Masterproef Maxim Veys 20055346

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Masterproef Maxim Veys 20055346 Universiteit Gent – Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Race naar Katanga 1890-1893. Een onderzoek naar het organisatorische karakter van de expedities in Congo Vrijstaat 1890-1893. Scriptie voorgelegd voor het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis Vakgroep Nieuwste Geschiedenis Academiejaar: 2009-2010 Promotor: Prof. Dr. Eric Vanhaute Maxim A. Veys Dankwoord Deze thesis was een werk van lange adem. Daarom zou ik graag mijn dank betuigen aan enkele mensen. Allereerst zou ik graag mijn promotor, Prof. Dr. Eric Vanhaute, willen bedanken voor de bereidheid die hij had om mij te begeleiden bij dit werk. In het bijzonder wil ik ook graag Jan-Frederik Abbeloos, assistent op de vakgroep, bedanken voor het aanleveren van het eerste idee en interessante extra literatuur, en het vele geduld dat hij met mij heeft gehad. Daarnaast dien ik ook mijn ouders te bedanken. In de eerste plaats omdat zij mij de kans hebben gegeven om deze opleiding aan te vatten, en voor de vele steun in soms lastige momenten. Deze scriptie mooi afronden is het minste wat ik kan doen als wederdienst. Ook het engelengeduld van mijn vader mag ongetwijfeld vermeld worden. Dr. Luc Janssens en Alexander Heymans van het Algemeen Rijksarchief wens ik te vermelden voor hun belangrijke hulp bij het recupereren van verloren gewaande bronnen, cruciaal om deze verhandeling te kunnen voltooien. Ik wil ook Sara bedanken voor het nalezen van mijn teksten. Maxim Veys 2 INHOUDSOPGAVE Voorblad 1 Dankwoord 2 Inhoudsopgave 3 I. Inleiding 4 II. Literatuurstudie 13 1. Het nieuwe imperialisme 13 2. Het Belgische “imperialisme” 16 3. De Onafhankelijke Congostaat. 20 3.1 De koloniale doctrine: invloed van de geografische beweging 22 3.2 Congo Vrijstaat: Politieke, territoriale en economische organisatie 27 3.3 Cecil Rhodes en de BSAC 30 3.4 Compagnie du Congo pour le Commerce et l’ Industrie 32 III. Race naar Katanga 35 4. De maatschappijen 37 4.1 Compagnie du Katanga 37 4.2 Comité spécial du Katanga 47 5. De expedities 51 5.1 Expeditie Le Marinel 55 5.2 Expeditie Delcommune 58 5.3 Expeditie Stairs 64 5.4 Expeditie Bia-Francqui 71 5.5 De organisatoren – algemeen 75 6. Epiloog 77 IV. Conclusie 81 Bijlages 85 Lijst met gebruikte afkortingen 92 Bibliografie 93 3 I. INLEIDING Race naar Katanga De conferentie van Berlijn(15 november 1884 – 26 februari 1885) geldt als één van de belangrijke momenten in de geschiedenis van het Afrikaanse continent. Met de conferentie werd Leopold II van Belgie benoemd als soeverein van de Congo Vrijstaat, daarnaast werd ook het principe van de ‘effectieve bezetting’ onderkend door de Europese machten. De Congo Vrijstaat was het resultaat van diplomatieke onderhandelingen tussen de grootmachten. Door Leopolds lobbywerk bekwam hij een gigantisch persoonlijk gebied in Centraal-Afrika. Hoewel de grenzen van het gebied afgelijnd waren, zorgde het principe van effectieve bezetting voor onenigheden. Met name in het zuidelijk deel van het gebied was er geen eenduidige overeenkomst over de precieze grenzen. In de Engelse pers verschenen in 1889 verschillende berichten met betrekking tot deze kwestie. In de Fornightly Review verscheen een artikel in maart 1889 dat er zonder effectieve bezetting geen definitieve uitspraak kon zijn over het toebehoren van de provincie