Verkenning Maatregelen Afvoerreductie Overijsselsche Vecht
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Opdrachtgever: Provincie Overijssel Verkenning maatregelen afvoerreductie Overijsselsche Vecht 1 \ Auteurs: B. Kolen J.M.U. Geerse 1 I ''~z/ __ _ PR425 mei 2001 -ni\/LJyN IN WA1CR mei 2001 Verkenning maatregelen afvoerreductie Overijsselsche Vecht Samenvatting Inleiding ··'·11!- Het beleid voor waterbeheer in het stroomgebied van de Overijsselsche Vecht is beschreven in diverse beleidsplannen. De provincie wil het vigerende beleid verder uitwerken,. actualiseren en meer relateren aan de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. De verdere uitwerking van het beleid moet worden vormgegeven in een Beleidskader. Het Beleidskader moet er op gericht zijn dat daadwerkelijke aanpassingen van de watersystemen in het stroomgebied van de Vecht maximaal effectief en zoveel !llOgelijk .rraultifun.êtioneel zijn. Verder hebben Provincie en Waterschappen behoefte aan een dergelijk beleidskader met het oog op het voordragen van projecten voor het komende EU-lnterreg-111-programma. lnterreg-111 zal een stimuleringsprogramma voor duurzaam (hoog)waterbeheer bevatten waarin belangrijke toetsingscriteria naar verwachting zullen zijn: samenhang met ruimtelijke ordening, grensoverschrijdende samenwerking en innovativiteit. Om bouwstenen.a~n te dragen voor het Beleidskader is i,n opdracht van de p~ovincie een verke~nende' stû~Îe 'uitgevoerd naar de effecten van maatregelen in. het stroomgebied van de \1 \ . Vech~ njet h~t:r,qQ,~ ,oP. red.uctie van de piek.afvoer. De prov_jncie heeft onderzoét<, gevraagd naar maatregelen.~i~\cl~.i>iekafvoer met 10 en 25 % kunnen reduceren. Verder is.~!s uitgangspunt . ?.;. •• :'.:','' .~" ; '.~ .:-~t",,.". '· ! • . • . ' ••• " •. ··;; • • .. de hoog~a,~'~si~H~f~~ ,r,~n ~et najaar van _1998 geno_men. q,,_~i'n ,het. ver.ken11e11de. karakter kori hiermee, '\"'~r~~~ 1 ypJ~.~'~n. 1 · ~:, .. '', :<:·.",.-, :.".;_ . Het doel van de studie is als volgt geformuleerd: Het doel van het project is het verkennen v.,an maatregelen voor de (hoog)waterbeh_~rsing in het stroomgebied van de Overijsselsche Vecht. Daarbij wordt tevens n!fgegaatJ,.,M.fa.t.·de relatie : . ! is tussen de maatregelen en de andere ruimtelijke functies in het gebied. "".~ · De studie is uitgevoerd door HKV LIJN INWATER. · In het onderzoek is onderscheid gemaakt naar maatregelen die genomen kunnen worden in de toevoerende stroomgebieden en maatregelen die genomen kunnen worden in en langs de Vecht. De maatregelen die in de Vecht genomen kunnen worden bovenstrooms van Emlichheim zijn bij de stroomgebieden meegenomen. Voor de studie is gebruik gemaakt van: • het Grensoverschrijdend Instrumentarium Overijsselsche Vecht (GIOV-model). Dit is een computermodel dat neerslag-afvoer beschrijft en stroming in waterlopen en de Vecht tot Vechterweerd. Het is gemaakt in SOBEK-LOWLAND. • Een SOBEK-RIVER model van de Vecht (beschrijft de stroming in de Vecht vanaf Emlichheim tot de monding van de Vecht in het Zwarte Water) • en meetreeksen van waterstanden en debieten. Vanwege beperkingen van het neerslag afvoer gedeelte van het GIOV model is voor het bepalen van het gedrag van de stroomgebieden deels gebruik