Een Beslissingsondersteunend Systeem Voor Het Stroomgebied Vecht/Zwarte Water

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Een Beslissingsondersteunend Systeem Voor Het Stroomgebied Vecht/Zwarte Water Een beslissingsondersteunend systeem voor het stroomgebied Vecht/Zwarte Water T.M.Kruidhof Mei 2003 Een beslissingsondersteunend systeem voor het stroomgebied Vecht/Zwarte Water T.M.Kruidhof Mei 2003 Afstudeeropdracht Civiele Technologie & Management Vakgroep Waterbeheer Uitgevoerd bij: Provincie Overijssel Eenheid Water en Bodem Afstudeercommissie: Dr. ir. D.C.M. Augustijn (Universiteit Twente) Dr. ir. C.M. Dohmen-Janssen (Universiteit Twente) Ir. G.J. Hoogendoorn (Provincie Overijssel) Drs. C.J.M. Ooms (Provincie Overijssel) Voorwoord Op de voorkant van dit verslag staat de Vecht bij Gramsbergen in een drietal situaties. De eerste situatie is de normale beheerssituatie, de tweede situatie geeft een kans op voorkomen van één maal per 10 jaar weer en de derde situatie heeft een kans op voorkomen van één maal per 100 jaar. In de laatste situatie is het noodretentiegebied Noord en Zuid Meene ingezet. De inzet van een noodretentiegebied is een ingrijpende beslissing om de waterstand ergens anders minder te laten stijgen. Voordat zo’n beslissing genomen wordt, is informatie over de situatie elders in het gebied en de te verwachten ontwikkeling van de waterstanden ingewonnen. Ook zijn effecten van de inzet van het gebied en andere mogelijke maatregelen uitvoerig geanalyseerd. Een beslissingsondersteunend systeem kan ondersteuning bieden bij het nemen van dergelijke beslissingen. Dit is een afstudeeronderzoek voor het afronden van de studie Civiele Technologie en Management aan de Universiteit Twente. Het onderzoek is uitgevoerd bij de provincie Overijssel, eenheid Water en Bodem. Allereerst wil ik mijn begeleiders van de universiteit bedanken, Denie en Marjolein, voor hun inhoudelijk vragen. Daarnaast wil ik Dianne en Marc van de provincie bedanken, niet alleen voor de inhoudelijke vragen en tekstuele opmerkingen, maar ook voor de gesprekken die niets met dit afstudeeronderzoek te maken hadden. Verder wil ik de mensen bedanken die tijd hebben vrijgemaakt voor een interview, gegevens hebben aangeleverd of op een andere manier hun medewerking verleend hebben aan mijn onderzoek. Natuurlijk wil ik ook mijn vrienden en familie bedanken voor hun steun. Mijn ouders in het bijzonder, voor het brengen van de kopjes thee als ik hard aan het werk was, hun vertrouwen en het mogelijk maken van mijn studie. En natuurlijk wil ik Stephan bedanken, niet alleen voor het doorlezen van het verslag, maar voor alles. 1 2 Samenvatting Aanleiding en doelstelling van dit onderzoek Naar aanleiding van het hoge water in 1998 is een waterakkoord voor de Overijsselsche Vecht en het Meppelerdiep opgesteld. Tijdens de voorbereidingen hiervan is de vraag naar een beslissingsondersteunend systeem (BOS) opgekomen. BOSsen kunnen verschillende functies hebben en voor verschillende doelen gebruikt worden. De vraag wat voor BOS geschikt zou zijn was dan ook een aanleiding voor dit onderzoek. Tevens is niet bekend of de meetgegevens die in het stroomgebeid aanwezig zijn ook daadwerkelijk bruikbaar zijn voor de invulling van het BOS. Ook bij de uitwerking van de stroomgebiedsvisie in het kader van het waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21) is de vraag naar de ontwikkeling van een beslissingsondersteunend instrument naar boven gekomen. De doelstelling van dit onderzoek luidt: “Het doen van aanbevelingen voor de ontwikkeling van een BOS voor het stroomgebied Vecht/ Zwart Water”. Dit doel wordt op twee manieren bereikt, namelijk door het vaststellen van: - de doelen, eisen en functionaliteiten van het BOS door het inventariseren en analyseren van de meningen van de