Rembrandts Bewening Onder Het Kruis in Achttiende-Eeuws Venetië: Joseph Smith, John Baptist Jackson Giovanni Battista Tiepolo En Francesco Algarotti
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Rembrandts Bewening onder het kruis in achttiende-eeuws Venetië: Joseph Smith, John Baptist Jackson Giovanni Battista Tiepolo en Francesco Algarotti Ergens tussen 1730 en 1738 moet de Engelse consul in Venetië, Joseph Smith, in het bezit gekomen zijn van Rembrandts olieverfschets De bewening van Christus onder het kruis (Bredius 565/Corpus A 107). Het was zeker niet het enige schilderij van Rembrandt dat op dat moment in Venetië was en ook niet het enige dat Smith in zijn verzameling had. Het lijkt echter wel het meest prominente werk van de kunstenaar in de stad geweest te zijn. Smiths landgenoot John Baptist Jackson, die op dat moment ook in Venetië actief was, maakte een indrukwekkende clair-obscurhoutsnede (afb. 12) naar de schets en de compositie van de Bewening werd ook aantoonbaar als uitgangspunt gebruikt voor verschillende schilderijen die ontstonden in het atelier van de belangrijkste Venetiaanse meester in die tijd, Giovanni Battista Tiepolo. Bovendien was het waarschijnlijk niet toevallig dat één van Tiepolo’s grootste bewonderaars, Francesco Algarotti, juist dit werk uitkoos voor speciale lof in zijn Saggio sopra la pittura uit 1762. Verschillende kunsthistorici hebben beweerd, dat de receptie van dit schilderij van Rembrandt exemplarisch is voor de faam van de meester in achttiende-eeuws Venetië.334 In geen enkele andere stad in Italië of zelfs in heel Europa zou Rembrandts werk zo goed begrepren zijn en verschillende Venetiaanse kunstenaars zouden zich er door hebben laten inspireren. Er zou zelfs sprake geweest zijn van een heuse Rembrandt cultus.335 Rembrandt in Joseph Smiths verzameling Rembrandts Bewening onder het kruis was één van maar liefst tien schilderijen die aan Rembrandt werden toegeschreven in de collectie die Joseph Smith in 1762 en bloc aan de Engelse koning George III verkocht. Dit is meteen veruit het grootste deel van alle Rembrandts in Venetiaanse collecties in de achttiende eeuw.336 De werken maakten in de collectie Smith deel uit van in totaal ongeveer 500 schilderijen, een gerenommeerde verzameling cameeën en een enorme bibliotheek, waarin ook albums 334 Ulrich Finke ging zelfs zover te stellen, dat in Venetië rond 1800 reeds het moderne Rembrandt oordeel werd uitgesproken. Zie Finke 1964, 120. 335 Bozena Kowalczyk wekt door een uitgebreide opsomming van vernoemingen van Rembrandts werk in Venetiaanse collecties en in haar ogen door Rembrandt beïnvloede kunstenaars de indruk dat er sprake was van een Rembrandt cultus in achttiende-eeuws Venetië en Gino Fogolari spreekt zelfs expliciet van een 'culto per il Rembrandt'. Zie Kowalczyk 2002 en Fogolari 1923, 61. 336 George III besteeg in 1760 de Engelse troon. De onderhandelingen over de aankoop van de collectie vonden voor het grootste deel plaats toen hij nog kroonprins was. Zie Cust 1913, 152-153, Blunt en Croft-Murray 1957, 19-23 en Vivian 1971, 69-81. 69 met tekeningen en prenten te vinden waren.337 De Engelsman, die vanaf circa 1700 tot aan zijn dood in 1770 in Venetië leefde, moet tenminste vanaf de jaren twintig van de achttiende eeuw actief zijn geweest als verzamelaar. Uit die tijd stammen verschillende werken van de contemporaine Venetiaanse meesters Rosalba Carriera en Marco Ricci en verschillende aankopen van kunstwerken uit de Gonzaga-collectie, die vanaf circa 1711 werd verkocht.338 Mogelijk was hij in het verzamelen van kunst en boeken geïnteresseerd geraakt door zijn professionele betrokkenheid bij de internationale kunst- en boekhandel.339 Als bankier handelde hij de financiele zaken af van veel Engelse grand-touristen en fungeerde hij vaak als tussenpersoon bij Italiaanse kunstaankopen van landgenoten. Hij speelde ondermeer een belangrijke rol bij de export van vele werken van de achttiende-eeuwse vedute schilder Canaletto naar Engeland.340 Na de verkoop van zijn collectie aan George III in 1762 legde hij een tweede verzameling aan met weer schilderijen en boeken. Hierin waren echter geen schilderijen van Rembrandt meer te vinden.341 Rembrandt was verhoudingsgewijs goed vertegenwoordigd in de eerste collectie van Joseph Smith. Doordat niet alle schilderijen na de verkoop aan George III bij elkaar bleven, is identificatie van de tien werken die op zijn naam stonden lastig of zelfs onmogelijk. Van in de inventaris genoemde schilderijen, zoals een Heilige Petrus, een Sterfbed van Maria en een Halffiguur van een Oude Man ontbreekt elk spoor.342 Een schilderij dat mogelijk genoemd wordt in de inventaris van Smith is De opwekking van Lazarus nu in The Art Institute of Chicago (Bredius 537), een verkleinde kopie naar het schilderij met hetzelfde onderwerp in Los Angeles (Bredius 538/Corpus A 30).343 Onder de werken die met enige zekerheid te identificeren zijn, vinden we verschillende schilderijen die nu andere toeschrijvingen dragen, zoals het zogenaamde Zelfportret met tulband (Bredius 142/Corpus C 54), dat heden ten dage met Isack Jouderville wordt geassocieerd.344 Interessant is verder de aanwezigheid van een aan Rembrandt toegeschreven landschap, dat wel zeventiende-eeuws Hollands is, maar 337 Het grootste deel van de schilderijen, cameeën, tekeningen en prenten wordt ook nu nog in de koninklijke collectie bewaard. De bibliotheek van George III vormt nu één van de kerncollecties van de British Library als de King’s Library. Van de bibliotheek werd al in 1752 een catalogus gemaakt, die met manuscript aantekeningen bijgehouden werd. De cameeën van Smith werden gepubliceerd door Giovanni Francesco Gori in de Dactylioteca Smithiana. Zie Griffiths 1991, 127-130 en Vivian 1971, 89-91. 