Archeologie in De Noordzee De Alpen Op Hun Kop Posterprijswinnaars

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Archeologie in De Noordzee De Alpen Op Hun Kop Posterprijswinnaars Geo.brief is de nieuwsbrief van KNGMG en NWO-ALW Vijfendertigste jaargang nummer 4, juni 2010 4 Geo .brief Archeologie in de Noordzee De Alpen op hun kop Posterprijswinnaars NAC10 Muziek uit steen VWvdG­penning voor Salle Kroonenberg .van de voorzitter Geologen in Hollywood In tegenstelling tot het nabije bui­ doxe onderzoeksmethoden, die de substantie (The Blob) met zich mee goed vanaf. In ‘King Kong’ (1976) tenland, waar geologie vaak zicht­ ramp zien aankomen zonder te hoe­ die opgegraven is op de Noordpool stuurt de Petrox Oil Company een baar is voor het gewone publiek (in ven wachten op analyses van het bij het leggen van een pijplijn. Hij expeditie naar een tot dusver onbe­ de vorm van bergen bijvoorbeeld), lab of een suffige overheidsdienst. bewaart het ding in de ijskast, maar kend eiland dat constant in mist is is geologie in Nederland weinig Zij heb ben een ‘gut feel’ dat er wanneer zijn vrouw de substantie gehuld om er naar olie te zoeken; zichtbaar. De beeldvorming over, en wat mis is zoals Anne Heche in per ongeluk ontdooit barst de hel na een korte inspectie op het strand bekendheid van, geologie en geo­ ‘Volcano’ (1997) of Pierce Brosnan los (zie, het is niet de geoloog, concludeert de geoloog met een logen bij het algemeen publiek is in ‘Dante’s Peak’ (1997), die maar zijn echtgenote). Eerst absor­ cynisch lachje dat het eiland een dan ook beperkt. De grootste kans ge woon voelt dat de vulkaan op beert de Blob een vlieg, dan een rijke oliebron zal zijn, men hoeft om met geologie geconfronteerd te uitbarsten staat. Hij heeft geen kat en tot slot de geoloog en zijn alleen maar nog ’n miljoen jaar worden is via de televisie (aardbe­ monsters of analyses nodig; hij vrouw. Daarna maakt de groeiende te wachten om zich daarna flink vingen, vulkaanuitbarstingen) of in kijkt wat peinzend rond en weet Blob steeds meer slachtoffers in te bezatten. In ‘Wo die grünen rampenfilms. In deze laatste cate­ al hoe het zit. Mensen die de waar­ de stad. Maar ook in dit genre zijn Ameisen träumen’ (1984) neemt de gorie komen vaak geologen voor. schuwingen van de geoloog in de geologen vaak niet de schuld; in geoloog het op voor de Australische Alhoewel het in Hollywoodfilms wind slaan, brengen het er uiter­ ‘Jurassic Park’ (1993) zijn het aboriginals wanneer zijn werkge­ vaak niet zo nauw genomen wordt aard niet levend vanaf. immers een excentrieke miljardair ver, een groot mijnbouwbedrijf, in met wetenschappelijke werkelijk­ In een ander genre is het de geo­ en zijn gewetensloze wetenschap­ hun woongebied een grote uranium­ heid, is het toch interessant te zien loog die door zijn wetenschappelijk pers (duidelijk geen geologen) die mijn wil beginnen. hoe ons vak hierin wordt verbeeld. geneuzel onheil over de wereld een pretpark laten bouwen met In films waarin geologen een hoofd­ afroept, ook al was het zonder boze daarin gekloonde dinosaurussen. Krankzinnige wetenschappers in rol spelen, zijn het vaak koppige, opzet. In ‘The Blob’ (1972) brengt Een paleontoloog en paleobotanicus films zijn meestal fysici of wiskun­ heldhaftige eenlingen met onortho­ een geoloog een gelatineachtige worden er bijgehaald om aan te digen, soms ook chemici, maar tonen dat alles in het pretpark in nooit geologen. Wat dat betreft – advertentie – orde is; zij hadden reeds gewaar­ komen wij er in Hollywood toch schuwd dat dit niet goed kon gaan. niet slecht vanaf. Zelfs geologen die werkzaam zijn voor verderfelijke olie­ of mijn­ Menno de Ruig bouwbedrijven komen er redelijk .www.kngmg.nl Het wachtwoord voor het beschermde download-gedeelte van het kngmg-web voor de komende periode is: Leckwijck Geologie.hyves Aardwetenschappers die geïnteresseerd zijn in de nieuwe media, worden uitgenodigd eens langs te komen op www.geologie.hyves.nl. U kunt er foto’s en video’s over geologie bekijken, berichten lezen, mee doen aan forums, links naar andere internetsites