Ware Diplomatieke Vrijheid? Diplomatie, partij en factie ten tijde van het raadpensionarisschap van Johan de Witt 1653-1672 R. A. Nijmeijer Bachelorscriptie Geschiedenis Studentnummer: 1876155 Rijksuniversiteit Groningen Lijnbaanstraat 13 Begeleider: dr. J. W. Koopmans 9711 RT Groningen 11-06-2014
[email protected] 0615168940 Inhoud Inleiding 1 Hoofdstuk 1- Staatsbestel, partij, factie en diplomatie van de Republiek 5 Staatsbestel 5 Partij- en factiestrijd 9 Staatse diplomatieke instanties en het Europese diplomatieke netwerk 11 Hoofdstuk 2 - Van nederlaag naar triomf: 1652-1659 18 Hoofdstuk 3 - Van succes naar verval: 1660-1672 33 Conclusie 44 Bibliografie 47 Omslagillustratie: Johan de Witt (1625-1672) door Adriaen Hanneman, 1652. Bron: Wikimedia Commons. Inleiding De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was een staat die zowel in zijn eigen tijd als tegenwoordig verbazing en bewondering opwekt. Zij was klein, gefederaliseerd en werd bestuurd door met elkaar wedijverende regenten: een anomalie in vroegmodern Europa.1 Desalniettemin wist zij enorme rijkdommen en veel macht in de wereld te verwerven. Ongeacht de kwestie of de Republiek wel of geen grote mogendheid was, heeft zij zichzelf in de zeventiende eeuw zeker een dergelijke positie aangemeten in haar buitenlandse beleid. Zij wierp zich op, al dan niet gevraagd, als bemiddelaar in de geschillen van haar buren.2 Daarnaast voerde zij een actief beleid om de met haar concurrerende grootmachten, vooral Frankrijk en Engeland, economisch en maritiem te dwarsbomen.3 Economisch en op zee was de Republiek dan wel bij machte om deze status van grote mogendheid te doen gelden, te land kon zij dergelijke aspiraties met moeite waarmaken.