CANON volkshuisvesting C A NON volkshuisvesting

Nederland kent eind 2015 381 woningcorporaties, die een kleine 2,5 miljoen woningen beheren. CANON Deze indrukwekkende sociale woningbouw gaat terug op één initiatief uit het jaar 1852. Rondom 1900 leefden meer dan een miljoen Nederlanders in een situatie die grote overeenkomsten vertoont met de slums van de huidige Aziatische, Afrikaanse en Latijns- Amerikaanse metropolen In 1900 woonden gemiddeld 5 personen in een woning van nog geen 50 m2, 10 m2 per persoon. volkshuisvesting Nu wonen er gemiddeld 2,4 personen in een (nieuwe) woning van 160 m2: 65 m2 per persoon. De laatste bewoonde plaggenhut van Nederland heeft in Tange-Alteveer stand gehouden tot 1941. Deze hut is nu te bewonderen in Openlucht Museum in Arnhem. Op 8 november 1962 wordt de Hogenkampsweg in de wijk Dieze-Oost in Zwolle de miljoenste naoorlogse Nederlandse nieuwbouwwoning feestelijk in gebruik genomen. In 1998 overschrijdt het aantal koopwoningen het aantal huurwoningen. In 1947 was het aandeel van het particuliere woningbezit nog maar 28%. In veel grote steden wordt 1 op de 4 à 5 woningen tegenwoordig toegewezen aan bijzondere doelgroepen.

De Canon volkshuisvesting neemt de lezer mee langs de hoogtepunten, dieptepunten en bijzonderheden van de moderne geschiedenis van het wonen in Nederland. Aan de hand van 25 vensters wordt zicht geboden op de historische achtergronden van de opkomst van woningbouwverenigingen, de gevolgen van de Woningwet in 1901 en de rol van huurders en bestuurders. Elk venster vertelt een verhaal over een opmerkelijke gebeurtenis of trend in een rijke geschiedenis waarin de sociale woningbouw stap voor stap weet te ontsnappen uit de duisternis van de negentiende eeuw. Nooit eerder is deze geschiedenis zo overzichtelijk gepresenteerd.

Deze Canon maakt deel uit van een digitaal wikipendium dat op internet de geschiedenis van de brede sociale sector ontsluit (zie: www.canonsociaalwerk.eu). Daar is ook de uitgebreide versie te raadplegen van de Canon volkshuisvesting, compleet met beeldmateriaal, literatuur­verwijzingen, historische documenten en links. Wie meer wil weten over de moderne geschiedenis van de sociale woningbouw in Nederland en alles wat daar bij is komen kijken, kan hier uitgebreid schatgraven: www.canonvolkshuisvesting.nl.

www.canonvolkshuisvesting.nl INHOUD

Canon volkshuisvesting p. 5 1946 Goed wonen p. 55 Introductie Smaakvol wonen als unieke en individuele expressie

p. 9 Nationale Hypotheekgarantie en eigen woningbezit p. 59 1852 Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse 1956 Eerste Nederlandse woningbouwvereniging ‘Een eigen huis, een plek onder de zon’

p. 12 ‘Aardgas, warmte bij u thuis’ p. 62 1854 Verslag aan den Koning 1962 Het verband tussen huisvesting en gezondheid Woningen aan het riool, elektriciteit, aardgas en internet

p. 16 Het maakbare wonen en de ruimtelijke ordening p. 66 1901 De Woningwet 1966 ‘Een zaak van het rijk’ Van groeikernen tot krimpregio’s

p. 20 De kraakbeweging p. 71 1903 Wonen moet je leren 1968 Het woonbeschavingsoffensief ‘Leegstand is een misdaad’

p. 26 Georganiseerde huurdersbeweging p. 75 1904 Eerste toegelaten instelling 1972 ‘Uitsluitend in het belang van verbetering der volkshuisvesting’ ‘Houd huren betaalbaar’

p. 29 Van huurder tot woonconsument p. 79 1910 Fabrieksdorpen 1972 Verlichte ondernemers bouwen woningen voor hun arbeiders Afscheid van woningbouwverenigingen

p. 32 Stadsvernieuwing als antwoord op cityvorming p. 82 1913 Nationale Woningraad 1977 Vereniging van woningcorporaties ‘Bouwen voor de buurt’

p. 35 Operatie-Heerma p. 86 1915 Ontstaan gemeentelijke woningbedrijven 1995 ‘Wie bouwt? Wibaut!’ Woningcorporaties op eigen benen

p. 40 Stedelijke vernieuwing p. 90 1918 Landarbeiderswet 1997 …en de strijd tegen plagggenhutten Herstructurering van naoorlogse wijken

p. 43 Uniek in de wereld p. 93 1921 Amsterdamse School 2005 Kwaliteitsarchitectuur voor het volk Europa, inkomensgrenzen en non-profitorganisaties

p. 47 Huisvesten van bijzondere doelgroepen p. 96 1933 Huurdersverzet en huurbescherming 2006 De betaalbaarheid van woningen Zorg aan huis

p. 51 Parlementaire enquête woningcorporaties p. 99 1945 Woningnood: volksvijand nummer 1 2014 Wederopbouw en het ingrijpen van de overheid Uithuilen en opnieuw beginnen CANON VOLKSHUISVESTING

Introductie

Allen die zich practisch met De Nederlandse volkshuisvesting is zeker iets deze tak van maatschappelijke om trots op te zijn. Dat wat ruim een eeuw hervorming bezig houden, hebben de ervaring opgedaan geleden begon met ‘eilandjes in een krottenzee’ dat in menig arbeidersgezin een heeft onze samenleving mee vormgegeven en volslagen ommekeer ten goede plaats heeft, wanneer het uit een doet dat nog altijd. Het is één van de redenen krot in eene gezonde woning waarom ons land geen desolate suburbs of wordt overgeplaatst. ­ontoegankelijke getto’s kent. Onze sociale H.L. Drucker in De Gids, 1898 woningbouw trekt geïnteresseerde bezoekers van over de hele wereld, al vinden we het zelf zo gewoon als water uit de kraan. Volkshuisvesting ter discussie – cover Aedes Magazine, april 2012. Diezelfde volkshuisvesting heeft roerige tijden achter de rug. Woningcorporaties zijn zwaar aangeslagen door een aantal grote desinvesteringen die de hele sector worden nagedragen; de rijks- overheid onttrekt via de verhuurdersheffing zo’n anderhalf miljard euro aan de sector, wat het investeringsvermogen niet echt ten goede komt; het harde oordeel van de parlementaire enquête- commissie woningcorporaties echoot nog altijd na. Als reactie daarop heeft de regering een ingrijpende wijziging Hendrik Lodewijk Drucker van de Woningwet doorgevoerd, die verdere ontsporingen in de (1857-1917), hoogleraar Romeins toekomst moet voorkomen. Vast staat dat wat wij meer dan een recht en Kamerlid, geldt als eeuw lang onder het vertrouwde (en in de wereld unieke) begrip één van de architecten van de Woningwet van 1901. Hij was een van de schrijvers van het Wat is een canon? rapport Het vraagstuk der volkshuisvesting, dat in 1896 de De Canon volkshuisvesting gebeurtenissen die met elkaar basis legde voor de Woningwet. sluit aan bij de definitie die een referentiekader vormen. Drucker stond ook aan de wordt gehanteerd door de De Canon volkshuisvesting wieg van de Vereeniging tot ­officiële canon van de Neder- wil een referentiekader bieden Bevordering van den Bouw van landse geschiedenis, zoals die van hoe wij van verleden tot Werkmanswoningen, kortweg in 2007 is gepubliceerd (zie: heden zijn omgegaan met WW, in zijn woonplaats Leiden, die in 1904 als eerste woning- www.entoen.nu). Een canon de woonmogelijkheden en bouwvereniging erkenning zou (met de klemtoon op de eerste woonomstandigheden van de krijgen als toegelaten instelling lettergreep) is daarbij een ge- Nederlandse bevolking. krachtens de Woningwet. heel van teksten, beelden en

4 5 volkshuisvesting hebben verstaan, door al deze ontwikkelingen Beekers, Het bewoonbare land. Geschiedenis van de volkshuistings­ zal veranderen. Maar wat nemen we hierbij vanuit het verleden beweging in Nederland was in 2013 de eerste wetenschappelijke mee? Wat is er eigenlijk bereikt? Waar kwamen we vandaan? poging sinds jaren om de geschiedenis van de moderne volks- Welke trots is er eigenlijk verbonden aan onze volkshuisvesting huisvesting omvattend te beschrijven en te ordenen. Voor de rest of zou dat in ieder geval moeten zijn? moeten we het doen met incidentele publicaties over afzonderlijke jubilerende of fuserende corporaties. Voor dat soort historische vragen is in de actuele discussie op- merkelijk genoeg weinig ruimte. De incidenten overheersen, Digitaal magazijn praktisch-politieke problemen zuigen de aandacht naar zich toe Tegen deze achtergrond is in 2015 het idee ontstaan om een – alle energie richt zich op de werkelijkheid van vandaag de dag. Canon volkshuisvesting te ontwikkelen en deze voor iedereen Voor die van gisteren is weinig tijd, laat staan voor verhalen die ­digitaal beschikbaar te stellen. In het voorjaar van 2016 is deze meer dan anderhalve eeuw geleden hun oorsprong hebben. Canon volkshuisvesting online gegaan. Aan de hand van 25 ­vensters Die verhalen zijn er natuurlijk wel. Je moet ze alleen weten te kan de bezoeker op www.canonvolkshuisvesting.nl de grote ­lijnen vinden. Wat er aan geschiedenissen wordt verteld, richt zich vaak van de geschiedenis van de moderne volkshuisvesting tot zich op een onderdeel (beleid, architectuur, politiek) of een specifieke Dit proefschrift van Wouter ­nemen. Ook mensen die al goed geïnformeerd zijn of zich verder organisatie (corporatie, het rijk, gemeenten). Het zojuist geopende Beekers was in 2013 de eerste willen verdiepen kunnen op deze site hun hart ophalen, want Museum Het Schip is gespecialiseerd in de architectuur van de wetenschappelijke poging sinds achter de 25 vensters gaat een zeer uitgebreid online magazijn Amsterdamse school. En het door het IISG beheerde Digitaal jaren om de geschiedenis van schuil, waar met behulp van links, literatuurverwijzingen, digitale de moderne volkshuisvesting museum van de volkshuisvesting is vooral gericht op specifieke basisdocumenten, uniek historisch materiaal, bewegende beelden omvattend te beschrijven en te woningbouwprojecten per periode. Politieke en maatschappelijke ordenen. en talloze afbeeldingen veel kennis voor het oprapen ligt. achtergronden, aandacht voor bewoners en discussies over de Met deze boekuitgave komt deze geschiedschrijving nu ook als volkshuisvesting komen daarin nauwelijks aan de orde, laat staan hard copy beschikbaar. De ervaring leert dat er nog steeds een dat het de bezoeker in staat stelt om op basis van verwijzingen en grote behoefte is om zo’n geschiedenisoverzicht ter hand te kun- originele documenten dieper in de verschillende onderwerpen uit nen nemen en van voor naar achter (of andersom) door te kunnen de geschiedenis te graven. bladeren. Maar hoe handzaam deze uitgave ook is, de beperking Ook op papier – in gedrukte vorm – is er eigenlijk nauwelijks blijft dat dit boek het topje van de ijsberg van de geschiedenis V.l.n.r. sprake van een systematische aandacht voor de geschiedenis. van de volkshuisvesting laat zien. Wie echt door het verleden wil Marie Muller-Lulofs (1854-1954) Jan Tellegen (1859-1921) Er is geen in de volkshuisvesting gespecialiseerde bibliotheek, er reizen, wie echt verbanden wil onderzoeken, blijft op internet aan- Henri Poels (1868-1948) zijn eigenlijk nauwelijks standaardwerken, er is – op verschillende gewezen. In de digitale schatkamer van canonvolkshuisvesting.nl Dirk Hudig (1872-1934) plaatsen – van alles wat, maar er is geen plek waar deze fragmen- staat alles wat daarvoor nodig is, maar waarvoor in dit boek geen Huib Ottevanger (1911-1996) tatie met elkaar wordt verbonden. Het proefschrift van Wouter ruimte is. Boek en website horen, kortom, bij elkaar. De moderne geschiedenis van de volkshuisvesting presenteren in 25 vensters brengt ook keuzes met zich mee. Zo’n opdeling kan immers niet volledig zijn. Het accent is daarbij komen te liggen op het sociale karakter van de volkshuisvesting. De canon gaat dus meer over wonen dan over bouwen, meer over mensen dan over stenen. Relevante zaken als de dynamische kostprijscalculatie of veranderingen in het Bouwbesluit, dan wel de eisen van de wel- standscommissies zijn daardoor buiten het bereik van deze Canon Huisvesters van het volk gebleven. Niet omdat deze onderwerpen onbelangrijk zijn, maar omdat in deze Canon het accent is komen te liggen op de sociale, Onderdeel van de digitale ­gemeenten hard hebben sinds 2012 maandelijks een politieke en beleidsmatige aspecten van de volkshuisvesting.­ ­Canon volkshuisvesting is ­gemaakt voor fatsoenlijke historische persoonlijkheid een aparte rubriek met huisvesting van arbeiders en voor het voetlicht werd Terug van weggeweest korte en puntige biografieën daar al hun organisatietalent ­gehaald. De rubriek bevat Deze Canon volkshuisvesting staat niet op zichzelf. Ze maakt van mensen die zich in en niet zelden financiële vijftig markante Huisvesters deel uit van een historisch project dat in 2007 van start is het ­verleden verdienstelijk ­vermogen voor hebben aan- van het volk, waaronder deze gegaan met het online brengen van de Canon sociaal werk hebben gemaakt voor de gesproken. Deze rubriek vijf pioniers. ­(canonsociaalwerk.eu). Deze Canon wilde de geschiedenis van volkshuisting. Vaak betreft is ontstaan in samenwerking het werk van sociale professionals voor het voetlicht ­halen, het mensen die zich in met Aedes Magazine waarin ­omdat deze steeds verder naar de achtergrond verdween. In de

6 7 Klarendal-wandeling de wijk drastisch gesaneerd, die reden een unieke wandeling waardoor Klarendal ook school- door de wijk uitgestippeld, Het spannende van de ge- ­voorbeelden kent van de stads­ aan de hand van een daarvoor 1852 schiedenis van de volkshuis- vernieuwing. Ter gelegenheid ­speciaal ontworpen infor­ vesting is dat deze vaak nog van de presentatie van de matieve kaart. Meer info: heel tastbnaar aanwezig is. Je ­Canon volkshuisvesting is om ­canonvolkshuisvesting.nl. Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse kunt de woningen immers nog steeds zien en betreden. Eerste Nederlandse woningbouwvereniging

De Arnhemse wijk Klarendal INDUSTRIALISATIE – VERSTEDELIJKING –KELDERWONINGEN – ZEDELIJKHEID is in dat opzicht een levend museum van vrijwel alle fasen Nederland kent eind 2015 381 woningcorporaties, van sociale woningbouw in die een kleine 2,5 miljoen woningen beheren. Nederland. Er zijn woningen vanaf de oerfase van 1850; Wie in de geschiedenis terugkijkt, ziet dat deze je vindt er ware arbeiders-­ indrukwekkende sociale woningbouwsector para­dijzen uit de periode na de Woningwet van 1901, maar je ­teruggaat op één initiatief uit het jaar 1852. wandelt er ook langs de wat sobere sociale woningbouw uit de jaren dertig. Na 1970 is Wie dat initiatief wil begrijpen moet beginnen bij de oprukkende foto z efanja.nl foto industrialisatie en verstedelijking van Europa. Die processen kenden ook schaduwkanten. Mensen werden uitgebuit en in de Leeswijzer verschillende beroepsopleidingen was er geen tijd meer voor en in Het eerste complex overbevolkte steden sloegen zogenoemde huisjesmelkers hun De woorden die in de teksten het werkveld werd het verleden door fusies en schaalvergrotings­ rug-aan-rug-woningen in de slag. Zij huisvestten mensen tegen woekerprijzen in krotten, donkerblauw zijn afgedrukt processen soms letterlijk weggegooid. Nogal eens werden complete Planciusstraat in , krappe kelderwoningen, schuurtjes en ga zo door. Er zijn extreme ver­wijzen naar vensters in de archieven achteloos bij het grofvuil gezet. Het gevolg was dat in opgeleverd in 1856. voorbeelden bekend van grote gezinnen die gezamenlijk slechts verschillende digitale Canons. de sociale sector het professionele ambacht los dreigde te raken één kamer als woonruimte tot hun beschikking hadden. Van onder­ De lezer die meer wil weten kan aan de hand van deze begrippen van tradities en een al te gemakkelijke prooi werd van technocra- grondse riolering, stromend water, frisse bedden of badkamers via canonsociaalwerk.eu verder tische redeneringen. was nog geen sprake. Sociale onrust was het gevolg. De gebrekkige zoeken. Het Canon Sociaal Werk-project probeert deze tendens te keren. hygiëne maakte dat cholera-epidemieën snel om zich heen kon- Via canonvolkshuisvesting.nl En niet zonder succes. Inmiddels zijn er zo’n twintig specifieke den grijpen. Tegen deze achtergrond nam de stedelijke elite eerst kunt u van alle vensters van Canons en zo’n vijfhonderd vensters raadpleegbaar en wordt de in Londen, later ook in Parijs en Berlijn in de eerste helft van de deze Canon volkshuisvesting site jaarlijks met een kwart miljoen bezoeken vereerd. In februari negentiende eeuw het initiatief om goede en betaalbare woningen bijpassende literatuur, beelden 2015 bereikte de verzamelsite canonsociaalwerk.eu een eervolle aan te bieden. De eerste woningbouwverenigingen waren een feit. en documenten vinden. tweede plaats in de Publieksprijs voor de beste historische site. Van de Canons maatschappelijke opvang (2012), zorg voor de Eene matige rente jeugd (2013) en gehandicaptenzorg (2014) zijn in hoge oplages Als een van de eersten in Nederland, overigens ook in Europa, boekedities verschenen. Deze uitgave van de Canon volkshuis­ merkte sociaal predikant Ottho Heldring (1804-1876) deze vesting is de vierde in deze reeks. Zij is mogelijk gemaakt door ­initiatieven op. In een boek over armoede uit 1844 riep hij op de steun van Aedes, het ministerie van BZK en een groot aantal tot navolging in Nederland. Een aantal van zijn Amsterdamse woningcorporaties. Dat alles is een verheugend teken. De sociale geschiedenis lijkt langzaam maar zeker terug te keren van weggeweest. Het er bij Op voorspraak van predikant stil blijven staan is – in deze tijden van verandering – weer de Ottho Heldring (links) namen moeite waard aan het worden. Dat is precies wat we met deze de doopsgezinde bankier C.P. van Eeghen (midden) en Canon volkshuisvesting willen bereiken. het Kamerlid (en bier­brouwer) Jan Messchert van Vollenhoven, November 2016 later burgemeester van Amsterdam, het initiatief tot de Jos van der Lans en Margriet Pflug eerste woningbouwvereniging.

8 9 Goudsbloemgracht in Amsterdam, vrienden, onder wie de doopsgezinde bankier C.P. van Eeghen in 1853 geschilderd door Willem (1816-1889), gaven gehoor. Zij richtten in 1852 de eerste Neder- Hekking (1822-1904). De grachten landse woningbouwvereniging op: de Vereeniging ten behoeve der waren broedplaatsen van ziekten. Arbeidersklasse te Amsterdam. De vereniging gaf aandelen uit van het toen kapitale bedrag van 2.000 gulden (omgerekend ongeveer 20.000 euro nu). Dit geld werd geïnvesteerd in goede, goedkope woningen. De eerste werden gerealiseerd op de grond van een voormalig kantoor van de Oostindische Compagnie op het eiland Oostenburg. Ze moesten ‘eene matige rente’ opbrengen. In het werk van de woningbouwvereniging stonden begrippen als ‘reinheid’, ‘zindelijkheid’, ‘huiselijkheid’ en ‘zedelijkheid’ ­ centraal. De bedstede en strozak maakten plaats voor het ­ledikant. ­Woningen kregen aparte kook- en droogruimten. Zij wer- den aan­gesloten op de nieuwe waterleidingen en riolen. Van de huurders, vaak geschoolde arbeiders of mensen uit de midden- klasse, werd ook het een en ander gevraagd. Eén van hen moest vaak zelf – tegen vergoeding – de huur ophalen. Het huurreglement was uitgebreid en streng. Bij openbare dronkenschap, maar bij- voorbeeld ook bij wanbetaling, kon men rekenen op onmiddellijke huisuitzetting.

Kapitalistische filantropie Na het Amsterdamse initiatief zag in veel Nederlandse grote steden of industriële kernen een woningbouwvereniging het licht. Vaak georganiseerd naar het voorbeeld van de Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse. In de loop van de negentiende Wooncoöperaties eeuw vormden ook arbeiders zelf coöperatieve woningbouw­ verenigingen. De opkomende arbeiders­ ­hadden. De spaarcenten van Exacte aantallen zijn niet bekend, maar ten minste tweehonderd beweging en het socialisme de arbeiders bleken eigenlijk verenigingen bouwden in de loop van de negentiende eeuw meer drukten ook hun stempel op overal ontoereikend en steeds dan 10.000 woningen. Dat was maar een paar procent van alle de negentiende-eeuwse had men de stedelijke elite nieuwbouw. Daarom is wel laatdunkend gesteld dat hun woning- ­sociale woningbouw. Sterker nodig om de bouwplannen Openbare aanbesteding, 1874. blokken erbij lagen als ‘enige eilandjes in de krottenzee’ – om nog: de coöperatieve Bouw­ te realiseren. Daarnaast wan- een bekend citaat van historicus I.J. Brugmans (1896-1992) te maatschappij ter Verkrijging trouwde de overheid het gebruiken. Vrijwel al deze verenigingen zijn later opgeslokt van Eigen Woningen in Amster- ­coöperatieve model gericht door de veel grotere, door de overheid gesteunde (toegelaten) dam, opgericht in 1868, is op winstdeling en weigerde woningcorporaties. wel de eerste daad van het coöperaties leningen en Al was hun aandeel in de tijd zelf gering, deze particuliere vereni- communisme in Nederland ­sub­sidie. Maar in de actuele gingen vormden wel een belangrijke inspiratiebron en leerschool Vaandel van de Coöperatie genoemd. Arbeiders wilden discussies over de participatie- voor hoe de woningkwestie aangepakt kon worden. De Woning- Eigen Woning, opgericht in via coöperatieve verenigingen samenleving staat de coöpera- wet van 1901 werd opgesteld door bestuurders van particuliere 1876 in Sneek. zelf woningen bouwen en be- tie, en ook de wooncoöperatie, woningbouwverenigingen. Een centrale gedachte was dat volks- heren. Deze woningcoöperaties weer in de belangstelling. Op huisvesting de markt niet moest verstoren en geen liefdadigheid schoten als paddenstoelen uit initiatief van PvdA-politicus moest zijn. Men wilde de armen helpen zichzelf te helpen. Een de grond, met een handvol tot Adri Duivesteijn is dit model eenmalige geldinvestering moest rendement opleveren en zo enkele Honderden huizen in verankerd in de Woningwet zou een roulerend fonds (revolving fund) tot stand komen. Geen bezit. en krijgen wooncoöperaties zo filantropie dus, hooguit ‘kapitalistische filantropie’. Soortgelijke Toch verliep de geschiedenis toegang tot financiële onder- gedachten zijn in de discussies over de volkshuisvesting tot op de niet zoals zij wel gehoopt steuning. dag van vandaag te beluisteren. 10 11 1854 Verslag aan den Koning Het verband tussen huisvesting en gezondheid GOEDE WERKMANSWONINGEN – VENTILATIE – GEZONDERE BEVOLKING – SFEER VAN OPTIMISME

‘In het lage, bedompte en kleine vertrek, met Rondom 1900 leefden meer dan een miljoen Nederlanders vuile, bemorste en vochtige muren kunnen bij in een situatie die grote geen mogelijkheid de stralen der zon doordringen; overeenkomsten vertoont met de slums van de huidige (...) De holwangige en dikbuikige kinderen dragen Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse metropolen. op hunne vermagerde beenen een bleek en door Auke van der Woud beschrijft water opgezet ligchaam; twee hunner werden in in Koninkrijk vol sloppen (2010) op een indringende wijze het laatste jaar aan typhus behandeld.’ deze schaduwkant van de industrialisatie.

Het citaat komt uit het rapport van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIvI): Verslag aan den Koning over de vereischten en inrigting van arbeiderswoningen, 1854. De beschreven woning is van huurder A. Broekhuis, die met vrouw en zes kinderen midden in Arnhem woont. Hij betaalt 80 cent per week voor zijn schamele Openbare hygiëne vertrekje bij een gemiddeld loon voor een werkman in die tijd De samenstellers van het KIvI-rapport zijn aanhangers van de tussen de 75 cent en 1 gulden per dag. Het is maar een van de gezondheidsleer, een nieuwe overtuiging dat je besmettelijke vele voorbeelden die de onderzoekscommissie van het KIvI aan- Samuel Sarphati (1813–1866) ziekten kunt voorkomen door allerlei preventieve maatregelen Cholera, in de volksmond haalt om te laten zien hoe slecht het op dat moment gesteld is was arts, chemicus, weldoener als openbare en persoonlijke hygiëne, betere gezondheidszorg en ‘de blauwe dood’, zorgde in met de woningen van de werkende stand. en broodfabrikant die een voeding én goede geventileerde woningen. Dat leidt uiteindelijk de negentiende eeuw voor Het KIvI legt – als eerste in Nederland – een verband tussen belangrijke rol speelde in de tot een gezondere bevolking die harder kan werken; een stimulans ontwikkeling van het onderwijs, grote aantallen slachtoffers. huisvesting en gezondheid; tegenwoordig een vanzelfsprekende voor economische groei. Het past naadloos in de negentiende- Gemeenten riepen aparte de volksgezondheid, de steden­ relatie, maar in 1854 beslist nog niet. In de ogen van de commissie eeuwse sfeer van optimisme over de mogelijkheden van weten- cholera-commissies in bouw en de nijverheid van het leven die de bevolking heeft een goede werkmanswoning grote ramen en goede venti- Amsterdam in het midden van schap en techniek. Degenen die goede, goedkope woningbouw aanspoorden vooral schoon latie. Een gezin met vier kinderen heeft een woonkamer nodig de negentiende eeuw. als oplossing zien, vinden hun voorbeelden vooral in Engeland. water te drinken. De laatste met een kachel waarop gekookt kan worden, een keuken met Lithografie: H. Wolff Op de eerste wereldtentoonstelling van 1851 in Londen is – onder en dodelijkste cholera- bergruimte voor kookgerei, een ouderslaapkamer en een slaap­ patronage van prins Albert – een modelblokje arbeiderswoningen epidemie vond plaats in kamer apart voor de jongens en de meisjes. Dat klinkt opmerkelijk gebouwd, dat ook in Nederland veel aandacht krijgt. 1866. Deze kende een modern in een tijd dat de meeste arbeiders nog slapen in een Het KIvI hoopt op snelle actie van de regering om betere woning- epicentrum in Delft en kostte bedstede of een alkoof, een inpandige ruimte zonder ventilatie. bouw voor arbeiders mogelijk te maken. Voorlopig tevergeefs. 21.000 mensen het leven. Stromend water, een eigen toilet en riolering horen nog niet tot De landelijke politiek blijft nog bijna vijftig jaar afkerig van inmen- de verworvenheden van die tijd. Dit is nog de tijd van mesthopen ging in de privésfeer van de woning. Zo is er in 1854 geen Kamer- en vuilnisbelten in de stad, van drinkwater uit de gracht of uit de meerderheid voor het plan van de liberaal mr. Willem Wintgens openbare waterpomp. Volgens het KIvI vergt een goede werk- (1818-1895) om gemeentebesturen de bevoegdheid te geven manswoning een investering van minstens 1.030 gulden tegen huiseigenaren tot woningverbetering te dwingen. De gemeente- een rente van 7 procent. Daarom het advies om alleen nieuwe besturen zijn verantwoordelijk voor volksgezondheid en woning- woningen te bouwen voor werklieden die minimaal een gulden bouw, sinds de Grondwet van 1848. Dus de teneur is dat de ge- per dag verdienen. meentelijke notabelen lokaal maar wat moeten regelen.

