De Ironische Generatie

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Ironische Generatie De ironische generatie Ideologische plaatsbepaling van de Kappeyniaanse liberalen aan de hand van de betekenis van hun ironische stijl Student: T.L. van der Meulen Studentnummer: 1241958 Document: Masterscriptie Begeleider: Prof. dr. H. te Velde Datum: 29 juli 2019 Inhoudsopgave § 1. Inleiding ................................................................................................. 4 § 1.1 Thema ......................................................................................................................................... 4 § 1.2 Onderzoeksdoel en structuur .................................................................................................. 6 § 1.3 Bronkritiek ................................................................................................................................. 8 § 2. Grondbegrippen ..................................................................................... 8 § 2.1 Politieke cultuur, politieke stijl en cultuur ............................................................................. 8 § 2.2 Politiek als spel ........................................................................................................................ 11 § 3. De ironische politieke stijl van de liberale tussengeneratie ................ 14 § 3.1 Ironie ......................................................................................................................................... 14 § 3.2 De kring-Kappeyne................................................................................................................. 17 § 3.3 Bronnenanalyse ....................................................................................................................... 18 § 3.3.1 Parlementaire schetsen en politieke herinneringen ..................................................... 19 § 3.3.1.1 Bronkritiek ................................................................................................................. 19 § 3.3.1.2 Bevindingen ............................................................................................................... 20 § 3.3.2 Handelingen van de Tweede Kamer, persoonlijke en politieke correspondentie .. 24 § 3.3.2.1 Bronkritiek Handelingen van de Tweede Kamer ................................................. 24 § 3.3.2.2 Bronkritiek persoonlijke en politieke correspondentie ........................................ 25 § 3.3.2.3 Bevindingen ............................................................................................................... 26 § 3.3.2.3.1 Het debat over de Schoolwet-Kappeyne ........................................................ 26 § 3.3.2.3.2 De ironische generatie in de Tweede Kamer ................................................. 29 § 3.3.2.3.3 Kappeynes rede uit 1874 ................................................................................... 33 § 3.4 Conclusie .................................................................................................................................. 36 § 3.4.1 Waarop? ............................................................................................................................. 36 § 3.4.2 Wie? .................................................................................................................................... 38 § 4. De oorsprong van de ironische stijl ..................................................... 40 § 4.1 Ironische vindplaatsen in de literatuur ................................................................................. 42 § 4.1.1 De Romantische Club ..................................................................................................... 42 § 4.1.1.1 Ironische stijl .............................................................................................................. 43 § 4.1.1.2 Persoonlijke banden met de kring-Kappeyne ....................................................... 45 § 4.1.1.3 Vergelijking met de ironische stijl van de kring-Kappeyne ................................. 46 § 4.1.2 De Amsterdamse critici ................................................................................................... 47 § 4.1.2.1 Ironische stijl .............................................................................................................. 48 § 4.1.2.2 Persoonlijke banden met de kring-Kappeyne ....................................................... 50 § 4.1.2.3 Vergelijking met de ironische stijl van de kring-Kappeyne ................................. 51 § 4.1.3 De kleine kring van HaverSchmidt ................................................................................ 52 § 4.1.3.1 Ironische stijl .............................................................................................................. 52 § 4.1.3.2 Persoonlijke banden met de kring-Kappeyne ....................................................... 55 § 4.1.3.3 Vergelijking met de ironische stijl van de kring-Kappeyne ................................. 56 § 4.2 Literaire ironici in het politieke domein ............................................................................... 58 § 4.2.1 Wie? ..................................................................................................................................... 58 2 § 4.2.2 Ironie en debat ................................................................................................................... 59 § 4.3 Het ironische zinsperspectief ................................................................................................ 60 § 4.3.1 Oud-liberaal zinsperspectief ........................................................................................... 