Geo.brief is de nieuwsbrief van KNGMG en NWO-ALW Vijfendertigste jaargang nummer 4, juni 2010 4 Geo .brief

Archeologie in de Noordzee

De Alpen op hun kop

Posterprijswinnaars NAC10

Muziek uit steen

VWvdG-penning voor Salle Kroonenberg .van de voorzitter

Geologen in Hollywood

In tegenstelling tot het nabije bui­ doxe onderzoeksmethoden, die de substantie (The Blob) met zich mee goed vanaf. In ‘King Kong’ (1976) tenland, waar geologie vaak zicht­ ramp zien aankomen zonder te hoe­ die opgegraven is op de Noordpool stuurt de Petrox Oil Company een baar is voor het gewone publiek (in ven wachten op analyses van het bij het leggen van een pijplijn. Hij expeditie naar een tot dusver onbe­ de vorm van bergen bijvoorbeeld), lab of een suffige overheidsdienst. bewaart het ding in de ijskast, maar kend eiland dat constant in mist is is geologie in Nederland weinig Zij heb­ben een ‘gut feel’ dat er wanneer zijn vrouw de substantie gehuld om er naar olie te zoeken; zichtbaar. De beeldvorming over, en wat mis is zoals Anne Heche in per ongeluk ontdooit barst de hel na een korte inspectie op het strand bekendheid van, geologie en geo­ ‘Volcano’ (1997) of Pierce Brosnan los (zie, het is niet de geoloog, concludeert de geoloog met een logen bij het algemeen publiek is in ‘Dante’s Peak’ (1997), die maar zijn echtgenote). Eerst absor­ cynisch lachje dat het eiland een dan ook beperkt. De grootste kans ge­woon voelt dat de vulkaan op beert de Blob een vlieg, dan een rijke oliebron zal zijn, men hoeft om met geologie geconfronteerd te uitbarsten staat. Hij heeft geen kat en tot slot de geoloog en zijn alleen maar nog ’n miljoen jaar worden is via de televisie (aardbe­ monsters of analyses nodig; hij vrouw. Daarna maakt de groeiende te wachten om zich daarna flink vingen, vulkaanuitbarstingen) of in kijkt wat peinzend rond en weet Blob steeds meer slachtoffers in te bezatten. In ‘Wo die grünen rampenfilms. In deze laatste cate­ al hoe het zit. Mensen die de waar­ de stad. Maar ook in dit genre zijn Ameisen träumen’ (1984) neemt de gorie komen vaak geologen voor. schuwingen van de geoloog in de geologen vaak niet de schuld; in geoloog het op voor de Australische Alhoewel het in Hollywoodfilms wind slaan, brengen het er uiter­ ‘Jurassic Park’ (1993) zijn het aboriginals wanneer zijn werkge­ vaak niet zo nauw genomen wordt aard niet levend vanaf. immers een excentrieke miljardair ver, een groot mijnbouwbedrijf, in met wetenschappelijke werkelijk­ In een ander genre is het de geo­ en zijn gewetensloze wetenschap­ hun woongebied een grote uranium­ heid, is het toch interessant te zien loog die door zijn wetenschappelijk pers (duidelijk geen geologen) die mijn wil beginnen. hoe ons vak hierin wordt verbeeld. geneuzel onheil over de wereld een pretpark laten bouwen met In films waarin geologen een hoofd­ afroept, ook al was het zonder boze daarin gekloonde dinosaurussen. Krankzinnige wetenschappers in rol spelen, zijn het vaak koppige, opzet. In ‘The Blob’ (1972) brengt Een paleontoloog en paleobotanicus films zijn meestal fysici of wiskun­ heldhaftige eenlingen met onortho­ een geoloog een gelatineachtige worden er bijgehaald om aan te digen, soms ook chemici, maar tonen dat alles in het pretpark in nooit geologen. Wat dat betreft

– advertentie – orde is; zij hadden reeds gewaar­ komen wij er in Hollywood toch schuwd dat dit niet goed kon gaan. niet slecht vanaf. Zelfs geologen die werkzaam zijn voor verderfelijke olie- of mijn­ Menno de Ruig bouwbedrijven komen er redelijk

.www.kngmg.nl

Het wachtwoord voor het beschermde download-gedeelte van het kngmg-web voor de komende periode is:

Leckwijck

Geologie.hyves

Aardwetenschappers die geïnteresseerd zijn in de nieuwe media, worden uitgenodigd eens langs te komen op www.geologie.hyves.nl. U kunt er foto’s en video’s over geologie bekijken, berichten lezen, mee doen aan forums, links naar andere internetsites over geologie vinden en nog veel meer. Op dit moment staat er bijvoorbeeld een filmpje met een reconstructie van de gevolgen van een grote meteorietinslag. Als u ook de moeite neemt om gratis een account op Hyves aan te maken, dan kunt u zelf deelnemen aan de discussies en zich voegen bij de 175 bestaande leden. De hyve is opgericht om professionals, studenten en liefhebbers met elkaar in contact te brengen. Alles is gratis en geheel vrijblijvend.

De beheerder, Frank van den Bos

2 Geo.brief juni 2010 .nieuwe bestuursleden

Op de jaarvergadering van het KNGMG, 19 mei j.l., zijn drie nieuwe Barthold Schroot bestuursleden geïnstalleerd. Hieronder een korte introductie.

Ik heb geologie en geofysica gestu- De Adviesgroep EZ is de huis­ Bert Clever deerd in Utrecht en ben in 1985 adviseur van (het ministerie van) als geofysicus afgestudeerd met de EZ voor alles wat met de Neder- In 1980 haalde ik mijn doctoraal- zee. Hier werkte ik het eerste jaar bijvakken structurele geologie en landse diepe ondergrond en de uit- examen Structurele Geologie voornamelijk aan de 8ste ronde; sedimentologie. Dit pakket vormde voering van de Mijnbouwwet te (Universiteit van Amsterdam) met toen de aanvragen voor nieuwe een goede basis om aan de slag maken heeft. Door een aantal het bijvak Geochemie (Universi- vergunningen waren ingeleverd, te gaan in de petroleumgeologie. recente maatschappelijke ontwik- teit van Utrecht), met het voor werd de mix van exploratie- en Direct na mijn afstuderen ben ik kelingen is de werkportefeuille Amsterdam zo traditionele veld- productiewerk breder. Een ruime op de afdeling Diepe Ondergrond aanzienlijk verbreed. Zo houdt de werk in Zuid-Spanje (Sierra de los portfolio bood daar alle kansen van de toenmalige Rijks Geologi- groep zich tegenwoordig, behalve Filabres). Hier probeerden wij de toe. Zo gingen zes jaar eigenlijk sche Dienst in Haarlem gaan met de E&P (exploratie en produc- microtektoniek van metamorfe ongemerkt snel voorbij en in werken, in eerste instantie met als tie) van olie en gas in Nederland, gesteenten aan dekbladbewegin- 1996 werd ik gevraagd om naar specialisme seismische interpreta- ook bezig met het opsporen en gen te relateren. Carbonaatrijke Wimbledon te gaan als explorati- tie. Na het opgaan van de RGD in winnen van aardwarmte, met het tektonische breccies langs de on manager voor Wintershall UK. TNO in 1997 heb ik een aantal opslaan van stoffen (waaronder overschuivingszones maakten Met een klein team startten we verschillende functies binnen TNO mogelijk ook CO2) en met het aan- deze correlaties meestal niet het Windermere veld en bouwden in de Geowetenschappen vervuld. leveren van bouwstenen voor het eenvoudig. Met het doctoraal­ de exploratie portfolio verder uit. Bijzondere ervaringen waren twee starten van de ruimtelijke ordening diploma trok ik de wijde wereld Tot mijn verdriet werd het geheel driejarige postings voor TNO in het van de diepe ondergrond. in en kwam al snel terecht bij in 1999 verkocht en ging ik naar buitenland (Jemen en Tanzania). Het KNGMG vervult natuurlijk een grote oliemaatschappij in het hoofdkantoor in Kassel. Hier De laatste keer als projectleider. verschillende rollen. Een belang- Den Haag: Shell. werd ik belast met kwaliteitscon- Na terugkeer in Nederland heb ik rijke zou wat mij betreft moeten De keuze was tussen een carrière trole en opbouw van het prospect van 2000 tot 2006 vooral als pro- zijn die van de beroepsvereniging als exploratie- of productiegeo- appraisal proces: de risico- en jectleider van veelal internationale voor Nederlandse aardweten- loog; daar ik de directe link met volumeschattingen van alle Win- projecten gewerkt, om ruim vier schappers. Het zou (weer) van- techniek erg aantrekkelijk vond tershall vestigingen. Deze baan jaar geleden terug te keren in zelfsprekend moeten worden dat, viel de keuze op productiegeo- bracht me van het tropische Bue- het team waar ik mijn loopbaan wanneer je als aardwetenschapper loog. Na een basistraining van nos Aires (in januari) tot het begon­nen was – inmiddels om- afstudeert en in de discipline 6 maanden mocht ik als Wellsite koude Wolgograd (ook januari) gedoopt tot de Adviesgroep EZ – werkzaam bent, je lid wordt. Petroleum Engineer bij de NAM met steeds de spannende geolo- maar nu als groepshoofd. op boorlocaties in Friesland, gie als leidraad. Na vijf jaar heb Drenthe, Zuid-Holland en offshore ik deze staf aan mijn opvolger werken; een heel praktische overgegeven en keerde terug naar Arian Steenbruggen periode waar ik nu nog profijt van Wintershall Noordzee in Den heb. Na een krap jaar week op/ Haag, waar ik mijn ervaring nu week af werd ik overgeplaatst naar ging inzetten voor de revival van Na mijn studie Geologie (afgerond neerd, later kwamen daar steeds Brunei waar ik mij bezighield met exploratie in de zuidelijke Duitse in 1994) heb ik een aantal jaar meer facultaire zaken bij, wat uit- het karteren en voorbereiden van Noordzee. onderzoek gedaan bij de UU, in eindelijk leidde tot een aanstelling waterinjectie projecten in het Dit was enigszins afgerond toen de Geochemie. Reeds tijdens dat als hoofd (bureau) onderzoek van onshore Seria- en offshore Cham- ik in 2009 gevraagd werd om het onderzoek (promotie in 1999) rea- de faculteit. Sinds oktober van het pion olieveld. Behalve dit puur nieuwe E&P team van Nuon Energy liseerde ik me dat ik de Geoweten- afgelopen jaar ben ik werkzaam bij productiegeoriënteerde werk was in Amsterdam geologisch gestalte schappen een prachtig vakgebied de WUR, Environmental Science de laatste 2-3 jaar de appraisal te geven. Dit leek mij een interes- vind, maar waar ik vooral in de Group (ESG) als hoofd van het van de NW-zijde van de Champi- sante uitdaging en ik heb deze brede zin mee te maken wil heb- Centrum Bodem. Naast het ge­­ on-culminatie met drie succesvol- nieuwe job aangenomen. Gelijk ben. Die wens resulteerde in een noemde pad, coördineer ik al jaren le putten een mooie afsluiting van met mijn baanverandering werd baan bij NWO-ALW (gestart in de organisatie van het Nederlands deze tropische tijd in laat 1988. duidelijk dat Nuon was overgeno- 1997), waar ik tot en met 2004 Aardwetenschappelijk Congres De volgende posting was ‘gewoon’ men door Vattenfall, een grote, en heb gewerkt aan verschillende (NAC), eerst vanuit NWO, later in in Den Haag waar ik meewerkte breed georiënteerde Zweedse elek- taken in onderzoeksbeleid en opdracht van NWO bij het Darwin aan een multidisciplinaire reser- triciteitsmaatschappij. We zitten organisatie van wetenschappelijk Centrum / bureau onderzoek. voirstudie in het Midden-Oosten. nu in de nadagen van deze transitie onderzoek. Eind 2004 ben ik Graag zal ik me inzetten voor het Deze focus op het Midden-Oosten en de spanning is wederom om overgestapt naar de faculteit Geo­ bestuur van het KNGMG, in ieder bleek van korte duur, nu door de verwachtingen in daden om te wetenschappen van de Universiteit geval om het financiëel op de rails eigen toedoen, daar ik in 1990 zetten nu weer vanuit een ander Utrecht, daar heb ik de eerste te houden, maar ook om in breder overstapte naar een nieuwe Haag- perspectief. Hopelijk met succesvol jaren het Darwin Centrum voor verband (mee) te werken aan de se omgeving: Wintershall Noord- resultaat; ik blijf eraan werken. Biogeologie en het UCG gecoördi- toekomst van deze vereniging.