Katanga aan de Congo Vrijstaat. Ook vanuit de Duitse gebieden ten oosten was er een interesse in het gebied. Het was reeds enige tijd geweten dat in Katanga verschillende minerale rijkdommen aanwezig waren, hetgeen ten dele de interesse voor het gebied verklaart. Zo lezen we ondermeer bij Buelens dat na de ontdekking van goudmijnen in Californië en Australië omstreeks het midden van de 19 e eeuw de goud- en diamantkoorts zich naar Afrika oriënteerde, ondermeer door de ontdekking van diamant(1867) en goud(1886) in zuidelijk Afrika. 1 Er ontstond als het ware een diamantrush naar Midden-Afrika, waarvan de Britse expansie in zuidelijk Afrika, met de activiteit van Cecil Rhodes als belangrijkste exponent, ten dele een gevolg was. Er was echter ook verzet tegen deze uitbreiding. Naast de weerstand van de Boeren, die leidde tot de Boerenoorlog van 1899-1902 botste het Britse imperialisme ook op de Vrijstaat. 2 Wat betreft Katanga was men al snel op de hoogte van de aanwezigheid van ertsen in de bodem. Zo wist Livingstone hier reeds 1 Buelens(F.), Congo 1885-1960. Een financieel-economische geschiedenis , p. 35. 2 Buelens(F.), loc. cit. 4 van en vermeldde Cameron in 1874 dat er wel degelijk goudaders in het gebied aanwezig waren. 3 Hoewel Leopold zijn uiterste best had gedaan een regeling te treffen op de Conferentie van Berlijn, heerste er nog steeds onduidelijkheid over de zuidelijke grens van het territorium van de Vrijstaat. Vanuit het principe van ‘effectieve bezetting’ zoals geformuleerd in de besluiten van de conferentie diende men dan ook een akkoord te hebben met de plaatselijke machthebbers. De oprichting van de British South Africa Company onder leiding van Cecil Rhodes op 29 oktober 1889 bracht de problematiek in een stroomversnelling. Leopold II voelde nattigheid en ging over tot actie, de ‘race naar Katanga’ was begonnen. Beide kampen gingen over tot het inrichten van expedities naar de regio. Het doel was om in Bunkeya, de hoofdstad van het koninkrijk Garenganze waarover M’siri regeerde, contacten te leggen en de effectieve bezetting te verwezenlijken, om zo de provincie te kunnen inlijven. 4 Zes expedities werden opgezet in de periode 1890-1893 met als bestemming de provincie Katanga. Cecil Rhodes zond Joseph Thomson en later Alfred Sharpe (beide in 1890). Vanuit het Belgische kamp vertrokken vier expedities onder leiding van Paul Le Marinel(1890-1), Alexandre Delcommune(1890-1), Lucien Bia(1891-2) en William Stairs(1891-2). Waar de Engels expedities beide werden georganiseerd door de BSAC van Rhodes, werden de Belgische ondernemingen door verschillende actoren opgezet. We onderscheiden de Vrijstaat zelf, de Compagnie du Congo pour le Commerce et l’ Industrie(CCCI) en de Compagnie du Katanga(CdK). Deze laatste vier ‘Belgische’ expedities, en in het bijzonder de organisatorische en geopolitieke context ervan, vormen het onderwerp van mijn bronnenonderzoek. Een vijfde expeditie, onder leiding van de Franse ingenieur Gustave Levêque werd georganiseerd door de CdK. Deze missie had als taak het opstarten van de steameractiviteit. Daar deze ‘expeditie’ weinig te zien had met de concrete exploratie van Katanga laten we deze hier buiten beschouwing. 3 Buelens(F.), op cit, p. 53. 4 Buelens(F.), Congo 1885-19660. Een financieel-economische geschiedenis. Berchem: EPO, 1997, p. 53- 4. 