Drijflagen Van Blauwalgen in Het Brielse Meer

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Drijflagen Van Blauwalgen in Het Brielse Meer Drijflagen van blauwalgen inhe t Brielse Meer 1. Inleiding Bij debestrijdin g van eutrofiëring van oppervlaktewater tot dusver isee n belangrijk aspect verwaarloosd. Ondanks de vele onzekerheden die er zijn omtrent de effecten van maatregelen voor de langere termijn wordt ernauwelijk s onderzoek gedaan naard ebestrijdin g vand e symptomen, dus maatregelen die direct effect hebben. Het Brielse Meer voldoet bijvoorbeeld wel aan de in het IMPWate r 1980-1984 gestelde normen, desondanks vormt de mate van eutrofiëring van het water plaatselijk vooral in de haventjes, problemen. M.L.MEIJER Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden te Dordrecht thans DBW/RIZA te Lelystad H. VAN DER HONING Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden te Dordrecht Afh. I - Brielse Meermet meetpunten voor doorzicht, chlorofyïgehalte, fosfaat-en stikstofconcentratie. TABEL I- Afmetingen van de verschillende delen van het meer. Gem. diepte M a> .dit pte Lengte Breedte Reeds jaren veroorzaakt de bloei van de m m 10 m m blauwalg Microcystis aeruginosa in de zomer Brielse Meer S,5 15 11 200-850 en denazome r overlast voor de recreanten. Voedingskatiaal 3 4.5 8.5 55 Deze alg vormt drijflagen, die zich kunnen Bernisse 2..S 3 9 50-150 ophopen inhaventjes , opstrande n en in dode hoeken van het meer. Na enige tijd gaatd e Meer waarmee de Microcystisbloei kan Het totale wateroppervlak bedraagt 5,5.106m 2 laag rotten, wordt grijsbruin van kleur en worden doorbroken. Gelet op de onzeker­ inclusief 1,18.106 m2 van de Bernisse. verspreidt een zodanige stank dat recreëren heden die erzij n omtrent het effect van Het volume van het meer istotaa l 27.106m 3 in de betreffende gebieden onaangenaam defosfatering van ingelaten oppervlaktewater waarin begrepen 4.106 m3 van de Bernisse. wordt. Een andere ongunstige eigenschap in het Brielse Meeren de daaraan verbonden De afmetingen van de verschillende delen van van deze blauwalg ishe t vermogen om, kosten isdi t onderzoek in eerste instantie het meer zijn opgenomen in tabel I. afhankelijk van de fysiologische conditie, gericht op de bestrijding van de overlast voor Ca. 15% van het Brielse Meer isdiepe r dan stoffen teverspreide n die toxisch zijn voor de recreanten. 10m . De gemiddelde verblijftijd van het water onder andere kleinvee en huisdieren Ook uitonderzoe k naar het effect van in het meer isca . 100 dagen, in het Voedings­ [Kappers, 1973]. defosfatering in Rijnland blijkt dat meer kanaal end e Bernisse aanzienlijk korter,i n Het Brielse Meer is reeds vele malen object aandacht moet worden besteed aan de be­ het westelijke deel en waarschijnlijk in de van onderzoek geweest. Er zijn balansstudies strijding van drijflagen van blauwalgen haventjes daarentegen plaatselijk veel langer. uitgevoerd [Klomp, 1972]e n [Van Straten en [Van der Does en Klapwijk, 1985]." Tot 1974 was Rijkswaterstaat water­ Lyklema, 1975], defosfatering van het Het ontstaansmechanisme van drijflagen van kwaliteitsbeheerder, van 1974 tot 1981 het inlaatwater isonderzoch t [Klomp en blauwalgen is uitvoerig behandeld. Ook is er waterschap De Brielse Dijkring en met ingang Speksnijder, I974|, ook de rol van fosfaat in een enquête gehouden onder de Nederlandse van 1981 het zuiveringsschap Hollandse het sediment isbestudeer d [Hieltjes en waterkwaliteitsbeheerders. De resultaten Eilanden en Waarden. Lyklema, 1981] .Doo r Kappers [1984] isva n van deze enquête naar de problemen vand e Het kwantiteitsbeheer isi n 1982 door de 1972 tot 1980 onderzoek verricht naar de blauwalgen zullen kort worden besproken. minister van Verkeer en Waterstaat populatiedynamica van Microcystis Tevens zijn inhe t Brielse Meer enige overgedragen aan het waterschap De Brielse aeruginosa in het Brielse Meer. experimenten uitgevoerd gericht op de Dijkring. Hetkwantitatie f beheer van het In deze publikatie zal worden beschreven preventie van ophopingen van drijflagen. Brielse Meer was tot dusver voornamelijk welke beheersmaatregelen sinds 1972 zijn gericht ophe t bereiken van een laag zout­ getroffen teneinde debelastin g van het 2. Het Brielse Meer gehalte inverban d met de wateronttrekking ten behoeve van de land- en tuinbouw. Brielse Meer met nutriënten te verminderen. Het Brielse Meer, schematisch weergegeven Deze maatregelen hebben nog niet geleid tot in afb. 1.i sontstaa n in 1950 na de aanlegva n de gewenste verandering in de algensamcn- de Brielse Gatdam.To t 1981von d de aanvoer 3. Balansen stelling inhe t meer. van water voornamelijk plaats via het In de periode van 1974 tot 1982 zijn voor het Daar het meer een belangrijke recreatieve Voedingskanaal. Daarna isechte r ookd e Brielse Meer belangrijke saneringsmaat­ functie vervult, is onderzocht of er aanvoer van water via de Bernisse vanuit het regelen uitgevoerd. De afvalwaterlozingen saneringsmaatregelen zijn voor het Brielse Spui van belang. van Oostvoorne en Bricllc zijn verplaatst naar H,0(19) 1986.nr .5 91 het Beerkanaal en een aantal polderwater- gehalte vertoont een dalende tendens na de lozingen isopgeheven . Verder is het mogelijk getroffen saneringsmaatregelen, in het geworden water met een lager nutriënten­ chlorofylgehalte en het doorzicht isdez e gehalte in te laten vanuit het Spui. Sinds 1982 * * Chlorofyl (10 yg 1 ) trend niet aantoonbaar. De algensamen- 10 o o Totaal-N (ICM mgl"') resteren als belastingposten de inlaat uit de 0 0 Totaal-P (10-2 mgl ') stelling is niet gewijzigd. In het voorjaar Oude Maas en het Spui en de neerslag. 1 • wordt de algenpopulatie voornamelijk Als onttrekkingsposten kunnen worden • bepaald door centrale diatomeeën, later door genoemd enige industrieën, polders en de groenalgen. In de nazomer wordt de algen- uitlaat nabij Oostvoorne. De onttrekkings­ 6 populatie beheerst door blauwalgen. Van juli posten zijn sinds 1972 gelijk gebleven. tot september vormt Microcystis aeruginosa Vanaf 1972 zijn frequent balansen opgesteld i de dominante alg [Kappers, 1984 en voor het Brielse Meer. Bij de berekening van Van der Honingen Meijer, 1985]. de balansen van 1972 tot en met 1976 en 2 • -«--o Het chlorofylgehalte in het meer is niet 1980-1982 zijn de waterbalansen vereffend extreem hoog. De problemen doen zich dan met de chloridebalans [Van de Kamer en ook niet in hoofdzaak in het meer voor maar 1972 1975 1978 1961 lfëi Van der Meulen, 1984]. De balansen van in de haventjes waar de gevormde drijflagen 1972 tot en met 1976 zijn het nauwkeurigst. zich ophopen tot een stinkende grijsbruine In tabel II zijn de resultaten gegeven van de massa. Afb. 3 geeft een indruk van een balansstudies van 1972-1983." Ath. 2 - Gegevens voor de waterkwaliteit in het Brielse dergelijke laag. Sinds 1972 isd e fosfaatbelasting afgenomen Meer in de période 1972-1984. 