juni 2010 Geo.brief 3 .achtergrond Boven water: Archeologie uit de Noordzee

Schelpenwinning voor de kust van Zeeland heeft een stukje schedel opgeleverd van een Neanderthaler. Verschillende groepen uit verschillende vakgebieden werken nu samen om gestructureerd onderzoek te doen naar deze en andere vondsten uit de Noordzee.

‘Rainbowende’ schepen bij de Maasvlakte. | Foto: Otto Snoek. (Met dank aan Havenbedrijf Rotterdam N.V./Projectorganisatie Maasvlakte 2)

4 Geo.brief juni 2010 Voor veel mensen is het een verrassing te horen dat de Noordzee een schatkamer is voor archeologen. Zeker als ze horen dat dit niet alleen de bekende scheepswrakken betreft. De vele archeologische vondsten en het botmateriaal tonen aan dat het gebied van de Noordzee verschillende cycli van kli- maatveranderingen heeft gekend en regel- matig is drooggevallen. In dergelijke perio- den leefden er mensen en dieren. Dit blijkt telkens weer wanneer bij het vissen (met sleepnetten) of bij zandwinningsprojecten grote hoeveelheden, vooral dierlijk, botma- teriaal omhoog gehaald worden. Bij de vele botten, onder andere mammoet­resten als slagtanden en grote kiezen, zitten ook regel­ matig mooie vuurstenen bijlen en andere werktuigen. Een uitzonderlijke toevalstreffer kwam vorig jaar boven water. Het betreft een stukje schedel van een Neanderthaler, Het onderzoeksgebied met de ligging van de profielen die thans gemaakt worden. Neanderthaler gevonden voor de kust van Zeeland. is gevonden voor de kust van Zeeland. Veel andere vondsten komen uit de Eurogeul. Jammer genoeg is van veel van de vondsten niet bekend waarvandaan en uit welke bodemlaag ze precies komen. Het is daar- ook mensen, de jagers-verzamelaars. Westerhoff en Sytze van Heteren (beiden om vaak lastig om te zeggen wanneer bij- En juist omdat het gebied nu onder water TNO/GSN) en Kim Cohen (Universiteit voorbeeld de Neanderthaler leefde en in ligt, bestaat er een goede kans dat het Utrecht/Deltares). Het doel is archeologi- welk landschap hij rondliep. Verschillende archeologisch archief, waaronder organisch sche verwachtingsscenario’s te maken op Nederlandse partijen werken nu samen om materiaal zoals houten werktuigen, goed basis van een integratie van alle data en die stap wel te zetten en een beter idee van bewaard is gebleven. Alle reden dus om inzichten betreffende de Pleistocene ont- de context van de vondsten te krijgen. het gebied te onderzoeken. Maar waar zoe- wikkeling van de zuidelijke Noordzee. Het ken we eigenlijk naar? En hoe zoeken we? studie­gebied beslaat het Nederlandse deel Relevantie voor de archeologie Deze problemen zijn mooi verwoord door van de Noordzee tussen ruwweg Schevenin- Vaak bestaat er een zekere scepsis ten Geoff Bailey in zijn bijdrage aan het rap- gen en de Belgische grens. Er bestaan ver- aanzien van archeologisch onderzoek op de port ‘Submarine prehistoric archaeology schillende geologische kaarten en studies Noordzee. Het zou meer geld kosten, maar of the North Sea’: “often we do not find van dit gebied, maar de data zijn nog niet minder te bieden hebben dan archeologie anything until we know what we are look- eerder gebruikt met een specifiek archeolo- op land, omdat veel afzettingen door erosie ing for, and we do not know what we are gisch doel. De scenario’s zullen een eerste verstoord zijn en daarmee ook de oorspron- looking for or even where to start looking indicatie geven waar vondsten verwacht kelijke context van de vondsten. Los van until we find something”. Het is daarom kunnen worden, en uit welke perioden de vraag of op het land niet minstens noodzakelijk zowel de technieken om zij stammen. In het uiteindelijke rapport zoveel kans op verstoring bestaat, is het Noordzee-sedimenten te onderzoeken te zullen tevens aan­bevelingen gedaan worden belangrijk te beseffen dat het bewoonde verbeteren, maar ook om verwachtingen hoe om te gaan met de scenario’s bij toe- Noordzeegebied uniek was en 10 keer op te stellen van wat er gevonden kan komstige Noordzee-projecten, maar ook zo groot als het huidige vasteland van worden en waar we dit kunnen vinden. hoe de scenario’s door de nieuwe projecten Nederland. Het vormde tijdens lage zee- De landen rondom de Noordzee werken nu gevalideerd en verbeterd kunnen worden. spiegelstanden misschien wel het grootste samen om grootschalig en interdisciplinair Het project loopt tot oktober 2010. wetland van Europa, kende een flinke onderzoek te doen naar het unieke archief populatie dieren en, in het kielzog daarvan, dat aanwezig is onder de Noordzee. De Ondergrondkennis rond de ijstijden doelstellingen en de huidige stand van Begonnen is om met behulp van het boor- De volgende partijen werken samen in het zaken van dit internationale project zijn archief DINO van TNO/GSN een tiental archeologisch onderzoek van de Noordzee­ vorig jaar gerapporteerd in het North Sea nieuwe profielen te vervaardigen in het bodem: Research and Management onderzoeksgebied. Het meest oostelijke • Projectgroep ‘Mapping the North Sea Framework (NSPRMF). profiel ligt deels op land, het meest zuid- ’, o.l.v. Marc Hijma westelijke profiel ligt langs de grens met • Havenbedrijf Rotterdam N.V. Mapping the North Sea Neanderthal België. De ligging van de profielen is zoda- • Aannemerscombinatie PUMA (Project In lijn met het internationale onderzoek nig gekozen dat zij zeer waarschijnlijks Uitvoering Maasvlakte 2) is vorig jaar een Nederlands samenwer- haaks op de prehistorische vallei van de • Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) kingsproject opgestart ‘Mapping the North Rijn en Maas staan. Uitgangspunt zijn de • Bureau Oudheidkundig Onderzoek Sea Neanderthal’, waarbij de koppeling resultaten van drie recentelijk verschenen Rotterdam (BOOR) tussen archeologie en geologie centraal proefschriften die voor het vaste land van • Natuurhistorisch Museum Rotterdam staat. De projectgroep bestaat uit Wil Nederland de ontwikkeling van het Rijn- • en verder Dick Mol en Jan Glimmerveen Roebroeks, Thijs van Kolfschoten en Marc Maas systeem in, respectievelijk, het Hijma (allen Universiteit Leiden), Wim Vroeg- en Midden-Pleistoceen (Westerhoff,