over geologie vinden en nog veel meer. Op dit moment staat er bijvoorbeeld een filmpje met een reconstructie van de gevolgen van een grote meteorietinslag. Als u ook de moeite neemt om gratis een account op Hyves aan te maken, dan kunt u zelf deelnemen aan de discussies en zich voegen bij de 175 bestaande leden. De hyve is opgericht om professionals, studenten en liefhebbers met elkaar in contact te brengen. Alles is gratis en geheel vrijblijvend. De beheerder, Frank van den Bos 2 Geo.brief juni 2010 .nieuwe bestuursleden Op de jaarvergadering van het KNGMG, 19 mei j.l., zijn drie nieuwe Barthold Schroot bestuursleden geïnstalleerd. Hieronder een korte introductie. Ik heb geologie en geofysica gestu- De Adviesgroep EZ is de huis- Bert Clever deerd in Utrecht en ben in 1985 adviseur van (het ministerie van) als geofysicus afgestudeerd met de EZ voor alles wat met de Neder- In 1980 haalde ik mijn doctoraal- zee. Hier werkte ik het eerste jaar bijvakken structurele geologie en landse diepe ondergrond en de uit- examen Structurele Geologie voornamelijk aan de 8ste ronde; sedimentologie. Dit pakket vormde voering van de Mijnbouwwet te (Universiteit van Amsterdam) met toen de aanvragen voor nieuwe een goede basis om aan de slag maken heeft. Door een aantal het bijvak Geochemie (Universi- vergunningen waren ingeleverd, te gaan in de petroleumgeologie. recente maatschappelijke ontwik- teit van Utrecht), met het voor werd de mix van exploratie- en Direct na mijn afstuderen ben ik kelingen is de werkportefeuille Amsterdam zo traditionele veld- productiewerk breder. Een ruime op de afdeling Diepe Ondergrond aanzienlijk verbreed. Zo houdt de werk in Zuid-Spanje (Sierra de los portfolio bood daar alle kansen van de toenmalige Rijks Geologi- groep zich tegenwoordig, behalve Filabres). Hier probeerden wij de toe. Zo gingen zes jaar eigenlijk sche Dienst in Haarlem gaan met de E&P (exploratie en produc- microtektoniek van metamorfe ongemerkt snel voorbij en in werken, in eerste instantie met als tie) van olie en gas in Nederland, gesteenten aan dekbladbewegin- 1996 werd ik gevraagd om naar specialisme seismische interpreta- ook bezig met het opsporen en gen te relateren. Carbonaatrijke Wimbledon te gaan als explorati- tie. Na het opgaan van de RGD in winnen van aardwarmte, met het tektonische breccies langs de on manager voor Wintershall UK. TNO in 1997 heb ik een aantal opslaan van stoffen (waaronder overschuivingszones maakten Met een klein team startten we verschillende functies binnen TNO mogelijk ook CO2) en met het aan- deze correlaties meestal niet het Windermere veld en bouwden in de Geowetenschappen vervuld. leveren van bouwstenen voor het eenvoudig. Met het doctoraal- de exploratie portfolio verder uit. Bijzondere ervaringen waren twee starten van de ruimtelijke ordening diploma trok ik de wijde wereld Tot mijn verdriet werd het geheel driejarige postings voor TNO in het van de diepe ondergrond. in en kwam al snel terecht bij in 1999 verkocht en ging ik naar buitenland (Jemen en Tanzania). Het KNGMG vervult natuurlijk een grote oliemaatschappij in het hoofdkantoor in Kassel. Hier De laatste keer als projectleider. verschillende rollen. Een belang- Den Haag: Shell. werd ik belast met kwaliteitscon- Na terugkeer in Nederland heb ik rijke zou wat mij betreft moeten De keuze was tussen een carrière trole en opbouw van het prospect van 2000 tot 2006 vooral als pro- zijn die van de beroepsvereniging als exploratie- of productiegeo- appraisal proces: de risico- en jectleider van veelal internationale voor Nederlandse aardweten- loog; daar ik de directe link met volumeschattingen van alle Win- projecten gewerkt, om ruim vier schappers. Het zou (weer) van- techniek erg aantrekkelijk vond tershall vestigingen. Deze baan jaar geleden terug te keren in zelfsprekend moeten worden dat, viel de keuze op productiegeo- bracht me van het tropische Bue- het team waar ik mijn loopbaan wanneer je als aardwetenschapper loog. Na een basistraining van nos Aires (in januari) tot het begon nen was – inmiddels om- afstudeert en in