Vroege Schoonheid

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Vroege Schoonheid bijenhouden 2009/06, juni # 18 Fruitteelt in Nederland 4 Henk van der Scheer De peer (I) Vroege schoonheid Peren behoren tot het geslacht Pyrus, bin- belangrijk: Conference, dat ongeveer drie- Verloop in areaal (ha) van de belangrijkste peren- nen de familie van de Rosaceae. Er zijn kwart van het areaal inneemt, en Doyenné rassen. Bron CBS meerdere soorten peren, allemaal met du Comice geplant op ongeveer 15% van Ras 1997 2002 2006 zeventien paar chromosomen. Afhanke lijk het areaal. Van de overige rassen is Beurré Conference 3.445 4.035 5.073 van de botanicus beloopt dat aantal soor- Alexandre Lucas de belangrijkste, geteeld Doyenné du Comice 1.274 1.119 1.030 ten 20 tot wel 70. Slechts een aantal soor- op ongeveer 200 ha (3% van het areaal). Stoofperen 594 448 263 ten hebben fruitteeltkundige waarde. In Het areaal stoofperen is beperkt, met als Overige handperen 785 687 548 ons land wordt vrijwel uit sluitend de ge - belangrijkste ras Gieser Wildeman en Totaal 6.026 6.329 6.914 wone peer, Pyrus communis, commercieel daarna Saint Remy. Net als bij appel is het geteeld. Deze soort is ontstaan uit krui- areaal biologische perenteelt met onge- singen waarin de wilde peer (Pyrus pyras- veer 70 ha nog zeer beperkt. De helft zijn dat zaailingen van de gewone peer, ter) een duidelijk aandeel heeft gehad. daarvan is beplant met Conference. In elders in de wereld vaak zaailingen van 2006 werden provinciaal bekeken de andere soorten. Dat levert grote bomen Waarschijnlijk brachten de Romeinen hier meeste peren geteeld in Zeeland (1.986 ha), op. Bekend in deze waren de hoogstam- de gewone peer. In het Romeinse Rijk direct gevolgd door Gelderland (1.754 ha). boomgaarden in het zuiden van Limburg, teelde men al vele rassen. Rond het jaar Utrecht is derde met 821 ha. waarvan nu nog restanten te vinden zijn. 800 gelastte Karel de Grote de perenteelt Tot op heden is alleen door gebruik van op zijn landgoederen. Daarvan lagen er Ent en aanplant geselecteerde onderstammen van kwee- ook een aantal in ons land. Die teelt moet Een perenboom heeft van nature een brede peer (Cydonia oblonga) een redelijke groei - aan stekelijk hebben gewerkt. Zo was er in piramidale vorm en kan tot wel 20 meter beheersing bij de perenrassen mogelijk. 1052 een teelt rond Maastricht. Met Utrecht hoog worden. Commercieel geteelde Bekende selecties zijn Kwee MA, Kwee MC en Zeeland behoorde het gebied rond perenbomen zijn, net als appelbomen, en Kwee Adams. Omdat diverse perenras- deze stad tot de eerste fruitgebieden niet zaadvast en worden daarom op een sen onverenigbaar zijn met kwee gebruikt waar peren voor de verkoop werden onderstam veredeld. Vroeger en ook nu men ook een tussenstam van o.a. het ras geteeld. Elders was er voornamelijk rond nog in veel delen van de wereld was/is Doyenné du Comice. kastelen en kloosters fruitteelt. Bomen dat vaak een zaailingonderstam. In Europa die langs muren waren geplant, werden vaak gesnoeid en geleid in kunstzinnige vormen: leibomen zoals snoeren en pal- metten in een veelvoud van vormen. In bloei zijn ze een lust voor het oog. Niet voor niets schetste en schilderde van Gogh bloeiende perenbomen. foto Henk der van Scheer De grootste vlucht nam de teelt net buiten onze grenzen, in het noorden van Frankrijk en in België. Daar duurde de gouden eeuw van de perenteelt van ongeveer 1750 tot 1875. Het was toen mode om rassen te veredelen. In boeken uit die tijd worden meer dan 1000 rassen beschreven, waar- onder Boerengroen, Juttepeer, Oomskinder - peer en Zwijndrechtse Wijnpeer, om maar eens een paar rassen met Nederlandse namen te noemen. Areaal en rassen Momenteel bedraagt ons binnenlands perenareaal ongeveer 7.000 ha (tabel 1). Al vele jaren lang zijn slechts twee rassen Peren als leibomen bijenhouden 2009/06, juni # 19 Intensivering bemesting en gewas- Perry, een alcoholische drank van peren, o.a. Mede door de relatief geringe