Natura 2000 Beheerplan : Vecht
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Natura 2000 beheerplan Definitief Vecht- en Beneden Reggegebied agina 1 van 187 Colofon Uitgave provincie Overijssel Datum 18 juli 2017 Auteur Natuur en Milieu Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl [email protected] Pagina 2 van 187 Inhoudsopgave 1 Inleiding 6 1.1 Wat is Natura 2000? 6 1.2 De aanwijzing van een Natura 2000-gebied 6 1.4 Het Natura 2000-beheerplan 9 1.5 Proces 10 1.6 Relatie met het PAS 11 1.7 Leeswijzer 12 2 Gebiedsbeschrijving 13 2.1 Inleiding 13 2.2 Landschapsecologische systeemanalyse 13 2.2.1 Grondwaterafhankelijke deel Beerzerveld 13 2.2.2 Vechtdal 17 2.2.3 Geomorfodynamiek 18 2.2.4 Junner Koeland 18 2.2.5 Reggedal 19 2.2.6 Plannen voor herinrichting Regge 19 2.2.7 Archemer- en Lemelerberg 20 2.2.8 Landgoed Eerde 21 2.2.9 Eerder Achterbroek 23 2.2.10 Boswachterij Ommen 24 2.3 Ecologische vereisten en trends 25 2.3.1 Habitattypen 25 2.3.2 Habitatrichtlijnsoorten 34 3 Instandhoudingsdoelstellingen 37 3.1 Kernopgaven 37 3.2 Instandhoudingsdoelstellingen 37 3.3 Knelpunten 39 3.3.1 Hydrologie 39 3.3.2 Atmosferische stikstofdepositie 47 3.3.3 Leemten in kennis 55 3.4 Knelpunten per instandhoudingsdoelstelling 57 3.4.1 Habitattypen 57 3.4.2 Habitatrichtlijnsoorten 64 4 Beleid, plannen en regelgeving 66 4.1 Europees niveau 66 4.2 Rijksniveau 66 4.3 Provinciaal niveau 68 4.4 Lokaal niveau 70 4.5 Consequenties voor de instandhoudingdoelstellingen 71 5 Bestaande activiteiten 73 5.1 Inleiding 73 5.2 Bestaand gebruik, bestaande activiteiten en vergunningplicht 73 5.2.1 Voorwaarden en beperkingen 76 5.3 Methodiek 76 5.3.1 Inleiding 76 5.3.2 Effectenindicator 76 5.3.3 Centrale Beoordeling 77 5.3.4 Aanvullende informatie provincie en partners 78 5.3.5 Consequenties van de beoordelingen 78 5.4 Beschrijving en beoordeling van de bestaande activiteiten 78 5.4.1 Drinkwaterwinning 79 5.4.2 Industriële grondwateronttrekkingen 81 5.4.3 Kleine (niet agrarische) grondwateronttrekkingen onder verantwoordelijkheid van het waterschap 82 5.4.4 Onttrekkingen ten behoeve van agrarische activiteiten 82 agina 3 van 187 5.4.5 Beregening met oppervlaktewater 84 5.4.6 Rioolwaterzuiveringsinstallaties 84 5.4.7 Riooloverstorten 86 5.4.8 Beheer en onderhoud waterinfrastructuur 87 5.4.9 Peilbeheer 88 5.4.10 Rijks- en provinciale wegen 89 5.4.11 Industriële en overige bedrijven met een SBI-code 90 5.4.12 Agrarische activiteiten 91 5.4.13 Recreatie en Toerisme 94 5.4.14 Luchtvaart 97 5.4.15 Motorcrossterreinen 98 5.4.16 Zandwinningen 98 5.4.17 Energiecentrales 98 5.4.18 Afvalverwerkende bedrijven, vuilstorten, composteerinrichtingen en vergistingsinstallaties 99 5.4.19 Natuurbeheer 99 5.4.20 Jacht, faunabeheer en schadebestrijding 105 5.4.21 Muskusrattenbestrijding 108 5.5 Cumulatietoets 110 5.5.1 Wat is cumulatie 110 5.5.2 Beoordeling cumulatie in het beheerplan 110 5.5.3 Cumulatieve effecten 110 6 Instandhoudingsmaatregelen 111 6.1 PAS-maatregelen 111 6.1.1 Maatregelen op gebiedsniveau 111 6.1.2 Maatregelen op habitattypenniveau 121 6.1.3 Maatregelen voor habitatsoorten 143 6.1.4 Interactie PAS- maatregelen met andere habitattypen en -soorten 144 6.2 Niet-PAS