Vlagschip Van De Nederlandse Welvaartsstaat
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
1 HET PORTIEKWOONGEBOUW: VLAGSCHIP VAN DE NEDERLANDSE WELVAARTSSTAAT ACHTERGRONDSTUDIE NAAR PORTIEKWOONGEBOUWEN IN NEDERLAND VOOR HET BEYOND-THE-CURRENT RESEARCH PROJECT LEO OORSCHOT 01-12-2019 2 Beyond the Current Het Klimaatakkoord en de ambitie om in 2050 CO2- flatblokken van vier verdiepingen te vergroten. Deze neutrale woningvoorraad te hebben leidde tot de oplossingen zijn getoetst op de voorkeuren van huur- organisatie Stroomversnelling, een organisatie met ders door de huurders virtuele ontwerpmodellen in leden uit de hele bouwketen die met haar keurmerk 3D voor te leggen. De resultaten stelden woningcor- nul-op-de-meter NOM-keur een methode ontwik- poraties en architecten in staat om renovatiemaatre- kelde waarbij woongebouwen en woningen op een gelen te ontwikkelen die niet alleen rekening houden industriële wijze van de buitenkant worden ingepakt met het milieu en met architectonische waarden, met isolatie en betere installaties. Een methode met maar ook met de voorkeuren van de huurders van veel voordelen maar ook met weinig respect voor de deze woningen. beeldkwaliteit en biodiversiteit van deze woongebou- wen. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers en ontwerpers van de faculteit Bouwkunde van TU Delft Om de kwaliteit en de bouwtechniek van woon- (zie het overzicht met medewerkers), in samenwer- portiekgebouwen te begrijpen is de TU Delft en de king met Hogeschool Utrecht. Hogeschool Utrecht gevraagd onderzoek te doen portiekwoongebouwen en de mogelijkheden die prof.dr.ir. V.H. Gruis, prof.ir. W. de Jonge, er zijn om tot een CO2-neutrale woningvoorraad te prof.ir. M.F. Asselbergs, dr. C.J. van Oel, komen. Het wordt steeds duidelijker dat de energie- ir. L.G.K. Spoormans, dr.ir. T. Konstantinou, efficiëntie van onze woningvoorraad een van de ir. S. El Messlaki, ir. T. de Jonge, dr.ir. L.M. Oorschot grootste uitdagingen in verband met de bebouwde omgeving is – een uitdaging die in Nederland en in De ontwerpoplossingen en huurdersenquêtes zijn in veel andere landen met beide handen is aangegre- nauwe samenwerking met de volgende architecten, pen. Om deze uitdaging het hoofd te bieden, moet woningcorporaties en brancheorganisaties ontwik- energie-efficiënte renovatie niet alleen als een tech- keld: De Alliantie, Mitros, Haag Wonen, Eigen Haard, nologisch maar ook als een architectonisch en maat- Stadgenoot, Van Schagen Architecten, INBO, FARO, schappelijk vraagstuk worden gezien. BNA, NRP en Huren met Energie. In dit ‘Research through Design’-project (RTD) Het project is gefinancierd door NWO/STW in het genaamd ‘Beyond the Current’ zijn ontwerpoplos- kader van het gezamenlijke onderzoeksprogramma singen ontwikkeld om de energie-efficiëntie van Research through Design. 3 Inhoud 1 Het Nederlandse portiekwoongebouw 5 1.1 Het atoom waarmee de moderne stad is opgebouwd 6 1.2 Genealogie van het portiekwoongebouw 7 2 Portiekwoongebouwen van het fin de siècle 1890-1915 13 2.1 Status en individualiteit 14 2.2 Bouwperiode en stedenbouwkundige context 14 2.3 Woontechnisch: opbouw en variatie gebouwtype 18 2.4 Bouwtechnisch: materialen en voorzieningen type 25 2.5 Beleidscontext en Protocollen van betekenis 26 2.6 Actoren van betekenis 27 2.7 Architectonische waarde volgens ontwerpers 28 Beeldmateriaal Portiekwoongebouwen van het fin de siècle 1890-1915 31 3 Portiekwoongebouwen van het interbellum 1916-1925 55 3.1 Eenheid tussen woningbouw en stedenbouw 56 3.2 De bouwperiode en stedenbouwkundige context 56 3.3 Woontechnisch: opbouw en variatie type 59 3.4 Bouwtechnisch: materialen en voorzieningen type 67 3.5 Beleidscontext en protocollen van betekenis 68 3.6 Actoren van betekenis 73 3.7 Architectonische waarde volgens ontwerpers 79 Beeldmateriaal Portiekwoongebouwen van het interbellum 1916-1925 85 4 Portiekwoongebouwen van de wederopbouw 1946-1965 115 4.1 Massawoningbouw als opgave, woningnood, gebrek aan materiaal en bouwvakkers 116 4.2 De bouwperiode en stedenbouwkundige context 117 4.3 Woontechnisch: opbouw en variatie type 128 4.4 Bouwtechnische: materialen en voorzieningen type 132 4.5 Actoren, beleidscontext en protocollen van betekenis 142 4.6 Architectonische waarde volgens ontwerpers 146 Beeldmateriaal Portiekwoongebouwen van de wederopbouw 1946-1965 167 5 Bijlagen 181 6 Bibliografie 191 4 1 HET NEDERLANDSE PORTIEKWOONGEBOUW 6 1 Het Nederlandse het meest voorkomende gebouwtype in steden. Doel van dat onderzoek was om betaalbare bouwkundige portiekwoongebouw interventies te bedenken die de gebouwen energie- efficiënt maken met respect voor bewonerswensen Versnellen, versnellen, versnellen moeten we de en waardering voor de beeldkwaliteit van deze bouwproductie, we moet nog meer industrialiseren, woongebouwen. Dit onderzoek is gebruikt als basis