groeibe- bescherming. Wat dat gemaakt in Normandië. Wordt bereid van som- mige rassen van P. x salviifolia, een kruising tus- heersing verliep aanvankelijk de intensi- laatste betreft zijn sen de gewone peer en de sneeuwpeer (P. niva- vering in de perenteelt in een langzamer regelmatig behande- lis). Perry lijkt op cider. Wikipedia foto tempo dan in de appelteelt. Maar omdat lingen nodig om peren- perenbomen goed klein te houden zijn schurft (Venturia pirina) door middel van snoei en wortelsnoei zijn te bestrijden. één perceel op een perenteeltbedrijf waar de plantdichtheden tegenwoordig verge- ook bijenvolken stonden, leidde tot meer lijkbaar met die bij appel. Hommels vruchten per 100 bloemclusters dan Intensivering heeft als doel verhoging en De bloei van perenbo- elders op het bedrijf: respectievelijk 183 vervroeging van de productie. De boom- men valt vroeger dan en 96. Als er daarnaast ook nog met rangschikking dient daartoe zodanig te die van appelbomen en giberellinen (groeistoffen) werd zijn, dat de de bomen zoveel mogelijk en daardoor meestal onder gespoten, lag het aantal vruchten zo gelijkmatig mogelijk licht vangen, wat wat ongunstiger nog hoger. pleit voor noord-zuid-lopende boomrijen. weersomstandighe- Peren zijn door hun vroegere In 1980 bestond bijna een derde van het den. Reden voor een bloei wat gevoeliger voor perenareaal nog uit beplantingen met aantal perentelers nachtvorst dan appels. minder dan 800 bomen per ha. Dat om naast twee bijen- Daarom is, vooral in het bin- waren hoogstambomen of grote struiken volken per ha ook nenland, een nachtvorstbe- met een plantafstand van 8-10 meter in kasten met hommel- regeningsinstallatie noodza- de rij. Tegenwoordig staan er minimaal volken in te zetten kelijk. Nachtvorst rond de 2.500 laagstambomen op een hectare. Zo voor de bestuiving. bloei kan de zetting van staan spillen en Y-vormige hagen met vier Hommels vliegen vruchtjes in gevaar bren- opgaande takken vaak op 1,25 à 1,50 m in namelijk al bij 8°C. De gen. Bij grote schade aan de rij. Schuine snoeren in V-vormige hagen firma Koppert en ook de de vruchtbeginsels is een staan nog wat dichter. firma Biobest leveren bespuiting met een groei- Een perenboomgaard komt over het alge- daartoe weerbestendige regulator nodig. Hiervoor meen wat later in productie dan een kasten met in elk drie worden de al genoemde appelboomgaard. Dat leidt tot hogere grote hommelvolken. Die gibberellinen gebruikt, dit investerings- en aanloopkosten. Daar staat hebben samen ongeveer zijn natuurlijke stoffen die tegenover dat een perenbeplanting langer 400 individuen en dat kan in uit gisting worden verkregen. meegaat en dat kan ook, omdat er weinig twee weken oplopen tot het dubbele Deze bespuiting leidt tot een tijdelij- vernieuwing is in het rassensortiment. aantal. In 2008 bleek in een demonstratie- ke verhoging van het gehalte aan groei- Perenbomen dienen net als appelbomen proef van de DLV-voorlichtingsdienst dat bevorderende planthormonen in de verzorgd te worden door middel van snoei, het inzetten van twee hommelkasten in vruchtbeginsels. En als er dan tenslotte toch te veel vruchten hangen, moet er worden gedund om tot een optimale pro- ductie en goede vruchtgrootte te komen. foto R. Koch foto R. Andere peren Een enkele fruitteler heeft – in kleine aan- foto foto Henk der van Scheer tallen bomen – ook exoten, zoals de Nashi-peer (Pyrus pyrifolia). Een daarvan is de familie Koch van Kwako-Fruitteelt te Ooltgensplaat. Koch is tevens imker en lid van de NBV. De Nashi-peer (ook wel Japanse peer genoemd) en de Chinese peer (Pyrus bretschneideri) worden elders, met name in Azië, commercieel geteeld. De Japanse peer heeft zijn oorsprong in Japan, Korea en het noorden van China. De Chinese peer is inheems in het noor- den van China. Verder komen hier wel sierbomen voor van de Wilgpeer (Pyrus salicifolia). Die soort is afkomstig uit het zuiden van Europa en uit Azië. Nashi-peer, Pyrus pyrifolia Bloeiende wilgpeer, Pyrus salicifolia .
