ZITTING 1962—1963 — 7019

Opheffing van de gemeenten , en Werk- hovcn en vorming van een nieuwe gemeente Bunnik, alsmede wijziging van de grenzen der gemeenten Cothen, en Zeist

VOORLOPIG VERSLAG

Nr. 5

De vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken, in welker handen het onderhavige ontwerp van wet is gesteld, heeft op 1 maart 1963 een bezoek gebracht aan het bij dit grenswijzi- gingsvoorstel betrokken gebied en daarbij tevens gehoor verleend aan de besturen van die gemeenten, die de wens daartoe kenbaar hadden gemaakt1). Zij betuigt gaarne haar erkentelijkheid voor de in dit verband door het provinciale bestuur van verleende organisatorische medewerking. Omtrent de voor alle leden der Kamer toegankelijke verga- dering, welke de commissie vervolgens aan dit ontwerp wijdde, heeft zij de eer als volgt te rapporteren. De samenvoeging van Bunnik, Odijk en Werkhoven. Vele leden achtten de samenvoeging logisch en konden er dan ook mee instemmen. Huns inziens is de huidige „zelfstandigheid" van de gemeenten Odijk en Werkhoven meer schijnbaar dan wezenlijk. Deze leden meenden te hebben begrepen, dat sinds 1813 alle burgemeesters van Bunnik tevens burgemeester van Odijk en van Werkhoven zijn geweest en dat het gemeentelijke apparaat geheel in Bunnik is geconcentreerd, behalve dat de ontvanger in Werkhoven zetelt. Zich voorts de minimale omvang van de raden der ge- meenten Odijk en Werkhoven beseffend, konden de hier aan het woord zijnde leden zich niet van de overtuiging losmaken, dat de samenvoeging er op neerkomt, dat de wetgever erkent wat in wezen reeds lang het geval is. Sommige leden ontbrak het niet aan begrip voor het te Odijk en Werkhoven en ten dele te Bunnik door het samen- voegingsvoorstel ontstane onbehagen. Desalniettemin konden ook deze leden zich met het ontwerp verenigen, aangezien zij de bestuurskracht van elk dezer gemeenten en met name van Odijk en Werkhoven afzonderlijk volstrekt ontoereikend achtten (zie b.v. de prognoses inzake de voor Odijk te ver- wachten bevolkinestoename, vervat in het sociografisch rap- port van drs. M. Peet) en een betere bïhartising van de agra- rische belangen in de streek voor mogelijk hielden door één krachtige gemeente dan door drie zwakke tot zéér zwakke gemeenten. Vele andere leden vroegen, in welke mate naar het inzicht van de Minister bij de samenvoesing van Bunnik, Odiik en Werkhoven Ctotaal ong. 7800 inwoners) kan worden eesnroken van de vorming van een krachtige randgemeente rond Utrecht (ong. 258 000 inwoners). Zou deze gemeente of een deel hiervan zich niet moeten tevreden stellen met het vervullen van een beperkte woonfunctie? Aan welke normen c.q. maat- staven moet naar de opvatting van de bewindsman in het algemeen een gemeente ten minste voldoen, wil van een — ten opzichte van een veel grotere nabuurgemeente — krachtige randgemeente snrake kunnen zijn? Ten einde zich een redelijk gefundeerd oordeel te kunnen vormen omtrent de ontwikkeling van en rond de stad Utrecht zouHen deze leden eaarne nader uitvoerm worden ingelicht omtrent de toekomstige groei van de stad. Is de stad Utrecht in haar huidige vorm groot genoeg en in welke richting gaat