juni 2010 Geo.brief 5 2009), het Saalien tot Vroeg-Holoceen gens naar de kust gebracht. De totale (Busschers, 2008) en het Laat-Glaciaal tot hoeveelheid zand die nodig is voor de Midden-Holoceen (Hijma, 2009) beschrij- eerste fase – tot 2013 – bedraagt zo’n ven. Getracht wordt de sedimentaire een- 240 miljoen m3, oftewel een gebied van heden die daarin beschreven worden zo 4800 voetbalvelden groot en 10 m dik! goed mogelijk op zee te vervolgen. Uiteindelijk zal in 2030 ongeveer Dit is lastig, omdat er ten eerste minder, 365 miljoen m3 zand verplaatst zijn maar ook minder goede boringen beschik- en de tweede Maasvlakte 2000 hectare baar zijn op de Noordzee, er ten tweede groot zijn en ruimte bieden aan nieuwe nauwelijks dateringen zijn van Noordzee- havenactiviteiten. Ook hier zijn weer veel sedimenten en ten derde dezelfde een­ archeologische resten gevonden en onver- heden er op zee waarschijnlijk anders mijdelijk nog veel meer verloren gegaan. uitzien dan op het land (verder stroom­ Regelmatig worden dagen georganiseerd afwaarts afgezet). Naast boringen worden waarop experts het opgespoten land ook seismische gegevens gebruikt. Deze afzoeken naar vondsten. Daarnaast wordt zijn vooral geschikt om Vroeg- en Midden- het zandwingebied zo nu en dan ‘bevist’ Het gespiegelde stukje Neanderthal-schedel Pleistocene afzettingen te bestuderen. met een kotter, waarbij de vangst vrijwel uit de Noordzee (in geel) ‘geplakt’ in de Voor de Laat-Pleistocene afzettingen is altijd goed is. De vondsten gaan naar het Neanderthal-schedel die gevonden is bij de seismiek minder goed bruikbaar zon- Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. La Chapelle-aux-Saints, Franrijk (Hublin et et., der zeer geavanceerde technieken in te Verschillende van de vondsten worden 2009). | Copyright: Max Planck Institute for Evolutio- zetten. Uiteindelijk leidt dit tot kaarten tentoongesteld in het bezoekerscentrum nary Anthropology (Leipzig, Duitsland). (Met dank aan die de ligging van het Rijn-Maas systeem Futureland dat op de Maasvlakte staat. Wil Roebroeks.) in het studiegebied door de tijd heen Voordat er zand gewonnen en opgespoten weergeven. werd, is er vooronderzoek gedaan; er Archeologische vondsten vormen uiteraard be­staan dan ook relatief veel gegevens over ge­vonden is, stierf op de zuidoever van ook een belangrijke bron van informatie. de bodemopbouw. Hierdoor kunnen gede- het Rijn-Maasdal en leefde in het gebied Er zijn verschillende rijke vondstlocaties tailleerde archeologische verwachtings­ tussen dit dal en de zuidelijker stromen- bekend (bijv. Eurogeul, Zeeuwse Banken, scenario’s opgesteld worden die direct ge­- de Schelde. Verder worden de vondsten Bruine Bank, De Stekels), alhoewel toetst kunnen worden, op voorwaarde dat met waarschijnlijk een Weichselien- ge­gevens over de context van de vondsten goed bijgehouden wordt waar de archeolo- ouderdom vooral aangetroffen in relatief dus vaak beperkt zijn. De bulk van de gische vondsten vandaan komen. Door de dunne, grove lagen. Dit zijn geulbasis­ monsters dateert uit het Weichselien en verschillenden partijen die bij de aanleg afzettingen (channel-lag deposits) en dit het Vroeg-Holoceen. Door de geologische van de tweede Maasvlakte betrokken zijn duidt erop dat de vondsten omgewerkt en archeologische informatie te combine- en de verschillende ‘archeologische’ partij- zijn uit oudere afzettingen. Vondstloca- ren zullen archeologische verwachtings- en wordt nu samengewerkt om dit zo goed ties met Vroeg-Holoceen materiaal scenario’s opgesteld worden. mogelijk voor elkaar te krijgen. kunnen nog wel intact zijn. In een fors gebied (tot zo’n 25 km buitengaats) Maasvlakte 2 als proeftuin Eerste bewoning op de zuidoever? rondom de Maasvlakte zijn kleien en Op dit moment is de aanleg van de twee- Alhoewel het project nog loopt, kan toch venen uit het Vroeg-Holoceen aanwezig de Maasvlakte in volle gang. Het zand al een aantal eerste resultaten gemeld onder jongere mariene afzettingen. dat hiervoor nodig is, wordt op zee door worden. Zo lijkt het erop dat de Neander- Het zijn afzettingen gevormd in een gigantische schepen opgezogen en vervol- thaler, waarvan een stukje schedel verdrinkend, moerassig landschap dat klaarblijkelijk veel gebruikt werd door de mens. Door toenemend gebruik van Noordzee­ sedimenten wordt dit rijke archief in toe- nemende mate verstoord. Veel partijen zien dit in en werken nu samen om goed wetenschappelijk archeologisch onder- zoek van de grond te krijgen. We weten dat het er ligt, nu het nog fatsoenlijk boven water zien te krijgen! Wordt ver- volgd dus.

Marc Hijma, Faculteit Archeologie, Universiteit Leiden, [email protected]

Literatuur Busschers, F.S. (2008). Ph.D.-thesis, VU-Amsterdam, 183 pp. Glimmerveen, J. et al., (2006). Quaternary International 142-143, 242-246. Hijma, M.P. (2009).Ph.D.-thesis, UU: 192 pp. (downloadable) Een 1.32 m lang dijbeen van een mammoet, gevonden tijdens de aanleg van Maasvlakte 2 en vastge- Hublin, J.-J. et al. (2009). Journal of 57 (6), houden door Klaas Post (links) en Dick Mol (rechts). | Foto: Erik Bakker. (Met dank aan Havenbedrijf Rotter- 777-785. Westerhoff, W.E. (2009). Ph.D.-thesis, VU-Amsterdam, 168 pp. dam N.V./Projectorganisatie Maasvlakte 2)

