De Wijngaardslak in Limburg
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
DE WIJNGAARDSLAK IN LIMBURG door L.J. M. BUTOT Bericht nr. 63 van het Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Leersum Het eigen karakter van de Limburgse mollus- Hollanders (?) alleen zeeslakken (Aliekruiken) kenfauna met ook ten aanzien van de Wijngaard eten. „Vele Volkeren onder de Christenen eten slak (Helix pomatia L.) eigen zoögeografische en selfs de Slakken voor een delicaat nagereght: economische aspecten, doet mij de artikelenserie Hoewel dat alle soorten van slakken daar niet toe over Wijngaardslakken, verschenen in De Levende gebruykt worden. Natuur (Butot, 1970-1974) afsluiten met een ar Want het is alleen de Alie-kruyk, 't geen een tikel in dit tijdschrift. zee of waterslaxken is, het welke men in ons Vaderlant daar toe gebruykt, naa dat het gekookt ' De Wijngaardslak is een in Zuid-Limburg en welgesouten is ... Andere Volkeren,..., die autochthoon dier in tegenstelling tot het voor gebruyken daar toe de Wyngaart Slak,.... komen boven de lijn Elsloo-Heerlen, dat ontstond (Swammerdam, 1737). door opzettelijke overplantingen van de dieren en Dit lezen wij in de „Verhandeling van de door het wegwerpen van voor consumptie afge Wyngaart Slak, door kleurlyke afbeeldingen op- keurde levende Wijngaardslakken, kort na de geheldert" waarin Swammerdam de anatomie middeleeuwen. In de laatste decennia ontstonden beschrijft: „ ... hoe het mannelijk ende vrouwelijk in Nederland nieuwe populaties door opzettelijke te samen in een en het selve lichaam is", maar overplanting van dieren uit Zuid-Limburg en uit nergens spreekt hij over de herkomst van zijn het buitenland of door het wegwerpen van dieren studiemateriaal. Justus van Effen (1734) spreekt als niet meer gewenste vakantieherinneringen. van „luiden, die tegen heug en meug, alleen maar De eerste import van Wijngaardslakken in Neder omdat het mode is, en dat grooten hun zulks voor land kan niet worden aangegeven. Naar het doen, slakken, kikvorschen, caviaar of ongezoute gebruik van de Wijngaardslak als consumptiedier steurkuit, waar van het bloot gezigt, zeer natuur laten de oude bronnen ons slechts raden. Er is een lijk groene zeep verbeeldende, bekwaam schijnt stilleven bekend uit de Nederlandse 17e eeuw aan de sterkste maag walging te veroorzaken, nut waarop met andere eetbare zaken een Wijngaard tigen, en terwijl die kost op het stip is hem den slak staat afgebeeld (Boekschoten, 1970). Vader neus en mond weder uit te komen, met betraande Cats had in 1656 een populatie in zijn tuin rond ogen te betuigen, dat ze nooit iets beters geproeft het Catshuis (Butot, 1970). hebben". Ondanks de ontkenning door Swammer J. Moons (1675) dichtte: „Een soeten krollebol dam van de consumptie van Wijngaardslakken in veel sleeken had gevonden, Hy meynt, datt sijn ons vaderland vertelt ons de 2e druk van de karkols, eë spys voor lecker monden. Hierom hy Volmaakte Geldersche Keuken-Meyd in 1761 roept sijn maets; comt laet ons vrolijck sijn, lek „Hoe men Krakollen toerigt" en „Hoe men heb het huys alleen, en sleutel van den Wijn. Het Krakollen zonder huyzen stooft". J. C. de Man heck is van den dam: Kom aen mijn cameraden; (1870) zegt „Gewone slakken zoo als Helix po lek backen sal een vlaey, ick sal karkollen matia, worden wel als geneesmiddel aangewend, braden:... niet als voedsel". Vóór 1875 blijkt er evenwel een Anthonie van Leeuwenhoek gebruikt in 1697 de kwekerij van Wijngaartslakken te zijn geweest in naam „Wijngaart Slak", maar bedoelt daar niet 's-Graveland, die naar Utrecht exporteerde „waar Helix pomatia L. mee (Butot, 1970). deze diertjes gegeten worden" (Van Hengel, Swammerdam (1737) vertelt nadrukkelijk dat 1875). 6 PUBLICATIES VAN HET NATUURHISTORISCH GENOOTSCHAP IN LIMBURG Samenvattend kunnen we stellen dat reeds in van een Wijngaardslak, gevonden in de opgraving de 17e eeuw de Wijngaardslak in Nederland leefde Proosdijveld (Maastricht), dat uit de Romeinse en bekend was. Wisselend met tijd en plaats werd tijd moet stammen. Met de huizen die bekend hij, nu eens hier niet en daar wel, gegeten. Het werden uit de puinkegel van de Henkeput eerste uit de literatuur bewezen, levende voorko (Gronsveld) hebben wij hier de oudste Wijn men van de Wijngaardslak in Nederland ligt in gaardslakken die uit het verleden tot ons zijn 1656 te 's-Gravenhage (Butot, 1970 c). gekomen. In Nederland zijn buiten Zuid-Limburg de Zij zijn ongetwijfeld ouder dan het slakkenhuis populaties geïsoleerd en klein in aantal dieren. dat Vader Cats in zijn hand heeft gehad. Er was een concentratie van populaties langs en Het onderzoek van de mijngangen van het in het Nederlandse binnenduingebied tussen Hoek vuursteenmijnenveld bij Sint Geertruid heeft een van Holland en Bergen N.H. die nu in een gering slakkenfauna opgeleverd waarin