2 ] 2 1 van 18,5 gPrrr jr tot6gPm" jr . 5. Drijflagen van blauwalgen Hieruit blijkt dat de fosfaatbelasting met een dalen de nutriëntengehalten en stijgt het In Nederland wordt in vele wateren factor drie is gedaald. chlorofylgehalte. In het Voedingskanaal en periodiek of permanent een blauwalgenbloei waarschijnlijk in de Bernisse treedt een geconstateerd. In veel gevallen leidt dit in de 4. Waterkwaliteit aanzienlijke reductie op inhe t fosfaatgehalte. (na)zomer tot de vorming van drijflagen Over de periode 1972-1984 zijn van drie Hieruit blijkt dat het meer niet volledig waarbij de soorten Microcystis aeruginosa, meetpunten in het Brielse Meer de analyse­ gemengd is, hetgeen ook reeds uit het Aphaniz.omenon flos-aquae en Anabaena resultaten van maandelijks fysisch-chemisch verschil in verblijftijd isa f te leiden. spiroïdes een belangrijke rol spelen. onderzoek besproken [Meijer. 1983, 1984] In afb, 2 is het jaarlijkse gemiddelde van Deze blauwalgen zijn in staat zich door de en [Van der Honing en Meijer, 1985]. chlorofyl, totaalfosfaat, totaalstikstof en het waterkolom te verplaatsen naar een zo Fosfaat- en stikstofgehalten vertonen zowel doorzicht over de periode 1972-1984 van de gunstig mogelijke lichtintensiteit. in dezome r alsd ewinte r een gradiënt over de drie meetpunten in het Brielse Meer Het regulerend vermogen wordt vooral lengte van het meer. Van oost naar west weergegeven. Het totaalfosfaat- en stikstof- bepaald door de aanwezigheid van gasvacuolen, die het soortelijk gewicht van de TABEL II - Balansen van fosfaat fP) en stikstof (Nt over enigejaren. algen verlagen en de concentratie aan Jaar 1972 1976 1980 1982 1983 koolhydraten in de cellen die het soortelijk waterbelasting m3 m~2 jr~1 29 17.5 20 16 16 gewicht verhogen. De volgende totaal P i»rm~ 2jr_1 IS.5 14.5 1 1,5 7.5 5.6 mechanismen spelen hierbij een rol. 2 totaal N grm" jr~' 197 117 109 86 81 —Doo r fotosynthese wordt in het licht de procentuele bijdrage P-belast ngper bron: osmotische waarde in de cellen verhoogd, polderwater % 28 47 43 7 0 waardoor de turgordruk stijgt en de inlaalwater % 59 45 56 92 99 afvalwater % 12 7 0 0 0 gasvacuolen die het drijfvermogen vergroten knappen zodat de algen overdag dalen [Reynolds e.a„ 1981]. Afb. „Î- Drijflaag van blauwalgen: eenstinkende i>rijsbruinc massa. —Doo r fotosynthese worden koolhydraten gevormd die het soortelijk gewicht van de * --•"i „w algen zodanigdoe n stijgen dat dealge n dalen. ";,;•', :: _jk «. HL' Beide mechanismen doen een dag-nacht- wL *"*" *« f^„»C" ritme in de verticale beweging van de algen veronderstellen. SBefc " Ï *» Uit veldwaarnemingen in het Brielse Meer. / X-' de Kagerplassen en het Braassemermeer blijkt echter dat gedurende de gehele dag , ;, drijflagen aanwezig kunnen zijn. Het op­ drijven van dealge n isallee n mogelijk bij niet I '*', te harde wind. Onder bepaalde omstandig­ heden kan de alg zijn regulerend vermogen verliezen of krijgt de alggee n tijd om zich aan de veranderde (licht)situatie aan te passen. •Pt %>. Reynolds en Walsby [ 1975] suggereren dat dit voornamelijk voorkomt wanneer de fotosynthese wordt beperkt bijvoorbeeld door geringe C02 - diffusie of door een slechte conditie van de algen. ' In Nederland wordt nog nauwelijks veld- 92 onderzoek gedaan naar het ontstaan en de zandwinputten worden bij relatief hoge Daar thans de lozingen van chloriderijk bestrijding van drijflagen door blauwalgen.