12 13 Cholera-epidemie Wel neemt het tweede kabinet-Thorbecke in 1865 een aantal wetten aan die staatstoezicht op de volksgezondheid mogelijk maken via provinciale geneeskundige raden. Dat is nodig want er heerst grote angst voor besmettelijke ziekten – zoals cholera – die in korte tijd veel slachtoffers maken. Zo overlijden er bij een cholera-epidemie in 1866/1867 in korte tijd minstens 21.000 mensen. Extra beangstigend omdat nog niemand weet hoe je ziek wordt. Pas in de jaren tachtig van de negentiende eeuw

Voor de negentiende eeuw gooide men emmertjes poep in een gracht, sloot of beerput. Met de industrialisatie nam de stedelijke bevolking zo sterk toe dat de poepstank in de steden ondraaglijk werd. Gemeenten besloten daarom poep op te halen. Dit gebeurde met een strontkar of beerwagen, ook wel spottend de boldootkar genoemd. Boldoot was ooit een bekend eau-de-cologne-merk.

blijkt een bacterie de boosdoener, die zich verspreidt via besmet ­drinkwater. De provinciale geneeskundige raden berichten geregeld over getouwtrek met gemeenten over de begrenzing van de gemeen- telijke verantwoordelijkheid: ligt die alleen bij de bestrijding van epidemische ziekten of óók bij het helpen voorkomen daarvan, bijvoorbeeld door woningen te laten bouwen die niet vochtig zijn? En dan ‘vochtig’ vaak in de zin van een houten loopplank op de vloer nodig hebben om droge voeten te houden. Het pleit zal pas beslecht worden in 1901 met het aannemen van de ­Woningwet gecombineerd met de Gezondheidswet.

Hygiënisten

Jonge politiek geëngageerde bare lezingen en bemoeien schone kleding, gezond eten, geneeskundigen leggen zich zich zelfs met plannen voor schoon drinkwater, frisse lucht in de loop van de negentiende stadsuitleg, zoals dokter en goede verwarming. Bijna eeuw toe op verbetering van ­Samuel Sarphati (1813-1866) alle hygiënisten van het eerste de openbare hygiëne. Zij ver- in Amsterdam. Zo proberen uur zitten na 1865 in de com- zamelen medisch statistisch zij de geesten rijp te maken missies voor geneeskundig materiaal om onderzoek te voor het besef dat openbare staatstoezicht. In die functie kunnen doen naar de oorzaken gezondheid ieders persoonlijke ijveren zij voor schoon drink- van epidemieën. Zij schrijven verantwoordelijkheid is, onge- water, aanleg van riolering, (school)boekjes, pamfletten acht leeftijd of welstandsklas- inentingen en bestrijding van en bijdragen voor populaire se. Zij schrijven over het be- besmettelijke ziekten. almanakken. Zij houden open- lang van een schoon lichaam,

14 15 de sociaalliberalen in 1897 een stevige verkiezingswinst boekten, was het pleit beslecht. In de troonrede van 1898 kondigde de 1901 net aangetreden koningin Wilhelmina een reeks sociale wetten aan die de grondslag zouden leggen voor de Nederlandse ver- zorgingsstaat. Het kabinet-Pierson verwierf daarmee de eretitel De Woningwet ‘kabinet van sociale rechtvaardigheid’. Een stevig hervormings- pakket gaf de overheid een eerste greep op de gezondheidszorg, ‘Een zaak van het Rijk’ het onderwijs, sociale verzekeringen en de volkshuisvesting. Die

KABINET VAN SOCIALE RECHTVAARDIGHEID – PARTICULIER INITIATIEF – 2,5 MILJOEN SOCIALE WONINGEN laatste term werd bewust geïntroduceerd om te benadrukken dat het wonen een groter vraagstuk was dan een probleem van alleen Rond 1900 hing er verandering in de lucht. Het arbeiders huisvesten. Juist die omvattendheid rechtvaardigde dat negentiende-eeuwse liberalisme – waarin de de overheid regulerend moest optreden in het algemeen belang. overheid zich terughoudend opstelde – was Typisch Nederlands over zijn houdbaarheidsdatum heen. De ‘sociale Dat optreden hield wel typisch Nederlandse trekjes. De Woning- wet maakte de volkshuisvesting weliswaar tot een ‘zaak van het quaestie’ speelde steeds hoger op: de verhalen Met de Woningwet kwamen Rijk’, maar wees gemeenten aan als eerste uitvoerder. Zij werden ook de leer- en handboeken die uit de vochtige kelderruimten in de steden vervolgens geacht ‘het particuliere initiatief’ alle ruimte te bieden. over het wonen. De overheid regelde dus uitdrukkelijk niet zelf de volkshuisvesting, Kelderwoning, begin naar boven kwamen, waren meer dan schrijnend. zoals bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk. twintigste eeuw. Arbeiders begonnen zich te organiseren. Om het particuliere initiatief te stimuleren stelde het Rijk via ge­ meenten leningen ter beschikking aan door het Rijk goedgekeurde (jargon: ‘toegelaten’) woningbouwverenigingen. Dankzij deze Dat leverde een klimaat op waarin nieuwe ‘moderne’ opvattingen constructie in de – vooral sociaalliberale – wet passeerde het voor- over gezondheid, wonen en onderwijs een enorme aantrekkings- stel moeiteloos de Tweede Kamer. De confessionele partijen zagen kracht kregen. ‘Sterft gij oude vormen en gedachten’, heette het er elementen in die pasten in in socialistische kringen. De Woningwet uit 1901 is hier onmisken- hun straatje: hogere overheden baar een product van. moeten niet iets afhandelen De wet kende een lang voorspel. In het laatste kwart van de wat door lagere overheden negentiende eeuw waren er al bij herhaling mensen opgestaan gedaan kan worden (het katho- die vonden dat de overheid moest gaan ingrijpen. De particuliere lieke subsidiariteitsbeginsel) woningbouwverenigingen waren een druppel op een gloeiende en elke levenskring regelt zijn plaat. De ‘eilandjes in de krottenzee’ die zij tot stand brachten, eigen zaken (de pro­testant- waren volstrekt onvoldoende om de groeiende groep laagbetaalde christelijke soevereiniteit in arbeiders aan een fatsoenlijk huis te helpen. Er moesten meer eigen kring). In de conserva- mogelijkheden komen. Maar lange tijd waren de pleidooien om tieve Eerste Kamer haalde de deze instellingen makkelijker toegang te verschaffen tot kapitaal Woningwet de eindstreep met stukgelopen op een granieten politieke muur: de angst voor een een krappe meerderheid, waar- te machtige overheid. na zij per 1 augustus 1902 in werking trad. Doorbraakrapport Vlak voor de eeuwwisseling kwam de doorbraak in het Congres Ministers uit het kabinet Pierson Primeur Leiden en Den Haag voor Openbare Gezondheidsregelingen – een samenwerkings­ (1897-1901). Staand v.l.n.r. Het duurde vervolgens een aantal jaren voordat de wet effect verband uit 1895 van sociaalliberale politici, ambtenaren, artsen luitenant-generaal K. Eland, mr. kreeg. Gemeenten konden nu wel meteen woningen onbewoon- en ingenieurs. Ze werden het met elkaar eens over een nieuwe W.H. de Beaufort, C. Lely, mr. P.A. baar verklaren en slopen, maar voor nieuwbouw moesten zich Cort van der Linden; zittend v.l.n.r. De Woningwet maakte het aanpak van het gezondheids- en woningvraagstuk. In 1896 eerst woningbouwverenigingen melden. Dat duurde een tijdje jhr. J.A. Röell, mr. H. Goeman gemeenten mogelijk om werd het nog eens tot in detail uitgewerkt in een rapport over Borgesius, mr. N.G. Pierson en J.T. want die moesten worden opgericht, leden werven, statuten krotwoningen onbewoonbaar ‘het vraagstuk van de volkshuisvesting’ van een gezaghebbende Cremer. Borgesius was de eerst opstellen en die naar Den Haag sturen, waar dan nog een hele te verklaren en te laten commissie (met daarin H.L. Drucker, prof. H.B. Greven en mr. J. verantwoordelijke minister voor ballotage te wachten stond. Daarbij werd er vooral op gelet dat slopen. Kruseman) van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Toen de Woningwet. winst (exploitatieoverschot) weer ten goede zou komen aan de

16 17 De Groninger arts Pieter en de Vereniging Volksbelangen in Den Haag. Zij zijn op 20 juli Bloemers Middendorp (1877-1958) 1904 officieel toegelaten. Eigenlijk had de Amsterdamse woning­ bracht de slechte woonomstan- bouwvereniging Rochdale, een initiatief van werknemers bij de digheden in beeld met behulp Amsterdamse (paarden)trammaatschappij, deze primeur verdiend. van fotografie. Samen met de Maar de regering hield bij hun aanvraag de boot af. De vereniging Winschoter fotograaf Tonnis Post trok hij door het Groninger had onvoldoende afstand genomen van de mogelijkheid dat platteland. De foto’s gebruikte leden ook deelden in de winst. Daardoor duurde het tot 1906 hij voor publicaties en lezingen. voordat Rochdale werd toegelaten. In deze plaggenhut met twee bedsteden in Oostwedde Gouden koorden woonden een man, vrouw en Pas na 1910 begint de bouwproductie van woningwetwoningen zes kinderen. De foto is uit 1907. op gang te komen, waarbij gemeenten vanaf 1915 – meer dan De Middendorp-collectie wordt beheerd door het Openlucht de bedoeling was – een belangrijk aandeel in deze productie zelf Museum. uitvoerden, omdat woningbouwverenigingen het voor de aller­ armste groepen lieten afweten. In feite blijft het basisprincipe van de Woningwet (goedkoop geld voor goedkope en goede woningen) gedurende de hele twintigste eeuw overeind. Zij het dat de politieke portefeuille volkshuisvesting in Den Haag wel steeds meer geld opslurpt, waardoor woningbouwverenigingen met ‘gouden koorden’ steeds vaster aan de rijksoverheid worden geklonken. Onder het regime van de Woningwet uit 1901 wordt een in de wereld uniek aantal sociale huurwoningen gerealiseerd. In ruim Amsterdam 1892, steeg volkshuisvesting en niet aan de leden. Coöperatieve verenigingen honderd jaar zijn er ruim 2,5 miljoen sociale woningen gebouwd. Gebed zonder End. werden daardoor niet toegelaten. In 1900 woonden gemiddeld 5 personen in een woning van nog Foto: Jacob Olie. De eerste woningbouwverenigingen die deze procedure met geen 50 vierkante meter: minder dan 10 vierkante meter per ­succes doorstonden, waren de Vereniging ter bevordering van bewoner. Nu wonen er gemiddeld 2,4 personen in een (nieuwe) den Bouw van Werkmanswoningen te Leiden (onder leiding van woning van 160 vierkante meter: ruim 65 vierkante meter per H.L. Drucker en prof. H.B. Greven, niet toevallig beiden auteurs persoon. Dat komt neer op ruim veertig maal het gebouwd van het rapport van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen) woonoppervlak van rond 1900. 18 19 Het werk van Octavia Hill kreeg in Nederland bekendheid door het boek Over arbeiderswoningen, dat Helene Mercier in 1886 1903 publiceerde. Twee bij de eerste Amsterdamse sociale woning- bouw betrokken vrouwen, Johanna ter Meulen en Louise Went, trokken begin jaren negentig van de negentiende eeuw naar Londen Wonen moet je leren om daar het vak te leren. Toen in 1901 de nieuwe Woningwet een aanzienlijke uitbreiding van het aantal door woningbouw- Het woonbeschavingsoffensief verenigingen gebouwde sociale huurwoningen mogelijk maakte,

WONINGOPZICHTERESSEN – WOONMAATSCHAPPELIJK WERK – ONMAATSCHAPPELIJKHEID – TOKKIES – ASOWONINGEN voorzagen zij dat het woningwerk een enorme vlucht zou nemen.

Wonen moet je leren – met die beschavings­ Johanna ter Meulen (l) liet zich inspireren door het werk van de missie was Octavia Hill (1838-1912) in de jaren Engelse Ottavia Hill (r), die vanaf zestig van de negentiende eeuw in Londen de jaren zestig in de negentiende eeuw was begonnen met sociaal begonnen met het sociaal beheer van woningen beheer van woningen waarin arbeidersgezinnen een plek waarin de armste arbeidersgezinnen een plek kregen. Ter Meulen nam in 1903 kregen. In haar ogen was goede ­volkshuisvesting het initiatief tot een Vereniging van Woningopzichteressen. Zeeburgerdorp, 1927 – Woon­ een voorwaarde voor volksontwikkeling. Door opzichteres Schuurmans met kinderen van bewoners. persoonlijke contacten konden woning­opzich­ stadsarchief amsterdam teressen de arbeidersklasse verheffen tot een Daarom namen zij in 1903 het initiatief tot de oprichting van een hoger beschavingspeil. Vereniging van Woningopzichteressen – de eerste ‘sociaal werk’- beroepsvereniging in Nederland. De woningopzichteressen waren zeer sociaal bewogen en actief betrokken bij hun bewoners, inden wekelijks de huur en zagen toe op zaken als schoolbezoek van de kinderen, een verbod op huisdieren of het drogen van de was in de woonkamer, een verplicht wekelijks bezoek aan het badhuis en het verplicht ge- bruikmaken van de gemeenschappelijke wasgelegenheid voor het wassen van kleding. Wonen werd door hen ook vooral gezien als een onderlinge vrouwenzaak, omdat vooral vrouwen over de talenten beschikten om ‘van vrouw tot vrouw’ bewoonsters van persoonlijk advies te dienen. Mannen waren doorgaans uithuizig en hadden daar nu eenmaal geen kaas van gegeten.

Woonscholen Dit beschavingsoffensief was zeker succesvol. Maar er bleef een groep mensen die zich hier weinig aan gelegen liet liggen. Voor deze groep ‘asocialen’ kwam in de loop van de twintigste eeuw de term ‘onmaatschappelijkheid’ in zwang. Voor hen werkte de vrouwelijke overtuigingskracht niet meer, zij moesten met harde hand heropgevoed worden, in aparte woonwijken. Zo ontstonden ‘inrichtingen voor het onderbrengen van toezicht vereischenden gezinnen’, later aangeduid als woonscholen, zoals Zeeburgerdorp (eerst houten barakken in 1918 en vanaf 1926 in een speciaal Ingang Woonschool ontworpen dorp) en Asterdorp (1927) in Amsterdam, Zomerhof Zeeburgerdorp, 1934 in Den Haag (1921) en het Kerkwegcomplex in Utrecht (1925). stadsarchief amsterdam Gelegen aan de rand van de steden werden het – ondanks alle

20 21 goede bedoelingen – vanzelf achterbuurten. Wie daar woonde, wonen – ze geven professionals en instanties handenvol werk deugde niet; asocialen, zoals ze in de volksmond werden aan­ –, maar in de media kunnen ze soms omgetoverd worden tot geduid. dekselse rebellen. De romantische echo van Milikowski krijgt Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er vanuit dezelfde nogal eens een perverse vervorming – zie de eindeloos herhaalde ­filosofie Gezinsoorden voor Moeilijk Opvoedbare Gezinnen, lotgevallen van de Familie Flodder en de heldenstatus die de veelal geïsoleerd gelegen in landelijke gebieden van Drenthe en Tokkies ooit wisten te bereiken. Wat ooit onder de burgerij vooral Overijssel. De zorg voor asociaal en onzedelijk gedrag groeide afschuw wekte, kan in onze mediacultuur moeiteloos tot vrolijk in de jaren van wederopbouw enorm. De bloeiperiode van de amusement verheven worden. onmaatschappelijkheidsbestrijding is dan ook van relatief recente Maar zo vrolijk is de werkelijkheid niet. Zeker in achterstands­ datum: 1955-1965. wijken, met een zeer heterogene bevolkingssamenstelling, gaat het (samen)wonen niet vanzelf goed. Mensen bezorgen elkaar Lof der onaangepastheid (geluids)overlast, en achter de voordeur wil ook nog wel eens Daarna keerde het tij. Het denken veranderde De Tokkies hebben laten zien hoe het nodige misgaan (mishandeling, verwaarlozing kinderen). bijna 180 graden, ­onder meer door het werk snel onaangepast gedrag in de De laatste decennia trekken daarom opnieuw steeds meer van Herman Milikowski, Lof der onaangepast­ huidige mediacultuur moeiteloos ­professionals de buurten en woningen in om sociale processen in heid (1967). Het ging er niet om deze mensen tot vrolijk amusement verheven goede banen te leiden. Ze noemen zich geen woningopzichteressen kan worden. de beschavingsles te lezen, maar juist in hun meer, maar buurtbeheerders, buurtconciërges, huismeesters, eigenheid, hun onaangepastheid, te waarderen. sociale beheerders en buurtregisseurs, die steeds vaker weer in Dit nieuwe, nogal romantische denken dienst zijn van woningcorporaties. Ze strijden ook minder dan ­be­tekende de definitieve nekslag voor de hun voorgangsters tegen verpaupering en verkrotting; ze hebben woningopzichteressen. In 1953 vierde de hedendaagse doelen: leefbaarheid, veiligheid, activering. vereniging nog wel het vijftigjarig bestaan, Maar wie ze over hun werk hoort praten, merkt maar in 1959 veranderde ze de naam in al snel dat ze uit een vergelijkbare (sociale) ­Vereniging voor Sociaal Woningbeheer, die houtsoort gesneden zijn als hun verre snel daarna een stille dood stierf. Langzaam voorgangers­ ruim een eeuw geleden. maar zeker schaften de woningbouwvereni- gingen in de decennia daarna het woonmaat- Met het werk van Herman schappelijk werk af. Dat was overbodig geworden. Zo ging je Milikowski, Lof der onaangepast­ niet met burgers om, was de nieuwe optimistische­ opvatting. heid (1967) veranderde het denken De praktijk bleef echter weerbarstig. Er bleven gezinnen/mensen over onmaatschappelijk­heid. wier gedrag niet door de beugel kon. Deze gezinnen werden Het ging er niet om mensen de officieel niet langer als ‘onmaatschappelijk’ of ‘asociaal’ gedis- beschavingsles te lezen, maar juist in hun eigenheid, hun kwalificeerd, maar minder terechtwijzend geduid in termen van onaangepastheid, te waarderen. ‘overlast’. Maar als het dan langdurig de spuigaten uitliep, dook als vanzelf weer de gedachte op om deze mensen ergens af te zonderen: van degradatiewoningen (voor het eerst zo benoemd door wethouder Bax in Bergen op Zoom), via wooncontainers (vanaf 1993 een initiatief uit Kampen) tot het Amsterdamse ­project Skaeve Huse: een aparte woonvoorziening naar Deens Asterdorp voorbeeld voor mensen die in hun woonsituatie regelmatig over- last veroorzaken op een locatie waar ze anderen niet storen en In 1927 verrees aan de noord- wat er van dit ideaal is gewor- onder toezicht van een professionele woonbegeleider. Wilders kant van het IJ in Amsterdam den. Een geschiedenis van radicaliseerde deze aanpak in 2011 met zijn pleidooi voor het Asterdorp, een wijk voor ­verheffing en vernedering in inrichten van ‘tuigdorpen’. ­‘ontoelaatbaren’, asocialen. een wijk die in 1955 stilletjes Om de wijk stond een muur, werd gesloopt. Op de volgende Vrolijk amusement erachter lag een ideaal: ver- pagina een becommentarieerde Met uitzondering van het Skaeve Huse-project, dat in verschil- heffing van de armste, lastigste plattegrond van het Asterdorp. lende steden navolging heeft gekregen, zijn de meeste van deze arbeiders tot beschaafde (ILLUSTRATIE BERNARD VAN LAMMEREN) wegzet-initiatieven niet erg succesvol geweest. Er is ook iets ­burgers. Voor zijn proefschrift dubbelzinnigs aan de hand. Niemand wil naast een asociaal gezin onderzocht Stephan Steinmetz Zie: asterdorp.amsterdam.nl.

22 23 24 25 zijn de wetenschappers Hendrik Drucker (1857-1917) en Hendrik Barend Greven (1850-1933) nauw betrokken. Beiden zijn goed 1904 ingevoerd in de materie want zij leverden zelf belangrijke input voor de Woningwet. De Leidse vereniging legt in haar statuten keurig vast ‘uitsluitend in het belang van verbetering der volks- Eerste toegelaten instelling huisvesting werkzaam’ te zijn en ziet nadrukkelijk af van ‘geldelijk voordeel’ voor belanghebbenden. De vereniging zal huren vragen ‘Uitsluitend in het belang van verbetering der volkshuisvesting’ die passen in de lokale woningmarkt en over belangrijke besluiten

GEEN WINSTDELING – PIEKJAAR 1921: 25.000 WONINGEN - FORSE DALING VANAF 1970 – STICHTINGSVORM toestemming van de gemeente vragen. Het loopt de eerste jaren niet storm met de aanvragen voor een In 1901 is de Woningwet er dan eindelijk, met de toelating. In 1906 zijn er 14 toegelaten instellingen, in 1913 301. mogelijkheid om – ondersteund met overheids- De bestuurders komen uit lokale afdelingen van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen en gaandeweg ook steeds meer uit de geld – ‘toegelaten instellingen’ krotten te laten verzuilde arbeidersbeweging. Kort na wat dan nog de Grote Oorlog opruimen en betaalbare huurwoningen te laten (1914-1918) heet, stijgt het aantal toelatingen explosief naar 743 in 1920 en naar 1.340 in 1922, dankzij crisismaatregelen van de bouwen en beheren. Maar wat is dat dan, zo’n regering en dankzij een oproep van de Nationale Woningraad in toegelaten instelling? 1917 tijdens een drukbezocht woningbouwcongres om haast te maken met bouwen. De eerste toegelaten Anton van Gijn moest de criteria woning­bouwvereniging, de Niemand weet het nog precies. Een schone taak voor de conser- vast stellen op basis waarvan Stichtingen Vereeniging ter Bevordering vatief-liberale mr. dr. Anton van Gijn (1866-1933), ambtenaar woningbouwverenigingen Door de oorlog is er gebrek aan bouwmaterialen en arbeidskracht; van den Bouw van Werk­- bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, om dat nader uit te konden worden toegelaten. het kost drie keer zo veel om een huis te bouwen. Particuliere mans­woningen in Leiden, werken. Daar is hij met zijn medewerkers wel een jaartje of drie bouwers laten massaal verstek gaan: hun productie keldert van werd bestuurd door de bevlogen wetenschappers zoet mee. 23.000 woningen in 1912 tot 2.500 in 1918. Door Europa waart Hendrik Drucker (1857-1917) Er zijn op dat moment lokaal al een paar honderd woningbouw- en Hendrik Barend Greven verenigingen, stichtingen en coöperaties actief zónder toelating (1850-1933). Beiden waren of geld van de rijksoverheid. Bij hen rijst de vraag: gaan we voor Brede taak goed geïnformeerd, want een toelating of niet? Natuurlijk, het overheidsgeld lokt. Wat je volkshuisvesting nauw betrokken bij de daar niet allemaal mee voor elkaar zou kunnen krijgen. Maar alle tot standkoming van de regels waaraan ze ongetwijfeld zullen moeten voldoen, zijn een Rond 1900 is er debat over Woning­wet. Dat hielp erg bij de ballotage. struikelblok voor de vrijwillige bestuurders. Toestemming van de ­allerlei facetten van de sociale gemeente bij belangrijke beslissingen bijvoorbeeld. Nu werken woningbouw. Maar over één ze – zonder een toelating – al nauw samen met de gemeente. kwestie waren velen het eens: Of – wat ook veel voorkomt – hebben ze gebouwd ondanks de de brede taak van woning­ langdurige tegenwerking van de gemeente. Op lokaal niveau is nog corporaties. Vandaag de dag is lang niet iedereen overtuigd van de noodzaak van de Woningwet. dat wel anders. Er wordt veel Sterker, in veel gemeenteraden bestaat er grote weerstand. gesproken over ‘terug naar de

Nog zoiets dat lokaal de wenkbrauwen doet fronsen: de voorkeur kerntaak’ en bemoeienis van b ra ant w onen foto van de regering voor verenigingen boven coöperaties. De eerste woningcorporaties met de aanvraag tot ‘toelating’ komt van zo’n coöperatie: Rochdale, een leefbaarheid, bijvoorbeeld door maatschappelijke groep wer- badhuizen. Ze ondersteunen initiatief van werknemers bij de Amsterdamse (paarden)tram- het beheer van scholen, is een ken. Ook is het in het begin buurtcomités, sportverenigin- maatschappij. Van Gijn houdt de boot lang af, totdat Rochdale beetje verdacht. In de Woning- van de twintigste eeuw onom- gen, enzovoorts. Alles ter in haar statuten feitelijk afstand neemt van alles wat riekt naar wet van 1901 werd nog na- streden dat woningcorporaties ­‘verheffing des volks’, een van coöperatieve winstdeling. drukkelijk gekozen voor ‘volks- zich bezighouden met de de belangrijkste doelen van huisvesting’ in plaats van ­leefbaarheid van de buurt. onder andere de Maatschappij Leiden is de eerste ‘arbeidershuisvesting’, zoals in Ze investeren in alles wat we tot Nut van ‘t Algemeen, waar De allereerste toelating gaat in 1904 naar de Vereeniging ter andere landen gebruikelijk is. nu ‘maatschappelijk vastgoed’ veel vrijwillige corporatiebe- Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen in Leiden. De politiek wil graag dat noemen. Ze richten wijklokalen stuurders van het eerste uur En dat is niet voor niks. Bij deze vereniging (al in 1891 opgericht) corporaties­ voor een brede op, bibliotheekjes, scholen, vandaan kwamen.

26 27 1910 Fabrieksdorpen Verlichte ondernemers bouwen woningen voor hun arbeiders VERLICHTE FABRIKANTEN – TEGENHANGER REVOLUTIEBOUW – DORPS - TUINDORPEN

De Arbeidsenquête van 1887 draagt de veelzeggende­ ondertitel Een kwaad leven. De verhoren over de arbeidstoestanden in Amsterdam, Maastricht en Tilburg staan in alle kranten en doen een golf van verontwaardiging door Nederland gaan. Maar het betekent nog

Philipsdorp, Annastraat, 1910. niet gelijk betere arbeidsomstandigheden en betere woningen voor het groeiend aantal industriearbeiders.

