Masterproef Maxim Veys 20055346
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Universiteit Gent – Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Race naar Katanga 1890-1893. Een onderzoek naar het organisatorische karakter van de expedities in Congo Vrijstaat 1890-1893. Scriptie voorgelegd voor het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis Vakgroep Nieuwste Geschiedenis Academiejaar: 2009-2010 Promotor: Prof. Dr. Eric Vanhaute Maxim A. Veys Dankwoord Deze thesis was een werk van lange adem. Daarom zou ik graag mijn dank betuigen aan enkele mensen. Allereerst zou ik graag mijn promotor, Prof. Dr. Eric Vanhaute, willen bedanken voor de bereidheid die hij had om mij te begeleiden bij dit werk. In het bijzonder wil ik ook graag Jan-Frederik Abbeloos, assistent op de vakgroep, bedanken voor het aanleveren van het eerste idee en interessante extra literatuur, en het vele geduld dat hij met mij heeft gehad. Daarnaast dien ik ook mijn ouders te bedanken. In de eerste plaats omdat zij mij de kans hebben gegeven om deze opleiding aan te vatten, en voor de vele steun in soms lastige momenten. Deze scriptie mooi afronden is het minste wat ik kan doen als wederdienst. Ook het engelengeduld van mijn vader mag ongetwijfeld vermeld worden. Dr. Luc Janssens en Alexander Heymans van het Algemeen Rijksarchief wens ik te vermelden voor hun belangrijke hulp bij het recupereren van verloren gewaande bronnen, cruciaal om deze verhandeling te kunnen voltooien. Ik wil ook Sara bedanken voor het nalezen van mijn teksten. Maxim Veys 2 INHOUDSOPGAVE Voorblad 1 Dankwoord 2 Inhoudsopgave 3 I. Inleiding 4 II. Literatuurstudie 13 1. Het nieuwe imperialisme 13 2. Het Belgische “imperialisme” 16 3. De Onafhankelijke Congostaat. 20 3.1 De koloniale doctrine: invloed van de geografische beweging 22 3.2 Congo Vrijstaat: Politieke, territoriale en economische organisatie 27 3.3 Cecil Rhodes en de BSAC 30 3.4 Compagnie du Congo pour le Commerce et l’ Industrie 32 III. Race naar Katanga 35 4. De maatschappijen 37 4.1 Compagnie du Katanga 37 4.2 Comité spécial du Katanga 47 5. De expedities 51 5.1 Expeditie Le Marinel 55 5.2 Expeditie Delcommune 58 5.3 Expeditie Stairs 64 5.4 Expeditie Bia-Francqui 71 5.5 De organisatoren – algemeen 75 6. Epiloog 77 IV. Conclusie 81 Bijlages 85 Lijst met gebruikte afkortingen 92 Bibliografie 93 3 I. INLEIDING Race naar Katanga De conferentie van Berlijn(15 november 1884 – 26 februari 1885) geldt als één van de belangrijke momenten in de geschiedenis van het Afrikaanse continent. Met de conferentie werd Leopold II van Belgie benoemd als soeverein van de Congo Vrijstaat, daarnaast werd ook het principe van de ‘effectieve bezetting’ onderkend door de Europese machten. De Congo Vrijstaat was het resultaat van diplomatieke onderhandelingen tussen de grootmachten. Door Leopolds lobbywerk bekwam hij een gigantisch persoonlijk gebied in Centraal-Afrika. Hoewel de grenzen van het gebied afgelijnd waren, zorgde het principe van effectieve bezetting voor onenigheden. Met name in het zuidelijk deel van het gebied was er geen eenduidige overeenkomst over de precieze grenzen. In de Engelse pers verschenen in 1889 verschillende berichten met betrekking tot deze kwestie. In de Fornightly Review verscheen een artikel in maart 1889 dat er zonder effectieve bezetting geen definitieve uitspraak kon zijn over het toebehoren van de provincie Katanga aan de Congo Vrijstaat. Ook vanuit de Duitse gebieden ten oosten was er een interesse in het gebied. Het was reeds enige tijd geweten dat in Katanga verschillende minerale rijkdommen aanwezig waren, hetgeen ten dele de interesse voor het gebied verklaart. Zo lezen we ondermeer bij Buelens dat na de ontdekking van goudmijnen in Californië en Australië omstreeks het midden van de 19 e eeuw de goud- en diamantkoorts zich naar Afrika oriënteerde, ondermeer door de ontdekking van diamant(1867) en goud(1886) in zuidelijk Afrika. 1 Er ontstond als het ware een diamantrush naar Midden-Afrika, waarvan de Britse expansie in zuidelijk Afrika, met de activiteit van Cecil Rhodes als belangrijkste exponent, ten dele een gevolg was. Er was echter ook verzet tegen deze uitbreiding. Naast de weerstand van de Boeren, die leidde tot de Boerenoorlog van 1899-1902 botste het Britse imperialisme ook op de Vrijstaat. 2 Wat betreft Katanga was men al snel op de hoogte van de aanwezigheid van ertsen in de bodem. Zo wist Livingstone hier reeds 1 Buelens(F.), Congo 1885-1960. Een financieel-economische geschiedenis , p. 35. 2 Buelens(F.), loc. cit. 4 van en vermeldde Cameron in 1874 dat er wel degelijk goudaders in het gebied aanwezig waren. 3 Hoewel Leopold zijn uiterste best had gedaan een regeling te treffen op de Conferentie van Berlijn, heerste er nog steeds onduidelijkheid over de zuidelijke grens van het territorium van de Vrijstaat. Vanuit het principe van ‘effectieve bezetting’ zoals geformuleerd in de besluiten van de conferentie diende men dan ook een akkoord te hebben met de plaatselijke machthebbers. De oprichting van de British South Africa Company onder leiding van Cecil Rhodes op 29 oktober 1889 bracht de problematiek in een stroomversnelling. Leopold II voelde nattigheid en ging over tot actie, de ‘race naar Katanga’ was begonnen. Beide kampen gingen over tot het inrichten van expedities naar de regio. Het doel was om in Bunkeya, de hoofdstad van het koninkrijk Garenganze waarover M’siri regeerde, contacten te leggen en de effectieve bezetting te verwezenlijken, om zo de provincie te kunnen inlijven. 