ZITTING 1963 — 7019

Opheffing van de gemeenten , en Werk- hovcn en vorming van een nieuwe gemeente Bunnik, alsmede wijziging van de grenzen der gemeenten Cothen, en

MEMORIE VAN ANTWOORD (Ingezonden 8 juli 1963)

Nr. 6

(De vroecere stukken zijn gedrukt in de De samenvoeging van Bunnik, Odijk en 'zitting 1962—1963) De ondergetekende heeft er met erkentelijkheid van kennis genomen, dat vele leden de samenvoeging logisch achten en er mede kunnen instemmen. Naar zijn mening merken deze leden terecht op, dat de huidige zelfstandigheid van de gc- mcenten Odijk en Werkhoven meer schijnhaar dan wezenlijk is, en dat de samenvoeging een erkenning zal zijn van hetgeen in wezen reeds lang het geval is. Inderdaad is reeds van ouds- her (van 1849 af) het burgermecsterschap van de gemeenten Bunnik, Odijk en Werkhoven in één persoon verenigd en is het gemeer.telijk apparaat van deze gemeenten in Bunnik gecon- centreerd, met uitzondering van de ontvanger der gemeenten Odijk en Werkhoven en de ambtenaar van de burgerlijke stand van laatstgenoemde gemeente. Uiteraard heeft, zoals steeds, wanneer plannen tot opheffing van gemeenten ter tafel komen, het onderhavige voorstel in de gemeenten Bunnik, Odijk en Werkhoven niet een onverdeeld gunstig onthaal ontvangen. De ondergetekende heeft daar, evenals sommige leden, begrip voor, want hij is er zich ter- dege van bewust, dat het voorstel voor die gemeenten een ingrijpende maatregel betekent. Hij is echter met bedoelde leden van oordcel, dat daaraan in de gegeven omstandigheden niet valt te ontkomen. De vraag, in welke mate naar het inzicht van de onderge- tekende bij de samenvoeging van Bunnik. Odijk en Werkhoven mag worden gesproken van een krachtige randgemeente van , hangt nauw samen met de door dezelfde leden ge- stelde vraag, aan welke normen c.q. maatstaven in het alge- meen een gemeente ten minste moet voldoen, om van een, ten opzichte van een veel grotere nabuurgemeente, krachtige randgemeente te kunnen spreken. Met betrekking tot de laat- ste vraag merkt de ondergetekende op, dat hij in de nadere memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake het ontwerp van wet tot opheffing van de gemeenten Ankeveen, Diemen, 's-Graveland, Kortenhoef, Ouder-Amstel en Weesper- karspel en vorming van nieuwe gemeenten Bijlmermeer en "s-Graveland, alsmede wijziging van de grenzen der gemeenten Hilversum, Naarden en Weesp (zitting 1962—1963, 5164, nr. 19, bladzijde 4, linkerkolom, tweede helft) aan het begrip „krachtige randgemeente" enkele beschouwingen heeft gewijd. Samenvattend heeft hij daarbij als zijn conclusie te kennen gegeven, dat, indien redelijke zekerheid bestaat, dat het ge- meentebestuur in staat zal zijn, de taak, welke op zijn schou- ders is gelegd, te onderkennen en te vervullen, van een sterke gemeente kan worden gesproken. Daarvan uitgaande zal naar het oordcel van de ondergetekende de nieuw te vormen ge- meente Bunnik een krachtige randgemeente van Utrecht kun- nen worden genoemd. In verband met de vraag betrekking hebbende op de woon- functie van de nieuwe gemeente, merkt de ondergetekende, daarbij tevens voldoende aan het verlangen van deze leden, nader te worden ingelicht omtrent de ontwikkeling van en rond de stad Utrecht, het volgende op. De gunstige ligging van de stad Utrecht in het hart van Nederland heeft tot gevolg, dat die gemeente als vestigings- plaats voor handels-, verkeers- en industriële bedrijven, zomede voor kantoren zeer in trek is. De nog in die gemeente beschik- bare terreinen voor woningbouw, om de tengevolge van deze gunstige factoren groeiende bevolking op te vangen, zijn echter beperkt. Mede in verband met het feit, dat de bcvolïing van de stad Utrecht reeds rond 40 pet. uitmaakt van die van de

