Update Gebiedsagenda Brabant

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ...... 2 4.1   Verstedelijking en mobiliteit ...... 28 4.1.1 Opgaven en ontwikkelingen ...... 28 1 Inleiding ...... 5 4.1.2 Acties ...... 29 1.1 Wat is de Gebiedsagenda Brabant? ...... 5 4.2  Energie ...... 36 4.2.1 Opgaven en ontwikkelingen ...... 36 1.2 Functie van de Gebiedsagenda ...... 5 4.2.2 Acties ...... 36 1.3 Wat is de aanleiding voor actualisatie? ...... 5 4.3  Water verbindt en versterkt ...... 39 4.3.1 Opgaven en ontwikkelingen ...... 39 1.4 Focus op gebiedsprioriteiten en topsectoren ...... 5 4.4  Natuur en landschap ...... 44 1.5 Afspraken BO MIRT november 2012 ...... 5 4.4.1 Opgaven en ontwikkelingen ...... 44 1.6 Leeswijzer ...... 6 4.4.2 Acties ...... 44 4.5  Leisure ...... 47 2 Brabant: land van kennis en innovatie           ...... 7 4.5.1 Opgaven en ontwikkelingen ...... 47 2.1 Positie en kracht van Brabant...... 7 4.5.2 Acties ...... 48

2.2 Ambitie van Brabant: excellente Europese kennis- en innovatieregio ...... 7 5 Uitvoering ...... 50 2.3 Regioprofielen ...... 8 2.3.1 Brainport Regio ...... 8 Bijlage 1 Resultaten uit de Gebiedsagenda 2010 ...... 55 2.3.2 Hart van Brabant ...... 8 Economie ...... 56 2.3.3 West-Brabant ...... 8 2.3.4 5-sterren Noordoost-Brabant ...... 8 Bereikbaarheid ...... 57 Quality of life...... 58 3 Hoofdopgaven voor Brabant ...... 9 Duurzaamheid en energie ...... 58 3.1  Brainport Regio Eindhoven ...... 9 3.1.1 Opgaven en ontwikkelingen ...... 9 Natuur en landschap ...... 58 3.1.2 Acties ...... 10 3.2  Maintenance Valley West- en Midden-Brabant ...... 15 Bijlage 2 Overzicht van gebruikte afkortingen...... 59 3.2.1 Opgaven en ontwikkelingen ...... 15

...... 17 3.2.2 Acties 3.3  Logistiek ...... 19 3.3.1 Opgaven en ontwikkelingen ...... 19 3.3.2 Acties ...... 19 3.4  Agro & Food ...... 24 3.4.1 Opgaven en ontwikkelingen ...... 24 3.4.2 Acties ...... 25

4 Brabant Mozaïek ...... 28

Gebiedsagenda Brabant 2

Matrices

Matrix 1 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Brainport ...... 13 Matrix 2 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Maintenance Valley ...... 18 Matrix 3 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Logistiek ...... 22 Matrix 4 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Agro& Food ...... 27 Matrix 5 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave verstedelijking en mobiliteit ...... 33 Matrix 6 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgaven Energie ...... 38 Matrix 7 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Water ...... 43 Matrix 8 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Natuur en landschap ...... 46 Matrix 9 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Leisure Matrix ...... 49

Gebiedsagenda Brabant 3

Gebiedsagenda Brabant 4

1 Inleiding 1.3 Wat is de aanleiding voor actualisatie?  het vergroten van de concurrentiekracht door ver- sterking van de ruimtelijk-economische structuur; 1.1 Wat is de Gebiedsagenda Brabant? In het BO MIRT van november 2010 is de eerste generatie  het verbeteren van de bereikbaarheid, waarbij de Gebiedsagenda Brabant door Rijk en de betrokken Bra- gebruiker voorop staat; De Gebiedsagenda is een gezamenlijk product van Rijk, bantse partners vastgesteld. Sinds het verschijnen van de  het waarborgen van een leefbare en veilige omge- provincie Noord-Brabant, stedelijk netwerk BrabantStad, Gebiedsagenda 2010 heeft de wereld niet stilgestaan. ving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, regio West- In de eerste plaats is er sinds de vaststelling van die Ge- waarden behouden zijn. Brabant, regio Hart van Brabant en de regio 5-sterren biedsagenda een groot aantal resultaten geboekt, met Het Rijk focust bij het versterken van de ruimtelijk- Noordoost-Brabant en de Brabantse Waterschappen. De name op het gebied van bereikbaarheid, de doorontwik- economische structuur op negen economische topsecto- Gebiedsagenda bevat de gedeelde visie en ambitie van keling van Brainport en de ondersteuning van de in Bra- ren1. Die topsectoren concentreren zich vooral in de deze partijen op de ruimtelijke ontwikkeling van Brabant bant aanwezige topsectoren. Ook is in Brabant een nau- stedelijke regio‟s van de mainports, brainport, greenports op de lange termijn (tot circa 2040) en is uitgewerkt in een were samenwerking ontstaan tussen overheden, bedrij- en de valleys. In deze stedelijke regio‟s wordt de meeste opgaven- en projectenoverzicht. Hiermee ontstaat een ven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. toegevoegde waarde gecreëerd, doordat hier het groot- gezamenlijke focus op de prioriteiten voor de ruimtelijke Een beschrijving van de geboekte resultaten is opgeno- ste gedeelte van de bedrijven, onderwijs- en kennisinstel- opgaven in Brabant en de daarmee verbonden pro- men in bijlage 1. lingen zijn gevestigd en het arbeidspotentieel het grootst jecten op het gebied van economie, verstedelijking, Daarnaast zijn er van Rijkszijde in de afgelopen twee jaar is. In de SVIR worden binnen Brabant twee stedelijke regio‟s mobiliteit, water, natuur en landschap in Brabant. onder andere de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte met een concentratie van topsectoren onderscheiden: Noord-Brabant is bezien in zijn (inter)nationale context. (SVIR) en de Bedrijfslevenbrief „Naar de top‟ verschenen. Brainport Regio Eindhoven en Maintenance Valley in West- Twee ambities zijn leidend: een verdere ontwikkeling van Brainport 2020, de langetermijnstrategie van Zuidoost- en Midden-Brabant. De betrokkenheid van het Rijk bij de de kenniseconomie en het streven naar een duurzame Nederland, en de kabinetsreactie daarop hebben het gebiedsopgaven in Brabant concentreert zich derhalve samenleving. Beide ambities zijn dragers voor de integrale licht gezien. Verder dwingen de economische crisis en de op deze twee regio‟s. Het Rijk wil in deze stedelijke regio‟s ruimtelijke ontwikkeling van Brabant. daarmee samenhangende bezuinigingen tot meer focus, samen met decentrale overheden, bedrijfsleven en ken- scherpere keuzes en herprioritering. Dit vraagt om een nisinstellingen aan de slag. Ieder vanuit zijn eigen verant- 1.2 Functie van de Gebiedsagenda actualisatie van de Gebiedsagenda Brabant, waarin de woordelijkheid, waarbij het Rijk op het gebied van de gewenste ruimtelijke investeringen in Brabant tegen het ruimtelijke ordening meer dan dat dat voor de vaststellling De Gebiedsagenda is de samenwerkingsagenda van de licht worden gehouden en waarin de programmering en van de SVIR het geval was overlaat aan provincies en betrokken partners die de gemeenschappelijke basis besluitvorming van onderwerpen in het BO MIRT opnieuw (samenwerkende) gemeenten. Daarnaast geeft de SVIR vormt voor het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma wordt vastgesteld. In het BO MIRT van november 2011 is een rijksbelang aan bij de waterveiligheidsopgaven en de Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT), dat jaarlijks daarom afgesproken de Gebiedsagenda Brabant te zoetwatervoorziening van de Maas en de Zuidwestelijke plaatsvindt. Daarnaast heeft de Gebiedsagenda een actualiseren. Delta. functie voor het overleg van de provincie Noord-Brabant met de vijf grote steden (BrabantStad) en voor het regio- 1.4 Focus op gebiedsprioriteiten en topsectoren naal ruimtelijk overleg (RRO) van de provincie Noord- 1.5 Afspraken BO MIRT november 2012 Brabant met de samenwerkende gemeenten in de vier In de SVIR schetst het Rijk de ambities voor Nederland in De focus binnen de SVIR op stedelijke regio‟s en economi- Brabantse regio‟s. 2040. Kern van die ambitie is Nederland concurrerend, sche topsectoren en de nieuwe verdeling van verant- De Gebiedsagenda is een „levend‟ document zonder bereikbaar, leefbaar en veilig te houden. Daarbij streeft woordelijkheden tussen Rijk en provincies heeft zijn door- wettelijke status. Ook bevat het geen nieuw beleid. Het is het Rijk naar een krachtige aanpak met regionaal maat- vertaling gekregen in deze Gebiedsagenda Brabant. In letterlijk een gezamenlijke agenda van de betrokken werk en een selectieve inzet van Rijksbeleid op dertien het BO MIRT van november 2012 is een bespreekdocu- partners die periodiek wordt geactualiseerd. nationale belangen. Drie doelen staan centraal: ment Gebiedsagenda Brabant besproken dat in overleg tussen betrokken overheden was opgesteld en waarin de hoofdlijnen van de nieuwe Gebiedsagenda Brabant waren opgenomen. Het gaat daarbij om de volgende

1 Bedrijfslevenbrief „Naar de top‟ met als topsectoren: Chemie, Energie, High Tech Systemen en Materialen, Life Sciences & Health, Agro & food, Logistiek, Creatieve Industrie, Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, Water.

Gebiedsagenda Brabant 5

hoofdopgaven: Brainport, Maintenance Valley (beiden in men. In de matrices is (in de rijen) onderscheid gemaakt veau van een afzonderlijke opgave een duidelijk beeld de SVIR aangeduid als gebieden van nationaal belang), in de fasering van projecten: lopende projecten en (nieu- bestaat van de breedte van deze opgave. logistiek en agro & food. Naast deze vier hoofdopgaven we) projecten in de ideeënfase. Lopende projecten zijn zijn twee randvoorwaardelijke Brabantse opgaven gefor- projecten die in uitvoering zijn of waar al bestuurlijke af- Kaartbeelden muleerd: het realiseren van een duurzaam en robuust spraken over zijn gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van In deze Gebiedsagenda zijn ook kaartbeelden opgeno- verkeers- en vervoerssysteem en water als klimaatbesten- een (MIRT-)onderzoek, (MIRT-)verkenning of (MIRT-)plan- men. Naast een algemene overzichtskaart, waarop de dige en verbindende opgave. Deze opgaven zijn in het uitwerking. (Nieuwe) projecten in de ideeënfase zijn mo- gezamenlijke opgaven van Rijk en Brabantse partners zijn BO MIRT van november 2012 vastgesteld als kader voor gelijke opgaven voor de toekomst die op grond van opgenomen, zijn er ook per opgave kaarten opgenomen. de te actualiseren Gebiedsagenda Brabant. Deze actua- analyses van Rijk of regio binnen de planhorizon van de Ook voor deze opgavekaarten geldt dat hierop de ge- lisatie heeft vervolgens na het BO-MIRT van november Gebiedsagenda kunnen gaan spelen. Bij elk van deze zamenlijke opgaven van Rijk en Brabantse partners figure- 2012 plaatsgevonden. Daarbij is door middel van regio- opgave is aangegeven of het een wens van de regio ren. Daarnaast zijn er een aantal zogenaamde inzoom- nale opgaven en acties verder invulling gegeven aan de betreft. Over de aanpak van deze opgaven bestaat geen en themakaarten opgenomen die ruimte bieden voor opgaven. Ook zijn de randvoorwaardelijke opgaven commitment tussen Rijk en regio. Urgentie moet nog meer detail. Op deze kaarten staan ook opgaven waarbij verbreed tot de aspecten water, natuur en landschap worden aangetoond. Noch het Rijk noch de regio is dan alleen de Brabantse partners betrokken zijn. enerzijds en verstedelijking en verkeer & vervoer anderzijds ook in geen enkele zin aan deze ideeën gebonden.In de kolommen worden de verantwoordelijkheden beschreven. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de wijze waarop 1.6 Leeswijzer Opgaven en projecten in de kolom „Rijk‟ zijn primair een de visie en ambitie uit deze Gebiedsagenda met betrek- verantwoordelijkheid voor het Rijk. Opgaven en projecten king tot de ruimtelijke ontwikkeling van Brabant wordt Hoofdstuk 2 gaat in op de langetermijnambitie voor de in de kolom „Rijk – regio‟ zijn een gezamenlijke verant- geëffectueerd in programma‟s en projecten en hoe provincie Noord-Brabant als geheel en op de onder- woordelijkheid. Voor de mogelijke opgaven voor de toe- daarover vervolgafspraken worden gemaakt tussen Rijk en scheidende profielen van de vier deelregio‟s binnen komst geldt dat in deze kolom het Rijk (vooralsnog) geen Regionale partners. Brabant. opgave ziet, maar soms wel eigenaar is van genoemde In hoofdstuk 3 zijn de vier hoofdopgaven voor Noord- infrastructuur. Opgaven en projecten in de kolom „Regio‟ Brabant uitgewerkt: Brainport Regio Eindhoven, Mainte- zijn primair een regionale verantwoordelijkheid. nance Valley, Logistiek en Agro & food. In hoofdstuk 4 Brabant Mozaïek wordt ingegaan op de Het begrip Regio omvat in het geval van de Gebieds- randvoorwaardelijke opgaven. Het gaat hierbij om de agenda Brabant het grondgebied van de provincie opgaven op het vlak van verstedelijking en mobiliteit Noord-Brabant en de daarbinnen actieve Brabantse („rood en grijs‟), water („blauw‟) en natuur en landschap partners (provincie Noord-Brabant, stedelijk netwerk Bra- („groen‟). Al deze randvoorwaardelijke opgaven onder- bantStad, Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, regio steunen enerzijds de hoofdopgaven en hebben ander- West-Brabant, regio Hart van Brabant, regio 5-sterren zijds de ambitie om het kenmerkende Brabant Mozaïek in Noordoost-Brabant en de Brabantse Waterschappen). Het stand te houden en te versterken. begrip Regio wordt zodoende breder gehanteerd dan Er is voor gekozen om niet ook nog een indeling in regio- voor elk van de vier Brabantse regio‟s. Om verwarring te nale opgaven op te nemen. Centraal staan in deze voorkomen is in dit document het begrip Regio (met een Gebiedsagenda integrale, bovenregionale opgaven. Wel hoofdletter) gehanteerd als het om Brabant in zijn geheel zijn in hoofdstuk 2 korte profielbeschrijvingen opgenomen gaat en het begrip regio (met een kleine letter) als het om van de vier Brabantse regio‟s, waarin de accenten die de een van de Brabantse regio‟s gaat. verschillende regio‟s leggen binnen de opgenomen Bij het opnemen van acties in de matrices is volledigheid integrale opgaven geschetst worden. per opgave nagestreefd. Consequentie daarvan is dat er acties zijn die in meerdere matrices opgevoerd worden Matrices (bijvoorbeeld als een actie zowel relevant is binnen de De acties die voortkomen uit de opgaven uit hoofdstuk 3 opgave Brainport als binnen de opgave verstedelijking). en 4 zijn aan het slot van iedere paragraaf in een matrix De opstellers realiseren zich dat daarmee dubbelingen samengevat. Een voorbeeldmatrix is hieronder opgeno- voorkomen, maar vinden het waardevol dat op het ni-

