Archeologische Kroniek Zuid-Holland 40, P
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Archeologische Kroniek Zuid-Holland 40e jaargang | 2008 Archeologische Kroniek van Zuid-Holland 40e jaargang | 2008 pagina 1 Bernisse -Heenvliet | Stationsstraat 16 het nog bestaande (en later te slopen) huis. De bo- funderingsresten konden met bebouwing op een Op vrijdag 6 juni 2008 werd in opdracht van Geo- ringen werden doorgezet tot maximaal 2 m beneden kaart van de polder Biert uit 1701 in verband worden Logical een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm het maaiveld. In de boringen kwamen geen duidelijke gebracht. van boringen uitgevoerd op het terrein aan de archeologische sporen en vondsten aan het licht. Er SOB Research, Jeroen Ras Stationsweg 16 te Heenvliet. Uit het bureauonder- werden echter wel archeologische indicatoren waar- zoek was gebleken dat de kans dat er bewonings- genomen: onder de verstoorde en opgebrachte bo- Bernisse – Zuidland | waterpartij woningbouwlocatie sporen uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd vengrond bevond zich een ophogingslaag, waarin (en In de gemeente Bernisse is eind 2007 een opgraving aangetroffen zouden worden, groot was. Het te ver- onder) archeologische resten aangetroffen kunnen uitgevoerd in verband met de voorgenomen aanleg wachten complextype bestond uit nederzettingsspo- worden die vermoedelijk deel van de kasteeltuin uit- van een waterpartij. Het was een vervolg op het door ren en een percelering of verkaveling samenhangend maken. In boring 1 zat de top hiervan op 1,10 m bene- Oranjewoud uitgevoerde inventariserend onderzoek. met het kasteelpark van Slot Ravensteijn. De onder- den maaiveld (of 1,79 m onder N.A.P.), in boring 2 op Op grond van de resultaten daarvan werd geconclu- zoekslocatie ligt immers slechts 50 m van het middel- 0,90 m beneden maaiveld (of 1,79 m onder N.A.P.) en deerd dat er in het plangebied sprake is van een vind- eeuwse kasteelterrein. in boring 3 op 0,80 m beneden maaiveld (of 1,40 m plaats uit de Romeinse Tijd op de zuidelijke oeverwal. Er werden in totaal 3 boringen uitgevoerd rondom N.A.P.). Ook stootte in boring 2 de boor aanvankelijk Tijdens het onderzoek van RAAP is ook de smalle oe- op iets hards, mogelijks een fundering, op een diepte verwal gevonden met ten noordwesten ervan een van 0,80 m onder maaiveld, maar een halve meter er- geul en ten zuidoosten ervan het komgebied. In de naast kon dan wel dieper geboord worden. Hollandia cultuurhistorisch onderzoek en archeologie, R. Vanoverbeke Bernisse-Simonshaven | Biertsedijk 3 In verband met de geplande nieuwbouw van vier wo- ningen is door SOB Research op 17, 18 en 19 septem- ber 2008 een inventariserend veldonderzoek door mid- del van proefsleuven uitgevoerd. Ten behoeve van de nieuwbouw zal de bestaande boerderij met bijgebou- wen worden gesloopt. Het onderzoeksgebied met een oppervlakte van circa 1.4 hectare ligt op de kruising van de Biertsedijk en de Polderweg, in het noordwes- telijke deel van de ringpolder Biert. Het proefsleuvenonderzoek resulteerde in de docu- mentatie van een tweetal (sub)recente dierbegra- Detail uit de kaart van 'Stede en vrye heerlykheyt van vingen, een tweetal (sub)recent gedempte kavelslo- Op de voorgrond geulafzettingen, vervolgens de Heenvliet' (1695). De rode pijl geeft de onderzoekslo- ten, funderingsresten en een rechthoekige kuil uit de oeverwal met crematieresten en brandkuilen, catie aan binnen het