de discipline 6 maanden mocht ik als Wellsite koude Wolgograd (ook januari) gedoopt tot de Adviesgroep EZ – werkzaam bent, je lid wordt. Petroleum Engineer bij de NAM met steeds de spannende geolo- maar nu als groepshoofd. op boorlocaties in Friesland, gie als leidraad. Na vijf jaar heb Drenthe, Zuid-Holland en offshore ik deze staf aan mijn opvolger werken; een heel praktische overgegeven en keerde terug naar Arian Steenbruggen periode waar ik nu nog profijt van Wintershall Noordzee in Den heb. Na een krap jaar week op/ Haag, waar ik mijn ervaring nu week af werd ik overgeplaatst naar ging inzetten voor de revival van Na mijn studie Geologie (afgerond neerd, later kwamen daar steeds Brunei waar ik mij bezighield met exploratie in de zuidelijke Duitse in 1994) heb ik een aantal jaar meer facultaire zaken bij, wat uit- het karteren en voorbereiden van Noordzee. onderzoek gedaan bij de UU, in eindelijk leidde tot een aanstelling waterinjectie projecten in het Dit was enigszins afgerond toen de Geochemie. Reeds tijdens dat als hoofd (bureau) onderzoek van onshore Seria- en offshore Cham- ik in 2009 gevraagd werd om het onderzoek (promotie in 1999) rea- de faculteit. Sinds oktober van het pion olieveld. Behalve dit puur nieuwe E&P team van Nuon Energy liseerde ik me dat ik de Geoweten- afgelopen jaar ben ik werkzaam bij productiegeoriënteerde werk was in Amsterdam geologisch gestalte schappen een prachtig vakgebied de WUR, Environmental Science de laatste 2-3 jaar de appraisal te geven. Dit leek mij een interes- vind, maar waar ik vooral in de Group (ESG) als hoofd van het van de NW-zijde van de Champi- sante uitdaging en ik heb deze brede zin mee te maken wil heb- Centrum Bodem. Naast het ge­­ on-culminatie met drie succesvol- nieuwe job aangenomen. Gelijk ben. Die wens resulteerde in een noemde pad, coördineer ik al jaren le putten een mooie afsluiting van met mijn baanverandering werd baan bij NWO-ALW (gestart in de organisatie van het Nederlands deze tropische tijd in laat 1988.
Recommended publications
  • THÈSE La Bipédie Humaine : Épistémologie, Paléo-Anthropologie
    THÈSE présentée pour l’obtention du grade de : DOCTEUR DE L’UNIVERSITÉ DE PARIS OUEST NANTERRE LA DÉFENSE spécialité : Philosophie de la biologie : épistémologie de la paléoanthropologie Anthropologie philosophique préparée à : l’Université de Paris Ouest Nanterre La Défense La bipédie humaine : épistémologie, paléo-anthropologie, métaphysique présentée par : Mathilde LEQUIN Soutenue le 2 juin 2015 devant le jury composé de : Pr. Frédéric Worms Ecole Normale Supérieure, France Rapporteur Pr. Raymond Corbey Université de Leiden, Pays-bas Rapporteur Pr. Jean Gayon Université Paris 1, France Examinateur Pr. Denis Forest Université Paris Ouest Nanterre, France Examinateur Pr. Thierry Hoquet Université Lyon 3 Jean Moulin, France Directeur de thèse Dr. François Marchal Université d’Aix-Marseille, France Co-encadrant Remerciements Mes remerciements vont d’abord à mon directeur de thèse, Thierry Hoquet, dont les conseils toujours avisés et malicieux ont été décisifs dans l’avancement de ce travail, ainsi qu’à François Marchal, qui a co-encadré cette thèse, pour sa disponibilité et son aide précieuse, grâce à laquelle j’ai pu apprendre à déchiffrer le langage des paléoanthropologues. Je tiens également à exprimer ma reconnaissance aux personnes qui m’ont accompagnée dans la genèse de ce projet, en par- ticulier Jean Gayon, Francis Wolff et Frédéric Worms. Je pense aussi aux paléoanthropologues qui m’ont accordé de leur temps pour échanger sur la bipédie : Gilles Berillon, Guillaume Daver, Laurent Puymerail, Bernard Wood. Mes pensées vont également aux enseignants-chercheurs de Nanterre, en particulier Denis Forest et Jean-Michel Salanskis. Enfin, je remercie mes proches pour leur soutien et leur compréhension tout au long de ces années de recherche : mes parents, pour l’affection et la confiance dont ils m’ont toujours témoigné, et Roland, pour sa patience sans borne et ses encouragements constants, auxquels cette thèse est infiniment redevable.