gemaakt van gemeten waterstanden en debieten. HKV LIJN IN WATEB PR425 mei 2001 Verkenning maatregelen afvoerreductie Overijsselsche Vecht Het aansluiten van meanders heeft nauwelijks effect op de piekafvoer van de Vecht. Deze maatregel is derhalve uit dat oogpunt niet relevant. Bij het verkennen van de mogelijkheden van retentie zijn de effecten van de reeds geplande retentiegebieden Noord- en Zuid-Meene onderzocht. De gebieden hebben een gezàmenlijke oppervlakte van bijna 400 hectare. Het blijkt dat met de inzet van deze gebieden een reductie van de piekafvoer van 4 % mogelijk is. Combineren van functies . " ~ Voor de onderzochte maatregelen is nagegaan in welke mate zij te combineren zijn met ruimtelijke gebiedsfuncties.· Een deel van dè maatregelen is dominant en bepaald het overige grondgebruik (beperken afstroming, natuurlijker waterlopen, verruiming winterbed Vecht). In die gevallen hangt de uitvoerbaarheid van de maatregelen sterk samen met de huidige of geplande gebiedsfuncties".De retentiemaatregelen zijn makkelijker te combineren met ruimtelijke furlcti~'('qeze ,gebieden worden immers met een lage frequentie aangesproken (orde een·i<~eJ:;:~-ri:~O .tot"100 jaar). · · · · · \ 1Kci8ten:r&:,::;:" ' ' ' .. '. '' '' ,., ... , ' \ De (~os~~I"!~~ e,~t~g~~vi~'if.1 (y~~.~~a~~e~el~n is .o.n~~r~~cht op ,b~~i;~ .,van)J~t_effe~~- v~n maatregelen op de piekafvoer e11 het ruimte.get?,~~ik ~at erlll'~ g~,m.01eid i~ •. G~~i,r;t,;~fitt .·, verkennende karakter van de studie en de beperking voor de afvoergolf van 1998 moeten de resultaten van de effectiviteit als indicatief worden gezien. De belangrijkste bevindingen zijn: • Beperken van de afstroming is relatief goedkoop maar heeft ook weinig effect (gerelateerd aan het oppervlak dat moet worden afgekoppeld); .. :. .. '. 1. 1 1 1 ' • . • : '; ' •. • •.• • Natu_urlijker. n;iakeri.van waterlopen en retentie in i;tr~omgebieden kan effe.ct,ief zijn mits de effecten op het hele stroomgebied worden beschouwd (vanwege invloed op';looptijden). Deze maatregelen hebben met name in het Duitse deel van het stroomgebied effect. Van groot belang is wel of, en tegen welke kosten of onder welke voorwaarden, de benodigde grond beschikbaar kan komen. • Verruimen van het winterbed van de Vecht. Deze maatregelen spoort met de gewenste ontwikkelingsrichting voor de rivier (halfnatuurlijke laaglandrivier). In de delen van het traject die momenteel reeds een natuurlijke bestemming hebben kan de maatregel relatief makkelijk worden geïmplementeerd. In de overige delen zullen de mogelijkheden en de daarmee gemoeide kosten van grondverwerving van grote invloed zijn op de kosten effectiviteit van de maatregel. • Het aansluiten van meanders is niet effectief, omdat ze ook nu reeds meestromen tijdens hoogwaterperiodes. • Het toepassen van retentiegebieden als Noord- en Zuid-Meene is vergeleken met andere maatregelen zeer effectief. Zowel de benodigde ruimte als de kosten zijn relatief beperkt. Bij retentie is het effect nog wel afhankelijk van de wijze van inzetten van de voorziening. Voor de onderzochte gebieden dient de regeling nog nader te worden onderzocht. HKV UJNINWAJER PR425 iii mei 2001 Verkenning maatregelen afvoerreductie Overijsselsche Vecht Op grond van de