Voorbeeldmatrix verantwoordelijkheid/fasering bij opgaven in hoofdstukken 3 en 4 Rijk Rijk-Regio Regio Lopende projecten Actie 1 Actie 3 Actie 5 Nieuw / ideeënfase Actie 2 Actie 4 Actie 6 Gebiedsagenda Brabant 6

2 Brabant: land van kennis en innovatie aanwezig is om de goederen- en informatiestromen           efficiënt, duurzaam en effectief te plannen, te organise- 2.2 Ambitie van Brabant: excellente Europese kennis- ren, uit te voeren en te besturen. Slimme ketenregie bij en innovatieregio internationale logistieke activiteiten staat centraal, samen 2.1 Positie en kracht van Brabant met het creëren van toegevoegde waarde en nieuwe Brabant heeft een goede uitgangspositie als Europese werkgelegenheid. Ook het versterken van de hoogstede- Brabant is onderdeel van de Eurodelta, een agglomeratie kennis- en innovatieregio. Het is niet vanzelfsprekend dat lijkheid binnen het stedelijke netwerk en het vergroten van die zich uitstrekt van de tot Vlaanderen, inclusief Brabant die positie kan vasthouden. Brabant moet investe- de quality of life leveren een bijdrage aan het versterken Brussel en Luik, en de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Deze ren in de internationale positie en concurrentiekracht van van het internationale vestigingsklimaat. Eurodelta staat qua verstedelijking, bevolkingsomvang en de regio. Door de polycentrische structuur van Brabant, In het kader van de Strategische Agenda BrabantStad economische productiviteit op nummer drie van de met in internationaal perspectief relatief kleine steden, is wordt gewerkt aan het traject #Brabant. Het project is wereldranglijst van gebieden met metropoolkarakteristie- een goede interregionale connectiviteit noodzakelijk voor gericht op het versterken van het Brabantse stedelijk net- ken. Dit gebied is in economische zin sterk verweven. De het creëren van economisch grotere marktgebieden en werk, ook wel aangeduid als Mozaïek Metropool: een import- &exportrelaties tussen Nederland, België en Duits- één verbonden kennisagglomeratie. onderscheidend stedelijk netwerk, dat essentieel anders is land spelen zich voor 71% binnen de Eurodelta af. Duurzaamheid, kennisontwikkeling, innovatie en samen- dan Randstad, Ruhrgebied of Vlaamse Ruit en dat is De provincie is een belangrijke motor voor de Nederland- werking zijn sleutelwoorden voor de verdere ontwikkeling toegesneden op de ruimtelijke en sociaal culturele ken- se kenniseconomie. Noord-Brabant en in het bijzonder de van Brabant. De aantrekkingskracht van Brabant op ken- merken van Brabant. Onderscheidend kenmerk is het Brainportregio doen het goed in Europees verband. Dat niswerkers en creatievelingen wordt vooral bepaald door mozaïek. Het gaat om een nieuw type stedelijkheid dat betaalt zich uit in de rankings van de meest innovatieve de aanwezigheid van kennisinstellingen, de voorbij de traditionele tegenstelling stad-land gaat en regio‟s in de EU en in het geval van de Brainport Regio (maak)industrie, de laboratoria en de researchcentra vorm geeft aan een nieuwe ruimtelijke en economische Eindhoven zelfs van de wereld2. Dat Noord-Brabant zo‟n (High Tech, Automotive, Supply Chain) gekoppeld aan de vervlechting van steden, dorpen en landschappen. sterke positie heeft verworven is onder meer te danken middelgrote Europese stedelijkheid. De aanwezige techni- In de loop van 2012 is er in het kader van #Brabant een aan de centrale ligging ten opzichte van omliggende sche knowhow in Brabant biedt tevens kansen voor het analyse gemaakt. Deze analyse is gedeeld met verschil- stedelijke netwerken zoals de Randstad, de Vlaamse Ruit oplossen van de klimaat- en energieopgaven van de lende stakeholders, waaronder de Brabantse regio‟s en en het Ruhrgebied en de verbinding met deze gebieden. toekomst. Kennis en innovatie in klimaatbestendigheid, vertegenwoordigers van bedrijfsleven, kennisinstellingen Noord-Brabant kent daarnaast een uitzonderlijk sterke duurzame energie en schone brandstoffen zijn wereldwijd en maatschappelijke organisaties. Een belangrijk aan- combinatie van onderzoeks- en kennisinstellingen, kennis- te verkopen en creëren nieuwe werkgelegenheid. dachtspunt uit de analyse is de beperkte agglomeratie- intensieve bedrijven en hoogwaardige maakindustrie. In Het Rijk en de Brabantse partijen willen Brabant verder kracht die het Brabantse stedelijk netwerk kenmerkt. Ver- Brabant zijn wereldwijd opererende bedrijven gevestigd ontwikkelen tot een op Europees niveau concurrerende sterking van het internationale vestigingsklimaat van Bra- als ASML, Heineken, Fuji, NXP, Paccar/DAF, Philip Morris, kennisregio, met een diversiteit aan florerende economi- bant en van de knooppunten in het Brabantse stedelijk , SABIC, Nyrstar en VDL, naast een sterke industriële sche clusters. De ontwikkeling van de topsectoren uit de netwerk kunnen een bijdrage leveren aan het vergroten structuur van midden- en kleinbedrijf. Deze bijzondere Bedrijfslevenbrief staat centraal: Hightech Systemen & van die agglomeratiekracht. Door middel van vliegwiel- economische structuur biedt perspectief voor nieuwe Materialen in het zuidoosten, Agro & food in het oosten en projecten wordt aan die versterking gewerkt. Resultaten kansrijke clusters in de kennisindustrie, zoals life sciences, Logistiek, Energie en Maintenance in het midden en zijn opgaven en projecten die ook zullen landen in de logistiek, maintenance en duurzame energietechnologie. westen. In de SVIR zijn in Brabant de Brainport Regio Eind- Gebiedsagenda. Een voorbeeld hiervan is de gebieds- Het bijzondere verstedelijkingspatroon met een fijnmazige hoven en Maintenance Valley benoemd als stedelijke ontwikkeling Brainport Avenue, dat inmiddels onderwerp is vervlechting van stad en landelijk gebied zorgt voor een regio‟s met een concentratie van topsectoren, waar van een MIRT-onderzoek. #Brabant beoogt meer van dit prettig woon- en leefklimaat. sprake is van nationale opgaven en belangen. soort vliegwielprojecten voort te brengen. Dat gebeurt in In het verlengde van deze nationale opgaven en belan- deze fase door het gezamenlijk opstellen van richtingge- gen wordt uit oogpunt van het versterken van het interna- vende principes die dienstbaar kunnen zijn bij de selectie tionale vestigingsklimaat prioriteit gegeven aan het ver- en ondersteuning van deze vliegwielprojecten. sterken van de verdere ontwikkeling van de kennisas De versterking van de relatie stad-land is ook onderdeel Amsterdam - Eindhoven - Aachen/Luik en de logistieke van de Brabantse deelname aan de 6e Internationale assen door Brabant (Rotterdam - België, Rotterdam - Architectuur Biënnale Rotterdam in 2014. In een van de Venlo - Duitsland en Antwerpen - Venlo - Duitsland). Met drie ontwerpateliers in het kader van de IABR zal Bra- 2 Intelligent Community Forum heeft de regio Eindhoven uitgeroepen deze focus op de logistieke assen positioneert Brabant bant(Stad) centraal staan. tot Intelligent Community of the year 2011 („slimste regio van de we- zich als synchromodale regio, waar de kennis en kunde reld‟).

Gebiedsagenda Brabant 7

Brabant heeft een centrale ligging binnen de noordweste- ambitie is om deze gebieden onderling te verbinden tot in gelegen om ervoor te zorgen dat het in West-Brabant lijke delta van Europa en is een belangrijk doorvoergebied een sterk groen netwerk. goed toeven is en blijft. naar het Europese achterland van deze delta. Brabant heeft de ambitie om actief bij te dragen aan de lange- 2.3.2 Hart van Brabant 2.3.4 5-sterren Noordoost-Brabant termijn-doelstellingen van Europa. Dat doen wij door de De regio Hart van Brabant is centraal gelegen in de pro- In Noordoost-Brabant werken onder de naam 5-sterren agenda van Europa 2020 van slimme, duurzame en vincie Noord-Brabant en kent een aantrekkelijk woon-, Noordoost-Brabant ondernemers, onderwijs, overheid en inclusieve groei regionaal uit te werken. De ruimtelijke werk- en leefklimaat. Social innovation als rode draad overige intermediairs samen om de economie te verster- doorvertaling van en aansluiting bij de Research and geeft in Hart van Brabant richting aan de gezamenlijke ken en de leefbaarheid te behouden. 5-sterren Noord- Innovation Strategy for Smart Specialisation (RIS3) is dan ambitie op economisch vlak in samenwerking tussen oost-Brabant richt zich op vier speerpunten: Ondernemen ook van groot belang. overheden, onderzoek- en onderwijsinstellingen, bedrijfsle- (een goede infrastructuur en faciliteiten creëren voor de ven en zorginstellingen. De regio bezit sterke onderwijs- en vestiging en ontwikkeling van bedrijven), Innoveren: (het 2.3 Regioprofielen kennisclusters, die vooral excelleren in de gammaweten- vergroten van de innovatieve slagkracht), Werken en Brabant bestaat uit vier regio‟s die elk een onderschei- schappen. Hart van Brabant kan toegevoegde waarde studeren (de beschikbaarheid garanderen van voldoende dend profiel hebben. Deze profielen geven, elk met hun leveren in de combinatie van kennis en creativiteit en gekwalificeerd personeel) en Duurzaam wonen en leven eigen accent, invulling aan de Brabantse ambitie om tot door haar ketenkracht: denken, doen, maken en ver- (de voorwaarden scheppen voor een aantrekkelijk woon- de top van kennis- en innovatieregio‟s in Europa te beho- spreiden. Daarbij worden verbindingen gezocht met en leefklimaat). 5-sterren Noordoost-Brabant legt de focus ren. Brainport Regio Eindhoven en met (Dinalog/NHTV, op de agro & food-sector met cross-overs naar andere maintenance). In Midpoint Brabant werken overheden sectoren. Agro & food is al decennialang het fundament (gemeenten), onderwijs- en kennisinstellingen en bedrijfs- van de economie in deze regio. De regio loopt voorop

2.3.1 Brainport Regio Eindhoven leven samen aan een economische ontwikkelopgave waar het gaat om zuinig omgaan met grondstoffen en Brainport Regio Eindhoven behoort tot de toptechnolo- voor vier economische clusters: logistiek, leisure, aerospa- energie, en levert slimme oplossingen voor de mondiaal gische regio‟s van Europa en levert een belangrijke bij- ce & maintenance en zorg/care. Op het gebied van toenemende vraag naar kwalitatief hoogwaardig voed- drage aan de economische en innovatieve prestaties leisure onderscheidt deze regio zich van andere regio‟s. sel. Ze zet daarbij in op voldoende biodiversiteit en speelt van Nederland. Technologieregio betekent dat de eco- De combinatie van aantrekkelijke ligging, kennis, innova- in op de behoefte van de (kritische) consument van mor- nomie een sterk hightechkarakter heeft, zeer kennisinten- tiekracht en een krachtige veelzijdige economie zorgen gen. Noordoost-Brabant is de ideale proeftuin voor duur- sief en innovatief is en voorop loopt in de internationale voor een solide ontwikkelbasis. zame landbouw gecombineerd met innovaties in agro & markt. De toptechnologische regio is en wordt tot stand food. De sterke industriële basis in Noordoost-Brabant met gebracht door bedrijfsleven, kennisinstellingen en overhe- 2.3.3 West-Brabant een aantal grote internationale bedrijven zorgt voor een den. Zij staan gezamenlijk aan de lat om een internatio- goede voedingsbodem voor economische vernieuwin- West-Brabant bestaat uit een zeekleigebied (noordelijk naal aantrekkelijk vestigingsklimaat te creëren. Om dit te gen. De regio 5-sterren Noordoost-Brabant wil deze eco- deel) en een meer bosrijk gebied in het zuiden (zand- bereiken wordt ingezet op excellente internationale be- nomische vernieuwingen aanjagen vanuit de thema‟s: gronden). Daartussen bevindt zich een overgangszone reikbaarheid en (digitale) connectiviteit binnen de regio; onderwijs en arbeidsmarkt, vestigingsmilieus, vitaal lande- („de naad‟) waar de West-Brabantse stedenrij ligt (van meer hoogstedelijkheid in de steden Eindhoven en Hel- lijk gebied, omgeving en water, energie en duurzaam- Bergen op Zoom tot ). De ligging van de regio mond, hoogwaardige toplocaties (campussen) en directe heid, bereikbaarheid en mobiliteit en ondernemen en West-Brabant tussen de mainports Rotterdam en Antwer- nabijheid van natuur, landschap en attractieve woon- innovatie. 5-sterren Noordoost-Brabant zet met agro & pen (ook wel aangeduid als de Vlaams Nederlandse werkmilieus in het landelijk gebied. Door het toevoegen food de regio op de (inter)nationale kaart. Delta) geeft de regio een bijzondere economische poten- van typische Brainport-kenmerken als het hergebruik van tie. Drie speerpuntsectoren staan centraal binnen de (post)industrieel erfgoed, de zichtbare aanwezigheid van technologie en design in het straatbeeld en excellent economische ontwikkeling van de regio: Logistiek, Bioba- sed Economy en Maintenance. Rondom deze drie secto- Hierna invoegen: gastheerschap (fysieke ruimte bieden & communityvor- kaart en legenda Brabant Hoofdopgaven rijk-regio ming) wordt kwaliteit en onderscheidend vermogen ge- ren zien overheid, bedrijfsleven en onderwijs in West- creëerd. De regionale strategie richt zich op twee groot- Brabant nieuwe kansen voor de ontwikkeling van de regio. schalige ontwikkelingen die met steun van het rijk en Daarnaast hebben ook de agro-, zorg- en vrijetijdssector provincie worden aangepakt: Brainport Oost en Brainport de nodige potentie. De economische ontwikkeling van de Avenue. Daaromheen ligt een aantal grootschalige ge- regio voltrekt zich binnen de kaders van duurzaamheid. bieden met een sterk accent op natuur en landschap. De Economie, ecologie en leefbaarheid dienen met elkaar in balans te blijven. De opgave van de regio is er uiteindelijk

