Samen Werken of Samenwerken?
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Samen werken of Samenwerken? Een onderzoek naar de samenwerking tussen gebiedsadviseurs Jeugd en accounthouders Jeugd van gemeente Rotterdam om het onderbouwd sturen op aanbod voor de wijkprogrammering te verbeteren. Ibtisame Ben M’hand (483291) Governance en Management van Complexe systemen Erasmus Universiteit Rotterdam Eerste Lezer: Astrid MoLenveLd Tweede Lezer: Jitske van Popering-Verkerk Voorwoord Voor u Ligt mijn masterthesis ‘Samen werken of Samenwerken?’ die in opdracht van afdeLing Jeugd van gemeente Rotterdam is uitgevoerd. Deze thesis richt zich op de samenwerking tussen de gebiedsadviseurs en accounthouders binnen de afdeLing om het onderbouwd sturen op aanbod voor de wijkprogrammering te verbeteren. Deze thesis is geschreven in het kader van mijn afstuderen in de masterspeciaLisatie Governance en Management van CompLexe systemen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze thesis zou zonder de moreLe en inhoudeLijke ondersteuning van mijn omgeving nooit de huidige vorm hebben gekregen. MiddeLs deze weg wil ik daarom graag deze mensen bedanken. ALLereerst wiL ik Astrid MoLenveLd bedanken voor haar kritische blik, maar positieve houding op dit onderzoek. Daarnaast wil ik afdeling Jeugd bedanken voor de fijne samenwerking. In het bijzonder wil ik mijn dank uitbrengen aan Bouke Caton die met zijn visie vanuit de praktijk een bijdrage heeft geLeverd aan de kwaliteit van dit onderzoek. Tot sLot wiL ik mijn waardering uitspreken voor de moreLe steun die ik van mijn famiLieLeden, vrienden en medestudenten heb mogen ontvangen om deze masterthesis te schrijven. Dan rest mij u nog sLechts veeL Leesplezier te wensen. Ibtisame Ben M’hand Rotterdam, 31 augustus 2018 2 Samenvatting In 2017 is gemeente Rotterdam gestart met het ontwikkeLen van de eerste wijkprogrammeringen voor veertien Rotterdamse wijken. Hiermee wordt gepoogd op basis van cijfers en overLeg met de praktijk tot meer onderbouwd aanbod te komen om jongeren kansrijker, gezonder en veiLiger op te Laten groeien. Het is momenteeL niet aLLe gebiedsadviseurs geLukt om onderbouwd aanbod in deze wijken in te zetten. Aangezien het aanbod van activiteiten en voorzieningen door afdeLing Jeugd wordt ingekocht, is getracht met dit onderzoek de samenwerking tussen de gebiedsadviseurs (die de wijkprogrammering opsteLLen) en de accounthouders (die het aanbod inkopen) in kaart te brengen. Met dit onderzoek is daarom beoogd niet aLLeen naar de huidige samenwerking te kijken, maar is tevens onderzocht naar de samenwerking die de gebiedsadviseurs en accounthouders ideaLiter voor zich zien. Door deze inzichten bij elkaar te brengen, is gepoogd de huidige samenwerking te verkLaren en verbeterkansen hiervoor te verkennen. Op deze wijze beoogt dit onderzoek een bijdrage te Leveren om het proces van het onderbouwd sturen op aanbod in de wijken te vergemakkelijken. Hiervoor is de voLgende hoofdvraag geformuLeerd: ‘Waardoor heeft de samenwerking tussen gebiedsadviseurs en accounthouders haar huidige vorm gekregen, en hoe kan deze samenwerking worden verbeterd om meer onderbouwd op het aanbod van activiteiten en voorzieningen voor de wijkprogrammering te sturen?’ De samenwerking betreft hier de gebiedsadviseurs en accounthouders, omdat zij de wijkprogrammering opstellen en het aanbod inkopen. Om deze hoofdvraag te beantwoorden, is gekozen om door middeL van interviews en duo-interviews kwaLitatieve data te verzameLen. Hiervoor zijn zeventien respondenten binnen afdeLing Jeugd geïnterviewd: vier gebiedsadviseurs, twee beLeidsadviseurs, een projectLeider, een programma manager, vier accounthouders, vier teamLeiders en een afdelingshoofd. Daarnaast zijn twee duo- interviews met accounthouders en gebiedsadviseurs afgeLegd. Hieruit is vooraL gebLeken dat de huidige samenwerking tussen gebiedsadviseurs en accounthouders op basis van coöperatie heeft plaatsgevonden: op informeLe wijze is er tussen de medewerkers informatie uitgewisseLd en zijn besLuiten rondom de inkoop onafhankeLijk- zonder afstemming met de gebiedsadviseurs- genomen. Het aanbod werd voorheen nameLijk op basis van historische reLaties met aanbieders ingekocht. WeL bLijkt uit de interviews met de respondenten dat er sprake is van een verschuiving naar een inkoop waarbij het factorenmodeL van het beLeidskader de basis vormt. De respondenten zien de samenwerking tussen gebiedsdviseurs en accounthouders ideaLiter intensiever worden, waarbij in ieder geval de informatie in een formeel proces wordt uitgewisseld en de inkoop in afstemming met de gebiedsadviseurs pLaatsvindt. Dit betekent dat de respondenten een samenwerking op basis van coördinatie en/of coLLaboratie ideaLiter voor ogen hebben. Voor dit onderzoek is daarom de voLgende concLusie getrokken: ‘Coöperatie is er, coördinatie is noodzakelijk en collaboratie