Natura 2000 Beheerplan
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Natura 2000 beheerplan definitief Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht Colofon Uitgave provincie Overijssel Datum 13-06-2017 Auteur Natuur en Milieu Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl [email protected] Inhoudsopgave 1 Inleiding 7 1.1 Wat is Natura 2000? 7 1.2 De aanwijzing van een Natura 2000-gebied 7 1.3 Instandhoudingsdoelstellingen 8 1.4 Het Natura 2000-beheerplan 10 1.5 Proces 11 1.6 Relatie met het PAS 12 1.7 Leeswijzer 12 2 Gebiedsbeschrijving 13 2.1 Inleiding 13 2.2 Landschapsecologische systeemanalyse 13 2.2.1 Landschap en bodem 13 2.2.2 Waterhuishouding 13 2.2.3 Waterkwaliteit 15 2.2.4 Natuurwaarden van het gebied 15 2.2.5 Synthese 16 2.3 Ecologische vereisten en trends 17 2.3.1 Habitattypen 17 2.3.2 Habitatrichtlijnsoorten 24 2.3.3 Vogelrichtlijnsoorten – broedvogels 25 2.3.4 Vogelrichtlijnsoorten – niet-broedvogels 27 2.4 Ecologische relaties instandhoudingsdoelstellingen 30 3 Instandhoudingsdoelstellingen 31 3.1 Kernopgaven 31 3.2 Instandhoudingsdoelstellingen 31 3.3 Knelpunten 33 3.3.1 Toelichting 33 3.3.2 Atmosferische stikstofdepositie 36 3.3.3 Kennisleemtes op gebiedsniveau 41 3.4 Knelpunten per instandhoudingsdoelstelling 43 3.4.1 Habitattypen 43 3.4.2 Habitatrichtlijnsoorten 47 3.4.3 Vogelrichtlijnsoorten – broedvogels 48 3.4.4 Vogelrichtlijnsoorten – niet-broedvogels 50 4 Beleid, plannen en regelgeving 51 4.1 Europees niveau 51 4.2 Rijksniveau 51 4.3 Provinciaal niveau 54 4.4 Lokaal niveau 56 4.5 Consequenties voor de instandhoudingdoelstellingen 57 5 Bestaande activiteiten 59 5.1 Inleiding 59 5.2 Bestaand gebruik, bestaande activiteiten en vergunningplicht 59 5.2.1 Voorwaarden en beperkingen 62 5.3 Methodiek 62 5.3.1 Inleiding 62 5.3.2 Effectenindicator 62 5.3.3 Centrale Beoordeling 64 5.3.4 Aanvullende informatie provincie en partners 64 5.3.5 Consequenties van de beoordelingen 65 5.4 Beschrijving en beoordeling van de bestaande activiteiten 65 5.4.1 Drinkwaterwinning 65 5.4.2 Industriële grondwateronttrekkingen 66 5.4.3 Kleine (niet agrarische) grondwateronttrekkingen onder verantwoordelijkheid van het waterschap 67 5.4.4 Onttrekkingen ten behoeve van agrarische activiteiten 67 5.4.5 Beregening met oppervlaktewater 69 5.4.6 Rioolwaterzuiveringsinstallaties 69 5.4.7 Riooloverstorten 71 5.4.8 Beheer en onderhoud waterinfrastructuur 72 5.4.9 Peilbeheer 76 5.4.10 Rijks- en provinciale wegen 77 5.4.11 Industriële en andere bedrijven met een SBI-code 78 5.4.12 Agrarische activiteiten 79 5.4.13 Recreatie en toerisme 83 5.4.14 Luchtvaart 88 5.4.15 Motorcrossterreinen 91 5.4.16 Zandwinningen 91 5.4.17 Energiecentrales 91 5.4.18 Afvalverwerkende bedrijven, vuilstorten, composteerinrichtingen en vergistingsinstallaties 92 5.4.19 Natuurbeheer 92 5.4.20 Jacht, faunabeheer en schadebestrijding 96 5.4.21 Muskusrattenbestrijding 100 5.5 Cumulatietoets 102 5.5.1 Wat is cumulatie 102 5.5.2 Beoordeling cumulatie in het beheerplan 102 5.5.3 Cumulatieve effecten 102 6 Instandhoudingsmaatregelen 104 6.1 PAS-maatregelen 104 6.1.1 Maatregelen op gebiedsniveau 104 6.1.2 Maatregelen op habitattypenniveau 107 6.1.3 Maatregelen voor