60 § 4.3.1.1 Ideaal en praktijk ....................................................................................................... 60 § 4.3.1.2 De ironici als onderdeel van de oud-liberale cultuur ........................................... 62 § 4.3.2 De belofte van de romantiek ........................................................................................... 63 § 4.3.2.1 De Romantische Club .............................................................................................. 64 § 4.3.2.2 De Amsterdamse critici ............................................................................................ 65 § 4.3.2.3 De kleine kring van HaverSchmidt ........................................................................ 67 § 4.3.3 Conclusie ........................................................................................................................... 69 § 4.3.3.1 Wat?............................................................................................................................. 69 § 4.3.3.2 In welke mate? ........................................................................................................... 70 § 5. Ironische stijl als voltooiing van de oud-liberale cultuur .................... 71 § 5.1 Vervolmaking........................................................................................................................... 72 § 5.2 Einde ......................................................................................................................................... 73 § 5.3 De permanente instabiliteit van ironie ................................................................................. 74 Bronnenopgave ............................................................................................... 76 3 § 1. Inleiding Als er van de negentiende-eeuwse liberale staatsman Johannes Kappeyne van de Coppello (1822- 1895) één beeld is blijven hangen, dan dit: een lange man in nachthemd, uitgestrekt op de vloer van zijn studeerkamer, rustig bladerend door een ingewikkelde rechtsgeleerde tekst, terwijl hij omringd wordt door slordige stapels boeken en opengeslagen geschriften. Kappeyne is in de politieke herinnering een eeuwige student, briljant in zijn rechtenstudies maar vanwege een weinig ernstige instelling niet op zijn plek in de parlementaire politiek. Deze typering aan de hand van de nachthemdanekdote wordt voor het eerst gevonden bij journalist Frans Netscher, maar lijkt daarvoor al rondgezongen te hebben en is sindsdien veelvuldig overgenomen.1 Over de juistheid van de verhalen over Kappeynes studiegewoonten liepen de meningen destijds echter al uiteen. Maar liefst drie van Kappeynes vrienden hebben de moeite genomen om hem postuum te verdedigen tegen deze aantijging. Anders dan ‘gewoon’ zittend aan tafel hadden ze hem nooit zien studeren: Kappeyne was een ernstig man, zo was hun boodschap.2 Deze kleine controverse roept verwarring op: was Kappeyne nu een ernstig staatsman of niet? Netscher en Kappeynes vrienden bieden geen uitsluitsel. Parlementaire schetsenschrijvers zoals Netscher publiceerden voor een breed publiek dat geïnteresseerd was in sappige verhalen over ’s lands hoge heren. Hun beschrijvingen van het parlementaire bedrijf staan bol van de aangezette karikaturen. Tegelijkertijd gaan ook Kappeynes vrienden niet vrijuit: ernst was in de negentiende eeuw de enige juiste politieke instelling van een parlementariër, dus als de eer van hun vriend hen lief was, was er veel aan gelegen om Kappeyne als een ernstig man te herinneren. Andere bronnen over Kappeyne – van Kappeyne zelf zijn er maar weinig bekend – laten samen eenzelfde ambivalent beeld achter: een man die de politiek ernstig nam maar een hekel had aan ‘uitgestreken deftigheid’, en die zijn mede-politici soms in de maling nam maar ook vurige redevoeringen
Recommended publications
  • Van Het Volksleven Tot Opheffing Ca. 1850–1900
    Tot opheffing van het volksleven Mensen achter het CBS ca. 1850–1900 Ronald van der Bie ‘Tot opheffing van het volksleven’ Mensen achter het CBS ca. 1850–1900 Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag www.cbs.nl Prepress: Textcetera, Den Haag en Grafimedia, Den Haag Ontwerp: Edenspiekermann Inlichtingen Tel. 088 570 70 70, fax 070 337 59 94 Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice Bestellingen Alleen als pdf beschikbaar. © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, 2014. Verveelvoudigen is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld. Woord vooraf Dit onderzoek gaat over de geschiedenis van de Centrale Commissie voor de Statis­ tiek (1892), de voorgangster van het Centraal Bureau voor de Statistiek (1899). Die geschiedenis wortelt in de discussie over de sociale kwestie, één van de grote vraagstukken die het publieke debat in ons land in de tweede helft van de negen tiende eeuw beheersten. Rondom dit debat vormde zich een groep opinie­ leiders, vooral in progressief­liberale kringen, die de belangrijke discussieplatforms beman­­den, de meningvorming beïnvloedden, initiatieven namen voor directe actie, oproepen deden voor (statistisch) onderzoek en de beleidsvoorbereiding ondersteunden. Enkele hoofdrolspelers in dit debat zijn in 1892 uitgenodigd om zitting te nemen in de Centrale Commissie voor de Statistiek, dat opgericht was voor het verzamelen, bewerken en publiceren van statistieken voor de departementen en andere open­ bare besturen. En dat, in de woorden van minister Tak van Poortvliet, uit gesproken bij de installatie van de commissie op 22 november 1892: ‘tot steun van de regering, tot voorlichting van de wetgever, tot bevordering van de wetenschap, tot op heffing van het volksleven.’ De commissie bestond uit dertig leden die ik eerder heb geportretteerd in De macht van de statistiek.