7019 6 2 gehele provincie Utrecht, zal voor het onderbrengen van het Het bestuur dier gemeente heeft tal van initiatieven genomen bevolkingsoverschot van die gemeente het accent op de om- en activiteiten ontplooid, die, indien de bestuurlijke splitsing liggende gemeenten dienen te worden gelegd. Het bestuur van van het gebied gehandhaafd zou zijn gebleven, bezwaarlijk de gemeente Vleuten-De Meern heeft inmiddels voor het te verwezenlijken zouden zijn geweest. De samenvoeging heeft dorp Vleuten een uitbreidingsplan voor ongeveer 800 wonin- de mogelijkheid geopend, een actieve grondpolitiek te voeren gen opgesteld. Aan een verdere grootscheepse uitbreiding van met behulp van een goed geoutilleerd grondbedrijf, waardoor Vleuten-De Meern is, evenals in Bunnik—Odijk—Werkho- de ontwikkeling van de gemeente als forensenplaats in goede ven het bezwaar verbonden, dat goede cultuurgronden zouden banen kon worden geleid. Voorts kon de gemeente in korte moeten worden aangetast. Vleuten-De Meern is namelijk tijd komen tot de bouw van een rioolwaterzuiveringsinstallatie, gelegen temidden van een zich sterk ontwikkelend tuinbouw- welke, behalve voor de nieuwe uitbreidingen, mede van vitaal gebied. Een al te grote stedelijke ontwikkeling, die ten koste belang is voor de tuinbouwbedrijven in dit gebied. Van de van deze zeer goede agrarische gronden zou gaan, moet wor- verdere activiteiten kunnen nog worden genoemd een belang- den voorkomen. Gedeputeerde Staten van Utrecht zoeken rijke verbetering van het wegennet, de in voorbereiding zijnde daarom naar een andere oplossing en hun gedachten gaan uit aanleg van een zwembad en de sanering van de wijk Strijk- naar het scheppen van een satellietstad op het territoir van de viertel ten behoeve van enige industrie-vestiging. Samenvattend gemeenten Jutphaas en Vreeswijk. De kernen van deze ge- kan worden gezegd, dat de vorming van de nieuwe gemeente meenten zouden volgens het plan kunnen samengroeien van Vleuten-De Meern de weg heeft geopend voor een beleid, dat een nieuw centrum uit. De verwezenlijking van deze gedachte geheel is afgestemd op de eisen, die de moderne ontwikkeling zou uiteraard gediend zijn met een samenvoeging van de ge- stelt. Daarbij is mede van belang, dat die gemeente beschikt meenten Jutphaas en Vreeswijk. De raad van laatstgenoemde over een in administratief opzicht goed apparaat, waarvan de gemeente heeft burgemeester en wethouders reeds gemachtigd capaciteit belangrijk hoger moet worden aangeslagen dan die ,.alles te doen wal een samenvoeging van Jutphaas en Vrees- van een aantal kleine secretarieën afzonderlijk. wijk op zo kort mogelijke termijn kan bevorderen". De vraag, of Jutphaas een optimale grootte heeft bereikt c.q. Dit plan zou het mogelijk maken, de plannen van andere samensmelting van Jutphaas en Vreeswijk aanbeveling verdient, gemeenten tot het vormen van grote woonwijken af te remmen heeft de ondergetekende in het voorgaande reeds besproken. en aldus cultuurgronden te sparen. Dat betekent intussen niet, Beperking van de samenvoeging tot het gebied van de ge- dat in de andere randgemeenten van Utrecht geen verdere meenten Bunnik en Odijk zou de strekking van het voorstel — stedelijke ontwikkeling zal plaatsvinden. Er bestaat een grote het bieden van garantie voor een harmonische ontwikkeling in trek naar buiten, die niet is tegen te houden. Het forensisme het deel van het stroomgebied van de , dat het neemt steeds groter vormen aan. Met name het gebied ten meest in beweging is c.q. komt — geweld aandoen. Bovendien zuiden van Utrecht staat daarbij in de