Watervogeltellingen in Het Benedenrivierengebied in 2015/16

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Watervogeltellingen in Het Benedenrivierengebied in 2015/16 Slaterus R. & Boudewijn T.J. Slaterus R. & Boudewijn Watervogeltellingen in het Benedenrivierengebied in Watervogeltellingen in het Benedenrivierengebied in 2015/16 Watervogeltellingen 2015/16 In opdracht van: Roy Slaterus & Theo Boudewijn Sovon-rapport 2017/16 Sovon Vogelonderzoek Nederland Sovon-rapport 2017/16 Sovon-rapport Postbus 6521 6503 GA Nijmegen Toernooiveld 1 6525 ED Nijmegen T (024) 7 410 410 E [email protected] I www.sovon.nl Watervogeltellingen in het Benedenrivierengebied in 2015/16 Roy Slaterus & Theo Boudewijn Dit rapport is samengesteld in opdracht van Rijkswaterstaat Colofon © Sovon Vogelonderzoek Nederland 2016 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Rijkswaterstaat Wijze van citeren: Slaterus R. & Boudewijn T.J. 2017. Watervogeltellingen in het Benedenrivierengebied in 2015/16. RWS-Centrale Informatievoorziening BM 16.16. Sovon-rapport 2017/16. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Bureau Waardenburg-rapport 17-015. Bureau Waardenburg, Culemborg. Illustratie omslag: Roy Slaterus Opmaak: John van Betteray ISSN-nummer: 2212 5027 Sovon Vogelonderzoek Nederland Toernooiveld 1 6525 ED Nijmegen e-mail: [email protected] website: www.sovon.nl Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sovon en/of opdrachtgever. Watervogeltellingen in het Benedenrivierengebied in 2015/16 Inhoud 1. Inleiding 3 1.1. Achtergrond 3 1.2. Dankwoord 3 2. Methode 5 2.1. Onderzoeksgebied 5 2.2. Telmethode 5 2.3. Organisatie, tellers en materiaal 5 2.4. Dataverwerking 7 3. Omstandigheden 9 3.1. Weersomstandigheden 9 3.2. Volledigheid 13 4. Resultaten 15 4.1. Algemeen 15 4.2. Totalen per gebied 18 4.3. Verspreiding van karakteristieke vogelsoorten 36 Literatuur 49 Bijlagen 50 Bijlage 1. Lijst van telgebieden (gebiedscode en -naam) 50 Bijlage 2. Lijst van vastgestelde vogelsoorten 52 1 Sovon-rapport 2017/16 2 Watervogeltellingen in het Benedenrivierengebied in 2015/16 1. Inleiding 1.1. Achtergrond • Vogelrichtlijn: vaststellen van landelijke trends in aantallen van doortrekkende en overwinterende Dankzij het waterrijke karakter, de gematigde vogelsoorten waarvoor in Nederland één of meer winters en een strategische ligging aan de Oost- Natura 2000-gebieden zijn aangewezen (zowel Atlantische trekroute is Nederland van bijzonder foerageer- als slaapplaatsfunctie). internationaal belang voor overwinterende en door- • Natura 2000: vaststellen van (a) trends in aantal- trekkende watervogels. De grote verantwoordelijk- len van soorten per Natura 2000-gebied dat voor heid die dit met zich meebrengt, is vastgelegd in ver- deze soorten is aangewezen, (b) populatiegrootte schillende internationale verdragen ter bescherming van soorten in ieder Natura 2000-gebied dat van trekvogels en hun leefgebieden. Voorbeelden voor deze soorten is aangewezen, en (c) trends in zijn de EU-Vogelrichtlijn, de Ramsar-Conventie aantallen van soorten in de gezamenlijke Natura en de African Eurasian Waterbird Agreement 2000-gebieden (inclusief gebieden die niet voor (AEWA). de betreffende soort zijn aangewezen). Ook bij vogeltellers is de rijkdom aan overwinterde In telseizoen 2015/16 zijn – voor het tweede jaar op en doortrekkende watervogels al lang bekend. Ons rij – in opdracht van Rijkswaterstaat maandelijks land kent dan ook een rijke geschiedenis aan water- tellingen uitgevoerd door medewerkers van Sovon en vogeltellingen, die al verscheidene decennia terug- Bureau Waardenburg in het Benedenrivierengebied. voert. Sinds 1992 worden deze tellingen door Sovon Dit rapport beoogt een algemeen overzicht te geven gecoördineerd en vanaf het begin van deze eeuw zijn van de gevolgde methode, de omstandigheden en de de verschillende disciplines daarbinnen (tellingen resultaten. Voor een bespreking van de resultaten van Zoete en Zoute Rijkswateren, ganzen- en zwa- uit seizoen 2014/15 wordt verwezen naar Slaterus & nentelling, midwintertelling) samengevoegd tot het Boudewijn (2016). Meetnet Watervogels met een geïntegreerde coördi- natie. 