Recommended publications
  • Tree Planting and Management
    COMMONWEALTH WAR GRAVES COMMISSION Tree Planting and Management Breadth of Opportunity The spread of the Commission's responsibilities over some 148 countries in temperate, mediterranean, tropical and desert climates provides wonderful opportunities to experiment with nature's wealth of tree species. We are particularly fortunate in being able to grow many interesting and beautiful trees and we will explain how we manage them and what splendid specimens they can make. Why Plant Trees? Trees are planted for a variety of reasons: their amenity value, leaf shape and size, flowers, fruit, habit, form, bark, landscape value, shelter or screening, backcloth planting, shade, noise and pollution reduction, soil stabilisation and to encourage wild life. Often we plant trees solely for their amenity value. That is, the beauty of the tree itself. This can be from the leaves such as those in Robinia pseudoacacia 'Frisia', the flowers in the tropical tree Tabebuia or Albizia, the crimson stems of the sealing wax palm (Cyrtostachys renda), or the fruit as in Magnolia grandiflora. above: Sealing wax palms at Taiping War Cemetery, Malaysia with insert of the fruit of Magnolia grandiflora Selection Generally speaking the form of the left: The tropical tree Tabebuia tree is very often a major contributing factor and this, together with a sound knowledge of below: Flowers of the tropical the situation in which the tree is to tree Albizia julibrissin be grown, guides the decision to the best choice of species. Exposure is a major limitation to the free choice of species in northern Europe especially and trees such as Sorbus, Betula, Tilia, Fraxinus, Crataegus and fastigiate yews play an important role in any landscape design where the elements are seriously against a wider selection.
    [Show full text]
  • Pyrus Salicifolia 'Pendula'
    http://www.vdberk.ru/derevya/pyrus-salicifolia-pendula/ Rosaceae Pyrus Pyrus salicifolia 'Pendula' Height 5 - 6 m ????? broad weeping, half-open crown ???? ? ????? bark silvery grey, young twigs silvery white ???? narrow elliptical to lanceolate, velvety white, 4 - 9 cm long ????? in umbels, creamy-white, Ø approx. 2.5 cm, April/May ????? pear-shaped, green with brown lenticels, 2 – 3 cm ???????/???? none ?????????? ?????????? (??????) ??? ????? places little demands ????????? ????? suitable for dry soil ??????? tolerates paving ????????????? 5b (-26,0 to -23,4 °C) Wind resistance good ?????, ?????, ???? resistant to frost (WH 1 - 6) ??????????? ? ????? light-loving ??????-????? ???????? ??? valuable for bees (honey plant), provides food for birds ???????? ?????, ????? ??? ????????, ????? ????????????, ????????, ???? ?? ?????, ?????????, ?????????? ???????????? ????, ??????? ????, ????????? ????, ?????????? ??????? ???/????? ????????? ??????, ????????????? ??????, ?????????? ??????, ??????? Origin unknown Broadly growing weeping tree with protruding, pendulous branches with thin twigs that grow straight downward. The height is approx 5 -6 m and the tree often grows equally broad. The bark is silvery grey, twigs are lighter grey. Young twigs in particular are slightly hairy. The twigs have irregular thorns. The narrow elliptical to leaceolate leaves are grey-white, later greyish green and have a velvety hair. The underside remains grey-white and practically bare. The leaf is very similar to willow leaves (salicifolia = willow leaf) and remains on the tree until late in the autumn. The creamy white flowers grow in umbels of 6 – 8 together and appear at the same time as the leaves. They do not stand out very well amidst the silvery grey leaves. Places little demands on the soil. Tolerates dry conditions. More weeping manner of growth than the species and thus used more frequently. © Copyright Boomkwekerij Gebr. Van den Berk B.V. 2021.