maatregelen 145 6.2.1 Maatregelen op gebiedniveau 145 6.2.2 Maatregelen voor habitatsoorten 145 6.3 Effectbeoordeling instandhoudingsmaatregelen 145 7 Sociaal-economisch perspectief 148 7.1 Sociaal-economische gevolgen van de maatregelen 148 7.1.1 Sociaal-economische effecten PAS-Maatregelen 148 7.1.2 Sociaal-economische effecten van niet-PAS-maatregelen 148 7.2 Sociaal-economische gevolgen in relatie tot vergunningverlening 149 7.2.1 Nieuwe activiteiten 149 7.3 De waarde van het gebied voor andere functies dan natuur 149 8 Uitvoeringsprogramma 150 8.1 Ter inzage legging PAS en Natura 2000 ontwerp-beheerplannen 150 8.2 Uitvoering 150 8.3 Monitoring 151 8.3.1 Rapportage en beoordeling 152 8.3.2 Informatie 152 8.3.3 Data 153 8.3.4 Natuurmonitoring 153 8.3.5 Monitoring voor de Programmatische Aanpak Stikstof 154 8.3.6 Overige monitoring voor het Natura 2000-beheerplan 154 8.4 Financiering 155 8.4.1 Dekking 155 8.4.2 Schadevergoeding 155 9 Vergunningverlening en handhaving 156 9.1 Vergunningverlening 156 9.1.1 Vergunningplicht 156 9.1.2 Vergunningprocedure 159 9.2 Toezicht en handhaving 159 Pagina 4 van 187 Bijlagen Bijlage 1 Habitattypenkaart Bijlage 2 PAS-beheermaatregelenkaart Bijlage 3 PAS-inrichtingsmaatregelenkaart Bijlage 4 Invloedsafstand perceelontwatering Bijlage 5 Invloedsafstand kleine grondwateronttrekkingen Bijlage 6 Melkveebedrijven en lichtverstoring in relatie tot instandhoudingsdoelstellingen Bijlage 7 Beoordeelde recreatiebedrijven Bijlage 8 Overige beoordeelde bedrijven met een SBI-code Bijlage 9 Overzicht PAS- en niet-PAS maatregelen Bijlage 10 Begrippen- en afkortingenlijst Bijlage 11 Referenties agina 5 van 187 1 Inleiding 1.1 Wat is Natura 2000? Om de achteruitgang van de biodiversiteit in Europa te stoppen hebben de EU-lidstaten afgesproken dat een Europees netwerk van natuurgebieden wordt gerealiseerd: Natura 2000. De lidstaten wijzen Natura 2000-gebieden aan. In deze gebieden worden goede condities gerealiseerd voor de instandhouding van de meest kwetsbare soorten en habitattypen. In Nederland liggen ruim 160 Natura 2000-gebieden waarvan 24 geheel of gedeeltelijk in Overijssel (zie figuur 1). Het juridisch kader van Natura 2000 volgt op de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en is vastgelegd in de Wet natuurbescherming (voorheen: Natuurbeschermingswet 1998). Figuur 1 Overzicht Natura 2000-gebieden in Overijssel 1.2 De aanwijzing van een Natura 2000-gebied De staatssecretaris van Economische Zaken wijst een Natura 2000-gebied aan met een aanwijzingsbesluit. Alle 24 gebieden in Overijssel zijn inmiddels definitief door de staatssecretaris aangewezen als Natura 2000-gebied. In de aanwijzingsbesluiten staan de instandhoudingsdoelstellingen van het betreffende Natura 2000- gebied. Het Natura 2000-gebied Vecht- en Beneden-Reggegebied is op 4 juli 2013 door de staatssecretaris van het ministerie van Economische Zaken aangewezen als Natura 2000-gebied op grond van artikel 10a van de Natuurbeschermingswet 1998 (nu: artikel 2.1 van de Wet natuurbescherming). De habitattypen en habitatrichtlijnsoorten van Vecht- en Beneden-Reggegebied worden beschreven in hoofdstuk 2, de instandhoudingsdoelstellingen in