*) De bij de „hearings" overgelegde stukken zijn nedergelegd ter griffie, ter inzage van de leden. n 7019 5 2 de expansie? De aan het woord zijnde leden hadden behoefte Sommige leden voegden hieraan de vraag toe, of enig inzicht aan een duidelijke opheldering van de huidige situatie, waarin kon worden verschaft van de te constateren invloed van het geruchten gaan omtrent plannen ten aanzien van b.v. een forensisme met name ten aanzien van de gemeente Werkhoven. grootscheepse uitbreiding van Vleuten—de Meern en vestiging De leden, hiervóór aan het woord, hadden niet de indruk, dat van een satellietstad op het grondgebied van de gemeenten het maatschappelijk bestel in de gemeente Werkhoven de laat- Jutphaas en Vreeswijk. ste honderd vijftig jaren een ingrijpende verandering had Sommige andere leden vroegen, welke initiatieven etc. de ondergaan. Juist dit gaf hun de overtuiging, dat een wijziging Minister op het oog heeft bij zijn mededeling, dat door de reeds van de gemeentelijke indeling — zij het een andere dan de versterkte randgemeenten rond de stad Utrecht „een merkbare door de Minister voorgestane — in dit gebied niet mag uitblij- versterking van de gemeentelijke bestuurskracht" bereikt is ven. Zij vroegen, of de Minister kan mededelen, of er nog an- (memorie van toelichting, blz. 7, linkerkolom). dere gemeenten in Nederland zijn, waar zulke middeleeuwse Verscheidene leden zouden het eveneens op prijs stellen, toestanden bestaan ten aanzien van de invloed van de gekozen indien in de memorie van antwoord iets meer in bijzonderheden vertegenwoordigers der burgerij op benoeming, ontslag en zou worden getreden inzake de versterking in bestuurskracht werkzaamheden der gemeente-ambtenaren en de samenstelling van bedoelde randgemeenten. Is de minister b.v. van oordeel, van de begroting als dat in Odijk en Werkhoven wel het geval dat Jutphaas een optimale grootte heeft bereikt of verdient moet zijn, gezien de getroffen gemeenschappelijke regeling te een samensmelting van Jutphaas en Vreeswijk aanbeveling? dien aanzien. Is de Minister bereid een exemplaar van die Indien Jutphaas reeds thans als een randgemeente van regeling ter kennis van de commissie te brengen? behoorlijke sterkte kan worden beschouwd, zou dan ook een Op welke andere punten bestaan er tussen de drie gemeenten toekomstige randgemeente, gevormd door samenvoeging van gemeenschappelijke regelingen? Zijn er ook bepaalde belangen, de huidige gemeenten Bunnik en Odijk, niet voldoende be- die de gemeenten zelfstandig behartigen? stuurskracht kunnen ontwikkelen? Het aantal inwoners van die gemeente zou nu reeds ruim 6300 bedragen. De leden, hiervóór aan het woord, vroegen welke redelijke Enige leden hadden tegen de in het ontwerp neergelegde mate van zekerheid de bewindsman aanwezig acht, dat, gelet samenvoeging bezwaren. Zij achtten voor die samenvoeging op de bouw van het Utrechtse universiteitscomplex in de niet de uiterste noodzaak aanwezig. Het argument van de ver- Johannapolder, een overeenkomstig het ontwerp nieuw te grote bestuurskracht sprak deze leden niet aan; zij stelden zich vormen gemeente Bunnik niet opnieuw object van Utrechtse op het standpunt, dat de bestuurskracht niet bepaald wordt annexatieplannen wordt. door de omvang of het inwonertal van het te besturen gebied, De vele leden, die laatstelijk het woord voerden, vestigden doch door andere van buitenaf niet te beïnvloeden factoren, de aandacht op de mededeling in de memorie van toelichting, zoals de vastheid van geloofsovertuiging van de bestuurders. dat Gedeputeerde Staten van Utrecht reeds goedkeuring Anders dan sommige leden, die eerder het woord voerden, hebben onthouden aan het uitbreidingsplan Odijk-Zuid 1960, verwachtten de hier aan het woord zijnde leden voorts, dat mede omdat de in dit plan begrepen terreinen tot de beste door de samenvoeging de agrarische belangen in het gedrang agrarische gebieden, te weten de stroomruggronden, behoren. zouden komen. In de memorie van toelichting wordt, aan het Is het juist, dat de Gewestelijke Raad voor het Landbouw- slot, erkend, dat de invloed van de agrarische bevolking van schap in de provincie Utrecht riet