    [Show full text]
  • ACADEMY COLLOQUIUM Fire in Human Evolution, Human History, and Human Society
    ACADEMY COLLOQUIUM Fire in Human Evolution, Human History, and Human Society 15 – 17 December 2009 Amsterdam, The Netherlands Program Tuesday, 15 December 2009 08.30-09.00 Registration and Coffee 09.00-09.15 Opening of the Colloquium by Robbert Dijkgraaf, President KNAW 09.15-09.20 General introduction to the theme and conference arrangements by Joop Goudsblom Section 1. The Original Domestication of Fire Morning session. Chair: Peter Westbroek 09.30-10.15 Richard Wrangham Biological evidence for when fire was first controlled 10.15-11.00 Frances Burton The scenario and the speculation: firelight and its effect on human evolution 11.00-11.15 Coffee 11.15-12.00 Wil Roebroeks (and Paola Villa) Quest for fire: on the archaeological evidence for controlled use of fire 12.00-13.00 Discussion 13.00-14.00 Lunch Afternoon session. Chair: Henry Hooghiemstra 14.00-14.45 Frank Niele Energy, engine of evolution, and the pivotal role of fire 14.45-15.30 Richard Cosgrove The fire record from Australia - the last 50,000 years 15.30-15.45 Tea 15.45-16.30 Corrie Bakels Early western European farmers and fire 16.30-17.30 Discussion 17.30-18.30 Reception Wednesday, 16 December 2009 Section 2. The role of fire in the history of the agrarian and the industrial world Morning session. Chair: Godfried van Benthem van den Bergh 09.30-10.15 Steve Pyne Surely fire is what I am: fire in human history 10.15-11.00 David Christian Fire or language? What really made us what we are? 11.00-11.15 Coffee 11.15-12.00 Floris Cohen and Christoph Lüthy Destruction and Construction: The Role of Fire in Some Pivotal Episodes in the History of Western Science and Technology 12.00-13.00 Discussion 13.00-14.00 Lunch Afternoon session.