6 Geo.brief juni 2010 .nac10

NAC10, Science and Society

Het 10e Nederlands Aardweten- prof. dr. Henk Brinkhuis (UU) schappelijk Congres is een feit, over klimaatverandering en de NAC10 werd op 22 en 23 april oorzaken daarvan. gehouden in Veldhoven. Een groot Unconventional Gas, dat is gas aantal lezingen en nog meer pos- dat verspreid in een reservoir­ ters gaven een inzicht in het aard- gesteente voorkomt, zonder geza- wetenschappelijk onderzoek dat menlijk gas-water contact. Drie op dit moment aan de Nederland- soorten (settings) onderscheidde se universiteiten gedaan wordt. Herber: Deep Basin Gas, Shale Een breed spectrum van onder- Gas en Coal Bed Methane. Van werpen, met groot enthousiasme deze drie is de laatste het meest door jonge onderzoekers gepre- belovend, maar volgens Herber senteerd. toch een no-go spiel. Er zijn veel putten nodig, de putten gaan Unconventional niet lang mee, er moet dus voort- Op de middag van de eerste dag durend bij geboord worden. Maak Geothermie, een van de onderwerpen bij de plenaire zitting stond als plenaire zitting ‘Science een vergelijking met gebieden Science and Society. and Society’ op het programma, waar dergelijke winning wel het onderwerp waarmee het speelt, en het is duidelijk dat schoon. Ondiepe toepassingen aan de CO2-toename in de atmos­ KNGMG zich de laatste jaren op Nederland volledig vol komt te met bodemwarmte zijn al heel feer. Een eerste stemming in de het NAC manifesteert. Dit jaar staan met boringen. Alleen al normaal, maar diepe (> 1,8 km) zaal wees geen duidelijke favoriet met prof. M.A. Herber (Universi- maatschappelijk een onhaalbare geothermie is nog in een begin­ aan, en ook aan het einde van teit Groningen) over ‘Unconventi- kaart. fase. Twee succesvolle diepe geo- het debat waren de meningen onal Gas potential in the Nether- Victor van Heekeren (Platform thermische boringen zijn gedaan nog verdeeld. Brinkhuis erkent lands’, drs. V. van Heekeren Geothermie) is aanzienlijk positie- en de nummers 3 en 4 zijn bezig. een rol van de zon, maar acht die (Stichting Platform Geothermie) ver over de mogelijkheden van Ook de gemeente Den Haag zet nooit doorslaggevend. Hij wil zich over ‘Geothermal Energy potential ‘zijn’ unconvential energy. voor de verwarming van huizen in alleen bezig houden met feiten, in the ’ en een debat Geothermische warmtewinning Zuidwest in op geothermie. Voor en die zijn er over de zonne- tussen dr. Bas van Geel (UvA) en is betrouwbaar, regelbaar en meerdere projecten in heel Neder- invloed (nog) niet. Van Geel land zijn aanvragen gedaan, eind erkent de onzekerheden, maar is 2009 zo’n 60 in getal. Geother- overtuigd van het belang van de mie is een kapitaalintensieve zonne-effecten. Bovenal wil hij .erratum optie, een forse, en liefst gecon- waarschuwen tegen ongenuan- centreerde, afzet van warmte is ceerd alarmisme dat alle ‘schuld’ een vereiste. Bij nog grotere diep- bij de mens legt. Mocht de men- Helaas zijn in Geo.brief 3 bij het artikel van Peter de Ruiter (Microtek- tes zou mogelijk ook electriciteit selijke factor meevallen, dan zul- toniek) de verkeerde foto’s geplaatst. De juiste foto is deze: geproduceerd kunnen worden. len vele goede maatregelen weer Vooralsnog een duur en technisch het loodje leggen. Beide heren gecompliceerd scenario. waren het over één ding volledig eens: het is de taak en verant- Debat woordelijkheid van aardweten- Na deze twee ‘Unconventionals’ schappers om de juiste informatie lezingen debatteerden Bas van naar buiten te brengen, ook al Geel en Henk Brinkhuis over de krijgen ze daar niet altijd de ruim- rol van de zon versus die van de te voor! mens in de opwarming van de aarde. Waarbij ‘de mens’ dan Frederique van Schijndel staat voor de menselijke bijdrage

NAC10 posterprijzen Op NAC10, het tiende Nederlands Aardwetenschappelijk Congres, dat op 22 en 23 april gehouden is, hebben drie posters een prijs gekre- gen. Op de 6 volgende pagina’s van deze Geo.brief de drie winnende Crenulatie cleavage in fylliet met symmetrische microplooien posters met een korte uitleg van de auteurs. (uit Passchier en Trouw, Microtectonics, Springer, 2005).

juni 2010 Geo.brief 7 8 Geo.brief juni 2010 .nac10 posterprijswinnaar

Paleogeografie en veiligheid tegen overstromingen Reconstructie van extreme afvoeren van de Rijn in de laatste 5000 jaar

De extreme hoogwaters van de Rijn in de jaren ’90 en de verwachte klimaatverandering vragen om onderzoek naar wat eigenlijk de grootste afvoeren zijn geweest die bewoners van de Rijndelta hebben meegemaakt in de historie en prehistorie, en hoe die zich verhouden tot dijkhoogtes van nu.

Extreem actieve takken tijdens normale (jaarlijkse) kan gecontroleerd worden of extreme De afvoeren van 1993 en 1995 vormen en extreme piekafvoeren, waarbij de overstromingen in alle opvullende met die van 1926 de top 3 van grootste onbedijkte rivieren buiten hun natuurlijke geulen ‘deltabreed’ zijn geregistreerd. afvoeren in de Rijn ... althans sinds daar- oevers traden. Op gunstige locaties zijn van metingen zijn bijgehouden! De de laagjes van extreme piekafvoeren Mijn poster gaat over de manier waarop meetreeks van waterstanden bestrijkt individueel te herkennen op basis van geulen ingevuld worden, afgeleid uit slechts de afgelopen 150 jaar en die sedimentaire kenmerken (bijvoorbeeld de invullingsstratigrafie. Dit is redelijk lengte is eigenlijk onbevredigend voor het verschillen in organische stof gehalte on­bekend, maar van groot belang om ver- voorspellen van zeldzame, extreme afvoe- en korrelgrootte) en hun chemische en schillende ‘sites’ met elkaar te kunnen ren. Onze dijken moeten extreme afvoe- biologische inhoud. Er zijn in het boven- correleren. En dat is noodzakelijk, want ren kunnen weerstaan en worden daartoe stroomse deel van de delta genoeg van 5000 jaar aan overstromingsgegevens ontworpen op waterstanden die eens per deze locaties om een overlappend net- zijn niet op een enkele locatie te vinden! 1250 jaar verwacht worden. De sedimen- werk van overstromingsarchieven uit ten van de Rijndelta vormen een archief geulopvullingen op te bouwen. Hiermee Willem Toonen, Universiteit Utrecht dat, juist voor zeldzaam grote afvoeren, tot 5000 jaar terugreikt en dus gebruikt kan worden om de moderne meetreeksen en historisch bekende piekafvoeren nuttig aan te vullen. Daarmee kan een betere voorspelling gedaan worden over de groot- te van extreme afvoeren en hun statisti- sche herhalingstijden. Dat is belangrijk om de huidige stand van de veiligheid beter te kunnen bepalen, en veranderin- gen daarvan onder toekomstige klimaat- scenario’s.

Indicatoren voor overstromingen Als we in de dikke pakketten zand en klei van de Rijndelta de afzettingslaagjes van de vier grootste afvoeren kunnen identifi- ceren, en hun ouderdom, hoogteligging en ruimtelijke verspreiding bepalen, dan is het mogelijk om de herhalingstijd en de afvoer te herleiden. Het identificeren van individuele sedimenten gevormd tij- dens de grootste afvoeren, blijkt het best mogelijk in verlaten rivierbeddingen. Deze zijn geleidelijk opgevuld met relatief fijn sediment, aangeleverd door latere Hoogwater bij Gennep in 1995.

juni 2010 Geo.brief 9 10 Geo.brief juni 2010 .nac10 posterprijswinnaar Orkaanactiviteit en hydrologische variabiliteit in Florida

Na decennia waarin de Atlantische orkaanactiviteit sterk is toegenomen, met 2005 als recent desastreus hoogtepunt, ontstond de vraag of er een verband is met menselijke activiteiten of dat het onderdeel is van een natuurlijke variabiliteit gestuurd door klimaatsystemen als ‘El Niño’ en de ‘Atlantic Multidecal Oscillation’.

Om deze vraag te kunnen beantwoorden ~10.000 jaar te reconstrueren met namelijk kleiner bij groei met gebrek aan moet worden gekeken naar lange ‘natuur- behulp van verschillende palynologische water) van tot 150 jaar oude boomblade- lijke archieven’, aangezien de meetgege- proxies in veen en ondiep mariene afzet- ren willen we op hoge resolutie de lokale vens van de afgelopen 100 jaar te kort tingen. Florida ligt in ‘the line of fire’ hydrologie reconstrueren. Wij hebben zijn om langdurende (>10 jaar) variabili- wat betreft orkanen. In jaren met veel gevonden dat vegetatie op zijn beurt weer teit te bepalen. Zo is het Utrechtse HiPo- orkanen valt er veel meer neerslag dan de hoeveelheid neerslag beïnvloedt door project ‘Hurricanes and Global Change’ in kalme jaren. Dit heeft een groot effect een sterke afname in transpiratie als res- ontstaan, waarin ik (Emmy Lammertsma) op de ecologie, met name de vegetatie, pons op de post-industriële CO2-toename. nu al bijna twee jaar meedraai als AIO. omdat de waterbeschikbaarheid van Pollen in een veenkern uit een moerasge- Hierin werken palynologie/paleobotanie, Florida door de permeabele ondergrond bied in centraal-Florida zullen onderzocht bio-geochemie en modelstudies samen sterk afhankelijk is van de jaarlijkse worden om de veranderingen in de soor- om het samenspel tussen factoren en neerslag. Dit gegeven gebruiken wij in tensamenstelling van lokale planten als processen die orkaanontwikkeling be­- ons onderzoek; een groot voordeel daarbij gevolg van hydrologische veranderingen palen beter te begrijpen. is dat het landschap tot de 19e eeuw van de laatste 3000 jaar terug te vinden. nauwelijks is beïnvloed door mensen. Daarbij kunnen veranderingen in de hoe- Mijn rol in dit project is om hydrologische Door te kijken naar de grootte van de veelheid houtskool in het veen, als gevolg veranderingen in Florida over de laatste cellen op het bladoppervlak (die worden van natuurbranden, weer indicaties geven over periodes van droogte in het gebied. In estuarine afzettingen die de laatste ~8000 jaar omvatten, zal worden geke- ken naar de soortensamenstelling van dinoflagellaten, die hier onder andere wordt bepaald door de mate van brakheid en stratificatie van het zeewater, die toe- neemt als gevolg van een hogere rivier­ waterafvoer. Ook hier worden pollen, die de grootschalige vegetatieveranderingen in het achterland als gevolg van verande- ringen in de neerslag reflecteren, mee­ genomen in de analyse. Interessant om op te merken is dat na 2005 de Atlantische orkaanactiviteit sterk is afgenomen, wat aangeeft dat dit proces (natuurlijk!) veel ingewikkelder is dan alleen de ‘opwarming van de aarde’.