Tot ver in de twintigste eeuw bovendien het spook van de revolutie, ook in Nederland dreigt Dat probleem wordt steeds nijpender, omdat er eind negentiende waren bestuurders van woning­- sociale onrust. Woningbouwverenigingen en gemeenten krijgen ‘Ik ben overtuigd, dat degenen eeuw vaart komt in de industriële ontwikkeling in het kielzog van bouw­verenigingen onbezoldigd. van de regering ruimere financieringsmogelijkheden en exploitatie­ die het meest doen om het de aanleg van spoorwegen, havens en zeewegen. Ter illustratie: Dat veranderde na de Tweede bijdragen, als ze maar bouwen. Gemeenten waar de socialisten aan zedelijk en stoffelijk belang tot 1895 groeit de industriële beroepsbevolking jaarlijks met Wereldoorlog. Grote corporaties de macht zijn, doen er financieel vaak nog een schepje bovenop. hunner arbeiders te leren gemiddeld 5.000 arbeiders. Daarna is de groei ineens jaarlijks stelden toen bezoldigde be- kennen en te bevorderen, op Uit deze tijd dateren de internationaal vermaarde ‘arbeiders­ 12.000 arbeiders. ­stuurders aan. Kleine verenigingen den duur ook de beste zaken bleven echter lange tijd gerund paleizen’ in steden als Hilversum, Amsterdam en Groningen. In doen.’ Er zijn in Nederland in 1888 wel enkele voorbeelden van verlichte door vrijwilligers. Zoals dit bestuur piekjaar 1921 bouwen al die toegelaten instellingen en gemeenten Charles Stork (foto) in 1888, fabrikanten die het beste met hun arbeiders voor hebben. Zoals de van Eigen Bezit in Den Bosch. samen bijna 25.000 sociale huurwoningen. Kort daarna breekt de machinefabrikant. Zijn zoon gebroeders Salomonson, die in 1852 naar Engels model arbeiders­ Het bestuur werd in 2007 ge-­ regering de steunmaatregelen voor sociale huur weer af en zakt Coen bouwde in Hengelo woningen laten bouwen bij hun splinternieuwe stoomweverij in fotografeerd met op de achter­- de bouwproductie van toegelaten instellingen naar gemiddeld het tuindorp ‘t Lansink voor Nijverdal, en Jacques van Marken (1845-1906) die datzelfde doet grond een tekening van hun verre 5.000 woningen per jaar. Stork-arbeiders. in Agnetapark bij zijn Gist- en Spiritusfabriek in Delft. Maar het voorgangers: het bestuur uit 1926. Niet lang daarna hielden ze Sinds 1970 daalt het aantal toegelaten instellingen gestaag door zijn eind negentiende eeuw druppels op de gloeiende plaat. De het toch voor gezien. In 2009 fusies. In 1970 zijn er nog 1.022. Tussen 1990 en 2010 halveert meeste industriële arbeiders wonen en werken in erbarmelijke werd het bezit van 121 woningen het aantal van 824 naar 401. In 2014 zijn er 363. Een andere trend omstandigheden. Veel fabrikanten zien hun arbeiders als productie­ overgedragen aan woningstichting is de omzetting van verenigingen naar de stichtingsvorm. Die trend middelen, niet als mensen, zeker in de vele bedrijfstakken met Huis & Erf uit Schijndel. werd in de hand gewerkt toen vanaf de Tweede Wereldoorlog het vooral ongeschoolde arbeiders. Tekenend is de cynische uitlating lidmaatschap van de vereniging steeds minder vaak een exclusief van de Wageningse steenfabrikant Arend Nicolaas Costerus recht gaf op een woning. De overheid wilde dat alle woningen aan (1844-1913) rond 1900: ‘Arbeiders moest je ’s winters, net als alle woningzoekenden werden aangeboden, waardoor de vereni- bieten, kunnen inkuilen.’ De steenproductie ligt in de winter stil. gingsstructuur door corporaties zelf steeds vaker als een residu En wat moet je dan met al die ongeschoolde arbeiders? van vervlogen tijden werd gezien, die verdere professionalisering eerder in de weg stond dan vooruitbracht. De verzelf­standiging Vanaf 1910 zijn er steeds meer voorbeelden van Nederlandse van woningcorporaties in de jaren negentig betekende de defini- fabrikanten die huizen voor hun arbeiders bouwen. Ze moeten tieve nekslag voor de verenigingsstructuur. ook wel, want meestal bouwen ze hun fabrieken op goedkope 28 29 Gist- en spiritus-fabrikant grond buiten de stad. Om steeds over voldoende arbeidskrachten Batadorp in Best (1934) behoort De fabrieksdorpen laten een hang zien naar de vermeende Jacques van Marken was te kunnen beschikken kun je dan maar beter ook gelijk huizen tot de bekendste fabrieksdorpen. ­geborgenheid van de dorpse samenleving van weleer: laagbouw eind negentiende eeuw een bouwen. En investeren in scholingsmogelijkheden en allerlei aan pleintjes, hofjes en gebogen straten, soms met een rieten pionierende sociaal ondernemer. voorzieningen zoals winkels, badhuizen, verenigingsgebouwen kap om de illusie compleet te maken. Grote tuinen bieden de In 1884 realiseerde hij in het en stadsparken. Anton Philips (1874-1951) met zijn Philipsdorp arbeiders – heel praktisch – ook gelegenheid om zelf groenten en naar zijn vrouw genoemde Agneta-park in Delft een in Eindhoven en Coen Stork (1865-1934), de zoon van Charles aardappelen te kunnen verbouwen. De dorpen zijn doelbewust zestigtal arbeiderswoningen. Stork (1822-1895), met ’t Lansink in Hengelo zijn de eersten in tegenhangers voor de dicht opeengepakte arbeiderssloppen en de twintigste eeuw. Ook de Staatsmijnen laten in Zuid-Limburg haastig gebouwde arbeiderswijken in de stad. Enkele voorbeelden: de ene na de andere ‘kolonie’ bouwen voor hun mijnwerkers. Rooie Buurt (1912) in van scheepsbouwer Arie Smit De gevestigde orde ziet woningbouw bovendien als een probaat (1845-1935), Heijpaat (1914) van de Rotterdamse Droogdok- middel tegen het spook van de revolutie en het socialisme. Een maatschappij, Heveadorp (1916) in Renkum van bandenfabrikant angst die alleen maar meer aangewakkerd raakt door de Eerste Dirk Frans Wilhelmi (1877-1936), de Vinkenhof (1921) in Tiel van Wereldoorlog (1914-1918) en de Russische revolutie (1917). metaalwarenfabriek Daalderop en Batadorp (1934) in Best van schoenenfabriek Bata.

Nog steeds geliefd Op basis van vroege Engels zou eigenaar van de grond De fabrieksdorpen zijn geliefde plekken gebleken om te wonen. praktijkvoorbeelden schreef zijn en uit de waardestijging Nog steeds. Een aantal heeft een monumentenstatus gekregen. Ebenezer Howard (1850-1928) gemeenschappelijke voorzie- In de loop van de tijd zijn de woningen meestal ondergebracht in de periode 1898-1902 zijn ningen betalen. Hij bedacht bij een woningcorporatie. Soms zijn ze verkocht. invloedrijke boek Garden Cities een groene landbouwzone of To-Morrow. Daarin pleit rondom elke garden city om de Het idee dat je als werkgever verantwoordelijk kunt zijn voor hoe hij voor verzoening tussen de groei van de stad te beperken. je medewerkers wonen, bleef ook na de Tweede Wereldoorlog Ebenezer Howard heersende elite en de groeiende Vooral Howards ideeën over nog een tijd overeind. Zo bouwden papierfabrikanten in Eerbeek groep ondergeschikte arbeiders. een ruimtelijk model voor de direct na de oorlog een paar straten met huizen voor hun personeel. De ideeën over tuindorpen Zijn idee: nieuwe, overzichte­ stad werken ook na de Tweede Hetzelfde deed Stichting Woningbouw Schiphol in Amstelveen. zijn komen overwaaien uit lijke steden bouwen die de Wereldoorlog nog door in de Daar woonden de personeelsleden van vliegtuigbouwer Fokker Engeland, waar de industria- voor­delen van stad en platte­ bouw van grote tuinsteden aan achter een gele voordeur en die van luchtvaartmaatschappij KLM lisatie al veel eerder op gang land combineren. Niet het de rand van bijna alle grote achter een groene. Om en om, het ging inmiddels vooral om een kwam dan in Nederland. ­kapitaal maar de gemeenschap steden in Nederland. eerlijke verdeling van de schaarse woningen. 30 31 en in het dagelijks leven directeur van het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen, dat verschillende woningbouwverenigingen 1913 adviseerde. In 1911 had Hudig een Handleiding voor woning­ bouwvereenigingen geschreven. Hudig werd secretaris en later voorzitter van wat de Nationale Woningraad (NWR) ging heten. Nationale Woningraad Het kantoor werd gehuisvest in zijn Centraal Bureau voor Sociale Adviezen aan de Amsterdamse Prinsengracht. Vereniging van woningcorporaties De Nationale Woningraad had maar kort het monopolie op de

BOND VAN ARBEIDERSWONINGBOUWVEREENIGINGEN – ONS LIMBURG – NEDERLANDS CHRISTELIJK NSTITUUT VOOR DE VOLKSHUISVESTING - AEDES belangenbehartiging. In het verzuilde Nederland doken al snel concurrenten op. Dat gebeurde Jarenlang was het een begrip in volkshuisvestings- vlak na de Eerste Wereldoorlog, land: de Nationale Woningraad. Deze landelijke toen woningnood dreigde en veel woningbouwverenigingen vereniging van woningcorporaties was er voor de werden opgericht. Commu- ­belangenbehartiging van en dienstverlening aan nisten richtten een Bond van Arbeiderswoningbouwver­ lokale instellingen. Ze leeft vandaag de dag voort eenigingen op. Katholieken in Aedes, vereniging van woningcorporaties. organiseerden zich met hulp van het al goed georganiseerde Verbeelding van de Ons Limburg tot wat later Nationale Woningraad De Nationale Woningraad werd opgericht in 1913, maar dat was het Katholiek Instituut Volks- op het jubileumboek ter niet de eerste keer dat woningcorporaties de krachten bundelden. huisvesting zou gaan heten. gelegenheid van het 75-jarige Al in het jaar van de Woningwet – 1901 – richtten onder anderen­ Protestanten organiseerden bestaan in 1985. Onder: het Leidse hoogleraar H.L. Drucker (1857-1917) en woning­opzichteres zich rond de sociale beweging laatste logo van de NWR. Johanna ter Meulen (1867-1937) de Amsterdamsche Woningraad Patrimonium, later het Verbond op. Ze wilden voorlichting en advies geven over de kansen van de van Protestants-Christelijke nieuwe Woningwet. In 1912 volgde de oprichting door ‘monseig- Woningbouwverenigingen en neur’ Henri Poels (1868-1948) van een provinciaal adviesbureau -Stichtingen. in het zuiden van het land: Ons Limburg. Het verdeelde optrekken kende Dat er een Nationale Woningraad kwam had te maken met een De 12de ledenvergadering nadelen. De belangenbehartiging werd er niet sterker door. Dat landelijke discussie over geld. In Den Haag debatteerde men over van de NWR op 18 juli 1925 te bleek bijvoorbeeld tijdens de economische crisis van de jaren dertig. de vraag in hoeveel tijd Woningwetleningen moesten worden Amsterdam. Het besturen van De regering draaide de geldkraan richting de woningcorporaties afbetaald: 50 of 75 jaar. Dat maakte voor de financiële lasten van woningcorporaties was toen nagenoeg helemaal dicht. Sociale huurwoningen werden nauwelijks een zaak die geheel aan mannen de lokale corporaties nogal meer gebouwd. In een tijd van crisis leidden ingrijpende huurver- was toebedeeld. uit. Tijd om de belangenbe­ ­ hogingen her en der tot felle huurprotesten en huurstakingen. hartiging te organiseren dus. Met name de NWR uitte hevige kritiek. Haar voorzitter in die jaren Het initiatief kwam van P.A. was George van den Bergh (1890-1966), tevens gerenommeerd Zeven (1875-1932), penning- SDAP-lid – het huwelijk tussen de NWR en de sociaaldemocratie Het initiatief tot de NWR meester van de stichting De- hield flinke tijd stand. Van den Bergh beschuldigde de regering kwam van P.A. Zeven (1875- partementale Woningbouw in van een ‘moord op de Woningwet’. Maar bij de christelijke coalities 1932), penningmeester van het Groningse Wildervank. Als onder minister-president Colijn kreeg hij geen voet aan de grond de stichting Departementale bestuurslid van de Algemene en de collega’s bij de christelijke corporaties bleken te verdeeld Woningbouw in het Groningse Nederlandsche Wielrijdersbond om een vuist te maken. Wildervank. Als bestuurslid van de ANWB was hij bekend had hij de nodige ervaring met met collectieve belangen­ collectieve belangenbeharti- Huis met veel kamers behartiging. ging. Na de Tweede Wereldoorlog in de periode van de wederopbouw stapten velen over hun schaduw heen. Eenheid werd het adagium. Verzuilde belangenbehartiging Zo kon protestant Arie in ’t Veld tegelijkertijd voorzitter zijn van Het initiatief kwam pas goed van de grond toen Dirk Hudig de protestantse koepel als van de NWR, zonder dat daar wezenlijk (1872-1934) erbij betrokken raakte. Hudig was sociaaldemocraat gerucht over ontstond. De landelijke koepels werkten gebroederlijk

32 33 samen in het streven naar professionalisering van de woning­ corporaties. In de jaren zeventig bestond naast de NWR slechts nog het Nederlands Christelijk Instituut voor Volkshuisvesting (NCIV). 1915 Zij groeiden uit tot machtige adviesbureaus met honderden Marc Calon was van 2009 tot medewerkers in dienst en gezamenlijke dochterondernemingen en met 2016 voorzitter van als de Nationale Ontwikkelingsmaatschappij Woningcorporaties Ontstaan gemeentelijke woningbedrijven Aedes. Hij nam de kritiek op en het Nationaal Computercentrum Woningcorporaties. woningcorporaties serieus De dienstverlening en belangenbehartiging verzakelijkten. ‘Wat ‘Wie bouwt? Wibaut!’ en hield ze de spiegel van de is er nu christelijk aan een sociale huurwoning? De dakkapel!’, WETHOUDERSSOCIALISME – HUISVESTING BIJZONDERE DOELGROEPEN – 400.000 WONINGEN – PRIVATISERING samenleving voor. zo klonk een veelgehoorde grap bij het NCIV. In 1998 fuseerde de NWR met het NCIV tot Aedes, Latijn voor ‘huis met veel kamers’. Op 18 juli 1931 trekt een defilé van zo’n 10.000 Aedes presenteerde zich als een ‘brancheorganisatie’ en richtte Amsterdammers langs het stadhuis aan de zich vooral op belangenbehartiging. Aedes verhuisde naar een kantoor in Hilversum en later naar Den Haag, met een bescheiden Oudezijds Voorburgwal. Zij komen zwaaiend team van enkele tientallen medewerkers. Verschillende taken ­afscheid nemen van socialist Floor Wibaut rondom de dienstverlening werden verzelfstandigd ofwel georga- niseerd door de woningcorporaties zelf. Zij groeiden in deze jaren (1859-1936), die stopt als wethouder. Hij dankt door fusies snel en met duizenden woningen in bezit konden zij zijn populariteit voornamelijk aan zijn initiatieven zich permitteren om een flink eigen personeelsbestand op te bouwen. Floor Wibaut was tussen op het terrein van de volkshuisvesting. Of zoals 1914 en 1931 wethouder en zijn Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP) Nu de volkshuisvesting onder een vergrootglas ligt, is ook de lokaal SDAP-leider in de belangenbehartiging van Aedes vandaag de dag omstreden. hoofdstad. Zijn bijnaam: de het tijdens verkiezingscampagnes kort samen- onderkoning van Amsterdam. Haar eerste voorzitter Willem van Leeuwen werd door minister tekening: jacques j. ottens vatte: ‘Wie bouwt? Wibaut!’ Eberhard van der Laan spottend weggezet als ‘semiminister’. Hudig-penning en Zijn opvolger Marc Calon lag direct onder vuur vanwege zijn Hugo Priemus salaris – de term ‘Calonsocialisme’ was snel gemunt. Maar Calon In 1914 is Wibaut de eerste SDAP-wethouder van Amsterdam. nam de kritiek op de woningcorporaties ook serieus. Hij hield de Hij vindt dat de gemeente verantwoordelijk is voor de huisvesting De Hudig-penning is in 1934 woningcorporaties de spiegel voor en riep ze op tot bezinning en van arbeiders. Hun levensomstandigheden in volgepakte krotten- ingesteld ter nagedachtenis hervorming. Zo was de belangenbehartiger van de corporaties wijken zijn dramatisch. Het werk van de kersverse woningbouw- aan een van de voormannen ook een beetje belangenbehartiger van de samenleving. verenigingen heeft niet genoeg massa om echt het verschil te van de volkshuisvesting en maken. Als SDAP-gemeenteraadslid lanceerde Wibaut al in 1911 stedenbouw in Nederland; een 2.000-woningenplan, dat destijds geen raadsmeerderheid de progressieve liberaal vond. mr. Dirk Hudig, één van de Als wethouder stroopt Wibaut zijn mouwen op. Hij richt de eerste voorzitters van de NWR. Gemeentelijke Woningdienst op in 1915, met als voortvarende De penning wordt toegekend directeur Arie Keppler (1876-1941), zijn zwager. De Dienst bouwt aan mensen die zich op het in de eerste jaren vooral in Amsterdam-Noord grote aantallen gebied van volkshuisvesting woningen op goedkope grond. of stedenbouw op bijzondere Niet alleen in Amsterdam waait kort na de Eerste Wereldoorlog wijze verdienstelijk hebben een socialistische wind. Ook in steden als Groningen, Rotterdam, ­gemaakt. In 2010 werd de Haarlem, Utrecht, Hilversum en Den Haag gaat de gemeente penning uitgereikt aan Hugo woningwetwoningen bouwen – vaak pas na heftige debatten Priemus, sinds mensenheuge- in de gemeenteraad. Van de 25.000 woningen die in 1920 in nis de volkshuisvestingsau- ­Nederland zijn gebouwd, waren er ruim 13.000 van corporaties en toriteit van Nederland en de ir. L.S.P. Scheffer (1951), ir. W. (1972), mw.mr. Chr. A. de Ruij- zo’n 8.000 van gemeenten. Nogal eens zijn het SDAP-wethouders oprichter van het Delftse on- van Tijen (1951), jhr. M.J.J. de ter-de Zeeuw (1978), drs. Jan die hier het voortouw in nemen; reden waarom wel van het derzoeksinstituut OTB. ­Eerder Jonge van Ellemeet (1956), ir. G. van der Ploeg (1987), drs. ‘­wethouderssocialisme’ gesproken wordt. werd de penning uitgereikt C. van Traa (1961), mr. J. Vink R.J. de Wit, prof.dr. J. Witsen aan mr. J. Kruseman (1939), (1966), drs. H. van der Weijde (2002) en Riek Bakker (2007).

34 35 Gewilde portefeuille Bijzondere huisvesting Over die rol van gemeenten zijn de Vanaf de jaren zeventig doen de corporaties vooral de klassieke ­meningen overigens verdeeld in de massale gezinsbouw en de gemeentelijke woningbedrijven steeds beginjaren van de Woningwet (1901). meer onderhoud en renovatie en bijzondere bouw. Want mensen Vooral confessionelen zijn wars van met niet-standaard woonwensen kloppen als eerste bij gemeenten overheidsinvloed. Zij menen dat de aan. Dus woningbedrijven krijgen als vanzelf een rol in die nieuwe Woningwet vooral bedoeld is voor ontwikkelingen: woningen voor een- en tweepersoonshuishoudens, particuliere verenigingen, die vooral jongerenhuisvesting, inspraak in de stadsvernieuwing, opkopen van ook woningen moeten bouwen met kraakpanden, nieuwe beheersvormen, woningen voor vluchtelingen. marktconforme huren, om commerciële ontwikkelaars niet oneigenlijk te be­ concurreren. Voor sociaaldemocraten – sterk in opmars in die tijd – is dat te weinig. Zij vinden dat daar waar het ‘particulier initiatief’ in gebreke blijft om de woonomstandigheden van ­arbeiders te verbeteren, gemeenten zelf woningwetwoningen moeten kunnen bouwen. De gemeentelijke woningdiensten zijn voor het overgrote deel van de twintigste eeuw met afstand de belang- rijkste gemeentelijke afdelingen. Wet- houder volkshuisvesting is een gewilde portefeuille. Met hun bedrijven kunnen Verkiezingsaffiche van de gemeenten in perioden dat de markt het laat afweten de productie 18 juli 1931 – duizenden Midden jaren tachtig raakt de rol van gemeentelijke woning­ Amsterdamse SDAP in 1921. van sociale huurwoningen toch overeind houden. Amsterdammers huldigen in een bedrijven langzaam uitgespeeld. Zo’n driehonderd gemeentelijke ontwerp: albert hahn In de loop van de jaren twintig bouwt de regering de steunmaat- optocht langs het stadhuis de woningbedrijven met een kleine 400.000 woningen moeten los regelen voor woningwetbouw in hoog tempo af en krijgt de vertrekkende wethouder Wibaut komen van de lokale overheid. Privatisering: daar wordt veel heil

­particuliere bouw weer de wind in de zeilen. Dat is bijvoorbeeld te van verwacht in de no-nonsense kabinetten-Lubbers. In 1989 13 januari 1982, als protest tegen zien aan de bouwcijfers van 1939: van de 37.000 nieuwe woningen de sloop van een huizenblok aan legt staatssecretaris Enneüs Heerma (1944-1999) met zijn nota in dat jaar zijn er nog maar 2.000 door corporaties en 1.000 door de Wibautstraat, ‘de Blaaskop’, Volkshuisvesting in de jaren negentig de grondslag voor de ver­ gemeentelijke woningbedrijven gebouwd. Die verhouding verandert wordt tot woede van oude zelfstandiging van de woningcorporaties. In die nieuwe visie is geen pas weer na de Tweede Wereldoorlog tijdens de wederopbouw. Amsterdammers het beeld van plaats meer voor gemeentelijke woningbedrijven. Per 1 januari Wibaut door krakers van zijn 1997 gaan verreweg de meeste woningbedrijven verder als zelf- sokkel getrokken. Zij nagelden standige ‘toegelaten instelling’ of hun woningbezit gaat over de voormalige wethouder aan de naar andere corporaties. schandpaal met de tekst: ‘Hoedt De erfenis u voor de als links vermomde rechtsen. Mijdt ze als de pest De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat gemeenten met Na de verzelfstandiging van bedrijf Rotterdam ontpopte want ze zijn erger dan de rest.’ het prijsgeven van hun eigen woningbedrijven ook een instru- de woningcorporaties in zich tot Woonstad Rotterdam, ment kwijt zijn in hun woningmarktbeleid. In de jaren tien van 1995 moesten gemeentelijke met zo’n 50.000 woningen. de eenentwintigste eeuw is bijvoorbeeld de betaalbaarheid van woningbedrijven gewone Het bestand van Stichting Wo- woningen een steeds groter probleem, terwijl de huren door corporaties worden. Het Ge- ningbedrijf Utrecht vinden we overheidsbeleid steeds verder stijgen. In Amsterdam gaan (linkse) meentelijk Woningbedrijf terug bij Mitros, met in totaal stemmen op om als gemeente zelf weer een woningbedrijf op Amsterdam evolueerde na 30.000 woningen. De tach- te richten om betaalbare woningen te bouwen. Ook in Assen verschillende fusies tot Ymere, tigjarige geschiedenis werd in klinken deze geluiden als mogelijkheid om de door de gemeente met 80.000 woningen één van 1997 in een kroniek vastgelegd aangekochte bouwgrond niet ongebruikt te laten. Maar verder de grootste corporaties van door Gerard Brakkee. dan losse opmerkingen is het (nog?) niet gekomen. het land. Stichting Woning-

36 37 Volkshuisvesting Nederland 1910-1920

38 39 1918 Landarbeiderswet … en de strijd tegen plaggenhutten HEIDEPLAGGEN – BOOMSTAMMETJES - VELDKEIEN – LEEM VODDEN - TEERPAPIER – DOZENKARTON

Kou, vocht, duisternis. Kerst 1921 publiceert De Telegraaf een hartverscheurende fotoreportage, ­gemaakt door twee Amsterdamse journalisten die die winter een reis hebben gemaakt langs de heide­dorpen in het noorden van Nederland. Vanaf de kranten­ pagina’s staren je afgetobde, gegroefde ge­­zichten aan

Plaggenhut in Drenthe, van mensen die in bittere armoede leven. begin twintigste eeuw. Zelf stenen huisje bouwen De Landarbeiderswet (1918) biedt een oplossing: plattelands­ De journalisten willen het Nederlandse publiek wakker schudden bewoners kunnen zelf een stenen huisje bouwen en grond pachten en stimuleren om geld te geven. Net als predikant Johannes voor eigen aardappelen en groenten. Ze kunnen voordelig geld Vissscher (1876-1943) bijna twintig jaar daarvoor voor elkaar lenen als ze zelf een tiende van de stichtingskosten financieren. probeerde te krijgen met zijn stukjes in de Rotterdamsche Courant. De rest kunnen ze lenen van een vereniging en in dertig jaar Sinds de Woningwet van 1901 zijn plaggenhutten en spitketen aflossen. De gemeente ondersteunt deze verenigingen dankzij eigenlijk verboden. Maar ze staan er in 1921 nog volop in de renteloze leningen van het Rijk. De Zuidbevelandse vereniging is arme heide- en veengebieden van Friesland, Drenthe, Overijssel, een voorbeeld van een van de kleine tweehonderd verenigingen ­Gelderland, Brabant en Limburg. Eigen bouwsels in één dag die daarvoor worden opgericht. Tussen 1920 en 1930 komen daar ­opgetrokken uit heideplaggen, boomstammetjes, veldkeien en Oproepen in Zeeuwse lokale 53 ‘plaatsjes’ tot stand in vijftien gemeenten en gaat 10 hectare leem. Soms aangevuld met vodden, teerpapier en dozenkarton. kranten in 1921. land in pacht naar 43 landarbeiders. De fotoreportage toont ook voorbeelden van landarbeiders die het Maar dat gebeurt lang niet overal. Veel hangt af van de wil en iets beter hebben. Met een hut die getuigt van ‘nette armoede’, Boven: het Drentse platteland daadkracht van gemeenten en notabelen. In de plattelands­ in 1926. met zelfs wat planken op de vloer. Of arbeiders met een stenen gemeenten zijn veelal de confessionelen aan de macht. Die zijn eenkamerwoning op het erf van de boer voor wie ze werken. in die tijd principieel tegen overheidsbemoeienis met woningbouw. Maar ook in die gevallen houdt de kwaliteit niet over. Goede ver­ Veel hangt ook af van de ondernemingszin van de landarbeiders vangende woningen zijn er amper. Wie zou die moeten bouwen? zelf. De mensen die het waagden om met geleend geld zelf een Een eigen huis huisje te bouwen, namen een groot financieel risico, in een tijd dat een lang en gezond leven beslist niet vanzelfsprekend was. Voor de Tweede Wereldoorlog woningen. De gedachte was (1918) was voorkomen dat Uiteindelijk verwerven tussen 1918 en 1964 verspreid over heel is het woningbouwbeleid voor onder andere dat het de ar- te veel landarbeiders naar Nederland maar 5.000 landarbeiders op die manier een huis en het platteland vooral gericht beidsmobiliteit van de stads- de stad zouden trekken op een stukje grond. op het particuliere initiatief en bewoners zou hinderen als ze zoek naar een beter bestaan. op eigen woningbezit. In de een huis in eigendom zouden Tegenwoordig zijn er onder de 1000-woningenplan steden is dit nadrukkelijk niet krijgen. Dat woningeigendom mensen met lage en midden- Tot ver na de Tweede Wereldoorlog blijft er op het platteland een het geval. Met de Woningwet werd op het platteland juist inkomens op het platteland kwaliteitsachterstand van woningen ten opzichte van die in de (1901) in de hand richtte het ingezet om de landarbeiders nog altijd meer eigenaren-­ steden. Gemeenten en woningcorporaties bouwen vooral in de beleid zich daar vooral op de daar perspectief te bieden: een bewoners dan in de stad het stad, waar de nood ook hoog is. Tot in de jaren zestig van de bouw van – betaalbare – huur- doel van de Landarbeiderswet geval is. vorige eeuw is het op het platteland niet uitzonderlijk om in een

40 41 1921 Amsterdamse School Kwaliteitsarchitectuur voor het volk ARBEIDERSTROTS – UITBUNDIGE ONTWERPSTIJL- DECORATIE – KWALITEITSARCHITECTUUR