belangstelling. In ver- zouden daardoor aan de bestaande problemen nieuwe worden band met deze ontwikkeling zijn kort geleden de gemeenten toegevoegd. Niet alleen zouden de bestaande banden tussen Houten, Schalkwijk en Tuil en 't Waal tot een nieuwe rand- Odijk en Werkhoven worden doorgesneden, hetgeen niet wen- gemeente van Utrecht samengevoegd. Hetgeen als beweegreden selijk moet worden geacht en ook niet zou stroken met de ge- voor deze samenvoeging werd aangevoerd, geldt in belangrijke dachtengang, welke ten grondslag ligt aan de in agrarische mate mede voor het thans voorgestelde herindelingsplan. Zoals kringen gesuggereerde oplossing, maar ook zou de vraag rijzen, de ondergetekende in de memorie van antwoord inzake het wat met de gemeente Werkhoven, welke geen gemeentehuis ontwerp van wet tot bovenbedoelde samenvoeging reeds aan- heeft en niet over een eigen gemeentelijk apparaat beschikt, gaf, is Bunnik nog eerder dan Houten een belangrijke rol als zou moeten gebeuren. De enige oplossing zou zijn een com- forensengemeente gaan spelen, omdat eerstgenoemde gemeente binatie met de gemeente Cothen. Zoals in de memorie van in rijke mate natuurschoon bezit, de bossen van De Bilt en toelichting echter reeds is aangegeven, zijn er verschillende Zeist in haar onmiddellijke nabijheid heeft en behalve de in- redenen, op grond waarvan zulk een combinatie moet worden vloed van de stad Utrecht ook die van het aangrenzende Zeist afgewezen. De ondergetekende is dan ook van oordeel, dat, ondervindt. De ontwikkeling tot forensenplaats, die in Bunnik hoewel een nieuwe gemeente, gevormd uit de gemeenten Bun- reeds enige tijd aan de gang is, zet zich inmiddels naar het nik en Odijk, naar inwonertal gemeten, niet onaanvaardbaar zuiden voort. Met het oog niet alleen op het bewaren van de zou zijn, aan het buiten deze combinatie laten van de gemeente aantrekkelijkheid van de streek als woongebied maar ook op Werkhoven zowel voor die gemeente zelf als voor de ontwik- het belang van de agrariërs dient er echter voor te worden keling van de gehele streek grote bezwaren kleven. gewaakt, dat niet een ontwikkeling zal plaats hebben, welke het De vraag, welke redelijke mate. van zekerheid aanwezig is, karakter van de streek geweld aandoet. Het handhaven van drie dat. gelet op de bouw van het Utrechtse universiteitscomplex zelfstandige gemeenten, waarvan twee met minder dan 2000 in de Johannapolder, de nieuw te vormen gemeente Bunnik inwoners, zou zulk een ontwikkeling door de versnippering van niet opnieuw object van Utrechtse annexatieplannen wordt, krachten in de hand werken. In dit verband zij gewezen op het houdt naar de mening van de ondergetekende niet voldoende reeds in de memorie van toelichting aangehaalde feit, dat de rekening met het bijzondere karakter van deze uitbreiding aan gemeente Odijk er geen bezwaar in heeft gezien, kostbare agra- de oostelijke zijde van de stad. Het gaat hier om een aange- rische gronden op te offeren aan een niet-urgent breed opgezet legenhcid (de bouw van een rijksuniversiteit), die niet in de uitbreidingsplan. Voorts hebben in de gemeente Werkhoven eerste plaats een gemeentelijke is. Aan de plannen van het ernstige plannen bestaan voor industrie-vestiging, waaruit blijkt, rijk tot stichting van het nieuwe academische centrum verle- dat. al is het forensisme nog niet in belangrijke mate tot Werk- nen de drie bij het project betrokken gemeenten (Utrecht, hoven doorgedrongen, ook deze gemeente reeds in de stedelijke De Bilt en Zeist) langs de weg van onderling overleg mede- invloedssfeer is gekomen. Op grond van een en ander is het werking. In het toezicht op de gemeentelijke