    [Show full text]
  • Origin, Domestication, and Dispersing of Pear (Pyrus Spp.)
    Hindawi Publishing Corporation Advances in Agriculture Volume 2014, Article ID 541097, 8 pages http://dx.doi.org/10.1155/2014/541097 Review Article Origin, Domestication, and Dispersing of Pear (Pyrus spp.) G. J. Silva, Tatiane Medeiros Souza, Rosa Lía Barbieri, and Antonio Costa de Oliveira Plant Genomics and Breeding Center, Federal University of Pelotas, 96001-970 Pelotas, RS, Brazil Correspondence should be addressed to Antonio Costa de Oliveira; [email protected] Received 11 March 2014; Accepted 29 April 2014; Published 9 June 2014 Academic Editor: Innocenzo Muzzalupo Copyright © 2014 G. J. Silva et al. This is an open access article distributed under the Creative Commons Attribution License, which permits unrestricted use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original work is properly cited. The pear (Pyrus communis L.) is a typical fruit of temperate regions, having its origin and domestication at two different points, China and Asia Minor until the Middle East. It is the fifth most widely produced fruit in the world, being produced mainly in China, Europe, and the United States. Pear belongs to rosaceous family, being a close “cousin” of the apple, but with some particularities that make this fruit special with a delicate flavor. Thus, it deserves a special attention and a meticulous review of all the history involved, and the recent research devoted to it, because of the economic and cultural importance of this fruit in a range of countries and cultures. Therefore, the purpose of this literature review is to approach the history of the origin, domestication, and dispersal of pears, as well as reporting their botany, their current scenario in the world, and their breeding and conservation.
    [Show full text]
  • Pěstujeme Hrušně a Kdouloně
    ��������������������������������������������� ��������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������ �������������������������������������������������������������������������������������������� ������������ ������ �� ������������ ���������� ��������� ������������� ����������� ����������������� ������������ ����������� ������ ����� �� ������������ ����������� ���������� ������ ������������ ��������� ������������� ����� ������������� ����������� ��������������������������������������������������������������������������������������
    [Show full text]
  • Correspondence
    Persian J. Acarol., 2021, Vol. 10, No. 23, pp. 351–357. https://doi.org/10.22073/pja.v10i3.68875 Journal homepage: http://www.biotaxa.org/pja Correspondence Eriophyoid mites (Acari: Prostigmata) on common pear (Pyrus communis L.): species diversity and varietal attractiveness in the Fomin Botanical Garden (Kyiv, Ukraine) Lesia M. Bondareva1* and Рetro Ya. Chumak2 1. Department of Integrated Protection and Plant Quarantine, Faculty of Plant Protection, Biotechnology and Ecology, National University of Life and Environmental Sciences, Kyiv, Ukraine; E-mail: [email protected] 2. Department of Plant Protection and Quarantine, Agronomy Faculty, Polissia National University, Zhytomyr, Ukraine; E-mail: [email protected] * Corresponding author PAPER INFO.: Received: 18 May 2021, Accepted: 10 July 2021, Published: 15 July 2021 Mites of the superfamily Eriophyoidea Nalepa, 1898, are important pests in agriculture and forestry worldwide (Lindquist et al. 1996; de Lillo et al. 2018). The high economic significance of four- legged mites is associated with their ability to carry phytopathogens and cause the formation of various damages on plants, such as galls, "witch brooms", bud overgrowth, etc. (Sukhareva 1992). That is why many species of four-legged mites, along with spider mites, aphids and other plant pests, are included in the quarantine lists of phytosanitary control services around the world (Chetverikov et al. 2015). To date, about 5000 species of eriophyoids have been described, which, according to some researchers, is no more than 20% of their world diversity (Amrine et al. 2003). Most of the described species freely live on plants, and only 15–20% of the species live in natural shelters on the host or inside the galls they form.