toekomstige gebruikers; - de relaties tussen de verschillende wateren in het stroomgebied Vecht/ Zwarte Water die kunnen dienen als eerste aanzet voor de ontwikkeling van het BOS door het inventariseren en analyseren van meetgegevens die betrekking hebben op de afvoer van de belangrijkste wateren in het stroomgebied. Beschrijving stroomgebied Vecht/ Zwarte Water De Vecht is een gestuwde rivier die ontspringt in Duitsland en uitmondt in het Zwarte Water. De belangrijkste zijdelingse toestromen van de Vecht zijn de Dinkel, het Afwateringskanaal, het Ommerkanaal en de Regge. Naast de Vecht monden ook de Sallandse Weteringen en het Meppelerdiep uit in het Zwarte Water. Het Zwarte Water staat in open verbinding met het IJsselmeer. De beheerders in het Nederlandse deel van het stroomgebied zijn Rijkswaterstaat, de provincies Drenthe en Overijssel en vier waterschappen. Kenmerkende elementen BOSsen Een beslissingsondersteunend systeem is een hulpmiddel in de besluitvorming rondom complexe problemen waarbij het systeem de informatie structureert en effecten van verschillende alternatieven analyseert en evalueert. Een BOS bestaat uit een gebruikersschil, modellen en een database. Model-georiënteerde BOSsen zijn gericht op simulatieberekeningen en optimalisaties en data-georiënteerde BOSsen zijn gericht op het ontsluiten, analyseren en presenteren van data. In het waterbeheer worden BOSsen gebruikt voor zowel waterkwaliteitsvraagstukken als waterkwantiteitsvraagstukken. Binnen de waterkwantiteitsvraagstukken is onderscheid te maken in BOSsen voor (extreem) hoogwater, de normale beheerssituatie en laagwater. Daarnaast is er onderscheid tussen BOSsen voor operationele doelen en BOSsen die voor strategische, lange termijn doeleinden gebruikt kunnen worden. Eisen toekomstige gebruikers Er zijn een aantal overeenkomsten tussen de ideeën die de waterbeheerders over het BOS hebben. Ten eerste moet het BOS overzicht bieden van de actuele situatie in het hele stroomgebied. Daarnaast moet het BOS bestaan uit scenario’s, maatregelen en effecten van maatregelen. Deze zijn tot stand gekomen door modellen, praktijkkennis en afspraken. Tevens moet de bruikbaarheid van bestaande modellen en de koppeling met het hoogwaterinformatiesysteem (HIS) en het geautomatiseerd draaiboek hoogwater (GDH) onderzocht worden. De belangrijkste discussiepunten tussen de waterbeheerders zijn: - modellen: behoren modellen wel of niet tot het BOS; - beheersdoelen: moet het BOS alleen voor hoogwater ontwikkeld worden of ook voor laagwater en waterkwaliteitsvraagstukken; 3 - moet het BOS alleen het operationele beheer ondersteunen of ook strategische doelen dienen; - gebruikers van het BOS: alleen waterschappen, waterschappen en provincies gezamenlijk of ook Rijkswaterstaat. Analyse meetgegevens Voordat het BOS ontwikkeld wordt, kan inzicht in de relaties tussen de verschillende wateren in het stroomgebied en de relatie tussen de neerslag en de afvoer van de verschillende wateren behulpzaam zijn. Voor het Nederlandse deel van de Vecht en het Zwarte Water zijn geen afvoeren bekend, alleen waterstanden. Van de belangrijkste zijdelingse toestromen zijn wel afvoergegevens beschikbaar, behalve voor de Sallandse Weteringen. Er is een duidelijk verband tussen de neerslag en de afvoer. De reactietijd van de afvoer van de Vecht bij Emlichheim op een grote neerslaghoeveelheid is 3 dagen. De reactietijd van de meeste zijdelingse toestromen is 1 à 2 dagen. Aan het begin van een neerslagperiode komt nog niet alle neerslag tot afvoer. De neerslagsom over zeven dagen bij Vliegbasis Twente geeft het best de afvoer van de Dinkel op de zevende dag weer. Voor hoge neerslagsommen is deze relatie zwakker dan voor lage neerslagsommen. De looptijd van de hoogwatergolf over de Vecht is twee dagen. De piekafvoeren van de