Apterona Helicoidella Nieuw Voor De Nederlandse Fauna (Lepidoptera: Psychidae)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Apterona helicoidella nieuw voor de Nederlandse fauna (Lepidoptera: Psychidae) C. J. M. Alders & C. Gielis ALDERS, C. J. M. & C. GIELIS, 1999. APTERONA HELICOIDELLA NEW FOR THE DUTCH FAUNA (LEPIDO¬ PTERA: PSYCHIDAE). - ENT. BER., AMST. 59 (2): 21-22. Abstract: Apterona helicoidella is recorded for the Dutch fauna. Larval cases were found at Susteren, in the middle of the province of Limburg. Larvae were feeding on the leaves of Betula pendula. The hostplant is new for this species. C. J. M. Alders, Instituut voor Systematiek en Populatiebiologie (Zoölogisch Museum), Plantage Middenlaan 64, 1018 DH Amsterdam. C. Gielis, Mr. Haafkensstraat 36, 4128 CJ Lexmond. Inleiding zakje gemineerd, doch de vorm van het zakje paste bij geen der bekende zakjes van Coleo¬ In februari 1998 is te Utrecht de sectie “Ter phoridae en Psychidae. Ter plaatse waren zeer Haar” van de Nederlandse Entomologische veel zakjes aanwezig. Een aantal werd verza¬ Vereniging opgericht. Een van de doelstellin¬ meld voor een kweek. Ook in 1998 was de gen van deze sectie is de kennis van de nacht¬ soort in aantal aanwezig, maar bij een bezoek vlinders te verdiepen en te actualiseren. aan bovengenoemd terrein op 8 juli bleken op Tijdens de oprichtingsvergadering is van ge¬ veel aangetaste boompjes geen zakken meer te dachten gewisseld hoe een en ander vorm zou zitten. Kennelijk was de verpoppingstijd al moeten krijgen. In een opmerking werd gere¬ aangebroken. De aantasting leek wat minder fereerd naar de workshops welke met onre¬ dan het jaar daarvoor. gelmatige intervallen zijn gehouden door de sectie “Snellen”. Hierbij werd een groep die¬ Beschrijving ren, een genus of een familie uit de Microlepi- doptera nader onder de loupe genomen en uit¬ De zakjes hebben de vorm van een slakken¬ gewerkt voor wat betreft de kenmerken, huis met een graduele verwijding van het lu¬ determinatie en verspreiding. Binnen het in¬ men. De hoogte en diameter van het zakje zijn teressegebied van de sectie “Ter Haar” be¬ ongeveer gelijk: circa 8 mm. De spiraalvormi¬ vinden zich enkele groepen die extra aandacht ge zakjes tonen centraal enige ruimte. Ze zijn behoeven. Naar aanleiding hiervan werd voor¬ opgebouwd uit een rupsenkamer die bekleed gesteld in het komende jaar deze te schenken wordt door grijswitte spinseldraden. Op het aan de familie Psychidae, de zakdragers. buitenoppervlak is een groot aantal zandkor¬ reltjes aanwezig, soms met enkele fragmenten van insectenschildjes en minimale planten- Vindplaats fragmenten. Op de grond lijkt een dergelijk Tijdens veldwerk in juni 1997 werd in zakje veel op een hoopje regenwormuitwerp- Susteren (Midden-Limburg) door de eerste selen. auteur een opvallend vraatpatroon op ruwe berk (Betula pendula Roth.) opgemerkt. Het Levenswijze betrof hier lichte plekjes in de bladeren, zoals ook door de rupsen van Coleophoridae wordt Na het verzamelen gingen de rupsjes nog eni¬ veroorzaakt. In dit geval werd ook vanuit een ge tijd door met mineren. Hierop volgde een 22 Ent. Ber., Amst. 59 (1999) periode waarin de rupsen in de zakjes rond¬ ge voedselplanten groeien die goed door de kropen, gevolgd door het zich met de ope- zon beschenen kunnen worden. ningszijde