    [Show full text]
  • Raap / De Vondst / Provincie Limburg
    RAAP RAAP / DE VONDST / PROVINCIE LIMBURG INDEX VOORWOORD 4 VOORWOORD Als gedeputeerde van de provincie Limburg met archeologie in mijn portefeuille vind ik het geweldig 6 EXPEDITIE VUISTBIJL dat we Expeditie Vuistbijl mogelijk gemaakt hebben. We zien veel kracht en potentie in onze archeologische 7 NEANDERTHALERS rijkdom en willen die met enthousiasme ten volle benutten. In de expeditie zijn veel van onze doelen 13 HET LANDSCHAP aan bod gekomen. Er is professioneel onderzoek gedaan, er is intensief samengewerkt met vrijetijds- 25 VUISTBIJLEN archeologen, er is een gratis tentoonstelling voor het publiek met deze bijbehorende catalogus en als laatste 28 DE REST VAN DE GEREEDSCHAPSKIST draagt de expeditie ook nog eens bij aan de kwaliteit van toekomstig archeologisch onderzoek in Limburg. 31 SLIMMER DAN WE DACHTEN! Chapeau! En dan heb ik het nog niet gehad over het enthousiasme over neanderthalers. Onze Europese 36 DE ONTDEKKING VAN voorouders waarvan wij allen een klein percentage in NEANDERTHALERS IN LIMBURG ons DNA hebben en die in ons voortleven. Wat een fascinerende tijd en geweldig dat we door onderzoek 46 DE VERWACHTINGSKAART VOOR in Limburg een steentje kunnen bijdragen aan de NEANDERTHALERS IN LIMBURG kennis over deze speciale voorouders. 51 CITIZEN SCIENCE Ik hoop dat de expeditie met deze catalogus en tentoonstelling niet ten einde komt, maar een begin 52 LITERATUUR vormt. Een begin naar meer onderzoek naar deze periode en een hernieuwde aandacht voor deze fascinerende tijd. En een begin voor archeologen die zich hobby- matig dan wel professioneel op deze periode gaan richten en daardoor gaan bijdragen aan nieuwe kennis over neanderthalers. Ruud Burlet gedeputeerde provincie Limburg 4 Ooit studeerde ik als prehistoricus enthousiast af Als projectleider namens RAAP Archeologisch Advies- op basis van een scriptie over een steenbewerkings- bureau heb ik vorm gegeven aan Expeditie Vuistbijl.
    [Show full text]
  • 'Golden Years' of Neanderthal Research Reopen the Question of Human Uniqueness
    HPLS (2020) 42:33 https://doi.org/10.1007/s40656-020-00327-w ORIGINAL PAPER Neanderthals as familiar strangers and the human spark: How the ‘golden years’ of Neanderthal research reopen the question of human uniqueness Susan Peeters1,2 · Hub Zwart2 Received: 11 October 2019 / Accepted: 9 July 2020 © The Author(s) 2020 Abstract During the past decades, our image of Homo neanderthalensis has changed dramatically. Initially, Neanderthals were seen as primitive brutes. Increas- ingly, however, Neanderthals are regarded as basically human. New discoveries and technologies have led to an avalanche of data, and as a result of that it becomes increasingly difcult to pinpoint what the diference between modern humans and Neanderthals really is. And yet, the persistent quest for a minimal diference which separates them from us is still noticeable in Neanderthal research. Neanderthal dis- course is a vantage point from which the logic of ‘us’ versus ‘other’ is critically reconsidered. Studying contemporary academic literature and science autobiogra- phies from an oblique perspective, focusing not on Neanderthals as objects, but on the dynamics of interaction between Neanderthal researchers and their fnds, basic convictions at work in this type of research are retrieved. What is at issue is not the actual distinction between modern humans and Neanderthals (which is continuously being redefned), but rather the dualistic construction of human and nonhuman. Neanderthal understanding is afected by the desire to safeguard human unique- ness. The overall trend is to identify the human mark or spark, which defnes us as favoured ‘winners’. The paradoxes emerging in contemporary Neanderthal discourse are symptomatic of the fact that a dualistic style of thinking is no longer tenable.
    [Show full text]
  • Hunters of the Golden Age
    HUNTERS OF THE GOLDEN AGE THE MID UPPER PALAEOLITHIC OF EURASIA 30.000 - 20,000 BP EDITED BY WIL ROEBROEKS. MARGHERITA MUSSI. JIRI SVOBODA & KELLY FENNEMA UNIVERSITY OF LEIDEN 2000 Wil Roebroeks Periodisations and double standards in the study Raymond Corbey of the Palaeolithic Periodisations a/'the Palaeolithic, while in fail mere have noted, archaeologists' preference to think in threes working h\potheses. lend to he taken Ion se/ ion\l\ h\ main (ages ol stone, bron/e and iron: ( iordon (Inkle's three researchers. Using various archacolttgical ease studies we revolutions: Neolithic, urban, and industrial, etc.) has led to show how tlifjerentiiillv phenomena are treated depending a type of reasoning in which the period in the Middle is upon their position in relation to the 'Art hait-Modern' compared favourably with the Lower and unfavourably with boundary. The hat k ground to these scientifically unhealthy the I 'ppcr. with Upper Palaeolithic humans often treated as />;</< lu i's is anahsctl. and it is concluded that the essentialist the ultimate goal of all preceding evolutionary processes. thinking at the root of this double standard constitutes a Periodisations are also 'fossilised expectations', and major prohlem for a discipline whit h tries to i hart and expectation is a powerful guide to action and interpretation, e\phnn cultural developments in terms <>/ e\olutionar\ trends ('onkey (19S5) has given a clear example of how such rather than in l\pological modes. expectations steer our activities to what she calls "spatio- temporal collapse" approaches. This term indicates the 1. Introduction lumping of sociocultural phenomena which are distributed The terms Lower.