hoofdstuk 3. Pagina 6 van 187 1.3 Instandhoudingsdoelstellingen Het Natura 2000-doelendocument, een beleidsnotitie van het voormalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, geeft een toelichting op de instandhoudingsdoelstellingen en de daarbij gehanteerde systematiek. Vanuit de algemene door de EU vastgestelde doelen (zie kader) zijn de landelijke doelen1 en de kernopgaven geformuleerd voor de acht voor Nederland beschreven landschapstypen. De kernopgaven geven aan wat de belangrijkste bijdragen van een concreet gebied aan het Natura 2000-netwerk zijn. De landelijke doelen en kernopgaven zijn per gebied uitgewerkt in instandhoudingsdoelstellingen voor specifieke habitattypen, habitatrichtlijnsoorten en vogelrichtlijnsoorten. Voor alle Natura 2000-gebieden gelden algemene doelen. De gebieden moeten bijdragen aan het behoud en indien van toepassing het herstel van: 1. De ecologische samenhang van Natura 2000 binnen Nederland en de Europese Unie; 2. De biologische diversiteit en de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie, die zijn opgenomen in bijlage I of bijlage II van de Habitatrichtlijn. Dit behelst de benodigde bijdrage van het gebied aan het streven naar een op landelijk niveau gunstige staat van instandhouding voor de habitattypen en de soorten waarvoor het gebied is aangewezen; 3. De natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied, inclusief de samenhang van de structuur en functies van de habitattypen en van de soorten waarvoor het gebied is aangewezen; 4. De op het Natura 2000-gebied van toepassing zijnde ecologische vereisten van de habitattypen en soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Voor een aantal kernopgaven is aan concrete gebieden een ‘sense of urgency’ voor beheer of watercondities toegekend. Daarnaast kan sprake zijn van een aanvullende wateropgave. Een ‘sense of urgency’ is toegekend als binnen enkele jaren mogelijk een onherstelbare situatie ontstaat waardoor de kernopgave en de daarbij behorende instandhoudingsdoelstellingen niet meer realiseerbaar zijn. De kernopgaven en de aanduiding van ‘sense of urgency’ zijn van belang bij de focus van de Natura 2000-beheerplannen en de prioritering van maatregelen. 1 Landelijke doelen: habitattypen die in een zeer ongunstige staat van instandhouding verkeren en waarvoor Nederland een grote verantwoordelijkheid heeft. Dit betreft voor een belangrijk deel schrale graslanden, waarvan de oppervlakte en de kwaliteit de laatste decennia sterk zijn afgenomen. agina 7 van 187 Figuur 2 Begrenzing Vecht- en Beneden-Reggegebied Tabel 1 bevat de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Vecht- en Beneden- Reggegebied. Op de habitattypenkaart van dit Natura 2000-gebied (bijlage 1) komen ook de habitattypen H2320 stuifzand, H3150 meren met krabbenscheer en H6410 blauwgraslanden (in mozaïek met andere habitattypen) voor. Deze habitattypen komen niet voor in het aanwijzingsbesluit. Bij het beheer en de uitvoering van de maatregelen moet wel rekening worden gehouden met de aanwezigheid van deze habitattypen2. 2 Algemeen voorbeeld: toename droge heiden mag niet ten koste gaan van het habitattype oude eikenbossen. Ook niet als voor oude