Amsterdam (The Netherlands) and Ghent (Belgium)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Karel Van den Berghe Planning the Port City A Contribution to and Application of the Relational Approach, Based on Five Case Studies in Amsterdam (The Netherlands) and Ghent (Belgium) De havenstad plannen. Een bijdrage tot en toepassing van de relationele aanpak, gebaseerd op vijf casestudies in Amsterdam (Nederland) en Gent (België) Planning the Port City. A Contribution to and Application of the Relational Approach, Based on Five Case Studies in Amsterdam (The Netherlands) and Ghent (Belgium) Karel Van den Berghe Promotoren: prof. dr. ir. L. Boelens, dr. W. Jacobs Proefschrift ingediend tot het behalen van de graad van Doctor in de stedenbouw en de ruimtelijke planning Vakgroep Civiele Techniek Voorzitter: prof. dr. ir. P. Troch Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur Academiejaar 2018 - 2019 De havenstad plannen. Een bijdrage tot en toepassing van de relationele aanpak, gebaseerd op vijf casestudies in Amsterdam (Nederland) en Gent (België) Planning the Port City. A Contribution to and Application of the Relational Approach, Based on Five Case Studies in Amsterdam (The Netherlands) and Ghent (Belgium) Karel Van den Berghe Promotoren: prof. dr. ir. L. Boelens, dr. W. Jacobs Proefschrift ingediend tot het behalen van de graad van Doctor in de stedenbouw en de ruimtelijke planning Vakgroep Civiele Techniek Voorzitter: prof. dr. ir. P. Troch Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur Academiejaar 2018 - 2019 ISBN 978-94-6355-153-3 NUR 903, 905 Wettelijk depot: D/2018/10.500/71 Supervisors Prof. dr. ir. Luuk Boelens, Ghent University EA Dr. Wouter Jacobs, Erasmus University Rotterdam Members of the Examination Board Prof. dr. ir. Luc Taerwe (former dean), Ghent University EA (chair) Prof. ir. Filip Boelaert, Ghent University EA (secretary) Prof.dr. ir. Luuk Boelens, Ghent University, EA (supervisor) Dr. Wouter Jacobs, Erasmus University Rotterdam (supervisor) Prof. dr. Arnoud Lagendijk, Radboud University Nijmegen Dr. Larissa van der Lugt, Erasmus University Rotterdam Prof. Daan Schalck, Ghent University RE Prof. dr. ir. Ellen van Bueren, Delft University of Technology Prof. dr. Frank Witlox, Ghent University WE ISBN 978-94-6355-153-3 NUR 903, 905 Wettelijk depot: D/2018/10.500/71 Word count: 129050 V VI Voorwoord Alhoewel de kans groot is dat u, welgekomen lezer, dit leest als eerste wanneer u dit (e)boek opent, is dit voorwoord als laatste geschreven. De grote finale, de apotheose, het moment om (even) stil te staan in deze eeuwigdurende ratrace. Dus beste lezer, wees kritisch, laat u dus niet beetnemen, ‘Ceci n’est pas un avant-propos’. Het is een feit dat dit doctoraat maar eentje is bij de hoop die wij, als academische samenleving, letterlijk dagelijks uithoesten. Een fabriek van kennis die de (e)bibliotheken van deze wereld als een hongerig monster blijven voeden. Zo kan dit doctoraat verder gerelativeerd worden. Waarschijnlijk zullen slechts een handvol mensen dit onderzoek ter harte (volledig) lezen, laat staan gebruiken. Het formaat van dit manuscript is daarenboven van de oude stempel. Geen flitsende moderne bundel van losstaande academische papers, aan elkaar gelijmd, klaar om snel verorberd te kunnen worden, abstract en conclusie lezend, misschien een snelle scan middenin. Niet zo hier, het boek is een boek volgens de academische traditie. Ook al was dit niet echt een keuze, meer een vanzelfsprekendheid, ik ben toch wel blij dat mijn manuscript een ‘echt’ manuscript is. Er is ruimte en vooral veel (te veel) tijd besteed om zo goed en zo slecht mogelijk de persoonlijke jarenlange uitgedachte en uitgewerkte theoretische en empirische lijn op te bouwen en uiteindelijk, via allerhande hersenkronkels, neer te zetten. Daarin schuilt toch een soort van trots. Dit is niet zomaar een boek. Velen die mij voorgegaan zijn, zullen dit beamen. Een doctoraat is een stuk jezelf. Vrij ingevuld naar Paasi, A PhD conditions and is conditioned by the writer. Met andere woorden, ik heb het doctoraat geschreven, maar het heeft op een of andere gekke manier ook mij veranderd. Ik ben niet meer dezelfde persoon als toen ik hieraan begon. Daarom, in alle bescheidenheid, durf ik toch wel stellen dat een doctoraat sterk afwijkt van andere jobs. Een keuze die iedereen heeft na zijn masteropleiding(en), maar een keuze van wie weinigen, ik toch destijds, beseffen welke grote gevolgen het heeft. De vier voorbije jaren ben ik een soort van brainwash ondergaan, waarbij ik naadloos moeilijke woorden en ideeën, op zijn minst dubbelzinnig van betekenis, aan elkaar weef of op papier zet, ze meestal nog begrijp ook, of dat toch pretendeer en vooral mezelf wijsmaak, en daarenboven in de meeste gevallen nog in slaag om het academisch internationaal groepje, dat ik intussen al goed ken, het is trouwens echt een heel kleine wereld aan de academische ‘top’, kan overtuigen. De voorgaande ellenlange zin is een lichtend voorbeeld van de ondergane brainwash. Persoonlijk was het best een zware beproeving. Alleen het neerpennen heeft ongeveer tien maanden