habitatsoorten 115 6.1.4 Interactie PAS- maatregelen met andere habitattypen en -soorten 117 6.2 Niet-PAS maatregelen 117 6.2.1 Maatregelen op gebiedsniveau 117 6.2.2 Maatregelen op habitattypenniveau 118 6.2.3 Maatregelen voor habitatsoorten 119 6.2.4 Maatregelen broedvogels 119 6.2.5 Maatregelen niet-broedvogels 120 6.3 Effectbeoordeling instandhoudingsmaatregelen 120 6.3.1 Toelichting 120 6.3.2 Maatregelenpakket PAS 121 6.3.3 Overige, niet PAS-gerelateerde maatregelen 121 7 Sociaal-economisch perspectief 123 7.1 Sociaal-economische gevolgen van de maatregelen 123 7.1.1 Sociaal-economische effecten PAS-Maatregelen 123 7.1.2 Sociaal-economische effecten van niet-PAS-maatregelen 123 7.2 Sociaal-economische gevolgen in relatie tot vergunningverlening 124 7.2.1 Nieuwe activiteiten 124 7.3 De waarde van het gebied voor andere functies dan natuur 124 8 Uitvoeringsprogramma 125 8.1 Ter inzage legging PAS en Natura 2000 ontwerp-beheerplannen 125 8.2 Uitvoering 125 8.3 Monitoring 126 8.3.1 Rapportage en beoordeling 126 8.3.2 Informatie 127 8.3.3 Data 127 8.3.4 Natuurmonitoring 127 8.3.5 Monitoring voor de Programmatische Aanpak Stikstof 129 8.3.6 Overige monitoring voor het Natura 2000-beheerplan 129 8.4 Financiering 129 8.4.1 Dekking 129 8.4.2 Schadevergoeding 130 9 Vergunningverlening en handhaving 131 9.1 Vergunningverlening 131 9.1.1 Vergunningplicht 131 9.1.2 Vergunningprocedure 134 9.2 Toezicht en handhaving 135 Bijlagen Bijlage 1 Habitattypenkaart Bijlage 2 PAS-beheermaatregelenkaart Bijlage 3 PAS-inrichtingsmaatregelenkaart Bijlage 4 Invloedsafstand perceelontwatering Bijlage 5 Invloedsafstand kleine grondwateronttrekkingen Bijlage 6 Beoordeelde melkveehouderijen op het aspect lichthinder Bijlage 7 Beoordeelde recreatiebedrijven Bijlage 8 Overige beoordeelde bedrijven met een SBI-code Bijlage 9 Overzicht PAS- en niet-PAS maatregelen Bijlage 10 Begrippen- en afkortingenlijst Bijlage 11 Referenties 1 Inleiding 1.1 Wat is Natura 2000? Om de achteruitgang van de biodiversiteit in Europa te stoppen hebben de EU-lidstaten afgesproken dat een Europees netwerk van natuurgebieden wordt gerealiseerd: Natura 2000. De lidstaten wijzen Natura 2000-gebieden aan. In deze gebieden worden goede condities gerealiseerd voor de instandhouding van de meest kwetsbare soorten en habitattypen. In Nederland liggen ruim 160 Natura 2000-gebieden waarvan 24 1 geheel of gedeeltelijk in Overijssel (zie figuur 1.1). Het juridisch kader van Natura 2000 volgt op de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en is vastgelegd in de Wet natuurbescherming (voorheen: Natuurbeschermingswet 1998). Figuur 1.1: Overzicht Natura 2000-gebieden in Overijssel 1.2 De aanwijzing van een Natura 2000-gebied De staatssecretaris van Economische Zaken wijst een Natura 2000-gebied aan met een aanwijzingsbesluit. Alle van de 24 gebieden in Overijssel zijn inmiddels definitief door de staatssecretaris aangewezen als Natura 2000-gebied. In de aanwijzingsbesluiten staan de instandhoudingsdoelstellingen en de begrenzing (figuur 1.2) van het betreffende Natura 2000-gebied. Het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht (figuur 1.2) is op 4 juli 2013 door de staatssecretaris van het ministerie van Economische Zaken aangewezen als Natura 2000-gebied op grond van artikel 10a Natuurbeschermingswet 1998 (nu: artikel 2.1 van de Wet natuurbescherming). De habitattypen, habitatrichtlijnsoorten en vogelsoorten worden beschreven in hoofdstuk 2 en de instandhoudingsdoelstellingen in hoofdstuk 3 (tabel 1.1). 