Emmy Lammertsma, Friederike Wagner-Cremer en Andy Lotter, Universiteit Utrecht ([email protected])

Grondboring zetten in een moerasbos in Florida.

juni 2010 Geo.brief 11 12 Geo.brief juni 2010 .nac10 posterprijswinnaar Het monitoren van Katla en Eyjafjallajökull met InSAR

Katla is één van IJslands meest actieve vulkanen, hij grenst direct aan de dit voorjaar uitgebarsten Eyjafjallajökull. Naast de in Europa inmiddels bekende gevolgen voor het vliegverkeer, hebben uitbarstingen van beide vulkanen lokaal gezien verregaande gevolgen.

Doordat deze vulkanen bedekt zijn met de ijskap. Dit had de aswolk tot gevolg Doordat de deformatie vrij gering is, blijkt een ijskap, vormen vooral vloedgolven die weken lang het vliegverkeer in Europa hij moeilijk waar te nemen met InSAR. van smeltwater (zogenaamde jökulhlaups) zou verstoren. In de eerste dagen na de Mijn onderzoek spitst zich erop toe de een groot gevaar voor omwonenden en tweede uitbarsting is er veel deflatie van data zo te behandelen dat het deforma- de infrastructuur. Tijdige en accurate de vulkaan waargenomen, waarschijnlijk tiesignaal over het gehele gebied naar voorspellingen van uitbarsting zijn op als gevolg van het leegstromen van een voren komt, en er een oorzaak voor deze dit moment nog toekomstmuziek, maar ondiepe magmakamer onder de ijskap. deformatie gevonden kan worden. Hoewel men wil zich in de toekomst kunnen Kort na elk van de drie historisch beken- de toepassing in dit geval heel specifiek wapenen tegen deze gevolgen. Het doel de erupties van Eyjafjallajökull is er altijd is, zullen de ontwikkelde technieken toe- van ons onderzoek is dan ook het ver­ een uitbarsting geweest van de aanliggen- gepast kunnen worden in het monitoren groten van de kennis van wat er voor, de Katla. Hoewel er op dit moment geen van Katla en Eyjafjallajökull, en ook tijdens en na een uitbarsting gebeurt, voortekenen zijn van een eruptie van van andere vulkanen. Tevens kunnen de evenals het verbeteren van de precisie Katla, is dit dus zeker niet uit te sluiten. technieken toegepast worden op andere van de meettechniek. Uitbarstingen van Katla zijn groter dan processen die de aardkorst deformeren, die van Eyjafjallajökull, en de gevolgen zoals bijvoorbeeld aardbevingen, dijk­ De meettechniek die wij hiervoor gebrui- zouden dan ook vele malen ernstiger kun- verzakkingen en gasextractie. ken is radar interferometrie (InSAR). nen zijn. In juli 1999 stroomde er een Door de fases van twee radarmetingen, jökulhlaup van Katla’s ijskap, en in de Karsten Spaans, Technische Universiteit Delft genomen vanaf een satelliet, over een jaren daarna is er (lichte) deformatie op ([email protected]) gebied met elkaar te vergelijken, kunnen de zuidflank van Katla waargenomen. Supervisor: Dr. Andrew Hooper per meting verplaatsingen van het aard- oppervlak met een nauwkeurigheid van ongeveer een centimeter worden geme- ten. De radarbeelden die gebruikt zijn, bestrijken enkele tientallen kilometers met een horizontale resolutie van enkele meters. Hiermee kunnen grote gebieden worden geobserveerd met hoge ruimte­ lijke resolutie, zonder meetapparatuur in het veld. Dit in tegenstelling tot bij- voorbeeld GPS-technieken. Vanaf begin januari 2010 werd er een aanzienlijke opzwelling waargenomen op de Eyjafjallajökull-vulkaan, die op 20 maart resulteerde in een uitbarsting. Interferogrammen laten zien dat er geen deflatie (daling van het aardoppervlak) heeft plaatsgevonden in de dagen nadat de uitbarsting begon, wat duidt op een diepe oorsprong van de uitvloeiende lava. De eerste fase stopte op 12 april, maar werd op 14 april gevolgd door een twee- de, explosieve uitbarsting, ditmaal onder Karsten Spaans tijdens een recente GPS-campagne op IJsland.

juni 2010 Geo.brief 13 .promotie | Een reis van boven naar beneden, en terug ‘Bottom-up geologie’: de Alpen op hun kop

Gelukkig voor ons moderne geologen werden reizigers op weg van en naar Italië de afgelopen twee eeuwen regelmatig bevangen door deze fascinatie. Dit heeft er toe geleid dat de Alpen uitermate goed in kaart zijn gebracht. Met de opkomst van de plaattektoniektheorie begon men in alle opzichten nog ruimer te denken. Want ook in de Alpen vond men aanwij- zingen voor subductie van oceanische lithosfeer, voorafgaand aan de botsing tussen de Europese en Adriatische continentale lithosfeer. Tevens begon men zich te realiseren dat continentale platen (lithosfeer) aanzienlijk dikker waren (gemiddeld 70 km) dan oceani- sche, en dat de meeste gebergten aan het aardoppervlak slechts leken te zijn opge- bouwd uit relatief ondiepe korst- frag- menten. Met andere woorden: de alpiene dekbladen bestaan voor het overgrote deel uit bovenkorstmateriaal en zijn dus ontkoppeld van hun oorspronkelijke onderliggende onderkorst- en mantellitho- sfeer. De grote hoeveelheid alpiene ver- korting (>200 km) gereconstrueerd aan Tektonische kaart van de Alpen inclusief projectie van de verschillende subducerende slabs. de hand van dekbladoverschuivingen duidt dus op een ‘mysterieuze verdwij- ning’ van een aanzienlijke hoeveelheid onderkorst en mantellithosfeer.

Flipping subduction! Drop een willekeurige geoloog, of zelfs een fysisch geograaf, ergens Het raadsel werd opgelost met de ontdek- in de Alpen en je zult zien dat zijn of haar interpretaties, dan wel king dat niet alleen oceanische lithosfeer fantasieën, verder zullen reiken dan het aardoppervlak. Er zal direct een subductie kan ondergaan, maar onder bepaalde omstandigheden ook de conti- niet te stuiten drang ontstaan de aanwezige plooi- en breukstructuren nentale mantel lithosfeer. Dit is hoogst- de virtuele diepte en hoogte in te sturen, dekbladen tientallen kilometers waarschijnlijk ook onder de Alpen het geval. Door middel van de zogenaamde terug te schuiven, en uit over elkaar groeiende mineralen een druk en tapertheorie (die de balans beschrijft temperatuur af te leiden. tussen de horizontale en de verticale uitbouw van een orogeen) kon aan de hand van korststructuren de vergentie van deze continentale subductie worden bepaald. Een typische top-down geologi- sche interpretatie. Voor de Alpen bleek

