACK MOUNTAIN, UN Premio Pulitzer y y la minimalista (Glass, Reich, Lucier, que esté en pose­ etc.). “No me identifico con ninguno ENCARGO DE GERARD MORTIER AL sión de la prestigio­ de esos nombres, tampoco con Brian COMPOSITOR CHARLES sa MacAr­­thur Fellowship otorgan dis­ Ferneyhough ni con los compositores tinción a su nombre pero, aun así, aquí adscritos a la nueva complejidad euro­ WOURINEN BASADO EN EL BEST Ccontinúa siendo un creador cuyo nom­ pea con la que en ocasiones se me SELLER DE LA ESCRITORA ANNIE bre, en el mejor de los casos, suena le­ asocia”, afirma Charles Wuorinen a PROULX, UN CANTO A LA jano. Podrían contarse con los dedos de ÓPERA ACTUAL. Por el contrario, una mano las veces que, en los últimos los únicos autores que le inspiran son TOLERANCIA QUE LLEVÓ A LA diez años, se ha programado una pieza Elliott Carter, Milton Babbitt, Arnold PANTALLA GRANDE ANG LEE suya en España.
    [Show full text]
  • Gerard Mortier (1943-2014)
    OBITUARIO Gerard Mortier (1943-2014) erard Mortier, el penúltimo director artístico del Teatro Real de Madrid falleció el pasado 8 de marzo Gde 2014 en Bruselas. Por azares de la vida llegó a ocupar ese cargo en la capital española desde enero de 2010 hasta su fulminante destitución a finales de 2013. En los cuatro años que estuvo al frente (llegó a Madrid unos seis meses antes de ocupar el puesto oficialmente) consiguió agitar, como nadie lo había hecho antes en España, al pequeño mundo operístico. Cualquiera que haya tenido la oportunidad de conversar con él, coincidirá conmigo en que Mortier fue un apasionado defensor de la ópera como transmisor de valores universales y no un mero entretenimiento. Sus opiniones no dejaban indiferente a sus interlocutores y él parecía disfrutar con el revuelo que algunas de ellas creaban. Su paso por Madrid, como en otros de los lugares en donde ocupó un cargo semejante, estuvo acompañado de luces y sombras en su gestión, sin embargo no podemos obviar que él conseguía su propósito: despertar de la autocomplacencia al espectador, con la consiguiente promoción para el festival. Entre 2002 y causar polémica y dar notoriedad a un género que parece un 2004 fue el alma de la Trienal del Ruhr, un festival artístico enfermo imaginario. que tiene lugar en varias sedes en naves industriales de varias ciudades situadas en la cuenca del río Ruhr (Alemania). En Nació en Gante en 1943, hijo de un panadero y educado 2004 se convirtió en director artístico de la Ópera Nacional en un colegio jesuita de su ciudad, estudió Derecho y de París y nuevamente se propuso renovar los títulos.
    [Show full text]
  • Eineerstklassige,Souveränedarbietung
    Tageblatt Montag, 10. März 2014 • Nr. 58 KULTUR 13 Trost statt Trauer: Brahms’ „Ein deutsches Requiem“ der „Chorale Uelzecht“ und des Orchesters Estro Armonico Eine erstklassige, souveräne Darbietung Delia Pifarotti Aus dem künstlerischen Kon- nubium zwischen der „Chorale municipale Uelzecht“, dem Or- chester Estro Armonico und den Solisten Danièle Patz (So- prano) und Luc Nilles (Bary- ton) entstand, unter der Lei- tung von Jeff Speres, eine hockkarätige musikalische Darbietung, die den Zuhörern in der prall gefüllten Escher St.-Josef-Kirche lange in Erin- nerung bleiben wird. Die vielen Proben, die das Ein- studieren eines so anspruchsvol- len Werkes wie „Ein deutsches Requiem“ wohl benötigt hat, sind der Mühe wert gewesen. Chor, Solosänger und Orchester haben ihre Talente fruchtbar zusam- mengeschlossen und Jeff Speres, der seit 1998 die „Chorale Uel- zecht“ leitet, hat an die Erfolge seiner vergangenen Konzerte an- geknüpft. Leicht und souverän Die majestätische und gleichsam besinnliche Kulisse der neogoti- schen Dekanatskirche, deren Bauzeit (1873-1877) der Urauf- Die Escher „Chorale Uelzecht“ und das Orchester Estro Armonico: Im Vordergrund (Bildmitte) die Solisten Danièle Patz und Luc führungszeit des Brahmschen Nilles sowie Dirigent Jeff Speres (v.l.n.r.) Requiems entspricht (1868), ge- von Brahms angegebenen Tempi währte dem speziellen Abend reichen von eingangs „ziemlich den gebührenden visuellen und langsam und mit Ausdruck“, akustischen Gesamteindruck. über „etwas bewegter“ und „alle- Da man unter „Requiem“ eine gro non troppo“, bis hin zu „viva- Heiligenmesse für Verstorbene ce“, „allegro“ und „feierlich“, was sowie auch eine kirchenmusika- den hoffnungs- und trostbringen- lische Komposition zum Geden- den Charakter seiner Kompositi- ken an die Toten versteht und die on unterstreicht.