Wijngaardslak aantal restpopulaties versnipperd is. Deze situatie ken ontbraken (Felder, 1967). De Henkeput die maakte het mogelijk soms iets over het ontstaan wij beschouwen als een schacht van een onvol en de geschiedenis van een populatie te achter tooide vuursteenmijn uit diezelfde periode (At- halen. Dit is voor de Limburgse populaties niet lanticum-Neolithicum 3000 v. Chr.) bevatte wel mogelijk gebleken. Wijngaardslakken. Wij menen dat er voldoende De Wijngaardslakkenpopulaties in Zuid-Lim gronden zijn om aan te nemen dat de Wijngaard- burg zijn aaneengesloten en talrijk, ook in aantal • slak Nederland in Zuid-Limburg reeds had be dieren, al zijn in dit gebied grote gaten aanwezig. reikt voor de komst van de Romeinen. Uit Noord- (Margraten, Klimmen, Heerlen). west-Duitsland is een voorkomen bekend uit een Het Limburgse verspreidingsgebied sluit aan bij interglaciaal terwijl onze slak in het warme sub- dat in Midden- en Oost-België, Duitsland, Luxem atlanticum zelfs Sleeswijk Holstein had bereikt burg, Zwitserland en Frankrijk als een noord (Ant, 1963). westelijke uitloper van het grote Zuidoost- en Er is een niet onbelangrijke handel in Wijn Middeneuropese verspreidingsgebied. De Zuid- gaardslakken ten behoeve van de conserven- Limburgse populaties leven aan de noordelijke industrie, vooral op Frankrijk, dat van eigen grens van het natuurlijke areaal van deze soort in bodem onvoldoende Wijngaardslakken kan ver Nederland. De oudst bekende vindplaatsen in krijgen. Zuid-Limburg zijn Maastricht en Valkenburg Frankrijk importeert Helix-soorten uit Turkije, (Schepman, 1874). Zij zijn in de literatuur nooit Joegoslavië, Italië, Oostenrijk en Duitsland. zo ver terug te volgen als de Haagse vindplaats Daarbij worden dieren in het veld verzameld uit bij het Catshuis. de grensgebieden met Frankrijk. Langs de Zwit Het voorkomen in Zuid-Limburg moet echter sers-Franse grens werd door verschillende Zwit ouder zijn dan in overig Nederland. Het ontbre serse kantons het rapen van Wijngaardslakken ken van fossiele Wijngaardslakken was lange tijd verboden of aan vergunningen gebonden. Ook in gebruikt als motief om de Wijngaardslak ook in Duitsland en Oostenrijk werden beschermende Zuid-Limburg een plaats op de lijst van autoch- maarregelen getroffen, terwijl men er zich op ging thone dieren te ontzeggen (Cremers, 1931). Toch toeleggen de dieren te kweken om met deze dieren spreekt Jaeckel (1962) van een pleistocene ouder in de behoefte te voorzien. De verzamelaars ver dom voor Wijngaardslakken in Zuid-Limburg. Hij legden hun werkzaamheden naar Luxemburg. De ziet voorbij aan een literatuurgegeven waarin Luxemburgse regering verbood bij Groothertoge wordt gesteld dat de Wijngaardslak voorkomt lijk Besluit van 28 april 1967 het verzamelen van in verplaatste lössafzettingen in Zuid-Limburg alle slakkesoorten (Butot, 1967). In 1968 kwamen (Tesch, 1944). De inderdaad pleistocene löss werd de eerste klachten over het rapen van Wijngaard voornamelijk in de Romeinse tijd met alles wat slakken door Fransen en Belgen in Zuid-Limburg daarop leefde en groeide verplaatst. Deze löss (Allard in litt.). Bij Koninklijk Besluit van 3 au wordt nu als colluvium in dalen en laag aan dal gustus 1973 werd nu ook in Nederland de Wijn hellingen aangetroffen. Wij kennen ook een huis gaardslak onder de beschermde dieren gebracht. DE WIJNGAARDSLAK IN LIMBURG 7 In mei 1974 volgden enkele processen-verbaal die Bemelen de Maastrichtse kantonrechter met vrij forse geld boeten beloonde. Ubaghs (1883) noemt voor het eerst het voor Het leger gastarbeiders uit de zuidelijke landen komen van Wijngaardslakken in Bemelen. Bewijs waar men gewoon is aan een slakkenmenu, heeft materiaal wordt pas veel later aangebracht in Zuid-Limburg de tafel gedekt gevonden. (Koumans, 1936). Hij verzamelde een volwassen De grootste aantasting ondervond het Wijn- huis en 2 jonge huizen op 21 juli 1931, die in het gaardslakkenbestand langs de weg Maastricht - Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden Vaals. In geheel Zuid-Limburg ging de stand in worden bewaard. In het Zoölogisch Museum te de laatste twintig jaar achteruit door aanleg van Amsterdam liggen 2 exemplaren op 20 mei 1934 wegen, stadsuitbreidingen, industrie, het verdwij door van Benthem Jutting verzameld. G. Mon- nen van holle wegen, het afbranden van bermen nickendam deponeerde 30 exemplaren die hij in en het gebruik van kunstmest en landbouwver 1938 verzameld had, in het Amsterdams Museum. giften. In de reservaten bleef het bestand onder De Wilde en Maan verzamelden elk een exem het toeziend oog van de reservaatbewakers nog plaar op 31 mei 1939. Deze huizen worden ook in onaangetast. Amsterdam bewaard. Op grond van dit materiaal werd Bemelen als vindplaats van Wijngaard Op de volgende bladzijden worden de gegevens slakken opgenomen in de lijst