Recommended publications
  • Regioplan Noordelijke Delta, Faunabeheerplan Ganzen Zuid-Holland 2015-2020
    CLM Onderzoek en Advies Faunabeheerplan ganzen Postadres Postbus 62 Zuid-Holland 2015-2020 4100 AB Culemborg Bezoekadres Bijlage Regioplan Noordelijke Delta GodfriedGutenbergweg Bomansstraat 1 8 41034104 WRBA Culemborg T 0345 470 700 A. Visser F 0345 470 799 D. Keuper www.clm.nl A. Guldemond m.m.v. W. van den Assem en M. Huber, Faunabeheer- eenheid Zuid-Holland Faunabeheerplan ganzen Zuid-Holland 2015-2020 Bijlage Regioplan Noordelijke Delta Abstract: In deze bijlage wordt het regioplan Noordelijke Delta besproken. Auteurs: A. Visser, D. Keuper, A. Guldemond m.m.v. W. van den Assem en M. Huber, Faunabeheereenheid Zuid-Holland Omslag foto’s: Theo van Lent © mei 2015 CLM, publicatienummer CLM-876 CLM Onderzoek en Advies Postbus: Bezoekadres: T 0345 570 700 Postbus 62 Gutenbergweg 1 F 0345 470 799 4100 AB Culemborg 4104 BA Culemborg www.clm.nl Faunabeheerplan ganzen – Regioplan Noordelijke Delta Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Landschappen en beherende organisaties 3 2 Populatieontwikkeling 9 2.1 Standganzen 9 2.1.1 Populatie in 2013 9 2.1.2 Populatieontwikkeling standganzen 11 2.2 Overwinterende ganzen 12 2.2.1 Populatie 2012/2013 13 2.2.2 Populatieontwikkeling overwinterende ganzen 13 3 Schade aan belangen 15 3.1 Schade aan gewassen 15 3.2 Overige schade 19 4 Uitgevoerd beheer 20 4.1 Afschot 20 4.1.1 Grauwe gans, brandgans en kolgans 20 4.1.2 Canadese gans en onbeschermde soorten 22 4.1.3 Effectiviteit afschot 22 4.2 Nestbehandeling 23 4.2.1 Effectiviteit nestbehandeling 24 4.3 Locatie-specifieke maatregelen 24 5 Doelen 25 5.1 Uitgangspunten 25 5.2 Populatie- en schadeontwikkeling 25 5.3 Doel 26 6 Uitvoeringsplan 28 6.1 Locatie-specifieke maatregelen 28 6.2 Afschot en nestbehandeling 29 6.3 Gebiedsgerichte aanpak 29 6.4 Uitvoeringsplan Staatsbosbeheer 30 6.5 Uitvoeringsplan Natuurmonumenten 33 6.6 Uitvoeringsplan Groenservice Zuid-Holland 36 7 Jaarlijkse evaluatie 37 2 Faunabeheerplan ganzen – Regioplan Noordelijke Delta 1 1 Inleiding Dit regioplan is één van de vier bijlagen van het Faunabeheerplan ganzen Zuid-Holland 2015-2020.
    [Show full text]
  • Bijlage 4A: De Dienstkringen Van De Rotterdamse Waterweg (Hoek Van Holland)
    Bijlage 4a: de dienstkringen van de Rotterdamse Waterweg (Hoek van Holland) Behoort bij de publicatie: 1-2-2016 © Henk van de Laak ISBN: 978-94-6247-047-7 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. BIJLAGE 4a: DE DIENSTKRINGEN VAN DE ROTTERDAMSE WATERWEG (HOEK VAN HOLLAND) Machinestempel ‘Nieuwe Waterweg 1866-1936 BRUG NOCH SLUIS’ 23-9-1936 1. De start van de rivierdienst Door de aanleg van grote werken als de Nieuwe Merwede en de Rotterdamse Waterweg en de ontwikkeling van de scheepvaart op de grote rivieren, die in einde 19e eeuw in een stroomversnelling kwam door de overgang van houten zeilschepen op ijzeren stoomschepen, groeide waarschijnlijk het besef, dat het rivierbeheer een specialisatie was, die centralisatie van de aandacht en kennis vereiste. Met ingang van 1 april 1873 werd door de Minister van Binnenlandse Zaken dan ook ‘het technisch beheer der rivieren’ ingesteld onder leiding van de inspecteur in algemene dienst P. Caland. Aan deze inspecteur werd de hoofdingenieur H.S.J. Rose toegevoegd, die met de voorbereiding van de werkzaamheden verbonden aan dit beheer, was belast. De uitvoering van de werken bleef voorlopig nog een taak van de hoofdingenieurs in de districten1. Op 1 januari 1875 trad een nadere regeling in werking voor het beheer van de grote rivieren2 en per die datum werd ook H.S.J. Rose aangewezen als hoofdingenieur voor de rivieren3. Deze MB behelsde de instelling van het rivierbeheer, die was belast met zowel de voorbereiding als de uitvoering van de werkzaamheden, verbonden aan het beheer van de grote rivieren, met inbegrip van de uiterwaarden, platen en kribben.