Gebiedsagenda Brabant 8

positie van hightechregio‟s in de wereld in 2020. Daarnaast Naast deze twee hoofdopgaven zijn er in Brainport Oost 3 Hoofdopgaven voor Brabant kan de bijdrage van Zuidoost-Nederland aan het bruto andere ruimtelijke en economische ontwikkelingen die even- nationaal product naar verwachting stijgen met €40 miljard eens wezenlijke kansen bieden voor de versterking van de tot €136 miljard per jaar en stevent deze regio af op vrijwel eerder genoemde topsectoreninnovaties en de quality of Er zijn vier hoofdopgaven voor Brabant, twee die vooral complete werkgelegenheid. life. Er ligt een nieuwe opgave om processen en partijen gebonden zijn aan een regio en twee thematische: Om de Brainport-ambities te bereiken, zijn gerichte acties rondom deze ontwikkelingen te verbinden en te stimuleren Brainport Regio Eindhoven, Maintenance Valley West- en en investeringen nodig langs de lijnen people (arbeids- om gericht samen te werken aan realisatie van deze kansen, Midden-Brabant, Logistiek en Agro & Food. Het zij opge- markt), technology, business, governance (bestuur) en gebiedskwaliteiten en andere belangrijke componenten van merkt dat er er een fase- en uitwerkingsverschil zit tussen basics (omgevingskwaliteit en infrastructuur). In het ruimtelijk de Brainport-ambities. De Stuurgroep Brainport Oost heeft de opgaven Brainport en Logisitiek enerzijds en Mainte- domein gaat het in essentie om een excellente internatio- besloten om hiervoor het traject Panorama Brainport Oost te nance Valley West- en Midden-Brabant en Agro & Food nale bereikbaarheid en connectiviteit binnen de regio, starten. anderzijds. hoogstedelijkheid, hoogwaardige toplocaties (campussen) voor kenniswerkers en een attractieve woon- en leefomge- Brainport ligt op de Kennisas A2 die van Amsterdam via Hier invoegen: ving. Het kabinet stelt een eigen verantwoordelijkheid te Eindhoven en Chemolot/Maastricht naar Aachen/Luik loopt. kaartje Brainport Eindhoven: Technology hebben voor het vestigingsklimaat van de Brainport en In ruimtelijk opzicht biedt deze as een rijk geschakeerde en geeft aan in overleg met decentrale overheden en be- afwisselende doorsnede van steden en landschappen. De

drijfsleven te zullen komen tot een urgentieaanpak. De investeringen in de ruimtelijke ontwikkeling van deze zone zijn regionale ontwikkelstrategie richt zich op twee strategische, relatief hoog geweest. Overal langs de A2 zijn tussen 2006 en 3.1  Brainport Regio Eindhoven grootschalige gebiedsontwikkelingen die met steun van het 2010 terreinen ontwikkeld, in totaal 5.000 hectare4. Dat ging Rijk worden aangepakt: Brainport Oost en Brainport Avenue. lang niet altijd om alleen terreinen in de kennissfeer, maar 3.1.1 Opgaven en ontwikkelingen ook om gemengde terreinen of kantoorlocaties. De A2-as Zuidoost-Nederland, oftewel „Brainport‟ (Midden-Brabant, In het oostelijk deel van de Brainportregio concentreren heeft de vorm van een ladderstructuur met de A2 en de Noordoost-Brabant, Zuidoost-Brabant en Limburg) behoort grootschalige ontwikkelingen zich ten oosten van Eindho- intercityverbinding als de stijlen en de dwarsverbindingen tot de innovatieve topregio‟s in Europa en heeft een ven tot en met , en Asten. Binnen de tussen A2-locaties en centrale stationsgebieden als de spor- belangrijk aandeel in de economische en innovatieve gebiedsontwikkeling Brainport Oost worden, complementair ten van de ladder. Als de relatie tussen de snelweg en het prestaties van Nederland. Brainport is na de Mainport aan Brainport Avenue, belangrijke componenten van de spoor versterkt wordt, kan nog meer interactie en ruimtelijke Amsterdam de tweede economie van Nederland3. De Brainport-ambities gerealiseerd. Het gaat om de verdere ontwikkeling ontstaan. Rond toekomstige stations als Utrecht stedelijke regio Eindhoven is, zoals uit onderstaand kaartje ontwikkeling van de aanwezige economische topsectoren, Leidse Rijn of ‟s-Hertogenbosch Avenue2 en langs de duur- blijkt, dé kernregio van Brainport en vormt het concentra- in het bijzonder van Agro&Food en High Tech in relatie tot zame landzijdige spoor/HOV-ontsluiting van Eindhoven Airport tiepunt van sterke bedrijven en kennisinstellingen in met Automotive. Er bevinden zich concentraties van werkloca- kunnen multimodale, hoogstedelijke nevencentra ontstaan. name de topsectoren High Tech, Life Sciences & Health, ties op de High Tech Automotive Campus, in het Food De ontwikkeling van snelweglocaties en stationsgebieden zal Creatieve Industrie (Design), Agro & Food en sinds recent Technology Park Brainport en nabij de N279 en de N270, in balans moeten zijn met de capaciteitsvergroting van de ook Energie. waar een specialisatie plaatsvindt van foodprocessing A2 en de spoorlijn tussen Amsterdam en Eindhoven. De binnen de agro & food-keten. Daarbij wordt nadrukkelijk snelweg en de spoorlijn zullen dan meer als een samenhan- aangetakt op Oost-Brabant en Noord-Limburg en worden gend multimodaal verkeers- en vervoerssysteem gaan func- In opdracht van het kabinet is in 2011 een integrale visie, verbindingen gelegd tussen Brainport en Greenport. De tioneren. strategie en uitvoeringsprogramma opgesteld voor de toepassing van innovaties in automotive levert een belang- doorontwikkeling van Brainport. In zijn reactie onderschrijft rijke bijdrage aan de uitstraling en beleving van de Brain- Binnen de Brainport Regio Eindhoven concentreren zich het kabinet de ambitie en visie, zoals vastgelegd in het portregio als proeftuin voor slimme mobiliteit. De focus ligt onder de noemer Brainport Avenue tal van ontwikkelingen in rapport Brainport 2020 en de daaruit voortvloeiende op de realisatie van een wegenruit om het stedelijk gebied de zone aan weerszijden van de A2/N2 Randweg. In deze uitvoeringsagenda, omdat deze nauw aansluit bij de Eindhoven-Helmond (Noordoostcorridor/N279). De Rijksbij- zone bevindt zich een hoge concentratie aan bedrijvigheid koers in de Bedrijfslevenbrief en de agenda‟s voor de drage voor de Noordoostcorridor is vastgesteld op €259 uit de topsectoren,waarbij de meest in het oog springende topsectoren. Realisatie van Brainport 2020 geeft perspec- miljoen. Daarnaast wordt in Brainport Oost gericht geïnves- bedrijven actief zijn in de sector Hightech Systemen & Mate- tief op een top-drie-positie in Europa en een top-tien- teerd in het groene gebied tussen Eindhoven en Helmond, rialen. Het belang en de verdere potentie van Brainport Avenue is erkend in de Nota Ruimte en de SVIR. De Rijksbij- het Rijk van Dommel en Aa, aanhakend op groenblauwe 3 Brainport 2020, Top Economy Smart Society, Brainport Development en recreatieve ontwikkelkansen. NV, Eindhoven 2011 4CBS, Veranderend landschap langs de A2, 2013

Gebiedsagenda Brabant 9

drage voor de ontwikkeling van Brainport Avenue tot 2020 dingsmiddelen- en hightechindustrie. De gemene deler is termijnen: besluitvorming over de spoor/HOV-ontsluiting is vastgesteld op €65 miljoen. Belangrijke programmaon- dat voor beide topsectoren geldt dat een goede internati- vindt plaats in 2015 en is gekoppeld aan de afgespro- derdelen zijn de realisatie van een nieuwe aansluiting op onale bereikbaarheid door de lucht en over de weg cruci- ken evaluatie in dat jaar; de A67 (ASML/ west), een nieuwe noordelijke aal is. Een goede spoor- en wegverbinding met de Noord- - het gezamenlijke identificeren van en afspraken maken aansluiting op de A2 (Eindhoven Airport/BIC), het Groene vleugel/Groot Amsterdam is eveneens van groot belang over quick wins waarmee de lopende gebiedsontwikke- Raamwerk Landelijk Strijp en de Slowlane. Hiernaast wordt vanwege de daar aanwezige concentratie van financiële lingen binnen Brainport Avenue kan worden versneld een HOV-lijn naar de High Tech Campus aangelegd. Voor diensten, publieke R&D-kennis en de internationale lucht- (bijvoorbeeld door het experimenteren met wet- en re- de toekomst biedt vooral de positie en doorontwikkeling haven Schiphol. De plek in Brabant waar de hightech gelgeving, grondbeleid, experimenteerruimte, het an- van de luchthaven en de realisatie van de thematische cluster is geconcentreerd en wordt uitgebouwd, is Brainport ders organiseren van beheer en onderhoud, vastgoed- Brainport Innovatie Campus nieuw perspectief. De ambitie Avenue. strategie, regelvrije zones, kennis en capaciteit beschik- van de regio is om Brainport Avenue te transformeren tot De aanzet voor de ontwikkeling van Brainport Avenue tot baar stellen, PPS en de inzet van het College van Rijks- een metropolitaan gebied, uniek vervlochten in een een internationale toplocatie voor hightechindustrie is door adviseurs) en waarmee de (H)OV-bereikbaarheid van landschap van allure en uitstekend aangehaakt op het Rijk en Regio gezamenlijk gegeven in het project Brainport Eindhoven Airport op korte termijn kan worden verbe- internationale spoorwegennet. Het versterken van de Avenue 2010-2020 uit de Nota Ruimte. Bovendien is de terd. relatie tussen snelweg, spoor (IC-station), luchthaven en groei van de luchthaven Eindhoven Airport aan de Alders- het centrum van Eindhoven kan een wezenlijke bijdrage tafel in aanzet gefaciliteerd tot 2020. Randvoorwaardelijk Het plangebied voor het MIRT-onderzoek bestaat primair uit leveren aan de beoogde ontwikkeling. Hierbij speelt ook hierbij is een duurzame landzijdige spoor/HOV-ontsluiting de omgeving van de luchthaven, een mogelijk nieuw station de bereikbaarheid per spoor op nationaal niveau (met van de luchthaven. In dit kader is een eerste verkennend en het gebied er tussen en omheen (BIC, GDC, Landelijk name Amsterdam en Schiphol) en internationaal niveau onderzoek uitgevoerd6. Dat onderzoek moet verder worden Strijp en i-Park). Dit heeft een programmatisch sterke relatie (Breda-Antwerpen-Brussel, Düsseldorf en Aachen) een rol. gebracht en worden gekoppeld aan een brede integrale met het centrum van de stad (centraal station en Strijp S). gebiedsontwikkeling van Brainport Avenue. Doel van het MIRT-onderzoek is om – met het oog op de Eindhoven Airport is gelegen aan de westzijde van Brain- Rijk én Regio, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, ambitie om Brainport Regio Eindhoven te laten behoren tot port Avenue. Aan de Alderstafel Eindhoven zijn afspraken staan gezamenlijk aan de lat voor deze complexe ruimte- de top van de internationale vestigingsmilieus – de mogelijk- gemaakt over de voorwaarden waaronder deze luchtha- lijke opgave. In het BO MIRT van november 2012 is beslo- heden en meerwaarde in beeld te brengen van de verdere ven gefaseerd een deel van de functies van Schiphol kan ten om het MIRT-onderzoek Brainport Avenue 2020-2040 te gebiedsontwikkeling van Brainport Avenue in de periode overnemen. Het aan het kabinet hierover uitgebrachte en starten: 2020-2040. door de regio gedragen advies is door het kabinet en de Tweede Kamer omarmd. De afspraken strekken tot 2020. - opstarten van een gezamenlijk gebiedsgericht MIRT- Door betrokken partijen wordt momenteel gewerkt aan de onderzoek, waarin bereikbaarheidsknelpunten, eco- Hier invoegen: realisatie van de diverse afspraken uit het Aldersadvies. nomische en ruimtelijke ontwikkelingen en een goede kaartje Brainport Avenue Een tussentijds evaluatiemoment is voor 2015 voorzien. ruimtelijke inpassing binnen Brainport Avenue in sa- menhang worden gebracht, teneinde dit gebied te 3.1.2 Acties transformeren tot een internationale toplocatie voor de hightechindustrie. Het MIRT-onderzoek is gericht op

het ontwikkelen van een integrale gebiedsvisie. Daar- Bovenregionale acties na kan worden besloten om een businesscase met

bijbehorende uitvoeringsagenda en instrumentarium Brainport Avenue 2020-2040 voor de planperiode 2020 – 2040 te ontwikkelen; De investeringen van Rijk en Regio in Brainport hebben tot - het vervolgonderzoek naar een duurzame landzijdige doel om excellente basisvoorwaarden te creëren waar- spoor/HOV-ontsluiting van Eindhoven Airport en omge- mee Brainport de internationale concurrentiestrijd kan ving op het intercitynetwerk (zowel de Shuttle- als de aangaan met kennisregio‟s wereldwijd. Uit een recente IC-variant als mogelijk nieuw te ontwikkelen optie) PBL studie5 blijkt dat Brabant zich onderscheidt in de voe- wordt geïncorporeerd in het MIRT-onderzoek met in- achtneming van de in de Alderstafels aangegeven 5 De international concurrentiepositie van de topsectoren/ de concur- ren-tiepositie van de topsectoren in Noord-Brabant (PBL, 2012) 6 Eindhoven Airport. Rapport verkennend onderzoek alternatieven duur- zame landzijdige HOV ontsluiting, ProRail oktober 2012.

