Download Scans
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
WINKs VREEMDE- WOORDENBO EK BEVATTENDE DE VERTALING EN VERKLARING VAN DE IN ONS LAND GEBRUIKTE VREEMDE WOORDEN, UITDRUKKINGEN EN AANHALINGEN N. V. SEYFFARDT'S BOEK- EN MUZIEKHANDEL, AMSTERDAM WINKs VREEMDE-WOORDENBOEK WINKs VREEMDE- WOORDENBOEK BEVATTENDE DE VERTALING EN VERKLARING VAN DE IN ONS LAND GEBRUIKTE VREEMDE WOORDEN, UITDRUKKINGEN EN AANHALINGEN HERZIEN DOOR Dr. JAN ROMEIN VIJF- EN TWINTIGSTE TOT EEN- EN-DERTIGSTE DUIZENDTAL N. V. SEYFFARDT'S BOEK- EN MUZIEKHANDEL, AMSTERDAM EEN ENKEL WOORD VOORAF. (bij den eersten druk) Mijn bedoelen met het samenstellen en uitgeven van dit boekje is geweest: voor een zoo gering mogelijken prijs lets bruikbaars te seven. Ik hoop daarin geslaagd te zijn. Andere pretenties heeft mijn werk niet, allerminst die van volledigheid. Telkens en telkens weer heb ik moeten kiezen wat op te nemen, wat weg te laten. Moge mijn keuze doelmatig blijken! Onverbiddelijk zijn weggelaten alle woorden, die, schoon van vreemden oorsprong, toch zoo ingeburgerd zijn dat zij geen verklaring meer behoeven, woorden dus als: kapitein, korporaal, telegraaf, photograaf en tientallen dergelijke, waarvoor niemand een woordenboek zal gaan rPadplegen. Daardoor en door afleidingen, enz. niet telkens op een nieuwen regel te plaatsen, is een massa ruimte uitgewonnen, die beter ge- bruikt kon worden. Achter ieder woord is zooveel xnogelijk door een afkorting (zie de lijst daarvan hierachter) aangegeven het geslacht en de taal, waaraan het ontleend is. Hierbij is op te merken dat dit ge- slacht niet altoos hetzelfde is als dat, hetwelk het woord in de oorspronkelijke taal heeft, en dat de spelling merle vaak afwijkt van de oorspronke- lijke. Amersfoort, Dec. 1906. P. M. WINK. BIJ DEN VIJFDEN DRUK. Aan de woorden die nu wijlen de heer P. M. Wink bij den eersten druk van dit boekje schreef, heb ik slechts toe te voegen, dat niet alleen pieteit tegenover den samensteller, maar ook ge- bleken bruikbaarheid mij deden besluiten zijn methode en inrichting te behouden, toen de nieu- we ultgeefster mij verzocht deze bewerking op mij te nemen. Dat ik mij daarnaast beijverd heb het met de jongste upitdrukkingen te verrijken — inzonderheid op radio-gebied, de eenige ru- briek, die ook in den vierden druk van 1919 nog niet kon worden ,opgenomen — spreekt te van zelf, dan dat ik er 'anger bij behoef stil te staan. Ik hoop 'dat het boekje oak in deze bewerking en in .dit nieuwe uiterlijk zijn weg zal vinden. DE BEWERKER. AFKORTINGEN. kr. = Arabisch. mrv. = meervoud. tram. = Arameesch. muz. = muziek. larg. Bargoensch. nl. namelijk. )Ijv. = bijvoegelijk. nmv. = naamwoord. gjw. bijwoord. o. onzijdig. = bijvoorbeeld. onoverg.— onover ganke- :bald.= Chaldeeuwsch. lijk. :hin. = Chineesch. oorspr. Gorspronkelijk. :hr. Christelijk. oudt. oudtijds. D. = Duitsch. overg. overgankelijk. 1. i. = dat Is. Perz. = Perzisch. Lyra. = dat wit zeggen. Port. = Portugeesch. I. z. = dat zijn. rad. = radio. d. = en dergelijke. R.