kasteelterrein. Nieuwe Tijd en een laatmiddeleeuws terplichaam. De daarachter het komgebied (veen en klei). Archeologische Kroniek van Zuid-Holland 40e jaargang | 2008 pagina 2 top van oeverafzettingen zijn o.a. fragmenten aarde- werk, metaal en botmateriaal aangetroffen. In deze vondstlaag tekenen zich op een deel van de oeverwal crematieresten en brandkuilen af. De crematieresten zijn verspreid aanwezig binnen grotere zones. Onderzoek naar de crematieresten heeft uitgewezen dat de aanwezigheid van één menselijk individu met zekerheid kan worden vastgesteld. Verder was er een grote hoeveelheid dierlijk botmateriaal afkomstig uit (brand)afvalkuilen. Tijdens het verwijderen van de vondstlaag werd op een iets dieper niveau (circa 15 cm) een greppeltje Coupe door de palenrij. Een simpele tweezijdige aanpunting op een essen paal. len staat in de grond en de restanten van de palen hebben een lengte variërend van circa 40 tot 70 cm. Ten zuidoosten van de palenrij zijn brandkuilen en cre- matieresten gevon- den. De palenrij lijkt Locatie van de palenrij en enkele losstaande palen op te dienen als afschei- de oeverwal (oranje prikkers). ding voor de zone met crematieresten zichtbaar met daarin een lange palenrij of heining. Gescheurde vijfde deel van en brandkuilen. De palenrij bevindt zich over de gehele lengte van de een essenhouten paal met Binnen de zone met Een lange vijfzijdige punt met veel facetten op een opgegraven oeverwal (circa 14 m). De palen zijn ge- een eenzijdige punt. crematieresten en elzen paal. maakt van essen- en elzenhout en hebben een diame- brandkuilen zijn (op ter variërend van 5-19 cm. Ze staan op een gemiddel- hetzelfde niveau als de palenrij) verspreid nog enkele derdeel uitgemaakt van de constructie van bijvoor- de afstand van 50 cm. De aangepunte kant van de pa- losse palen aangetroffen. Mogelijk hebben deze on- beeld een brandstapel. Er is onderzoek naar de bewer- Archeologische Kroniek van Zuid-Holland 40e jaargang | 2008 pagina 3 kingssporen op de palen uitgevoerd en hieruit bleek groot deel van het aardewerk o.a. door formatieproces- dekt door de Afzettingen van Duinkerke I. Het vondst- dat vier van deze losse palen op dezelfde manier sen en secundaire verbranding verweerd is geraakt en materiaal, dat bestaat uit forse hoeveelheden mest, bewerkt zijn. slechts een beperkte hoeveelheid aan diagnostisch aardewerk, bot, as en houtskool, geeft aan dat de vind- Het in de vondstlaag en in de grondsporen gevonden materiaal (uit een korte periode) afkomstig is van de plaatsen als nederzettingsterrein kunnen worden aardewerk bestond zowel uit lokaal vervaardigd als vindplaats, is het lastig de vindplaats scherp te dateren. geïnterpreteerd. Op grond van het aardewerk is één geïmporteerde waar. Daarnaast zijn veel fragmenten van het aardewerk over vindplaats in de Romeinse Tijd te dateren. De andere een lange periode in gebruik geweest; in de 1ste en 2de vindplaats leverde geen dateerbaar vondstmateriaal eeuw en soms nog in de perioden erna. op; gelet op de stratigrafische positie is naast een da- RAAP Archeologisch Adviesbureau, tering in de Romeinse Tijd ook een toewijzing aan de Cathelijne Kruidhof Late IJzertijd mogelijk. De waarde van de vindplaats wordt nog eens ver- Bernisse - Zuidland | Kreken van Nibbeland sterkt door de zeer nabije aanwezigheid van de twee In de periode 2005-2007 is door Oranjewoud B.V. nieuwe sites. De ruimtelijke en chronologische sa- boor- en proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het menhang van de vindplaatsen is bijzonder. Binnen westelijk deel van de toekomstige woningbouw- een klein areaal komen op drie stratigrafische ni- locatie ‘Kreken van Nibbeland’ (Zuidland, gemeente veaus archeologische resten uit de Romeinse Tijd Bernisse). In 2008 heeft het BOOR in opdracht van de voor: op het Hollandveen (nederzettingssporen), in gemeente Bernisse in het gebied een vindplaats uit Duinkerke I-oeverwalafzettingen (nederzettingsspo- de Romeinse Tijd nader in kaart gebracht door een ren) en in Duinkerke I-oeverwalafzettingen op een ho- aanvullend karterend inventariserend veldonderzoek ger niveau (graven en brandplekken). Indien de vind- (grondboringen). plaats op het Hollandveen niet in de Romeinse Tijd, Uit de voorgaande onderzoeken bleek dat de archeo- maar in de Late IJzertijd is te dateren, komt daar nog logische resten van deze vindplaats zich concentreren een tijddimensie bij. Tezamen vormen de drie vind- op de zuidelijke oeverwal van een Duinkerke I-kreek. plaatsen een uniek ensemble op Voorne-Putten. Het gaat om nederzettingssporen uit de eerste helft Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeente- van de 2de eeuw na Chr. en - waarschijnlijk op een werken Rotterdam, J.M. Moree iets hoger stratigrafisch niveau - om sporen die wij- zen op de aanwezigheid van een grafveld uit het Delft | Voordijkshoornse polder vierde kwart van de 2de eeuw tot de eerste helft van In de zomer van 2006 werd aan de Laan van Groen- de 3de eeuw na Chr. wegen, aan de oostkant van de Voordijkshoornse pol- Verschillende wanddiktes van handgevormd Het aanvullend booronderzoek van 2008 leverde op der, een nederzetting uit circa 1100 opgegraven. Deze aardewerk. zeer korte afstand - 30 tot 40 meter - van de vind- middeleeuwse vindplaats was een jaar eerder door de plaats tevens twee nieuwe sites op. Op beide locaties aanleg van proefsleuven aan het licht gekomen. Bij Het aardewerk wordt gedateerd vanaf het einde van de gaat het om een niveau met archeologische waarden nieuwe proefsleuven in 2006, ditmaal in het westelij- 1ste eeuw tot in de 3de eeuw na Chr. Doordat een op het Hollandveen, aan de Duinkerke I-kreek en afge- ke deel van de Voordijkshoornsepolder, werd opnieuw Archeologische Kroniek van Zuid-Holland 40e jaargang | 2008 pagina 4 een middeleeuwse vindplaats aangetroffen. Deze laat- plaats bijna 1000 jaar onafgebroken gewoond is. Dit getroffen. Deze moeten hebben behoord tot deze ste vindplaats is in de zomer van 2008 opgegraven. was, nadat bleek dat behoud van de vindplaats geen jongere boerderij. Daarnaast werden enkele gemet- optie was, de aanleiding om over te gaan tot een op- selde waterputten aangetroffen, waarvan één een graving. stenen mantel had die bovenop een houten ton In totaal werd een terrein van ongeveer 60 x 60 m rustte, met daarbinnen nog een houten ton. blootgelegd. De grondsporen bestonden overwegend uit greppels en kuilen. De verwachting was dat door de eeuwenlange continue bewoning de oudste spo- ren waarschijnlijk grotendeels verstoord zouden zijn. Dit viel echter mee, zoals bleek uit de grote hoeveel- heid sporen die (voorlopig) in de 12de tot 14de eeuw te dateren zijn. Waterput met stenen mantel rustend op een houten ton. Daarbinnen is een tweede houten ton geplaatst. Locatie van de opgravingen uit 2006 en 2008. Deze lig- gen ongeveer 400 meter uit elkaar. Naast deze sporen werden uitzonderlijk veel dierbe- gravingen aangetroffen.