    [Show full text]
  • Glokalisering: Lokale Eigenheid in Een Globale Wereld Christen Democratische Verkenningen Glokalisering: Lokale Eigenheid in Een Globale Wereld
    9 mm Glokalisering: lokale eigenheid in een globale wereld Christen Democratische Verkenningen Glokalisering: lokale eigenheid in een globale wereld Hoe zijn globali sering en behoud van eigen identiteit en traditie met elkaar te verenigen? Het is een urgente vraag na de brexit. Het brexitreferendum spiegelde het dilemma voor dat bij globaliseringsconflicten steeds te Zomer zien is: kiezen we voor meer of voor minder globalisering? 2016 Het is een vals dilemma. De vraag is veeleer hoe het lokale bestuur kan worden versterkt, en hoe een vorm van ‘thuis’ ontwikkeld kan worden zonder daarbij weg te vluchten voor de spanningen die een globale wereld met zich meebrengt. kwartaaltijdschrift van het wetenschappelijk instituut voor het cda ‘Inspireren is belangrijker dan instrueren; een cultuur van aanvonken heeft voorrang boven een cultuur van afvinken.’ Glokalisering: wim van de donk [op pagina 73] lokale eigenheid in ‘Blauwdrukdenken en een ingenieursvisie op de werking van bestuur een globale wereld staan creatieve en gedragen oplossingen in de weg.’ Onder redactie van richard van zwol & boudewijn steur [op pagina 76] Rien Fraanje, Jan Prij & Martijn van der Steen ‘Er is geen politieke partij die zich als kampioen decentralisaties Met bijdragen van durft op te werpen.’ Govert Buijs, Henk Oosterling, Haroon Sheikh, Henri Beunders, Geerten Boogaard, Albert Jan pieter hilhorst & jos van der lans [op pagina 104] Kruiter, Kees Breed & Jan Willem Sap Zomer En interviews met ISSN 0167-9155 Harry van der Molen, Wim van de Donk, Maarten Allers & lambert
    [Show full text]
  • 0017 - Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 1999.Pdf
    Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 1999 Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 1999 Redactie: C.C. van Baaien W. Breedveld J.W.L. Brouwer J.J.M. Ramakers W.P. Secker Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Sdu Uitgevers, Den Haag Foto omslag; Hans Kouwenhoven, Alphen aan den Rijn Vormgeving omslag: Wim Zaat, Moerkapclle Zetwerk: Wil van Dam, Utrecht Druk en afwerking: AD Druk b.v., Zeist Alle rechthebbenden van illustraties hebben wij getracht te achterhalen. Mocht u desondanks menen aanspraak te maken op een vergoeding, dan verzoeken wij u contact op te nemen met de uitgever. © 1999 Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. isbn 90 12 08811 9 Inhoud Ten geleide 7 Artikelen 11 Gerard Visscher, Geen onderzoek met ‘eene tegen het gouvernement vijandige strekking’? De parlementaire enquête in verleden en heden 12 Willem Breedveld, Van tragedie tot klucht. De rol van de media in de nasleep van de Bijlmerramp 27 Mieke Aerts, Om de kans op één vrouw in het parlement. De vrouwenkiesrecht­ beweging tussen neutraliteit en richting 35 Monique Leijenaar, Gedwongen evenwicht. Quota en wettelijke maatregelen in enkele Europese landen gericht op het bereiken van een genderevenwicht in het parlement 46 Johan van Merriënboer, Carambole! De nacht van Wiegel in de parlementaire geschiedenis 59 Ineke Secker, Parlementaire oppositie vóór 1848.