    [Show full text]
  • 16-18 February 2007 Press
    16-18 February 2007 Press kit Table of content 1. Press release p. 3 2. The European Opera Days, by Bernard Foccroulle p. 4 3. Opera, mirror of Europe, by Gerard Mortier p. 5 4. The future of opera, by Nicholas Payne p. 6 5. Youth and Opera, by Federico Mayor Zaragoza p. 7 6. The European Opera Days around Europe p. 8 7. The European Opera Days in Paris p. 11 a. Conference programme b. Performances 8. The European Opera Days partners p. 14 a. Opera Europa b. Fedora c. RESEO d. Opéra national de Paris e. Réunion des Opéras de France f. Opera XXI g. Professional Chamber of Opera Managers h. Juvenilia i. Other partners 9. Opera Ambassadors p. 19 10. Tous à l’Opéra!, by Laurent Hénart p. 20 11. The revival of Opera in Spain p. 21 12. Recent landmark productions p. 22 13. Opera, alive and kicking p. 26 14. Opera in the community p. 28 15. Opera education, by Katie Tearle p. 29 16. Opera and modern music p. 30 17. Opera and the movies, by Serge Toubiana p. 31 18. Opera and architecture: new opera houses p. 32 19. Opera and fashion p. 35 20. Famous people and opera p. 36 21. Quotes on opera p. 37 22. Fun facts about opera p. 39 23. Contact details p. 41 2 1. Press release European Opera Days – celebrating 4 centuries of "Opera" During the weekend of 16 to 18 February 2007, opera houses all around Europe are inviting neighbours, fans and critics, new and existing audiences to (re)discover the amazing world of opera in their community and all around Europe.
    [Show full text]
  • Award Ceremony Goethe Medal 2014 Nike Wagner: Laudatory Speech for Gerard Mortier (Check Against Delivery)
    Award ceremony Goethe Medal 2014 Nike Wagner: Laudatory speech for Gerard Mortier (Check against delivery) He is no longer among us. Gerard Mortier passed away at the age of seventy this past March. The opera houses and festivals knew who they were mourning; the art world as a whole knew it. “One would have to go back to Sergei Diaghilev to come upon a similarly visionary art enabler,” wrote the music critic from the Süddeutsche Zeitung in his obituary. Gerard Mortier received the news and was pleased about receiving the Goethe Medal. Mortier became famous for his reforms of musical theatre and artistic production concepts, the polemicist in him was welcomed; able to cut even the most pompous establishments – such as the Vienna Philharmonic – down to size. Until it seemed that Mortier was called upon whenever a musical theatre became bogged down in routine or in self-complacency. The diminutive, dignified, ever polite and elegant baker’s son from Ghent would restore maiden aunt opera’s social role – and what’s more – its existential significance. How did this come about? Born in 1943, the Jesuit alum initially studied law. After assistant positions at the Flanders Festival, he completed his apprenticeship in the management offices of operas in Frankfurt, Düsseldorf, Hamburg and Paris. “Apprenticeship” is probably not the proper term for it for why, after 1973, his time under Christoph von Dohnany, should the Oper Frankfurt experience such a new era? Suddenly the opera was presenting dramaturgically sophisticated productions by newcomers such as Volker Schlöndorff, Achim Freyer and Klaus-Michael Grüber.