zijdelingse toestromen zijn 1 à 2 dagen eerder dan de hoogste afvoer van de Vecht bij Emlichheim. Bij vertraging van de afvoeren van de zijdelingse toestromen kunnen de piekafvoeren van de Vecht en de zijdelingse toestromen gelijktijdig plaatsvinden. Wegens gebrek aan afvoergegevens van de Vecht was het alleen mogelijk een grove schatting te maken van het aandeel van de zijdelingse toestromen op de Vecht. Het aandeel van de Dinkel op de Vecht is geschat op 25%, van het Afwateringskanaal ook 25% en van het Ommerkanaal 10%. Voor de Regge kan het aandeel niet bepaald worden vanwege de grote spreiding van de gegevens. Hoge waterstanden op het IJsselmeer worden veroorzaakt door noordwesten wind en zijn onafhankelijk van hoge waterstanden op de Vecht. Hoge afvoeren op de Vecht hebben nauwelijks invloed op de waterstanden op het Zwarte Water. Om de invloed van het IJsselmeer op het Zwarte Water en de benedenloop van de Vecht te bepalen moeten naast waterstanden ook windgegevens beschikbaar zijn. Advies voor het BOS Het BOS voor het stroomgebied Vecht/ Zwarte Water moet tijdens hoogwater overzicht over de actuele situatie in het Nederlandse deel van het stroomgebied bieden. Gedurende hoogwater ondersteunt het BOS de hoogwaterploegen van de waterschappen en de provincie. De randvoorwaarden liggen bovenstrooms van de monding van de Dinkel en bij het IJsselmeer. De grote regionale wateren dienen in het BOS opgenomen te worden. Het te ontwikkelen BOS is een data-georiënteerd BOS; het bestaat uit scenario’s, maatregelen en effecten, die vooraf door praktijkkennis, modeluitkomsten en afspraken bepaald zijn. Aan de hand van de invoer van waterstanden, neerslag- en windgegevens wordt bepaald in welk scenario het watersysteem zich bevindt, welke maatregelen genomen kunnen worden om de wateroverlast te verminderen en de bijbehorende effecten. Laagwater- en waterkwaliteitsvraagstukken vallen buiten het BOS. Het BOS wordt ontwikkeld voor operationele doeleinden. De modellen die gebruikt worden voor de bepaling van scenario’s, maatregelen en effecten, kunnen wel voor strategische doeleinden gebruikt worden, maar het BOS zelf niet. Voor het beheer moet er een gebruikersgroep komen onder
Recommended publications
  • Cultuurhistorische Quickscan Aa-Landen, Zwolle II Oktober 2013 II Blad 2
    CULTUURHISTORISCHE QUICKSCAN Onderzoeksgebied AA-LANDEN Gemeente Zwolle Onderzoek i.o.v. de gemeente Zwolle, afd. monumentenzorg en archeologie Oktober 2013 COLOFON MONUMENTEN ADVIES BUREAU Opdrachtgever drs. C.J.B.P. Frank Gemeente Zwolle drs. F.A.C. Haans Afdeling Stad & Landschap, Monumentenzorg en archeologie mw. drs. C.H.J.M. van den Broek mw. V. Delmee BSc Analyse en fotografie drs. J.H.J. van Hest drs. C.J.B.P. Frank ing. G. Korenberg drs. J.H.J. van Hest mw. drs. M. Lemmens mw. drs. L. Valckx Historisch beeldmateriaal Historisch Centrum Overijssel Diverse beeldbanken en literatuur Bredestraat 1, 6542 SN NIJMEGEN tel: 024-3786742 Dit is een uitgave van het Monumenten Advies Bureau, Nijmegen, oktober 2013, fax:024-3792477 copyright MAB Nijmegen 2013 [email protected] /Website: www.monumentenadviesbureau.nl Cultuurhistorische quickscan Aa-landen, Zwolle II oktober 2013 II blad 2 CULTUURHISTORISCHE QUICKSCAN 4.3 Historische bouwkunde 32 GEBIED AA-LANDEN, GEMEENTE ZWOLLE 4.4 Historische groenstructuren 33 5 AANBEVELINGEN 35 INHOUDSOPGAVE: 5.1 Inleiding 35 5.2 Aanbevelingen t.a.v. de karakteristiek gebied 35 1 INLEIDING 5 5.3 Aanbevelingen t.a.v. de hoofdstructuren 35 1.1 Cultuurhistorie in de Aa-landen 5 5.4 Bebouwing/objecten 35 1.2 Nieuwe bestemmingsplannen in Zwolle 5 5.5 Rooilijnen, erfscheidingen, groen, etc. 35 1.3 De cultuurhistorische quickscan 6 1.4 Het doel van de analyse 6 6 OBJECTLIJSTEN PROJECTGEBIED 36 1.5 Werkzaamheden 6 7 LITERATUUR / BRONNEN 37 2 SCHETS PLANGEBIED 8 2.1 Ligging en begrenzing 8 LIJST CULTUURHISTORISCH