1.2. Dankwoord De tellingen van het Meetnet Watervogels spelen een belangrijke rol bij de implementatie en uitvoe- Aan de totstandkoming van dit rapport werkten ver- ring van de hierboven genoemde verdragen, in het scheidene mensen mee. Allereerst waren bij de orga- bijzonder de ‘staat van instandhouding’ ten behoeve nisatie en planning vanuit Rijkswaterstaat Mervyn van de Europese Vogelrichtlijn. Daarnaast zijn ze een Roos, Joop Tempelaars, Charleshan Denninger en belangrijke vinger aan de pols om de kwaliteit van Rob van der Voort nauw betrokken. Zonder de be- de Nederlandse wateren (zoet en zout) en uitvoering manning en de schepen van Rijkswaterstaat waren van de Ecologische Hoofdstructuur (tegenwoordig: deze watervogeltellingen onuitvoerbaar geweest; Natuurnetwerk Nederland) te monitoren. De tellin- de schippers Geert van Dijk, Ferdinand Dijkstra, gen worden ook gebruikt voor internationale analy- Joop Tempelaars, Hans de Voogd van der Straaten, ses, zoals bij actuele thema’s als klimaatverandering, Leendert de Bruijn, Sjaak Stooter, Tinny de Wit ver- waarbij verschuivingen van verspreidingsgebieden leenden hun medewerking. Waterschap Hollandse van vogelsoorten aan de orde kunnen zijn. Delta wordt bedankt voor het verlenen van toe- stemming voor het per auto berijden van enkele Het Meetnet Watervogels is onderdeel van het fietspaden. De tellingen werden verricht door Peter Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Dit is de Boer, Vincent de Boer, Symen Deuzeman, Roy een samenwerkingsverband tussen Rijkswaterstaat Slaterus, Dirk van Straalen, Rob Strucker en Rogier (RWS), Ministerie van Economische Zaken (EZ), Verbeek. Dave van der Spoel leverde aanvullende Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Sovon. gegevens voor de Sophiapolder in de Noord. Menno Het veldwerk wordt grotendeels uitgevoerd door Hornman, Erik van Winden (kaartmateriaal) en vrijwilligers en medewerkers van provincies, institu- John van Betteray (opmaak) droegen namens Sovon ten en terreinbeherende organisaties. Het meetnet verder bij aan dit rapport. Allen worden hartelijk kent meerdere doelstellingen, waaronder: bedankt. 3 Sovon-rapport 2017/16 Hollandsche IJssel (BR27..) Nieuwe Waterweg en Calandkanaal (BR22..) Hartelkanaal en aangrenzende havens (BR23..) Lek (RG43..) Nieuwe Maas (BR21..) Noord (BR13..) Oude Maas (BR15..) Boven Merwede (BR11..) Spui (BR16..) Beneden Merwede (BR12..) Dordtse Kil (BR14..) Afgedamde Maas (RG74..) Nieuwe Merwede (BR32.. & BR34..) Amer (BR35..) Bergse Maas (RG75..) Hollands Diep (BR41..) 0 2 4 6 8 10 Km Figuur 1. Ligging van de in 2015/16 op watervogels getelde riviertakken. 4 Watervogeltellingen in het Benedenrivierengebied in 2015/16 2. Methode 2.1. Onderzoeksgebied nationale populatiegroottes en 1%-normen (wpe. wetlands.org). Het onderzoeksgebied beslaat een groot deel van het rivierengebied in de wijde omgeving van Rotterdam Het veldwerk in het Benedenrivierengebied vond en Dordrecht. Zo zijn daar de druk bevaren water- plaats volgens dezelfde gestandaardiseerde metho- wegen dwars door de havens en industrie van de diek, zoals ontwikkeld voor het Meetnet Watervogels Europoort tot in het Rotterdamse stadshart, maar dat sinds 1992/93 in het kader van het Netwerk ook het Hollandsch Diep en de rivieren rond de Ecologische Monitoring door Sovon i.s.m. het Biesbosch, waar natuur een veel prominentere plek Centraal Bureau voor de Statistiek wordt uitgevoerd inneemt. Een onderzoeksgebied met vele gezichten en die tevens aansluit bij de