5 Probleemstelling De temporele én geografische situering van dit werkstuk spelen een belangrijke rol met betrekking tot de probleemstelling van dit onderzoek. De combinatie van deze twee aspecten werken dan ook in op de derde – de thematische – afbakening van mijn onderzoek. De chronologische afbakening van het bronnenonderzoek loopt vanaf 1890, het jaar waarin de eerste expeditie naar Katanga vertrok, en eindigt in 1906, het jaar waarin de Union Minière du Haut-Katanga werd opgericht. Dit moment kan mijns inziens worden geïnterpreteerd als de overgang van een periode van ‘pioniers’ naar één van exploitatie.(exploration into occupation/exploitation) Het dient echter wel gezegd dat dergelijke cesuren steeds arbitrair zijn en slechts zelden of nooit absoluut. Daarenboven ligt het zwaartepunt van het bronnenonderzoek op de periode 1890-1893, wanneer de expedities effectief plaatsvinden. Dit betekent echter niet dat hetgeen voorafgaat en hetgeen volgt op de periode die in het bronnenonderzoek wordt besproken buiten beschouwing zal worden gelaten. In een inleidend situerend deel zal ik pogen de aanloop naar de ‘race’ naar Katanga te schetsen. Het verdere verloop van de geschiedenis van de regio na de periode van exploraties zal worden besproken in een epiloog, waarin het de bedoeling is ondermeer de relevantie van de expedities voor dit verdere verloop te duiden. Wat betreft de geografische afbakening van deze studie – de regio Katanga – is het duidelijk dat deze duidelijk dient te worden gesitueerd binnen een groter geheel. Zo maakte Katanga – althans na de expedities – deel uit van het territorium van de Congo Vrijstaat. Het verhaal van die Congo Vrijstaat kan niet los worden gezien van de bredere Centraal-Afrikaanse gebeurtenissen, die op hun beurt te situeren zijn binnen de specifieke Afrikaanse context van de Scramble for Africa . Meer specifiek is ook het belang van Katanga voor de Congo Vrijstaat een essentieel gegeven. De inzet van de wedloop tussen Cecil Rhodes en Leopold II betrof dan ook hoofdzakelijk het verwerven van de minerale rijkdommen van het gebied. De ‘Scramble of Africa’ maakte deel uit van een bredere mondiale dynamiek, die door sommige auteurs wordt benoemd als ‘New Imperialism’ en als tijdsperiode 6 wordt begrensd door de Frans-Pruisische oorlog van 1870 en het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Deze periode wordt door Eric Hobsbawm in zijn trilogie over de lange 19e eeuw dan ook getypeerd als de Age of Empire. 5 Een bredere duiding van het imperialisme wordt dan ook gegeven na deze inleiding, in een situerend gedeelte. Daarbij wordt ook bekeken of het verhaal van de Vrijstaat al dan niet past binnen de algemene visie op het imperialisme. Het gegeven ‘exploratie’ is de thematische leidraad van deze studie, waarbij meer specifiek het organisatorische aspect en de geopolitieke agenda van deze exploratie wordt bekeken. De exploratie – die in dit onderzoek onder de vorm van een expeditie gebeurt – dient dan ook binnen de toenmalige context worden gezien. Desondanks kan in de context van dit onderzoek niet voorbij worden gegaan aan die ene grote persoonlijkheid die Congo als privé-eigendom verkreeg. Het feit dat deze persoon hoofdzakelijk handelde op eigen initiatief kan immers niet genegeerd worden. De acties van de vorst Leopold II zullen dan ook worden besproken in dit werk. Daarbij zal ik uiteraard pogen dit te kaderen binnen de bredere context en de relatie tussen Leopold en de andere actoren proberen duidelijk te maken.