‘Een hol in het Schoterlandsche ‘Steden-bouwkundigen van de geheele Veen. Het is opgebouwd uit aarde en plaggen. (...) Het “interieur” wereld komen de producten van onze is één holle ruimte waar ‘t altijd jongere architecten beschouwen. De trek donker is. (...) Het “huisraad” is een oud fornuisje zonder pijp, een van belangstellenden is naar de nieuwe pan, een overblijfsel van een tafel, een stoel, en een hoop vodden op ­arbeiderswijken, kwartieren welke een half den grond, die als bed dienen.’ jaar geleden gemeden werden door allen, Op zondag 25 december 1921 besteedt De Telegraaf een Fragment van Het Schip, die daar niet thuis behoorden.’ hele pagina aan de schrijnende Spaarndammerbuurt in armoede op het Drentse Amsterdam. platteland. bron: delpher.nl Onverholen trots spreekt uit deze bijdrage van Arie Keppler (1876-1941) aan het boek Arbeiderswoningen in Nederland uit 1921. Keppler is directeur van de Gemeentelijke Woningdienst Amsterdam en op dat moment onder andere bezig met woning­ bouw in Amsterdam-Zuid. Net opgeleverd is het complex De Dageraad van architecten Piet Kramer en Michel de Klerk, gebouwd in de architectuurstijl van de Amsterdamse School. Het staat be- negentiende-eeuws huisje te wonen met enkelsteensmuren, schreven in het boek, samen met nog vijftig andere voorbeelden bedsteden, een tonnenprivaat buiten en zonder stromend water. van woningwetbouw tussen 1912 en 1921. Met het voorbeeldboek Het zet Huib Ottevanger (1911-1996), burgemeester van ­Ulrum, willen de architecten Berlage, Kromhout en Wils zo veel mogelijk in 1949 aan tot zijn 1.000-woningenplan voor de provincie woningbouwverenigingen en gemeenten stimuleren een architect De laatste plaggenhut van ­Groningen: duizend eenvoudige woningen, betaalbaar door ze in te schakelen voor volkswoningbouw. Nederland, in 1918 in Tange met de Groningse gemeenten in één keer aan te besteden. Aandacht voor de architectuur van arbeiderswoningen is een (gemeente Stadskanaal, Pas toen de bouwproductie in de jaren zestig echt omhoogging, nieuw fenomeen begin twintigste eeuw. Daar zijn ten minste Groningen) gebouwd, werd gingen gemeenten en woningcorporaties ook in de dorpen en twee redenen voor. Ten eerste is er dankzij rijkssubsidies en tot 1941 bewoond en is daarna ­gehuchten op het platteland volop sociale huurwoningen bouwen. -voorschotten voor het eerst financiering beschikbaar voor verplaatst naar het Openlucht Museum. De laatste jaren trekken woningcorporaties zich juist weer terug ­grotere aantallen woningwetwoningen tegelijk. De rijksoverheid uit de allerkleinste dorpen, door hun woningen daar te verkopen aan particulieren. Ook zijn er dorpsbewoners die zich verenigen om De architecten Joan van der – soms met ondersteuning van de plaatselijke woningcorporatie – Meij (1878-1949), Michel de een rijtje betaalbare woningen te laten bouwen voor de dorpsbe- Klerk (1884-1923) en Piet woners die daar op dat moment behoefte aan hebben. Kramer (1881-1961) vormden het kloppende hart van de De laatste plaggenhut van Nederland heeft stand gehouden tot Amster­damse School. Zij stonden met het ontwerp van 1941. Die stond naar verluidt in Tange-Alteveer, bewoond door het Scheepvaarthuis in 1915 een zekere Fennechien Wiekens. Na haar overlijden is haar hut aan de wieg van de stroming. verhuisd naar het Openlucht Museum in Arnhem, waar de hut als collectie: wendingen – historische bezienswaardigheid aan een tweede leven is begonnen. amsterdamse-school.nl 42 43 stimuleert in die jaren woningcorporaties tot bouwen, omdat er Museum Het Schip voor particuliere bouwers weinig meer te verdienen valt. Door Een flink aantal van de in het boek uit 1921 gedocumenteerde het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kost het ineens drie complexen en wijken zijn tegenwoordig monument of beschermd keer zoveel om een huis te bouwen. De particuliere bouwproductie stadsgezicht. Daaronder bekende voorbeelden van de architec- keldert van 23.000 woningen in 1912 tot 2.500 in 1918. De sociale tuurstroming Amsterdamse School: behalve De Dageraad staat woningbouw stijgt van 2.500 voor de oorlog tot 25.000 woningen ook Het Schip van architect Michel de Klerk erin. Beide complexen in 1921. trekken nog altijd architectuurliefhebbers uit binnen- en buiten-

Voor ontwerpers van de Ten tweede zijn er voor het eerst socialisten aan de macht in land. In Het Schip is inmiddels het museum van de Amsterdamse Amsterdamse School hoorde gemeenteraden van grotere steden. Voor hen is het goed huis- School gevestigd. alles bij elkaar. Binnen en vesten van arbeiders topprioriteit: zij moeten ook trots kunnen Het boek bevat ook – inmiddels monumentale – voorbeelden buitenkant van woningen zijn op hun huis en hun buurt. Mooie arbeiderswoningen zijn elders uit Nederland: de Bloemenbuurt van Willem Marinus vormden een geheel. Vandaar een lange neus naar de lelijke en slechte revolutiebouw van Dudok in Hilversum, Vreewijk van verschillende architecten in dat zij hun ontwerpkracht ook botvierden op alles wat met het ­particuliere bouwers, uit de tijd dat de liberalen of confessionelen Rotterdam, het Justus van Effencomplex van Michiel Brinkman interieur te maken had. aan de macht waren in de gemeentepolitiek. Bijna gniffelend in Rotterdam, de Oud-Indische buurt van Antonius van Elmpt schrijft Keppler even verderop in zijn stukje dat de particuliere in Groningen, de Lessepsbuurt van Flip Hamers in Zuilen, de bouwers inmiddels de architectuur en bouworganisatie van de Metaalbuurt van Henk Hegerif in Apeldoorn en een complex in woningwetbouw als voorbeeld nemen. Wat Keppler nog mist in Mussenberg van architecten Roos en Overeijnder in de wijk de voorbeeldprojecten: een sterk doorgevoerde normalisatie en ­Klarendal in Arnhem. standaardisering van de bouw. Werkgroep 5 x 5 De naam Eind jaren tachtig van de vorige eeuw vormen dit soort voor­ beelden opnieuw een inspiratiebron voor de Werkgroep 5 x 5, Amsterdamse School is een architect Jan Gratama (1877- Ze hanteerden een sculpturale een groep wethouders, corporatiedirecteuren, wetenschappers, verzamelnaam voor een uit- 1947) bedacht in 1916 de vormentaal en een rijk kleur- architecten en bewoners die ontevreden zijn over de kwaliteit bundige ontwerpstijl uit de pe- term, na oplevering van het gebruik en pasten graag tra- van de sociale woningbouw met name in de stadsvernieuwing. riode 1910-1930 van een uit- prestigieuze Scheepvaarthuis ditionele materialen toe zoals Die noemen ze ‘een grote grijze gehaktbal’. Niemand voelt zich eenlopende groep architecten, aan de Prins Hendrikkade in baksteen, dakpannen, natuur- meer persoonlijk verantwoordelijk voor kwaliteit door alle voor- interieurontwerpers en beeld- Amsterdam, dat ontworpen­ steen, glas-in-lood, siersmeed- schriften waaraan moet worden voldaan. De standaardisering in de houwers. Ze hebben veel in was door de bevriende archi­ werk en donkere houtsoorten. woningbouw – waar Keppler in 1921 nog reikhalzend naar uitkijkt Amsterdam ontworpen, maar tecten Joan van der Mey, Bij woningbouw was niet het – is inmiddels te ver doorgeschoten, vindt Werkgroep 5 x 5. niet alleen daar. Den Haag ­Michel de Klerk en Piet Kramer. individuele huis, maar het De werkgroep gaat aan de slag om opnieuw de grondslagen van heeft met de Haagse School De ontwerpers gebruikten bouwblok de ontwerpeenheid. kwaliteit in volkshuisvesting en stadsontwikkeling te vinden. zijn eigen variant. En ook in de benaming Amsterdamse In hun gebouwontwerpen Die is zoekgeraakt in de naoorlogse wederopbouwperiode, Bergen (NH), Groningen (stad School zelf zelden. Wel deelden hielden ze er bewust rekening waarin vooral kwantiteit, functionaliteit en standaardisatie van en provincie) en het Gooi is in ze het idee dat stijl, constructie mee hoe je gevels ervaart als de woningbouw­ de boventoon voerden. Volgens de werkgroep een verwante stijl gebouwd. en decoratie van een gebouw je in een snelle tram of auto zit. begint het ermee dat woningcorporaties en andere opdracht­ De in Amsterdam invloedrijke een geheel moeten vormen. gevers een visie op de samenleving ontwikkelen voordat zij aan

44 45 1933 Huurdersverzet en huurbescherming De betaalbaarheid van woningen HUURWET 1950 – HUURSUBSIDIE SUBJECTSUBSIDIES – BETAALBAARHEID

Eind 1932 en begin 1933 wordt Nederland ­opgeschrikt door een groot aantal huurstakingen, het bouwen slaan. Na een manifest, voorbeeldboeken en een waarbij Amsterdam en Rotterdam voorop gaan manifestatie in Rotterdam heft 5x5 zichzelf in november 1989 op in de strijd; een felle vorm van huurdersverzet en gaat over in de Stichting Q, Kwaliteit in de Volkshuisvesting. Die stichting probeert met workshops en excursies gemeente­ die ons land nog niet eerder had gekend. besturen van middelgrote gemeenten te overtuigen van het belang van kwaliteit in stedenbouw en architectuur voor de samenleving. 21 middelgrote gemeenten sluiten zich aan bij de stichting. Een georganiseerde De oorzaak was eenvoudig: huurverhogingen van 10 tot 20 procent, huurdersstaking in in een tijd dat de crisis velen werkloos had gemaakt en grote Eerste Nota architectuurbeleid Amsterdam in de Van groepen arbeiders nauwelijks in staat waren om in hun levens­ Het past allemaal in een klimaat van aandacht voor de culturele Hogendorpstraat, 1933. onderhoud te voorzien. ‘Eerst het eten, dan de huur’, was dan ook Eind jaren tachtig toont de aspecten van de (woning)bouw. Zo publiceren de ministeries van een van de leuzen waarmee de huurstakers de straat op gingen. Werkgroep 5x5 zich in het WVC en VROM in 1991 voor het eerst een nota architectuurbeleid. Hun verzet richtte zich vooral op de vele particuliere verhuurders, manifest Voorbij het gangbare… Bestaande en nieuwe lokale architectuurcentra krijgen onder- ‘huisjesmelkers’, die een groot deel van de woningvoorraad in zeer ontevreden over de steuning om de belangstelling voor en kennis over stedenbouw grote steden in bezit hadden. Zij hadden vrij spel. De overheid kwaliteit van de sociale Huurstakingscomité roept en architectuur te stimuleren, gecoördineerd door de landelijke had weliswaar in 1917 huurverhogingen wettelijk aan banden woningbouw met name in op om de achterstallige huur de stadsvernieuwing: ‘een stichting Architectuur Lokaal. in de huurstakingskassen te ­gelegd, toen als gevolg van de Eerste Wereldoorlog de huren grote grijze gehaktbal’. Op En met resultaat: in de periode 1990-2005 halen sociale woning- storten, 1933. COLLECTIE IISG enorm stegen, maar dat was een tijdelijke maatregel geweest. 16 mei 1988 belegt de groep bouwprojecten opnieuw (internationale) architectuurtijdschriften een persconferentie, waarin en architectuurjaarboeken. Om een paar voorbeelden te noemen: zij hun manifest toelichten. Piraeus KNSM-eiland van Kollhoff en Rapp in Amsterdam, Hoornse V.l.n.r. architectuurhistoricus Meer deelplan Oost I van Mecanoo Architecten in Groningen, Ed Taverne, PvdA-politicus Rietkampen van Kristinsson in Ede, Schippershoek van onder Adri Duivesteijn, voorzitter W. Giezeman en architecte andere Inbo in Zaandam en De Muzen van Atelier Pro in Almere. Francine Houben. foto: rob Wat meehelpt is dat woningcorporaties vanaf de brutering in bogaerts 1995 op eigen benen staan. Aandacht voor de architectuur van je woning­bouwprojecten is bij uitstek een manier om jezelf als organisatie op de kaart te zetten. Net zoals de socialistische ge- meentebesturen dat in het begin van de twintigste eeuw deden.

Sinds de economische crisis van 2008 is de sociale woningbouw en renovatie weer terug bij sober en doelmatig, met als extra aandachtspunten duurzaam en energiezuinig. Woningcorporaties moeten terug naar hun kerntaak, zo zuinig mogelijk zijn met hun geld. Daarbij past streven naar een zo efficiënt mogelijk bouwproces. Bijvoorbeeld met conceptbouw waarbij een nieuw- bouw- of renovatiepakket al helemaal in de fabriek is voorbereid: standaardisatie ten top. 46 Na de oorlog verslapte de greep en de noodwet werd in 1927 telijk verankerd wordt. Zoals op meer sociale terreinen (zieken­ helemaal geschrapt. fonds, sociale zekerheid) zijn het de Duitse bezetters geweest Het fenomeen huurstaking was toen al geboren. Leden van de die de basis legden voor een wettelijke regeling, waar na de Communistische Partij Holland organiseerden in Amsterdam oorlog op werd voortgeborduurd. In 1940 bevroren zij met een – onder meer met het blad De Woningactie – huurders in buurt­ Huur­prijzenbesluit eerst de huren, een jaar later gaven zij met huurdersverenigingen, die zich te weer stelden tegen woekerhuren. het Huurbeschermingsbesluit de rechtspositie van huurders een Erg omvangrijk waren deze acties nog niet. De intensiteit nam wettelijke grondslag. vanaf 1927 echter toe, toen de regering vrijwel elke vorm van Pas in 1950 werd deze wetgeving vervangen door de Huurwet huurbescherming liet varen. De woningproductie van de woning- – de basis voor de huurbescherming zoals die zich sindsdien heeft bouwverenigingen was fors teruggelopen door het wegvallen van ontwikkeld. De landelijke overheidsfinanciering, er ontstond een groeiend aanbod aan overheid bepaalt vanaf dat steeds duurdere huurwoningen en er was een schrijnend tekort moment in welke mate de aan betaalbare woningen voor arbeiders. De economische crisis huren mogen stijgen en geeft eind jaren twintig verscherpte de verhoudingen. De bouwproductie inhoud aan de rechtsbescher- viel stil, de werkloosheid greep om zich heen en de druk op de ming van de huurder, die in inkomens nam toe. Schaarste dreef de huren stelselmatig omhoog de loop van de decennia en dat stuitte op steeds feller verzet. Het communistische dag- steeds beter wordt. blad De Tribune zag het huurdersverzet als begin van een sociale Bij het vaststellen van de revolutie, die moest uitgroeien tot een stortvloed tegen de toegestane huurverhogingen ‘volksplunderingen, die door het eenheidsfront van huisjesmelkers, moet de overheid elk jaar zien patroons, gemeente en sociaal-fascisten wordt georganiseerd te schipperen tussen betaal- om de lasten van de crisis af te wentelen op de schouders van baarheid van de huren en het werkende volk’ (29 augustus 1931). exploitatiewensen van de verhuurders. Begin jaren zeven- Huurstakingen en ‘maffers’ tig waren deze twee tegen­ De bom barstte pas echt in 1933. In de herfst van ’32 komen in gestelde krachten niet meer de Staatsliedenbuurt in Amsterdam-West en in de Kinkerbuurt de in een systeem bij elkaar te eerste huurstakingen op gang. Honderden mensen weigeren hun ­houden, vooral ook omdat huur te betalen. De stakingen nemen een niet eerder vertoond zich de noodzaak aandient fanatiek karakter aan. ‘Maffers’, huurders die niet meedoen aan om grote delen van de voor- de staking, worden openlijk beschimpt en vernederd. Begin 1933 oorlogse woningvoorraad te slaan de stakingen over op andere complexen. De paniek bij de renoveren en te vervangen, huiseigenaren is groot. Zij dringen er bij het gemeentebestuur waardoor de nieuwe huren op aan om op te treden tegen de anarchie, waarmee ze vooral aanmerkelijk hoger zullen de socialistische SDAP-wethouders in verlegenheid brengen. komen te liggen. Er moest, Uiteindelijk wordt er in februari een Centrale Raad van Advies kortom, een nieuw instrument ­geïnstalleerd om gecoördineerd de huurstakingen te bestrijden. bij om huurders te compense- Het gaat hard tegen hard. Met ontruimingen, politieoptredens, ren. Dat wordt de huursubsidie Het Vaderland, 2 maart 1933. dreiging van broodroof en het in beslag nemen van stakings- Na het verlopen van de huuracties (sinds 2006 huurtoeslag). Daarmee kon de regering de spanning

in de jaren dertig duurde het Leeuwarder Nieuwsblad, kassen weet het gezamenlijke front van huiseigenaren en de overbruggen tussen het betaalbaar houden van de huren voor tot de jaren zeventig voordat 2 april 1933. gemeente de stakingsgolf te breken. Dat gebeurt in Amsterdam, grote groepen burgers aan de ene kant en het ruimte bieden voor maar ook in andere steden. De nederlaag komt hard aan. Met huurders weer in verzet traden. een ordentelijke en – in het geval van particuliere verhuurders – Algemeen Handelsblad, Dit affiche is uit 1971. deze meedogenloze afstraffing lijkt huurders het stakingswapen commercieel aantrekkelijke exploitatie voor verhuurders aan de 8 oktober 1934. ontnomen te zijn. Pas een kleine halve eeuw later begint er een andere kant. nieuwe huurbeweging te ontstaan en weigeren opnieuw tiendui- zenden mensen hun huurverhogingen te betalen. Hogere huren, hogere schulden In het jargon heette de komst van huursubsidies een verschuiving Wettelijk verankerd van ‘objectsubsidies naar subjectsubsidies’. Het begon in 1974 Dat minder heftige huurdersverzet heeft ook te maken met het bescheiden, maar het bleek uiteindelijk de opmaat voor een feit dat vanaf de Tweede Wereldoorlog de huurbescherming wet- omslag waarbij steeds minder geld ging naar ‘de stenen’ en

48 49 steeds meer naar ‘de mensen’. In 2015 geeft de rijksoverheid ruim 3 miljard euro uit aan huurtoeslag voor 1,1 miljoen mensen. De verwachting is dat deze uitgaven tot 2020 zullen doorgroeien 1945 tot 4 miljard euro – een verdubbeling in nog geen vijftien jaar tijd. Daar staat tegenover dat de subsidie aan ‘stenen’ sinds de ver- zelfstandiging van corporaties zo goed als opgedroogd is. Sterker, Woningnood: volksvijand nummer 1 de eigenaren van de woningen, de verhuurders, zijn sinds 2015 verplicht om via een verhuurdersheffing mee te betalen aan de Wederopbouw en het ingrijpen van de overheid

almaar groeiende uitgaven voor de huurtoeslag. GEZINSHERSTEL IS VOLKSHERSTEL – INWONENEN BIJ FAMILIE - LOONPOLITIEK - BETONBOUWSYSTEMEN – PREFAB Daarmee treedt een bijzondere Gerard Nijssen en Annegriet spiraal in werking. Verhuurders De Tweede Kamer neemt in december 1960 Wietsma schreven in 1989 een proberen immers deze aanslag een motie aan die vraagt om de bouw van handzaam historisch overzicht op hun inkomsten terug te van de huurstakingen en huur­- halen door waar mogelijk de 5.000 extra woningwetwoningen boven op acties. De tekst is te raadplegen huren maximaal te verhogen. op canonvolkshuisvesting.nl. het bestaande bouwprogramma van 80.000 Deze opwaartse druk van de huren wordt ook nog eens woningen voor 1961. De motie betekent een steeds minder in de weg ge- crisis in het kabinet-De Quay. ‘Geen dakpan legd, omdat de overheid het vaststellen van de huur minder erbij’, zou een van de verantwoordelijke aan regels wil binden door een ­ministers gezegd hebben. De extra gevraagde flexibeler puntensysteem. Dat alles leidt ertoe dat de betaal- betaalbare woningen zijn voor de regering Huurcommissies baarheid van huurwoningen Siertegel uit 1945 over onaanvaardbaar vanwege een tekort aan langzaam maar zeker voor steeds meer mensen een probleem bezetting en wederopbouw. Huurcommissies ontstaan dreigt te worden. Een metselaar bouwt een ­bouwvakkers: dat geeft maar spanningen op voor het eerst in 1917 als de Zo lijken we weer terug bij af te komen. Vergelijkbare omstandig- muur met de contouren van Nederland op. Op de de arbeidsmarkt en looneisen. overheid de huren bevriest om heden leidden immers begin jaren dertig tot een golf van woeste voorgrond wapens met de mensen te beschermen tegen huurstakingen. In onze welvaartsmaatschappij zal zo’n golf niet symbolen van nijverheid, extreme prijsopdrijving. Als snel meer optreden. Hogere huren leiden steeds minder tot landbouw, handel en Vanaf 1945 is de woningnood volksvijand nummer 1. De woning- een eigenaar kan aantonen ­collectief protest en vaker tot een toename van particuliere transport. bouw ligt tussen 1945 en 1948 nagenoeg stil. De tekorten nemen dat hij hogere kosten heeft schulden en schrijnend huiselijk leed. Maar is dat minder erg?. tot 1948 nog toe. Het betekent dat jonge gezinnen en stellen voor hypotheek, onderhoud zonder kinderen moeten inwonen bij familie – dat geldt nog voor en belastingen, kan hij zich één op de negen huishoudens in 1960. Alleenstaanden kunnen wenden tot een gemeentelijke een huis met een eigen voordeur voorlopig wel helemaal verge- huurcommissie. Die vorm om geven huurprijzen naast elkaar richt op het beslechten, maar ten. Hebben zij wel een huis bemachtigd, dan moeten ze een geschillen tussen huurder en kunnen bestaan. In 1979 komt ook op het voorkomen van speciale vrijgezellenbelasting betalen en kunnen ze net als andere verhuurder te beslechten is de rijksoverheid daarom met ­geschillen tussen huurders en huishoudens verplicht worden vreemden in huis te nemen. sindsdien blijven bestaan. één toetsingskader voor alle verhuurders. De overheid ziet nadrukkelijk een grote rol voor zichzelf in het In de Huurwet van 1950 legt huurwoningen: de Huurprijzen­ oplossen van de woningnood. Het gezin is daarbij de hoeksteen de rijksoverheid de huurprijs- wet woonruimte. Deze wet van het beleid. ‘Gezinsherstel brengt volksherstel’, heet het. bescherming voor huurders ligt ten grondslag aan de Aantal beschadigde Eenpersoonshuishoudens komen in de beleidsnota’s niet voor. wettelijk vast en gaan regio- Huurcommissie zoals deze ook ­woningen na WO2 op een Staatsingrijpen in de huizenbouw is niet langer een crisismaat­ nale huuradviescommissies nu nog bestaat: een toeganke- totaal van 2.203.827. regel, zoals voor de oorlog, maar een manier om mensen sociale toezien op de uitvoering van lijke en onpartijdige regionaal zekerheid te bieden. Politieke denkers zien daarin een garantie deze wet. Ze adviseren over de opererende organisatie die een Verwoest 82.561 dat de naoorlogse democratie niet opnieuw zal worden aange­ huurprijs van woningen en ka- bindende uitspraak kan doen vallen zoals in 1940. Iets wat alleen maar dringender is als vanaf mers. De Huurwet van 1951 bij huurprijsgeschillen. In 2010 Zwaar beschadigd 38.684 de jaren vijftig de Koude Oorlog ontstaat, een periode van ge­ wordt zo vaak gewijzigd dat komt er één landelijke Huur- Licht beschadigd 388.299 wapende vrede tussen de communistische en de kapitalistische opgelegde en volledig vrijge- commissie, die zich niet alleen wereld.

50 51 Om te voorkomen dat er lukraak aan het herstel gewerkt werd, verboden lokale overheden direct na de bevrijding dat mensen zonder toestemming aan het bouwen en herstellen van woningen begonnen.

Rechter pagina: overal in het land werden na de oorlog grote aantallen noodwoningen gebouwd. In Groningen werden tramtoestellen tijdelijk tot een woning omgevormd. De foto is uit 1949.

Contingenten Nagele In de woningbouw draait het om het eerlijk verdelen van schaarste. De regering maakt een centraal geleide planning en verdeelt te Nagele, een dorp in de Noord- De strakke, open vorm komt bouwen woningen – zogenoemde contingenten – én bouwvak- oostpolder dat tijdens de terug in de architectuur van kers over Nederland. Het beleidspakket is: huurbevriezing (later: ­naoorlogse wederopbouw de openbare gebouwen en huurprijsbeheersing), woningdistributie, aanbodsubsidies en tot stand kwam, is ontworpen woningen, die voor het eerst in toenemende rijksleningen. De rijksoverheid leunt in de strijd als modeldorp voor de steden­ de polder platte daken kregen tegen de woningnood sterk op de gemeentelijke woningbedrijven bouw­kundige en architecto­ in plaats van zadeldaken met en de vele toegelaten woningbouwverenigingen, die een soort nische ideeën van het Nieuwe dakpannen. Zoals voor alle verlengstuk van de rijksoverheid worden. Particuliere bouwers en Bouwen, met gerenommeerde bewoners van de Noordoost- beleggers zien direct na de oorlog nog niet veel in woningbouw. architecten en stedenbouwers polder gold, werden de eerste Nederland is arm en de huren blijven lang bevroren op het prijspeil zoals Cornelis van Eesteren, inwoners gescreend door een van 1939. Zonder financiële steun is een sluitende exploitatie van Aldo van Eyck, Gerrit Rietveld rijksdienst die erop toezag dat nieuwbouw onmogelijk. en de tuinarchitecte Mien Nagele een afspiegeling van In de jaren vijftig en zestig bouwen gemeenten en woningbouw- Ruys. Zij zetten zich in 1949 de samenleving zou vormen verenigingen, met geld van het Rijk, woningwetwoningen die aan het ontwerp. Uiteindelijk met inwoners van ‘goed ge- gebonden zijn aan strenge normen tot op het niveau van de was de bouw in 1964 voltooid. drag’. De moderne architectuur ­keukenkastjes. Een nieuw huis is gemiddeld 55 vierkante meter Nagele kreeg een strak geo- kon hen hierbij een handje zorgde er echter voor dat het en in Groningen van binnen precies hetzelfde als in Maastricht. metrisch stratenpatroon en helpen. De keukens in de hui- sociale experiment bij aanvang De woningbouw is in die jaren een voortdurend schipperen tussen een aparte winkelstrook. zen waren met opzet klein om al was achterhaald. De hechte kwaliteit en kwantiteit, waarbij de kwantiteit het noodgedwongen Het hart van Nagele is een het in de keuken eten, zoals gemeenschap is er nooit geko- toch meestal wint. Kees de Cler, architect en ambtenaar op het uitgestrekt grasveld, in plaats gebruikelijk was in de ‘onder- men, leegstand en krimp geven ministerie van Wederopbouw, herinnert zich terugkijkend op de van een besloten pleintje klasse’, te voorkomen. De het modeldorp inmiddels een naoorlogse woningbouw: ‘Schraal, monotoon, burgerlijk, armelijk. zoals in de traditionele dorpen. voortrazende moderne tijd wat desolaat karakter.