uitbreidingsplan- naar de mening van Gedeputeerde Staten en van de onder- nen ligt overigens de waarborg besloten, dat de „groene zoom" getekende van groot belang, dat het gebied van de drie ge- tussen Utrecht en Bunnik kan worden gehandhaafd. meentcn onder één bestuur wordt gebracht. Alsdan is de beste De Gewestelijke Raad voor het Landbouwschap in de pro- waarborg aanwezig voor een verantwoord beleid dat, rekening vincie Utrecht deelt de mening, dat de ontwikkeling, welke houdende met het karakter van de streek, de ontwikkeling naar in het stroomgebied van de Kromme Rijn kan worden waar- tijd en plaats op de juiste wijze regelt. genomen, bijzondere aandacht verdient en dat de bestaande kleine gemeenten een verantwoorde ruimtelijke ontwikkeling Van de nieuwe randgemeenten van Utrecht bestaat Houten in dat gebied in de weg staan. De gedachten van het Land- nog te kort, om thans reeds conclusies ten aanzien van haar bouwschap gaan, zoals uit de memorie van toelichting blijkt, positie te trekken. De gemeente Vleuten-De Meern is reeds in de richting van samenvoeging der gemeenten Odijk, Werk- langer geleden ingesteld. Zij heeft duidelijk bewezen, een be- hoven en Cothen, evenwel met de erkenning, dat er van fei- langrijke versterking van het randgebied van Utrecht te zijn. teiijke contacten tussen Werkhoven en Cothen niet kan worden 3

gesproken. Het Landbouwschap baseert zijn suggestie op de Ondanks de toeneming van de fruitcultuur in het gebied van vrees, dat de ontwikkeling, zoals die zich in Bunnik voltrekt de Kromme Rijn, welke cultuur arbeidsintensiever is dan de en zich reeds in zuidelijke richting voortzet, bij samenvoeging | veeteelt, is een duidelijke teruggang in het aantal agrariërs te van Bunnik, Odijk en Werkhoven in nog versterkte mate constateren. Degenen, die ter plaatse geen bestaan mear kunnen goede cultuurgronden zal aantasten. vinden, blijven bij voorkeur, ook als zij elders gaan werken, in Naar de mening van Gedeputeerde Staten en van de onder- de eigen plaats wonen; zij vormen de groep van de autochtone getekende ziet het Landbouwschap daarbij over het hoofd, forensen. Mede hierdoor verandert ook Werkhoven van karak- dat, mede gelet ook op de boven vermelde ervaringen met het ter en voltrekt zich een wijziging in het maatschappelijk bestel. uitbreidingsplan in Odijk en op de omstandigheid, dat ook in Overigens is deze ontwikkeling in die gemeente nog maar van Werkhoven aanvankelijk een uitbreidingsplan was opgesteld, de laatste jaren. dat rekening hield met verdubbeling van het aantal woningen In de gemeenten Bunnik, Odijk en Werkhoven bestaat op in die gemeente, welk plan op aandrang van provinciale zijde papier allhans, geen gemeenschappelijke regeling voor de be- werd ingekrompen, niet verwacht mag worden, dat het foren- noeming van ambtenaren en de samenstelling van de begro- sisme bij de grens dier gemeenten halt zal houden. In verband ting. De ambtenaren voor de gemeenschappelijke secretarie te hiermede zal hetgeen het Landbouwschap beoogt juist beter Bunnik worden benoemd, nadat tussen de drie bestuurscolleges kunnen worden bereikt, indien het gehele in beweging zijnde omtrent de keuze van de kandidaat langs de weg van onderling gebied onder één gemeentelijk bestuur wordt gebracht, waar- overleg overeenstemming is bereikt. Het ontwerp van de be- door versnippering wordt voorkomen en een beleid kan worden groting wordt door burgemeester en wethouders van elke ge- gevoerd, dat erop gericht is, de noodzakelijke uitbreidingen op meente samengesteld. Teneinde de raadsleden zo goed mogelijk de meest daarvoor in aanmerking komende gronden te pro- in de gelegenheid te stellen, van