    [Show full text]
  • Report from the CIVILCLIM Study Tour to Sweden and the Netherlands, October 2008
    WNRI Research Note 16/2008 Report from the CIVILCLIM study tour to Sweden and the Netherlands, October 2008 Idun A. Husabø, Ingrid Sælensminde and Kyrre Groven Vestlandsforsking, Pb 163, 6851 Sogndal • Tlf.: 57 67 61 50 • Faks: 57 67 61 90 | side 2 WNRI Research Note Title Research Note No. 16/2008 Report from the CIVILCLIM study tour to Sweden and the Netherlands, Date 16 Dec 2008 October 2008 Restrictions Open Project title Pages 11 Civil protection and climate vulnerability (CIVILCLIM) Project No. 6065 Researcher(s) Project leader Idun A. Husabø, Ingrid Sælensminde, Kyrre Groven Carlo Aall Contractor Keywords The Research Council of Norway Climate adaptation Climate vulnerability Civil protection Summary Other publications from the project Husabø, I. A. (2008). Exit War, Enter Climate? Institutional change and the introduction of climate adaptation in Norway’s public system of civil protection. WNRI Report 9/08. Sogndal, Western Norway Research Institute / Vestlandsforsking. ISSN: 0804-8835 | side 3 Preface From Monday 13 to Thursday 16 October a study tour to Sweden and the Netherlands took place as part of the Norwegian Research Council project Civil protection and climate vulnerability (CIVILCLIM). The main purpose of the tour was to achieve insight into how disaster management and the work with climate change adaptation is organised and how the work contributes to the development and implementation of adaptive measures. The CIVILCLIM research group includes staff members from three partner institutions: Western Norway Research Institute (WNRI), the Swedish Defence Research Agency (FOI) and the Center for Clean Technology and Environmental Policy (CSTM), the latter located in the Netherlands.
    [Show full text]
  • Recovery and Further Protection of Rheophilic Odonata in the Netherlands and North Rhine- Westphalia
    Recovery and further protection of rheophilic Odonata in the Netherlands and North Rhine- Westphalia Robert Ketelaar Introduction urban areas. The water quality of most running waters, However, since 1985, when this negative trend such as springs, brooks and rivers, reached came to a halt, most species have shown a an all time low in the period 1960-1980. Many remarkable recovery (table 1). Some species of the dragonflies and damselflies depending like Gomphus flavipes and G. vulgatissimus are on these habitats declined sharply and many possibly more common than they have ever been species either disappeared (Gomphus flavipes, in the Netherlands and North Rhine-Westphalia. Ophiogomphus cecilia), or almost disappeared This is mainly the effect of an improvement in (Calopteryx virgo, Cordulegaster boltonii). Since water quality, and re-naturalisation projects. then, environmental policies in Germany and the Although recent climatic changes have also Netherlands have resulted in an improvement probably helped. However, a few species have in water quality (see www.milieubalans.nl). In not benefitted from the recent improvement many cases, steps have also been taken to re- of lotic ecosystems, notably Coenagrion naturalise running waters that were canalised on mercuriale, C. boltonii and Ophiogomphus a large scale during agricultural land reforms. cecilia , all of which are still very scarce. This article describes which dragonfly species benefitted from these improvements, and the challenges still ahead for the further recovery of Table 1. Strictly and predominantly rheophilic the Odonata of fluviatile ecosystems. species of The Netherlands and North Rhine- Westphalia. Rheophilic Odonata A number of Odonata can be found in fluviatile Strictly rheophilic habitats.