Gebiedsagenda Brabant 10

Regionale acties ningen), al dan niet geclusterd in communities. Rijk van Dommel en Aa, Brainport Oost en de Groene Peel- Deze worden bij voorkeur ontwikkeld in te trans- vallei. De focus van de totale opgave voor Zuidoost-Brabant ligt formeren historisch erfgoed. op de ruimtelijke randvoorwaarden voor een sterke kennis- Projecten: Internationale School , Arbeidsmigran- - Rijk van Dommel en Aa regio. Centraal staat het creëren van een internationaal tenhotels, Cantine Budel-Dorplein en Kazerne Het Rijk van Dommel en Aa is het gebied tussen de steden aantrekkelijk vestigingsklimaat. De regionale acties betref- Budel. Eindhoven en Helmond. Het oorspronkelijke en diverse ka- fen diverse integrale gebiedsopgaven. Hiernaast wordt rakter van het gebied en de vele voorzieningen om de vrije een actieve inzet gepleegd om de volgende typische 4. De straat als innovatielab inzetten (zie paragraaf tijd plezierig door te brengen, zijn de aantrekkelijke kenmer- Brainport-thema‟s toe te passen in ruimtelijke projecten en 4.2) ken van het Rijk van Dommel en Aa. Omdat dit groene acties: De regio zal zich inspannen om technologie gebied belangrijk is voor de inwoners van de regio, en dan tastbaar aanwezig te laten zijn in het straatbeeld. vooral uit de steden, is een gebiedsontwikkeling opgestart. Er 1. Campusontwikkeling bevorderen Projecten: Openbare ruimte centrum Eindhoven, worden meer natuurgebieden gecreëerd, fiets- en wandel- De regio heeft een campusstrategie ontwikkeld Openbare ruimte Brainport Avenue, Slowlane en paden aangelegd en sport- en recreatievoorzieningen ge- en voert die momenteel actief uit. Er is één vol- A270. maakt. Het Rijk van Dommel en Aa kan niet zonder uitbrei- waardige campus (High Tech Campus Eindho- ding van de natuur om als recreatiegebied aantrekkelijk te ven), drie groeicampussen (TU/e Science Park, Gebiedsontwikkeling Brainport Oost blijven. Daarom wordt door de betrokken partijen (provincie, High Tech Automotive Campus, Food Techno- Deze valt in drie hoofdcomponenten uiteen: waterschappen, gemeenten en SRE) ingezet om delen van logy Park Brainport) en twee initiatiefcampussen het gebied onderdeel te maken van de Ecologische Hoofd- (Brainport Innovatie Campus, Health Technology - Noordoostcorridor - N279 structuur. Dat is een manier om de natuur, flora en fauna Park). Daarnaast is een aantal thematische Het project „Noordoostcorridor‟ gaat in hoofdzaak over het beter te beschermen. De betrokken gemeenten hebben hoogwaardige terreinen in ontwikkeling met een verbeteren van de weg N279 langs de Zuid-Willemsvaart gezamenlijk een Intergemeentelijke Structuurvisie voor het sterke kenniscomponent, waaronder Deurne tussen Veghel en de A67, in combinatie met de aanleg gebied vastgesteld. Deze dient als richtinggevend kader Paardenwereld, Science Park Ekkersrijt en Duur- van een oost-westverbinding (tussen A50/A58 bij Ekkersrijt en voor de verdere ontwikkeling. zaam Industriepark Cranendonck (DIC). de N279). Met deze aanpassingen aan de infrastructuur Projecten: TU/e Science Park, High Tech Automo- wordt de zogenaamde „ruit om Eindhoven-Helmond‟ vol- Grenscorridor N69 tive Campus, BIC, Health Technology Park, Food tooid. De aanpassingen aan de infrastructuur moeten De provinciale weg N69 is de weg van Eindhoven naar Bel- Technology Park Brainport, Deurne Paarden- leiden tot het verbeteren van de bereikbaarheid van het gië die dwars door Aalst en loopt. De N69 is wereld, Science Park Ekkersrijt en DIC. oostelijk deel van de regio Eindhoven-Helmond, het ver- een veelgebruikte route voor internationaal en bovenregio- binden van economische clusters in Brainport, het vergro- naal (vracht)verkeer. Door de forse verkeerstoename in de 2. Nieuwe economie in postindustriële locaties be- ten van de robuustheid van het wegennet zodat deze afgelopen decennia, is de N69 overbelast geraakt. Daar- vorderen toekomstbestendig is en tot een verbeterde leefbaarheid door is er een verslechterde bereikbaarheid en doorstroming De regio heeft een eerste inventarisatie uitge- (het verkeersluw maken van het Rijk van Dommel en Aa, met meer reistijd en sluipverkeer. Maar ook zijn er leefbaar- voerd. Het is nu zaak om een bijbehorend sa- een gebied waar natuur en recreatie centraal staan). heidproblemen ontstaan in deze regio door luchtverontreini- menhangend programma op te stellen. Interes- ging en geluidoverlast. In het project Grenscorridor N69 gaat sant is te onderzoeken of door koppeling en - Panorama Brainport Oost het om de leefbaarheid én bereikbaarheid in het gebied samenwerking tussen meerdere kleinschalige De komst van de Noordoostcorridor biedt kansen voor de rondom de N69. Werken aan de Grenscorridor N69 is werken initiatieven in het landelijk gebied een samen- verdere economische ontwikkeling van het gebied, waarbij aan een totaaloplossing: het gaat om een integrale ge- hangend programma kan worden ontwikkeld met name wordt ingezet op de topsectoren agro & food biedsontwikkeling, waarbij aspecten als bereikbaarheid, zoals „Fabrieksdorpen‟. en automotive. Voor de versterking van de quality of life in leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit een belangrijke rol spe- Projecten: Kanaalzone Helmond, Strijp S, NRE- Brainport Oost is het van belang om de robuuste groen- len. Er moet zodoende niet alleen een oplossing gevonden terrein, Schellensfabriek, De Ploeg en Fabrieks- blauwe structuur, de fijnmazige cultuur-historische patronen worden die verkeerskundig van aard is, maar die ook oog dorpen. en het agrarische karakter van De Peel in stand te houden heeft voor bewoners en bedrijven, landbouw, natuurontwikke- en te versterken. Bij agro & food wordt daarbij gekeken ling, waterberging en recreatie. Op 15 januari 2013 hebben 3. Excellent gastheerschap naar de relaties met Oost-Brabant en Greenport Venlo. Het Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de Notitie Reikwijd- De regio moet ruimte bieden aan nieuwkomers Panorama wordt gezien als een groeimodel, waarbij zo- te en Detailniveau „Grenscorridor N69‟ vastgesteld en vrijge- en kenniswerkers. Het gaat om aan initiatieven veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande geven voor inspraak. Gemeenten beraden zich op de mo- voor eigen levensstijlen (huisvesting en voorzie- strategische kaders zoals structuurvisies, de visies voor het gelijkheid om de nieuwe N69 aan te grijpen voor nieuwe

Gebiedsagenda Brabant 11

ontwikkelingen of herontwikkeling zoals rondom het Euro- Transnationaal Landschap Groote Heide Hier invoegen: circuit. Transnationaal Landschap De Groote Heide (TNLGH) is een kaartje Brainport Avenue / Brainport Oost initiatief van de gemeenten Spoorzones en (nieuwe) knooppunten Cranendonck, Hamont-Achel (B), Heeze-Leende, Neerpelt De steden Eindhoven en Helmond hebben een intensief (B) en Valkenswaard. Het spoorzoneprogramma met als focus het verdichten, grondgebied van TNLGH (totaal oppervlak bijna 35.000 verstedelijken en intensiveren (functiemenging) rond beide hectare) loopt van de oksel tussen IC-stations. Deze stations worden in samenwerking met NS Eindhoven en Geldrop (gehucht Riel) tot en met de oksel omgebouwd, er worden ongelijkvloerse kruisingen met het van Lommel en Overpelt (De spoor aangelegd en de omgeving van de stations on- Groote Heide). Het totale oppervlak bedraagt meer dan dergaat een transformatie. In Eindhoven is deze opgave 6.000 hectare natuur en landschap en is zo groot, dat ze gefaseerd wordt uitgevoerd: eerst aan de daarmee het grootste aaneengesloten natuurgebied van zuidzijde en later aan de noordzijde. De korte afstand de provincie Noord-Brabant. Qua tussen het TU/e Science Park en het station is uniek en biodiversiteit zit het TNLGH in de „Champions League‟ van gaat beter benut worden. Bijzondere plekken van nieuwe Europa. Het TNLGH wordt vooral stedelijkheid zijn in beide steden de transformatiegebie- bezocht door de eigen inwoners van het gebied. Op basis den van grootschalige industrie: Strijp S in Eindhoven en van tellingen door natuurbeherende instanties raakt de de Kanaalzone (met Suytkade) in Helmond. Beide plekken teller ruim 3 miljoen bezoekers per jaar. TNLGH is centraal liggen op relatief korte afstand van de NS-stations. De gelegen tussen stedelijke gebieden. In de randen van het (fysieke) relatie tussen het station en die gebieden moet gebied vindt men dus allerlei stedelijke voorzieningen, versterkt worden. In Deurne wordt de spoorzone eveneens terwijl kleinschalig beeklandschap en unieke natuur nooit getransformeerd van bedrijventerrein naar woongebied. ver weg zijn. Vanwege haar ligging binnen de Brainport- Hierbij wordt de barrièrewerking van het spoor verminderd regio, „de slimste regio‟ van de wereld in 2011/2012, willen zodat de noord- en zuidzijde van de kern beter met elkaar we het gebied profileren als „het slimme bos‟ met kenmer- verbonden worden. Bovendien wordt een spoortunnel ken als werkplekken in het „WiFi-bos‟ en de nieuwste snufjes aangelegd. gekoppeld aan natuur en landschap. De ambitie van de Naast de hoofdcentra worden ook (nieuwe) stedelijke samenwerkende gemeenten is hiermee de „Brainport- knooppunten ontwikkeld op de knopen van HOV-lijnen. In beleving‟ te versterken, maar ook om een zeer aantrekkelijk Eindhoven gaat het in eerste instantie om de ontwikkeling recreatief gebied te ontwikkelen, waarin vrijetijd en werktijd van Winkelcentrum Woensel en Eindhoven Airport (Airport in elkaar overlopen. Het moet een uniek landschap worden City) en om de ontwikkeling van Woonboulevard Ekkersrijt waarin innovatie en beleving elkaar ontmoeten. tot een breder georiënteerd leisuregebied met detailhan- del. Na de aanleg van de Ruit zal dit gebied zich nog Duurzaam Industriepark Cranendonck sterker doorontwikkelen vanwege de verbeterde regionale Het Duurzaam Industriepark Cranendonck (DIC) ligt op het bereikbaarheid. Op termijn wordt Ekkersrijt ontsloten met scharnierpunt van de hightech-kennisas A2 en de grens- HOV. overschrijdende industriële Kempische stedenas (Weert, Hamont, Lommel, Mol). Energiewinning en materiaalwin- ning zijn de leidende economische dragers in dit gebied dat zich sterk heeft ontwikkeld vanwege de beschikbare ruimte en de steeds beter wordende bereikbaarheid via kanaal en spoor. Het DIC ligt bovendien op een logistiek knooppunt (zie ook paragraaf 3.3). Op het DIC is ruimte voor 70 hectare industrieterrein en nog eens 80 hectare voor (het testen van) zonnepanelen of andere vormen van energieopwekking, energiebuffering en het benutten van restwarmte uit het industriële proces (Nyrstar).

Gebiedsagenda Brabant 12

Matrix 1 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Brainport

Rijk Rijk-Regio Regio

Lopende projecten -A2 Eindhoven – „s-Hertogenbosch (eind 2013 gereed) -MIRT-onderzoek Brainport Avenue, inclusief quick wins -Grenscorridor N69 -Luchthavenbesluit 2013 en bereikbaarheid Eindhoven Airport -Ontwikkeling spoorzones Eindhoven en Helmond -Realisatie Aldersafspraken Eindhoven en nieuwe knooppunten -Brainport Oost: Ruit Eindhoven – Helmond (Noord- -Spoorzone Deurne oostcorridor), N279 en de groen-blauwe opgave Rijk -Campusontwikkeling (HTCE; TU/e Science Park; HTAC; van Dommel en Aa FTPB) en kennisclusters (Science Park Ekkersrijt) -A2 nieuwe aansluiting Eindhoven Airport -Excellent gastheerschap -A58 – Eindhoven (verkenning) (Internationale School; Arbeidsmigrantenhotels) -Zuid-Willemsvaart - Wilhelminakanaal (onderdeel Beter -Innovatielab A270/ DITCM (A67 en A58) Benutten) -Beter Benutten Brabant, waaronder ITS -Verbouwing stationshal Eindhoven

Nieuw /ideeënfase -A67 Veldhoven – Eindhoven - Venlo7; wens regio -Internationale treinen naar België en Duitsland; wens -Brainport Oost: Gebiedsvisie Panorama Brainport Oost regio -Ontwikkeling Duurzaam Industriepark Cranendonck (DIC) -Bereikbaarheid Brainport (A2 Eindhoven – Weert; A50 -Campusontwikkeling Eindhoven – ); wens regio (Brainport Innovatie Campus, Health Technology Park en kennisclusters (Deurne Paardenwereld)) -Programma Beter Benutten 2 (2014-2017) -Ontwikkeling postindustriële locaties (Innovatielab openbare ruimte Centrum Eindhoven, Brainport Avenue, Slowlane en A270)

-Kennisas A2 (Schiphol-Eindhoven IC en s‟-Hertogenbosch Avenue 2) -Gebiedsontwikkeling Transnationaal Landschap Groo- te Heide -Spoortunnel Deurne