Recommended publications
  • Who Put Kurtz on the Congo? Harry White, Irving L
    Who Put Kurtz on the Congo? Harry White, Irving L. Finston Conradiana, Volume 42, Number 1-2, Spring/Summer 2010, pp. 81-92 (Article) Published by Texas Tech University Press DOI: https://doi.org/10.1353/cnd.2010.0010 For additional information about this article https://muse.jhu.edu/article/452495 Access provided at 9 Oct 2019 05:10 GMT from USP-Universidade de São Paulo Who Put Kurtz on the Congo? HARRYWHITEANDIRVINGL.FINSTON Our article included in this issue, “The Two River Narratives in ‘Heart of Darkness,’” showed that Joseph Conrad imagined Kurtz’s Inner Station to be located on the Kasai River and not on the Congo as has been gener- ally assumed. We now ask how one of the most important, influential, and widely read and studied works of modern fiction has been so con- sistently and unquestioningly misread for so long on such a basic level. In what follows we show that something akin to a cover-up was initi- ated by the author regarding the location and direction of Charlie Mar- low’s voyage. We will then reveal the primary source for many of the current interpretations and misinterpretations of “Heart of Darkness” by showing how one very influential scholar was the first to place Kurtz’s station on the wrong river. Nowhere in any of his writings did Conrad report that Marlow’s venture into the heart of darkness followed his own voyage from Stan- ley Pool to Stanley Falls. Nowhere in “Heart of Darkness” does it say that Marlow voyages up the Congo to find Kurtz.
    [Show full text]
  • Clarecastle and Ballyea in the Great War
    Clarecastle and Ballyea in the Great War By Ger Browne Index Page : Clarecastle and Ballyea during the Great War Page : The 35 Men from Clarecastle and Ballyea who died in the Great War and other profiles Page 57 : The List of those from Clarecastle and Ballyea in the Great War Page : The Soldiers Houses in Clarecastle and Ballyea Page : The Belgian Refugees in Clarecastle. Page : Clarecastle and Ballyea men in WW2 1 Clarecastle and Ballyea During the Great War Ennis Road Blacksmith Power’s Pub Military Barracks Train Station Main Street RIC Barracks Creggaun Clarecastle Harbour I would like to thank Eric Shaw who kindly gave me a tour of Clarecastle and Ballyea, and showed me all the sites relevant to WW1. Eric’s article on the Great War in the book ‘Clarecastle and Ballyea - Land and People 2’ was an invaluable source of information. Eric also has been a great help to me over the past five years, with priceless information on Clare in WW1 and WW2. If that was not enough, Dr Joe Power, another historian from Clarecastle published his excellent book ‘Clare and the Great War’ in 2015. Clarecastle and Ballyea are very proud of their history, and it is a privilege to write this booklet on its contribution to the Great War. 2 Main Street Clarecastle Michael McMahon: Born in Sixmilebridge, lived in Clarecastle, died of wounds 20th Aug 1917 age 25, Royal Dublin Fusiliers 1st Bn 40124, 29th Div, G/M in Belgium. Formerly with the Royal Munster Fusiliers. Son of Pat and Kate McMahon, and husband of Mary (Taylor) McMahon (she remained a war widow for the rest of her life), Main Street, Clarecastle.
    [Show full text]
  • Claremen & Women in the Great War 1914-1918
    Claremen & Women in The Great War 1914-1918 The following gives some of the Armies, Regiments and Corps that Claremen fought with in WW1, the battles and events they died in, those who became POW’s, those who had shell shock, some brothers who died, those shot at dawn, Clare politicians in WW1, Claremen courtmartialled, and the awards and medals won by Claremen and women. The people named below are those who partook in WW1 from Clare. They include those who died and those who survived. The names were mainly taken from the following records, books, websites and people: Peadar McNamara (PMcN), Keir McNamara, Tom Burnell’s Book ‘The Clare War Dead’ (TB), The In Flanders website, ‘The Men from North Clare’ Guss O’Halloran, findagrave website, ancestry.com, fold3.com, North Clare Soldiers in WW1 Website NCS, Joe O’Muircheartaigh, Brian Honan, Kilrush Men engaged in WW1 Website (KM), Dolores Murrihy, Eric Shaw, Claremen/Women who served in the Australian Imperial Forces during World War 1(AI), Claremen who served in the Canadian Forces in World War 1 (CI), British Army WWI Pension Records for Claremen in service. (Clare Library), Sharon Carberry, ‘Clare and the Great War’ by Joe Power, The Story of the RMF 1914-1918 by Martin Staunton, Booklet on Kilnasoolagh Church Newmarket on Fergus, Eddie Lough, Commonwealth War Grave Commission Burials in County Clare Graveyards (Clare Library), Mapping our Anzacs Website (MA), Kilkee Civic Trust KCT, Paddy Waldron, Daniel McCarthy’s Book ‘Ireland’s Banner County’ (DMC), The Clare Journal (CJ), The Saturday Record (SR), The Clare Champion, The Clare People, Charles E Glynn’s List of Kilrush Men in the Great War (C E Glynn), The nd 2 Munsters in France HS Jervis, The ‘History of the Royal Munster Fusiliers 1861 to 1922’ by Captain S.