    [Show full text]
  • Gebiedsbeschrijving Vecht
    Gebiedsbeschrijving Vecht I. HET STROOMGEBIED In 2009 is door meerdere gebiedspartijen, waaronder de Waterschappen Groot Salland en toenmalig Velt en Vecht, een visie opgesteld de Overijsselse Vecht te ontwikkelen tot een halfnatuurlijke laaglandrivier. Uitgewerkt in een gebiedsprogramma ‘Ruimte voor de Vecht’ is de scope van deze ambitie breed, het bevat ecologische, veiligheids, economische en recreatieve aspecten. Waterschappen richten zich hierbinnen voornamelijk op de hydrologische en ecologische ontwikkeling van de rivier. Kadeverbeteringen, nevengeulen, natuurvriendelijke oevers en bruggen worden aangelegd voornamelijk aangestuurd vanuit het HWBP en KRW. Nieuwe dynamische beheersafspraken worden gemaakt en onderzoeksactiviteiten naar natuurlijk peilbeheer worden verricht. In 2015 is de eerste uitvoeringsperiode afgerond, en samen met de andere partners wordt in de loop van 2015 een volgend uitvoeringsprogramma vastgesteld, gericht op het beter benutten en beheren van de rivier. De uitvoering van het programma leidt mede door een actieve marketing van Vechtdalprodukten tot groot enthousiasme en draagvlak in het Vechtdal. III. Waterveiligheid Huidige situatie De uiterwaarden van de Vecht en het Zwarte Water worden begrensd door primaire keringen. Deze keringen beschermen de binnendijkse gebieden tegen hoogwatersituaties. De ontwikkelingen rondom deze keringen samen met de opgave en maatregelen zijn beschreven in de desbetreffende gebiedbeschrijvingen. IV. Voldoende water Huidige situatie In de huidige situatie bestaat geen bergingsopgave conform WB21 systematiek Tabel: Indicatieve bergingsopgave gebied Sallandse weteringen Indicatieve bergingsopgave (waternood) (ha) Stroomgebied Vecht 0 V. Schoon water Huidige situatie De Vecht is samen met het Zwarte Water aangewezen als KRW-waterlichaam met watertype R7. Voor de Vecht wordt gestreefd naar de bij dit type behorende riviergebonden levensgemeenschappen. Deze zijn op dit moment in onvoldoende mate aanwezig.
    [Show full text]
  • Beneden Regge, Deelgebied Kiekebelt
    Ommen Beneden Regge, deelgebied Kiekebelt Bestemmingsplan rboi adviseurs ruimtelijke ordening Ommen Beneden Regge, deelgebied Kiekebelt bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0175.20121003005-va01 concept voorontwerp projectnummer: 18-12-2012 ontwerp 25-04-2013 vastgesteld 300104.17309.00 opdrachtleider: drs. M.P. Kegler RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus 150 gecertificeerd door Lloyd’s 3000 AD Rotterdam conform ISO 9001: 2000 aangesloten bij: telefoon (010) 201 85 55 R.008/04 E-mail: [email protected] c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI-Rotterdam bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd. toelichting Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging plangebied 3 1.3 Vigerende bestemmingsplannen 4 1.4 Leeswijzer 5 Hoofdstuk 2 Projectbeschrijving 7 2.1 Bestaande situatie 7 2.2 Visie op gewenste ontwikkeling 8 2.3 Deelgebied Kiekebelt 9 Hoofdstuk 3 Ruimtelijk beleid 13 3.1 Provinciaal beleid 13 3.2 Waterschapsbeleid 14 3.3 Gemeentelijk beleid 16 Hoofdstuk 4 Milieuonderzoek 17 4.1 Bodem 17 4.2 Water 17 4.3 Ecologie 19 4.4 Archeologie 21 Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving 23 5.1 Algemeen 23
    [Show full text]
  • Overstromingsrisico Dijkring 53 Salland
    VNK2 Overstromingsrisico Dijkring 53 Salland Overstromingsrisico December 2013 Overstromingsrisico Dijkring 53 Salland December 2013 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 53, Salland Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico dijkringgebied 53, Salland Document HB 2183315 Status Definitief Datum november 2013 Auteur Maurits van Dijk (Tauw) Nander van der Plicht (Tauw) Opdrachtnemer Rijkswaterstaat WVL Uitgevoerd door Consortium DOT (combinatie van DHV, Oranjewoud, Tauw) Opdrachtgevers Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Unie van Waterschappen en Interprovinciaal Overleg Voorwoord Het project Veiligheid Nederland in Kaart (VNK2) analyseert voor 58 dijkringgebieden het overstromingsrisico, uitgedrukt in economische schade en aantallen slachtoffers. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van de uitgevoerde risicoanalyse voor de categorie a-keringen van dijkringgebied 53, Salland. Het detailniveau van de analyses is afgestemd op de primaire doelstelling van VNK2: het verschaffen van een beeld van het overstromingsrisico. Hoewel dit rapport een beeld geeft van de veiligheid van dijkringgebied 53, dient het niet te worden verward met een toetsrapport in het kader van de Waterwet. De in VNK2 berekende overstromingskansen laten zich niet zonder meer vergelijken met de wettelijk vastgelegde overschrijdingskansen van de waterstanden die de primaire keringen veilig moeten kunnen keren. Bij het tot stand komen van de resultaten spelen de provincies en de beheerders een belangrijke rol. De provincie Overijssel heeft de overstromingsberekeningen uitgevoerd, die ten grondslag liggen aan de berekende gevolgen van de overstromingsscenario’s. De beheerders hebben een essentiële bijdrage geleverd door gegevens ter beschikking te stellen en de plausibiliteit van de opgestelde (alternatieve) schematisaties te bespreken. De uitgevoerde analyses zijn zowel intern als extern getoetst. Ten slotte heeft het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW) de kwaliteit van de analyses en rapportages steekproefsgewijs gecontroleerd.