full time bibliotheek-terugtrekking gekost. Het is nooit een 9 to 5 geweest, verre van; de tegenwoordig mainstream burn-out stond altijd om de hoek te wachten. Dit is echter ook relatief. Ik heb geleerd dat je een doctoraat zo zwaar maakt als je zelf wilt. Eigen schuld dikke bult. Doe mor geweune deure; want anders dan bij een regulier examen, is er voor een doctoraat geen boven- of onderlat. Natuurlijk zijn er standaard minima, zoals het aantal te bekomen academische papers, maar dat blijft relatief. Kwaliteit is moeilijk kwantitatief te meten. VII Waarom denk ik dan dat mijn doctoraat geslaagd is? Waar ligt dan de zelf gelegde lat? Simpel, ik denk gewoon anders. De essentie. Mijn promotor Wouter verwoordde het mooi: “Academia is a world that doesn’t exist. Once you have been there, it will change your way of thinking forever. No joke. That’s the ticket. Called PhD.” Of in andere woorden: een transformatie onderga je. Tot het bittere eind, met een problematische spellingscheck en drukproces erbovenop. Net zoals ik ondervond als klassiek opgeleid pianist tijdens mijn jazz-lessen samen met Amule; tijdens mijn doctoraat heb ik voor een groot deel moeten afleren wat ik al wist en hoe ik onderzoek doe, dit om een volledig nieuwe manier van denken op te bouwen. Het gekke is dat ik eigenlijk het eerst afgeleerde, grofweg de geografische positivis- tische ik, plots weer begon te plaatsen en te gebruiken in het nieuwe denken, als kritische planner, of zoiets. Dit doctoraatsonderzoek reflecteert dus voor een groot deel mijn persoonlijke ‘dualiteit’, de geograaf en de ruimtelijke planner. En ook die andere dualiteit, boer en bourgeoisie. Al klopt dit eigenlijk niet meer, want ze zijn gemerged. Dit (academisch) verpoppingsproces had ik nooit alleen kunnen doen. Veel dankwoorden beginnen met het volgende stuk, dus excuseer me voor het voorgaande. Ik bedank ter harte mijn promotoren Luuk Boelens en Wouter Jacobs. Ik vermoed dat ik niet altijd de makkelijkste was. Al is het eigenlijk niet echt een vermoeden, want soms zeiden jullie dit gewoon. Ik was soms koppig, maar laat me het eufemistisch ‘kritisch’ noemen. Excuses en rustiiiig. Ik weet dat jullie hebben moeten trekken en sleuren; een occasionele vlammende mail of roodgloeiende track-changed document op zijn weg. Vreemd, maar eigenlijk toch bedankt! Echter, vergeet niet dat jullie twee soms ook niet altijd eenzinnig waren, al denk ik eigenlijk dat dat vooral kwam omdat ik jullie niet altijd begreep/begrijp. Niettemin, het is jullie verdienste dat dit doctoraat gelukt is. Ik hoop dat jullie tevreden zijn met wat er ligt, al weet ik dat jullie steeds verbetering mogelijk achten. Laat me toe dit niet na te laten. Eerlijk is eerlijk, ik heb het toch ook wel echt goed gehad tijdens mijn doctoraat. Ik heb de wereld rond gereisd, handelend volgens de welgekende formule congres- je-plus-rondreisje, soms zelfs leidend tot een reünie van mijn vorige verpopping- speriode, met mijn Erasmus-vrienden. Dank Wouter om me mee te nemen en te introduceren in deze congreswerelden en me in contact te brengen met veel van mijn academische ‘helden’, mocht je nog mijn gezichtsuitdrukkingen herinneren toen tijdens AAG. Niet alleen professioneel betekende het enorm veel voor mij, ook persoonlijk heb ik geluk gehad tijdens congressen, zie de laatste persoon die ik bedank. Ik vond het ook al snel leuk om meer te doen dan de essentie: presenteren tijdens en bijwonen van sec paper sessions. Mede door collega’s, sloot ik algauw aan bij social events en dineetjes. Ik had het zo naar mijn zin dat ik me al in mijn tweede jaar kandidaat stelde voor de Young Academics van de Association of European Schools of Planning (YA AESOP). Verkozen werd ik in mijn tweede ‘ambtsjaar’ zelfs president van de YA AESOP en kreeg ik een zetel in de Executive Committee van AESOP. Zodoende mocht ik onder andere het YA-congres openen met een hip praatje en ons – ‘de leiders van morgen’ - vertegenwoordigen op allerhande internationale events. Leuk leventje. En het leverde me een vrienden- groep op voor het leven, soms zelfs resulterend in een mooie paper. Thanks Aoifa (slaughtering and poke ma hook), the German twin Lukas and Fabian, Jannes, Christian, Simone, Feras, Nadia, Ender, Lauren, Mo, Dana, Anna, Federico, Paulo, Zorica, Ela, Daniel and Joana, among others. VIII Het leuke aan het meelopen in academische organisaties, is dat je zo ook die andere kant van de academische medaille leert kennen, best te vergelijken met een gemiddelde kindergroep qua animo en tactieken. Een wereld ging open. Ik vermoed overigens dat opleidingsniveau niet echt lineair verloopt, maar eerder in een soort van hoefijzer. Persoonlijk relativeren heet dat. Zoals kinderen in Vlaanderen worden aangeleerd via populaire stripverhalen, professoren zijn verstrooide mensen. Klopt als een bus. Weet dat een universiteit binnen de vijf minuten zou stoppen met bestaan als men het secretariaat zou afschaffen. Heel veel dank gaat dan ook uit naar de vele secretaressen die me professioneel en ook occasioneel persoonlijk hebben bijgestaan: Anne-Marie, Els, Maja, Marlies, Nancy, Manja en Geeta.