watervogeltellingen die dus. al eerder in deze gebieden plaatsvonden. Er wordt Figuur 1. toont de ligging van de getelde riviertak- gewerkt met vaste telgebieden – met zo goed moge- ken. De meeste daarvan zijn maandelijks geteld lijk in het veld herkenbare begrenzingen – die over- van september tot april. Enkele trajecten zijn vaker dag of (in getijdengebieden) rond het tijdstip van geteld (zie tabellen 1 en 2). Alleen de Hollandsche hoogwater worden bezocht en gebiedsdekkend (in- IJssel bij Gouda en de Afgedamde Maas bij tegraal) worden geteld op alle aan water gebonden Andel zijn slechts eenmaal bezocht, tijdens de vogelsoorten op een van tevoren vastgestelde datum Midwintertelling in januari. (in het weekeinde in het midden van de maand). De teldatum in getijdengebieden kan hiervan afwijken bij een gunstiger tijdstip van hoog water. Ook de 2.2. Telmethode boottellingen in het Benedenrivierengebied wijken in de praktijk door met name logistieke omstandighe- De door Sovon georganiseerde watervogelmonito- den iets af van de voorkeursdatum (een telweekend). ring volgt een vaste systematiek met een jaarlijks vergelijkbare telinspanning (Koffijberg et al. 2000, De volgende vogelsoorten en soortgroepen wor- van Roomen et al. 2002, Soldaat et al. 2004). Het den altijd geteld, inclusief exoten: duikers, futen, Meetnet Watervogels steunt op twee belangrijke on- aalscholvers, reigers, ooievaars, ibissen, Lepelaar, derdelen: flamingo’s, zwanen, ganzen, eenden, kraanvogels, rallen, steltlopers, meeuwen en sterns. Daarnaast • Maandelijkse tellingen in monitoringgebieden worden bepaalde (min of meer) aan water of gedurende het winterhalfjaar. Dit betreft veelal wetlands gebonden overige soorten consequent grotere, (inter)nationaal belangrijke wateren, meegeteld. Het gaat om 14 soorten waaronder ver- waaronder alle Rijkswateren en Natura 2000-ge- schillende roofvogels (Zeearend, Bruine en Blauwe bieden. Hier worden alle watervogelsoorten ge- Kiekendief, Ruigpootbuizerd,
Recommended publications
  • Historische Rivierkundige Parameters; Maas, Merwede, Hollandsch Diep En Haringvliet
    Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Historische rivierkundige parameters; Maas, Merwede, Hollandsch Diep en Haringvliet RIZA werkdocument 2003.163x auteurs: M.M. Schoor R. van der Veen E. Stouthamer Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Historische rivierkundige parameters Maas, Merwede, Hollandsch Diep en Haringvliet november 2003 RIZA werkdocument 2003.163X M.M. Schoor R. van der Veen E. Stouthamer Inhoudsopgave . Inhoudsopgave 3 1 Inleiding 5 1.1 Achtergrond 5 1.2 Doelstelling en uitvoering 5 1.3 Historische rivierkundige parameters 5 2 Werkwijze 7 2.1 gebruikte kaarten 7 2.2 Methodiek kaarten voor 1880 (Merwede) 8 2.3 Methodiek kaarten na 1880 (Maas en Hollands Diep/Haringvliet). 10 2.4 Berekening historische rivierkundige parameters 14 3 Resultaat 17 3.1 Grensmaas 17 3.2 Roerdalslenkmaas (thans Plassenmaas) 18 3.3 Maaskant Maas 19 3.4 Heusdense Maas (thans Afgedamde Maas) 20 3.5 Boven Merwede 21 3.6 Hollandsch Diep en Haringvliet 21 3.7 Classificatiediagrammen morfodynamiek 22 Literatuur 25 Bijlagen 27 Bijlage 1 Historische profielen Boven Merwede, 1802 Bijlage 2 Historische profielen Grensmaas, 1896 Bijlage 3 Historische profielen Roerdalslenkmaas, 1903 Bijlage 4 Historische profielen Maaskant Maas, 1898 Bijlage 5 Historische profielen Heusdense Maas, 1884 Bijlage 6 Historische profielen Haringvliet, 1886 Bijlage 7 Historische profielen Hollandsch Diep, 1886 Historische rivierkundige parameters 3 Historische rivierkundige parameters 4 1 Inleiding . 1.1 Achtergrond Dit werkdocument is een achtergronddocument bij de studie naar de morfologische potenties van het rivierengebied, zoals die in opdracht van het hoofdkantoor (WONS-inrichting, vanaf 2003 Stuurboord) wordt uitgevoerd.