de begroting kennis te nemen, jeetcren. Alleen dan is de waarborg aanwezig, dat het lande- wordt hun een gestencild exemplaar daarvan thuis gezonden. lijke karakter van het stroomgebied van de Kromme Rijn niet Blijkens ontvangen inlichtingen wordt deze werkwijze reeds meer zal worden aangetast dan strikt geboden is. De gedachte, meer dan 20 jaar toegepast. dat deze waarborg in sterkere mate zou bestaan, indien de Naar aanleiding van de vraag, welke gemeenschappelijke ontwikkeling zou worden geleid door agrariërs wordt niet regelingen voor de gemeenten Bunnik, Odijk en Werkhoven alleen gelogenstraft door de bovenbedoelde ervaringen met de bestaan, deelt de ondergetekende mede, dat met één of meer uitbreidingsplannen in Odijk en Werkhoven, maar ook door andere gemeenten regelingen zijn aangegaan ten behoeve van de omstandigheid, dat, zoals in de praktijk gebleken is, door een doelmatige drinkwatervoorziening, tot hulpverlening bij agrariërs zelf goede cultuurgronden ten behoeve van een ste- brand, tot toelating van kinderen tot de openbare lagere scholen delijkc ontwikkeling worden aangeboden. Het gaat niet zozeer van andere gemeenten, tot deelneming in de stichting school- om combinatie van waardevolle agrarische gebieden in één tandverzorgingsdienst en tot deelneming in het instituut ziekte- gemeente, als wel om de vorming van een krachtig bestuurlijk kostenvoorziening ambtenaren. Tussen de gemeenten Bunnik. geheel in een gebied, dat geleidelijk meer onder stedelijke in- Odijk en Werkhoven onderling is een gemeenschappelijke rege- vloed komt. Evenmin als samenvoeging van Odijk, Werk- ling getroffen voor het bouw- en woningtoezicht en de dienst hoven en Cothen en combinatie van Werkhoven en Cothen, van gemeentewerken. Overigens bestaan, zoals uit door de be- is, gegeven het gestelde doel, een samengaan van Werkhoven, sturen dier gemeenten verstrekte inlichtingen blijkt, tussen die Cothen en Langbroek nuttig te noemen. Daar komt bij, dat gemeenten formeel geen andere gemeenschappelijke regelingen. tegen deze combinaties ook uit anderen hoofde bezwaren Naar zij mededeelden, behandelen de gemeenten haar be- kunnen worden aangevoerd. In het voorgaande heeft de onder- langen verder geheel zelfstandig. Hierbij zij aangetekend, dat getekende reeds op enkele gewezen. Daarbij bleek o.a., dat er de werkzaamheden vanouds worden verricht op de gemeen- tussen het, evenals Bunnik en Odijk, op Utrecht gerichte schappelijke secretarie te Bunnik, hetgeen mede als een vorm Werkhoven, en Cothen, dat in meer dan één opzicht is ver- van samenwerking kan worden aangemerkt. bonden met Wijk bij Duurstede, te grote verschillen bestaan om deze in één verband samen te brengen. Aan de leden, die tegen de in het ontwerp voorgestelde samenvoeging bezwaren hebben, zal uit het voorgaande ge- Evenmin past Langbroek bij Cothen. Niet alleen zijn er bleken zijn. dat dit voorstel primair is gebaseerd op de over- tussen deze gemeenten grote verschillen wat betreft zowel de wcging, dat de ontwikkeling van het onderhavige gebied, met godsdienstige gezindheid als de agrarische bedrijven, maar name ook met het oog op het behoud van waardevolle cultuur- bovendien sluit het gebied van Langbroek ook landschappelijk grond, het beste uit één hand kan worden geleid. Het is van niet aan bij dat van Cothen. Of en zo ja in welke richting groot belang, dat een beleid wordt gevoerd, dat er op is gericht, een andere gemeentelijke indeling van het gebied dezer ge- de ontwikkeling op de juiste tijd en op de juiste plaats op te meenten moet worden gezocht zal beter kunnen worden beoor- vangen. Uiteraard is daarbij de stem van de agrariërs van