-K. = Roomsch- Eng. = Engelsch. Katholiek. = figuurlijk. Rom. = Romeinsch. Fr. = Fransch. Russ.uss . = Russisch. Dr. = Grieksch. Skr. Sanskriet. liebr. = Hebreeuwsch. Sp. = Spaansch. Hind. Hindoesch. sportt. = sportterm. = Indisch. T. Turksch. inz. = inzonderheid. taalk. = taalkunde. It. = Italiaansch. tegenst. = tegenstelling. PP. = Japansch. tegenw. tegenwoordig. = Javaansch. verb. = verbasterd. rechtskundig. verk. verkort. t. = Latijnsch. VI. = Vlaamsch. Fett. = letterlijk. vr. = vrouwelijk. On. = mannelijk. z. a. zie aldaar. Mal. = Maleisch. Z.-Afr. Zuid- Mex. = Mexicaansch. Afrikaansch. mil. = krijgskundig. zelfst. = zelfstandig. mnl. = middelneder- Zw. Zweedsch. landsch. LET WEL ! Uitdrukkingen zoeke men als regel op de be- ginletters van het eerste woord; staan ze daar niet, dan sla men na op de andere woorden, waaruit ze bestaan. Spelling. In de spelling der vreemde woorden wisselen vaak de volgende letters elkaar af: ae en e; c en k of qu; dsj en j; ei en e; f en ph; k en qu; kw en qu; oe en e of ou; s en z; sch en sj; w en ff; y en U. Men zie idus, wanneer men een woord niet vindt, na of het soms, anders gespeld, op een andere plaats staat. Wanneer van eenige achtereenvolgende woor- den niet afzonderlijk geslacht en herkomst zijn aangegeven, zijn doze gelijk aan die van het laatste woord, waarbij dit wel het geval was. A—ABA A. A, (oud. Rom. cijfer) = 500; A = 5000; a., verk. van are = 100 vierk. meter; a, Fr. tegen, voor; A. of Ao. = anno (z.a.); A. B. C. Staten = Ar- gentinie, Brazilie, Chili; A. C. = anno currente, zie op anno; ook = verk. van alternating cur- rent (z.a.); A. D. = anno Domini, zie op anno; a. i. = ad interim (z.a.); A. M. = anno mundi, zie op anno; ook = artium magister (z.a.; a. m. = ante meridiem (z.a.); A. P. = anno passato of praeterito, zie op anno; ook = Amsterdamsch peil; A. U. C. = ab urbe condita, Lat., sedert de stichting der stad (Rome). a in samengestelde woorden van Gr. oorsprong duidt vaak op een ontkenning, opheffing of tegenstelling van de gedachte van het erop- volgende woord; deze letter wordt dan de alpha (z.a.) privans genoemd. a(b), Lat., van, vanaf, ont-, weg-. ab absurdo, Lat., uit het ongerijmde. ab actis, m. Lat., secretaris. abacus, m. Lat., rekentafel in Oudheid en Middel- eeuwen. ab aeterno, Lat., sinds onheugelijke tijden. abandon, m. Fr., afstand, overgave, losheid; aban- donneeren, afstand doen van, prijsgeven; aban- donnement, het afstand doen. a bas! Fr.; abasso! It., neer met...! weg met... abat-jour, m. Fr., lichtscherm, lampekap, reflec- tor; abat-vent, m. Fr., windscherm. 1 2 ABA—ABJ abate, zie abbe. abattoir, o. Fr., slachthuis. abba(s), Syr., vader. abbe, m. Fr.; abate, It., abt, ook wereldlijk gees- telijke zonder abdij. abbreviatie, yr. It., afkorting; abbreviatuur, vr., afkorting(steeken); abbrevieeren, afkorten. ab[s]ces, o. Lat., zweer, gezwel. abd, Ar., (in samenstellingen) knecht; Abdallah knecht Gods. Abdera, gr. stad, berucht om de onnoozelheid en dwaasheid harer inwoners (Abderieten). abdicatie, yr. Fr., vrijwillige afstand van troon of waardigheid; afdanking; abdiqueeren, afstand doen. abdomen, o. Lat., buik, onderlijf. abet, Mnl., handig, bekwaam, ernstig, deftig; abele spelen, dramatische stukken uit de Mid- deleeuwen. a bene placito, It., muz., naar goedvinden. aberratie, yr. Lat., afdwaling, afwijking. abhorreeren, Lat., verafschuwen. ab hinc, Lat., van dezen tijd af; ab hoc et ab