    [Show full text]
  • 06. Beken En Rivieren
    De Bergensehof Laaglandbeek De Donge De Donge is een typische laaglandbeek: een beek zonder duidelijke bron die ontstaat doordat Omgeving grond- en regenwater zich vanuit een groter gebied geleidelijk aan verzamelen, tot er op een ge- geven moment een beek stroomt. De Donge Bij de Donge gebeurt dit in het grensgebied tussen Alphen en Baarle-Nassau. Vanuit dit gebied, ongeveer 27 meter bo- ven zeeniveau, stromen twee waterlopen, de Hultense Leij en de Lei naar het noorden. Ter hoogte van de Tilburgse woonwijk Dongewijk vloeien ze samen tot de Donge. Via Dongen stroomt de Donge naar het noordwesten en mondt bij Geertruidenberg uit in de rivier de Amer. Het gebied direct ten zuiden van Tilburg heeft niet alleen een grote landschappelijke verscheidenheid, maar is vooral ook heel bijzonder vanwege de voor Nederlandse begrippen spectaculaire hoogteverschillen. De laaggelegen, drassige gronden langs de Oude Leij grenzen hier direct aan de droge bos- en heidegronden, bijna 10 meter hoger. Het ijzerwerk van de brug is in 1954 voor het laatst grondig geschilderd en in 1963 is de verkeersbrug vervangen door een nieuwe, vaste brug. In oktober 1972 is een binnenvaartschip tegen de (openstaande) spoordraaibrug aangevaren, waardoor de brug ontzet raakte. De brug is nooit gerepareerd. Beken en rivieren De grote rivieren De Amer begint bij Geertruidenberg vanaf de plek waar de Donge samenvloeit met de Bergse Maas. De rivier is bijna twaalf kilometer lang en mondt uit in het Hollands Diep. De Bergse Maas is aangelegd aan het eind van de negentiende eeuw om de afwateringsproblemen van de Maas op te lossen. Het oorspronkelijke plan was om de bedding van het Oude Maasje te volgen, maar om goede landbouwgronden te sparen werd de Bergse Maas uiteindelijk een stuk noordelijker aangelegd.
    [Show full text]
  • Vaarwater Nederland
    Vaarwater Nederland Provincie Drente naam Vaarwater Van naar Amerdiep Grollo Taarloo Beilerstroom Beilen Dwingeloo Beilervaart Beilen Hoogersmilde Compascuumkanaal Zwartemeer ter Apel Drentse Aa Taarloo Haren Drentse Hoofdvaart Meppel Hoogersmilde Drostendiep Coevorden Aalden Eelderdiep Donderen Hoogkerk Hoogeveensevaart Meppel Hoogeveen Hunze (Oostermoersevaart) Buinen Zuidlaardermeer Kanaal van Buinen tot Schoonoord Buinen Schoonoord Kanaal van Coevorden tot Picardie Coevorden Picardie (D) Kanaal van Coevorden tot Zwinderen Coevorden Zwinderen Kolonievaart en Norgervaart Veenhuizen Smildervaart Lieversediep Veenhuizen Lieveren Linthorst-Homankanaal Beilen Hoogeveensevaart Noord Willemskanaal Assen Groningen Oranjekanaal Borger Klazienaveen Oude Diep Echten Drijber Oude Smildervaart Meppel Dwingeloo Oude Vaart Dwingeloo Westerbork Peizerdiep Lieveren Hoogkerk Rolderdiep Grollo