    [Show full text]
  • Le Transport Fluvial En France Et En Europe
    l a n a k k c e b ü L Ems Jade k. - e . b Elbe W l Starkenborgh Ems Emden E tz Harinxmak kanaal ri ü M Oldenburg Elbe Pr. Margriet Ems Wittenberge sur et www.vnf.fr et Rathenow #adoptezleTransportfluvial localisation des écluses. des localisation la consultation des horaires de navigation et des avis à la batellerie et la la et batellerie la à avis des et navigation de horaires des consultation la en compte des contraintes (gabarit, avis à la batellerie, horaires de navigation), de horaires batellerie, la à avis (gabarit, contraintes des compte en LÉGENDE Gratuit et accessible à tous, cet outil permet un calcul d’itinéraire avec prise prise avec d’itinéraire calcul un permet outil cet tous, à accessible et Gratuit Elbe-Havelkanal Le calcul d’itinéraire fluvial d’itinéraire calcul Le Magdeburg Principaux ports publics de plus de 300 000 tonnes accessible aux opérateurs et au grand public. grand au et opérateurs aux accessible Accès ferroviaire réalisés par les impacts du transport sur la société (les coûts externes). EVE est est EVE externes). coûts (les société la sur transport du impacts les par réalisés ou multimodal fleuve-route. Son originalité réside dans l’indication des gains gains des l’indication dans réside originalité Son fleuve-route. multimodal ou Aken GRANDE-BRETAGNE Maas Axe fluvio-maritime Maas 2 MER DU NORD Saale de transport engendrées pour un trajet routier routier trajet un pour engendrées transport de Il compare les émissions de CO de émissions les compare Il EVE, l’Ecocalculateur de la Voie d’Eau Voie la de l’Ecocalculateur EVE, PAYS-BAS Ville A1 – Côte d’Azur, ADEME et Ministère de la Transition Energétique et solidaire.
    [Show full text]
  • 5. Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg
    Re-creation and participation A research towards participation issues of recreatieschap Voorne-Putten- Rozenburg in the area of Brielse Meer Fleur van der Zandt, September 2012 Master Thesis Human Geography, Specialization Urban and Cultural Geography Re-creation and participation A research towards participation issues of recreatieschap Voorne-Putten- Rozenburg in the area of Brielse Meer Nijmegen School of Management Master thesis Human Geography Author: Fleur H. W. van der Zandt Student number: S4081277 Email: [email protected] Supervisors Radboud University: H. van der Stoep & H. Ernste Supervisors Bureau Buiten: A. Van Mispelaar & J. Laro September, 2012 Summary Background In the Netherlands for already several years a transition is going in the division of responsibility between the government, the market and citizens. Nowadays this movement is speeding up because of the financial crisis. Lack of financial resources forces governments to give more room to initiatives from the private sector. For recreational areas in the Netherlands, this new hands-off mentality of the government led to problems. Less state money is available for development and maintenance of the areas. An area which has to deal with decay because of these issues is Brielse Meer. No money is available for improvements in the area and solutions are expected to be found in enhanced participation with entrepreneurs and citizens. The problem is however that the recreatieschap of Brielse Meer does not know what possibilities there are for participation and how to support this. Further decrease of possibilities for recreation might lead to negative health consequences, degradation of natural landscapes and economic losses in the leisure industry in the area.