hac, Lat., van dit en van .dat, in 't wilde, lukraak. ab initio, Lat., van het begin af. ab intestato, Lat., zonder testament, bij versterf. abiturient, D., leerling van een instelling van middelbaar of hooger onderwijs in Duitschland, die de school verlaat na abiturienten-examen (eindexamen) gedaan to hebben. abis perkara, Mal., de zaak is afgeloopen. abject, Lat., laag, gemeen, dwaas; abjectie, yr., gemeenheid. ab Jove principium, Lat., met Jupiter (het voor- naamste) moet begonnen worden. ABJ—ABR 3 abjuratie, yr. Fr., afzwering, verzaking. ablativus of ablatief, m. Lat., zesde naamval (dien het Ned. door een voorzetsel vervangt). ablaut, m. D. taalk., stamklinkerveranderin g bij de vervoeging van sterke werkwoorden. ablutie, yr. Fr., wassching, afspoeling (als gods- dienstige plechtigheid). abnegatie, yr. Fr., (zelf)verloochening. abnorm(aal), afwijkend v. d. regel; abnormaliteit, vr., afwijking v. d. regel. aboe, Ar., vader (in samengestelde eigennamen). abolitie, yr. Fr., afschaffing, .opheffing; aboli- tionist, m. Eng., voorstander van de afschaffing der slavernij of d. .gereglementeerde prostitrutie. abominabel, Fr., afschuwelijk. abo(u)ndant, Fr., overvloedig. a bon marche, Fr., goedkoop. abonnê, Fr., inteekenaar (op krant of tijdschrift); houder van een abonnement; (zich) abon- neeren. abordeeren, Fr., enteren i(een schip), aanspreken (een persoon), aanpakken (een zaak). abort, o. D., bestekamer, privaat. abortivum, o. Lat., mrv. abortiva, afdrijvend mid- del; abortus, m. Lat., ontijdige bevalling, mi g abortus provocatus, opzettelijk ver--kraam; wekte abortus. aboucheeren, Fr., mondeling onderhoud hebben. a bout, Fr., ten einde raad, „op". a bout portant, Fr., met het pistool op de borst, fig.: bruusk, zonder praatjes. ab origine, Lat., van 't begin af; aborigines, mrv., de oorspr. bewoners. ab ovo, Lat., van het ei (het begin) af. abracadabra, o., omit. tooverwoord, nu: wartaal. 4 ABR—ABS abrêgó, o. Fr., kort begrip, overzicht. abri, m. Fr., schuilplaats, wachtgelegenheid. abrogatie, yr., intrekking v. e. wet. a bride pourpoint, Fr., op den man af. abrupt, Fr., lett. steil; fig., ruw, kortaf. abrutisseeren, Fr., verdierlijken. absces, zie abces. absent, Fr., afwezig, ook fig.: verstrooid; absen- teisme, het gedurig afwezig zijn le. van de eigenaars van hun grondbezit; 2e. van de leden van openbare lichamen. absint[hl, o. Gr., een bittere, van alsem bereide likeur. absis, Lat., zie apsis. absit! Lat., dat blijve verre! absit omen!, moge dit Been voorteeken zijn! absolutie, vr. Fr., vergiffenis, kwijtschelding van straf; R.-K. vergeving van zonden na de biecht. absoluut, Fr., volstrekt; absolutisme, o. Fr., on- beperkte alleenheerschappij; absolute muziek, muz. die niet bedoeld to schilderen, tegenst.: programma-muziek. absolveeren, Lat., vrijspreken; ontbinden; vol- einden; afloopen. absorbeeren, Fr., inzuigen, opslurpen; absorptle, yr., inzuiging. abstecher, m. D., uitstapje; fig., uitweiding. abstinent, Fr., matig; abstinentie, yr., onthouding. abstract, Fr., afgetrokken, op zichzelf beschouwd; abstractie, yr., het in gedachte afzonderen en op zichzelf beschouwen van een enkel deel van een geheel; het resultaat daarvan; de veralge- meening van een begrip;