Gasteren Ruiner Aa Eursinge Oldehave Schoonebekerdiep Coevorden Grens (D) Sleenderstroom Sleen Veenoord Smildervaart Hoogersmilde Assen Steenwijker Aa Steenwijk Frederiksoord Stieltjes- en Dommerskanaal Coevorden Weiteveen Verlengde Hoogeveensevaart Hoogeveen Klazienaveen Vledder Aa Vledder Wateren Westerborkerstroorn Beilen Oranjekanaal Wold Aa Meppel Oldehave Provincie Flevoland Grutto tocht Hoge vaart Lage vaart Hanzetocht en Zwolsetoch en Oudebostocht Dronten Abbertweg Hoge Dwarsvaart Ketelhaven Veluwemeer Hoge vaart Almere Ketelhaven Hollandsetocht en Lage Knartocht Larserpad Vogelweg Houtribtocht en Oostervaart Zuigerplaspark Gelderse Hout IJsselmeer Lelystad
    [Show full text]
  • Ministerie Van Verkeer En Waterstaat Werkdocument Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut Voor Kust En Zee/RIKZ
    Ministerie van Verkeer en Waterstaat Werkdocument Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Estuariene dynamiek in de Delta Achtergronddocument en kansenkaarten Werkdocument RIKZ/ZDO/2005.800w H.A. Haas (RIKZ) & M. Tosserams (RIZA) Januari 2005 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Werkdocument Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Aan Kernteam onderzoek Blauwe Delta/ IVD Projectteam Blauwe Delta Contactpersoon Doorkiesnummer Herman Haas & Marcel Tosserams 307 Datum Bijlage(n) Januari 2005 - Nummer Product RIKZ/ZDO/2005.800w Blauwe Delta*BD1 Onderwerp Achtergronddocument Kansenkaart Estuariene Dynamiek in de Delta. Samenvatting Met de vaststelling van de integrale visie op de Deltawateren ‘De Delta in Zicht’ in 2003 is een proces in gang gezet voor een gezonde, veilige en duurzame toekomst van het Deltagebied. De visie beschrijft een zoekrichting voor de oplossing van de verschillende problemen van de huidige Deltawateren en de kansen die daarbij ontstaan. Herstel van estuariene dynamiek wordt, als intrinsieke waarde van de Delta, als de belangrijkste zoekrichting beschreven. Maar in hoeverre is deze dynamiek verloren gegaan en hoe kansrijk is het dat de estuariene dynamiek weer deels hersteld kan worden? Om hierover wat meer duidelijkheid te verkrijgen is een kansenkaart estuariene dynamiek voor de Delta uitgewerkt. Kijken we naar de periode voor de Deltawerken, dan zien we een Deltagebied waar de dynamiek van de rivier en de zee nog volop de ruimte hebben. Het gebied bestond uit een aaneenschakeling van overgangsgebieden (estuaria) met daarbij uitgestrekte arealen aan intergetijdengebied. Getijdynamiek en rivierdynamiek zorgden voor onder andere zoet- zoutgradiënten met grote verschillen in tijd en ruimte. De aanvoer van slib en zand vanuit de rivieren en de zee zorgden ervoor dat het Deltalandschap is ontstaan en vormde een rijke voedingsboden voor bodemdieren en vogels in dit gebied.