voorliggende samenvoegings- Odijk en van Werkhoven op het plaatselijk bestuur gaandeweg voorstel heeft afgewezen op grond van het feit dat deze hoog- zal worden beperkt door het forensisme. Het was deze leden waardige en onvervangbare gronden voor de fruitteelt be- niet duidelijk, hoe de Minister zich voorstelt, dat de invloed houden moeten blijven en niet aan urbanisatie mogen worden van de oorspronkelijke agrarische bevolking te versterken zal prijsgegeven, te meer omdat ook volgens de memorie van zijn door de vorming van één gemeente. Zij zagen deze op- toelichting Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht het vatting van de bewindsman gaarne nader toegelicht. Tegenover een zaak van gewicht achten, dat het landelijk karakter van de leden, die meenden, dat door samenvoeging van deze drie het stroomgebied van de niet meer wordt aan- gemeenten de agrarische belangen zouden kunnen worden ge- getast dan noodzakelijk is? schaad, stelden andere leden, dat deze opmerking geen reke- Welke dringende omstandigheden hebben de Minister — na ning hield met het proces van ontagrarisering, hetwelk in dit overweging van het vorenstaande — doen besluiten een samen- gebied duidelijk aan de gang is. Juist om dit proces te leiden voeging tot sterke randgemeente in relatie tot de stad Utrecht verdient, aldus de hier aan het woord zijnde leden, een sterkere primair te stellen, terwijl daarnaast een combinatie van waarde- gemeente, door samenvoeging te verkrijgen, de voorkeur. volle agrarische gebieden in één gemeente, b.v. bestaande uit Eerderbedoelde enige leden stelden ten slotte de vraag, welke Werkhoven, Cothen en Neerlangbroek, achterwege is gebleven? waarde naar het gevoelen van de Minister nog gehecht kan wor- Acht de Minister een plan tot samenvoeging van Bunnik den aan het voorschrift, de gemeentebesturen en de inwoners en Odijk als meer expressief woongebied, overgaande in een van een gemeente te horen, indien een samenvoeging wordt meer agrarische ontwikkeling in de hierboven aangegeven com- voorgesteld, waartegen de raden van Odijk en Werkhoven zich binatie, niet meer voor de hand liggend? eenstemmig hebben uitgesproken, terwijl de raad van Bunnik De verscheidene leden, eerder aan het woord, stelden de- zich met de kleinst mogelijke meerderheid (6 stemmen vóór zelfde vraag. Is de bewindsman, zo vroegen zij voorts, niet en 5 tegen, in de oude samenstelling van de raad) voor de van oordeel, dat Bunnik en Odijk veel meer gemeen hebben samenvoeging heeft verklaard. met elkaar dan met Werkhoven? Een combinatie van Werk- Vele andere leden merkten volledigheidshalve op, dat naar hoven met Cothen wordt noch door Werkhoven — zulks in hun was medegedeeld de raad van Bunnik in zijn nieuwe sa- tegenstelling tot het onderhavige voorstel —, noch door Cothen menstelling sterker voor de samenvoeging geporteerd zou zijn, zonder meer afgewezen. Eventueel zou inderdaad ook Neer- nl. in de verhouding 7 vóór en 4 tegen. De leden, hiervóór lancbrosk aan bedoelde combinatie toegevoegd kunnen worden, aan het woord, vroegen of de Minister zou willen mededelen al wilden deze leden niet ontkennen, dat het verschil in gods- of na 7 juni 1960 door de raad van Bunnik ooit over deze dienstige geaardheid van deze gemeente in vergelijking tot zaak opnieuw gestemd is. Deze leden meenden overigens, dat, de twee andere hen enigszins gereserveerd deed staan tegen- indien de bestuurssituatie in de huidige gemeenten Odijk en over een zodanige oplossing. Desalniettemin zouden ook zij Werkhoven inderdaad zo „schijnbaar" c.q. „middeleeuws" te gaarne het oordeel van de bewindsman over deze mogelijke achten zou zijn als van andere zijden