is mogelijk’. Er zijn daarom compLexiteitserkennede en ordezoekende aanbeveLingen gedaan om de coördinatie tussen gebiedsadviseurs en accounthouders te verbeteren. Zo is er een aanbeveLing gedaan om themabijeenkomsten te organiseren om de informatievoorziening op peiL te houden. Door de informeLe wijze waarop informatie wordt uitgewisseld, lijkt de kennis binnen de afdeling namelijk versnipperd te zijn. Daarnaast is er een aanbeveLing gedaan om een overzicht met preventief aanbod samen te stelLen. Het is voor gebiedsadviseurs momenteeL onduideLijk welke interventies door de afdeling is ingekocht. Tot sLot is er een aanbeveLing gedaan om de werkprocessen van gebiedsadviseurs en accounthouders door middeL van LEGO-workshops op eLkaar aan te sLuiten. Uit dit onderzoek bLijkt het proces van de wijkprogrammering nameLijk nog geen aansLuiting te hebben op het inkoopproces. 3 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 – INLEIDING ................................................................................................................................5 1.1 AANLEIDING .............................................................................................................................................................. 5 1.2 PROBLEEMSTELLING ................................................................................................................................................... 5 1.3 DOELSTELLING........................................................................................................................................................... 6 1.4 VRAAGSTELLING ........................................................................................................................................................ 6 1.5 RELEVANTIE .............................................................................................................................................................. 7 1.6 LEESWIJZER ............................................................................................................................................................... 8 HOOFDSTUK 2 - THEORETISCH KADER ................................................................................................................9 2.1 COMPLEXITEIT ........................................................................................................................................................... 9 2.2 SAMENWERKING ..................................................................................................................................................... 12 2.3 EFFECTIVITEIT VAN SAMENWERKING ........................................................................................................................... 18 2.4 CONCEPTUEEL MODEL .............................................................................................................................................. 19 HOOFDSTUK 3 – OPERATIONALISERING............................................................................................................ 21 3.1 OPERATIONALISEREN ................................................................................................................................................ 21 3.2 ANALYTISCH KADER .................................................................................................................................................. 24 3.3 VERWACHTINGEN .................................................................................................................................................... 25 HOOFDSTUK 4 – METHODEN EN TECHNIEKEN .................................................................................................. 26 4.1 ONDERZOEKSTRATEGIE ............................................................................................................................................. 26 4.2 METHODEN EN TECHNIEKEN ...................................................................................................................................... 26 4.3 BETROUWBAARHEID EN VALIDITEIT ............................................................................................................................. 27 HOOFDSTUK 5 – CASUSBESCHRIJVING .............................................................................................................. 28 5.1 STRUCTUUR ............................................................................................................................................................ 28 5.2 WIJKPROGRAMMERING ............................................................................................................................................ 31 5.3 DE ACTOREN ..........................................................................................................................................................