    [Show full text]
  • Voorontwerp Uitwerkingsplan Landelijke Regio Land Van Heusden En Altena
    Provincie Noord-Brabant Voorontwerp Uitwerkingsplan Landelijke regio Land van Heusden en Altena Gedeputeerde Staten 23 maart 2004 Voorontwerp uitwerkingsplan landelijke regio Land van Heusden en Altena, 23-03-2004 1 Colofon Voorontwerp uitwerkingsplan Land van Heusden en Altena Gedeputeerde Staten, 23 maart 2004 Uitgave Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073-6812148/2391 Fax: 073-6807654 E-mail: [email protected] http://ruimte.brabant.nl Redactie Projectteam Land van Heusden en Altena Cartografie Afdeling GEO, Provincie Noord-Brabant Illustratie Afdeling GEO, Provincie Noord-Brabant Vormgeving Provincie Noord-Brabant Drukwerk Afdeling Facilitaire Voorzieningen/bureau I&L, Provincie Noord-Brabant Biblo te ’s-Hertogenbosch Oplage 125 Voorontwerp uitwerkingsplan landelijke regio Land van Heusden en Altena, 23-03-2004 2 Voorwoord “Samen werken aan uitvoering” luidt de titel van het provinciale Bestuursakkoord 2003-2007. De inleiding bij dat akkoord is helder: “het accent verschuift naar de uitvoering van bestaand beleid. Een beleid waar het werken aan Wonen, Werken en Welzijn voor een nóg beter Brabant uitgangspunt is.” Met dit uitwerkingsplan maken we dat waar. Hierin is opgenomen, waar, wanneer en hoeveel we de komende jaren aan woningen en aan bedrijventerreinen gaan ontwikkelen in deze regio. Dit proces van regionale afstemming om samen met de gemeenten en waterschappen uit deze regio te komen tot een dergelijke plan, is redelijk uniek geweest. In de twaalf tot achttien maanden, dat we met dit overleg bezig zijn geweest, heb ik het begrip voor elkaar en het willen delen van elkaars problemen en zoeken naar gezamenlijke oplossingen zien groeien. Voor de regio een heel belangrijke randvoorwaarde om de grote ruimtelijke vraagstukken die de komende tien tot vijftien jaar op ons af zullen komen aan te kunnen pakken.
    [Show full text]
  • Water, Networks and Crossings Contents Contents
    WATER , NETWORKS AND CROSSINGS CONTENTS 3 Water, networks and crossings Contents Contents .............................................................................................................................................. 164 3.1 WATER BALANCE ............................................................................................................................ 166 3.1.1 Earth ....................................................................................................................................... 166 3.1.2 Evaporation and precipitation ................................................................................................. 167 3.1.3 Runoff ..................................................................................................................................... 169 3.1.4 Static balance ......................................................................................................................... 174 3.1.5 Movement ignoring resistance................................................................................................ 175 3.1.6 Resistance .............................................................................................................................. 178 3.1.7 Erosion and sedimentation ..................................................................................................... 184 3.1.8 Hydraulic geometry of stream channels ................................................................................. 186 3.1.9 River morphology...................................................................................................................
    [Show full text]
  • Projectplan Waterwet
    PROJECTPLAN WATERWET AANPASSEN WATERHUISHOUDING WAALWIJK Ref. 1604719A06-R20-042 Datum: 21 januari 2020 rps.nl Waterschap Brabantse Delta RPS advies- en ingenieursbureau bv Contactpersoon Ron Nouws Auteur M. Belgharbi Projectleider J. Duifhuizen Gecontroleerd door J. Maasland Projectreferentie 1604719A06-R20-042 Versie Definitief Handtekening Akkoord J. Duifhuizen Projectleider rps.nl Ref.: 1604719A06-R20-042 | 21 januari 2020 Pagina 2 van 74 Inhoudsopgave SAMENVATTING ............................................................................................................................................... 6 INLEIDING ............................................................................................................................................... 8 Aanleiding ....................................................................................................................................... 8 Waarom een projectplan? .............................................................................................................. 9 Leeswijzer ...................................................................................................................................... 9 HUIDIGE SITUATIE & SCOPE ..............................................................................................................10 Locatie & deelgebieden ................................................................................................................10 Huidige situatie .............................................................................................................................12
    [Show full text]
  • Estuarine, Coastal and Shelf Science 76, 96-110
    1 Historic developments in macrozoobenthos of the Rhine-Meuse estuary: 2 From a tidal inlet to a freshwater lake 3 4 S. Wijnhoven *, W. Sistermans, H. Hummel 5 6 Monitor Taskforce, Netherlands Institute of Ecology, Centre for Estuarine and Marine 7 Ecology (NIOO-CEME), Korringaweg 7, P.O. Box 140, NL-4401 NT, Yerseke, The 8 Netherlands 9 10 *Corresponding author. Tel.: +31-113-577357; Fax: +31-113-573616; E-mail: 11 [email protected] 12 13 Abstract 14 15 Water works during the 1960s and 70s changed the northern part of the Rhine-Meuse estuary 16 in the south-west of the Netherlands into a freshwater lake, from west to east divided into 17 three basins called the Haringvliet, the Hollands Diep and the Biesbosch. Concurrently water 18 quality parameters (e.g. nutrients and pollutants) changed drastically during the last 50 years. 19 This study combines macrozoobenthic monitoring data from the region from 1960 to 2001 20 with trends in abiotic parameters to evaluate historic developments of the communities, 21 including densities, species numbers and diversity, and assess future developments as a first 22 step to a rehabilitation of the estuary as planned for January 01, 2008. During the 1960s, the 23 macrozoobenthic densities of Oligochaeta and/or Polychaeta dominated communities 24 increased with a gradual decrease of salt water intrusion and salinity variability. The first 25 years after the basins became stagnant, the species numbers per sample and the Shannon 26 diversity were high due to coexistence of salt and freshwater species. An increase in nutrient 27 and pollutant loads led to a decrease in the macrozoobenthos densities.