beweerd was, de conse- oplossing willen vernemen. quentie van deze constatering zou dienen te zijn dat de be- Waarop baseert de Minister zijn stelling, dat in Werkhoven sturen der gemeenten in staat worden gesteld hun taak waar- de beroepsstructuur gewijzigd is door de sterke bevolkings- lijk zelfstandig te verrichten, niet dat ze worden opgeheven aanwas, en dat daardoor een ingrijpende verandering in het Van andere zijde werd opgemerkt, dat deze opvatting zou maatschappelijk bestel is ingetreden? leiden tot de bouw van drie gemeentehuizen en de inrichting 3 van drie volwaardige gemeentelijke bestuursapparaten, hetgeen Verscheidene leden had de door de burgemeester van Zeist stellig overtrokken en onnodig kostbaar ware. tijdens de „hearings" tegen deze correctie ingebrachte argumen- De verscheidene leden, die eerder het woord voerden, ver- tatie niet overtuigd. Deze leden achtten het niet aan twijfel klaarden nog met veel belangstelling kennis te hebben geno- onderhevig, dat het grote voordelen biedt, de rijkswegen zoveel men van het eerder in dit verslag reeds vermelde rapport van de mogelijk onder één politietoezicht te brengen. Dit standpunt is heer Peet over diens sociografisch onderzoek naar de huidige reeds vele malen bij grenswijzigingen gehuldigd. Gebruikmaking structuur en de toekomstige ontwikkeling van de gemeente van de uiterst omslachtige weg van artikel 33# van de Politie- Odijk. Zij achtten dit rapport vooral belangwekkende lectuur wet om hetzelfde doel te bereiken, kwam hun onnodig omsIach- voor degenen, die steeds blijven ontkennen, dat de kleinste ge- tig voor. meenschappen in bestuurskracht en verzorgingsniveau te kort Bovendien past, zo meenden zij, het betrokken gebied qua schieten. Als men leest, dat Odijk tot voor kort geen enkele karakter en structuur veel beter bij de buurtschap Odijk van de onderwijsvoorziening had, dat er vrijwel geen winkels zijn, ook nieuwe gemeente Bunnik, dan bij Zeist. niet voor dagelijkse consumptiegoederen, dat mogelijkheden voor sport en spel en verenigingsleven geheel ontbreken, dan geeft dit alles toch wel te denken. Samenvoeging met één of Aldus vastgesteld 27 maart 1963. meer andere gemeenten, aldus deze leden, moet — al wil men dat nog niet inzien — voor Odijk een zegen zijn. J. H. MAENEN (Jos) Sommige leden vroegen, of met redelijke zekerheid mag wor- den aangenomen, dat de verwezenlijking van de in de op te hef- VERKERK fen gemeenten bestaande belangrijke plannen, o.m. tot stich- ting van dorpshuizen, van de samenvoeging niet zullen hebben SCHEPS te lijden. BEERNINK Grenscorrecties. Enige leden verklaarden, dat de voorge- RITMEESTER stelde kleine grenscorrecties bij hen geen bedenkingen ontmoet- ten, alhoewel zij de noodzaak ervan niet in alle gevallen spre- DE GRAAF kend achtten. Sommige leden vroegen, in hoeverre door de wijziging van BLOM de grens tussen Zeist en (nieuw-)Bunnik het politietoezicht SMALLENBROEK. op de rijksweg een vereenvoudiging zal ondergaan. Kan worden aangenomen, dat deze vereenvoudiging ook zal leiden tot een ALBERING doeltreffender toezicht? Vele leden, ofschoon erkennende dat laatstbedoelde correc- FRANSSEN tie van ondergeschikte betekenis moet worden geacht, konden KODDE niet nalaten er hun bevreemding over uit te spreken dat bij de voorgestelde correctie Cothen- (nieuw)Bunnik de Oude Krom- VENVERLOO me Rijn wèl als een bruikbaar natuurlijk grensvcrloop kan wor- den beschouwd, terwijl in dit geval juist deze natuurlijke be- BAKKER grenzing moet worden geruild voor een willekeurig deel van VAN HELVOORT rijksweg 12. Zij zouden gaarne vernemen waarom de Minister deze situatie niet onverlet zou kunnen laten. GEERTSEMA.