Hierna invoegen: kaart en legenda Brainport regio Eindhoven

7 MIRT-onderzoek A67 en mobiliteitsanalyse Beter Benutten

Gebiedsagenda Brabant 13

Gebiedsagenda Brabant 14

de SBZWN opereren sectorale stuurgroepen die activiteiten me maintenanceregio Gorinchem-Werkendam- uitvoeren op het gebied van Innovatie, Business Develop- Drechtsteden-Rijnmond. Voor wat betreft Infra valt te denken 3.2  Maintenance Valley West- en Midden-Brabant ment en Arbeidsmarkt. Het uitbouwen van de innovatie- aan het onderhoud van infrastructurele (water)kunstwerken en kracht en het benutten van de potenties zijn onderwerp infrastructuur (sluizencomplexen, buisleidingstraat). Verder van regionale ontwikkelingsstrategieën. Strategieën die tot vindt onderhoud van treinen plaats op het industrieterrein 3.2.1 Opgaven en ontwikkelingen stand zijn gekomen in nauwe samenwerking tussen bedrijfs- Loven in Tilburg. Ook kent West- en Midden-Brabant een Maintenance Valley kent haar zwaartepunt in de regio‟s leven, kennisinstellingen, en overheden (provincies, regio‟s aantal kennisinstellingen op het gebied van maintenance, West- en Midden-Brabant. In de SVIR is dit gebied aange- en steden). Deze strategieën zijn van grote waarde omdat zoals het Dutch Institute World Class Maintenance in Breda, duid als een stedelijke regio met een concentratie van de Europese Unie in het kader van de inzet van structuur- de Techniek Boulevard in Bergen op Zoom, het Rotary Wings topsectoren. Daarbij gaat het onder andere om Mainte- fondsen voor de periode 2014-2020 een zogenaamde Training Centre in Gilze en Rijen, de World Class Aviatian nance (onderdeel van de topsectoren Chemie en High- „smart specialisation strategie‟ (RIS3) voorwaardelijk maakt Academy en de Aircraft Maintenance en Trainingschool in tech Systemen & Materialen), de topsector Logistiek en voor de inzet van middelen uit het Europees Fonds voor Hoogerheide. Daarnaast zijn er samenwerkingsverbanden Biobased Economy (onderdeel van de topsectoren Regionale Ontwikkeling. met de TU Delft en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlabo- Chemie en Agri&Food). De geformuleerde sociaal-economische ambitie van ratorium. Aan Tilburg University is de bijzondere leerstoel Door haar ligging tussen de wereldhavens Rotterdam en Maintenance Valley kan alleen worden gerealiseerd indien Maintenance (Dynamic Systems) opgericht. Ten slotte is Antwerpen is Maintenance Valley van oudsher een regio sprake is van een excellent vestigingsklimaat. Het gaat Metal Valley een Brabants cluster van (non- met een sterke concentratie aan logistieke activiteiten. hierbij onder andere om toplocaties voor innovatieve ferro)metaal bedrijven dat op het vlak van Metaal en Engi- Niet voor niets is dit gebied de logistieke hotspot van bedrijvigheid met bijbehorende shared facilities, een uitste- neering een open innovatiesysteem ontwikkelt. Bedrijven in Nederland. De regio kent daarnaast een groot aantal kende internationale, nationale en regionale bereikbaar- de keten werken met elkaar samen ten einde scholing, chemische bedrijven (onder andere Shell en SABIC) die in heid en een attractief woon- en leefklimaat. kennisontwikkeling en innovaties in deze industriële tak te combinatie met een stevige agro & food-sector uitste- bevorderen. Groeiende en startende bedrijven in de basis- kende kansen biedt voor een innovatief cluster op het Maintenance metaal vullen elkaar aan door samenwerking en kennisont- gebied van Biobased Economy. De Valley kent ten slotte Maintenance is een veelomvattende economische sector wikkeling. Deze vorm van social innovation wordt ook toege- een belangrijke concentratie kapitaalintensieve bedrijvig- die een belangrijke bijdrage levert aan een duurzame en past op het gebied van Aerospace & Maintenance. Metal heid in de sectoren procesindustrie, maritiem en lucht- veilige samenleving. De maintenancemarkt is een busi- Valley heeft haar basis in Drunen. vaart. Deze sectoren hebben elkaar gevonden in hun ness-to-businessmarkt voor Maintenance, Repair, Overhaul Het belang van professioneel onderhoud van kapitaalgoe- wens om „World Class Maintenance‟ aan te bieden en & Upgrades van technische kapitaalgoederen. Onder deren wordt steeds groter. Om de concurrentiepositie van deze kennis ook wereldwijd als dienstverlening te vermark- maintenance wordt verstaan het totale palet aan activitei- West- en Midden-Brabant in de sector maintenance te ver- ten. Daarvoor is onder andere met het Rijk, de provincie ten en technologieën om te komen tot een zo efficiënt en beteren ten opzichte van nieuwe opkomende economieën Noord-Brabant en de Regio West-Brabant het initiatief effectief mogelijk beheer, onderhoud en optimalisatie van van landen als Brazilië en China, is het van belang te blijven genomen tot de oprichting van het Dutch Institute World technische systemen binnen de gestelde eisen aan be- investeren in een optimale beschikbaarheid van kapitaalin- Class Maintenance (DIWCM). schikbaarheid, veiligheid en kosten. Maintenance is dus het tensieve goederen en installaties tegen zo laag mogelijke In lijn met de SVIR en de Bedrijfslevenbrief heeft Mainte- allesomvattende begrip voor het complete „levensonder- levensduurkosten. Daarnaast wordt World Class Maintenance nance Valley de ambitie een positie als Europese topre- houd‟ van een systeem. Binnen de sector Maintenance een steeds belangrijkere pijler voor een groeiende export van gio te bereiken en behouden. Ondernemers, onderwijs en worden vijf deelsectoren onderscheiden: procesindustrie, maintenancegoederen en -diensten. Naast de bijdrage aan overheid werken intensief samen aan het versterken van luchtvaart, energie, maritiem en infrabeheer. Als gevolg werkgelegenheid is onderhoud bij uitstek de discipline om de topsectoren in Maintenance Valley. In december 2012 van de ligging van West- en Midden-Brabant tussen de verbeteringen te realiseren ten aanzien van veiligheid, mili- is de Strategic Board Zuidwest-Nederland (SBZWN) officieel mainports van Rotterdam en Antwerpen en het Duitse euaspecten en het energieverbruik van kapitaalgoederen. van start gegaan. Het is de netwerkorganisatie van sa- achterland, is veel kapitaalintensieve bedrijvigheid, in de Maintenance is daarmee sterk geënt op het begrip duur- menwerkende ondernemingen, overheden en onderwijs- vorm van multinationals actief in de procesindustrie, in dit zaamheid. Onderhoud is bepalend voor de betrouwbaar- instellingen (triple helix) in en voor de regio Zuidwest- deel van Brabant geconcentreerd. Ook de andere main- heid, efficiency, operationele output en residuen van indu- Nederland. Doel van SBZWN is het duurzaam versterken tenancesectoren zijn sterk vertegenwoordigd. De deelsec- striële kapitaalgoederen en bijbehorende processen. Boven- van de economische ontwikkeling van Zuidwest- tor Luchtvaart kent zijn zwaartepunten op Aviolanda- dien levert onderhoud een bijdrage aan duurzaamheid door Nederland als topkennisregio op de speerpunten Bioba- Woensdrecht en het Aerospace & Maintenance Cluster de gerealiseerde levensduurverlenging van kapitaalgoe- sed Economy, Logistiek en Maintenance. Voor de speer- Midden-Brabant (Gate2) in Gilze en Rijen. Voor het onder- deren: het gaat dan bijvoorbeeld om kapitaalintensieve punten Logistiek en Maintenance is de regio Hart van houd van de binnenvaart speelt de gemeente Werken- productiegoederen, maar ook om grootschalig maat- Brabant aangehaakt bij de SBZWN. Onder de paraplu van dam een belangrijke rol, deel uitmakend van de maritie-

Gebiedsagenda Brabant 15

schappelijk kapitaal in de vorm van infrastructuur als wa- Maintenance Valley wil haar positie op logistiek gebied sterke chemiebedrijven als Sabic, Dow, Shell en Total maakt terwerken en buisleidingstraten. verder versterken en uitgroeien tot Europese topregio waar het exra interessant. Biobased Economy Zuidwest-Nederland De ambitie op het gebied van maintenance is erop het gaat om ketenregie en supply chain management. Dit richt zich op de topsectoren Chemie en Agri&Food. De gericht om binnen Maintenance Valley een top vesti- betekent dat in nauwe samenwerking met onder andere bedrijven die tot deze sectoren behoren gaan samen nieu- gingsmilieu van internationale betekenis te creëren voor het Dutch Institute for Advanced Logistics (DINALOG) wordt we markten aanboren door hun traditionele producten en maintenancebedrijven. Die ambitie sluit aan op de vol- ingezet op innovatie en business development, waarbij processen te vergroenen. Op het gebied van Green Energy gende trends: Maintenance Valley als proeftuin voor nieuwe ontwikkelin- vinden ontwikkelingen plaats waarbij reststromen (warmte,

 globalisering van de onderhoudsmarkt; gen fungeert. CO2) van afvalverbranding (Sita, Essent) input vormen voor  financiële crisis (kostenbewustzijn, levensduurverlen- De totale logistieke werkgelegenheid in Maintenance bedrijven uit zowel de landbouw- , food- als non-foodsector. ging); Valley bedraagt zo‟n 72.000 formatieplaatsen. Dit is bijna West-Brabant/Zuidwest Nederland wil tot de koplopers beho-  duurzame samenleving (veiligheids-, milieu- en 14% van de totale werkgelegenheid in de regio, en daar- ren op het gebied van groene grondstoffen, groene bouw- gezondheidsincidenten); mee ruim boven het landelijk percentage van 8,5%. De stenen voor de industrie en het vergroenen van processen.  veroudering van installaties. toegevoegde waarde van de logistieke sector in Mainte- De ambitie met betrekking tot Biobased Economy is erop nance Valley wordt geschat op €5 miljard. De regio huis- gericht om (op de schaal van Zuidwest- Nederland) tot de De omvang van de totale maintenancemarkt in Neder- vest een groot aantal (inter)nationale productie- en distribu- top-3 regio‟s in Europa te gaan behoren. De topsector Che- land wordt geschat op €12 miljard. Het grootste deel tiecentra en het logistieke onderwijs is goed vertegenwoor- mie heeft zich het trekkerschap voor Biobased toegeëigend. hiervan betreft industrieel onderhoud (€10 miljard): het digd. Met medewerking van onder andere bedrijven als Sabic en onderhoud aan technische installaties. Aan civiel onder- Om haar positie als logistieke topregio te behouden zet Cargill is gezamenlijk het businessplan Biobased (West)- houd wordt jaarlijks €2 miljard besteed (wegen, havens, Maintenance Valley onder andere in op de volgende Brabant opgesteld met daaraan gekoppeld een program- waterkeringen). Binnen de maintenancemarkt is de pro- thema‟s: ma voor een periode van 10 jaar. De chemische industrie wil cesindustrie met 47% de grootste sector, gevolgd door  Innovatie en Business Development op het gebied in 2050 naar 50% hernieuwde grondstoffen door het verster- infrabeheer (23%), energie (12%), luchtvaart (10%) en van ketenregie en synchromodaliteit; ken van ondernemerschap en innovatie, versterken van maritiem (8%).  Onderwijs en arbeidsmarkt; onderzoek en onderwijs, intensiveren van interactie en sa- Kijkend naar de werkgelegenheidscijfers biedt de mainte-  Ruimte, Multimodale bereikbaarheid en Smart Con- menwerking en het creëren van juiste randvoorwaarden voor nancesector nog veel kansen. In de huidige maintenan- nections. een level playing field. cemarkt in West- en Midden-Brabant zijn ongeveer 17.500 Met bovenstaande plannen is een investering gemoeid van personen werkzaam. Naar verwachting groeit dit aantal Aangezien logistiek van grote betekenis is voor de hele circa €250 miljoen. Het bedrijfsleven en de onderwijs- en tot 2020 nog met ongeveer 25%. Nieuwe ontwikkelingen provincie Noord-Brabant wordt voor een uitgebreidere kennisinstellingen nemen hiervan ongeveer 50% voor hun om deze werkgelegenheidsgroei te realiseren zijn bijvoor- beschrijving verwezen naar de aparte paragraaf over rekening. Het programma leidt naar verwachting tot ruim beeld nieuwe internationale projecten rond Unmanned logistiek. 2500 nieuwe arbeidsplaatsen en een toename van het BNP Aircraft Systems op Aviolanda en de oprichting van een van ruim €600 miljoen. Belangrijke nieuwe initiatieven zijn de opleidingscentrum voor helikopteronderhoud en een Green Chemistry Campus met Sabic, een Centre of Expertise Aerospace & Maintenance House op Gate2. Een nieuwe Biobased Economy Biobased Economy bij Avans Hogeschool, een Centrum voor toplocatie voor maintenance dient zich aan nu sprake is Biobased Economy gaat om het duurzaam en rendabel Innovatief Vakmanschap bij het ROC West-Brabant, het van de oprichting van Maintenance Valuepark Moerdijk. (her)gebruik van groene reststromen: kansen voor nieuwe ontwikkelen van een Masteropleiding Biobased Economy in Dit initiatief verkeert nog in de verkenningsfase. product/marktcombinaties met een betere ecologische samenwerking met onder meer de Avans Hogeschool en footprint in vergelijking tot de traditionele, op olie geba- Hogeschool Zeeland, met buitenlands regio‟s worden gerich- Logistiek seerde producten. De uitdaging bestaat eruit om biomas- te uitwisselingsprogramma‟s opgezet en de regionale kennis- Mede door haar ligging ten opzichte van de wereldha- sa zo efficiënt mogelijk en tegen een zo hoog mogelijke instituten op het gebied van beroepsonderwijs werken samen vens Rotterdam en Antwerpen is Maintenance Valley toegevoegde waarde in te zetten voor de duurzame met bedrijven en overheden aan de arbeidsmarktvraagstuk- uitgegroeid tot een regio met een sterk en innovatief coproductie van voeding, energie, brandstoffen, chemi- ken die vanuit een mismatch tussen vraag en aanbod ont- logistiek cluster. Maintenance Valley is in logistieke zin caliën, materialen en medicijnen. De Biobased Economy staan. Andere toplocaties voor Biobased betreffen: Theodo- feitelijk onderdeel van Mainport Rotterdam. Maar ook de speelt juist in West-Brabant, omdat daar zowel een grote rushaven in Bergen op Zoom, Agro & Food Cluster Nieuw goede verbindingen met het achterland, de aansluiting aantal bedrijven uit de land- en tuinbouwsector als een Prinsenland in Steenbergen, Havengebied Moerdijk (hier op multimodale netwerken, de vele –internationale- distri- substantieel deel van de (met name suikergerelateerde) wordt een grootschalig energienet gevormd) en Cosun Food butiecentra, beschikbare bouwgrond en goedgeschool- foodindustrie is gevestigd: bedrijven als Cosun, Suikerunie, Technology Centre (inclusief Sensus) in . de arbeidskrachten hebben bijgedragen aan dit profiel. Cargill en Lamb-Weston. De combinatie met een aantal

Gebiedsagenda Brabant 16

3.2.2 Acties

Bovenregionale acties

Verdiepend onderzoek Maintenance Valley In het BO MIRT van najaar 2012 is afgesproken dat onder leiding van de regio een verdiepend onderzoek wordt gestart naar de ruimtelijke en andere opgaven voor Main- tenance Valley en de rol voor Rijk en regionale partijen bij die opgaven. In lijn met deze afspraken wordt in 2013 als eerste fase van het verdiepend onderzoek het econo- misch concept Maintenance Valley verder aangescherpt. De regio West-Brabant neemt hierbij het voortouw. De uitkomsten van dit onderzoek worden in het BO MIRT be- sproken. In de tweede fase van het onderzoek wordt aandacht besteed aan de rol voor de verschillende partijen bij het concretiseren en realiseren van de opga- ven.