vastspinnen. De erop volgende periode was er een van wachten, doch ogen¬ Verspreiding schijnlijk gebeurde er niets. Op een gegeven moment werd besloten enkele zakjes te ope¬ De bisexuele vorm is in geheel Zuid-Europa nen. Hierbij werden in de rupsen/poppenruim¬ zeer algemeen en verspreid. In Midden- te enkele popjes aangetroffen, doch ook een Europa is de soort veel lokaler en beperkt tot vrouwtje en zeer kleine rupsjes. Door het ont¬ plaatsen waar de microklimatologische om¬ breken van mannetjes bij deze kweek werd standigheden voldoen aan de eisen van deze duidelijk dat er sprake moest zijn van parthe- soort. Opvallend is het naast elkaar voorko¬ nogenetische voortplanting. men van parthenogenetische en bisexuele De combinatie van de morfologie van de populaties in Zwitserland en Frankrijk. Ten zak, het voortplantingspatroon en de levens¬ noorden van Midden-Frankrijk en de Alpen wijze duiden op de soort Apterona helicoidel- (Pro Natura, 1997) komt de parthenogeneti¬ la (Vallot) (= crenulella Bruand). Deze komt sche vorm voor tot in Midden-Duitsland. Voor in twee vormen voor. In de zuidelijke gebie¬ België (De Prins, 1998) is een vonst gemeld den van Europa wordt de bisexuele vorm aan¬ uit Namen. De heer Hendrickx uit Mol meldde getroffen. In het noordelijke deel van het ver¬ een hem bekende populatie op de Belgische spreidingsgebied alleen de parthenogenetische zijde van de Sint Pietersberg (gemeente vorm. In Midden-Europa en het Alpengebied Wezet). Hij heeft deze populatie echter zelf van Zwitserland komen beide vormen voor. niet gezien. Herrmann (1994) beschrijft de levenswijze van de parthenogenetische vorm. De eieren Conclusie komen in het lichaam van het vrouwtje uit. Het vrouwtje wordt gedeeltelijk opgegeten Apterona helicoidella is een nieuwe soort zak¬ door de jonge rupsen. Deze verlaten dan de drager (Psychidae) voor de Nederlandse fau¬ moederzak en verplaatsen zich naar de grond. na. De soort bereikt hier haar meest noordelij¬ Hier wordt een kleine zak gebouwd rond spin- ke grens van verspreiding. De in Nederland seldraden. Het bouwconcept is gelijk aan dat gevonden voedselplant Betula pendula (ruwe van de zak van een volgroeide rups. De rupsen berk) is tevens een nieuwe voedselplant voor verspreiden zich en voeden zich op voorname¬ de soort. lijk kruidachtige planten. Gemeld zijn: Potentilla tabernaemontani Aschrs., Erodium Literatuur cicutarium (L.) L’Herit., Helianthemum num- mularium (L.) Mill., Teucrium montanum L., Herrmann, R., 1994. In: Die Schmetterlinge Baden- Württembergs (G. Ebert & E. Rennwald, eds) 3(1): 1- Teucrium chamaedrys L., Tanacetum vulgare 518. Ulmer Verlag, Stuttgart. L., Artemisia vulgaris L., Artemisia absinthi¬ Prins, W.O. de, 1998. Catalogue of the Lepidoptera of um L., Artemisia campestris L. en Cirsium ar- Belgium. - Studiedocumenten van het K.I.B.N. 92: 1- vense (L.) Scop. Naast deze literatuuropgave 236. prijkt de voedselplant van de Midden- Pro Natura, 1997. In: Schmetterlinge und ihre Lebensräume: Arten, Gefährdung, Schutz (Schweize¬ Limburgse populatie: ruwe berk (Betula pen¬ rischer Bund für Naturschutz, ed.) 2: 1-679. Pro dula). Natura, Basel. De soort wordt als xerothermofiel be¬ schouwd. In ons land is de soort slechts te ver¬ wachten op droge plaatsen waar de kruidachti¬ Geaccepteerd 23.ix.1998. .