    [Show full text]
  • Bijlage: Lijst Zwemwateren 2007
    Besluit aanwijzing zwemwaterlocaties in oppervlaktewater zwemseizoen 2017 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland BESLUITEN: Gelet op artikel 4.12, derde lid Waterbesluit en art. 10b, tweede lid, Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden; Overwegende dat wij jaarlijks voor aanvang van het zwemseizoen de zwemlocaties in oppervlaktewater dienen aan te wijzen; De volgende lijst van zwemwaterlocaties in natuurwater voor het zwemseizoen 2017 vast te stellen: Naam Gemeente WkwB Water Grote Plas Delftse Delftse Hout Delft HHD Hout Grote Plas Delftse Delftse Hout, Grote plas west Delft HHD Hout Waterspeeltuin Korftlaan Delft HHD lokale waterpartij Waterspeeltuin Tanthof Delft HHD lokale waterpartij Naturistencamping Delft Delft HHD lokale waterpartij Plassen Madestein Loosduinen Den Haag HHD Plassen Madestein Plassen Madestein Noordzijde Den Haag HHD Plassen Madestein Plassen Madestein Zuidzijde Den Haag HHD Plassen Madestein Dobbeplas Pijnacker-Nootdorp (Nootdorp) HHD Dobbeplas Natuurbad te Werve (*) Rijswijk HHD Put te Werve Plas Wilhelminapark Rijswijk HHD Plas Wilhelminapark Waterspeelplaats Tubasingel Rijswijk HHD lokale waterpartij Krabbeplas Oostzijde Vlaardingen HHD Krabbeplas Krabbeplas Zuidzijde Vlaardingen HHD Krabbeplas Wollebrand Westland, Honselersdijk HHD lokale waterpartij Plas Prinsenbos Westland, Naaldwijk HHD lokale waterpartij Speelvijver Europapark Alphen aan den Rijn HHR lokale waterpartij Zegerplas Speelvijver Alphen aan den Rijn HHR Zegerplas Zegerplas Zuidoever Alphen aan den Rijn HHR Zegerplas Plas Elfhoeven
    [Show full text]
  • Brielse Maas-Tocht
    Brielse Maas-tocht Ontdek de betekenis van de Brielse Maas voor de geschiedenis van Brielle, Oostvoorne en Zwartewaal: per fiets, met de auto of per boot! I Index Route-informatie I De kustplaatsen langs de Brielse Maas op Voorne 1 Het nautische verleden van Brielle 2 Overzichtskaart Stenen Baak tot Kogeloven, met inzet Zwartewaal 6/7 Zwartewaal en fietsroute Zwartewaal - Brielle 8 Stenen Baak en Kogelgloeioven, met fietsroute Brielle - Stenen Baak 10 Colofon, adressen en telefoonnummers 13 Overzichtskaart wandelroute Brielle 14 Route-informatie vanuit centrum Brielle (Markt): Met de fiets (ev. te huur bij het Maritiem Centrum Brielle; zie pagina 13): Naar Zwartewaal: fietspad langs het Brielse Meer.Vanuit het centrum over het slagveld richting Camping de Meeuw, Batterijweg, bij de ANWB-paddestoel 21114 rechtsaf, in oostwaartse richting naar Zwartewaal. Naar Kogeloven en Stenen Baak: vanuit het centrum door de Voorstraat in NW- richting, over de brug, dan linksaf, (Maarland Nz.), dan rechtsaf de Lange Poort- straat, onder de Langepoort door. Over brug en dam over de Lange Vest, dan rechtsaf Langesingel, daarna Oosterlandsedijk naar de fietspad langs het Brielse Meer. Met de Auto: Naar Zwartewaal: vanuit Brielle op de N 218 oostwaarts, rechtdoor tot Zwartewaal, terug eventueel langs het Brielse Meer, over de Maasdijk. Naar Kogeloven en Stenen Baak: op de N 218 westwaarts, buiten de bebouwde kom de eerste weg rechtsaf (Koolhoekweg), daarna via Bollaarsdijk en Katteweg naar de Kogeloven. Met de boot: Zwartewaal: twee jachthavens. Brielle: verschillende jachthavens en passanten- ligplaatsen in het centrum van de stad. Kogeloven/Stenen Baak: openbare aanleg- steigers in de omgeving van de Kogeloven.