    [Show full text]
  • Waterplan Rapport
    Waterplan Zwartewaterland Waterplan Zwartewaterland Bijlagenrapport Definitief Gemeente Zwartewaterland Grontmij Nederland bv Zwolle, 12 november 2008 11/99043422, revisie 0 Verantwoording Titel : Waterplan Zwartewaterland Subtitel : Bijlagenrapport Projectnummer : 229932 Referentienummer : 11/99043422 Revisie : 0 Datum : 12 november 2008 Auteur(s) : L.J. Broersma, T.M. Kruidhof E-mail adres : [email protected] Gecontroleerd door : L.J. Broersma Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : H. Oppewal Paraaf goedgekeurd : Contact : Noordzeelaan 50 8017 JW Zwolle Postbus 1364 8001 BJ Zwolle T +31 38 499 16 00 F +31 38 422 76 97 [email protected] www.grontmij.nl 11/99043422, revisie 0 Pagina 2 van 3 Inhoudsopgave Bijlage 1: Begrippenlijst Bijlage 2: Kaarten Bijlage 3: Hoofdlijnen van het waterbeleid Bijlage 4: Kansen en knelpunten Bijlage 5: Verslag workshop streefbeelden Bijlage 6: Verslag workshop maatregelen Bijlage 7: Stedelijke wateropgave Bijlage 8: Afkoppelkansenkaarten 11/99043422, revisie 0 Pagina 3 van 3 Bijlage 1 Begrippenlijst 11/99043422, revisie 0 Bijlage 1: Begrippenlijst Afkoppelen: Het regenwater van verhard oppervlak infiltreren in de bodem of geleiden naar wa- tergangen in plaats van op de riolering. Afvoercapaciteit: De hoogste afvoer die onder bepaalde omstandigheden een waterloop of kunstwerk kan passeren AWZI of RWZI: Afval Water Zuiverings Installatie of Riool Water Zuiverings Installatie. Bagger: Bezonken sediment boven gewenste bodemhoogte. Basisinspanning: Onder de “basisinspanning” wordt een pakket aan maatregelen bedoeld die ervoor zorgen dat uitstoot van vuil vanuit gemengde rioolstelsels naar het oppervlaktewater met 50% is verminderd in de ten opzichte van het referentie jaar 1995. Bergbezinkbassin: Voorziening die om bezinking van de vaste delen te bewerkstelligen, voordat rioolwater bij hevige neerslag overstort op het oppervlaktewater.