    [Show full text]
  • University of Groningen Privé in De Politieke Biografie Renders, JW
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by University of Groningen University of Groningen Privé in de politieke biografie Renders, J.W.; Voerman, Gerrit IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2007 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Renders, J. W., & Voerman, G. (editors) (2007). Privé in de politieke biografie. Amsterdam: Boom / Biografie Instituut. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 12-11-2019 Privé in de politieke biografie Hans Renders & Gerrit Voerman [ redactie ] Privé in de politieke biografie boom µ amsterdam 2007 © 2007 De auteurs Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
    [Show full text]
  • Timeline of the 20Th Century Part I Through 1950 (References and Links Start on P. 743) 1900 January 1 * First Date in John
    Timeline of the 20th Century Part I through 1950 (References and links start on p. 743) 1900 January 1 * First date in John dos Passos' USA trilogy (The 42nd Parallel). [1] * British protectorates of Northern and Southern Nigeria established. [1] * Compulsory education in Netherlands goes into effect. [1] January 2 * E Verlinger begins manufacturing 7-inch single-sided records (Montréal). [1] * Gustave Charpentiers opera "Louise" premieres in Paris. [1] January 3 * Edwin George Monk composer, dies at age 80. [1] * Gerhart Hauptmanns "Schluck und Jau" premieres in Berlin. [1] * Perihelion Passage. [1] January 6 * Boers attack at Ladysmith, about 1,000 killed or injured. [1] * Maurice Ravel's "Albaradode Gracioso" premieres in Paris. [1] January 10 * Lord Roberts and Lord Kitchener reach Capetown. [1] January 12 * Freeland Colony founded in US. [1] January 14 * Giacomo Puccini's opera "Tosca" premieres in Rome. [1] January 18 * Jan Blockx's "Tÿl Uilenspiegel" premieres in Brussels. [1] January 20 1 * John Ruskin English writer/critic (Dearest Mama Talbot), dies of influenza at age 81. [1] * R D Blackmore English novelist (Lorna Doone), dies at age 74. [1] * Richard D Blackmore English novelist (Lorna Doone), dies at age 74. [1] January 24 * Battle at Tugela-Spionkop, South Africa (Boers versus British army). [1] January 26 * Henrik Ibsen's "Naar vi Dode Vaaguer" premieres in Stuttgart. [1] January 27 * Social Democrat Party of America (Debs' party) holds first convention. [1] January 29 * Boers under Joubert beat English at Spionkop Natal, 2,000 killed. [1] January 30 * Vittorio Bersezio [Carlo Nugelli], Italian playwright, dies at age 71.
    [Show full text]
  • Church, State and Citizen: Charity in the Netherlands from the Ancien
    Church, State, and Citizen: Charity in the Netherlands from the Dutch Republic to the Welfare State1 Paper presented at the conference on Dynamics of Religious Reform, German Historical Institute, London, 19-21 September 2008. H.D. van Leeuwen and M. H.D. van Leeuwen Legacy of the Dutch Republic The Dutch system of poor relief in the nineteenth century can be regarded as a child of the caritas of the Golden Age in terms of its buildings and endowments, and as a grandchild of the Reformation in terms of the dominant role of Protestantism in poor relief, itself a descendant of the parish-based poor relief of medieval Catholic times. This legacy would continue to influence Dutch poor relief until well in the twentieth century in a strong, but at times covert, way that cannot be well understood without a little bit of history. As early as the Middle Ages there had been an organized system of poor relief in the Netherlands. The cities had a tangled maze of charitable foundations and endowments. The Church always had a leading role, but municipal authorities would intervene to stave off any crisis. In the first half of the sixteenth century, a new approach to poor relief was felt to be necessary. Traditional poor relief arrangements were unable to cope with the effect of the rapidly growing number of paupers, and there was the influence of humanist criticism. In 1526 the Spanish humanist Juan Luis Vives, a resident of Bruges, published his De Subventione Pauperum in which he argued that mendicancy should be countered by strict prohibitions and better supervision of the poor.