    [Show full text]
  • Dendrobiology 60.Vp
    2008, vol. 60, 45–49 Wojciech Antkowiak, Aneta Czarna, Magdalena Wawrzyniak Pyrus × myloslavensis (P. communis L. × P. salicifolia Pall.) – a new spontaneous pear hybrid Received: 12 September 2008, Accepted: 8 December 2008 Abstract: The paper describes a new taxon: Pyrus × myloslavensis, i.e. a spontaneous hybrid between P. communis (Common Pear) and P. salicifolia (Willowleaf Pear), found near Miłosław town (Wielkopolska province, West Poland). No such hybrid has been reported in the literature so far. P. × myloslavensis has ellip- tic leaves, 1.1–7.6 cm long and 1.0–2.9 cm wide, margin entire, near the apex shallowly and remotely serrate, shortly acute, silvery tomentose on both sides. Fruit of the hybrid is relatively large (mean weight 56.2 g), green-yellow, without rust-coloured patches and blush. Additional key words: Pyrus communis, Pyrus salicifolia, Pyrus hybrid, Pyrus × myloslavensis, taxonomy Address: Poznan University of Life Sciences, Department of Botany, Wojska Polskiego 71c, 60-625 Poznań, Poland, e-mail: [email protected] Introduction In Poland, in the wild, the most common is Wild Pear Pyrus pyraster (L.) Burgsd. and its frequent hy- brids with the cultivated European Pear P. communis L. (= P. domestica Med.), termed P. × amphigenea Domin ex Dostálek. During floristic field research in 2001, in the village of Nowa Wieś Podgórna (Fig. 1) near the road to Pyzdry (West Poland), we found a pear tree that clearly differed from the above-mentioned taxa. It is characterized by narrowly elliptic, tomentose leaves, and relatively large fruit. A detailed analysis of characteristics of this unique pear tree suggests that it can be a hybrid between the commonly cultivated P.
    [Show full text]
  • A Cooperative Guide
    A Cooperative Guide Growing Trees and Vegetation Within Electrical Transmission Line Corridors A Cooperative Effort Between College of Natural Resources University of Wisconsin – Stevens Point Richard Hauer, Assistant Professor of Urban Forestry Michael Demchik, Associate Professor of Forestry John DuPlissis, Extension Forestry Outreach Specialist Andrew Koser, Undergraduate Research Specialist Andrew Noth, Undergraduate Research Specialist And Dairyland Power Cooperative A Cooperative Guide - Growing Trees and Vegetation Within Electrical Transmission Line Corridors PROJECT CREDITS Technical Writing Team: Andrew Koser, Andrew Noth, Dr. Richard Hauer, Dr. Michael Demchik, John DuPlissis Graphic Design and Layout: Dr. Richard Hauer Photo Credits: Richard Hauer, Dave Hanson, Laura Jull or as noted. Figure 3 (Reprinted with permission of the Edison Electric Institute) The authors gratefully thank Dennis Fallon (Excel Energy), Brian Asmus (Minnesota Power), and Byron Johnson (Great River Energy) and Dairyland Power Cooperative for their constructive reviews and comments with this publication. A Cooperative Guide - Growing Trees and Vegetation Within Electrical Transmission Line Corridors airyland Power Cooperative has developed a long history of providing safe, reliable and economical electrical energy to its member cooperatives from its beginning in D 1941. Today, Dairyland supplies the total wholesale electrical energy requirements for its member rural electric cooperatives, as well as a number of municipalities, within a service territory
    [Show full text]
  • Selected Pyrus Genotypes As Pollinizers for Pyrus Communis Cultivars
    CORE Metadata, citation and similar papers at core.ac.uk Provided by Wageningen University & Research Publications Selected Pyrus Genotypes as Pollinizers for Pyrus communis Cultivars H. Kemp, E. Koskela, M.C.A. van Dieren and F.M. Maas Applied Plant Research (PPO), Research Unit Fruit Lingewal 1, 6668 LA Randwijk, The Netherlands P.O. Box 200, 6670 AE Zetten, The Netherlands Keywords: pear, pollination, pollen germination, flowering compatibility, fruit and seed set Abstract Probably the most important factors affecting the financial outcome of commercial fruit growing is the success of pollination and fertilization, which in turn are dependent on weather conditions, activity of pollinators and compatibility and flowering overlap of the pollinizers. Before introducing pollinizer accessions, it is obviously important to know the compatibility and flowering characteristics of the genotypes as well as tree characteristics like vigour, tree habit and pest and disease susceptibility. In order to find out these attributes, 25 accessions belonging to eight Pyrus species have been evaluated. Further, eight promising genotypes were tested in more detail for pollen production and germination, pollen compatibility with Pyrus communis cultivar ‘Conference’ and flowering phenology. As a result, four recommendable ornamental Pyrus accessions, both early and late flowering were found. To ensure maximal overlap of the flowering period of the main cultivar every year, a mix of 2 or 3 different pollinizers will be advised for commercial orchards. INTRODUCTION The majority of the commercially grown Common Pear (Pyrus communis) cultivars is predominantly self-sterile (Wertheim and Schmidt, 2005). Therefore, planting more than one cultivar in an orchard is needed. A planting scheme which includes two or more commercial cultivars implies certain difficulties.