52 53 Je kunt er een hoop lelijke dingen van zeggen, maar vergeet niet dat we verdomd 1946 veel moesten bouwen en we leefden in een tijd waarin lonen en prijzen strak beheerst Goed wonen werden.’ Smaakvol wonen als unieke en individuele expressie

Distributiesysteem WOONBESCHAVINGSOFFENSIEF – FUNCTIONEEL GEBRUIK WONINGEN – SMAAKOPVOEDING – MASSAPRODUKT - WOONBOULEVARD In november 1962 opent koningin Juliana samen met Aan het begin van de twintigste eeuw had minister van Volkshuisvesting de kroeg voor velen de functie van huiskamer: de 1 miljoen- ste naoorlogse woning in het was er gezellig en warm. Thuis was het Zwolle. In 1971 opent minister benauwd en lagen de kinderen opgestapeld in Als huurder van de één miljoenste Bé Udink in Apeldoorn de 2 miljoenste woning. Er wordt flink naoorlogse nieuwbouwwoning gebouwd, maar de behoefte aan woningen blijft ook groeien. bedsteden. Betere woningen en een stevige ­ ontvangt de Zwolse familie Eerst in aantallen: tot in de jaren zeventig hebben beleidsmakers portie gezins­ideologie hebben ervoor gezorgd Hendriks op 8 november1962 het schrikbeeld voor ogen van 20 miljoen Nederlanders in het bezoek van koningin Juliana en jaar 2000. Later ontstaat er, met de groeiende welvaart, meer en ‘U zou wel eens iets minister Van Aartsen. historisch dat Nederlanders hun gezelligheid steeds ­vaker meer behoefte aan grotere woningen met meer comfort. Tot ver anders willen, iets beters, centrum overijssel thuis vonden. Met als hoogtepunt de jaren vijftig, in de jaren tachtig verdelen gemeenten hun schaarse woningen iets dat uw onbewust met een distributiesysteem. Dat geldt vooral voor de goedkopere schoonheidsverlangen toen het hele gezin zich rond de radio schaarde. bevredigt. U hebt een vaag sociale huurwoningen in (groei)steden en dorpen. Maar ook de gevoel, dat uw huis beter duurdere premiehuurwoningen én de sociale koopwoningen ingericht kan zijn, de gehele ontkomen niet aan een verdeelsysteem. sfeer blijer. U zou dit alles Maar dat ging niet vanzelf. Voor de eerste sociale huurwoningen Sinds de economische crisis van 2008 lopen in de grotere steden willen maar gij mist het voor arbeiders in de tweede helft van de negentiende eeuw de wachtlijsten voor betaalbare sociale huurwoningen en grotere onderscheidingsvermogen. ­golden strenge gebruiksvoorschriften. De gegoede burgers die huurwoningen weer op. Terwijl menige plattelandsgemeente Daarom willen wij u helpen.’ aan de wieg stonden van de woningcorporaties, zagen het als een worstelt met de gevolgen van krimp, valt in deze in trek zijnde missie om arbeiders op te voeden en morele beschaving bij te Aldus ir. J.H. van den Broek, regio’s zelfs het woord ‘woningnood’ weer brengen. Wonen is geen vanzelfsprekendheid, dat moet je leren. .­ in Goed wonen, 1e jrg, 1948, Dames uit de betere kringen bezochten de armen die ‘vooruit De wederopbouw leverde nr 1. Het is een onmiskenbare Nederland op tal van plaatsen opvoedingsboodschap. willen, maar niet kunnen’ om hen aan te zetten tot arbeidzaam- hoogbouwflats op. Zoals deze Bouwexperimenten Zo keek ook de overzichts­ heid en spaarzaamheid, zindelijkheid en huiselijkheid. De regle- Rembrandtflat in Lisse die in tentoon­stelling ‘Een kwestie menten van de nieuwe woningcomplexen schreven tot in detail 1965 werd opgeleverd. Om zo snel en goedkoop met staal en beton als bouw­ van opvoeden’ die in 2013 het gebruik van de ruimten voor. Woningopzichteressen zagen er mogelijk te kunnen bouwen materiaal. Het moet toch door het Van Eesteren nauwlettend op toe; en wie de regels overtrad, kon zonder veel stimuleert de regering na de mogelijk zijn om met ­moderne Museum in Amsterdam werd pardon uit de woningen worden gezet. De ergste gevallen werden georganiseerd erop terug. oorlog ook alternatieve bouw- techniek en ­seriebouw goed- in een flink aantal gemeenten verbannen naar apartewoonscholen methoden en -materialen koop arbeiders­woningen voor asociale en onmaatschappelijke gezinnen. met allerlei premieregelingen te produceren? Kort na de Dit woonbeschavingsoffensief was effectief (hoewel de bewoners en toestemming om extra oorlog haalt de Amsterdamse van de woonscholen daar zo hun eigen mening over hadden), woningen te bouwen. Voor de bouwer Huibert­ van Saane waarschijnlijk vooral omdat de huizen zich steeds beter voor echte oorlog was er al voorzichtig (1903-1981) voor de regering huiselijkheid leenden. Ter illustratie: in de eerste dertig jaar van geëxperimenteerd met nieuwe kant-en-klare Engelse beton- de eeuw groeide de woningvoorraad met 55 procent en daalde materialen. Betondorp in bouwsystemen naar Neder- het aantal eenkamerwoningen van 28 procent tot 7 procent. Het ­Amsterdam uit 1925 is een land, zoals Maycrete en Airey. gemiddeld aantal kamers per woning steeg van 2,7 tot 4,4. Per vroeg voorbeeld. Willem van Sindsdien is prefab-bouw niet kamer telde een huis de helft minder bewoners, ook al doordat Tijen (1894-1974) experi- meer weg te denken uit de het aantal kinderen per gezin gestaag daalde. Niet alles speelde menteert in de jaren dertig woningbouw. zich meer af in dezelfde ruimte, jongens en meisjes gingen steeds

54 55 vaker op aparte kamers slapen. Speelden kinderen uit de lagere milieus in het begin van de eeuw voornamelijk de realiteit van volwassenen na, zo gauw zij wat meer ruimte kregen begonnen zij in hun spel hun eigen fantasiewereld te creëren.

Individuele expressie Na de Tweede Wereldoorlog verschuift de aandacht van het juiste gebruik naar de functionele en effectieve inrichting van de woning. In 1946 wordt de Stichting Goed Wonen opgericht, een initiatief van een groep ontwerpers, fabrikanten, winkeliers en consumenten. Hun doel: ‘het wonen in Nederland op een hoger peil te brengen door verbetering van de woninginrichting in de ruimste zin van het woord.’ Via voorlichtingscampagnes en een tijdschrift (vanaf 1948) ijveren ze voor licht, lucht en ruimte in de woningen. Wonen heeft met smaak, ja zelfs met esthetiek te maken. Wonen moet een vorm van unieke en individuele expressie worden. Die boodschap gaat er niet zomaar in. De jaren vijftig worden eerder het decennium waarin een collectieve huiselijkheid de hoofdrol voor zich opeist. Gezinnen zitten ’s avonds rondom De komst van de televisie in de radio, luisterend naar populaire programma’s als De Familie de huiskamer verdreef de tafel Doorsnee (geschreven door Annie M.G. Schmidt) en De Bonte uit het middelpunt van de Dinsdagavondtrein. In 1953 luisteren Nederlanders boven de woonkamer. achttien gemiddeld bijna zestien uur per week. Veel jongeren wonen thuis totdat ze trouwen (en vaak ook nog daarna vanwege de woningnood) en doorgaans is alleen de huiskamer verwarmd. Voor individualisme was simpelweg weinig ruimte. Hoezeer de Goed Wonen-ideologen ook hun best doen om de ­tafel uit het midden van de woonkamer te krijgen, het gewone volk wil er niet aan. Pogingen om via het aanbrengen van meerdere lichtpunten in plafonds in nieuwbouwwoningen de inrichting van de huiskamer te sturen, lijden schipbreuk. De bewoners verplaatsen de lichtpunten vaak zo dat de tafel toch weer in het midden komt te staan. Pas in de jaren zestig verloor de tafel zijn centrale rol. Niet vanwege de Goed Wonen-ideologen, maar door de komst van de televisie, die een run op bankstellen veroorzaakte en de tafel naar de zijkant van de kamer of de keuken dirigeerde. Daar- mee is het pleit beslecht.

Woonconsumenten De vanaf de jaren zestig snel toenemende welvaart vertaalt zich vervolgens in steeds grotere investeringen in huis en haard. Bewoners worden woonconsumenten. In 1978 verschijnt in Illustratie uit het boek van ­Sliedrecht de eerste vestiging van IKEA, het Zweedse bedrijf dat J. Niegeman (red.), Ik kan van de Goed Wonen-ideologie een massaproduct weet te maken. wonen, 1958. Dit was het In de jaren tachtig ontstaat een uniek Nederlands fenomeen: de beeld van het nieuwe meubel/woonboulevard. De eerste ontwikkelde zich in 1981 in functionele wonen: strakke vormgeving, warme kleuren, Beverwijk, sindsdien zijn er meer dan honderd bijgekomen (die effectief ruimtegebruik en overigens in deze internettijden met grote leegstand kampen). geen rommel. Wonen is in een paar decennia uitgegroeid tot een economisch

57 1956 Nationale Hypotheekgarantie en eigen woningbezit ‘Een eigen huis, een plek onder de zon’ HYPOTHEEKRENTEAFTREK – PREMIEKOPWONINGEN – WET BEVORDERING EIGEN WONINGBEZIT – MAATSCHAPPELIJK GEBONDEN EIGENDOM

‘Een eigen huis, een plek onder de zon’ – dit mee­zingrefrein uit het liedje waarmee Het goede doel eind jaren tachtig wekenlang de hitparade aanvoerde, is nog maar relatief kort een wenkend perspectief voor veel Nederlanders. Kopen was gedurende het overgrote deel van de twintigste In 1978 opende IKEA in Sliedrecht haar eerste vestiging eeuw iets voor de rijkelui. Gewone mensen in Nederland. Het werd al Met de Nationale Hypotheek­ snel een groot succes. In feite garantie in 1956 garandeerde huurden. verspreidde IKEA de moderne de overheid de aflossing idealen van Goed wonen effectief van de hypotheek als de De overheid bemoeide zich sinds de Woningwet van 1901 intensief onder het grote publiek. huizenbezitter die door met de bouw van sociale huurwoningen, maar het bevorderen onvoorziene omstandigheden niet meer kon betalen. van het eigen woningbezit was geen actief beleidsdoel. Maar cruciale bedrijfstak met een Banken kwamen daardoor ­indirect stimuleerde ze het wel. De invoering van de eerste in- enorme hoeveelheid ­winkels gemakkelijker over de brug. komstenbelasting in 1893 maakte het namelijk mogelijk om de waarin elk individu naar rente van de lening – nodig om een huis te kopen – af te trekken ­hartenlust en eigen smaak zijn van de belasting die je moest betalen. Zo ontstond de hypotheek­ wooncomfort bijeen kan shoppen. Huisraad staat op Marktplaats renteaftrek. Lange tijd had de regeling een niet al te grote impact. met grote voorsprong bovenaan als meest gewilde koopwaar. Tot de jaren zeventig van de vorige eeuw: toen leidde de regeling Huurcontracten van sociale huurwoningen zijn inmiddels ontdaan In 1952 kwam KVP-minister tot heftige nationale debatten, omdat die volgens critici vooral van strenge voorschriften en gedetailleerde bepalingen. Huurders van Volkshuisvesting Herman de rijken subsidieerde. van sociale woningen krijgen veel meer vrijheid om hun woningen Witte (1909-1973) met de Pas na de Tweede Wereldoorlog kreeg het idee aanhang dat het naar eigen goeddunken te vertimmeren, mits ze daarbij redelijk- eerste premieregelingen voor bezitten van een eigen woonhuis kon bijdragen aan de ‘woon- zowel bouwers als afnemers heid in acht nemen. Goed wonen lijkt compleet ingeburgerd. beschaving’. Het waren vooral de confessionele partijen die van koopwoningen. Een aantal woningcorporaties (in Twello, Benschop, Gemert, hiervoor warm liepen. Een eigen huis zou bevorderlijk zijn voor Zederik en Liempde) tooien (of tooiden) zich fier met deze naam. verantwoordelijkheidsgevoel, spaarzin, properheid en gezins- Kortom, eind goed, al goed. stabiliteit. De sociaaldemocraten daarentegen zagen er weinig heil in. Het bevorderen van eigen privébezit strookte niet met het Maar toch… het aantal overlastmeldingen neemt de laatste ideaal van gelijkheid en collectivisme. ‘Gemeenschappelijk bezit decennia alleen maar toe, evenals het inzetten van buurtbemid- van woningen door tussenkomst van de woningbouwvereniging deling bij conflicten waar mensen onderling niet meer uitkomen. is een hogere vorm van bezit’, aldus het Tweede Kamerlid Kees Het gebrek aan sociale cohesie is een vast thema in tal van sociale ten Hagen in 1950. beleidsnota’s. We hebben dan weliswaar geen woonscholen Omdat het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting in meer, maar wel een schreeuwende behoefte aan asowoningen. handen was van de PvdA, kregen de confessionelen geen poot Het heeft er alle schijn van dat naarmate mensen meer op zich- aan de grond. Dat veranderde in 1952 toen KVP-minister van zelf wonen, ze er moeilijker in slagen om met elkaar te wonen. Volkshuisvesting (1909-1973) premieregelingen Tijd voor een omgekeerd ­beschavingsoffensief?. mogelijk maakte voor zowel bouwers als afnemers van koop­ 58 59 woningen. Een doorbraak betekende in 1956 de invoering van de door verkoop bij te dragen aan een grotere differentiatie van het nationale hypotheekgarantie. Voortaan garandeerde de overheid woningaanbod. In twintig jaar tijd nam daardoor in Amsterdam de aflossing van de hypotheek als de huizenbezitter die door het eigen woningbezit toe van 10 naar 30 procent, een toename onvoorziene omstandigheden niet meer kon betalen. Banken die voor de helft op het conto van de corporaties is te schrijven kwamen daardoor gemakkelijker over de brug. Die stimulerings- (door verkoop, door sloop/nieuwbouw). maatregelen hadden langzaam maar zeker effect. Bestond in In 1998 bereikte Nederland het moment dat meer dan de helft 1948 nog 28 procent van de woningvoorraad uit koopwoningen, van de woningvoorraad bestond uit koopwoningen. De vraag in 1971 was dat toch al 35 procent – ondanks de enorme aantallen naar koopwoningen bleef in het eerste decennium van de huurwoningen die in de periode van de wederopbouw werden ­eenentwintigste eeuw flink stijgen. De prijzen stegen navenant, gebouwd.

Vereniging Eigen Huis De fors toegenomen welvaart, de groei van de middenklasse en de stimuleringsregelingen zorgden ervoor dat een koopwoning voor steeds meer mensen een aantrekkelijk alternatief werd, met dank aan de steeds gunstiger wordende hypotheekrenteaftrek, steeds aantrekkelijker hypotheekvoorwaarden en premiekoop­ regelingen. In die aantrekkende markt ontstond in 1974 de ­Vereniging Eigen Huis, opgericht door Henny van Herwijnen. Hij had als directeur van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten gemerkt dat kopers vaak geen partij waren voor aannemers, financiers en notarissen. Van Herwijnen maakte (tot zijn afscheid Henny van Herwijnen maakte in 2000) van de Vereniging een ijzersterke consumentenorganisatie, Particulier opdrachtgeverschap in hypotheken kwamen er in tal van varianten (aflossingsvrije, tussen 1974 en 2000 van de die met meer dan een half miljoen leden een niet meer weg te Roombeek, Enschede. De wijk die spaar- en beleggingshypotheken) en werden steeds gemakkelijker Vereniging Eigen Huis een denken partij is geworden in de vormgeving van het woningmarkt­ door de vuurwerkramp van 2000 ­verstrekt. De markt boomde. ijzersterke consumenten­ beleid in Nederland. werd verwoest. organisatie. Uiteindelijk stapten ook sociaaldemocraten over hun bedenkingen Evenwicht huren-kopen heen. Vooral PvdA-kamerlid Adri Duivesteijn zag het verwerven De correctie volgde op de financiële crisis vanaf 2008. Naar schat- van een eigen huis als een vorm van emancipatie, die juist bereik- ting 20 procent van de woningen kwam in financieel opzicht Vanaf de jaren zeventig baar moest worden voor mensen met mindere inkomens omdat ‘onder water’ te staan, dat wil zeggen dat de hypotheekschuld kwamen de banken met steeds zij daarmee de mogelijkheid kregen om vermogen op te bouwen. hoger was dan de waarde van het huis. Deze crisis leidde tot het ‘aantrekkelijker’ hypotheek­ ‘Nu de kwantitatieve woningnood voorbij is, kunnen we ons aanscherpen van de hypotheekvoorwaarden en uiteindelijk in producten. Affiche voor bevrijden van het keurslijf van het volkshuisvestingsmodel’, aldus 2014 tot de lang bediscussieerde aanpassing van de maximale hypotheek bij Postgiro/ Duivesteijn. Hij nam, samen met collega’s van VVD, CDA en D66, hypotheekrenteaftrek, die de komende decennia in kleine stapjes Rijkspostspaarbank (1979) geheugen van nederland/iisg het initiatief tot de Wet Bevordering Eigenwoningbezit (2000), zal worden verminderd. waarmee mensen met een kleine beurs subsidie konden krijgen Inmiddels is het aandeel koopwoningen gestegen tot zo’n bij het kopen van een huis. In 2006 werd hij wethouder in Almere, 60 procent en de verwachting is dat we naar een Belgische waar hij de verdere ontwikkeling van deze polderstad geheel ­verhouding toe groeien: twee derde eigendom, een derde huur. baseerde op een ik-bouw-mijn-huis-in-Almere-filosofie. Of er daardoor een natuurlijk evenwicht ontstaat tussen huren en/of kopen valt te bezien. De toename van zzp’ers, van flexibele Uitponden arbeidscontracten en steeds vaker wisselende banen maken het Sinds de eerste stimuleringsmaatregelen uit de jaren vijftig is verwerven van een eigen woning voor aankomende generaties de woningmarkt in Nederland veranderd van een strak geleide niet altijd de meest aantrekkelijke optie. Zeker niet als de prijs huurmarkt in een economisch cruciale koopmarkt. Woning- daarvan hoog is. Ze willen zich niet vastleggen op een koopwoning. bouwverenigingen zijn vanaf de verzelfstandiging steeds grotere Dat geldt nog meer in de gebieden die bevolkingskrimp te wachten delen van hun bezit gaan verkopen onder meer om kapitaal te staat. Daar loop je immers het risico je eigen huis ‘aan de straat- vergaren voor investeringen (het zogenaamde uitponden), waar- stenen’ niet meer kwijt te raken. ‘Huren wordt’, zo voorspelde voor allerlei mengvormen zijn bedacht (Te Koop, Maatschappelijk economisch journalist Jeroen Smit in 2014, ‘het nieuwe kopen’. Gebonden Eigendom, Koopgarant, Koopcomfort). Overigens ging Maar goed, dan moeten die huurwoningen er natuurlijk wel weer het niet alleen om geld; het was ook een bewuste keuze om zijn. En ook nog eens betaalbaar blijven. 60 61 Poepemmers en beertonnen Dat was wel anders bij de twee grote daaraan voorafgaande 1962 ­operaties waarin woningen werden aangetakt op nieuwe ­mogelijkheden. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd steeds duidelijker dat aansluiten van woningen op een ‘Aardgas, warmte bij u thuis’ gesloten rioolsysteem de meest effectieve investering in de volksgezondheid was. De volgepakte steden waren haarden van Woningen aan het riool, elektriciteit, aardgas en internet ziekten en epidemieën. In Londen had men daarom vanaf 1859

WC – STOFZUIGER – RADIO KOELKAST - TELEFOON – GASFORNUIS – TELEVISIE – COMPUTER in een hoog tempo maar liefst 22.000 kilometer riool aangelegd, Op 22 juli 1959 werd in Slochteren op het land van de wat beduusde Groningse boer Kees Boon gas aangeboord. Al snel bleek er een aardgasbel van ongekende omvang onder zijn land te zitten. Het duurde even voordat duidelijk was wat de mogelijkheden daarvan waren. De regering

Vanaf 1962 vond aardgas deed er aanvankelijk ook geheimzinnig over. razendsnel een weg naar de Nederlandse woningen. Er moesten zelfs een Belgische (Victor Leemans) en Amerikaanse (Douglass Stewart) professor aan te pas komen om wereldkundig te maken hoe groot de potentie van deze vondst was.

Daarna ging het snel. Op 4 oktober 1962 nam de Tweede Kamer de Aardgasnota aan, waarna vanaf 1963 in een onwaarschijnlijk tempo met een forse reclamecampagne (‘Aardgas, warmte bij u thuis’) een gigantisch ondergronds buizennetwerk overal in het land werd aangelegd. Midden jaren zeventig waren – op verre Reclame voor het voordeel wat een opmerkelijke gezondheidswinst had opgeleverd. In Neder- buitengebieden na – ruim 4 miljoen woningen op het aardgasnet van elektriciteit in 1920. land lag het tempo aanmerkelijk lager. Tot in de jaren dertig van aangesloten. de twintigste eeuw deden mensen in volkswijken in de meeste Deze ongekende inspanning heeft onze economie bepaald geen Nederlandse steden hun behoefte nog op een emmer. De poep- windeieren gelegd. De Nederlandse verzorgingsstaat is voor emmers en beertonnen werden opgehaald, geleegd en gespoeld een belangrijk deel uit de aardgasbaten gefinancierd. Ook de in het water dat het dichtste bij was. In steden dienden grachten kwaliteit van de volkshuisvesting heeft er een enorme impuls lange tijd nog als open riool. Pas in de loop van de jaren dertig kon door gekregen. Aardgas bracht nieuwe energie en warmte in de gezondheidswinst eindelijk ingeboekt worden, toen in stedelijk alle hoeken van het huis. Kolen, vochtig stadsgas en petroleum- gebied de meeste woningen op een gesloten rioolsysteem waren stelletjes maakten plaats voor moderne geisers, gevelkachels, aangesloten. centrale verwarming en gasfornuizen. Deze sprong voorwaarts kon tot stand komen doordat de Nederlandse overheid op een Elektrische apparaten zeer krachtige manier de hele operatie ter hand nam. De aanpak Een andere revolutie, waardoor woningen verbonden werden paste naadloos in het beeld van een nationale overheid die na met elektriciteitsnetten, ging al wat voortvarender. De gloeilamp de Tweede Wereldoorlog op vrijwel alle terreinen de macht naar was weliswaar al in het laatste kwart van de negentiende eeuw zich toe getrokken had. ontwikkeld, maar om de lamp te gebruiken moest er natuurlijk wel elektriciteit naar de woningen worden getransporteerd. Daartoe richtte vrijwel elke grote gemeente eind negentiende,

62 63 van een massale woonindustrie – je eigen smaak tot ontwikkeling kon brengen. De volkshuisvesting verloor haar uniformiteit, haar collectiviteit. De woning werd voor de meesten een tweede huid, een veilige haven. De laatste grote ‘aantak’revolutie versterkte dat alleen maar. Opnieuw moest daartoe de stoep worden opengebroken om met kabels het huis binnen te dringen. De radio had dat in de periode tussen de twee wereldoorlogen al aangekondigd, de telefoon (pas ver na de Tweede Wereldoorlog binnen het bereik van Jan met de pet) leverde al een sterk staaltje, de televisie ging een stap verder als spectaculair ‘venster op de wereld’, maar de computer­ technologie bracht ten slotte een persoonlijk besturingssysteem, Er was in de twintigste eeuw dat van elk huis een epicentrum in een grenzeloze wereld maakte. geen Nederlands huis of er was wel iets van Philips in te Zo is de volkshuisvesting geëvolueerd van sociale kwestie tot vinden. Gloeilampen, radio’s, individuele beleving, van collectief probleem tot persoonlijk bezit. scheerapparaten, televisies, Daardoor is het ook van een collectieve voorziening steeds meer pick up – de Eindhovense multinational liep steeds een markt geworden met de daarbij horende prijskaartjes en de on- voorop in de vernieuwing van de vermijdelijke uitsluitingsmechanismen. Zo is er vanaf het midden huishoudelijke technologie. van de negentiende eeuw veel veranderd, en toch ook weer niet.

begin twintigste eeuw gemeentelijke energiebedrijven op. Vanaf de jaren tien begonnen die met het massaal aansluiten van woningen op het elektriciteitsnet. In hoog tempo werden walmende olie- en gaslampen vervangen door helder elektrisch licht, dat gemakkelijk te bedienen was en dat alle hoeken van het huis kon bereiken. In 1930 was ruim 90 procent van de kleine 1.100 gemeenten van elektriciteit voorzien. In het kielzog van de elektriciteit trad een compleet nieuwe wereld de woning binnen. De stofzuiger ging daarbij voorop – uiteraard eerst bij de mensen die het konden betalen. Daarna volgde een hele stoet van elektri- sche apparaten: het elektrisch strijkijzer, elektrische theelichtjes, eierwarmers, kookplaten, fornuizen, boilers, straalkachels, grills en na de Tweede Wereldoorlog ook wasmachines, koelkasten en afwasmachines.