    [Show full text]
  • A Country of Colourful Variety Samples of Excellent Academic Research in the Netherlands
    A country of colourful variety Samples of excellent academic research in the Netherlands Preface This book offers a selection of outstanding academic research. Grouped into 21 thematic research As the familiar warning in the fine print of financial institutions attests: ‘past performance is areas, the collection of case studies highlights the leading edge work of research groups and no guarantee of future results’. The same holds true of the snapshot this book presents. The programmes across the breadth of universities in the Netherlands. It is a work in progress – super lative research currently being performed traces its roots back to investments in people ongoing research that builds on the solid foundations laid over the preceding decades, and facilities made years ago. We would like to maintain that standard in the future. Achieving which the univer sities are maintaining and developing further. that goal will require renewed investment in people and facilities – and they need to be comparable to the investments being made by our international competitors. We are far from There are good reasons for the support of world class research. This is the best way for modern confident that this is the case. Time after time, the Netherlands has been shown to lag behind societies to progress and compete in the global economic markets. The Netherlands should be the leading countries in Europe. If we seriously want to fulfil our ambitions, this development at the forefront of these developments. It is in everyone’s best interest. The universities train is taking us in the wrong direction. The figures at the back of this book show plainly where we the scientists and researchers of the future.
    [Show full text]
  • North Sea Prehistory Research and Management Framework (NSPRMF) 2009 North Sea Prehistory Research and Management Framework (NSPRMF) 2009
    North Sea Prehistory Research and Management Framework (NSPRMF) 2009 North Sea Prehistory Research and Management Framework (NSPRMF) 2009 Amersfoort, 2009 Colophon North Sea Prehistory Research and Management Framework (NSPRMF) 2009 Mr Klaas Post The Netherlands Prof. Jelle Reumer Natural History Museum Rott erdam / Utrecht University, The Netherlands EDITORS: Prof. Wil Roebroeks Leiden University, The Netherlands Hans Peeters, Peter Murphy, Nic Flemming Dr John de Vos Naturalis Leiden, The Netherlands CONTRIBUTORS Dr Ingrid Ward United Kingdom Dr Kim Cohen Utrecht University, The Netherlands Dr Henk Weerts Cultural Heritage Agency, The Netherlands Dr Antony Firth Wessex Archaeology, United Kingdom ACKNOWLEDGEMENTS: Dr Nic Flemming Southampton National Oceanography Centre, United Kingdom The writing of this document has benefi ted from discussions with the Prof. Vince Gaff ney University of Birmingham, United Kingdom following colleagues: Mr. Luc Amkreutz, Prof. Geoff Bailey, Prof. Martin Dr Bas van Geel University of Amsterdam, The Netherlands Bell, Dr Freek Busschers, Dr Justin Dix, Mr Simon Fitch, Prof. Phil Mr Jan Glimmerveen The Netherlands Gibbard, Prof. Jan Kolen, Dr Harald Lübke, Prof. Friedrich Lüth, Mr. Nigel Dr Sytze van Heteren Deltares, The Netherlands Nayling, Mr Peter Stassen, Dr Clive Waddington. We thank Monika Prof. Thijs van Kolfschoten Leiden University, The Netherlands Lowerre and Ole Grøn for their translations of the German and Danish Dr Piers Larcombe CEFAS Lowestoft , United Kingdom summaries. Dr Jonathan Last English Heritage, United Kingdom Mr Martijn Manders Cultural Heritage Agency, The Netherlands COVER DESIGN: Studio Imago, Amersfoort, Netherlands Mr Dick Mol Natural History Museum Rott erdam, The Netherlands LAYOUT: Studio Imago, Amersfoort, Netherlands Mr Garry Momber Hampshire and Wight Trust for Marine Archaeology, United Kingdom Mr Peter Murphy English Heritage, United Kingdom ISBN XXX-XX-XXXX-XXX-X Ms Andrea Ott e Cultural Heritage Agency, The Netherlands COPYRIGHT: Prof.