uitgevoerde studie wordt het volgende aanbevolen: • Onderzoek de gevoeligheid van de uitkomsten voor andere hoogwaterperiodes dan 1998 ;;r • Werk de voorgestelde maatregelen nader uit. Onderzoek daarbij de consequenties van de voorgestelde maatregelen (realiseerbaarheid en uitvoeringskosten) om de effectiviteit beter te kunnen vast stellen. • Verbeter het beschikbare modelinstrumentarium. Het gaat daarbij primair om het neerslag afvoergedeelte van het GIOV model. Het GIOV model kan daartoe worden verbeterd. Bij voorkeur dient een integraal model beschikbaar te komen dat de neerslag-afvoer processen, de stroming in de toevoerende waterlopen en in de Vecht tot aan de monding beschrijft. • De inzet van de noodretentiegebieden Noord- en Zuid- Meene moet nader worden uitgewerkt. De effectiviteit van retentie is een de praktijk namelijk grotendeels afhankelijk 1 van de wijze waarop de retentievoorziening wordt ingezet. Bovendien geven de verschillen tussen dé, drempelhoogte volgens de GIOV studie en deze studie aanleiding tot nader \ onderzoek. • Communiceer de resultaten van de studie met de betrokken beheerders (waterschappen, 1 natuurbeheerders) en met de betrokkenen aan Duitse zijde. HKV LIJN IN WATER PR425 v mei 2001 Verkenning maatregelen afvoerreductie Overijsselsche Vecht Inhoud 1 Inleiding •. "."."" •• " .• """""" ...•.... ""." ......••. " .. " .. """.""" ....• """ ....• " .•:". 1-1 1 . 1 Aanleiding .. "" ..... " " .. " ......... " """ " .... " .. """"." .. " .... "".""." .. """ .. "" ..... 1-1 1.2 Doel .............. " ...... "." .............. " .. " ...... "." .. """ ... " ... ""."."" ...... " .. " .. " ... 1-1 1 .3 Criteria".""".""""".""""""."".""" .... "."""""""."""""."" .. """.".""". 1-1 1 .4 Uitgangspunten en randvoorwaarden """" """ """""""" ""."" """ .. """"."" 1-2 1 .5 Plan van aanpak "" .. " """". ". """. """""" "."""""". """"""" ."". "". "." ". 1-2 1.5.1 Stappenplan """"." ..... ""."" ....... ""."""" .. "" .. """.""".""""""" .. 1-2 1.5.2 Modelinstrumentarium ."""""." ... """""".".""."."""".".""""""" .. 1-3 1.5.3 Methode ... "."" .. " .............. "." ... " .. """ .. "." ... "" .. """ ....... "." ........ 1-3 2 Huidige hydrologische situatie "" """"" """""" """""""""" """ ."""""" ". 2-1 2. 1 Stroomgebied." .. """.""" .... " .... " .. ".""""."""."" ...... "." .. " .... " ... """ .. "". 2-1 2.2 Beschikbare data en modelinstrumentarium "" """"" ""."."""".""""" """" "2-2 2.3 Verdeling van afvoerpieken .""."" ... ""." ....... """."."""" .. ""."""" ... """ .. "2-2 2.4 Doorkijk naar de toekomst.""""""."""""""."".""".".""."""""""".""". "2-5 3 Maatregelen in de stroomgebieden""""""""".""."""""""""."""""."""" 3-1 3.2 Maatregel 1; afstroming beperken ........... "."".""" ..... ""."." .......... "" ...... " .. 3-2 3.2.1 Beschrijving maatregel ." ........ " ....... "."""" .. " .. "" .. " .......... "." ..... " .. 3-2 3.2.2 Effect op piekafvoer Vecht .... " ............ " .. " .......... " ............. "" .......... 3-3 3.2.3 Analyse van effecten ....... " .... " .......... "" ....... " .... " ... "" ...... "" .... "" .. 3-4 3.3 Maatregel 2; waterlopen natuurlijker maken"""""""""""""."""""""""." ".3-5 3.3.1 Beschrijving maatregel " .. "" .. """ ....... """ ..... """".""."" .. """.""