Aanleg aardgaspijpleidingen in Grenzeloze wereld Lelystad in 1967 – foto: eric koch Het ‘aantakken’ van woningen op rioolsystemen, elektriciteits- nationaal archief / anefo cc-by netten en aardgasleidingen veranderde het wonen ingrijpend voor alle lagen van de Nederlandse bevolking. Met de wind van Rotterdam wordt voorbereid op de stijgende welvaart in de rug werd het wonen ontdaan van de aansluiting op het aardgas, 1966. het negentiende-eeuwse kazernekarakter, het opeenpakken van mensen in kwalitatief slechte woningen. Wonen werd iets per- soonlijks, iets van mensen zelf, waar je – ondanks het ontstaan

64 65 een huis met een tuin daarbuiten. Maar dan vooral graag naar daarvoor aangewezen ‘overloop’-locaties. Het beleidsuitgangs- 1966 punt leidt begin jaren zeventig tot het aanwijzen van groeikernen en -steden buiten de ‘donor’-steden in de Randstad en in Brabant. Dorpen mogen alleen nog bouwen voor ‘de natuurlijke aanwas’, Het maakbare wonen en de ruimtelijke ordening zodat de open ruimte in Nederland niet te veel aangetast raakt. Zeventien kleinere gemeenten krijgen de status groeikern. In de Van groeikernen tot krimpregio’s Flevopolder verrijzen bovendien de nieuwe groeikernen Lelystad

ONTSTEDELIJKING – ZOETERMEER – ALMERE – VINEX – FABRIEKSTERREINEN – BEVOLKINGSAFNAME en Almere. In 1976 maakt het ministerie ook nog groeisteden van

‘Nederland heeft de grootste bevolkingsdicht- De Tweede Nota over de Bevolkingsontwikkeling 2013-2040 Ruimtelijke Ordening uit 1966 < -9,7% heid ter wereld en de snelste bevolkingsgroei leidde tot het aanwijzen van -9,7 – -4,9% van Europa, binnen 35 jaar zal dit kleine land 19 groeikernen, ook wel -4,9 – -1,5% ‘overloopgemeenten’. Dat -1,5 – -1,3% 1,3 – 7,2% gebeurde op basis van de 20 miljoen inwoners tellen. (...) Het opbergen 7,2 – 10,6% beroemd geworden ‘Blokjeskaart’ 10,6 – 16,6% van zoveel mensen op een klein oppervlak, met (onderste afbeelding linker­ 16,6 – 26,7% behoud van leefruimte, eist algemeen een visie pagina), waarin de gele, oranje, > 26,7% rode en bruine blokjes stonden Anticipeerregio die met bestaande opvattingen moet breken.’ voor vier typen verstedelijking. Krimpregio Door deze in goede banen te leiden zou Nederland in staat zijn om in 2000 twintig miljoen Ze winden er geen doekjes om in 1966, de visionairs Das, Rothuizen inwoners te huisvesten. In de en Leeflang. Ze vrezen ‘lijflijke en geestelijke ademnood’ als jaren tachtig werd duidelijk dat bodem verspillende laagbouw ruimte blijft opslokken. Er is maar de groei niet zo snel zou gaan één oplossing, voorspelden ze in hun manifest Op zoek naar leef­ als werd gedacht. Sterker, vanaf ruimte: Nederland moet extreem hoog gaan bouwen of desnoods eind jaren negentig viel niet de zee op. Het ongeduld spat van de pagina’s. Hun manifest vol langer te ontkennen dat bepaalde futuristische tekeningen is maar een van de vele publicaties in de ge­bieden in Nederland zouden gaan krimpen. jaren zestig en zeventig met oplossingen voor de verwachte bevolkings- en welvaartsgroei. Optimisme en onbehagen strijden om voorrang. Dat de introductie van de anticonceptiepil in 1962 de bevolkingsgroei flink zal temperen is dan nog niet met zekerheid bekend. Groningen, Zwolle, Breda en Amersfoort. De aanwijzing tot groei­ Midden jaren zestig gaat het Nederland economisch zo voor de kern of -stad verplicht gemeenten een bepaald aantal woningen wind dat er ‘gastarbeiders’ nodig zijn uit Spanje en Italië, later uit te bouwen in een wervend suburbaan woonmilieu. Turkije en Marokko. Steeds meer mensen hebben een televisie, Dat betekent nogal wat voor het ambtenarenapparaat in de een koelkast, een wasmachine, een auto. De ontdekking van een kleine gemeenten en de plaatselijke woningcorporaties. Het dorp groot gasveld in Groningen (1959) maakt centrale verwarming Zoetermeer moet bijvoorbeeld groeien van 10.000 naar 100.000 mogelijk. De Algemene Bijstandswet (1965) verzekert iedereen inwoners. Of Spijkenisse van 3.700 naar 70.000 inwoners. Gemeen- van een bestaansminimum. En in het IJsselmeer zijn in 1957 Oost- ten die normaal hooguit honderd woningen per jaar opleveren, Flevoland en in 1968 Zuid-Flevoland drooggevallen. Nederland is moeten dat aantal jaarlijks soms meer dan vertienvoudigen. maakbaar, is maar weer eens bewezen. NOWON Overlooplocaties Het leidt in groeikernen tot een concurrentiestrijd om de De Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening schetst in 1966 ­bouwconcessies tussen de lokale woningcorporaties en project- een heel wat gematigder visie op de groei dan de visionairs deden. ontwikkelaars. Temeer omdat corporaties sinds 1968 als opdracht­ Het kersverse ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke gever zelfstandiger zijn gemaakt ten opzichte van de gemeente. ­Ordening beschouwt de trek uit de stad als gegeven. Prima dat Zij krijgen voorrang bij het bouwen van woningwet-huurwoningen. gezinnen verhuizen van een kleine bovenwoning in de stad naar Alleen als corporaties dat niet kunnen, mag de gemeente zelf

66 67 gaan bouwen of daar een commerciële ontwikkelaar voor ­inschakelen. Die dan ook gebruik kan maken van de subsidie­ mogelijkheden voor sociale huurwoningen. Omgekeerd mogen woningcorporaties duurdere huurwoningen en goedkopere ­koopwoningen bouwen als daar vraag naar is. De concurrentie- strijd brengt de koepelorganisaties van woningcorporaties NWR en NCIV er in 1972 zelfs toe tijdelijk een eigen nationale project- ontwikkelingsmaatschappij op te richten: de NOWON. Pas met de Verstedelijkingsnota (1976), onderdeel van de Derde Nota Ruimtelijke Ordening, komt er een uitgebreid beleids­ instrumentarium en extra subsidiegeld beschikbaar voor groei- kernen. Volgens cijfers van het CBS zijn er tussen 1972 en 1993 ruim 300.000 woningen in groeikernen gebouwd, 12 procent van alle nieuwbouw in Nederland in die periode. Bijna de helft daarvan is een huurwoning. Ter vergelijking: in de grote steden is in die periode 75 procent van de gebouwde woningen een huur- woning. In 1991 verschijnt de Vierde Nota tussen Utrecht en Vleuten-De Meern of de Waalsprong bij Ruimtelijke Orde Extra, afgekort ­Nijmegen. Ook wordt er intensief gezocht naar bouwruimte Lange files als Vinex, waarin een flink aantal in de steden zelf of op oude industrieterreinen, zoals Strijp-S Na 1980 groeit onder beleidsmakers de kritiek op het groeikernen­ stedelijke uitbreidingsgebieden in Eindhoven, Sphinx-Ceramique in Maastricht, het Oostelijk worden aangewezen, zoals beleid. De werkgelegenheid blijkt de woningen niet te volgen naar ­Havengebied in Amsterdam en de Kop van Zuid in Rotterdam. Leidsche Rijn tussen Utrecht de groeikernen, met als gevolg lange files in de spits. De grote en Vleuten-De Meern of de Tegenwoordig groeien vooral de grote steden en hun regio’s nog. steden verliezen te veel koopkrachtige huishoudens, waardoor Waalsprong bij Nijmegen. Alle regio’s daarbuiten, die ooit in aanmerking kwamen voor daar het voorzieningenpeil achteruit gaat. En de groeikernen zelf spreiding en overloop, moeten nu vrezen voor krimp. Een scenario Op 30 september 1975 werd in krijgen het oordeel monotoon, geringe sociale cohesie, oneven- dat de visionairs nog maar een halve eeuw geleden absoluut niet de kort daarvoor drooggevallen wichtige bevolkingsopbouw. Het beleidsaccent verschuift naar de De Vierde Nota over de konden bedenken. Zij voorzagen niet wat demografische cijfers Flevopolder de eerste paal geheid grote steden. Ruimtelijke Ordening kwam inmiddels al weer geruime tijd aankondigen: de Nederlandse voor de nieuwe stad Almere. Vanaf de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening (1988) willen de be- terug van de overloopfilosofie bevolking zal vanaf ongeveer 2040 in zijn geheel structureel leidsmakers de nieuwbouwlocaties voortaan weer aan de rand van de groeikernen en koos afnemen. In gebieden als Oost-Groningen, Zuid-Limburg en van de stad hebben. Het kabinet dat in 1989 aantreedt, maakt voor hernieuwde stedelijke Zeeuws-Vlaanderen zijn de gevolgen van deze krimp nu al zicht- dit voor­nemen in 1991 concreet in de Vierde Nota Ruimtelijke ontwikkeling. Het ministerie van baar. Dat vraagt na meer dan een eeuw van vanzelfsprekende VROM begeleidde de nota met Ordening Extra, afgekort als Vinex. Daar vloeit een stevige groei om een heel andere manier van ruimtelijk ordenen en een intensieve reclamecampagne nieuwbouwopgave uit op Vinex-locaties, zoals Leidsche Rijn met daarin Nederlands ­bestuurlijk denken. Niet uit te sluiten is dat daarin andere waarden, populairste voetballer van dat zoals duurzaamheid, circulaire economie en betaalbaarheid, een Eerste Woonerf moment in de hoofdrol. sturende rol zullen opeisen. vorm te geven. De Boer zag doodlopend terrein. Later zou- door de opkomst van de auto den er overal in Nederland de ‘erffunctie’ van de straat woonerven komen, in de stads­ teloorgaan. Kinderen konden vernieuwing, in de bloemkool- niet zomaar meer op straat wijken, in de Vinex-wijken. In spelen en vrouwen konden de jaren tachtig deed ‘the ­elkaar niet meer treffen aan de woenurf’ in Canadese steden Het woonerf aan de Laan van groentekar. Zo kwam hij op het zijn intrede, en ook in Hon- de Eekharst in Emmen was in woonerf, een samenvoeging gaarse, Italiaanse, Spaanse en 1968 het allereerste van het van het boerenerf en modern Zweedse steden zijn woonerven land. De ontwerper was de wonen. Woonerven bestonden te vinden. Het woonerf is als stedenbouwkundige Niek de uit een aantal woningen aan typisch Nederlands fenomeen Boer, die de opdracht had in een verkeersvrije zone, parkeren een exportproduct geworden. Emmen twee nieuwe wijken gebeurde op een afgescheiden

68 69 1968 De kraakbeweging ‘Leegstand is een misdaad’ HET PERSOONLIJKE IS POLITIEK – DE GROTE KEIZER – GEEN WONING GEEN KROINING – JONGERENHUISVESTING – WOON-WERKPANDEN

Waar leegstand en woningnood elkaar kruisen is er eigenlijk altijd gekraakt. Alleen gebeurde dat lange tijd stilletjes en heette het niet zo. In de grote steden waren het na de Tweede Wereld- oorlog vooral pas getrouwde stellen die – zoals het toen heette – ‘clandestien’ woningen bezet-

De kraakbeweging blonk uit ten. Soms mochten ze blijven, meestal werden in symbolen, waarbij zij slim voorborduurden op bekende ze gedwongen te vertrekken. Het duurde tot symbolen. De gebroken pijl eind jaren zestig, begin jaren zeventig voordat in een cirkel borduurde voort op het anarchisme-teken. De het woord ‘kraken’ algemene bekendheid kreeg. gebalde vuist in het huis was een knipoog naar gebalde vuist van de black panters en Provo’s hadden er midden de hamer en de koevoet was jaren zestig al toe opgeroe- een bewuste verbastering pen met hun leus ‘Redt een van de communistische pandje, bezet een pandje’, hamer en sikkel. maar het verschijnsel kwam in Amsterdam in een stroom- versnelling toen in de zomer van 1968 in de Nieuwmarkt het Woningburo De Kraker werd opgericht, dat in 1969 een Handleiding Kraken publi- ceerde. Kraken werd de meest radicale actievorm waarmee vanuit de protestgeneratie van de jaren zestig het terrein van het wonen werd belaagd. Zoals dat bij meer sociale bewegingen uit die jaren het geval was, vielen daarbij het persoonlijke en het politieke samen. Kraken was daardoor niet alleen het opeisen van persoonlijke woon- en In april 1966 lanceerde Provo levensruimte, maar ook een politieke aanklacht tegen het feit dat het witte huizen-plan. Het er woningen leegstonden terwijl er woningnood heerste; dat er was een eerste oproep om woningen te kraken, zonder grof gespeculeerd werd met panden terwijl jongeren geen fat- dat het woord er nog voor soenlijke woning konden krijgen. ‘Jullie wetten zijn de onze niet’, bestond. collectie geheugen zo vatten de spandoeken op de gevels van de gekraakte panden van nederland/iisg het samen.

70 71 Anti-kraakwet hun eigen directe democratie, hun eigen normen en waarden, en, Kraken vond in die eerste jaren zo bleek al snel, met eigen in- en uitsluitingsmechanismen. Deze vooral plaats in vooroorlogse neiging om zich in-zichzelf-te-keren versterkte toen de kraakbewe- buurten waar veel panden leeg ging eind jaren zeventig neerstreek in een aantal grote complexen. stonden in afwachting van In Amsterdam werden in 1978 op de Keizersgracht een aantal sloop en sanering. In Amster- leegstaande kantoren gekraakt en omgedoopt tot De Grote dam waren dat de Nieuwmarkt, ­Keijzer. In het hartje van de stad werd het NRC Handelsbladgebouw de Bethaniënbuurt, de Jordaan gekraakt. Ook in andere steden werden leegstaande complexen en de Dapperbuurt, waar de en fabrieken gekraakt. In Groningen gebeurde dat bijvoorbeeld kraakacties doorgaans op veel met het oude ziekenhuiscomplex ORKZ en het Wolters-Noordhoff sympathie van de bewoners complex. Die grote panden groeiden uit tot trotse trofeeën van konden rekenen, omdat zij de kraakbeweging, een vorm van bevrijd gebied. met lede ogen hadden moeten Vanaf het moment dat de rechter besloot tot ontruiming werd aanzien dat woningen stonden alles in gereedheid gebracht om deze vestingen met gevaar voor te verkrotten. Ook in andere eigen leven te verdedigen. In Amsterdam leidde dat eind februari steden manifesteerden zich 1980 tot een enorme confrontatie rond de ontruiming van Von- steeds actievere kraakgroepen, delstraat 72, waarbij de krakers de eerste slag wonnen en de po- compleet met handleidingen, litie uiteindelijk op 3 maart met 1.200 man ME, vier scherpschut- spreekuren, kraakcafés en ters en mitrailleurs, pantserwagens, waterkanonnen en ongekend lijsten van te kraken woningen. geweld het pleit in haar voordeel wist te beslechten. Die beweging kon zich zo sterk De woede die daardoor werd aangewakkerd, vormde de voedings­ ontwikkelen, omdat de Hoge bodem van de beruchte ‘Geen woning, geen kroning’-rellen op Raad in 1971 had bepaald dat 30 april 1980. Amsterdam was die dag het toneel van een heen en kraken niet strafbaar was op weer golvende veldslag tussen verhitte jongeren die door het lint grond van lokaal- of huisvrede­ gingen en een politiemacht die de controle over zichzelf kwijt was. breuk. Door die uitspraak ont- In de kroningsrellen van 30 april In de kroningsrellen kwamen al het ongenoegen en de frustratie stond een juridisch vacuüm, 1980 kwam al het ongenoegen die vanaf de jaren zestig zowel onder het wankelende gezag als waardoor politie en justitie en de frustratie die vanaf de jaren onder nieuwe generaties jongeren waren gegroeid als een vulkaan- machteloos moesten toekij- zestig onder nieuwe generaties uitbarsting naar de oppervlakte. jongeren waren gegroeid als ken. In 1973 wilde de regering een vulkaanuitbarsting naar dit corrigeren met de Anti- de oppervlakte. Het was een Legaliseren kraakwet, waartegen groot uitbarsting, maar ook een Het was een uitbarsting, maar ook een keerpunt. De jaren tachtig verzet werd aangetekend. keerpunt. kenden nog wel confrontaties (de Nijmeegse Pierson-rellen uit Er ontstond zelfs een Landelijk 1981 bijvoorbeeld), maar het vuur begon langzaam te doven. De Overleg Kraakgroepen, dat meeste gemeentebesturen kozen voor een slimme – en typisch demonstraties en meerdere Nederlandse – strategie om de gekraakte panden langzaam maar Nationale Kraakdagen organi- zeker te legaliseren. Menig oud-industrieel gebouw of voormalig seerde. Het aantal kraakacties kantoorcomplex werd zodoende – in de meeste gevallen door ge- nam ondertussen in de loop meentelijke woningbedrijven of woningcorporaties – omgebouwd van de jaren zeventig in alle tot fraaie jongerenhuisvesting en woon-werkpanden. steden een steeds hogere In dat proces verwelkte uiteindelijk de kraakbeweging. Een harde vlucht. kern volgde nog wel het spoor van anarchistische, antikernenergie- en antimilitaristische acties (Onkruit), maar het merendeel van Het verschijnsel kraken Subcultuur de krakers vond zijn weg naar carrières en modern gezinsleven. kwam in Amsterdam in een Meer en meer werd kraken een Het kraken als zodanig verdween daarmee niet. Het gebeurt tot stroomversnelling toen in vorm van leven, een subcultuur, op de dag van vandaag, ondanks het feit dat het kraken dankzij de de zomer van 1968 in de een autonome vrijruimte waar in 2010 aangenomen Wet kraken en leegstand sterk aan banden Nieuwmarkt het Woningburo jongvolwassenen afgesloten is gelegd. Soms duikt er ineens weer een stevig pand op waar De Kraker werd opgericht, dat in 1969 een Handleiding Kraken van de boze buitenwereld hun radicale jongeren getooid in zwarte punkkledij en zware schoenen publiceerde. eigen wereld creëerden, met herinneringen aan het verleden oproepen, maar het zijn uitzon- 72 73 Kraken is geen voorrecht van radicale jongeren. Minder 1972 opvallend besloten ook andere burgers met een kraak hun woningnood te bestrijden, zoals A. Cop (r) en D. van der Meulen Georganiseerde huurdersbeweging in de Generaal Spoorlaan in ‘Houd huren betaalbaar’ Haarlem bewijzen. anp historisch

archief OVERLEGWET – VERHUISKOSTENVERGOEDING – GROEIENDE LEDENAANTALLEN – AANPASSING WONINGWET

27 mei 1989. Op het Rotterdamse Schouwburg- plein vindt de slotmanifestatie plaats van de actie ‘Heerma Zo Niet’. Gedurende de voorafgaande week hebben overal in Nederland lokale bewoners- en deringen. Huisbezitters wapenen zich er inmiddels professioneel huurdersorganisaties geprotesteerd tegen de plannen tegen met antikraakwachten, waar zelfs aparte bedrijven voor van staatssecretaris Heerma om de volkshuisvesting zijn opgericht. In de jaren zeventig laaiden te liberaliseren en de scheefheid in de sociale huur- de huuracties op. Jongeren Volkshuisvesting was vooral gezinshuisvesting totdat eind jaren voorraad te bestrijden. De eerste kraker zestig de krakers zich aan het front meldden. Door de krakers kwamen op voor goede (maar ook door andere sociale (jongeren)bewegingen) kwamen huisvesting. Buurtbewoners dwongen een betere De eerste actie die landelijk andere groepen in beeld. Krakers hebben er ook belangrijk aan Jan-Kees Helderman, later een gerespecteerd wetenschapper op stadsvernieuwing af. Velen publiciteit kreeg was op bijgedragen dat de stadsvernieuwing van de jaren zeventig niet kwamen op voor betaalbare woongebied, treedt de hele week op als Heerma. Hij doet dat zo 2 januari 1965 de bezetting door bulldozers en sloophamers werd gedomineerd, maar dat er huren. goed dat hij in Rotterdam met rotte tomaten wordt bekogeld en door Jan en Babiche van betaalbare woningen kwamen en voor de buurt werd gebouwd. door politieagenten van het podium moet worden geleid. Ook ­Hoften, 23 en 19 jaar, van Het denken over het mengen van wonen en werken, het realiseren elders denken actievoerders dat hij de echte Heerma is. Ludieke de Generaal Vetterstraat 33, van broedplaatsen, het stimuleren van kleine bedrijvigheid in optredens met liedjes en een waterpas om de scheefheid te meten, een sloopwoning in het de stedelijke omgeving – het zijn allemaal nog steeds actuele doen daar niets aan af. ­Overtoomse Veld in Amster- onderwerpen die de kraakbeweging als eerste aan de orde stelde. De actie ‘Heerma Zo Niet’ wordt georganiseerd door de drie dam-West. Het stel was erg Krakers blonken dus niet alleen uit met koevoeten en bakstenen, landelijke bewoners- en huurdersorganisaties LOBH (Landelijke verbaasd toen de volgende ze brachten volkshuisvesters op andere – modernere – gedachten. Organisatie Belangengroepen Huisvesting), NVH (Nederlands ochtend De Telegraaf op de Verbond van Huurders) en LOS (Landelijk Ombudsteam Stads- stoep stond, die in haar be- vernieuwing). Het is een testcase om te zien of ze goed kunnen richtgeving meldde dat er in samenwerken, vooruitlopend op de beoogde fusie in de Neder- de straat nog meer woningen landse Woonbond. Ook hierin speelt Heerma een belangrijke rol. leeg stonden. De bezetting Hij dreigt de subsidiekraan dicht te draaien als de organisaties werd voorpaginanieuws. Kran- niet samengaan. ten, televisie en radio stuur- den verslaggevers en zelfs een Onderdeel emancipatiegolf West-Duitse televisieploeg LOBH, LOS en NVH worden begin jaren zeventig opgericht, elk als kwam langs. Zo is de Generaal uitvloeisel van een eigen strijd op het huurders- en bewonersfront. Vetterstraat te boek komen Verspreid door het land maken groepen met bijzondere woon- te staan als de straat waar de wensen, van buitenlandse migranten tot woongroepen, hun eerste kraakactie plaatsvond woonbehoefte kenbaar. Zij krijgen in 1972 een landelijke vertegen­ en betitelde Babiche van De woonwoededag werd in 1980 woordiger in de LOBH (toen nog Landelijk Overleg Bijzondere ­Hoften zich tot op haar sterf- georganiseerd door het OBASA Huisvesting). In de groeikernen komen huurders van woning­ bed als de eerste kraker van – het Overleg Bundeling Akties corporaties in het geweer tegen de plannen om de huren te het land. Stadsvernieuwing Amsterdam. ­liberaliseren en fors te verhogen. Eind 1972 kunnen zij landelijk

74 75 terecht bij het NVH. In de steden komen bewoners in opstand tegen de sloophamer, die hele wijken tegen de vlakte dreigt te slaan. Hiervoor wordt in 1973 het LOS opgericht. Alle drie bewegingen passen naadloos in de emancipatiegolf die Nederland in de jaren zestig van de vorige eeuw overspoelt. In navolging van protest­ acties in het buitenland schudden ook in ons land studenten en Provo’s de gevestigde orde wakker. De drie organisaties hebben in hun beginjaren de wind in de rug. Het centrum-linkse kabinet-Den Uyl, dat in 1973 aantreedt met twee PvdA-staatssecretarissen op woongebied (Jan Schaeffer en ), verstrekt subsidies om professionele krachten in te huren. Daarmee kunnen de organisaties een klein, maar lokaal vaak zeer effectief apparaat opbouwen. Op landelijk niveau zijn er minder successen. LOBH, NVH en LOS slagen er tijdens hun zelfstandig bestaan niet in de positie van huurders in de wet- en regelgeving structureel te verbeteren.

Woonbond Dat verandert met de komst van de Nederlandse Woon- bond. De toenmalige coördi- natoren René Mascini (LOBH), Jan Roncken (LOS) en Leon Bobbe (NVH) bereiden, onder meer met de actie ‘Heerma Zo Niet’, de fusie voor. De Nederlandse Woonbond wordt opge- richt op 24 november 1990 en heeft vijf jaar nodig om een positie te verwerven in de Nederlandse volkshuisvesting en een solide financiële basis op te bouwen. De geschiedenis is daarna nauw verweven met die van de woningcorporaties en de politieke kleur van de kabinetten. In dit krachtenspel krijgen steeds meer corporaties oog voor het belang van overleg met hun huurders, niet zelden omdat zij worden bestuurd door mensen die voor- heen bij LOBH, LOS of NVH werkten. De kleinere en moeilijker te organiseren huurders van particuliere huurwoningen vinden veel moeilijker de weg naar de onderhandeltafel van hun verhuurders. De Woonbond boekt zijn grootste successen tussen 1998 en 2002. De woning­ AFFICHES GEHEUGEN VAN NL/IISG behoefte aan een tegenmacht tegen de corporaties. Het legt de corporaties willen hun in 1995 Woonbond geen windeieren. Er komt een Overlegwet die huurders verworven zelfstandigheid een ­structurele plek geeft in het overleg met de verhuurders. optimaal uitbouwen. Er is in Bewoners die hun huis moeten verlaten vanwege sloop of reno- Ronald Paping is sinds 2007 politieke kringen, zeker onder vatie, krijgen een wettelijk recht op een verhuiskostenvergoeding. directeur van de Woonbond. foto de liberale staatssecretaris De plicht voor huurders om bij verhuizing hun woning in de oor- woonbond , een sterke spronkelijke staat terug te brengen wordt afgeschaft.

76 77 1972 Van huurder tot woonconsument Afscheid van woningbouwverenigingen WELVAARSTOENAME – OVERHEIDSINVLOED – SCHAALVERGROTING – PROFESSIONALISERING – KLANTGERICHTHEID

In november 1972 verscheen in Woningraad een geheel nieuw begrip: ‘woonconsumenten’. Het artikel in dit tijdschrift van de Nationale Woningraad (NWR) was geschreven door haar huissociologe, mejuffrouw drs. E. Hedmann. Zij constateerde dat steeds meer woningbouw-

Vanaf de jaren zestig wordt verenigingen niet over hun ‘leden’ spraken, de samenleving diverser, individualistischer en maar over ‘woonconsumenten’. welvarender. Daardoor verandert ook de De naamsverschuiving was volgens Hedmann veelzeggend over wijze waarop burgers In 2011 lanceerde de Woonbond Verder weet de Woonbond in deze jaren, maar ook later, liberali- aangesproken worden de positie van huurders: ‘Van meebepalers van het beleid, dragers de actie ‘Houd Huren betaalbaar satieplannen tegen te houden en bezuinigingen op de huurtoeslag door klassieke instellingen van de doelstellingen van “hun” woningcorporatie, zijn zij tot in Heel Nederland’. Met lokale te verzachten. Intussen groeit het ledenaantal gestaag, zodat de als woningcorporaties. Ze consumenten geworden die in feite buiten de organisatie zijn huurdersorganisatie verzette Woonbond nu ruim de helft van de Nederlandse huurders ver­ worden meer en meer als komen te staan.’ Het artikel van Hedmann verscheen in de jaren de huurdersorganisatie zich tegenwoordigt. Het actievoeren is daarbij nooit ver weg. Zo weet consumenten gezien. zeventig, de jaren van democratisering. De constatering dat de tegen de plannen van de het kabinet Rutte I om via een nieuw de Woonbond tussen 1999 en 2006 maximaal publicitair profijt te democratie van de woningbouwverenigingen op de tocht stond, waarderingssyteem de huren trekken uit de volstrekt onwetenschappelijke jaarlijkse verkiezing was dus bepaald geen gemakkelijke. van schaarse en populaire van de Beste en Slechtste sociale en particuliere verhuurder. Als Toch was haar bevinding dat leden zich steeds meer als con- woonruimte extra te verhogen. reactie ontvangt de bond op zijn hoofdkantoor in Amsterdam sumenten gingen gedragen niet nieuw. Al sinds de jaren vijftig foto jan-reiner van der vliet/ een keer een doos met een paardenhoofd. Afzender onbekend. verschenen in het tijdschrift van de NWR bezorgde geluiden over woonbond de opstelling van de verenigingsleden. Zo schreef een corporatie- Gelijkwaardige positie bestuurder uit Den Haag dat leden van ‘mede-eigenaars van een Sinds het begin van de eenentwintigste eeuw heeft de Woonbond gezamenlijk bezit’ tot ‘slechts huurders van een woning’ waren jaren van forse tegenwind achter de rug. Ondanks onder meer geworden. ‘Het zou struisvogelpolitiek zijn’, aldus de verontruste een landelijke manifestatie ‘Houd huren betaalbaar’ op 8 april auteur, ‘de ogen te sluiten voor het feit dat een sportclub- of 2006 is het huren in Nederland steeds duurder geworden. De muziekvereniging meer aantrekkingskracht heeft dan een wo- ontwikkelingen rond de zeggenschap van huurdersorganisaties ningbouwvereniging.’ Hij noemde drie mogelijke oorzaken: (1) zitten sinds de komst van de Overlegwet muurvast. Mogelijk staat de gestage toename van de welvaart, ook op het gebied van de Woonbond echter voor een nieuwe bloeiperiode. De parlemen- taire enquêtecommissie woningcorporaties concludeert in oktober Het verenigingskarakter Juridische structuur woningcorporaties 2014 dat een sterke tegenmacht noodzakelijk is om de woning- van woningcorporaties verdwijnt vanaf de jaren corporaties in het gareel te houden. Hiervoor wordt de positie van zeventig om plaats te maken Vereniging Sichting huurdersorganisaties (en gemeenten) in de Woningwet versterkt. voor de stichtingsvorm. De Daarmee krijgt de Nederlandse huurdersbeweging wellicht, bijna ledendemocratie paste niet 1960 74% 23% vijftig jaar na haar geboorte, op sommige punten eindelijk de langer in een wereld van 2008 19% 81% gelijkwaardige positie die ze altijd heeft nagestreefd. vastgoed en consumenten. 78 79 Lid worden van een woning­ verenigingsvorm – een proces dat na de verzelfstandiging in bouw­vereniging kostte in het 1995 in een stroomversnelling kwam – en gingen hun huurders begin van de twintigste eeuw consequent als klanten aanduiden. een behoorlijk bedrag, dat kon variëren van 10 tot wel Huurdersraadpleging 25 gulden, wat voor velen neerkwam op meer dan een Ook bij de meest recente Woningwet is deze lijn zichtbaar. maandloon. Dat bedrag kon ­Huurdersorganisaties krijgen een stevigere positie in de wet. in termijnen worden betaald. Ze mogen meespreken met gemeenten en corporaties over de Daarvoor kregen de leden een lokale ‘prestatieafspraken’. Zij hebben instemming bij fusies en aandelenboekje, waarin hun betalingen precies werden afgetekend. Als het benodigde bedrag was bereikt, kregen ze een bewijs van aandeel. Je was het wonen, zodat de urgentie tot betrokkenheid afnam; (2) de dus niet zozeer lid, maar vooral steeds grotere invloed van de overheid, die in veel gevallen de aandeelhouder. De woning­ woningen toewees, waardoor het corporatielidmaatschap vaak bouwvereniging­ was immers geen voordeel opleverde en (3) de schaalvergroting en professio- eigendom van de leden. nalisering bij de woningcorporaties, die de afstand tot de huurder vergrootte.