Gebiedsagenda Brabant 17

Matrix 2 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Maintenance Valley

Rijk Rijk-Regio Regio Lopende projecten -A4 Dinteloord - Bergen op Zoom -Verdiepend onderzoek Maintenance Valley West- en -Ontwikkeling Aviolanda -A27 Lunetten-Hooipolder Midden-Brabant -N261 – Tilburg Volkeraksluizen (quick-wins aanpassingen schutsnel- -A58 Galder-St. Annabosch (MIRT-verkenning) -Ontwikkeling Ecosysteem Dinalog8 heid) -Ontwikkeling Logistiek Park Moerdijk -Realisatie AFC Nieuw Prinsenland -Metal Valley Netherlands

Nieuw / ideeënfase -A27 Hooipolder – Sint Annabosch; wens regio -Uitbouw civiel medegebruik vliegveld Woensdrecht -A58 Bergen op Zoom – Breda – Tilburg; wens regio en Gilze-Rijen -Test- en ontwikkelfaciliteiten voor straalmotoren op -TEN-t onderzoek corridor Northsea - Mediteranean Aviolanda -Centrum voor onbemande luchtvaart op Aviolanda en Gate2 -OV-bereikbaarheid Aviolanda en Gate2 -Kennis- en innovatiecentra voor duurzaam onder- houd -Campusontwikkeling Aviolanda Woensdrecht en inpassing in Brabantse Wal -Ontwikkeling waterbergingsgebieden om ruimte te geven aan maritiem cluster -Ontwikkeling Rotary Wing Training Centrum Gilze Rijen -Campusontwikkeling Gate2 Gilze en Rijen inclusief Sim City Ontwikkeling -Uitbouw Green Chemistry Campus Bergen op Zoom -Ruimte voor maritieme bedrijvigheid Werkendam -Herstructurering bedrijventerrein De Kooi, Haansber- gen en Loven. -Uitbouw logistiek bedrijvencluster Hart van Brabant -Ontwikkeling ecosysteem simulatie op Gate2

-Onderzoek spoorverbinding Breda – Utrecht -Maintenance Valuepark Moerdijk

Hierna invoegen: kaart en legenda Maintenance Valley (West- en Midden-Brabant)

8 Ontwikkeling Ecosysteem Dinalog, Ontwikkeling Logistiek Park Moerdijk Realisatie AFC Nieuw Prinsenland leveren mogelijk als uitkomst van het verdiepend onderzoek Maintenance Valley een Rijksopgave op.

Gebiedsagenda Brabant 18

Cijfers (Nationaal):  Toegevoegde waarde van ruim €66 miljard (= water, spoor en buisleiding in Noord-Brabant behoort even- ca. 12% van Nederlandse economie)1 3.3  Logistiek eens tot de Europese top.  Bijna 934.000 arbeidsplaatsen (= ruim 1 op de 8 werkzame personen in NL) directe werkgele- Logistiek betreft meer dan alleen transport- en opslagactivi- genheid, daarnaast nog indirecte werkgele- 3.3.1 Opgaven en ontwikkelingen teiten. In verschillende distributiecentra wordt tegenwoordig genheid een groot aantal producten omgepakt, bewerkt, geas-  Verwachtte groei goederenvervoer met 50% Nederland Distributieland sembleerd en gerepareerd. Dit zijn in toenemende mate (over de periode 2010 – 2030)1 In de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Brabant werkzaamheden die om specifieke kennis en kunde vra-  Verwachtte groei containermarkt 6 tot 8% per wordt in totaal meer dan 55 procent van de export van de gen. Het toevoegen van waarde (VAL) of services (VAS) jaar topsectoren gegenereerd. Ook komt meer dan 70% van vraagt op zijn beurt om goed geschoolde en flexibele de buitenlandse investeringen hier terecht. In de container- medewerkers, zowel op MBO- als HBO/WO-niveau. sector is de Vlaams-Nederlandse Delta goed voor onge- Het Kabinet zet in op logistiek als één van de negen top- Ambitie Topteam Logistiek (2020 ten opzichte van 2012): veer een kwart van de totale Europese overslag. De top- sectoren waarin geïnvesteerd wordt. Noord-Brabant zit in  Nederland heeft in 2020 een internationale sector Logistiek heeft als ambitie om Nederland op het een unieke positie om hier een leidende rol in te spelen toppositie op gebied van logistiek (in EU van 3 gebied van logistiek tot de top 5 van economieën in de door de combinatie van de aanwezigheid van logistieke naar 1) wereld te laten behoren en een toename te realiseren van bedrijvigheid, de logistieke kennisinstelling DINALOG en  Toonaangevende ketenregisseur van (in- de R&D-inspanningen naar 2,5% van het BBP (2020). universiteiten, HBO‟s en MBO‟s. ter)nationale logistieke stromen (van 3) naar 10 miljard) Logistiek in Brabant Logistieke Agenda Brabant  Aantrekkelijk innovatie- & vestigingklimaat voor Noord-Brabant is momenteel de meest succesvolle logis- Om de koppositie van Brabant ook in de toekomst te kun- logistieke bedrijven (+30% nieuwe vestigingen) tieke provincie van Nederland, en herbergt meer dan 30% nen bezetten is een Logistieke Agenda Brabant opgesteld.  Beladingsgraad vervoersmiddelen van 45% nu van alle vierkante meters aan distributiecentra in Neder- De ambitie van deze Logistieke Agenda Brabant is om met naar 65% 9 land . De regio kent ook rond de 12% aan werkgelegen- verschillende belanghebbenden (triple helix) specifieke  Verhogen instroom logistieke professionals met heid in logistieke functies bij alle bedrijven, en heeft veruit acties op te zetten en uit te voeren, waarmee deze koppo- 50% het hoogste aantal logistieke bedrijven als nieuwe vestiger sitie minimaal gehandhaafd kan worden en waar mogelijk binnengehaald in de afgelopen 10 jaar van alle provincies versterkt. Het doel is om bestaande en nieuwe zich in Bra- in Nederland10. Het succes van de logistieke sector in Bra- bant vestigende bedrijven te ondersteunen in het benutten bant zorgt jaarlijks voor hoge scores in de verkiezing van van groeikansen die ze vanuit hun eigen logistieke onder- logistieke hotspot van Nederland: deposities 1 (West- nemerschap in de markt zien. De Logistieke Agenda Bra- Brabant), 3 (Tilburg-Waalwijk) en 6 (Oss-Veghel-Eindhoven)11. bant zal vooral inzetten op het verder stimuleren van het Noord-Brabant heeft de afgelopen 10 tot 20 jaar die kop- logistieke ondernemerschap bij bedrijven in de provincie 3.3.2 Acties positie gegrepen in de concurrentie om logistieke activitei- door voor de juiste randvoorwaarden te zorgen. Dit zal ten met andere regio‟s in noordwest Europa. De basis voor gebeuren via concrete acties in vijf programmalijnen, Bovenregionale acties deze koppositie is gelegen in de ligging aan zowel de waarbij overheden, intermediairs en onderwijs- en kennisin-

Noord-Zuid-corridor richting België en Frankrijk als de West- stellingen deze randvoorwaarden voor verdere logistieke De Logistieke Agenda Brabant kent zeven thema‟s en vijf Oost-corridor naar Duitsland, Centraal- en Oost-Europa. innovatie en samenwerking in de regio creëren. Belangrijke mainports en belangrijke Europese afzetmarkten programmalijnen, zoals opgenomen in het figuur op de zijn als het ware „om de hoek‟. Noord-Brabant kent per volgende pagina. vierkante kilometer het dichtste intermodale terminalnet- werk van Nederland, met meer dan 10 intermodale termi- Voor het fysiek-ruimtelijke domein is met name program- nals op het grondgebied van de provincie. De dichtheid malijn E relevant: investeren in benodigde infrastructuur en en kwaliteit van de infrastructurele verbindingen via weg, ruimte voor logistieke activiteiten. Aan de hand van de acties die benoemd zijn onder deze programmalijn worden hieronder de voor de Gebiedsagenda relevante ruimtelijke 9DTZ Zadelhof 2011 aspecten beschreven. 10 STEC Groep 201110 Logistiek Magazine 2012 11 Logistiek Magazine 2012

Gebiedsagenda Brabant 19

Afstemmen goederenstromen via bestaande infrastructuur voer via buisleidingen concentreert zich vooral in West- Bedrijventerrein Zuidoost-Brabant (BZOB) en bij het Trimodaal (Strategie Inland Hubs, actie 18) Brabant en kent een tweetal belangrijke knelpunten. Dit knooppunt Weert-Cranendonck. Voor de gewenste trimo- Voor een goede afwikkeling van goederenstromen zijn betreft de spooronderdoorgang Roosendaal en de onder- dale ontsluiting moet het nodige worden geïnvesteerd in goede robuuste intermodale netwerken van verbindingen doorgang Hollands Diep. Op meerdere plaatsen in Brabant de daarvoor noodzakelijke trimodale infrastructuur. Ook en knooppunten belangrijk. Voor het wegverkeer liften deze bevinden zich knooppunten waar uitwisseling van goe- moet het bedrijventerrein woden uitgebreid en geschikt vaak mee met de afwikkeling van het personenverkeer. deren plaatsvindt. Om de kansen van synchromodaliteit gemaakt voor bulk. Trajecten in Brabant met een bovengemiddeld aandeel maximaal te benutten worden locaties ontwikkeld die door In een nog op te stellen provinciale Strategie Inland Hubs vrachtverkeer zijn de A67 en A58. Dit zet een plus op de minimaal twee maar het liefst alle ter plekke mogelijke moet dit netwerk van verbindingen en de ambities voor aanpak van knelpunten die daar bestaan. Voor het ac- modaliteiten worden ontsloten. In West-Brabant liggen de nieuwe en bestaande (verder te ontwikkelen) knooppunten commoderen van het goederenvervoer per spoor zetten vier grootste locaties in Bergen op Zoom, Moerdijk, Ooster- in kaart worden gebracht. Deze strategie is belangrijk om regionale partners in op het (op termijn) realiseren van de hout en Roosendaal. In Hart van Brabant is logistiek gecon- richting en focus aan te brengen en om als input te dienen goederenruit Zuid-Nederland (Betuweroute, IJzeren Rijn en centreerd in Tilburg en Waalwijk. Voor deze gebieden wordt voor het Nationaal Kernnet Logistiek (zie actie 22). Rotterdam-Antwerpen). Daarnaast is de Brabantroute een daarbij de koppeling gelegd naar de topsector Mainte- druk spoortraject en daardoor is er niet veel capaciteit nance. In Noordoost-Brabant en Brainport zijn de concen- Afstemmen ontwikkelingsruimte bedrijven/sector per regio meer over. In combinatie met de ambitie van het Rijk voor tratiepunten Oss, Veghel, Cuijk, „s Hertogenbosch en Eind- (RRO, actie 19) hoogfrequent personenvervoer (PHS) via spoor, kan dit op hoven (GDC-Acht). De ontwikkeling van laatstgenoemde Investeren in multimodale infrastructuur rendeert alleen als termijn zorgen voor een tekort aan spoorcapaciteit (nu al locatie staat onder druk als gevolg van de mogelijk concur- de daarbij behorende ontwikkelingsruimte (voor in dit geval kritisch op het baanvak Tilburg-Breda). De Brabantse kana- rende gebiedsontwikkeling rondom een nieuw station logistieke bedrijvigheid) wordt geboden. Hierover dienen in len ten slotte behoeven op een aantal punten nog aan- Eindhoven Airport (zie paragraaf 3.1 onder Brainport Ave- de regio's maatwerk-afspraken gemaakt te worden. Daarbij passing (Wilhelminakanaal en Zuid-Willemsvaart). Het ver- nue). Een tweede locatie in de regio biedt zich aan bij het zijn niet alleen nieuw te ontwikkelen terreinen relevant, maar wordt ook bij herontwikkeling van bestaande bedrijventer- reinen kritisch gekeken naar een goede afstemming tussen bereikbaarheidskwaliteiten en mobiliteitskenmerken van bedrijven. Voor de regio's betekent dit naast kwantitatief programmeren ook kwalitatief de juiste keuzes maken. De regio's faciliteren tijdig voldoende ruimte voor logistieke bedrijvigheid (RDC's) en ontwikkelen vastgoed met visie: kiezen voor de juiste bedrijven op goed ontsloten plekken en het voorkomen van versnippering. Daarover worden binnen de Regionale Ruimtelijke Overleggen afspraken gemaakt. De te maken keuzes worden deels gebaseerd op de inventarisatie van kansen onder actiepunt 23.

Afstemmen ontsluiting bedrijventerreinen per regio (GGA, actie 20) De ontsluiting van bedrijventerreinen in de regio voor logis- tiek maakt onderdeel uit van de bredere visie op ontsluiting, ook voor het personenvervoer. De vier deelregio's in Bra- bant ontwikkelen hiervoor regionale verkeers- en vervoers- plannen/-agenda's. Naast de externe multimodale bereik- baarheid ligt daarin een belangrijk accent op de lokale ontsluiting. Voor logistiek krijgt dit vooral vorm in het voor- en natransport naar respectievelijk logistieke terreinen en mul- timodale vervoersknooppunten (terminals). Voor het weg- verkeer zijn met name de aansluitingen van het hoofdwe- gennet op het onderliggend wegennet van belang.