    [Show full text]
  • Rapport Overijssel
    Rapport Overijssel Inventarisatie autochtone bomen en struiken in de terreinen van Staatsbosbeheer Bert Maes (Ecologisch Adviesbureau Maes) René van Loon (Ecologisch Adviesbureau Van Loon) december 2007 Rapport Overijssel Inventarisatie van autochtone bomen en struiken in de terreinen van Staatsbosbeheer Ecologisch Adviesbureau Maes Bert Maes & Ecologisch Adviesbureau Van Loon René van Loon Utrecht - Berg en Dal, december 2007 Colofon Tekst Bert (N.C.M.) Maes (redactie) René van Loon Lay out Emma van den Dool Foto's René van Loon Bert Maes Hugo de Wettinck Veldonderzoek Bert Maes René van Loon mmv: Guido de Bont Marijke Creveld Hugo De Wettinck Emma van den Dool Bart Opstaele Begeleiding Bert van Os Opdracht Staatsbosbeheer Foto omslag: Achter de Voort Inhoudsopgave: Samenvatting 3 1. Inleiding 5 2. Werkwijze 6 3. Het belang van autochtone bomen en struiken 12 4. Het landschap van Overijssel als een bron voor 14 autochtone bomen en struiken 5. Bruikbaarheid van het onderzoek ten behoeve van oogst 48 en kweek van autochtone bomen en struiken 6. Overzicht van de waargenomen autochtone boom- en 54 struiksoorten 7. Aanbevelingen 56 8. Literatuur 58 Bijlage 1: Lijst van Oudbossoorten in Nederland. Bijlage 2: Ontwerp Naamlijst van inheemse boom- en struiksoorten waarvan autochtone exemplaren voorkomen in Nederland. Bijlage 3: Overzicht resultaten van de inventarisatie (verkort, per soort). Op afzonderlijke CD: Bijlage 4: Overzicht van de volledige opnamen van de inventarisatie (pdf). Bijlage 5: Kaartoverzicht van ligging van de opnamen en bijzondere soorten (ArcViewshapes). Rapport Overijssel 2 Autochtone bomen en struiken in de terreinen van Staatsbosbeheer Samenvatting In de provincie Overijssel is een inventarisatie uitgevoerd naar autochtone bomen en struiken.
    [Show full text]
  • Ijsselmeerzuflüsse Und Deren Einzugsgebiete in Westfalen
    B3a_Layout 1 14.04.16 12:02 Seite 1 Stand: 2017 IJsselmeerzuflüsse und deren Einzugsgebiete in Westfalen Das Gewässer-Teileinzugsgebiet 30 Em Rijssen s Regge Dinkel Vechte „IJsselmeer-Zuflüsse NRW” wird Hengelo T Rheine Eileringsbeke h zur Flussgebietseinheit Rhein Goor Gronau ie Enschede (W.) G 39 b o e 35 o rg gezählt (www.ijssel.nrw.de). Zuge- rb Ochtrup a 47 h c h c Wettr. hörig sind die Gewässersysteme 2. Buurserbeek H ba r or n Haaksbergen l e F b Dinkel e Gaux- Ordnung der in Westfalen entsprin- c A k bach Lochem e lt 28 Stein- e genden Flüsse Vechte, Ahauser Berkel 39 n Zodde- 60 furt b Baakse ach e Aa, Berkel und Issel (Abbn. 1 u. 2, bach Alsttter Aa erb r Groenlose Le g Ahaus Heek e auch nachfolgend). Sie entwässern Slinge Eibergen Huning- r bach Flrb. Schpp. H Groenlo 31 Vechte Berg in Westfalen den überwiegenden l- Ahauser Aa Steinf. h Naturraum Veengoot e bach 65 Aa n Vreden 55 61 Mhlenba Teil des Kreises Borken sowie Teile ch Burl. B. Baakse Winters- Berkel Legden 110 110 der Kreise Steinfurt und Coesfeld ins wijk Stadtlohn Dinkel 95 88 98 Welling- M Baum- 135 A ns niederländische IJsselmeer (Süßwas- bach a te Fels- rs Boven-Slinge Billerbeck ch AaltenAalten bach Coesfd. berge . ser). Von dort gelangt das Wasser 55 80 Honig- 125 beek 25 Schlinge Gescher IJssel s- bach S er R te über zwei Schleusen sys teme am iz o g v e K r 15 K up Ber e ch n Velen 66 er r Aastrang a B s H Abschlussdeich in die Nordsee.