    [Show full text]
  • Ebb and Flow Or Regional Extinctions? on the Character of Neandertal
    Available online at www.sciencedirect.com C. R. Palevol 8 (2009) 503–509 Human Palaeontology and Prehistory (Palaeopopulations, Palaeogenetics, Migrations) Ebb and flow or regional extinctions? On the character of Neandertal occupation of northern environments Jean-Jacques Hublin a,∗, Wil Roebroeks b a Department of Human Evolution, Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology, Deutscher Platz 6, 04103 Leipzig, Germany b Leiden University, Faculty of Archaeology, P.O. Box 9515, 2300RA Leiden, The Netherlands Received 26 October 2008; accepted after revision 7 April 2009 Presented by Yves Coppens Abstract In the course of the last 500,000 years, the Neandertal lineage was the first human group to extensively colonize the middle latitudes of western Eurasia up to 55◦ N. Although Neandertals were able to adapt to a variety of environments, their ability to cope with extreme glacial environments seems to have been very limited. Depending on the climatic cycles, their presence in the northern environments was essentially discontinuous. The periodical abandonment of some areas is generally interpreted as resulting in a movement of northern populations into southern refuges and a subsequent recolonisation of the northern regions. Here, we argue that the current palaeo-ecological, archaeological and palaeogenetic evidence supports a model of local extinctions rather than a habitat tracking model. To cite this article: J.-J. Hublin, W. Roebroeks, C. R. Palevol 8 (2009). © 2009 Académie des sciences. Published by Elsevier Masson SAS. All rights reserved. Résumé Flux et reflux ou extinctions régionales ? Sur la nature du peuplement néandertalien dans les environnements septentri- onaux. Au cours des derniers 500 000 ans, la lignée néandertalienne représente le premier groupe humain à coloniser de fac¸on significative les moyennes latitudes d’Eurasie occidentale jusqu’à 55◦ N.
    [Show full text]
  • Chapter 1 Tm 3.Pdf
    VU Research Portal The power of place Joordens, J.C.A. 2011 document version Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in VU Research Portal citation for published version (APA) Joordens, J. C. A. (2011). The power of place: climate change as driver of hominin evolution and dispersal over the past five million years. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. E-mail address: [email protected] Download date: 23. Sep. 2021 VRIJE UNIVERSITEIT The power of place: climate change as driver of hominin evolution and dispersal over the past five million years ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad Doctor aan de Vrije Universiteit Amsterdam, op gezag van de rector magnificus prof.dr. L.M. Bouter, in het openbaar te verdedigen ten overstaan van de promotiecommissie van de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen op donderdag 31 maart 2011 om 15.45 uur in de aula van de universiteit, De Boelelaan 1105 door Josephine Caroline Antoinette Joordens geboren te Venlo promotor: prof.dr.
    [Show full text]
  • Wil Roebroeks
    wil Roebroeks "A veil of stones": on the interpretation of an early Dimitri De Loecker Middie Palaeolithic low density scatter at Maastricht- Paui Hennekens Belvédère (The Netherlands) Mirjam van leperen At Maastricht-Belvédère an attempt was made to background of low density scatters of isolated or small document the low-density scatter offlint artefacts against sets of artefacts, subtle marks with a low visibility, the which the 'rich' sites are present within the 250,000 years kinds of things one occasionally encounters when old interglacial deposits there. A short presentation and surveying sections (i.e. cross-sections through earlier interpretation of the low-density scatter (Site N) is foliowed landsurfaces). by a brief discussion of the implications this work mi glit Isaac (1981) has described these isolated artefacts as the have for our ii/nlerstanding of the archaeological record. archaeological correlates of fundamental particles. In his hierarchical model of the structure of the spatial array, these 1. Introduction isolated artefacts form the first level. The next level is The majority of Palaeolithic fieldwork is heavily site- formed by single action clusters, for instance a set of oriented, rather than on studies of the way palaeolithic conjoinable flakes from one knapping episode. The third foragers moved through fornier landscapes. Raw material level can be of a very variable scale, but it is always a studies however begin to shift our attention towards such a complex cluster of first and second level occurrences, landscape perspective (<ƒ. Geneste 1985, 1988; Roebroeks representing a number of episodes or a number of different et al.