    [Show full text]
  • Distributiemodel, Deel F Brielse Dijkring
    Opdrachtgever: Rijkswaterstaat, RIZA Distributiemodel, deel F Brielse Dijkring Auteur: Rudolf Versteeg Elmi van den Braak PR1640.10 april 2009 april 2009 Distributiemodel Inhoud 40 Brielse Dijkring...................................................................................................... 40-1 40.1 Inleiding ....................................................................................................................... 40-1 40.2 Gebiedsbeschrijving.................................................................................................... 40-1 40.3 Distributiemodel netwerk............................................................................................. 40-8 40.4 District 48: Voorne..................................................................................................... 40-10 40.5 District 138: Voorne-0ost........................................................................................... 40-11 40.6 District 141: Putten.................................................................................................... 40-12 40.7 District 140: Rozenburg............................................................................................. 40-13 HKV LIJN IN WATER PR1640.10 i april 2009 Distributiemodel 40 Brielse Dijkring 40.1 Inleiding Het beschouwde gebied betreft het beheersgebied van Waterschap de Brielse Dijkring. In de modellering van het gebied zijn vier districten beschouwd. Het waterschap is verantwoordelijk voor de waterbeheersing in het gebied. De begrenzing van de
    [Show full text]
  • Wader Research in the Delta of the Southwest Netherlands
    -26- WADER RESEARCHIN THE DELTAOF THE SOUTHWESTNETHERLANDS by HenkBcpfisf cmd Pcfrick Meire Introduction The Delta-area in the southwestern part of the Netherlands has been formed gradually by the estuaries of the rivers Rhine, Meuse and Scheldt during the last 2000-3000 years. After the storm-flood of 1953, when large parts of the area were inundated and over 1800 people were killed, the Dutch government decided to dam up five of the seven estuaries, the so called "Delta Plan". The Westerschelde and the Nieuwe Waterweg will remain open because these are the entrances of the ports of Antwerpen and Rotterdam respectively. Four estuaries have already been dammedup and changed frc• salt or brackish tidal areas into stagnant lakes. The present situation frc• north to south is (Figure 1): an open, but very small, harbour mouth (Nieuwe Waterweg), two fresh water lakes (Brielse Meer and Haringvliet), a salt water lake (Grevelingen), an open salt estuary (0osterschelde, a brackish lake (Veerse Meer) and an open salt to brackish estuary (Westerschelde). In the original Delta Plan the Oosterschelde would also have been dammedup, after which all enclosed estuaries would be chaDged into fresh water lakes. As a result of changed views regarding the environment and fisheries, this decision has been changed. In 1985 the Oosterschelde will be closed by means of a storm-surge barrier. As a result of this the tidal a•plitude will decrease frc• 3.1 to 2.7 m. In addition, in the eastern part of the estuary secondary dams will be constructed, which will cause a direct loss of tidal areas (Figure 1).
    [Show full text]
  • Water Management in the Netherlands
    Water management in the Netherlands The Kreekraksluizen in Schelde-Rijnkanaal Water management in the Netherlands Water: friend and foe! 2 | Directorate General for Public Works and Water Management Water management in the Netherlands | 3 The Netherlands is in a unique position on a delta, with Our infrastructure and the 'rules of the game’ for nearly two-thirds of the land lying below mean sea level. distribution of water resources still meet our needs, but The sea crashes against the sea walls from the west, while climate change and changing water usage are posing new rivers bring water from the south and east, sometimes in challenges for water managers. For this reason research large quantities. Without protective measures they would findings, innovative strength and the capacity of water regularly break their banks. And yet, we live a carefree managers to work in partnership are more important than existence protected by our dykes, dunes and storm-surge ever. And interest in water management in the Netherlands barriers. We, the Dutch, have tamed the water to create land from abroad is on the increase. In our contacts at home and suitable for habitation. abroad, we need know-how about the creation and function of our freshwater systems. Knowledge about how roles are But water is also our friend. We do, of course, need allocated and the rules that have been set are particularly sufficient quantities of clean water every day, at the right valuable. moment and in the right place, for nature, shipping, agriculture, industry, drinking water supplies, power The Directorate General for Public Works and Water generation, recreation and fisheries.