    [Show full text]
  • Mouna, Le Semeur D'espoir
    n°30 - Juin 2014 Trimestriel - n° d'agrément : P914556 - Bureau de dépôt : 4099 Liège X Expéditeur : MdC, rue d'Orléans, 2 - 6000 Charleroi Mouna, le semeur d’espoir des An e cie is n o s d d a ’ O p u S t r e l MdC e a asbl - M c i e m r A Nécrologie Editorial ’intégration des revues par- Les Van Lancker, tenaires dans le corps de ce magazine ne vous échappera une famille de légende ! pas car vous les retrouverez en pages 39 à 50. Cette stra- ean Van Lancker est décédé le 14 Dès l’année suivante, il s’installe dans la tégie vise à ce que notre magazine février dernier à Uccle et nous région de Kolo, au sud de Thysville (au- L donne l’occasion de parler de jourd’hui Mbanza-Ngungu) et constitue devienne le journal de référence des son père Jules. La carrière colo- la S.A. “Plantations Jules Van Lancker”. associations créées pour pérenniser niale de Jules Van Lancker débuta Il commence à établir des plantations les contacts Nord-Sud. Certaines J dans le peloton scaphandrier du de riz, de café et de palmiers. d’entre-elles ont disparu (CRACT, corps du génie de l’armée belge où il fut En 1924, il fonde la société SIEFAC qui Spa…), d’autres s’effaceront avec le remarqué et engagé en 1910 à la “Mission s’occupe jusqu’en 1929 d’exploitation décès de leurs géniteurs. d’Études des Forces Hydrau- forestière à Sensikwa mais liques du Bas-Congo”. s’installe ensuite dans le Celles qui nous ont fait confiance sur- Sa forte personnalité, son district du Kwilu pour vivront car de nouveaux collabora- esprit d’initiative le poussent l’exploitation d’une zone teurs apparaîtront avec l’émergence ensuite à créer ses propres d’huilerie et la création entreprises.
    [Show full text]
  • Working Papers Drivers of Migration: a Synthesis of Knowledge
    Working Papers Paper 163, April 2020 Drivers of migration: A synthesis of knowledge Mathias Czaika and Constantin Reinprecht This paper is published by the International Migration Institute (IMI). IMI does not have an institutional view and does not aim to present one. The views expressed in this document are those of its independent author(s). The IMI Working Papers Series The IMI working paper series presents current research in the field of international migration. The series was initiated by the International Migration Institute (IMI) since its founding at the University of Oxford in 2006. The papers in this series (1) analyse migration as part of broader global change, (2) contribute to new theoretical approaches and (3) advance our understanding of the multilevel forces driving migration and experiences of migration. Abstract Migration drivers are structural elements that have the potential to facilitate, enable, constrain, and trigger migration processes. Migration drivers might increase or decrease the salience of migration, the likelihood of certain migration routes, and the desirability of different destinations. Migration drivers affect migration directly but also, sometimes even more importantly, indirectly as part of a configured migration driver environment. In our assessment of the migration literature we broadly distinguish between nine migration driver dimensions (demographic, economic, environmental, human development, individual, politico- institutional, security, socio-cultural, and supranational) and 24 migration driving factors. The circumstances, ways and modes, but also the extent to which a set of driving factors may influence migration (decision-making) processes are dependent on the functionality of migration drivers, which is a central aspect in understanding the specific role single or combinations of migration drivers may play in migration.