    [Show full text]
  • In De Regel Vrij | 100 Jaar Politiek Rond Onderwijs, Cultuur En Wetenschap
    OO JAAR POLITIEK ROND ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Pieter Slaman e.a. IN DE REGEL VRIJ 1OO JAAR POLITIEK ROND ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Pieter Slaman e.a. Met bijdragen van Jo Bardoel Bram Mellink Evelyn Beer Cas Smithuijsen Geert ten Dam Robert Verhoogt Jacques Dane Sietske Waslander Patricia Faasse Paul van der Werve Adriaan in ’t Groen Maggie Wissink ook Willemijn Leene Geerdink 2 OUDE 1 BAAS VORMEN, IN EIGEN NIEUWE INHOUD SCHOOL TIJDEN DE STRIJD TEGEN DE PACIFICATIE ‘STAATSPEDAGOGIEK’, TER DISCUSSIE, 1848-1980 1980-2018 Pieter Slaman 23 Pieter Slaman 51 VOORWOORD KADER INTERMEZZO Geert ten Dam 7 ‘EENE ILLUSIE’ DE LAGER ONDERWIJS IN HET ONDERWIJSWET VAN 1920 KONINKRIJK OVERZEE INLEIDING OP DORPSNIVEAU Pieter Slaman 64 Pieter Slaman 11 Jacques Dane 38 PORTRET PORTRET PORTRET DR. JOHANNES JO CALS JOS VAN KEMENADE THEODOOR DE VISSER (KVP, 1952-1963) (PVDA, 1973-1977 (1857-1932) Jacques Dane 40 EN 1981-1982) Jacques Dane 18 Adriaan in ‘t Groen 70 INTERMEZZO OCW IN DE GRONDWET Adriaan in ‘t Groen 44 3 ‘TER VERSPREIDING VAN DE WAARHEID WORDE GEEN MIDDEL 4 ‘WAARTOE 5 DE STAAT , VERWAAR, TOCH DIE , DE ARBEIDS LOOSD KLOVE? MARKT EEN EEUW MEDIABELEID SELECTIE IN HET EN HET IN NEDERLAND MIDDELBAAR ONDERWIJS, BEROEPSONDERWIJS 1860-2018 1863-2018 Jo Bardoel 77 Pieter Slaman 121 Pieter Slaman 159 KADER INTERMEZZO INTERMEZZO WANKELENDE ZUILEN STATUS EN OPLEIDING 1OO JAAR MINSTERIE VAN EN DE VAL VAN HET VAN DE LEERKRACHT OCW IN PORTRETTEN KABINET-MARIJNEN 1965 Pieter Slaman 138 Robert Verhoogt en Pieter Slaman 102 Evelyn Beer 176 KADER INTERMEZZO
    [Show full text]
  • Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2004 Het Democratisch Ideaal
    I i I Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2004 Het democratisch ideaal Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2004 Het democratisch ideaal Redactie: C.C. van Baaien W. Breedveld P.G.T.W. van Griensven P.B. van der Heiden J.J.M. Ramakers W.R Secker Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Sdu Uitgevers, Den Haag Foto omslag: Roel Rozenburg, Den Haag Vormgeving omslag: Wim Zaat, Moerkapelle Zetwerk: Wil van Dam, Utrecht Druk en afwerking: A-D Druk BV, Zeist Meer informatie over deze en andere uitgaven kunt u verkrijgen bij: Sdu Klantenservice Postbus 20014 2500 EA Den Haag tel.: (070) 378 98 80 fax: (070) 378 97 83 www.sdu.nl © 2004, Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdruk­ kelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij de auteurs. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden ver­ veelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, wvw.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich te wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
    [Show full text]
  • De Europese Unie Op Een Twee– Sprong
    Tijdschrift voor het sociaal-liberalisme De Europese N0 203 Unie december 2018 op een Europe as a people’s project? twee– The state of Europe sprong How to move and shake the EU towards becoming a real democracy Lessen uit het verleden Van Mierlo vertelt… Wat is sociaal- liberalisme? longread — Coen Brummer woord vooraf droom van een federaal Europa, of is dat in de huidige samenstelling en tijd geen haalbare kaart meer? Moet de federale droom plaatsmaken voor een pragmati- sche voortzetting, een Europese Unie die gebaseerd is op samenwerking tussen landen als het hen uitkomt? Om over deze vragen van gedachten te De Europese Unie wisselen hebben we een aantal toonaan- op een tweesprong gevende stemmen in het Europese debat gevraagd om een bijdrage te leveren aan Al sinds haar ontstaan worstelt de Euro- deze idee. Ik wijs u graag op de artikelen pese Unie met haar identiteit en doel- van met name Luuk van Middelaar, stellingen. Discussies hierover worden Ulrike Guérot, Jan Zielonka en Alberto met name in de aanloop naar Europese Alemanno. Op de voor hun typerende verkiezingen gevoerd. Dat is ook nu weer wijze beschrijven zij de tweesprong waar het geval. Volgend jaar zijn er verkiezin- de Europese Unie voor gesteld is. Wij zijn gen, en politieke partijen schrijven mo- verheugd met hun bijdragen en hopen menteel hun programma’s. De verschillen dat deze het sociaal-liberale gesprek over in opvattingen over de toekomst van de de Europese Unie zullen verrijken en Europese Unie zullen daarin groot zijn, verdiepen. met name over cruciale onderwerpen waar de Europese Unie momenteel mee Graag vraag ik expliciet uw aandacht geconfronteerd wordt.