4 Zes expedities werden opgezet in de periode 1890-1893 met als bestemming de provincie Katanga. Cecil Rhodes zond Joseph Thomson en later Alfred Sharpe (beide in 1890). Vanuit het Belgische kamp vertrokken vier expedities onder leiding van Paul Le Marinel(1890-1), Alexandre Delcommune(1890-1), Lucien Bia(1891-2) en William Stairs(1891-2). Waar de Engels expedities beide werden georganiseerd door de BSAC van Rhodes, werden de Belgische ondernemingen door verschillende actoren opgezet. We onderscheiden de Vrijstaat zelf, de Compagnie du Congo pour le Commerce et l’ Industrie(CCCI) en de Compagnie du Katanga(CdK). Deze laatste vier ‘Belgische’ expedities, en in het bijzonder de organisatorische en geopolitieke context ervan, vormen het onderwerp van mijn bronnenonderzoek. Een vijfde expeditie, onder leiding van de Franse ingenieur Gustave Levêque werd georganiseerd door de CdK. Deze missie had als taak het opstarten van de steameractiviteit. Daar deze ‘expeditie’ weinig te zien had met de concrete exploratie van Katanga laten we deze hier buiten beschouwing. 3 Buelens(F.), op cit, p. 53. 4 Buelens(F.), Congo 1885-19660. Een financieel-economische geschiedenis. Berchem: EPO, 1997, p. 53- 4. 5 Probleemstelling De temporele én geografische situering van dit werkstuk spelen een belangrijke rol met betrekking tot de probleemstelling van dit onderzoek. De combinatie van deze twee aspecten werken dan ook in op de derde – de thematische – afbakening van mijn onderzoek. De chronologische afbakening van het bronnenonderzoek loopt vanaf 1890, het jaar waarin de eerste expeditie naar Katanga vertrok, en eindigt in 1906, het jaar waarin de Union Minière du Haut-Katanga werd opgericht. Dit moment kan mijns inziens worden geïnterpreteerd als de overgang van een periode van ‘pioniers’ naar één van exploitatie.(exploration into occupation/exploitation) Het dient echter wel gezegd dat dergelijke cesuren steeds arbitrair zijn en slechts zelden of nooit absoluut. Daarenboven ligt het zwaartepunt van het bronnenonderzoek op de periode 1890-1893, wanneer de expedities effectief plaatsvinden. Dit betekent echter niet dat hetgeen voorafgaat en hetgeen volgt op de periode die in het bronnenonderzoek wordt besproken buiten beschouwing zal worden gelaten. In een inleidend situerend deel zal ik pogen de aanloop naar de ‘race’ naar Katanga te schetsen. Het verdere verloop van de geschiedenis van de regio na de periode van exploraties zal worden besproken in een epiloog, waarin het de bedoeling is ondermeer de relevantie van de expedities voor dit verdere verloop te duiden. Wat betreft de geografische afbakening van deze studie – de regio Katanga – is het duidelijk dat deze duidelijk dient te worden gesitueerd binnen een groter geheel. Zo maakte Katanga – althans na de expedities – deel uit van het territorium van de Congo Vrijstaat. Het verhaal van die Congo Vrijstaat kan niet los worden gezien van de bredere Centraal-Afrikaanse gebeurtenissen, die op hun beurt te situeren zijn binnen de specifieke Afrikaanse context van de Scramble for Africa . Meer specifiek is ook het belang van Katanga voor de Congo Vrijstaat een essentieel gegeven. De inzet van de wedloop tussen Cecil Rhodes en Leopold II betrof dan ook hoofdzakelijk het verwerven van de minerale rijkdommen van het gebied. De ‘Scramble of Africa’ maakte deel uit van een bredere mondiale dynamiek, die door sommige auteurs wordt benoemd als ‘New Imperialism’ en als tijdsperiode 6 wordt begrensd door de Frans-Pruisische oorlog van 1870 en het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Deze periode wordt door Eric Hobsbawm in zijn trilogie over de lange 19e eeuw dan ook getypeerd als de Age of Empire. 5 Een bredere duiding van het imperialisme wordt dan ook gegeven na deze inleiding, in een situerend gedeelte. Daarbij wordt ook bekeken of het verhaal van de Vrijstaat al dan niet past binnen de algemene visie op het imperialisme. Het gegeven ‘exploratie’ is de thematische leidraad van deze studie, waarbij meer specifiek het organisatorische aspect en de geopolitieke agenda van deze exploratie wordt bekeken. De exploratie – die in dit onderzoek onder de vorm van een expeditie gebeurt – dient dan ook binnen de toenmalige context worden gezien. Desondanks kan in de context van dit onderzoek niet voorbij worden gegaan aan die ene grote persoonlijkheid die Congo als privé-eigendom verkreeg. Het feit dat deze persoon hoofdzakelijk handelde op eigen initiatief kan immers niet genegeerd worden. De acties van de vorst Leopold II zullen dan ook worden besproken in dit werk. Daarbij zal ik uiteraard pogen dit te kaderen binnen de bredere context en de relatie tussen Leopold en de andere actoren proberen duidelijk te maken.