338 Uit de Gonzaga-collectie wist Smith in ieder geval een schilderij te verwerven dat toegeschreven werd aan Guido Reni. Zie Vivian 1971, 8, 20 en 24 en Eidelberg en Rowlands 1994, 255. 339 Al vanaf het begin van de achttiende eeuw was hij hierin actief. Horace Walpole, die geciteerd wordt door Jacob Kainen, noemde hem snerend ‘the merchant of Venice’. Zie Vivian 1971, 5-8 en 11 en Kainen 1962, 31. 340 Vivian 1971, 29-37. 341 Vivian 1971, 215-224. 342 Rembrandt schilderde verschillende keren een Apostel Petrus (Corpus A 36/Bredius 607 en Corpus A 46/Bredius 609), waarvan ook verschillende oude kopieën bekend zijn, maar een overtuigende identificatie van het stuk uit de collectie Smith met één van de werken is niet mogelijk. Het schilderij met de titel Het sterfbed van Maria was, zoals Frances Vivian terecht opmerkte, mogelijk een kopie naar de prent met dezelfde titel (B. 99). Zie Vivian 1971, 201, cat. 23, 27 en 29. 343 In de lijst met schilderijen die door Smith aan George III werden verkocht, wordt echter een schilderij op liggend formaat genoemd en het werk in Chicago heeft een staand formaat. Zie Blunt en Croft-Murray 1957, 13 en 20, Vivian 1971, 202, cat. 31 en Corpus, I, 306. 344 Vivian 1971, 201, cat. 26 en Corpus, II, 654-658. 70 niets met de meester te maken heeft. Zoals we verderop nog zullen zien liet Smith door de Venetiaanse meester Francesco Zuccarelli een pendant vervaardigen voor dit stuk.345 De twee werken van Rembrandt uit de verzameling van Joseph Smith, die ook nu nog als eigenhandig worden beschouwd, zijn opvallenderwijs twee olieverfschetsen. Deze zijn relatief zeldzaam in diens oeuvre.346 Beide schilderijen, die waarschijnlijk nog in 1656 in Rembrandts bezit waren, lijken Venetië onafhankelijk van elkaar te hebben bereikt. De Eendracht van het Land uit Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam (Bredius 476/Corpus A 135) was waarschijnlijk al in een Venetiaanse verzameling voor het bij Smith terecht kwam. Het werk dat in de inventaris van Zaccaria Sagredo uit 1738 wordt genoemd als 'Historiestuk met paarden en figuren op paneel van Rembrandt, een uitzonderlijk werk' ('Quadro Istoriato con Cavalli, e figure in Tavola di Raimbrandt opera Singolare'), lijkt identiek aan het schilderij dat later in Smiths collectie wordt beschreven als 'Waarschijnlijk de intocht van Karel V met het wapen van Amsterdam bovenin en die van de andere provincies' ('Sembra l’entrata di Carlo V con lo stemma di Amsterdam in capo e con quelli delle altre Provincie'). Het was zeer waarschijnlijk al aan het einde van de zeventiende eeuw in de verzameling van Zaccaria’s oom Nicolò Sagredo.347 Hoewel de verkoop van het werk uit de Sagredo collectie aan Joseph Smith niet is gedocumenteerd, zijn we wel op de hoogte van andere transacties tussen de twee partijen. Bovendien moet de Engelse consul andere werken uit dezelfde verzameling hebben verworven, waarvan evenmin documentatie is overgeleverd, zoals Rubens’ Tenhemelopneming van Maria.348 De tweede olieverfschets van Rembrandt in Joseph Smith’s collectie was de genoemde Bewening van Christus onder het kruis, die de Engelsman waarschijnlijk op de Hollandse markt had gekocht. Het schilderij was daar in de verzameling van Jean de Bary in Amsterdam, getuige een prent uit 1730 van Bernard Picart, een zwager van de eigenaar.349 De desbetreffende prent zou deel gaan uitmaken van diens Impostures Innocentes, een prentserie die in 1734 verscheen.350 Hoe het werk in Venetië terecht kwam is niet duidelijk, maar het is zeker dat Smith goede handelsrelaties had in het Noorden.351 Het is ook mogelijk dat hij zich direct tot de eigenaar wendde. Niet lang voor de verkoop was Jean de Bary waarschijnlijk zelf in Italië geweest. De Bary lijkt bovendien zelf contacten te hebben gehad met andere 345 Vivian 1971, 201, cat. 28. 346 Ook onder de andere schilderijen in Smith’s collectie zat een aantal olieverfschetsen, ondermeer van Rubens. Zie Vivian 1971, 202, cat. 34. 347 Zie hoofdstuk één, pagina 19. 348 Rutgers 2002a, 316. 349 Erik Hinterding werkt aan een artikel over Jean de Bary en Bernard Picart en hun familierelatie. 350 In Picarts Impostures innocentes is het de allerlaatste prent, afbeelding L. Het onderschrift luidt: 'Gravé par B. Picart en 1730 sur le Camayeux peint par Rembrandt, haut d’un pied, sur 10. pouces de large du Cabinet de Mr.