    [Show full text]
  • Rijkswaterstaat Benedenrivieren 3
    Nummer Toegang: 3.07.07 Inventaris van het archief van de Directie Benedenrivieren van Rijkswaterstaat Versie: 11-12-2019 Centrale Archief Selectiedienst Nationaal Archief, Den Haag 1991 This finding aid is written in Dutch. 3.07.07 Rijkswaterstaat Benedenrivieren 3 INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief.....................................................................................13 Aanwijzingen voor de gebruiker...............................................................................................15 Openbaarheidsbeperkingen......................................................................................................15 Beperkingen aan het gebruik....................................................................................................15 Materiële beperkingen.............................................................................................................. 15 Aanvraaginstructie.....................................................................................................................15 Citeerinstructie.......................................................................................................................... 15 Archiefvorming.........................................................................................................................16 Geschiedenis van de archiefvormer..........................................................................................16 Geschiedenis van de archiefvormende organen..................................................................16
    [Show full text]
  • 'Invloed Hoge Scenario's Voor Zeespiegelstijging Voor Rijn- Maas
    Invloed Hoge Scenario's voor Zeespiegelstijging voor Rijn- Maas Delta Herijking VKS DPRD en DB RMD, onderdelen 1 en 2 Invloed Hoge Scenario's voor Zeespiegelstijging voor Rijn-Maas Delta Herijking VKS DPRD en DB RMD, onderdelen 1 en 2 Jarl Kind Karin de Bruijn Ferdinand Diermanse Karolina Wojciechowska Frans Klijn Raymond van der Meij Arno Nolte Kees Sloff © Deltares, 2019, B o Lt Titel Invloed Hoge Scenario's voor Zeespiegelstijging voor Rijn-Maas Delta Project Kenmerk Pagina's 11203724-008 11203724-008-BGS-0002 121 Trefwoorden Zeespiegelstijging, effecten, adaptatie, Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Samenvatting Dit rapport geeft antwoord op de vraag van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden (DPRD) wat de effecten zijn van hogere scenario's voor zeespiegelstijging op de voorkeursstrategie (VKS) DPRD en op de Deltabeslissing Rijn-Maasdelta. Deze vragen zijn deels kwalitatief en deels kwantitatief beantwoord. Tevens geeft het rapport opties voor mogelijke aanpassingen van de VKS. Referenties Versie Datum Auteurs Paraaf Review Paraaf Goedkeuring Paraaf 0.1 Maart 2019 Jarl Kind Ad Jeuken Henriette Otter 0.2 ,-. Mei 2019 Ferdinand \0 i.Hf-) Ad Jeuken Henriette Otter Diermanse f~ ~r.- Status definitief Invloed Hoge Scenario's voor Zeespiegelstijging voor Rijn-Maas Delta 11203724-008-BGS-0002, 29 mei 2019, definitief Inhoud 1 Introductie 1 1.1 Aanleiding en vraagstelling 1 2 Consequenties van een hogere zeespiegelstijging voor de VKS DPRD en DB RMD 3 2.1 De DB RMD en VKS DPRD 3 2.2 MLK+ en Plan Sluizen 4 2.2.1 Effecten op de stormvloedkeringen
    [Show full text]
  • Bijlage 5I: De Organisatie En Beheersobjecten Van De (Directie) Noord-Brabant Van Rijkswaterstaat Van Begin 19E Eeuw Tot 1 April 2013