nog beter gebruik maken van de kennis in het hele voor de ontwerpvoorstellen die zijn gemaakt om een netwerk bouwen, nog beter concepten bedenken, zo generiek mogelijke strategie te bedenken voor de een ministerie en minister van wonen moet terug. renovatie van dit gebouwtype. In tien jaar moeten we 1 miljoen woningen hebben gebouwd om het astronomische woningtekort terug te dringen. Het lijkt wel 1945, aan de vooravond 1.1 Het atoom waarmee de van de wederopbouw. De grote woningnood in het interbellum en tijdens de wederopbouw had enorme moderne stad is opgebouwd gevolgen voor de hele bouwketen, deze veranderde van traditionele ambachten in een geoliede bouw- Deze studie gaat over Nederlandse portiekwoonge- industrie met een van de mooiste producten van de bouwen, het atoom waarmee de moderne Neder- Nederlandse welvaartsstaat die aan iedereen een landse stad in de twintigste eeuw werd opgebouwd woning beloofde: het portiekwoongebouw van de en die door eindeloze herhaling het beeld is gaan grote steden. bepalen van veel uitbreidingswijken. Volgens de beginselen van het Fordism werd er betaalbare Tegelijkertijd breken we deze meest geïndustriali- woningen geproduceerd op een zo efficiënt moge- seerde woningvoorraad af en vervangen we ze door lijke wijze voor een anonieme woonconsument in nieuwe woongebouwen met de daarmee gepaarde de moderne steden door nieuwe instituties zoals gaande enorme milieubelasting aan grondstoffen en woningcorporaties onder strak regie van de overheid. energie die worden gebruikt. Is het niet passender binnen de ambities van een circulaire economie die Het portiekwoongebouw is het meest voorkomende Nederland wil zijn om de bestaande woningvoorraad gebouwtype van Nederland en zijn voornamelijk te renoveren? Aanleiding voor dit artikel was het gebouwd in de periode 1905 tot 1965. Volgens het Beyond-the-Current-onderzoeksproject aan de TU CBS waren er in 2016 in Amsterdam nog 155.456 Delft waarbij de renovatie van dit gebouwtype cen- portiekwoningen (36,6% van alle woningen), Rot- traal staat. Het Beyond-the-Current-onderzoek is een terdam 104.014 (33,4%), Den Haag 107.253 (42,4%) door een aantal woningcorporaties in de grote steden en Utrecht 29.482 (19,7%) (CBS-peildatum 11-06- geïnitieerd en NWO-STW gefinancierd onderzoeks- 2016). Tijdens de stadsvernieuwingsperiode kreeg project dat werd uitgevoerd door een multidiscipli- dit gebouw type nog een revival. Tegenwoordig nair onderzoeksteam van de verschillende afdelingen worden deze woongebouwen zonder lift niet meer en secties van de TU Delft en de Hogeschool Utrecht gemaakt. De grens tussen sociale huur en koop is bij in de periode van 1 mei 2016 tot 1 mei 2018. Er dit gebouwtype niet altijd scherp te trekken. Veel werden tal van ontwerpvoorstellen bedacht en deze vooroorlogse woningen die ook woningwetwoningen interventies zijn door woningcorporaties in Amster- waren zijn op grote schaal verkocht door woning- dam, Utrecht en Den Haag door middel van vragen- corporaties. Andersom zijn er in de stadsvernieu- lijsten voorgelegd aan huurders om hun voorkeuren wingsperiode veel particulieren woningen die ooit te vast te stellen. Het resultaat van dit onderzoek is als koopwoningen zijn gebouwd onteigend en sociale gepubliceerd in verschillende peer reviewed journals, huur geworden, als ze niet werden afgebroken. op vak websites en gepresenteerd op verschillende congressen, bij woningbouwverenigingen en bij Inventarisatie en analyse is uitgevoerd om het Monumenten & Archeologie in Amsterdam. onderzoeksobject af te bakenen en te definiëren in kwantitatieve en kwalitatieve zin. Het is zeker niet Dit artikel is een onderzoek naar onderzoeksobject bedoeld als een waarderingskader voor individuele zelf: het portiekwoongebouw. Het inventariseert portiekwoongebouwen. Wel is het zo dat door deze en beschrijft de ontwikkeling van het gebouwtype inventarisatie meer inzicht is gekregen in de wording zo nauwkeurig mogelijk aan de hand van literatuur, van dit gebouwtype en daardoor ook het waarderen archieven en beeldbanken van gemeenten. Deze van het individuele gebouw voorziet van een brede studie is geen beschouwing over beeldbepalende beoordelingscontext. Echter dat is bijvangst. De focus architectuurstijlen of het oeuvre van fameuze archi- van dit onderzoek lag op de ontwikkeling van het tecten maar het is een inventarisatie en analyse van portiekwoongebouw in Amsterdam, Rotterdam, Den 7 Haag en Utrecht uit het interbellum en de wederop- vast te stellen van het portiekwoongebouw en zo tot bouw. Het portiekwoongebouw wordt geïnventari- betekenisvolle interventies te komen bij de meest seerd, gecategoriseerd, geïnterpreteerd en ingedeeld representatieve plattegrond in een bepaalde periode. in gebouwtype en subtypes. Zo wordt het mogelijk De interventies tot het energie-efficiënt maken van om overeenkomsten