    [Show full text]
  • One Speaks Softly, Like in a Sacred Place’: Collecting, Studying and Exhibiting Congolese Artefacts As African Art in Belgium
    ‘One speaks softly, like in a sacred place’: collecting, studying and exhibiting Congolese artefacts as African art in Belgium Maarten Couttenier Many publications have dated the European ‘discovery’ of ‘primitive art’ in the beginning of the twentieth century or even after the 1914–18 war. Overall, they argue that African objects, collected between the fifteenth and the eighteenth century, ended up as curiosities in European ‘Cabinets of Wonders’. During an ethnographic phase in the nineteenth century, travellers and museum staff were believed to be mostly interested in the functional aspects of these objects, as they ‘failed to see the beauty; curiosity was great, but is was mixed with pity.’1 Finally, these publications state that the true art value of these objects was discovered during an aesthetic phase in the beginning of the twentieth century by artists such as Henri Matisse, André Derain, Georges Braque, and Pablo Picasso.2 Despite the fact that Africans were of course the first to appreciate the beauty of their own objects (something that was not always recognized in the West), the Western interest in African art was supposedly linked to the need among European artists for ‘new sources of inspiration outside the continent to rejuvenate its old civilisation. Disgusted by the modern world, its steel machines and its pitiless brutality, the period after the 1914–1918 war turned passionately towards the primitive, and especially the “Negro” ’.3 The widely publicised exhibition ‘Primitivism’ in the 20th Century Art: Affinity of the Tribal and the Modern in the Museum of Modern Art in New York (1984–85), and the introduction by William Rubin in the catalogue, confirmed this ‘modernist myth’.4 ‘Primitivism’ or ‘the interest of modern artists in tribal art and culture, as 1 J.
    [Show full text]
  • Some Biographical and Historical Notes on Joseph Conrad's Heart Of
    Vol. 1 No. 1 Desember 2011 : 111-127 ISSN 2089-3973 SOME BIOGRAPHICAL AND HISTORICAL NOTES ON JOSEPH CONRAD’S HEART OF DARKNESS Yunhenly* FKIP Universitas Jambi ABSTRACT Joseph Conrad’s novel, Heart of Darkness, based on Ratna’s classifications is the work of an author who writes his or her work[s] based on his or her direct experience (2004, p. 56). The analysis here has shown that there are many parallelisms between Marlow’s narration and Conrad’s real experience when Conrad was in the Congo in 1890. Whilst historical perspectives also indicate that some “fictionalized events” in the novel has the real references and historical contexts with the reign of King Leopold II in the Congo Free State in 1885 to 1908. Key words: parallelisms, narration, King Leopold II INTRODUCTION A novel may have contained the true information about its own author and its own setting of time when it was written. They could be set up deliberately or they just happened coincidentally when its author put his or her ideas into words. As one of the novels that is most talked about from past to present time, Heart of Darkness,1 has biographical and historical dimensions to some extent. In spite of its fictional contents, Heart of Darkness novel has implicitly recorded what had been through by its author, Joseph Conrad, and what historical events he had witnessed in the Congo at that time. He went to the Congo in 1890 (now its name is the Democratic Republic of Congo, formerly it was Zaire) for serving as a captain on a steamboat sailing up the Congo River.