ge- deeld, wanneer de veranderingen, welke ook in deze streek wicht. In elk van de gemeenten Bunnik, Odijk en Werkhoven is optreden, zich duidelijker hebben afgetekend. deze groep echter betrekkelijk gering in aantal (in 1960 respec- Dat Bunnik en Odijk veel meer gemeen hebben met elkaar tievelijk 166, 71 en 167 mannen). Te dezen moet niet uit het dan met Werkhoven lijkt de ondergetekende in het licht van oog worden verloren, dat in de nieuw te vormen gemeente een hetgeen hij met betrekking tot de wenselijkheid van combinatie meer gecoördineerd beleid mogelijk is, dat, zoals boven reeds van de drie gemeenten heeft medegedeeld, van minder belang. werd opgemerkt, de noodzakelijke uitbreidingen naar tijd en De wijzigingen in de beroepsstructuur van de bevolking van plaats kan regelen. Hierdoor zullen de gronden, die waardevol Werkhoven mogen blijken uit het volgende staatje, waarin de zijn en behouden dienen te blijven, niet door woningbouw ondergetekende mede de gegevens betreffende Bunnik en verloren gaan en zullen de agrariërs in het algemeen betere Odijk heeft opgenomen. waarborgen voor het blijven voortbestaan van hun bedrijven Mannelijke beroepsbevolking (excl. tijdelijk niet-werkenden) hebben. nijverheid landbouw/ handel/ overig De ondergetekende hecht grote waarde aan het in de gemeen- visserij verkeer tewet neergelegde voorschrift, dat over plannen tot wijziging pet. pet. pet. pet. van gemeentegrenzen de raden van de betreffende gemeenten 1947 32,6 31,6 24,6 11,2 moeten worden gehoord, en dat de mogelijkheid tot het in- 1960 39,5 14- 25,5 21,- brengen van bezwaren voor een ieder moet openstaan. Het 1947 20,8 64.9 10,7 3,6 kennen van de meningen van de raden en van anderen is van 1960 41,3 24,2 22,2 12,3 groot belang voor de samenstelling en de vormgeving van het 1947 23,4 57,1 13- 6,5 eventuele grenswijzigingsvoorstel. Zo is in het onderhavige 1960 30,4 42,3 15,2 12,1 geval, zoals uit de memorie van toelichting blijkt, aanvankelijk VoIks- en beroepstelling 1947 mede samenvoeging van Cothen en Wijk bij Duurstede over- Algemene volkstelling 1960 wogen, doch is na kennisneming van de reacties van de gemeen- 4 tebesturcn besloten, een voorstel daartoe vooralsnog niet in te Grenscorrecties. Nu toch de gemeentelijke indeling van de dienen. De afwijzende reacties van gemeentebesturen kunnen streek aan de orde is, komt het gewenst voor, de grens op alle echter ook zodanig zijn, dat daarin, dikwijls door een gebrek punten een zo verantwoord mogelijk beloop te geven. aan inzicht in de verder dan de eigen grenzen strekkende pro- De vraag, in hoeverre door de wijziging van de grens tussen blemen van de streek, geen of niet voldoende argumenten naar Zeist en (nicuw-) Bunnik het politietoezicht op de rijksweg voren komen, die de gronden voor een grenswijziging aantasten. een vereenvoudiging zal ondergaan en of deze vereenvoudiging Hoewel in dat geval het in te dienen voorstel niet de onverdeelde ook zal leiden tot een doeltreffender toezicht, vindt haar instemming van de raden heeft, kan daaruit bezwaarlijk worden beantwoording in de opmerking van verscheidene leden, opge- geconcludeerd, dat daardoor aan het standpunt van de raden nomen in de voorlaatste alinea van het verslag, die de onder- niet voldoende gewicht is toegekend. getekende voor het onderhavige geval, waarin het gaat om een In verband met hetgeen in het verslag wordt opgemerkt kleine gemeentelijke enclave, onderschrijft. Aangetekend zij betreffende het standpunt van de raad der gemeente Bunnik daarbij, dat rijkswet 12 tussen de stad Utrecht en de gemeente deelt de ondergetekende mede, dat die raad in zijn vergadering Veenendaal voor wat het