    [Show full text]
  • Cover Page the Handle Holds
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31556 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Slaman, Pieter Title: Staat van de student : tweehonderd jaar politieke geschiedenis van studiefinanciering in Nederland Issue Date: 2015-01-21 hoofdstuk 3 Staat van bemiddeling 1874-1940 Scheuren in de standenmaatschappij Den werkman, dof van vermoeienis en leed, Dien moog mijn reveille leeren Hoe hij, die wat wil en wat is en weet, Het lijden der armoe kan keeren.1 In het midden van de negentiende eeuw was het landsbestuur vooral een eli- taire aangelegenheid. Kiezers waren afkomstig uit hoogburgerlijke kringen, en hun voorkeuren en belangen waren bepalend voor het beleid. Die situatie werd weerspiegeld in het onderwijsbestel, dat standsverschillen bevestigde. In de laatste decennia van de eeuw kwam die situatie echter onder druk te staan. Zowel buiten als binnen de politiek klonk een toenemende roep om demo- cratisering van macht, middelen en kansen. Sommige politieke krachten, met name antirevolutionairen en sociaaldemocraten, begonnen zich rechtstreeks te richten tot het ‘volk achter de kiezer’. Met geleidelijke uitbreidingen van het kiesrecht kwamen partijen op in het parlement die ijverden voor de emanci- patie van achtergestelde groepen als arbeiders en rooms-katholieken. Een on- derwijs dat vooral bereik had onder de hogere en middenlagen van bevolking voldeed volgens velen niet langer om de sociale en economische problemen van de nieuwe tijd het hoofd te bieden. Deze periode vangt symbolisch aan in 1874, toen de liberale voorman Jan Kappeyne van de Coppello in de Tweede Kamer een pleidooi hield voor een meer inclusieve staat en samenleving.
    [Show full text]
  • Parlementaire Geschiedenis 2006
    Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2006 Jaarboek Parlem entaire Geschiedenis 2006 De waan van de dag Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2006 De waan van de dag Redactie: C.C. van Baaien A.S. Bos W. Breedveld P.B. van der Heiden J.J.M. Ramakers W.R Secker Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Boom - Amsterdam Foto omslag: a n p - Robin Utrecht Omslag en binnenwerk: Wim Zaat, Moerkapelle Druk en afwerking: a-d Druk BV, Zeist © 2006 Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden ver­ veelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen i6h t/m i6m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 k b , wnvw.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16I, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden to t de Stichting pr o (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). No part oj this book may bc rcproiiuceii in any way whatsocvcr without the written permission of the publisher.
    [Show full text]
  • Liberal Ideology and Morals: the Debate on Prostitution in the Netherlands, 1850 - 1911
    Liberal Ideology and Morals: The Debate on Prostitution in the Netherlands, 1850 - 1911 Bastien Martinus Jansen Student number 3464571 Esdoornstraat 27, 5038 PE, Tilburg [email protected] / [email protected] Criminal Minds – Utrecht University – Dr. W. Ruberg January 18, 2013 Table of contents Introduction 3 1. Laws and Debate on Prostitution in the Nineteenth Century 6 1.1 Laws on Prostitution 6 1.2 The Debate and the Public 9 2. The Liberal Ideology 11 2.1 Ideology 11 2.2 Liberalism 12 3. Discursive Analysis 15 4. Conclusie 21 Bibliography 23 2 Introduction Prostitution has been a topic of debate on several levels of politics for centuries, continuing in present times. States have been dealing with prostitution because of the dangers of Sexually Transmitted Diseases (STD’s), enforcement of public order or to counter sexual exploitation. In the second half of the twentieth century the emergence of international trafficking and the reactions of feminists to prostitution made it an issue which was discussed at the United Nations and the European Union.1 The Netherlands is known for its very free or liberal attitude towards certain issues as soft drugs or prostitution. Even today the Netherlands has got an atypical legislation on prostitution as it is a legal profession. Only in the Netherlands, parts of Australia and Austria prostitution is legal, in most other Western countries policy aims to criminalise the profiteers of prostitution.2 This striking difference between the Netherlands and the rest of the Western world is quite interesting, in turn making the question interesting of how this came to be.
    [Show full text]