    [Show full text]
  • Disease and Insect Resistant Ornamental Plants: Pyrus (Pear)
    nysipm.cornell.edu 2019 Search for this title at the NYSIPM Publications collection: ecommons.cornell.edu/handle/1813/41246 Disease and Insect Resistant Ornamental Plants Mary Thurn, Elizabeth Lamb, and Brian Eshenaur New York State Integrated Pest Management Program, Cornell University PYRUS Pear pixabay.com Pyrus is a large genus of shrubs and trees in the rose family. Pyrus communis, the common or European pear, is grown for its edible fruit. Pyrus calleryana, or Callery pear, originally imported from China to breed fire blight resistance intoP. communis, is grown primarily for ornamental use. The ornamental Callery pear is one of the most widely grown trees in urban, residential and commercial landscapes. It is known for its early spring profusion of showy white flowers, fast growth and tolerance of difficult growing sites. Since the release of ‘Bradford’ in 1963, many ornamental cultivars have been introduced. Unfortunately, this species has invasive tenden- cies throughout most of its range, particularly in Zone 6 and warmer. When multiple cultivars are planted in the same area, cross-pollination can result in the production of fruit and seeds which can be distributed by birds resulting in stands of ‘wild’ hybrid Callery pear (19). See The Rise and Fall of the Ornamental Callery Pear Tree for a detailed history and current status of the Callery pear. Like other rosaceous plants, pears are susceptible to a number of diseases including fire blight, scab, rust, and leaf spot. This review includes information on edible and ornamental pears. DISEASES Fire Blight is a common bacterial disease of rosaceous plants caused by the bacterium Erwinia amylovora.
    [Show full text]
  • Supplementary Table 1. Geographical Distribution of Armillaria Ostoyae Based on Epidemiology Data
    Supplementary Table 1. Geographical distribution of Armillaria ostoyae based on epidemiology data Continent Country of Host plant Year of Reference occurrence isolation Asia Japan Field maple (Acer campestre), Sycamore (Acer pseudoplatanus) 2005 [1] Gray alder (Alnus incana) Juneberry (Amelanchier lamarckii) Birch (Betula sp.) Hornbeam (Carpinus betulus) Sweet chestnut (Castanea sativa) Hazelnut (Corylus avellana) Common hawthorn (Crataegus monogyna) Beech (Fagus sylvatica) Forsythia (Forsythia sp.) Alder buckthorn (Frangula alnus) Common holly (Ilex aquifolium) Austrian pine (Pinus nigra) Black cherry (Prunus serotina) Common oak (Quercus robur), Red oak (Quercus rubra), Black locust (Robinia pseudoacacia) Rowan (Sorbus aucuparia) Linden (Tilia sp.) Momi fir (Abies firma), Nikko fir (Abies homolepis), Sachalin fir (Abies sachalinensis) 1976-2007 [2] Japanese cypress (Chamaecyparis obtusa) Japanese larch (Larix kaempferi) Norway spruce (Picea abies), Sakhalin spruce (Picea glehnii), Dark-bark spruce (Picea jezoensis) Japanese red pine (Pinus densiflora), Japanese black pine (Pinus thunbergii) Northern Japanese hemlock (Tsuga diversifolia) 1 Supplementary Table 1. - continued Continent Country of Host plant Year of Reference occurrence isolation Europe Albania Greek fir (Abies borisi-regis) 1990-2006 [3] Beech (Fagus sylvatica) Common juniper (Juniperus communis) Norway spruce (Picea abies) Austrian pine (Pinus nigra), Scots pine (Pinus sylvestris) Austria Spruce (Picea sp.) 2016 [4] Czech Norway spruce (Picea abies) unknown [5] Republic Beech (Fagus sylvatica England Norway spruce (Picea abies) unknown [6,7] Corsican pine (Pinus nigra), Scots pine (Pinus sylvestris) Douglas-fir (Pseudotsuga menziesii) Silver birch (Betula pendula) unknown [8] Lawson cypress (Chamaecyparis lawsoniana) Common ash (Fraxinus excelsior) European larch (Larix decidua), Japanese larch (Larix kaempferi) Norway spruce (Picea abies), Purkyne Serbian Spruce (Picea omorika), Sitka spruce (Picea sitchensis) Pinus nigra subsp.