Gebiedsagenda Brabant 20

Opstellen uitvoeringsprogramma n.a.v. punten 19 en 20 ties. Op het gebied van spoorontsluiting bieden Moerdijk, studies zijn een uitwerking van het Kernnet Logistiek dat (actie 21) Roosendaal, Tilburg (Railport Loven) en Eindhoven (Goe- in het Strategisch Platform Logistiek is besproken; De beleidsagenda‟s worden doorvertaald naar uitvoerings- deren Distributie Centrum Acht, BZOB) ontwikkelmogelijkhe-  Alle modaliteiten (spoor, vaarwegen en wegen) en programma's, waarbij bij die doorvertaling wordt aangeslo- den. multimodale knooppunten worden meegenomen. ten bij de aanpak in de bereikbaarheidsagenda van het Aan de omlegging van de Zuid-Willemsvaart bij „s Herto- IenM wil corridorstudies uitvoeren samen met regionale Rijk. In de programmering van het uitvoeringsprogramma genbosch is de ontwikkellocatie de Brand II gepland voor overheden, bedrijven en logistieke spelers op de corri- vindt afstemming plaats over budgettering en timing, zowel watergebonden bedrijvigheid. Bij Oss vindt een doorontwik- dors. De studies sluiten aan bij diverse initiatieven uit de binnen de regio als in relatie tot de ontsluiting op externe keling van Elzenburg plaats met het toevoegen van een regio‟s; netwerken. Daarbij worden de principes van adaptief pro- terminal, het verbeteren van de spoorbereikbaarheid en de  Beter benutten van bestaande capaciteit van alle grammeren toegepast. opwaardering N329. modaliteiten op de corridors om de doorstroming van het (zakelijk) verkeer te bevorderen; Verankeren Brabants logistieke infrastructuurnetwerk (in Uitvoeren vervolgonderzoek intermodal connectivity (actie  Bij dit onderzoek worden de 5 i‟s van de bereikbaar- Kernnet Logistiek en TEN-T, actie 22) 24) heidsagenda in wording betrokken; Vanuit de totale integrale gebiedsopgave voor Brabant is Het betreft hier een vervolgonderzoek op co-location: meer  Ontwikkelen van multimodale overslagpunten (regio) een goede afstemming tussen Rijk en Regio over het Kern- synergie en voordelen halen uit elkaars nabijheid. In welke  Afstemmen ontwikkelingen rondom de achterlandver- net Logistiek een belangrijk aandachtspunt. Aansluitend op mate dit ruimtelijke gevolgen zal hebben is nu nog niet te bindingen, die elkaars functioneren beïnvloeden (rijk, het Trans European Network-transport (TEN-t) heeft het Rijk overzien. regio en bedrijfsleven). het internationaal kernnet ontwikkeld. In 2014 gaat het TEN een nieuwe programmaperiode in met nieuwe netwerken. Ontwikkelen corridoraanpak per achterlandcorridor uit het De onderzoeksvraag van het (MIRT-)onderzoek luidt: Wat zijn Met name de kaart van vaarwegen is meer uitgebreid ten logistieke netwerk (actie 25) de belemmeringen en kansen voor het optimaliseren van opzichte van de voorgaande programmaperiode. In het Deze aanpak moet leiden tot een concreet actiepro- deze multimodale goederencorridor? Deze belemmerin- verlengde van het internationaal kernnet wordt overlegd gramma dat vertrekt vanuit een eindperspectief (stip op de gen en kansen worden gekoppeld aan de bereikbaar- tussen Rijk en Regio's over het aanvullende nationale kern- horizon) op de corridor en van daaruit formuleert wat op heidsaanpak en aan het kernnet Logistiek; de nadruk zal net. Brabant wil samen met het Rijk kijken hoe in dit vervolg korte, middellange en lange termijn nodig is voor het goed daarbij vooral komen te liggen op betere benutting van de de belangrijke intermodale vervoerscorridors door Brabant functioneren (in brede zin) van die corridor. bestaande capaciteit op de goederencorridor. (noord-zuid en oost-west) kunnen worden vormgegeven (zie ook actie 25). Voor de utvoering van de Logistiek Agenda Brabant is een werkopzet in ontwikkeling, waarbij concreet gedacht wordt Inventariseren multimodaal bereikbare locaties en defini- aan een Brabantbrede bestuurlijke Taskforce Logistiek en eren van kansen (actie 23) projecttrekkers per actiepunt. De voortgang wordt in deze De opwaardering van de Brabantse kanalen biedt per- opzet bewaakt door de Taskforce. spectief voor nieuwe multimodale terreinen. In de Brainport Regio Eindhoven ontwikkelt zich een aantal watergebon- MIRT-onderzoek logistieke corridor Rotterdam- den terreinen met bijbehorende (binnen)haven langs het Brabant/Noord-Limburg-Duitsland Wilhelminakanaal en de Zuid-Willemsvaart. Interessant zijn de potenties bij Bavaria waar de overslagfaciliteiten van het Na het afronden van de Logistieke Agenda Brabant en het bedrijf wellicht kunnen worden gebruikt door andere bedrij- Kernnet Logistiek is het rijk voornemens nader onderzoek uit ven. Er zijn ook plannen en mogelijkheden voor overslag- te voeren naar de logistieke corridor Rotterdam – Brabant / terminals voor bulk- en/of stukgoederen bij de Steenfabriek Noord Limburg (Duitsland). op Ekkersrijt en bij het BZOB, of het gebied Varenschut in Opgave is het versterken en benutten van de achterland- Helmond. In de regio Hart van Brabant doen zich ontwikkel- verbindingen. Daarbij is van belang: kansen voor langs het Wilhelminakanaal in Tilburg (Vossen-  De kansen en belemmeringen voor het goederenver- berg-west, Kraaiven en Loven) en rondom een nieuw ge- voer in kaart te brengen; plande haven in Waalwijk. Hiernaast speelt een kansrijk  Lopende activiteiten bij elkaar brengen en versterken, initiatief rond het trimodaal knooppunt Weert-Cranendonck. witte vlekken opsporen, een gezamenlijke agenda be- In West-Brabant zijn Moerdijk, Roosendaal, Bergen op palen en concrete maatregelen voorstellen. Corridor- Zoom, Oosterhout en Breda de belangrijke ontwikkelloca-

Gebiedsagenda Brabant 21

Matrix 3 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Logistiek

Rijk Rijk-Regio Regio Lopende projecten -A2 Eindhoven – ‟s-Hertogenbosch -A58 Galder – Sint Annabosch (MIRT-verkenning) -N261 Waalwijk – Tilburg -A4 Dinteloord - Bergen op Zoom -A58 Tilburg – Eindhoven (MIRT-verkenning) -Grenscorridor N69 -A27 Lunetten – Hooipolder -N279 Veghel – „s-Hertogenbosch -Realisatie verruiming Wilhelminakanaal Tilburg fase 1 -Lange Termijn spoor agenda (t/m sluis III) -Realisatie verruiming Wilhelminakanaal Tilburg 1e -Programma Hoogfrequent Spoorvervoer -Zuid-Willemsvaart in kader van Beter benutten (Ber- deel fase 1½ (van sluis III tot Loven) naar klasse IV- zob fase 2) vaarweg -Omlegging Zuid-Willemsvaart „s-Hertogenbosch -Volkeraksluizen (quick-wins aanpassingen schutsnel- -Oostelijke insteekhaven Waalwijk -Logistiek Park Moerdijk heid) -Herstructurering Theodorushaven -Rail Service Centre Moerdijk -Uitbreiding container-terminal haven Oss

Nieuw/ideeënfase -A2 Deil - „s-Hertogenbosch12 -MIRT-onderzoek logistieke corridor Rotterdam – Bra- -Strategie inlandhubs -A67 Veldhoven – Eindhoven - Venlo13; wens regio bant – Noord-Limburg – Duitsland (beslispunt BO-MIRT -Tijdig voldoende logistieke bedrijventerreinen be- november 2013) schikbaar hebben -Realisatie verruiming Wilhelminakanaal Tilburg 2e -Bereikbaarheid Noord-Brabant deel fase 1½ (van sluis III tot Loven) naar klasse IV- (A2 Eindhoven – Weert vaarweg A27 Hooipolder – Sint Annabosch A50 Eindhoven - Oss -Onderzoek ROC BZOB/ Varenschut A58 Bergen op Zoom – Breda - Tilburg -Aansluiting bedrijventerrein Heesch-West op A59 A59 Empel – Zonzeel -Reactiveren goederenspoorlijn – Veghel A59/A50 „s-Hertogenbosch – Nijmegen (incl. knoop- -Binnenhaven Bavaria punt Paalgraven)); alles wens regio -Binnenhaven Ekkersrijt -Toegankelijkheid haven Veghel -Capaciteit spoorverbinding Breda – Tilburg; wens -Toegankelijkheid haven Oss (Maasarm) regio -Trimodaal knooppunt Weert-Cranendonck (kanaal -Capaciteit spoorverbinding ‟s-Hertogenbosch – en spoor verbreden) Nijmegen; wens regio -Realisatie railterminal Borchwerf 2 Roosendaal -IJzeren Rijn; wens regio -Realisatie waterterminal afvallogistiek R‟daal -Realisatie railterminal Weststad Oosterhout -TEN-t onderzoek corridor Northsea - Mediterranean -Buitencontainerterminal Bergen op Zoom -Stimuleren vervoer over water Oosterhout -Ontwikkeling inlandterminal Breda -Intensiveren waterterminal Oosterhout -Wilhelminakanaal fase 2

12 NMCA RC 2020 13 MIRT-onderzoek A67 en mobiliteitsanalyse Beter Benutten

Gebiedsagenda Brabant 22

Hierna invoegen: kaart en legenda Logistiek Brabant

Gebiedsagenda Brabant 23

3.4  Agro & Food De aanwezigheid van leidende spelers in deze sectoren Noord-Limburg). Naast de directe ketenpartijen zijn ook een creëert kansen voor de agro & food-sector om de beoog- groot aantal MKB-bedrijven en (regionale) toeleveranciers 3.4.1 Opgaven en ontwikkelingen de innovaties daadwerkelijk vorm te geven. Hierdoor groeit op enigerlei wijze verbonden aan de agro & food-keten. niet alleen de agro & food-sector, maar worden juist ook De dichtheid, compleetheid en verwevenheid van de agro Agro&food in Nederland en in rijksbeleid de andere sectoren versterkt14. & food-keten met andere sectoren biedt Brabant unieke Het Rijk onderscheidt negen economische topsectoren. De Brabantse agro & food-sector heeft van oudsher een kansen zich verder te ontwikkelen tot een internationale Voor elke topsector heeft een Topteam met deelnemers uit breed blikveld. De Brabantse boer was immers van alles transitieleider. Dit vereist een benadering op ten minste het bedrijfsleven en wetenschap advies uitgebracht. Het Top- wat: met zijn gemengde bedrijf had hij zowel oog voor de schaalniveau van Zuidoost-Nederland, respectievelijk Zuid- team Agri&Food ziet drie majeure kansen: melk- en vleesmarkt als voor de afzet van gewassen. Dit west-Nederland, Duitsland, België en de internationale

1. Meer met minder: door duurzame innovatieve, effici- manifesteert zich ook in de rol die Brabant momenteel havens. Voor het agro & food- en tuinbouwcluster in Zuid- entieslagen, duurzame veehouderij, valorisatie van vervult in de ontwikkeling van de multifunctionele landbouw oost-Nederland gaat het meer specifiek om verbetering reststromen en mest, biobasedeconomy en markt & en het ontstaan van nieuwe combinaties met zorg, recrea- van samenwerking en samenhang tussen Oost-Brabant en keten innovaties; tie, streekproducten, energie en natuurbeheer. Noord-Limburg, als ook met de aanliggende Duitse regio

2. Hogere toegevoegde waarde: door innovatiefocus op Onderscheidend is voorts de sterke concentratie van be- Niederrhein. In Zuidwest-Nederland (West-Brabant en gezondheid, duurzaamheid, smaak en gemak; drijven in de boomteelt. De boomkwekerijsector in Neder- Zeeland) staat de sector agro & food in het teken van

3. Internationaal leiderschap: door export van producten land telt vijf belangrijke centra. Naast Boskoop en Horst aan Biobased Economy (zie ook paragraaf 3.2). De havens en geïntegreerde systeemoplossingen. de Maas (zie glastuinbouw Venlo) zijn dit Opheusden, Zun- Vlissingen, Terneuzen en ook Moerdijk, grote internationale dert en Haaren. Deze centra hebben zich verenigd in bedrijven, Europese trainingscentra en bijvoorbeeld Bio Nederland is de tweede exporteur van agro & food - Greenport Boomteelt Nederland. Gezamenlijk heeft dit Base Europe in Gent zoeken de samenwerking en kennis- producten op de wereldmarkt. Met 22% van de totale netwerk van boomteeltgebieden één ambitie: het toon- uitwisseling met de regio. West-Brabant heeft een sterke Nederlandse agro & food-export en een marktaandeel van aangevende boomteeltcluster van de wereld worden. primaire sector met onder meer suikerbieten en aardappel- 15% is Brabant een sterke speler in het Nederlandse agro & Ten slotte wordt Brabant genoemd als de paardenprovincie teelt, de boomteelt in Treeport Zundert en een sterke con- food- (en tuinbouw)complex. Voor specialistische onderde- van Nederland. De hippische sector onderscheidt zich door centratie van agro-industie met Cosun en Cargill, waarbij len als veehouderij, bomen- en groenteteelt ligt het aan- een sterke groei met een omzet in Nederland van inmid- het Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland in Dinteloord in deel met 30 tot 45% zelfs aanmerkelijk hoger. De agro & dels meer dan €1,5 miljard per jaar, waarvan €300 miljoen het teken staat van de agro & food-sector en de Biobased food-sector is na hightech de tweede economische pijler (20%) in Brabant. Economy. van Brabant. Brabant heeft de complete agro & food-keten in huis: van In Oost-Brabant liggen de agro & food-bedrijven gecon- productie, veredeling, verwerking, toelevering, dienstverle- centreerd tussen de hoekpunten Oss – ‟s-Hertogenbosch – Agro & Food in Brabant ning, distributie tot consumptie. Vrijwel alle schakels in de Veghel – Helmond – Venlo. Deze steden vervullen een Wereldwijd wordt de noodzaak van de transitie in de agro & keten zijn van topniveau en op korte afstand van elkaar trekkende rol in de regionale economie. In het Westelijk food-sector onderkend. De groei van de wereldbevolking, gelegen. De dichtheid van „food-bedrijven‟ in Brabant is Peelgebied en enkele aangrenzende gemeenten rond de de verstedelijking en de stijgende welvaart leiden tot toe- uniek. Met maar liefst acht verwerkende agro & food- A50 zijn veel telers van groenten, bomen, vaste planten en nemende vraag naar kwalitatief hoogwaardig voedsel. bedrijven met een omzet van meer dan €1 miljard per jaar champignons. Oost-Brabant sluit zich daarmee steeds Mondiaal is er de noodzaak om de voedselproductie hoort Brabant tot de wereldtop. meer aan bij het tuinbouwcluster Greenport Venlo. Oost- drastisch te verhogen en de productiviteit te intensiveren. De Regio ondersteunt het topsectorenbeleid van het Rijk en Brabant heeft de ambitie een innovatieve topspeler te zijn Tegelijkertijd vraagt de samenleving om duurzame produc- vraagt aandacht voor het belang van regionale netwerken op het gebied van ontwikkeling en productie in agro, food tie, voedsel- en dierveiligheid en maatschappelijk verant- bij de valorisatie van kennis en het benutten van kansen op en biobased ingrediënten. In 2020 wil deze regio het woord ondernemen. De aandacht in Brabant voor de de snijvlakken van topsectoren: cross-sectorale innovaties. brandpunt zijn waar ketenspelers en toeleveranciers uit transitie van de intensieve veehouder is daarvan een voor- Brabant zet in op versterking van het agro & food-complex andere sectoren en de maatschappij elkaar vinden en beeld. als geheel en alle vertakkingen in ketens en gebieden. De samenwerken aan innovatie, valorisatie en versterking van Die transitie naar een duurzame, innovatieve en gezonde agro & food-sector heeft een geweldige potentie voor de keten. Innovatie vraagt ook om ruimte (letterlijk en figuur- voedselproductie is voor Brabant naast een geweldige innovatieve cross-overs met andere innovatieve sectoren, lijk) voor experimenten. Deze innovatieve topregio wil die uitdaging, zeker ook een grote kans. Het gaat daarbij niet zoals financiële en juridische dienstverlening (Eindhoven, ruimte bieden en een belangrijke proeftuin zijn. alleen om kostenefficiëntie, maar ook om authenticiteit, Tilburg, „s-Hertogenbosch), chemie (West-Brabant en In het gebied de Peelhorst werkt een groot aantal partijen, creativiteit en innovatie. Voor de noodzakelijke transitie is Zeeland) en hightech en life-sciences (Oost-Brabant en waaronder de provincie Noord-Brabant, aan de vernieu- het nodig om bedrijfsketens te versterken, te innoveren en wing van de veehouderij. Samen vormen ze het Netwerk cross-overs met andere belangrijke sectoren te realiseren. 14 PWC, Duurzame groei vanuit de basis, 2012 de Peelhorst. Het ondersteuningsteam de Peelhorst en een