    Bijlage 5i: De organisatie en beheersobjecten van de (directie) Noord-Brabant van Rijkswaterstaat van begin 19e eeuw tot 1 april 2013 Behoort bij de publicatie: 1-8-2016 © Henk van de Laak ISBN: 978-94-6247-047-7 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Bijlage 5i: Noord-Brabant1 Frankeerstempel directie Noord-Brabant 1. Organisatie: a. Periode tot 1 april 1849. Onder de Bataafse Republiek vond in 1801 een reorganisatie van de waterstaat plaats2. Op 1 november 1803 werden zes waterstaatsdistricten gevormd, twee voor de rivieren en vier voor de zeehavens en zeegaten3. Het 3e district (Domeinen van Nassau, Brabant en Zeeland) behoorde tot ‘zeehavens en zeegaten’. Tijdens het Koninkrijk Holland (1806-1810) werd de reorganisatie afgerond in 18084 en het land werd in 12 districten ingedeeld. Het huidige Noord-Brabant viel deels onder het 10e district (Scheveningen - Breda5) en het 11e district (noordelijk deel van Zeeland enz. tot Bergen op Zoom). Bij Keizerlijk Decreet van 14 november 1810, nr. 33 (Holland was ingelijfd door het Franse Keizerrijk) werd een nieuwe organisatie voor de Waterstaat vastgesteld6. De zeven Hollandse Departementen kwamen per 1 april 1811 onder de 16e inspectie van de Franse Dienst van Bruggen en Wegen (Service de Ponts et Chaussées de France). Echter de zuidelijke provincies ressorteerden onder een andere inspectie. Dit betrof het departementen Monden van de Rijn (Bouches au Rhin) (Oost-Brabant, ten oosten van de Donge en Gelderland ten zuiden van de Waal) en Twee Neten (deux Nèthes) (westelijk Brabant).
    [Show full text]
  • Structuurvisie Land Van Heusden En Altena-5 September 2013…
    Structuurvisie Land van Heusden en Altena Vastgesteld Inhoudsopgave pagina 1. Wonen 17 1.1 Een woningvoorraad geschikt voor alle doelgroepen 19 1.1.1 Voldoende passende woonruimte 19 1.1.2 Een driedelige woningmarkt 20 1.1.3 Inbreidingen en uitleglocaties 20 1.1.4 Aanpassing van de woning aan veranderende wooneisen 21 1.1.5 Levensloopbestendig kunnen wonen 21 1.1.6 Behoud van kwaliteit van de woonomgeving 21 1.2 Invulling geven aan prestatieafspraken 21 1.2.1 Prestatieafspraken 22 1.2.2 Herstructurering woningbouw 22 1.2.3 Particulier woningbezit 22 1.2.4 Bijdragen aan de sociaal-maatschappelijk goede samenleving 22 1.3 Woningbouwinitiatieven moeten bijdragen aan de woonkwaliteit 23 1.3.1 Inspelen op veranderende vraag: extramuralisering 23 1.3.2 Toetsingskader voor woningbouwplannen in de kernen 24 1.3.3 Toetsingskader voor uitbreiding woonfunctie buitengebied 25 1.3.4 Toetsingskader huisvesting van arbeidsmigranten 25 1.4 Verval van de woningvoorraad en woonomgeving voorkomen 26 1.4.1 Zorg voor de context van het wonen 26 1.4.2 Ontwikkeling in de kwaliteit van de woningen 26 2. Voorzieningen 29 2.1 Veiligstellen van aanbod basisvoorzieningen binnen de drie gemeenten 30 2.1.1 Basisfuncties 30 2.1.2 Zorgvoorzieningen 31 2.1.3 Woonserviceszones 31 2.2 Minimale voorzieningen per kern, voldoende voorzieningen in de regio 32 2.2.1 Minimale functies per kern 32 2.2.2 Voldoende voorzieningen in de regio 32 2.2.3 Grensoverschrijdende voorzieningen 33 2.2.4 Specifieke voorzieningen: verpleegzorg 33 2.2.5 Bijdragen aan de sociaal-maatschappelijk goede samenleving 33 2.3 Initiatieven die voorzieningenstructuur versterken faciliteren 33 2.3.1 Initiatieven uit de gemeenschap 33 2.3.2 Bundeling van functies 34 2.3.3 Kleinschalige zorgvoorzieningen 34 2.4 Verlies laatste basisvoorziening in een kern voorkomen 34 Inhoudsopgave 1 3.
    [Show full text]