14 Geo.brief juni 2010 hierdoor al snel dat het overwegend noordwaartse dekbladtransport een aan- wijzing was voor een zuidvergente sub- ductie van de mantellithosfeer. Oftewel, de Europese plaat delft het onderspit tegenover Adria. Alpiene geologie leek na deze grootschali- ge interpretaties te hebben afgedaan. Elke steen was omgedraaid en de Alpiene geoloog ging met pensioen of vertrok rich- ting een nog ongerept orogeen. Totdat aan het begin van het vorig decennium vanuit de geofysica een nieuwe speeltje werd geïntroduceerd, waarmee via seismi- sche golven, afkomstig van aardbevingen, tot op grote diepte een grof beeld van de ondergrond kon worden gereconstrueerd. En waar kon deze zogenaamde tele-seis- mische tomografie beter worden uitgetest dan in de zo goed doorgronde Alpen? Resultaat van twee analoge modellen na 20% verkorting. Boven: model bovenaanzicht met breuk De nieuwste resultaten sloegen in als een interpretaties en profiellocatie. Onder: model doorsnede met DEM hoogte kaart. Inzetstuk: lithosfeer bom. Zwitserse geologen waren tevreden interpretatie gebaseerd op seismiek, voor locatie figuur 1 met de vondst van de restanten van een zuidhellende subducerende slab, die dui- delijk afkomstig bleek van de Europese Zo gebruiken we slechts vier materialen structuren van de verschillende subductie- plaat. Echter, verder naar het oosten voor onze continentale lithosfeer: zand domeinen. Een initiële discrete overgangs- toe veranderde de dip van de slab naar voor de bovenkorst, een zwakke en een zone groeit uit tot een gebied waarin de verticaal om vervolgens ter hoogte van sterke viskeuze silicone voor, respectieve- mantellithosfeer van beide platen flink het Tauern venster uiteindelijk richting lijk, de onderkorst en mantellithosfeer en doorbuigt en er geen sprake meer is van het noorden te hellen. Men ontdekte dus een zware vloeistof voor de asthenosfeer. een duidelijke subductievergentie. Mede dat de subductie onder de Alpen lateraal In het midden van het model plaatsen we hierdoor, en tevens door de laterale span- van polariteit verandert, een zogenaamde een zwaktezone onder een hoek van 45°, ningen, wordt verdere subductie bemoei- flipping subduction. Dit tot grote verras- die bepalend is voor de initiatie en vergen- lijkt en vormt zich een breed en symme- sing van met name de Oostenrijkers, die tie van subductie. Vervolgens drukken we trisch orogeen verdeeld over beide platen. met deze slab erbij plotseling twee keer de modellithosfeer samen, waardoor de zoveel lithosfeer bleken te bezitten. relatief zware mantellithosfeer begint te Experiment en veldwerk subduceren, terwijl de korst in het geberg- Met deze modelleerresultaten werpen we De Alpen in het Lab te dat ontstaat wordt opgenomen. Het is opnieuw een blik op de Alpen. We zien Na deze uitvoerige inleiding komen we belangrijk te beseffen dat de subductie- dat in termen van geometrie de modellen aan bij waar het binnen mijn promotie­ richting door ons vooraf bepaald wordt, en redelijk consistent zijn met het 3D-beeld onder­zoek om draait. Namelijk, de relatie ik vooral geïnteresseerd ben in de reactie van de Alpen. Vooral de naar het oosten tussen de diepere lithosfeer- en de ondie- van de bovenliggende korst. Kortom: we toenemende breedte en symmetrie van de pere korststructuren. De laterale variatie bedrijven hier bottom-up geologie. Na een Alpen lijken mogelijkerwijs de wissel van in subductiepolariteit werd, zoals hiervoor eerste serie modellen waarin we ons vooral de subductiepolariteit van de mantel-litho- beschreven, in eerste instantie niet voor- richtten op sub­ductie van de mantellitho- sfeer te reflecteren. Echter, een geplande speld aan de hand van de oppervlakte- sfeer, werd duidelijk dat we alleen een inte­gratie van het experimenteel onderzoek structuren. Maar hebben we misschien aanzienlijke hoeveelheid subductie en structureel veldwerk moet uitwijzen of structuren over het hoofd gezien die te bereikten als we het sterkteverschil met de breukkinematiek in het overgangsgebied maken hebben met deze flipping sub­ de onderkorst groot genoeg maakten om van subductiepolariteit in experiment en duction? Of laten de hierbij betrokken mantel en korst van elkaar te ontkoppelen. veld consistent zijn. Tevens is het nuttig processen daadwerkelijk geen sporen De bij­behorende korststructuren zijn con- de geologie van andere flipping subduction na aan het aardoppervlak? Het antwoord sistent met observaties in de West-Alpen: regio’s, zoals Taiwan en Nieuw-Zeeland, te zoek ik binnen mijn promotie in een com- een asymmetrisch orogeen bovenop de vergelijken. De geologische zoektocht naar binatie van veld- en modelleeronderzoek. onderschuivende Europese plaat. Met een geo­fysische waarneming is dus nog in Waarvan ik hier het modelleerwerk nader deze kennis zijn we aan een vervolgserie volle gang. zal toelichten. begonnen waarin we binnen het model de De in het VU-TecLab vervaardigde model- subductiepolariteit laten variëren en onze Stefan Luth, VU Amsterdam len zijn analoge modellen op lithosfeer- aandacht richten op de overgangszone tus- [email protected] schaal. Waarom analoog? Omdat het sen domeinen met een tegengestelde sub- 3D-aspect in dit geval erg belangrijk is ductierichting. Een eerste resultaat laat Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het project: ‘What is the surface expression of the changing subduction en oppervlaktestructuren met analoge zien dat er tijdens het verkorten van het polarity in the Alps? An integrated lithospheric-scale analogue modellen goed zijn na te bootsen. model een toenemende interactie plaats- modelling and field study’. Hoofdaanvrager Dr. E. Willingshofer. Subsidieinstrument Open Programma NWO-ALW De modellen zijn uiteraard vereenvoudigd. vindt tussen zowel korst- als mantel­

juni 2010 Geo.brief 15 .steen anders

Muziek uit steen Foto: D. Wiersma D. Foto: Wat kun je met stenen doen? Schmidtprijs voor het beste thea- makkelijker vervoerbaar), vuur- Er een stuk afhakken, met een terlied met ‘Stoute Heleen’, een steen (hard!) uit een speciale loupe naar kijken, zoutzuur over- hekeldicht op Heleen, Proud to be groeve in Eben-Emael, België, heen gooien, er misschien een Stout, van Royen. Maar behalve waar het wordt gedolven voor slijpplaatje van (laten) maken. dat alles is zij ook lithofoonspeler. de binnenbekleding van maal­ Dorine Wiersma pakt het anders Lithofoon: muziekinstrument van trommels. Ook koraal klinkt aan. Zij maakt er muziek mee. steen. prachtig, maar is helaas verboden Als kind, in de vakantie, leerde materiaal. Elk heeft zijn speciale Veel gesteenten ‘klinken’. Steen- Dorine van haar vader, geoloog eigenschappen, en elk leent zich houwers en steenzagers weten Dirk Wiersma, dat stenen meer er beter of minder goed voor om dat. Zij slaan op de steenplaten zijn dan toevallig de grond onder op een bepaalde manier bespeeld om de kwaliteit te ‘horen’. je voeten, of de vormgevers van je te worden: als ‘xylofoon’, als Hoe beter de klank, hoe beter de uitzicht. Stenen laten iets zien, in klankstaven, of opgehangen aan kwaliteit. Het heeft te maken met stenen kun je iets vinden, kristal- draad als in een weefgetouw. hardheid, dichtheid en homogeni- len, fossielen. En klank. Muziek Met een trommelstokje slaan of teit. Ook onze straatstenen, tot dus. Dorine werd erdoor gegrepen, aantikken met een vilt-beklede een tijdje geleden meer algemeen en zij begon te experimenteren vingerhoed, door water op en klinkers genaamd, heten zo van- met fonolieten uit het Massif neer bewegen, Wiersma verzint Dorine Wiersma bongoënd op een wege die klankeigenschap. Central. Stukken van verschillen- alle mogelijkheden die er maar grote waterkruik Alleen wordt die dan meestal niet de grootte, stukken die zij een lijken te zijn om de klanken los positief gewaardeerd, want hoe beetje uitholde, wat doet dat met te maken. minder geluid een straat maakt de toon? Langzaam begon er iets Natuurlijk kun je stenen niet wijsjes met simpele, opvolgende hoe beter. Een eigenlijk welbe- als een ‘lithofoon’ te ontstaan. zomaar neerleggen en erop slaan. noten zoals ‘Vader Jacob’ worden kend iets dus, klank uit stenen. Als je een instrument maakt moet lastiger.” Blijven proberen je nauwkeurig uitzoeken waar je Met haar lithofoons staat Dorine Klassiek gitariste Eenmaal begonnen was het veel de steen vast kunt zetten of waar in een lange traditie, het instru- Dorine Wiersma is klassiek proberen, blijven proberen, scha- je er een gaatje in kunt boren om ment wordt beschouwd als een gitariste en cabaretière. In 2003 ven, boren, trial and error. En met op te hangen, zonder de klank te der oudste ter wereld. En dan behaalde zij de tweede plaats in allerlei verschillende gesteenten: verliezen. Waar de geluidsgolf een gaat het niet alleen over sugges- het Leids Cabaretfestival met Belgische hardsteen, travertijn, ‘knoop’ heeft gebeurt niets, daar tief bij elkaar gevonden stukken haar eerste solo programma, en serpentijn, bergkristal, kerami- is het veilig. Fixeer hem daarnaast steen die geïnterpreteerd worden in 2008 won zij de Annie M.G. sche vloertegels (lichter, dus wat en je bent de klank kwijt. Probeer als instrument. In 1977/78 werd maar door een steen op verschil- in de provincie Hubei (ZO-China) Foto: Vakblad NATUURSTEEN, BDU uitgevers’ BDU NATUURSTEEN, Vakblad Foto: lende plaatsen vast te houden: het meer dan 2400 jaar oude als hij blijft klinken zit je op een graf blootgelegd van Zenghou Yi knoop; als het geluid wegvalt zit (Yi, markies van de staat Zeng), je in een ‘buik’. De afmeting met daarin een unieke collectie bepaalt de toonhoogte en door muziekinstrumenten, waaronder holtes te maken kun je die weer een lithofoon met 32 L-vormige een beetje manipuleren, verlagen. klankstenen van jade en ander materiaal, opgehangen in een Marimba bronzen rek gedragen door Sinds kort heeft Dorine het patent mythische dierfiguren. op een eigen instrument, of meer Na de zomer gaat Dorine Wiersma exact op een toetsenligging die zij op tournee met haar nieuwe pro- ontwikkelde. Zij paste die toe in gramma ’Goed zo, Dorine’. Naast een staande, 3-rijige xylofoon van allerlei andere, al dan niet zelf keramische tegels en noemde het ontworpen, instrumenten komen instrument de Marimba. De toet- de klankstenen daarin ook zeker sen liggen in een kleine terts. aan bod. Voor wie alles in het Geen ‘normale’ volgorde dus, als echt wil zien en horen: vanaf bij de piano, maar meer vergelijk- eind juli staat de speellijst op baar met de knopjeskant van een www.dorinewiersma.nl. accordeon. Wiersma: “Moeilijke stukken klinken op de marimba Frederique van Schijndel Marimba van Belgisch hardsteen snel lekker, maar eenvoudige