    [Show full text]
  • Brielse Mare
    BRIELSE MARE JAARGANG 20 - NUMMER 1 - APRIL 2010 Mededelingen en historische bijdragen van de Vereniging Vrienden van het Historisch Museum Den Briel COLOFON De Brielse Mare is een tijdschrift dat twee keer per jaar wordt uitgege- ven door de Vereniging Vrienden van het Historisch Museum Den Briel. Dit tijdschrift wordt automatisch aan de leden van de vereniging toe- gestuurd. Losse nummers zijn te bestellen via het secretariaat van de vereniging en te koop bij het Historisch Museum Den Briel, in het Streek- archief en bij de plaatselijke boekhandel. ISSN:0927-8478 Prijs per nummer: € 2,- Correspondentieadres van de vereniging: Secretariaat “Ver. Vrienden v/h HMDB” Fré Eggens Jan Matthijssenlaan 10 3232 ED BRIELLE Tel.: 0181-415620. E-mail [email protected] Postrekening Vereniging Vrienden van het Historisch Museum Den Briel: 208792 Persoonlijk lidmaatschap € 10,- per jaar. Familielidmaatschap € 15,- per jaar. Aanmelding bij het secretariaat of d.m.v. het formulier op de website van de „Vrienden‟: www.vriendenmuseumdenbriel.nl Secretariaat Brielse Mare-redactie: Fré Eggens Jan Matthijssenlaan 10, 3232 ED BRIELLE Tel.: 0181-415620. E-mail [email protected] Het eerstvolgende nummer verschijnt in oktober 2010. Kopij uiterlijk 1 juni bij het redactiesecretariaat. Redactie: W. Delwel (hoofdredacteur), F. Keller en K.J. Schipper. Omslagillustratie: de Brielse Watertoren aan de G.J. van den Boogerd- weg, voor de restauratie in 2009/2010. Foto F. Keller. Druk: Duodecimo, Voorstraat 157, 3231 BH Brielle BRIELSE MARE Mededelingen en historische
    [Show full text]
  • De Minister Van Landbouw, Natuur En Voedselkwaliteit
    Directie Regionale Zaken DRZO/2008-100 De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Gelet op artikel 3, eerste lid en artikel 4, vierde lid, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206); Gelet op de Beschikking van de Commissie 2008/23/EG van 12 november 2007 op grond van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad, van een eerste bijgewerkte lijst van gebieden van communautair belang voor de Atlantische biogeografische regio (PbEG L 12); Gelet op artikel 4, eerste en tweede lid, van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG L 103); Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 1. Als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, vierde lid, van de Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206) wordt aangewezen: het op de bij dit besluit behorende kaart aangegeven gebied, bekend onder de naam: Voornes Duin. 2. De in het eerste lid bedoelde speciale beschermingszone is aangewezen voor de volgende natuurlijke habitattypen opgenomen in bijlage I van Richtlijn 92/43/EEG; prioritaire habitattypen zijn met een sterretje (*) aangeduid: H2120 Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria (“witte duinen”) H2130 *Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie (“grijze duinen”) H2160 Duinen met Hippophaë rhamnoides H2170 Duinen met Salix repens ssp.
    [Show full text]
  • Samenvatting
    FERM: WEERBAAR TEGEN DIGITALE VERSTORINGEN IN HET HAVEN INDUSTRIEEL COMPLEX (HIC) Rotterdam-The Hague Capelle aan den IJssel Noordzee Airport Hoek van Holland Ma asmond B. Wateroverlast ³ N ie Rotterdam Krimpen aan den IJssel - Vergroten van digitale weerbaarheid van het uw Context e W a 8 l te P a Ya e r n a r w gt h Waterschap in ze P e kan a a aal v e g s e t n r B n e n . a e s e k v n A en a r hav e r. r et h e D e P i l 4 a a n u e i ´ e i n v n x ha x B t e e pa h l o e h ur a A E l Haven Industrieel Complex! a h v Prinses v e 6 a Hollandse Delta s e aven World e n h Schiedam » ¿ e Margriet- P v etr. n h P . s e e 5e C Port v haven a t a . a n v n v Center h i e r. la n r n n n a ij e Maassluis R P n d h v e k av a e a h n h e a w n a r a o n i z l e e a l v ma a M h Het Haven Industrieel Complex is van zeer groot (inter)nationaal economisch belang a A s a a H Nieuwe Maas a m n arte Vlaardingen M Risico analyse A e lka H v na 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + kritieke s a al e a h W r i ven s p r.ha te ip 7e Pet a in l s Brielse Meer a r h is He l P a ss h v i er t S a infrastructuur? e M e che v Ridderkerk n ur e (6,2% van nationale toegevoegde waarde).
    [Show full text]