    [Show full text]
  • NORTHWESTERN UNIVERSITY Timbral Intention
    NORTHWESTERN UNIVERSITY Timbral Intention: Examining the Contemporary Performance Practice and Techniques of Kaija Saariaho’s Vocal Music A DISSERTATION SUBMITTED TO THE BIENEN SCHOOL OF MUSIC IN PARTIAL FULFULLMENT OF THE REQUIREMENTS for the degree DOCTOR OF MUSICAL ARTS Field of Voice Performance and Literature By Alison Wahl EVANSTON, ILLINOIS March 2017 2 ABSTRACT Kaija Saariaho’s vocal music is a rewarding challenge for a singer. Her works contain extended techniques and innovative performance practices, which allow her to create interesting and moving timbral effects. Her musical language has its foundation in her cultural identity, formed as a girl in the forests of Finland. The sound of the woods, birdsong, whispering, and wind are an integral part of Saariaho’s musical voice. Her creative use of text setting results in a highly emotional and unusual expression of poetry, although unconventional setting of words may necessitate some extra effort on the part of the performer. The extended techniques in her music are likewise emotionally driven, and include methods of fine variation in breathiness, pitch, and vibrato to create a wider palette of vocal sounds. Her use of electronics also allows her to write meaningful music with a unique musical atmosphere. In Saariaho’s collaboration with singers, she has proven to be extremely approachable and supportive, both when coaching performers of her work and developing new pieces with colleagues. Saariaho’s vocal music is more straightforward and less complex than her work for solo instruments in terms of rhythm and pitch collections; however, her innovative text setting and embracing of the wide spectrum of sound of the human voice results in a very colorful and deep musical language.
    [Show full text]
  • El Reflejo En La Prensa Especializada Del Trabajo De Gerard Mortier Al Frente Del Teatro Real De Madrid
    UNIVERSIDAD COMPLUTENSE DE MADRID FACULTAD DE CIENCIAS DE LA INFORMACIÓN TESIS DOCTORAL Gestión artística y empresa informativa: el reflejo en la prensa especializada del trabajo de Gerard Mortier al frente del Teatro Real de Madrid MEMORIA PARA OPTAR AL GRADO DE DOCTOR PRESENTADA POR Francisco Javier Caravantes Pérez DIRECTORES Pedro García-Alonso Montoya Alfonso Javier Fernández del Moral Carlos Caravantes García Madrid © Francisco Javier Caravantes Pérez, 2019 UNIVERSIDAD COMPLUTENSE DE MADRID FACULTAD DE CIENCIAS DE LA INFORMACIÓN GESTIÓN ARTÍSTICA Y EMPRESA INFORMATIVA El reflejo en la prensa especializada del trabajo de Gerard Mortier al frente del Teatro Real de Madrid Francisco Javier Caravantes Pérez Memoria de Doctorado dirigida por los profesores-doctores D. Pedro García-Alonso Montoya, D. Alfonso Javier Fernández del Moral, y D. Carlos María Caravantes García Madrid, 2019 Francisco Javier Caravantes Pérez - Gestión artística y empresa informativa. Reflejo en la prensa especializada del trabajo de Gerard Mortier 2 -ancisco Javier caravantes Pérez - Gestión artística y empresa Informativa. Reflejo en la prensa especializada del trabajo de Gerard Mortler - UNIVERSIDAD \•7 COMPLU!~~R~~ DECLARACIÓN DE AUTORÍA Y ORIGINALIDAD DE LA TESIS PRESENTADA PARA OBTENER EL TÍTULO DE DOCTOR D./Dña. Francisco Javier Caravantes Perez estudiante en el Programa de Doctorado D9AK - DOCTORADO EN PERIODISMO , de la Facultad de Ciencu1s de la Infonnaci611 _:J de la Universidad Complutense de Madrid, como autor/a de la tesis presentada para la obtención del título de Doctor y titulada: !GESTIÓN ARTÍSTICA Y EMPRESA INFORMATIVA: !.!._reflejo en la prensa especializada del trabajo de Gerard :Monier al frente del Teatro Real de Madrid y dirigida por: Director de Tesis: Pedro García - Alonso Montoya Codirector de Tesis.
    [Show full text]