16 Geo.brief juni 2010 .uitreiking .boekbespreking

VWvdG-penning voor Toen ik dit boek las, zat ik in een ziekenhuis in Madrid en daar had Salle Kroonenberg het een hele andere bijklank dan op het moment van het schrijven Het Hoofdbestuur van het leges. Met zijn publicaties en zijn, van deze recensie, nu het ‘zwarte KNGMG heeft besloten de Van soms controversiële, bijdragen goud’ al dagen uit de aarde gutst Waterschoot van der Grachtpen- aan het publieke debat heeft hij en een olievlek ter grootte van ning 2010 toe te kennen aan de bekendheid met en de interes- half Nederland in het Caribische Prof. dr. S.B. Kroonenberg. Pro- se voor ons vakgebied een belang- gebied veroorzaakt. fessor Salle Kroonenberg was tot rijke impuls gegeven. Het is lang geleden dat ik de voor kort hoogleraar Geologie aan Het ligt in de bedoeling de pen- auteur, lid van het KNGMG, als de TU Delft. Hij is op uiteenlo- ning op een bijeenkomst in het petroleumgeoloog tegenkwam pend terrein binnen de geologie najaar aan professor Kroonenberg in de Nederlandse oliewereld. actief geweest en heeft vele stu- uit te reiken. Nader bericht ver- Hij was een gerenommeerde denten geïnspireerd met zijn col- schijnt t.z.t. in de Geo.brief. geoloog met veel kennis van de Nederlandse ondergrond. Als je dan van zijn hand, onder het pseudoniem van G. Boorman, een boek over olieperikelen in .paleobiologische kring Marokko krijgt, is je nieuwsgierig- Het bloed der aarde • door heid vanzelfsprekend gewekt. G. Boorman • oktober 2009 • En wat levert zo’n docudrama in Uitgeverij Aspekt B.V. • € 18,95 Schotland excursie boekvorm op, een spannend boek • ISBN 10: 9059118987 of een flutroman? Eigenlijk geen van beide, maar wel een intrige- patiemaatschappij toont zich Vanwege haar 5-jarig bestaan, organiseert de Paleobiologische Kring rend verhaal dat redelijk vlot hier helder. Jammer zijn de vaak eind augustus een 4-daagse paleontologisch-geologische excursie naar wegleest over de gang van zaken storende schrijffouten in de tekst. Schotland. De excursie zal worden begeleid door Prof. Dick Kroon van rond mogelijk belangrijke hydro- Als je begint met een hoofdstuk de Universiteit van Edinburgh. Ook niet-leden zijn van harte welkom om carbon-voorkomens in Marokko. Verantwoording en je schrijft aan de excursie deel te nemen. Een verhaal wat laat zien hoe, dat met 3 o’s (Verantwooording, Programma: toch gepokt en gemazelde, petro- pag. 11), uitdrukkingen als “alles 25 augustus Aankomst leumgeologen uit Amerika, met wat los en vast was” gebruikt en 26 augustus Carboon aan de oostkust (drowned forest, brachiopoden, steun van zelfs Nederlandse ja-knikker (p. 19) afkort als jak- koralen) en Siccar´s Point (Huttons unconformity). collegae, langzamerhand een nikker dan moet je je misschien 27 augustus Siluur, Pentland Hills (trilobiten, brachiopoden, koralen, potentieel groots project de ver- toch maar eens door een ghost- nautiloiden, bryozoën, etc). sukkeling in zien gaan. Machina- writer bij laten staan, of in ieder 28 augustus Highlands traverse (glaciale geologie en geomorfologie) ties van machtige beschermheren, geval een hele goede editor zoe- 29 augustus Uitgestorven vulkaan bij Edinburgh, Hutton’s route; vertrek waaronder het Marokkaanse ken. Aan het eind van het boek De kosten zullen ca. 450 euro bedragen (all-in). Inschrijven en verdere koningshuis, de schaduw van raakt het verhaal zelfs een beetje informatie: www.paleobiologischekring.org terrorisme en 9/11 doen een bloedeloos; het wordt niet heel veelbelovende olie- en gasplay duidelijk wat nou precies de rede- langzamerhand in een financiële nen voor de mislukking zijn, een nachtmerrie veranderen. gevoel van twijfel over waar facts Is G. Boorman een groot schrij- in fiction overgaan. Als er een ver? Ik denk niet dat de gemiddel- volgend werk van Boormans hand de lezer dit boek als een goede komt, zou daar misschien wat uitbreiding van de markt voor meer aandacht aan gegeven moe- fictie c.q. non-fictie zal ervaren. ten worden. Mijn conclusie: een Maar door de vele voetnoten en onderhoudend boek dat voor vak- omschrijvingen (soms meer dan genoten om een aantal redenen honderd per hoofdstuk) van olie- prettig leesbaar is, en aan te geologie termen is het bijna een raden is, maar niet direct een handboek voor de beginnende prominente plaats tussen thrillers petroleumgeoloog geworden. e.d. verdiend. Het laat ook goed zien dat Boor- man uiterst minutieus en als een Dick van Doorn goed docu-detective aan het werk is geweest, de lange ervaring als Huttons discordantie bij Siccar Point | foto: Anne Burgess vertegenwoordiger van een partici-

juni 2010 Geo.brief 17 .boekbespreking

wel dingen zagen, maar lang niet Enkele hoogtepunten uit het vertelt de avonturen van de alles begrepen. M.S. Brook stelt boek: E.T. Drake bespreekt de gebroeders Tyrrell die een van boer-amateurgeoloog George Engelsman Robert Hooke (1635- de laatste expedities uitvoerden Leslie Adkin voor, die bewijzen 1703) die zijn vroege geologische naar onbekend Canadees territoir verzamelde en publiceerde voor inzichten dertig jaar lang uitdroeg (1893-94). Zij vonden een lokale glaciaties op het Noorder­ als spreker voor de Royal Society. glaciatiecentrum, ijzer- en koper- eiland van Nieuw-Zeeland en zo Sir Charles Lewis Giesecke erts en documenteerden het leven hielp een controverse te beëindi- (1761-1833) is het onderwerp van Inuits. P.N. Wyse Jackson gen. De artikelen laten diverse van A. Whittaker. Giesecke ruilde beschrijft de Victoriaanse Brit aspecten zien van de Kwartair­ een succesvolle loopbaan in thea- Arthur James Cole (1859-1924), geologische geschiedenis in ver- ters in Duitsland en Oostenrijk in die al fietsend grote delen van schillende delen van de wereld. voor die van mineralenhandelaar Europa onderzocht. Dat laat vergelijking toe en maakt in de Duitse en Scandinavische dit tot een bruikbare bundeling. landen en de Faeröer-eilanden. Beide boeken zijn verschenen Hij zat zeven jaren vast op Groen- naar aanleiding van conferenties In Four Centuries of Geological land door de Napoleontische oor- van de International Commission Travel; the Search for knowledge logen. Terug werd hij hoogleraar on the History of Geological History of Geomorphology and on Foot, Bicycle, Sledge and geologie in Dublin (1813), een Sciences (INHIGEO). De com­ Quaternary Geology • redactie: Camel, zijn merkwaardige en zelfs jaar eerder dan Buckwell in missie heeft een nuttig medium R.H. Grapes, D.R. Oldroyd en excentrieke geologisch reizen en Oxford, en vijf jaar voor Sedge- gevonden om congresartikelen A. Grigelis • 2008 • special activiteiten samengebracht. wick in Cambridge. S. F. de M. na keurlezer/review te publiceren. publication 301 • Geol. Soc. Veel gebieden – Afrika, Noord- Figuerôa et al. vragen aandacht Een beperking is dat de pool London • 336 pp. • ISBN 978-1- en Zuid-Amerika, Australazië en voor de “Filosofische reizen en van auteurs die over historisch- 86239-255-7 • £ 85,00 (geasso- Japan – werden in de 16e eeuw expedities”, vanaf 1779 uitgerust geologische zaken schijven cieerde genootschappen £51,00) toegankelijk voor Westerse en door de Koninklijke Academie beperkt is. Het strikte keurlezer­ lokale onderzoekers die op speur- voor wetenschappen van Lissabon systeem van de GSL zorgt ervoor tocht gingen naar economisch om de koloniale bezittingen van dat alle bijdragen aan goede History of Geomorpholoy and winbare mineralen, goede mon- Portugal (in drie continenten) te criteria voldoen. Daarom is dit Quaternary Research bevat acht sters voor musea, of uit nieuws- onderzoeken. D.R.J. Dean schrijft toch een interessante vorm van artikelen over de geschiedenis van gierigheid de natuurlijke wereld over James David Forbes (1809- publiceren die het KNGMG zou de geomorfologie en de Kwartair- persoonlijk wilden ervaren. 1868), die op 17-jarige leeftijd kunnen overwegen. geologie, met speciale nadruk op Napels bezocht en daar uitgebreid de Baltische Staten. Oost- Euro- over publiceerde. M. Kölbl-Ebert T.J.A. Reijers pese geologen, vaak schrijvend in herinnert ons eraan dat Forbes’ minder toegankelijke talen, zijn werk met instemming geciteerd goed vertegenwoordigd in dit boek werd door Charles Lyell (1797- .personalia met zes interessante artikelen. 1875), die een lange reis door E.E. Milanovsk bespreekt de Europa maakte samen met soorsprong en ontwikkeling van Rodrick Impey Murchison (1792- Adreswijziging ideeën over Pliocene en Kwartaire 1871) en zijn vrouw Charlotte. Th. De Natris glaciaties in noordelijk en ooste- Die reis bracht Lyells meesterwerk Van Hogenhoucklaan 101 lijk Europa, IJsland, de Kaukasus voort “Principles of Geology”. 2596 TC Den Haag en Siberië; zijn verslag is voorzien L.G. Wilson beschrijft Lyells ver- van zelfgemaakte illustraties. V.R. dere reizen naar enkele Atlanti- M. Leeuwis Bakern gaat in op de langdurige sche eilanden om de ‘opgeheven Chambertinlaan 18 discussie over de oorsprong van krater’ theorie van Leopold von 6213 EW Maastricht de ‘scablands’ in oostelijk Buchs te controleren. R.H. Silli- Washington. J. Harlen Bretz had man heeft het over Neuchâtel G. Mäkel daar al een verklaring voor die hij als het eerste centrum van de Bronsbergen 25-47 vanaf 1922 verdedigde. Pas in de activiteiten van Louis Agassiz 7207 AD Zutphen jaren 1960 werden zijn tegen- Four Centuries of Geological Tra- (1807-1873) die er ichthyology standers overweldigd door veldge- vel; the Search for knowledge on en glaciatiegeologie bedreef voor N. Hogeweg gevens die wezen op een catastro- Foot, Bicycle, Sledge and Camel hij naar Amerika emigreerde. Daar Piet Heinstraat 4 fale overstroming. • redactie: P.N. Wyse Jackson • voegden veel van zijn assistenten 2266 KN Leidschendam D. Branagan raakt aan de Ceno­ 2007 • special publication 287 • zich bij hem; de groep viel snel zoïsche geschiedenis van Austra- Geological Society of London • uiteen, maar de Zwitserse geolo- Nieuw lid lië, oorspronkelijk opgesteld door 415 pp. • ISBN 978-1-86239- gen drukten een blijvend stempel J.M. Verweij ontdekkingsreizigers in de late 255-7 • £ 90,00 (geassocieerde op de 19e eeuwse geologie in de Straat van Malakka 50 17e tot midden 19e eeuw, die genootschappen £54,00) Verenigde Staten. D.A.E. Spalding 2622 KM Delft