1 Oorspronkelijk lagen er 25 Natura 2000-gebieden in Overijssel. Het Natura 2000 gebied ‘Boddenbroek’ is afgevallen. Pagina 7 van 173 Figuur 1.2 Begrenzing Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht 1.3 Instandhoudingsdoelstellingen Het Natura 2000 doelendocument i, een beleidsnotitie van het voormalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, geeft een toelichting op de instandhoudingsdoelstellingen en de daarbij gehanteerde systematiek. Vanuit de algemene door de EU vastgestelde doelen (zie kader) zijn de landelijke doelen 2 en de kernopgaven geformuleerd voor de acht voor Nederland beschreven landschapstypen. De kernopgaven geven aan wat de belangrijkste bijdragen van een concreet gebied aan het Natura 2000 netwerk zijn. De landelijke doelen en kernopgaven zijn per gebied 2 Landelijke doelen: habitattypen die in een zeer ongunstige staat van instandhouding verkeren en waarvoor Nederland een grote verantwoordelijkheid heeft. Dit betreft voor een belangrijk deel schrale graslanden, waarvan oppervlakte en kwaliteit de laatste decennia sterk is afgenomen. Pagina 8 van 173 uitgewerkt in instandhoudingsdoelstellingen voor specifieke habitattypen, habitatrichtlijnsoorten en vogelrichtlijnsoorten. Voor alle Natura 2000-gebieden gelden algemene doelen. De gebieden moeten bijdragen aan het behoud en indien van toepassing het herstel van: 1. De ecologische samenhang van Natura 2000 binnen Nederland en de Europese Unie; 2. De biologische diversiteit en de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie, die zijn opgenomen in bijlage I of bijlage II van de Habitatrichtlijn. Dit behelst de benodigde bijdrage van het gebied aan het streven naar een op landelijk niveau gunstige staat van instandhouding voor de habitattypen en de soorten waarvoor het gebied is aangewezen; 3. De natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied, inclusief de samenhang van de structuur en functies van de habitattypen en van de soorten waarvoor het gebied is aangewezen; 4. De op het Natura 2000-gebied van toepassing zijnde ecologische vereisten van de habitattypen en soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Voor een aantal kernopgaven is aan concrete gebieden een ‘sense of urgency’ voor beheer of watercondities toegekend. Daarnaast kan sprake zijn van een aanvullende wateropgave. Een ‘sense of urgency’ is toegekend als binnen enkele jaren mogelijk een onherstelbare situatie ontstaat waardoor de kernopgave en de daarbij behorende instandhoudingsdoelstellingen niet meer realiseerbaar zijn. De kernopgaven en de aanduiding van ‘sense of urgency’ zijn van belang bij de focus van de Natura 2000-beheerplannen en de prioritering van maatregelen. Tabel 1.1 bevat de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht. Tabel 1.1 Overzicht van Natura 2000-instandhoudingsdoelstellingen Instandhoudingsdoelstellingen