    [Show full text]
  • Fountains & Weepers
    SHAPING THE BORDER Fountains &Weepers Plants with a cascading element are invaluable in a garden. Careful selection and placement are essential to exploiting this shape. Christopher Lloyd there is an old saying, “Laugh and the world laughs with you; weep and you weep alone,” the sec- ond part of which applies well to weeping trees and until late July or early August, and the delicious scent shrubs. If mixed up with other kinds of plants, their of its blooms spreads far and wide. lowest branches get lost among the herbage. To appre- Many conifers have the characters we are looking ciate a weeper fully, it needs to be seen in its entirety, for. Brewer’s spruce, Picea breweriana (Zone 6), is the standing clear of contestants for our attention. rarest of the spruces in the wild, being confined to a The very distinct shapes of weeping shrubs and few localities in the Siskiyou Mountains of northern trees can be conveniently divided between the foun- California and southern Oregon. Best as a young tree, tains, which have an upright habit but weeping its horizontal side branches are hung with a vertical branches, and the weepers, which want to hang down sheet of branchlets, which may be six to eight feet long. vertically from first to last and often require help to Another western United States species, native to get them off the ground initially. the Cascade Mountains, is the yellow cypress Chamae- Among the most satisfying of the fountains in my cyparis nootkatensis (Zone 4), grown in its ‘Pendula’ form, garden is the weeping silver lime, Tilia ‘Petiolaris’ in which the horizontal side branches make a curtain (USDA Zone 4).
    [Show full text]
  • Cuphea Feved
    TheThe AmericanAmerican GARDENERGARDENER® TheThe MagazineMagazineMagazine ofof thethe AAmericanmerican HorticulturalHorticultural SocietySocietySociety JanuaryJanuary / FebruaryFebruary 20142014 Colorful, TropicalTropical CupheasCupheas NewNew PlantsPlants forfor 2014 Parsley’s TheThe BasicsBasics ofof VermicompostingVermicomposting showy Siblings contents Volume 93, Number 1 . January / February 2014 FEATURES DEPARTMENTS 5 NOTES FROM RIVER FARM 6 members’ forum 8 NEWS FROM THE AHS The AHS collaborates with other green industry organizations to increase awareness of horticulture, England and France are 2014 AHS travel destinations, Smithsonian invites AHS members to participate in transcription project. 38 HOMEGROWN HARVEST American black elderberry. 40 GARDEN SOLUTIONS Understanding cold tolerance and microclimates. 42 gardener’s notebook Promising native shrubs identified by University of Connecticut researchers, breadfruit’s mosquito-repelling ability pagepage 1212 confirmed, Cornell launches one-stop-shop for climate change information, Norfolk Botanical Garden’s crape myrtle collection receives NAPCC accreditation, higher-yielding 12 NEW FOR 2014 by mary yee habanero pepper developed at Texas A&M, A look at some of the new plants available this spring and summer. renowned garden editor Frances Tenenbaum dies, Monrovia to debut online ordering. 18 THE SENSORY LIVES OF PLANTS by geoff hodge 46 gardener’s notebook special Scientists are still investigating the complex ways in which plants Citrus greening disease threatens industry. interact with the world around them. 48 GREEN GARAGE Tools for winter chores. 22 parsley’s showy siblings by barbara perry lawton These ornamental members of the parsley family have a lot to 50 BOOK REVIEWS offer American gardens. What’s Wrong with My Fruit Garden? and Vegetable Literacy. THE BASICS OF VERMICOMPOSTING by kris wetherbee 28 52 traveler’s guide to gardens Put earthworms to work to turn your kitchen scraps into black gold.
    [Show full text]