Externe democratie De worsteling over de positie van de huurders werd duidelijker dan ooit zichtbaar tijdens het kabinet-Den Uyl (1973-1977). De PvdA stond onder invloed van de jonge democratiseringsbeweging Woningcorporaties zijn vanaf de kunnen een huurdersraadpleging houden. Al deze maatregelen Nieuw Links en was erop gebrand haar idealen in de praktijk te jaren negentig hun huurders ook gaan wel uit van inspraak van de huurder via een aparte organisatie. brengen. Tweede Kamerlid Hans van den Doel wilde de ‘demo- steeds meer als klanten gaan Met de huurder die via een ledenraad inspraak heeft en echt mee cratische vorm’ voor alle corporaties verplicht stellen. Iedere behandelen. kan beslissen, wordt nauwelijks rekening gehouden. Zo bepaalt corporatie moest een vereniging zijn, waarvan elke huurder lid de Woningwet dat met het oog op hun onafhankelijkheid de kon worden. Van den Doel: ‘Houdt immers ook de stichtingsvorm commissarissen niet meer benoemd mogen worden door leden- Staatssecretaris Van Dam kwam niet het gevaar in dat hij uitloopt op een onderonsje waarbij de raden. Deze maatregel zou wel eens het definitieve einde kunnen halverwege de jaren zeventig bewoners op geen enkele manier invloed op het beleid kunnen betekenen van het inmiddels al schaarse verschijnsel woningbouw- met het onderscheid tussen oefenen?’ vereniging. Van een corporatie waarin mensen samen beslissen interne democratie door inspraak Staatssecretaris Marcel van Dam worstelde zeer met de materie, om op een adequate manier vorm te geven aan hun belangen, is van leden van woningbouw­ver­ omdat hij vond dat zijn partijgenoten voorbijgingen aan de strikt genomen geen sprake meer enigingen en externe democratie . door inspraak van huurders­ ­passiviteit die bewoners vaak lieten zien. Het debat in de Kamer verenigingen. beeldbank nationaal besloeg drie dagen. Uiteindelijk kwam Van Dam met een betove- archief rende oplossing. Hij maakte een onderscheid tussen ‘interne Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting democratie’, die van de klassieke woningbouwvereniging met inspraak door leden, en ‘externe democratie’, de steeds vaker Al werd de ontwikkeling van Siepie Langedijk, staatssecre- (Maatschappelijk Gebonden voorkomende ontwikkeling waarbij de huurders niet het bestuur verenigingsleden naar ‘woon- taris ‘democratisering van het Eigendom) en de buurtbud- benoemden, maar in huurderscommissies hun consumenten­ consumenten’ geaccepteerd, woningbeheer’. De SEV kreeg getten (Verenigingen van belangen konden behartigen. Van Dam verwachtte veel van de steeds is er wel gezocht naar tot taak door experimenten Wijk­eigenaren). In 2012 is de versterking van de ‘externe democratie’ en verankerde de rechten nieuwe manieren om bewoners vernieuwingen te stimuleren SEV, samen met het NIROV van huurders om via commissies inspraak te hebben in de besluiten actief te betrekken bij sociale onder andere op het gebied (Nederlands Instituut voor van het bestuur. woningbouw. In dat kader ont- van de vergroting van de be- Ruimtelijke Ordening en Volks- In feite is de lijn Van Dam sindsdien regel gebleven. In hetzelfde stond in 1982 de Stuurgroep trokkenheid van bewoners. huisvesting), KEI (centrum jaar dat Hedmann haar beschouwing schreef, organiseerden Experimenten Volkshuisvesting Zo voerde zij experimenten voor stedelijke vernieuwing) huurders zich voor het eerst op landelijk niveau. De politiek (SEV). Zij werd in het leven ge- uit rondom wooncoöperaties en N­ ICIS ( Institute nam afscheid van het idee van woningbouwverenigingen met roepen door Marcel van Dam, en samenwerking tussen cor- for City Innovation Studies), leden en kwam op voor de belangen van ‘woonconsumenten’. toentertijd minister van Volks- poraties en bewoners in het opgegaan in de nieuwe fusie- De corporaties namen langzaam maar zeker afscheid van de huisvesting, en zijn partijgenoot beheer en kopen van huizen organisatie Platform31.

80 81 1977 Stadsvernieuwing als antwoord op cityvorming ‘Bouwen voor de buurt’ PROJECTONTWIKKELAARS – GROOTSCHALIGE INGREPEN - INTERIM SALDO REGELING – SUBSIDIEREGELINGEN – RENOVATIE

‘Als Beatrix Hoog Katrijn komt openknippen barst de hel los. (…) Honderden miljoenen van ons belastinggeld worden gespendeerd aan Het ontwerpteam van Hoog-Catharijne, en niet aan de noodzakelijke projectontwikkelaar Empeo verbetering van onze huizen.’ Deze aanklacht in en de gemeente Utrecht buigt zich begin jaren zestig over de De Muurkrant valt in augustus 1973 overal in maquette van Hoog Catharijne. Utrecht te lezen. Vaandeldragers vooruitgang Wat de planners en bestuurders over het hoofd zien, is dat er Het is een week of zeven voor de officiële opening van Hoog- ook nog mensen wonen in de oude particuliere huurhuizen in de Catharijne. In De Muurkrant ageren anonieme schrijvers wekelijks binnensteden. De plannenmakers zien zichzelf als vaandeldragers tegen van alles. Zo ook tegen sloop van de stationsbuurt voor de van de vooruitgang. Het economische tij zit ook wel mee voor die bouw van het grootschalige winkel-, kantoor- en stationscomplex. gedachte. De welvaart groeit; koopkrachtige huishoudens verhuizen B&W is omgedoopt tot het ‘college van Beton & Winst’. De ‘hel’ massaal uit de oude stad naar frisse nieuwe buitenwijken en barst overigens niet los als prinses Beatrix een fontein aanzet groeikernen. Gastarbeiders en studenten komen in hun plaats. om het complex te openen. Zo’n 4.000 mensen komen rustig Vooral die laatste groep nieuwe stadsbewoners komt op allerlei protesteren en besluiten hun betoging met een modieuze ‘sit- manieren – desnoods, zoals in de kraakbeweging, met geweld – in downdemonstratie’. opstand tegen de plannen voor verkeersdoorbraken en torenflats. Ruim tien jaar eerder in 1962 zijn de plannen van projectontwik- Hun protest past in de inspraaktendens in de samenleving van kelaar Empeo voor Hoog-Catharijne nog met open armen ont- dat moment. Zo ontstaat in vrijwel elke grotere gemeente in de vangen. Het Utrechtse gemeentebestuur zit – net als de besturen jaren zeventig een strijd tussen de in grote gebaren denkende van de meeste andere Nederlandse steden – enorm in zijn maag cityvormers en de kleinschalige stadsvernieuwers. De rellen in Verkiezingsaffiches van de met het monumentale maar slecht onderhouden stadscentrum. Amsterdam (Nieuwmarkt) trekken daarbij veel aandacht, maar in PvdA-Amsterdam in 1978. Om nog maar te zwijgen van de verpauperde negentiende-eeuwse steden als Deventer, Leeuwarden, Groningen, Tilburg en Rotterdam wijken daaromheen. De smalle straten kunnen het groeiende ging het roer eerder om en zetten gemeentebesturen een veel autoverkeer en de parkeerdruk niet aan. Er is te weinig ruimte Illustratie uit de Utrechtse harmonieuzere koers in om de woonkwaliteit van hun vooroorlogse voor de grote behoefte aan moderne winkels, kantoren en hotels Muurkrant van 31 augustus 1973. wijken aan te pakken. die – naar de opvattingen van destijds – in het centrum horen. Er moet echt iets gebeuren, maar niemand weet precies hoe het ‘hartinfarct’ te genezen. Dan staat er een grote projectontwikkelaar op de stoep met een omvattend reconstructieplan voor het stationsgebied. De ont- wikkelaar belooft het gemeentebestuur alle zorgen uit handen te nemen en het hele project van A tot Z uit te voeren, inclusief exploitatie. Zo kan bovendien het historische stadscentrum behouden blijven. Het Utrechtse gemeentebestuur aanvaardt de plannen en ondertekent de realisatiecontracten juichend.

82 83 In de loop van de jaren zeventig – een beetje geholpen door de oliecrisis van 1973 – begint daardoor het grootschalige tij te keren. De stadsvernieuwing richt zich op bewoners en buurten, de ­filosofie heet ‘bouwen voor de buurt’. Buurtbewoners in de oude stadswijken krijgen – vaak na felle protesten tegen sloopplannen – een stem in wat er met hun huis en hun buurt gaat gebeuren. Dat betekent meestal opknappen wat er staat en alleen sloop/ nieuwbouw als het echt niet anders kan.

26 regelingen Wat de stadsvernieuwing lastig maakt is het versnipperde eigen- dom van panden, meestal in particuliere verhuur. De huren zijn bovendien zo laag dat eigenaren eigenlijk geen financiële ruimte hebben voor een ingrijpende renovatie. Om iets aan die uitvoe- ringsproblemen te doen begint de eerste staatssecretaris (PvdA) voor stadsvernieuwing (1940-1994) in 1973 aan de opbouw van een omvangrijk subsidiesysteem. In 1979 staan er maar liefst 26 financiële regelingen op een rijtje in een instructie- boekje voor stadsvernieuwingsambtenaren van de gemeente Amsterdam. Vooral de Interim Saldo Regeling uit 1977 geeft de buurtgerichte planvorming echt vleugels. Het Rijk betaalt vanaf dat moment het verschil in kosten en opbrengsten per plangebied – ongeacht of het om behoud en herstel of sloop en nieuwbouw gaat. Met name de grote steden kiezen ervoor om particulier verhuurde woningen op te kopen en in beheer te doen bij hun eigen gemeentelijke woningbedrijf of een plaatselijke woning­ corporatie. Als er stadvernieuwingsnieuwbouw nodig is, doet een woningcorporatie dat. Daarop zijn de subsidieregelingen ingericht.

Catharijnesingel terug Tot ver in de jaren tachtig blijft betaalbare sociale huur in de stadsvernieuwing onomstreden. Dat verandert als de overheid aan een terugtrekkende beweging begint en de discussie over de verzelfstandiging van de corporaties in de jaren negentig tot nieuwe financiële verhoudingen leidt. Opgeteld bij de groeiende populariteit van de stad als woonplaats komt er dan volop ruimte voor duurdere huur- en koopwoningen. Actie-affiches uit de jaren Tegenwoordig wonen mensen weer graag in de oude stad, zelfs zeventig en tachtig. gezinnen met kinderen. De stadscentra zijn vergroot door oude GEHEUGEN VAN NL/IISG industriegebieden te verbouwen tot nieuwe binnenstedelijke woonwijken: denk aan het Oostelijke Havengebied in Amsterdam, De Koppel in Amersfoort, de Kop van Zuid in Rotterdam, CiBoGa in Groningen of Sphinx-Ceramique in Maastricht. En Hoog-­ Catharijne? Dat ondergaat een modernisering tot ‘een ontmoe- tingsplek voor iedereen die wil reizen, winkelen, wonen, werken en ontspannen in de dynamiek van het hart van Nederland’, inclusief het terugbrengen van de Catharijnesingel die in de jaren zeventig tot grote treurnis van veel Utrechtenaren voor de aanleg van het winkelcomplex gedempt moest worden. 84 85 10 miljard gulden, trok in dat kader de aandacht. De portefeuille werd sinds 1986 beheerd door Enneüs Heerma (1944-1999). 1995 Heerma kwam uit een gereformeerd, Fries boerengezin en was na zijn studie politicologie in Amsterdam wethouder voor het CDA geworden. Hij trad aan als staatssecretaris nadat Gerrit Brokx Operatie-Heerma (1933-2002) voortijdig was afgetreden vanwege de bouwfraude- affaire tijdens het tweede kabinet-Lubbers. In de nota Volkshuis­ Woningcorporaties op eigen benen vesting in de jaren negentig schetste Heerma in 1989 de contou-

VERZELFSTANDIGING – HAAGSE HUURVERHOGING – BRUTERING OVERHEID OP AFSTAND ren van de nieuwe bestuurlijke verhoudingen die hij voor ogen had. De ‘operatie-Heerma’ kende twee kanten: een verzelfstandiging Het is zonder twijfel een van de opzienbarendste in bestuurlijk en in financieel opzicht. Heerma wilde af van een gebeurtenissen in de geschiedenis van de ­ centraal gestuurde woningmarkt. Lokaal kon veel beter worden ingespeeld op de behoefte van woningzoekenden. In het Besluit sociale woningbouw: de verzelfstandiging van de ­woningcorporaties en de zogenaamde brutering van de volkshuisvesting: ‘operatie- Heerma’. Wat waren de achtergronden van

In 1989 schetste staats­ deze ­verzelfstandiging, wat zijn de gevolgen secretaris Enneüs Heerma in de ontwerpnota en waar staan we vandaag? Volkshuisvesting in de jaren negentig de contouren van Het is goed eerst eens af te rekenen met het idee dat de verzelf- een heel nieuwe bestuurlijke omgang met woningbouw­ standiging van de woningcorporaties een uitvinding is uit de jaren corporaties. Dertig jaar negentig. In feite worstelden betrokkenen al sinds de wederopbouw eerder was daartoe al een met de grote greep die de overheid had op de volkshuisvesting. aanzet geleverd door een Met name toen de woningnood langzaam maar zeker voorbij commissie onder leiding van was, rees de vraag of Den Haag zich moest blijven bemoeien de econoom De Roos (foto met de vraag hoeveel laatjes er in een keukenkastje moesten onder), maar volkshuisvesting komen. Al in 1958 werd een staatscommissie ‘versterking van was toen nog een zo’n gevoelig onderwerp dat geen de zelfstandigheid van de woningbouwcorporaties’ ingesteld, kabinet daar met ingrijpende onder voorzitterschap van econoom F. de Roos (1920-2000). voorstellen zijn vingers aan Deze commissie pleitte voor meer vrijheid voor corporaties, ook durfde branden. Heerma op financieel gebied, onder andere door een landelijk ‘centraal’ bracht die moed in de jaren fonds voor de volkshuisvesting in te richten. Jarenlang werd er negentig uiteindelijk wel op. echter geen haast gemaakt met deze verzelfstandiging. Politici hadden er ook niet zoveel belang bij. De volkshuisvestingszaak raakte veel kiezers direct in de portemonnee en politici hielden de teugels graag nog even in handen.

Prestatievelden Dat veranderde eind jaren tachtig. De kabinetten-Lubbers wilden de verzorgingsstaat hervormen: meer vrijheid geven aan markt en maatschappij door decentralisatie van beleid en privatisering van overheidstaken. Mede in het kader van het streven naar een Europese Monetaire Unie en een gemeenschappelijke Europese Beheer Sociale Huursector (BBSH) uit 1992 gooide hij het roer munt (de euro) maakten zij werk van het terugdringen van om. Woningcorporaties hoefden niet meer vooraf toestemming ­begrotingstekorten en staatsschuld. De volkshuisvesting, sterk te vragen voor wat zij deden, maar dienden hun beleid achteraf gecentraliseerd en met een jaarlijkse begroting van meer dan te verantwoorden. Heerma benoemde slechts ‘prestatievelden’

86 87 waarop hij het werk van de corporaties zou toetsen: (1) zorgen voor huisvesting van kwetsbare groepen op de woningmarkt, (2) zorgen voor de kwaliteit van hun woningbezit, (3) huurders betrekken bij hun beleid en (4) financieel gezond blijven. Op een – politiek zeer gevoelig – punt wilde Heerma dat de overheid de touwtjes strak in handen zou houden. Dat betrof de vaststelling van het huurbeleid. Over de jaarlijkse toegestane huurverhoging wilde politiek Den Haag tot ongenoegen van de woningcorpora-

ties per se het laatste woord Ondertekening van het houden. bruteringsakkoord in 1994. V.l.n.r.: Koopman (VROM), Gouden koorden Aquina (NCIV), Kempen (NWR), Tegelijkertijd werkte Heerma staatssecretaris Heerma en aan een bezuiniging en Kokhuis (VROM). ­financiële verzelfstandiging. Corporaties waren in deze woningcorporaties twintig jaar na de verzelfstandiging tot gevolg. jaren behoorlijk rijk geworden De herziene Woningwet van 2015 is erop gericht de corporaties door de stijging van hun huizen­ weer bij de les te brengen. De vrijheid wordt ingeperkt, de bezit en de lage rente op parti- ­corporaties worden geacht terug te gaan naar hun kerntaken. culiere leningen die zij afsloten. Bovendien worden ze via een verhuurdersheffing aangeslagen De vraag rees waarom het Rijk door de Rijksoverheid en wordt het toezicht geïntensiveerd ze dan nog langer moest door de instelling van de Autoriteit woningcorporaties. ­steunen met vele ­leningen Dat klinkt alsof de corporaties op het strafbankje zijn beland, en subsidies. In deze context maar de facto is er aan de basisprincipes van Heerma niet getornd. kwam het idee van ‘brutering’ Corporaties mogen hun eigen beleid bepalen, waarover zij met tot stand. De uitstaande rijksleningen aan corporaties hadden gemeenten prestatieafspraken maken, en leggen daarover slechts ongeveer dezelfde omvang als de sub­sidies die zij volgens afspra- achteraf verantwoording af. Ze zijn bovendien nog steeds financieel ken nog zouden ontvangen. Het ministerie zou de subsidiever- zelfstandig. Ook na het beleggingsdebacle van Vestia in 2011/2012 plichtingen en leningen dus eenvoudig tegen elkaar kunnen weg- sprong de overheid niet in, maar waren het de woningcorporaties strepen. Stevige onderhandelingen met de sector volgden. die met elkaar de klap opvingen. Uiteindelijk werd het definitieve akkoord gesloten, vrijdagnacht 22 oktober 1993, in hotel Château Marquette, aan de rand van Fondsen en Autoriteiten Heemskerk, op de achterkant van Heerma’s sigarendoos. Ongeveer 30 miljard gulden aan leningen werd tegen een even groot bedrag Het Waarborgfonds Sociale Volkshuisvesting (NCIV) toen kende. Men had daar een punt. aan subsidies weggestreept. De ‘gouden koorden’ waarmee de Woningbouw (WSW) en het de regering terughoudender Zo draaien na 2012 honderden corporaties aan de overheid waren vastgeklonken, werden definitief Centraal Fonds voor de Volks- werd in het verstrekken van corporaties in het land op voor Op 22 oktober 1993 had doorgesneden. Woningcorporaties moesten voortaan hun eigen huisvesting (CFV) werden in de leningen en subsidies en de het derivatenavontuur van Enneüs Heerma in zijn agenda broek ophouden. De overheid zette zichzelf op afstand. Was het jaren tachtig opgericht in het corporaties zelf op zoek moes- Vestia. Met ingang van 1 juli genoteerd dat hij ’s middags in ministerie van Volkshuisvesting lange tijd het grootste spending kader van de verzelfstandiging ten naar investeringsgeld. 2015 is het Centraal Fonds Hotel Château Marquette, aan department, in 2013 werd het na een geschiedenis van meer dan van de woningcorporaties. Het CFV, opgericht in 1988, is voor de Volkshuisvesting op- de rand van Heemskerk, met een eeuw als zelfstandig departement opgeheven. Het WSW borgt leningen die een solidariteitsfonds voor de geheven en vervangen door de de top van de corporatiewereld zou overleggen over de verzelf­ ­- woningcorporaties op de kapi- woningcorporaties. Heerma Autoriteit woningcorporaties standiging. Die avond krabbelde Terug naar kerntaken taalmarkt afsluiten. Doordat stelde dit in om te zorgen dat (Aw). De Aw, ondergebracht hij de hoofdlijnen van een Terugkijkend valt er voor de hele operatie veel te zeggen. Corpo- zij gezamenlijk garant staan, corporaties met weinig geld bij de Inspectie voor Leefom- akkoord op de achterkant van raties zijn zich veel ondernemender gaan opstellen, hebben vele met de overheid als achter- en een grote opgave steun geving en Transport (ILT), ziet, zijn sigarendoos. honderden miljoenen vrijgespeeld om te investeren in wijken, vang, is de rente laag. Het WSW kregen van corporaties die wel naast het financiële toezicht, leefbaarheid en maatschappelijk vastgoed. Maar ook de negatieve werd opgericht in 1983 door wat geld konden missen. De ook toe op de governance, kanten zijn inmiddels duidelijk zichtbaar geworden. De ruimte die de Nationale Woningraad sector was tegen de oprichting ­integriteit en rechtmatigheid corporaties kregen, werd in sommige gevallen gevuld met zelf- (NWR) en het Nederlands van het fonds, omdat het een bij corporaties. verrijking en beleggingsavonturen, met een parlementaire enquête Christelijk Instituut voor de ‘premie op slecht beleid’ bete-

88 89 al door kiezers in deze naoorlogse wijken erin slaagt drie zetels voor de Centrumdemocraten in de wacht te slepen. Dat was 1997 (toen) een enorme schok. Gemeenten, adviesorganen, speciale commissies en politieke partijen riepen om het hardst dat er wat moest gebeuren, anders zouden deze wijken ten prooi vallen aan Stedelijke vernieuwing gettovorming, criminaliteit en verloedering. Die druk is voor het eerste paarse kabinet, dat in 1994 aantreedt, reden om het Grote­ Herstructurering van naoorlogse wijken stedenbeleid (GSB) op te starten – een breed sociaaleconomisch

BELSTATO-NOTA – GETTOVORMING – INTEGRALE VERNIEUWINGSOPDRACHT – INVESTERINGSBUDGET VOGELAARWIJKEN programma om de grote steden erbovenop te helpen. Hans Janmaat van de Als de verzelfstandiging van de woningcorporaties in 1995 een In de jaren tachtig kondigden zich in middelgrote Centrumdemocraten, 1994. feit is, gaat ook het ministerie van Volkshuisvesting aan het steden de eerste leefbaarheidsproblemen aan probleem trekken. In 1997 komt staatssecretaris Tommel met de Nota Stedelijke Vernieuwing, waarin het begrip ‘preventieve in de wijken waar na de Tweede Wereldoorlog herstructurering’ wordt geïntroduceerd. Het gaat niet alleen om de wederopbouwflats in groten getale waren de fysieke kwaliteit van de naoorlogse woningen (die was in veel gevallen zo slecht nog niet), maar vooral om de woonkwaliteit verrezen. In 1985 organiseerden de Delftse van de wijken. De woningvoorraad moet zo worden aangepast hoogleraren Hugo Priemus en Niels Luning dat daardoor sociale en economische problemen worden terug­ gedrongen. Er is, met andere woorden, voor de naoorlogse wijken Nieuwbouw als onderdeel Prak er het eerste grote congres over: Postwar niet zozeer een fysieke beheeropgave, maar een integrale ver- van de herstructurering public housing in trouble. Maar het signaal werd nieuwingsopdracht. Het fysieke stedelijke vernieuwingsbeleid van de naoorlogse wijk moet daarom samen opgaan met het meer sociaaleconomische Paddepoel in Groningen. niet direct opgepikt. Grotestedenbeleid. Hoeveel wijken? In het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) worden alle rijkssubsidieregelingen voor wonen, ruimte, groen en de Het ministerie van Volkshuisvesting had de handen vol aan de Sinds het verschijnen van de fysieke stadseconomie gebundeld. Tussen 2000 en 2009 gaat hier stadsvernieuwing van oude vooroorlogse wijken, waar miljarden Nota Stedelijke Vernieuwing ruim 3 miljard euro in om. Vanaf 2000 begint de nieuwe stads- in gepompt werden. Ook in 1992, in de BELSTATO-nota (BEleid (1997) is voortdurend gesteg- vernieuwingstrein op stoom te raken en komt er een ingrijpende voor STAdsvernieuwing in de TOekomst), zag staatssecretaris geld over hoeveel wijken steun herstructurering van de naoorlogse wijken op gang, waarin vooral Heerma in deze wijken geen structureel probleem opdoemen. van de overheid nodig hebben. woningcorporaties vele honderden miljoenen investeren. Nogal In 2005, zo voorspelde hij, zal de stadsvernieuwingstrein tot Staatssecretaris Remkes wat grootschalige naoorlogse galerijflats gaan tegen de vlakte om stilstand komen. Dan is de klus geklaard en zullen er verder (1998-2002) identificeert be- plaats te maken voor chiquere nieuwbouw met koopwoningen. geen (financiële) inspanningen van rijkswege nodig zijn. gin 2000 maar liefst 643 wij- Dat was nodig, niet alleen om de eenzijdigheid van de woning- Die optimistische voorstelling had ook een tactische reden. ken, minister Kamp (2002- voorraad te doorbreken, maar ook omdat corporaties daarmee Heerma was politiek druk doende met de verzelfstandiging van 2003) brengt dat in kapitaal konden ophalen om de herstructurering te financieren. de woningcorporaties. Hij wilde dat proces niet belasten met het volgende kabinet terug tot In tegenstelling tot de vorige stadsvernieuwingsoperatie was de de vaststelling dat er door de corporaties voor een nieuwe stads- 56, minister Winsemius feitelijke bijdrage van het Rijk aan sloop en nieuwbouw relatief vernieuwingsoperatie diep in de buidel getast moest worden. (2006-2007) verhoogt het gering. Precies om die reden trad er een stagnatie op in de stede- Politiek kwam het beter uit te doen alsof de neus bloedde. weer tot 140, waarna minister lijke vernieuwing toen in 2008 de economische crisis uitbrak en Maar heel lang was die houding niet vol te houden. Vooral in Vogelaar (2007-2008, Wonen, de verkoop van woningen nagenoeg stil kwam te liggen. grote steden als Rotterdam, Amsterdam en Den Haag werden de wijken en integratie) uiteinde- problemen steeds manifester. In de naoorlogse uitbreidingswijken lijk in 2007 na wat geschuif Vogelaar-aanpak stapelden de naargeestigheden zich op: werkloosheid, schooluit- met postcodes en wijkgrenzen De financieel-economische crisis temperde ook de voortvarend- val, armoede, verloedering, criminaliteit en drugshandel. Het was tot 40 wijken komt. Veel be- heid waarmee de Vogelaar-aanpak in 2007/2008 van start was ook in deze gebieden dat spanningen tussen ‘oude’ autoch­tone woners in deze wijken waren gegaan. Minister Ella Vogelaar wilde een versnelling aanbrengen en ‘nieuwe’ allochtone bewoners steeds tastbaarder werden. niet blij met dit stigmatise- in veertig wijken door een integraal vernieuwingsprogramma rende ‘achterstandsetiket’, re- gericht op de sociale stijging van bewoners. Het was groots en Grotestedenbeleid den waarom de minister bij meeslepend aangekondigd, het zou tien jaar (tot 2017) duren, Uiteindelijk gaan ook in politiek Den Haag alarmbellen rinkelen voorkeur sprak over ‘kracht- maar het eerste daaropvolgende kabinet deelde dit (PvdA-)en- als Hans Janmaat in 1994 bij de Tweede Kamerverkiezingen voor- wijken’ of zelfs ‘prachtwijken’. thousiasme niet. Integendeel. Het eerste kabinet-Rutte schafte