    [Show full text]
  • Projectplan Waterwet Glanerbeek
    Projectplan Waterwet Glanerbeek Traject Klooster – N35 Aveco de Bondt BV Projectplan Waterwet Burgemeester van der Borchstraat 2, 7451 CH Holten Glanerbeek Postbus 64, 7450 AB Holten T +31 548 85 33 33 Traject Klooster-N35 www.avecodebondt.nl Rapport project Voorbereidingsfase Glanerbeek datum 29 november 2019 projectnummer 172149 referentie 172149_R_WWT_0051 projectverantwoordelijke Richard Jansink opdrachtgever Waterschap Vechtstromen postadres Postbus 5006 7600 GA Almelo contactpersoon Stephan Jansen status Definitief auteur Willeke van de Wardt paraaf gecontroleerd [Gecontroleerd] Inhoudsopgave Deel 1 – Aanpassing watersysteem Glanerbeek, traject Klooster – N35 4 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Doelstelling 4 1.3 Projectresultaten 5 1.4 Leeswijzer 5 2 Gebiedsbeschrijving 6 2.1 Ligging en watersysteem 6 2.2 Bodem en geomorfologie 8 3 Beschrijving van het waterstaatwerk 10 3.1 Streefbeeld 10 3.2 Hydraulisch ontwerp 10 3.3 Ontwerp 12 4 Beschikbaarheid gronden 15 5 Wijze van uitvoering 16 5.1 Technische uitvoering 16 5.2 Kabels en leidingen 16 5.3 Afwijkingsmogelijkheden uitvoering 16 6 Effecten van het plan 17 6.1 Effecten op peilen in de beek 17 6.2 Klimaatrobuustheid 17 6.3 Stroomsnelheden 18 6.4 Effect op grondwaterstanden (GHG en GLG) 18 6.5 Vergunningen en meldingen 20 6.6 Mitigerende maatregelen 20 7 Legger, beheer, onderhoud en monitoring 21 7.1 Legger 21 7.2 Beheer en onderhoud 21 7.3 Monitoring 21 Deel 2 – Verantwoording 22 1 Wet en regelgeving - Waterwet 22 2 Beleid 23 2.1 Waterbeheerplan 2016-2021 23 2.2 Waterbeheer 21e
    [Show full text]
  • Losser D E S C H a T K a M E R V a N T W E N T E
    Losser D E S CHATKAME R V A N T WENTE WWW.schatkamervantwente.NL De groeve geeft informatie prijs over de periodes waarin Losser een ondiepe zee was. De zandsteenlaag bevat opvallend veel fossielen. De Dinkel Het is niet voor niets dat het riviertje de Dinkel al in de eerste regel van het Twentse volkslied Erve Kraesgenberg op lyrische toon wordt bezongen. Op luchtfoto’s is te zien hoe dit bescheiden De gemeente Losser is met recht de Schatkamer van Twente. Met zijn rijke stroompje, soms langs de grilligste lijnen, dwars door de hele gemeente Losser geschiedenis, verborgen parels en zijn bodemrijkdommen liggen de meandert. De oevers bieden een immense schatten er voor het oprapen. Daar kan iedereen zichzelf van overtuigen. rijkdom aan flora en fauna, waarbij de prachtig gekleurde ijsvogel als een mascotte De deuren van de schatkamer staan namelijk wijd open. fungeert. De Dinkel ontspringt net over de grens tussen Coesfeld en Ahaus, doet dan een flink stuk Losser en Dinkelland aan, Losser kan bogen op de meeste en mooiste landkruisen, kapelletjes, grafheuvels en urnen- om vervolgens bij het Duitse Neuenhaus in landgoederen van Twente. Ze sluiten naad- velden. Er bestaan nog tal van tradities, de Vecht te stromen. loos aan bij de schitterende natuurgebieden streekproducten en legenden die Losser als Het Lutterzand, de Duivelshof en de zijn unieke cultuurhistorische identiteit geven. Tankenberg en gaan net over de grens Beleef ook de geschiedenis van het grens- haast ongemerkt over in het Gildehauser dorp Overdinkel in het smokkel- en textiel- Venn en het Bentheimer Wald. Het zijn museum. slechts enkele voorbeelden van de rijkdom De schatkamer heeft nog veel meer voor u aan natuurschatten waarmee Losser en zijn in petto! Het gebied rondom Losser is in omgeving royaal zijn bedeeld.
    [Show full text]
  • Grondwatereffecten Herstel Boven-Dinkel
    Grondwatereffecten herstel Boven-Dinkel Definitief – juli 2019 2 | 41 3 | 41 Inhoudsopgave 1. Inleiding ................................................................................................................................................................. 5 1.1 Aanleiding ..................................................................................................................................................... 5 1.2 Verbetering grondwatermodel en effectberekening ...................................................................................... 6 1.3 Leeswijzer ..................................................................................................................................................... 6 2. Modelopbouw ........................................................................................................................................................ 7 2.1 Basismodel ................................................................................................................................................... 7 2.2 Effectgebied .................................................................................................................................................. 7 2.3 Modelverbeteringen ...................................................................................................................................... 8 2.4 Performance model..................................................................................................................................... 11
    [Show full text]