    [Show full text]
  • Sidestone Press P.J.R
    The End of our Third Decade (volume I) The Wear and Tear of Flint Older Volumes APL 7: The Rhine/Meuse Delta. Four studies on its prehistoric occupation and Holocene geology. Papers written on the occasion of the 30th anniversary of the Principles of Functional Analysis applied to Dutch Neolithic L.P. Louwe Kooijmans | 1974 | Sold out | ISBN: 9789060211946 Institute of Prehistory, Volume I Assemblages APL 19: Die Neolithische Besiedlung bei Hienheim, Ldkr. KelHeim Sidestone Press P.J.R. Modderman | 1986 | Sold out | ISBN: 9789004081703 Edited by Corrie Bakels | 1992 Annelou van Gijn | 1989 APL 6: Collection of Papers | 1973 € 12,50 | ISBN: 9789060211823 www.sidestone.com € 29,95 | ISBN: 9789073368095 € 29,95 | ISBN: 9789073368026 APL 18: Maastricht-Belvédère. Stratigraphy, Palaeoenvironment and Format: 210x265mm Paperback | 264 pp. | Format: 210x265mm Paperback | 182 pp. | Archaeology of the Middle and Late Pleistocene Deposits APL 5: Das Kamps Veld in Haps in Neolithikum, Bronzezeit Language: English | Category: archaeology, Language: English | Category: archaeology, Edited by Thijs van Kolfschoten & Wil Roebroeks | 1985 | und Eisenzeit Analecta Praehistorica Leidensia prehistory, palaeolithic, neolithic, mesolithic, prehistory, neolithic, lithic research, usewear € 17,50 | ISBN: 9789081810937 G.J. Verwers | 1972 | € 12,50 | ISBN: 9789060211595 Stone Age, flint mines, GIS | Analecta analysis | Analecta Praehistorica Leidensia 22 APL 17: Collection of Papers APL 4: Collection of Papers | 1971 Praehistorica Leidensia 25 The primary objective of this project was to assess the possibilities of Edited by P.W. van den Broeke & W.A.B van der Sanden | 1984 € 12,50 | ISBN: 9789082225112 This volume is the first of a set of two with papers written on the occasion microwear analysis for Dutch flint assemblages.
    [Show full text]
  • Uneven Data Quality and the Earliest Occupation of Europe – the Case of Untermassfeld (Germany)
    bioRxiv preprint doi: https://doi.org/10.1101/211268; this version posted October 31, 2017. The copyright holder for this preprint (which was not certified by peer review) is the author/funder, who has granted bioRxiv a license to display the preprint in perpetuity. It is made available under aCC-BY-NC-ND 4.0 International license. Uneven Data Quality and the Earliest Occupation of Europe – The Case of Untermassfeld (Germany) Wil Roebroeks 1, Sabine Gaudzinski-Windheuser 2, Michael Baales 3, Ralf-Dietrich Kahlke 4 1Faculty of Archaeology, Leiden University, Leiden, The Netherlands 2Monrepos Archaeological Research Centre and Museum for Human Behavioural Evolution, Neuwied, Germany 3 LWL-Archäologie für Westfalen, Außenstelle Olpe, Germany & Institute for Pre- and Protohistory, Faculty of History, Ruhr-University Bochum, Germany 4Senckenberg Research Station of Quaternary Palaeontology, Weimar, Germany Abstract The database regarding the earliest occupation of Europe has increased significantly in quantity and quality of data points over the last two decades, mainly through the addition of new sites as a result of long-term systematic excavations and large-scale prospections of Early and early Middle Pleistocene exposures. The site distribution pattern suggests an ephemeral presence of hominins in the south of Europe from around one million years ago, with occasional short northward expansions along the western coastal areas when temperate conditions permitted. From around 600,000-700,000 years ago Acheulean artefacts appear in Europe and somewhat later hominin presence seems to pick up, with more sites and now some also present in colder climatic settings. It is again only later, around 350,000 years ago, that the first sites show up in more continental, central parts of Europe, east of the Rhine.
    [Show full text]