    [Show full text]
  • A Spatial Approach to Analyzing Ships of the British Royal Navy During the 18Th and 19Th Centuries
    University of Calgary PRISM: University of Calgary's Digital Repository Graduate Studies The Vault: Electronic Theses and Dissertations 2015-12-15 Re-imagining Shipboard Societies: A Spatial Approach to Analyzing Ships of the British Royal Navy during the 18th and 19th Centuries Moloney, Michael Joseph Moloney, M. J. (2015). Re-imagining Shipboard Societies: A Spatial Approach to Analyzing Ships of the British Royal Navy during the 18th and 19th Centuries (Unpublished doctoral thesis). University of Calgary, Calgary, AB. doi:10.11575/PRISM/27594 http://hdl.handle.net/11023/2674 doctoral thesis University of Calgary graduate students retain copyright ownership and moral rights for their thesis. You may use this material in any way that is permitted by the Copyright Act or through licensing that has been assigned to the document. For uses that are not allowable under copyright legislation or licensing, you are required to seek permission. Downloaded from PRISM: https://prism.ucalgary.ca UNIVERSITY OF CALGARY Re-imagining Shipboard Societies: A Spatial Approach to Analyzing Ships of the British Royal Navy during the 18th and 19th Centuries by Michael Joseph Moloney A THESIS SUBMITTED TO THE FACULTY OF GRADUATE STUDIES IN PARTIAL FULFILMENT OF THE REQUIREMENTS FOR THE DEGREE OF DOCTOR OF PHILOSOPHY GRADUATE PROGRAM IN ARCHAELOGY CALGARY, ALBERTA DECEMBER, 2015 © Michael J. Moloney 2015 Abstract Investigation into underwater archaeology began, inevitably, with the investigation of shipwrecks. For decades whole divisions of our discipline have focused on studying the intricate characteristics and mechanisms involved in the propulsion, construction, and manipulation of ships themselves (e.g. nautical archaeology). However, as Mortimer Wheeler noted, “the archaeologist is digging up, not things, but people” (Wheeler 1954: 13), so how do we extract information about those crewing these ships from shipwrecks? In this study I examine the spatial organization of ships in an effort to reconstruct the social dynamics of shipboard society.
    [Show full text]
  • Cover Page the Handle
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25713 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kalenga Ngoy, Pierre Célestine Title: Bunkeya et ses chefs: évolution sociale d'une ville précoloniale (1870 -1992) Issue Date: 2014-04-30 Chapitre III : Effondrement du royaume yeke, occupation Ce chapitre traite des causes de l’effondrement du royaume de M’siri et des réactions des populations locales à l’occupation coloniale de manière particulière les Sanga, les Yeke et les autres populations de l’empire de Garenganze. Il fait aussi le point sur la participation des Yeke aux côtés des agents de l’EIC à la pacification de toute région du Katanga. Les multiples campagnes militaires de M’siri dans la région du Luapula-Moero ont affaibli la puissance du Mwami tandis que les guerres contre les « Kazembe » et les « Arabo- swahili » de Simba au lac Moero ont coûté aux Yeke un lourd tribut non seulement en matériel et mais aussi en hommes. Les défaites subies contre Simba par les Yeke les obligeront à abandonner le contrôle politique et économique de la région. Les Sanga, profitant du meurtre de Masengo184, se révoltent et tiennent à se défaire de l’hégémonie yeke sur leur espace. A cette même période plusieurs expéditions de l’E.I.C convergent vers Bunkeya afin de faire signer à M’siri un traité de soumission. Il s’y oppose. Un membre de l’expédition Stairs, le capitaine Bodson tue M’siri. C’est le début de l’occupation effective du Katanga par les agents de L’E.I.C installés au poste de Lofoi.
    [Show full text]
  • Bibliography of Works Using Sources from the University of Toronto Archives
    Bibliography of works using sources from the University of Toronto Archives Compiled by Harold Averill July 2004 26th revision, June, 2019 © University of Toronto Archives and Records Management Services, 2019 Bibliography of works using sources from the University of Toronto Archives Introduction Since 1965 the University of Toronto Archives and Records Management Services has been acquiring, preserving and making available the documentary heritage of the University of Toronto as a permanent resource in support of the operational, educational and research needs of the University community and the general public. Over the years, the thousands of researchers who have used the Archives have produced a huge number of articles, books, theses and other publications, and material has also been used in films, videos, radio, stage and other multi-media productions. In 2004 Harold Averill, the Assistant University Archivist, initiated a project to capture the record of this research. This ongoing project is designed to draw the reader’s attention to the range of research that has been conducted at University of Toronto Archives and, by implication, the wealth of our holdings. The listings include published or produced material only and, while comprehensive, make no claim to be complete. It is currently divided into four sections: books, articles, catalogues and pamphlets; theses and research papers; plays; and moving image material. Other sections will be added as information becomes available. Researchers are invited to submit the results of their research for inclusion. Please provide full bibliographic record(s) to [email protected] A. Books, articles, catalogues, and pamphlets A guide to architectural records in the University of Toronto Archives.