18 Geo.brief juni 2010 .agenda .internet

Aardwetenschappen Universiteit Utrecht: www.geo.uu.nl Aardwetenschappen UvA: www.studeren.uva.nl/ aardwetenschappen 27 mei - 29 augustus 2010 19– 23 september 2010 Aardwetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam: www.falw.vu.nl Tentoonstelling: tropisch 10th International Conference Bodem, Water en Atmosfeer: www.weksite.nl/bsc/bodem_water_tekst.html Nederland Greenhouse Gas Control Centre for Technical Geoscience - Graduate Courses in Teylers Museum, Haarlem Technologies, Amsterdam. Technical Geoscience: www.ctg.tudelft.nl info: www.teylersmuseum.eu Info: http://www.ghgt.info/ Darwin Centrum voor Biogeologie: http://www.darwincenter.nl GHGT10.html Darwinjaar: www.darwinjaar2009.nl 24 juni 2010 GAIA: www2.vrouwen.net/gaia/ Vierde symposium Wadden­ 10 oktober 2010 Geochemische Kring: www.kncv.nl/website/nl/page313.asp?color=3 academie, Biologisch Centrum, Biodiversiteitssymposium, Geologisch tijdschrift van de NGV: www.grondboorenhamer. Kerklaan 30, Haren (Groningen). Naturalis, Leiden. geologischevereniging.nl Informatie: http://www.wadden Info: www.naturalis.nl Ingenieurs-Geologische Kring: www.itc.nl/%7Eingeokri/ academie.nl/Symposium_ INQUA Nederland committee: www.geo.uu.nl/inqua-nl juni_2010.215.0.html KNGMG: www.kngmg.nl/ Mijnbouwkundige Vereeniging TU-Delft: www.mv.tudelft.nl/ 29 juni–2 juli 2010 Nederlandse Kring Aardse Materialen: www.nkam.nl Geobia 2010, te Gent, België. Palynologische Kring: www.palynologischekring.nl Congres over ‘geographic object- Petroleum Geologische Kring: www.pgknet.nl based image analysis’. Informatie: Paleobiologische Kring: www.bio.uu.nl/~palaeo/Paleobiologie/index.htm http://geobia.ugent.be/ Nederlands Centrum voor Luminescentiedatering: www.ncl-lumdat.nl/ Nederlandse Geologische Vereniging, NGV: www.geologischevereniging.nl Sedimentologische Kring: [email protected] Stichting Geologische Activiteiten, GEA: www.gea-geologie.nl/ Studievereniging GAOS (UvA): www.svgaos.nl

.colofon

Geo.brief is een gezamenlijke uitgave van het Kosten lidmaatschap van het KNGMG Hoofdbestuur KNGMG Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouw- 72,50 gewoon lid Dr. M.J. de Ruig, voorzitter kundig Genootschap (KNGMG) en het NWO 50,– AiO/OiO Drs. B.M. Schroot (TNO), secretaris gebiedsbestuur voor Aarde en Levensweten- 19,25 studentlidmaatschap Dr. A. Steenbrugge (WUR), penningmeester schappen (NWO-ALW). Het lidmaatschap is inclusief de Geo.brief en Dr. H. de Bresser (UU) Verschijnt 8 maal per kalenderjaar het tijdschrift Netherlands Journal of Geo-sci- Drs. J.E. Clever ISSN 1876-231X ences / Geologie en Mijnbouw. Het lidmaat- Dr. A. Lankreijer (VUA) E-mail redactie: [email protected] of: schap loopt van 1 januari tot 31 december. Drs. F.S. van Schijndel-Goester [email protected] Opzegging dient drie maanden voor het einde van het kalenderjaar te geschieden. Secretariaat KNGMG Redactie: Drs. Th.H.M. van Doorn (TNO, Deze Geo.brief wordt verspreid aan alle leden Postbus 30424, 2500 GK Den Haag Utrecht), (KNGMG), hoofdredacteur van het KNGMG, aan abonnees vanuit de tel: 070 3919892 / fax: 070 3919840 Drs. F.S. van Schijndel-Goester (KNGMG) KTFG en tevens naar ca. 300 geadresseerden e-mail: [email protected] Drs. R. Prop (NWO-ALW) van NWO-ALW. Losse abonnementen zijn niet postbanknummer 40517 tnv KNGMG Den Haag Eindredactie: Drs. A. Nauta, [email protected] mogelijk. Adres NWO-ALW Vormgeving: Grafisch Atelier Wageningen Advertenties: Voor het plaatsen van adverten- Laan van Nieuw Oost-Indië 300 Gen. Foulkesweg 72, 6703 BW Wageningen ties kunt u contact opnemen met het Bureau 2593 CE Den Haag tel. 0317 425880; fax 0317 425886 van het KNGMG, tel. 070 3919892, e-mail: Postbus 93510, 2509 AM Den Haag e-mail: [email protected] [email protected], of met het Grafisch Atelier tel: 070 3440 619 / fax: 070 3819033 / Uitgeverij Blauwdruk, tel. 0317 425880, e-mail: [email protected] Druk: Drukkerij Modern, Bennekom e-mail: [email protected] Jrg. 2009: Tarieven bij eenmalige plaatsing Bestuur NWO-ALW Kopij/verschijningsdata 2010 2/1: 1.450,- 396 x 255 mm (midden) Prof.dr.ir. J.T. Fokkema (voorzitter) Nr. 5 16/7 25/8 1/1: 975,- 188 x 255 mm (achter) Prof.dr. M.J.R. Wortel (vice-voorzitter) Nr. 6 20/8 6/10 1/1: 625,– 188 x 255 mm Prof.dr. L. Dijkhuizen (vice-voorzitter) Nr. 7 1/10 17/11 1/2: 350,– 188 x 125, 90 x 255 mm Prof.dr. M. Dicke Nr. 8 12/11 22/12 1/4: 210,– 188 x 60, 90 x 125 mm Prof.drs. M.A. Herber 1/8: 154,– 188 x 25, 90 x 60 mm Prof.dr. B.J.J.M. van den Hurk Bedragen ex. 19% btw Prof.dr. M. Joëls (Wijzigingen voorbehouden) Prof.dr. C. Mariani Oplage: 1400 Prof.dr. N.M. van Straalen

juni 2010 Geo.brief 19 Uitbarsting van de Eyjafjallajökull op IJsland | Foto Jasper Griffioen