toezicht betreft geheel ressorteert van 7 juni 1960 zich met 6 tegen 5 stemmen vóór de samen- onder de rijkspolitie, met uitzondering van het kleine, aan de voeging heeft uitgesproken. Op 7 november 1961 kwam de periferie van de gemeente Zeist gelegen gedeelte. In verband raad zonder hoofdelijke stemming tot de conclusie, dat tegen met de vraag van vele leden, of de situatie ter plaatse niet hel tiictum van de voorgelegde ontwerp-regeling (uitsprekende onverlet zou kunnen worden gelaten, nu daar de bestaande onder meer de wenselijkheid tot opheffing van de gemeenten begrenzing in de Kromme Rijn wordt verlaten, terwijl bij de Bunnik, Odijk en Werkhoven en vorming van een nieuwe voorgestelde grenscorrectie tussen Cothen en (nieuw-)Bunnik gemeente Bunnik) geen bezwaren bestaan. In zijn nieuwe de Kromme Rijn juist als de meest wenselijke begrenzing samenstelling heeft de raad niet over de samenvoeging gestemd. wordt beschouwd, deelt de ondergetekende het volgende mede. Wel heeft in een vertrouwelijke bespreking na een vergadering De bestaande grens tussen de gemeenten Cothen en Werk- een peiling van de meningen plaats gevonden. Daaruit bleek, hoven loopt ten dele langs een smalle weg (Molenspoor). dat van de thans zitting hebbende leden 7 vóór en 4 tegen het Zodra tot verbreding hiervan zal worden overgegaan, zal een voorstel zijn. minder duidelijke grenssituatie ontstaan. Daarom is voorge- De leden, die van mening zijn, dat hetgeen door andere stcld, de grens van bedoelde weg te verleggen naar de oude leden met betrekking tot de gemeenten Odijk en Werkhoven bocht van de Kromme Rijn, waardoor moeilijkheden in de werd opgemerkt tot consequentie zou dienen te hebben, dat toekomst met betrekking tot het grensbeloop worden vermeden. deze gemeenten in staat worden gesteld, haar taak zelfstandig In het gebied tussen Zeist en (nieuw-) Bunnik nabij de te verrichten, verliezen daarbij de ontwikkeling, die in de Odijkerweg doet zich juist een omgekeerde situatie voor. Daar streek aan de gang is, uit het oog. Zoals reeds eerder is uit- moet er rekening mede gehouden worden, dat de Kromme eengezet, moet, teneinde die ontwikkeling in goede banen te Rijn binnen afzienbare tijd verder zal worden genormaliseerd, leiden, het doen opgaan van bedoelde gemeenten in een groter zodat het handhaven van de grens in die rivier in de toekomst geheel noodzakelijk worden geacht. Aan het van andere zijde minder gewenste gevolgen zou hebben. In tegenstelling met de (bladzijde 2, rechts onder van het verslag) in de commissie situatie bij Cothen/Werkhoven is hier juist een weg (rijksweg naar voren gebrachte facet gaat de ondergetekende dan nog 12) de aangewezen plaats voor de grens, omdat deze weg, voorbij. voorzover thans valt te voorzien, geen verandering zal onder- De verwezenlijking van de in de op te heffen gemeenten gaan. Overigens wordt met de voorgestelde voorziening als bestaande plannen, onder meer tot stichting van dorpshuizen, hoofddoel bereikt, dat de aan beide zijden van de Odijkerbrug zal in het algemeen, zolang althans geen aanbesteding van het gelegen en bij elkaar behorende bebouwing tot het grondgebied project heeft plaats gevonden of betalingsverplichtingen in van één gemeente, te weten (nieuw-) Bunnik, zal komen te andere zin zijn aangegaan, tot de competentie van de raad van behoren. de nieuwe gemeente Bunnik behoren. De ondergetekende kan te dezen derhalve niets met zekerheid zeggen. Hem is echter De Minister van Binnenlandse Zaken, geen enkele omstandigheid bekend, waaruit zou kunnen wor- den afgeleid, dat de toekomstige ontwikkeling niet met vertrou- E. H. TOXOPEUS. wen tegemoet gezien zou mogen worden.