90 91 2005 Uniek in de wereld

Sloop flats aan de Isaac Europa, inkomensgrenzen en non-profitorganisaties

Sweersstraat in Dordrecht. DIENSTEN VAN ALGEMEEN ECONOMISCH BELANG – BOUWEN VERHUREN BEHEREN VAN SOCIALE HUURWONINGEN – MAATSCHAPPELIJK VASTGOED foto sloopwerk.nl in 2010 het ministerie van wonen/volkshuisvesting af, stopte de Er is geen enkel ander land dat zo veel betaal- veertig actieplannen van de Vogelaar-wijken in een bureaula van bare sociale huisvesting heeft gerealiseerd als het ministerie van Binnenlandse Zaken en begon zich terug te trekken als aanjager van stedelijke vernieuwing. Marktpartijen, Nederland. In Nederland is bijna één op de drie gemeenten en woningcorporaties moesten hier verder het werk woningen een sociale huurwoning. Oostenrijk is gaan doen. goede tweede met bijna een kwart, maar in de Wijziging Woningwet meeste westerse landen gaat het om zo’n 10 tot Er kwam ook steeds meer kritiek op de grandeur-avonturen van een paar woningcorporaties die megalomane opvattingen hadden Hoe donkerder het land, hoe 15 procent van de woningvoorraad. ontwikkeld over de revitalisering van stedelijke gebieden. Niemand groter het aandeel sociale sprak na 2010 nog over wat corporaties tot stand hadden gebracht. volkhuisvesting op de totale Sterker, het ISV werd afgeschaft, het investeringsvermogen van woningvoorraad in 2012. Daarbij moet wel worden aangetekend dat er geen eenduidige Nederland neemt daarbij corporaties werd vanaf 2014 ingeperkt door de verhuurdersheffing, definitie van sociale huurwoningen bestaat. In Nederland is een een koppositie in. waardoor het Rijk jaarlijks ruim 1,5 miljard euro aan de sector sociale huurwoning een woning van een woningcorporatie met onttrekt. Het gevolg is dat corporaties hun verplichtingen uit de een huur onder de liberalisatiegrens. In Duitsland is een sociale Vogelaar-afspraken steeds moeilijker konden nakomen. Ten slotte huurwoning een woning waarbij subsidie wordt verstrekt, onaf- verbood de gewijzigde Woningwet in 2015 corporaties zich met hankelijk van wie de woning verhuurt. In Zweden bestaan geen andere zaken bezig te houden dan met het stapelen van stenen, sociale huurwoningen, maar (in beginsel voor iedereen toeganke- het verkopen van woningen, het onderhouden van hun woning- lijke) publieke huurwoningen, die door overheidsbedrijven worden voorraad en zorgen voor de directe leefomgeving. Terug naar de verhuurd. In Oost- en Zuid-Europa is een sociale huurwoning kerntaken – heette dat in Den Haag. gelijk aan armenhuisvesting. Nog steeds investeren corporaties in de herstructurering van de De stevige voorraad sociale huurwoningen heeft ons land geen naoorlogse woonwijken, maar de ambities zijn beduidend terug- windeieren gelegd. Wat wij in Nederland achterstandswijken geschroefd en het tempo is fors omlaaggegaan. Tien jaar later noemen, gaat eigenlijk vooral over de mensen die er wonen, dan Heerma aankondigde is de rijksbemoeienis met stadsver- veel minder over de kwaliteit van de woningen. Sloppenwijken nieuwing inderdaad tot een einde gekomen. Vreemd dat maar kent Nederland niet. Verloederde straten met dichtgetimmerde zo weinig mensen de vraag stellen waarom de alom geuite vrees deuren en ramen kom je niet tegen. Beroemd is de anekdote van voor gettovorming uit het midden van de jaren negentig niet een bezoek aan Rotterdam midden jaren tachtig van de Ame- bewaarheid is geworden. rikaanse socioloog William Julius Wilson, de uitvinder van het In de naoorlogse woonbuurt, begrip underclass. Wilson werd bij die gelegenheid door een leger Schalkwijk in Haarlem-Zuid, ambtenaren en professionals door de ergste achterstandswijken wordt met een nieuw programma, van Rotterdam geleid. Toen dit verzorgingsstaatpeletonnetje een nieuwe architectuur en een halfuur met de Amerikaanse zwarte professor op stap was, vroeg nieuwe stedenbouwkundige en hij: ‘Wanneer begint het nu?’ Toen hem vervolgens duidelijk landschappelijke structuur, één werd gemaakt dat hij er midden in stond, barstte hij in lachen van de idealen uit de jaren zestig, gemeenschapszin, op een uit: ‘You’re kidding.’ Een groter compliment valt het Nederlandse eigentijdse manier nieuw leven volkshuisvestingsbeleid eigenlijk niet te maken. in geblazen. foto marco Henssen architecten

92 93 Staatssteun land staatssteun mocht blijven geven voor het bouwen en verhuren In plaats van een lichtend voorbeeld is Nederland binnen de van gebouwen die een maatschappelijke functie hebben en die Europese Unie vanaf het begin van de eenentwintigste eeuw bijdragen aan de leefbaarheid van wijken, zoals brede scholen, echter steeds meer als een buitenbeentje te boek komen te wijkcentra of jeugdcentra. Nederland kon de Europese Commis- staan. In 2005 oordeelde de Europese Commissie (overigens op sie ervan overtuigen dat maatschappelijk vastgoed in wijken en verzoek van Nederland zelf) onder aanvoering van de Nederland- dorpen zich in de regel niet in de belangstelling mag verheugen se commissaris dat corporaties met staatssteun van commerciële marktpartijen, terwijl het cruciaal is voor de huizen verhuren aan mensen met een te hoog inkomen. Hierdoor leefbaarheid. ontstaat oneerlijke concurrentie met commerciële verhuurders en dat is strijdig, zo liet Kroes DAEB en niet-DAEB Den Haag weten, met de De schade viel dus uiteindelijk mee. Wel zette deze Europese regels van ‘Brussel’, vooral interventie een rem op de commerciële avonturen die steeds meer omdat corporaties voordelige woningcorporaties sinds de verzelfstandiging waren aangegaan. leningen kunnen sluiten en Met staatssteun actief op de markt opereren is immers in de ogen ook nog eens weinig belasting van Brussel een doodzonde. Toen deze avonturen in een aantal betalen. Ook het feit dat gevallen ook nog eens volledig uit de hand liepen, was het pleit ­corporaties zich vanuit deze beslecht. Er moest een ‘Berlijnse muur’ worden opgetrokken tussen positie steeds vaker als (semi) strikte volkshuisvestelijke sociale werkzaamheden (in jargon DAEB: commerciële projectontwik- Diensten van Algemeen Economisch Belang) en commerciële In 2005 joeg eurocommissaris kelaar opwierpen was een doorn in het oog van Brussel. (niet-DAEB) activiteiten. Neelie Kroes de vaderlandse Die mededeling kwam hard aan. Brussel legt een bom onder Dit onderscheid wordt uiteindelijk wettelijk vastgelegd in de her­ corporatiewereld de stuipen op de Nederlandse volkshuisvesting, kopten de kranten. Woning- ziening van de Woningwet die minister Stef Blok in 2015 door het het lijf met haar vaststelling dat corporaties schreeuwden moord en brand over deze ‘inmenging’ parlement heeft geloodst. De wet beoogt de woningcorporaties de Nederlandse volkshuisvesting en kondigden aan dat als Brussel haar zin kreeg, zij grote delen weer bij de volkshuisvestelijke les te brengen: het bouwen, verhure­ n ten onrechte gebruikmaakte van staatssteun. van de woningvoorraad moesten verkopen, de huren fors zouden en beheren van sociale huurwoningen en van bepaald maatschap- stijgen en de nieuwbouw zou stilvallen. Er volgde een zich jaren pelijk vastgoed en het uitvoeren van beperkte leefbaarheidstaken. Uiteindelijk was het minister Van voortslepend politiek beraad in Brussel. Andere activiteiten worden aan strikte voorwaarden gebonden en der Laan die in 2009 met Brussel Uiteindelijk was het minister Eberhard van der Laan die in 2009 moeten van deze kerntaken worden onderscheiden. overeenstemming bereikte. een doorbraak wist te forceren. Hij kwam overeen dat er een Bijzonder is dat dit door Brussel opgedrongen onderscheid inkomensgrens gehanteerd zou worden bij het toewijzen van ­eigenlijk het van oudsher unieke karakter van de Nederlandse nieuwe woningen. Ten minste 90 procent van de huurwoningen Op aandrang van Europa volkshuisvesting weer voor het voetlicht haalt, want Nederland met een huur beneden de maakt de Woningwet van nam altijd een bijzondere positie in als het ging om het soort maximale huurtoeslaggrens 2015 een scherp onderscheid organisaties dat sociale huurwoningen aanbiedt. In Nederland zijn tussen sociale activiteiten met Minister van Wonen Stef Blok (toen € 648, vanaf 2015 non-profitorganisaties (woningcorporaties) de enige aanbieders. staatssteun en commerciële vertaalde zowel de Europese € 711) moet bij vrijkomen In andere landen worden sociale huurwoningen ook verhuurd door activiteiten zonder staatssteun. kritiek als de oplaaiende onge- worden toegewezen aan huis- Op 1 januari 2018 moeten alle gemeentebedrijven, coöperatieve verenigingen en commerciële ­noegens over het functioneren houdens met een inkomen corporaties hun administratieve aanbieders. Wat in de Nederlandse volkshuisvestingssector door van de woning­corporaties in een tot € 33.000 (inmiddels bijna systeem daarop hebben de corporaties wordt verdiend, blijft daardoor revolverend, dat nieuwe Woningwet, die op 1 juli aangepast. 2015 in werking trad. De kern € 35.000). Dat betekende dat wil zeggen: komt de volkshuisvesting weer ten goede. daarvan is dat de wooncorporaties ruim 40 procent van de Neder- terug moeten naar hun kerntaken.­ landse huishoudens nog voor tekening mirjam vissers een sociale huurwoning in aanmerking blijft komen. De ­andere 10 procent van de vrijgekomen woningen mocht worden toegewezen aan men- sen met een hoger inkomen.

Een belangrijk onderdeel van het akkoord was dat Neder-

94 Burgemeester Waals overhandigt 2006 in 1985 de eerste sleutel van een woning de Ds. C. Spoorlaan in Nootdorp aan een jong gezin. Woningcorporaties kenden tot Huisvesten van bijzondere doelgroepen ver in de jaren tachtig nauwelijks Zorg aan huis bijzondere doelgroepen. Ze bouw­den voor gezinnen. Tegen-

STADSVERNIEUWINGSURGENTEN – VLUCHTELINGEN – SCHEIDINGEN – SLACHTOFFERS SEKSUEEL GEWELD – DAK- EN THUISLOZEN ­woordig wordt in sommige grote gemeenten een kwart van de Volkshuisvestingsbeleid in Nederland was (en is) vrijgekomen woningen toebedeeld aan mensen uit bijzondere doel- erop gericht om mensen die daar financieel zelf ­groepen. Nieuwe corebusiness niet toe in staat zijn van fatsoenlijke woonruim- In de discussies over de toekomst van het volkshuisvestingsbeleid te te voorzien. In de eerste helft van de twintig- zijn er mensen die menen dat het huisvesten van de meest kwetsbare groepen de nieuwe corebusiness van woningcorporaties ste eeuw verhuurden woningbouwverenigingen gaat vormen. Het gaat om groepen die naast woonruimte vaak daartoe aan de eigen leden, waarbij de gemeen- ook ondersteuning en zorg nodig hebben. Die begeleiding wordt nog maar ten dele in aparte voorzieningen geboden, maar meer Wie ziek, gestoord of telijke woningbedrijven meestal voor mensen en meer vanuit een woning georganiseerd. Zorg aan huis, dat is gehandicapt was, werd zorgden die zich minder goed zelf organiseerden. het nieuwe uitgangspunt, waarbij veelal woningcorporaties de vroeger uit huis verbannen woning leveren en zorg- en welzijnsinstellingen de zorg. en naar zorginstellingen Dat laat zich goed illustreren aan de veranderingen in de opvang gebracht. Tegenwoordig is Vanaf de Tweede Wereldoorlog wordt de woningdistributie van dak- en thuislozen. Vroeger werden zij apart opgevangen in het andersom: je eigen huis vormt de basis voor het meer en meer gestuurd door de (lokale) overheden. Gemeenten Mensen met een verstandelijke voorzieningen van waaruit zij hun (vaak financiële) problemen herstel. De zorg komt naar beheren de wachtlijsten en stellen regels op om te bepalen wie beperking waren lange tijd konden oplossen en de noodzakelijke vaardigheden moesten je toe. het meeste recht heeft op een woning. Tot de jaren zeventig gaat veroordeeld tot een inrichting, ­aanleren. Als zij daarmee klaar waren, werden zij ‘beloond’ met het daarbij vooral om het toewijzen van woningen aan gezinnen. die zich nogal eens in een een woning – een proces dat vaak lange tijd in beslag nam. Begin bosrijke omgeving bevond. Sinds Vanaf de jaren zeventig komen, onder meer door het systeem deze eeuw is er meer samenwerking op gang gekomen tussen de jaren tachtig voltrekt zich van individuele huursubsidies, ook specifieke doelgroepen, echter een trendbreuk: mensen woningcorporaties en zorginstellingen. In Utrecht bijvoorbeeld zoals jongeren en studenten, in aanmerking voor sociale huur­ met een beperking hebben startte in 2005 het project Woningtoewijzing met Zorg. Met deze woningen. recht op een normaal bestaan, aanpak kunnen dak- en thuislozen, nadat zij alle fases op de Extreem urgente gevallen (ook wel ‘dakloosheid buiten eigen inclusief een eigen woning, waar ­zogeheten woonladder hebben doorlopen, een eigen woning schuld of toedoen’) hebben daarbij altijd voorrang gekregen. nodig met begeleiding. huren. Als voorwaarde wordt gesteld dat zij gedurende twee jaar Maar vanaf de jaren tachtig begint het aantal mensen dat op begeleiding accepteren. Wanneer de begeleiding succesvol is grond van een bijzondere en kwetsbare positie een voorkeurs­ verlopen, wordt de woning ‘omgeklapt’ op naam van de cliënt. toewijzing krijgt een hoge vlucht te nemen. Het gaat om stads- Een vernieuwende vorm van woningtoewijzing met zorg is het vernieuwingsurgenten, vluchtelingen, mensen die gescheiden Amerikaanse Housing First. Deze aanpak slaat de route langs de zijn, vrouwen die vluchten voor huiselijk en/of seksueel geweld, woonladder over: daklozen krijgen direct huisvesting aangeboden mensen met een verstandelijke of fysieke beperking, psychiatrische waar de ondersteuning wordt georganiseerd. De essentie is dat patiënten en dak- en thuislozen. Vooral in de grotere steden bewoners in hun waarde worden gelaten en in een realistische wordt een groeiend deel van de vrijkomende woningen aan omgeving gestimuleerd worden zelf verantwoordelijkheid te deze groepen toegewezen. Dat leidt tot scheve gezichten bij nemen. Dat gebeurt niet zonder voorwaarden: om de woning te mensen die geen urgentie hebben en jaren op een woning krijgen moeten zij begeleiding en budgetbeheer accepteren en ­wachten. In Amsterdam gaat inmiddels zo’n kwart (cijfer 2013) geen overlast veroorzaken. Veroorzaken ze problemen dan lopen van de vrijkomende woningen naar deze bijzondere groepen. ze het risico de woning kwijt te raken. Sinds 1994 zijn er in Nederland, aldus Aedes, 200.000 sociale De aanpak blijkt geschikt voor chronisch daklozen met complexe huurwoningen toegewezen aan statushouders. problemen veroorzaakt door een psychiatrische stoornis en/of verslaving, een groep waarvoor de traditionele route langs de woonladder niet werkt. Deze groep blijft vaak hangen in opvang-

96 97 instellingen en komt regelmatig op straat terecht. Voor hen geldt dat een stabiele woonsituatie rust en ruimte biedt om problemen op te lossen. Ruim 85 procent van de bewoners bewoont na een 2014 jaar nog steeds een woning via Housing First.

Scheiding wonen en zorg Parlementaire enquête woningcorporaties Housing First is een sprekend voorbeeld van de vermaatschap- pelijking van de zorg, een verandering van het denken over zorg Uithuilen en opnieuw beginnen

die vanaf de jaren zeventig op gang is gekomen (zie onder meer: SS ROTTERDAM – RENTEDERIVATEN – SALARISSTIJGINGEN - BOSBELASTING – PASSENDHEIDSNORM

‘Spijt vind ik een moeilijk begrip’. Aan het woord is Vestia-directeur Erik Staal tijdens de verhoren van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties. In dat ene zinnetje schuilt veel tragiek. Hoe kwam het zover dat de volkshuisvesters ter ­verantwoording moesten worden geroepen? Waarom is spijt voor De parlementaire enquête­- De roep om huisvesting van commissie woningcorporaties hen een moeilijk begrip? En hoe moet het met de bijzondere doelgroepen, zoals werd op 16 april 2013 vluchtelingen, kan razendsnel geïnstalleerd en presenteerde woningcorporaties in de toekomst? toenemen, zoals zichtbaar werd haar eindrapport ‘Ver van in de zomer van 2015. Dat vraagt huis’ op 30 oktober 2014. om flexibele bouwwijzen, zoals Aan het begin van de eenentwintigste eeuw ontstond er flinke bijvoorbeeld containerwoningen. maatschappelijke irritatie over de woningcorporaties. Enkele instellingen waren meer commercieel aan het avonturieren Goffman, antipsychiatrie, Nieuw Dennendal). De zorg moest dan sociaal aan het ondernemen. Zo investeerde Servatius in niet buiten, maar in de samenleving vorm krijgen. Dat gebeurde Maastricht tientallen miljoenen in de bouw van een prestigieuze eerst door allerhande kleinschalige zorgeenheden in de stad te campus, zonder dat er enig contract was met de universiteit. Veel realiseren (beschermd wonen, begeleid wonen, opvangvoor- gerucht maakte ook de aankoop van een voormalig cruiseschip, zieningen), waarbij het wonen betaald en verzorgd werd vanuit de SS Rotterdam, door de Rotterdamse corporatie Woonbron, Principes van zorginstellingen. dat na vele tegenvallers miljoenen van het maatschappelijk ver- Housing First In het licht van de vermaatschappelijking is het een logische mogen zou verslinden. Nog groter waren de gevolgen van het vervolgstap om wonen en zorg uit elkaar te halen en mensen gespeculeer met renteverzekeringen (derivaten) door het Vestia 1. Huisvesting is een in normale woningen ook als normale huurders te behandelen. van Erik Staal. De misrekeningen bracht de corporatie aan de ­fundamenteel basisrecht. Sinds januari 2013 is de scheiding tussen wonen en zorg een feit. rand van de financiële afgrond en sociale verhuurders door heel 2. Respect, warmte en Dit betekent dat een groot deel van de zorg is ‘geëxtramuraliseerd’ het land moesten jarenlang bijspringen om het gat te dichten. ­compassie voor cliënten. en dat cliënten zelf (zo nodig met huursubsidie) de kosten voor Deze incidenten waren niet illustratief voor de meerderheid, 3. Ondersteuning zo lang als huisvesting moeten betalen. die vaak veel soberder te werk ging, maar zij beheersten wel de nodig. Deze ontwikkeling maakt dat woningcorporaties een steeds beeldvorming. 4. Keuzevrijheid en huisvesting belangrijkere taak hebben gekregen om woningen te leveren voor verspreid over de wijk. mensen die zorg nodig hebben. Vooral gemeenten dringen daar Geen sociaal kompas 5. Scheiding tussen wonen op aan, zeker nu zij sinds 2015 door de decentralisatie van de zorg De maatschappelijke irritatie werd echter ook gevoed door een en zorg. steeds meer verantwoordelijkheid dragen voor de organisatie salarisstijging over de breedte van de hele sector. Marktconforme 6. Bewoners stellen zelf hun van de zorg. ‘Zorg aan huis’ is voor gemeenten een aantrekkelijk beloningen werden de regel. Ook op dit vlak trokken incidenten doelen. en goedkoop alternatief voor de relatief dure vormen van (crisis) de meeste aandacht. Wrang was dat Erik Staal de absolute top- 7. Herstelgerichte begeleiding. opvang, begeleid of beschermd wonen. Het succes daarvan staat verdiener was, met een jaarsalaris van maar liefst een half miljoen 8. Begeleiding gericht op of valt echter bij voldoende woningen. En daar wil het nog wel euro. Berucht is ook de in 2015 tot 2,5 jaar cel veroordeelde harm reduction. eens aan ontbreken. ­Amsterdamse directeur Hubert Möllenkamp, die naast allerlei 98 99 voor corporaties), beide uit 2008, en de ‘Verhuurdersheffing’ uit 2013. Europa drong ondertussen aan op een scheiding van sociale en commerciële activiteiten, in jargon: een scheiding van ‘dien- sten van algemeen economisch belang’ (DAEB) en niet-DAEB. De activiteiten op het gebied van leefbaarheid en zorg werden omstreden. Ook het toezicht werd aangescherpt. Zo kwam minister Stef Blok, nota bene van de VVD, die zich ja- renlang tegen elke vorm van regulering uitsprak, in 2012 met een maximum voor topsalarissen bij woningcorporaties. Bovendien

Een van de openbare verhoren duistere zaken ook de vrijheid van de parlementaire nam als dienstauto een enquêtecommissie ­Maserati met chauffeur aan woningcorporaties in juni 2014. te schaffen. Het waren jaren

waarin de Woningwet een zette hij in op de oprichting van een toezichthoudende Woon- Journalist Hans Verbraeken was er als eerste bij: hij ‘sobere’ bedrijfsvoering autoriteit. Zijn nieuwe Woningwet uit 2015 bracht veel van deze meldde eind januari 2012 in ­voorschreef en een ‘beheerste maatregelen samen. Zo verplicht de wet bovendien corporaties Het Financieele Dagblad dat ontwikkeling van de loon­ vanaf 1 januari 2016 passend te gaan toewijzen (de passendheids- Vestia dreigde te bezwijken stijging’. norm). Daarmee wil Blok voorkomen dat huishoudens met een onder de last van een enorme De incidenten bij de woning- beperkt inkomen in een te dure woning gaan wonen en daarvoor derivatenportefeuille. Hij beet corporaties hadden verschil- ter compensatie een maximaal beroep doen op de huurtoeslag. zich in het dossier vast en liet lende oorzaken. Ze hadden Vestia-bestuurder Erik Staal Huur en inkomen dienen volgens hem meer met elkaar in ver- niet meer los. Hij reconstrueerde (links) en Rochdale-bestuurder het miljardendebacle in een soms te maken met gebrek houding te zijn, zodat de woonlasten voor huishoudens met een Hubert Möllenkamp (rechts) onverbiddelijke pageturner, die aan moreel kompas bij laag inkomen betaalbaar blijven. gedroegen zich als zonne­ in september 2014 verscheen. ­bestuurders, die zich gingen koningen. Maar zij konden hun opstellen als ‘zonnekoningen’. Participatiesamenleving gang gaan, omdat de politiek Maar dat was het niet alleen, en daarom viel spijt betuigen hen stimuleerde, het toezicht Het politieke ongenoegen over de handel en wandel van woning- ­sommige bestuurders ook moeilijk. Er was sprake van een bredere faalde, hun collega’s de andere corporaties steeg naar een kookpunt na de financiële miskleun cultuur waarin van alles mogelijk was. Er was een gebrek aan kant opkeken. Eigenlijk faalde van Vestia, die in 2012 aan het licht trad. De absolute grens was tegenmacht en toezicht. Bewoners waren zich gaan gedragen als iedereen, aldus de enquête­ bereikt en de Tweede Kamer stelde een ‘parlementaire enquête­ woonconsumenten. Steeds minder vaak hadden woningcorporaties commissie. commissie woningcorporaties’ in. Het voorzitterschap van de een representatieve ledenraad die ze kritisch volgde. Bovendien commissie kwam in handen van (inmiddels voormalige) PVV’er had in de jaren negentig ook de overheid de teugels laten vieren. Roland van Vliet. In een vuistdik rapport, dat in oktober 2014 Vestia kreeg alle ruimte. De initiatieven van Woonbron werden verscheen, werd haarfijn geanalyseerd wat er was misgegaan, door minister Ella Vogelaar toegejuicht. niet alleen aan de zijde van de corporaties, maar ook aan de zijde van de overheid, die de teugels naar de mening van de commissie Woonautoriteit wel erg had laten vieren. In de aanbevelingen sloot de commissie Maar langzamerhand kantelde het beeld en kregen corporaties aan bij de strengere politieke lijn die feitelijk al door minister Blok steeds meer tegenwind. Politici pleitten voor een ‘terug naar de was ingezet. kerntaak’. Vermogens van woningcorporaties werden afgeroomd Zo zal de Nederlandse volkshuisvesting, voor zover uitgevoerd door de ‘Vogelaarheffing’ (ten gunste van achterstandswijken), door woningcorporaties, een kleinere rol hebben dan voorheen. de ‘Bosbelasting’ (de invoering van de vennootschapsbelasting Maar daarmee is hopelijk niet alles gezegd. Onder de vlag van de

100 101 participatiesamenleving wordt steeds meer gevraagd van mensen Colofon Deze uitgave is mede en buurten. En de sociale veerkracht van mensen en de leefbaar- mogelijk gemaakt door de heid van buurten staan in steden en in krimpgebieden nog steeds Canon volkshuisvesting is een Eind- en beeldredactie: volgende maatschappelijke onder druk. De politiek zet in op lokaal maatwerk, waarin uit- uitgave van de Vereniging Canon Jos van der Lans, Margriet Pflug aandeelhouders: dagingen op het gebied van bijvoorbeeld werk, zorg, welzijn en Sociaal Werk, p.a. Feike de Boer- wonen integraal worden aangepakt. In deze ontwikkeling kunnen laan 31, 1019 KS Amsterdam. Auteurs: corporaties nog steeds een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld in Sonja Appelman: 2006 de vorm van het beheren van maatschappelijk vastgoed en het ISBN 978-90-819819-3-4 Wouter Beekers: 1852, 1904, 1913, aanstellen van wijkconciërges. Nieuwe beheervormen, waarbij NUR 130 1972B, 1995, 2014 John Cüsters: 1972A De uitgever heeft waar mogelijk Jos van der Lans: 1901, 1903, 1915, geprobeerd het copyright van 1933, 1946, 1956, 1962, 1968, de afbeeldingen te achterhalen 1997, 2005, 2006 en te eerbiedigen. We nodigen Margriet Pflug: 1854, 1910, 1918, iedereen uit die denkt dat we zijn 1921, 1945, 1966, 1977 copyright schenden om contact op te nemen met de uitgever. Fotografie schutbladen: Voor: Tonnis Post, Middendorp- Op de tekst rust copyright. collectie Openlucht Museum Maar het is juist de bedoeling Achter: Babet Hogervorst dat de tekst door zoveel mogelijk mensen wordt gelezen en wordt Centrale redactie Canon verspreid. Daarom gelden voor Sociaal Werk: de teksten uit deze publicatie de Sonja Appelman, Dries Claessens, richtlijnen van Creative Commons, Suzanne Hautvast, Jos van der die er op gericht zijn kennis en in­ Lans, Maarten van der Linde, formatie zoveel mogelijk te delen. Jan Steyaert, Wim Verzelen Zie: www.creativecommons.nl. Vormgeving: Prijs losse exemplaren: Van Rosmalen & Schenk, Vanaf 1 januari 2016 moeten verhuurders en bewoners verantwoordelijkheden delen, zoals € 16,00 (inclusief verzendkosten) ­Amsterdam corporaties passend toewijzen. in sociale koopconstructies of verenigingen van wijkeigenaren, Doel is te voorkomen dat kunnen woningcorporaties een nieuw gezicht geven. Nee, de rol Bestelwijze: Drukwerk: huishoudens met een beperkt van woningcorporaties is zeker nog niet uitgespeeld. Sterker, de Per email: [email protected] De Swart, Den Haag inkomen in een te dure woning participatiesamenleving zou zomaar een inspiratiebron kunnen Rechtstreeks bestellen door gaan wonen en daarvoor ter opleveren om zichzelf opnieuw uit te vinden. € 16,00 over te maken op IBAN: Bijhorende website: compensatie een maximaal NL25 TRIO 0254446108 t.n.v. www.canonvolkshuisvesting.nl beroep doen op de huurtoeslag. Vereniging Canon Sociaal Werk, infograhic wooninc Amsterdam onder vermelding Centrale website: Verhuurdersheffing van naam en adres. Bij afname www.canonsociaalwerk.eu van meerdere exemplaren is De verhuurdersheffing die het kracht vanaf 1902. Dat gebeur- korting mogelijk. kabinet-Rutte II vanaf juli 2013 de niet toevallig ook midden invoerde en die de staatskas in een diepe recessie – net als jaarlijks ruim 1,5 miljard euro de huidige verhuurdersheffing. oplevert, heeft haar sporen in In de jaren dertig heeft deze het verleden. Het kabinet-­ afroming van corporatiever- Colijn voerde in 1934 de ver- mogen geleid tot een enorme plichting in voor corporaties terugslag in de bouwproductie om met hun ‘batige saldi’ de van corporaties. Zal de huidige bijdragen van het Rijk terug te verhuurdersheffing hetzelfde betalen – met terugwerkende effect hebben?

102 103