    [Show full text]
  • Inventory of the Henry M. Stanley Archives Revised Edition - 2005
    Inventory of the Henry M. Stanley Archives Revised Edition - 2005 Peter Daerden Maurits Wynants Royal Museum for Central Africa Tervuren Contents Foreword 7 List of abbrevations 10 P A R T O N E : H E N R Y M O R T O N S T A N L E Y 11 JOURNALS AND NOTEBOOKS 11 1. Early travels, 1867-70 11 2. The Search for Livingstone, 1871-2 12 3. The Anglo-American Expedition, 1874-7 13 3.1. Journals and Diaries 13 3.2. Surveying Notebooks 14 3.3. Copy-books 15 4. The Congo Free State, 1878-85 16 4.1. Journals 16 4.2. Letter-books 17 5. The Emin Pasha Relief Expedition, 1886-90 19 5.1. Autograph journals 19 5.2. Letter book 20 5.3. Journals of Stanley’s Officers 21 6. Miscellaneous and Later Journals 22 CORRESPONDENCE 26 1. Relatives 26 1.1. Family 26 1.2. Schoolmates 27 1.3. “Claimants” 28 1 1.4. American acquaintances 29 2. Personal letters 30 2.1. Annie Ward 30 2.2. Virginia Ambella 30 2.3. Katie Roberts 30 2.4. Alice Pike 30 2.5. Dorothy Tennant 30 2.6. Relatives of Dorothy Tennant 49 2.6.1. Gertrude Tennant 49 2.6.2. Charles Coombe Tennant 50 2.6.3. Myers family 50 2.6.4. Other 52 3. Lewis Hulse Noe and William Harlow Cook 52 3.1. Lewis Hulse Noe 52 3.2. William Harlow Cook 52 4. David Livingstone and his family 53 4.1. David Livingstone 53 4.2.
    [Show full text]
  • A Study of the Zappo-Zap and Euro-African Encounters in the Late Nineteenth-Century Kasai
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by Kent Academic Repository ‘The Black Knights of Fortune’: A Study of the Zappo-Zap and Euro-African Encounters in the Late Nineteenth-Century Kasai JESSICA VINCENT School of History 16th September 2015 Word Count: 32,845 ABSTRACT Recent popular publications have emphasised the brutality and suffering inflicted upon African communities at the onset of colonialism in the Congo, under the Belgium King Leopold II. Yet this Euro-centric approach works to obscure African agency and collaboration under the Congo Free State, and the dependency of the Free State officers upon their African partners. Through following the trajectory of the Zappo-Zap, a distinctly under-studied slaving ethnic group who migrated to the western Kasai region, this dissertation makes a headway into understanding that the violence of the Congo Free State was fabricated from existing modes of exploitation in the Congo prior to European penetration, such as the Arab-Swahili commercial empires. Notably loyal, the example of the Zappo-Zap serves to evaluate the role of African agents in the shaping of exploitative Free State policies, and elucidates the extent that the Zappo-Zap adapted to, and gained from, the reliance of the Free State on them, in the midst of numerous rebellions in the Kasai such as the infamous Luluabourg Revolt. Key words: colonialism; Congo; Kasai; adaptation; slavery CONTENTS PAGE Acknowledgements page. i. List of Figures page. ii. Abbreviations page. iii.. INTRODUCTION page 1. CHAPTER ONE OLD POLITICS AND NEW MEN page 12.
    [Show full text]