Gebiedsagenda Brabant 24

Regionale groep helpen de partijen in het netwerk met tuten gevestigd: ZLTO, HAS Den Bosch en het Jeroen Bosch Om de internationale concurrentiepositie van de agro & kennis, instrumenten en advies. Ziekenhuis. Het open innovatiecluster Fhealinc en het Bra- food-sector in Brabant te versterken zijn goede verbindin- bant Life Sciences Seed Fund genereren hoogwaardige gen van essentieel belang (via weg, spoor, buis, water en 3.4.2 Acties „spin-offs‟. Nieuw is de oprichting van een „Kennis- en Busi- lucht), evenals de aanwezigheid van multimodale over- nesscentrum Agro & Food‟ in het Westertoren Innovation slagpunten. Er zijn voor het agro & food-cluster vier hoofdopgaven te Centre te ‟s-Hertogenbosch. Rond de nieuwe vestiging van De bereikbaarheid is de laatste jaren sterk verbeterd met benoemen: ziekenhuis Bernhoven in is de ambitie om door mid- de aanleg van de A50 tussen Eindhoven en Oss en het 1. (Door)ontwikkelen van bestaande en nieuwe toploca- del van een verfrissend zorglandschap een proeftuin te opwaarderen van de Zuid-Willemsvaart (traject ties; realiseren op het vlak van Food – Health – Biodiversiteit. ‟s-Hertogenbosch – Veghel). Er zijn plannen voor de op- 2. Verbeteren van de internationale bereikbaarheid; Verder spant de regio zich in om de vestiging van een waardering van de Zuid-Willemsvaart tussen Veghel en 3. Beter multimodaal benutten van de infrastructuur; topkennisinstituut eiwitketens binnen te halen. Eindhoven (Berzob). De Regio investeert tot 2020 in het 4. Opzetten van innovatieve pilotprojecten (Proeftuin Een consortium van agrarische partijen onder leiding van ombouwen van de wegverbinding N279 tussen ‟s- Agro & Food). ZLTO werkt aan de ontwikkeling van een biomineralenfa- Hertogenbosch en Veghel tot autoweg met 2x2 rijstroken.

briek op het BioBased Economy-park Cuijk. De BioEnergie- Na 2020 zal de Regio naar verwachting de N279 tussen (Door)ontwikkelen van bestaande en nieuwe toplocaties Centrale van Essent zal de groene warmte leveren voor het Veghel en Helmond reconstrueren als onderdeel van het De agrarische sector staat aan de vooravond van een productieproces. completeren van de Noordoostcorridor rond Eindhoven en ingrijpende transitie. Die kan alleen succesvol zijn als de Helmond. Desondanks ontstaan op grond van de verwach- hele bedrijfsketen daarin meegaat. De ontwikkelkracht van In West-Brabant gaat het om de Green Chemistry Campus te autonome mobiliteitsgroei nieuwe knelpunten. Het is kennisinstituten en aan de agro & foodsector gelieerde in Bergen op Zoom, AFC Nieuw Prinsenland in Dinteloord, noodzakelijk om de komende jaren te (blijven) investeren in bedrijvigheid moet daarvoor ten volle worden benut. In de Cosun Food Technology Centre (een kennis- en expertise- de bereikbaarheid (zie verder paragraaf 4.1). nabijheid van de regio bevindt zich een aantal kenniscen- centrum waar kennis over procestechnologie en product- Een aantal grote spelers in de agro & food sector in Bra- tra van internationale allure, zoals Food Valley Wageningen ontwikkeling wordt gebundeld en verder ontwikkeld) in bant (zoals Bavaria, Heinz, Mars en Cargill) zetten in op het (bv. Food Nutrition Delta), Health Campus Nijmegen, Brain- Roosendaal, Biobased Delta (een gezamenlijk onderzoeks- duurzaam vervoer van goederen over water. Vanuit de port Zuidoost-Brabant en Greenport Venlo. Het agro & food- en businessagenda van Zeeland en West Brabant op ge- containerterminals in ondermeer Cuijk, Veghel, Bergen op cluster in Oost-Brabant gaat de relaties met deze topcentra bied van Biobased Economy waar agro meets chemistry). Zoom en Moerdijk vinden al duizenden containers hun verder verstevigen. In de regio zelf zijn tal van bedrijven en Op Hogeschool Avans worden nieuwe op biobased afge- bestemming Rotterdam over het water (Lean and Green kennisinstellingen al bezig met innovaties op het gebied stemde opleidingen gestart (Center of Expertise Biobased Barge). De gemeenten in Brabant willen in overleg met van agro & food. Op een aantal locaties ontstaat cluster- Economy). logistieke bedrijven het vervoer over water (Maas, Rijn en vorming van bedrijvigheid rondom een bepaald innovatief Deze innovatieve clusters, veelal geïnitieerd en gedragen Schelde) verder stimuleren door onder meer het vergroten thema. Het gaat om de volgende voorbeelden. door het bedrijfsleven zelf, vragen om een goede ruimtelij- van de haven- en sluiscapaciteit, het verbeteren van de De regio Helmond is een belangrijk centrum voor de food- ke inpassing en een uitstekende bereikbaarheid. Het gaat multimodale ontsluiting en uitbreiding van watergebonden processing industrie. Het Food Technology Park Brainport in daarbij niet alleen om de locatie zelf, maar ook om de bedrijvigheid. De Regio is verder gestart met een haal- Helmond is een voorbeeld van de cross-over tussen de directe omgeving van die locaties. Dit soort bedrijven en baarheidsonderzoek naar het reactiveren van de goede- agro & food -bedrijven en de High Tech Systems-industrie. kennisinstellingen vestigt zich namelijk bij voorkeur in een renspoorlijn Boxtel-Veghel. De Regio wil ten slotte de Logis- In Deurne wordt een complex ontwikkeld voor de hippische groene setting met op korte afstand veel stedelijke voorzie- tieke Agenda Brabant specifiek uitwerken voor het goede- sector waarin hoogwaardige kennis, bedrijfsleven en sport ningen. renvervoer in de agro & food-sector. en leisure samenkomen. In Boxmeer ontstaat onder aan- voering van Stork-Marel een toonaangevend centrum voor Verbeteren van de internationale bereikbaarheid en multi- Opzetten van innovatieve pilotprojecten (Proeftuin Agro & vernieuwing in de pluimveesector. In het Land van Cuijk modaal vervoer Food) heeft Teeuwissen het initiatief genomen voor het ontwikke- Agro & food maakt een groot deel uit van de Nederlandse Voor het welslagen van de transitie in de agro & food- len van een internationaal en innovatief bedrijvencluster export. Het wegvervoer speelt met een aandeel van 95% in sector zijn in de eerste plaats structuurversterkende maatre- dat bestaat uit levensmiddelenindustrie, de farmaceutische het vervoer van agroproducten van Nederland naar Euro- gelen nodig binnen de sector zelf. Zoals het aanjagen van industrie, de diervoedingsindustrie en de mineralenindustrie. pa een dominante rol ten opzichte van andere vormen innovaties met een Valorisatiefonds en het stimuleren van In Oss ontwikkelt zich het Life Sciences Park onder de nieu- van vervoer. In tonnen uitgedrukt is het aandeel van de kennisontwikkeling in de bedrijfsketens en tussen sectoren we naam Pivot Park. Dit is de vestigingslocatie voor jonge agrologistiek in het Nederlandse wegvervoer 28%. Voor de onderling (cross-overs). Versterking zit ook in de beschik- farmabedrijven in Nederland, met zeer hoogwaardige EU ligt dat aandeel op 20%. baarheid van voldoende, goed geschoold personeel dat ontwikkelfaciliteiten. In „s-Hertogenbosch zijn drie kennisinsti- in deze sector aan de slag wil gaan.

Gebiedsagenda Brabant 25

Daarnaast dienen ook de ruimtelijke randvoorwaarden ren, Maashorstboeren en Groene-Woudboeren. In MIRT-onderzoek Greenport Venlo goed ingevuld te zijn. Onontbeerlijk voor een voorspoedige ‟s-Hertogenbosch hebben onlangs enkele culturele onder- De Brabantse regio is betrokken geweest bij het MIRT- ontwikkeling zijn een aantrekkelijk vestigingsklimaat en een nemers samen met de ZLTO en de HAS het initiatief geno- onderzoek Greenport Venlo. In het BO MIRT van november excellente bereikbaarheid. De relatie tussen deze econo- men om een vertrekkend veevoederbedrijf in de stad om 2012 is afgesproken dat de Brabantse regio betrokken blijft mische topsector en de ruimtelijk-fysieke benadering van te vormen tot een evenementencomplex met als centraal bij de uitvoering van de voorgestelde maatregelen, con- de MIRT-Gebiedsagenda vergt nog wel een nadere uitwer- thema de Tuin der Lusten van Jeroen Bosch en veel ruimte form de afspraken met Limburg. Een van de prioritaire king. Het inrichten van een proeftuin biedt het ideale speel- voor het telen van groenten (De Tuin United). In Veghel maatregelen is het uitvoeren van een verdiepend onder- veld om die uitwerking tot stand te brengen. Een proeftuin heeft Jumbo het initiatief genomen tot de vestiging van zoek naar de verbindingen tussen Noord- daagt immers uit tot een creatieve en innovatieve aanpak, een themapark op het snijvlak van 'food en kunst & cultuur'. Limburg/Greenport Venlo en Oost-Brabant/Helmond. De levert slimme verbindingen op tussen bedrijven, kennis en Jumbo wil de bezoekers samen met fabrikanten en leve- economische potentie van de N270 als secundaire verbin- mensen én genereert innovatieve bouwstenen voor ver- ranciers nieuwe producten laten proeven en beoordelen. dingsas wordt verder verkend. Dit onderzoek naar de N270 volgacties. Een proeftuin produceert ook kennis waar ande- In de Maashorst zijn concrete plannen voor herintroductie kan model staan voor andere secundaire wegen in Oost- re regio‟s en sectoren profijt van hebben. Het concept van van de kersenteelt en om natuur en gezonde voeding in te Brabant en Noord-Limburg, zoals de Middenpeelweg een proeftuin agro & food dient concreet ruimte te bieden zetten voor preventie en herstel in de gezondheidszorg. In (N277). Het onderzoek richt zich op de meerwaarde van voor experimenten, (MIRT)-onderzoek en -verkenning. Een de zorgparken vindt de crossover tussen Agro & Food en deze verbinding voor de economische ontwikkeling van de mogelijk onderwerp voor de proeftuin zou het onderzoeken Health plaats. Food kan gezondheidsproblemen oplossen regio (met name voor agro & food). zijn van wat voor kansen de verwevenheid van Stad en waarmee binnen de zorgparken geëxperimenteerd kan Platteland biedt. De kracht van de Brabantse agro & food- worden Voorstel: sector vindt immers zijn basis in het kleinschalige patroon Er is veel creativiteit als het om dit soort plannen gaat in de De regio Noordoost-Brabant en de gemeente Helmond van steden, dorpen en gemeenschappen die een speci- steden, maar ook op het platteland. Soms staan die plan- zullen het initiatief nemen tot een verdiepend onderzoek fieke kleur aan het landschap heeft gegeven. Dit unieke nen op gespannen voet met de huidige praktijk van stads- naar de ruimtelijke randvoorwaarden die de agro & food- Brabantse mozaïek is van grote betekenis voor de hechte ontwikkeling of de ruimtelijke regelgeving (Verordening sector aan Oost Brabant (en Noord Limburg) stelt. Bij voor- samenwerking die de agro & food-sector zo sterk heeft Ruimte, omgevingsvergunning e.d.).In de proeftuin agro & keur sluit dit verdiepend onderzoek aan bij de uitwerking gemaakt. Tegelijkertijd hebben de schaalvergroting en food kan worden onderzocht waar de regelgeving onnodig van de afspraken naar aanleiding van het MIRT-onderzoek intensivering een sterke druk op dit patroon gelegd en is de belemmerend werkt en kunnen voorstellen worden ontwik- Greenport Venlo. Op basis van de uitkomsten kan een leefbaarheid en de kwaliteit van het landschap in een keld om die te versoepelen. besluit worden genomen om een MIRT-proeftuin aantal opzichten achteruit gegaan. De van oudsher sterke In een breder sociaal-economisch perspectief is het nodig Agro&Food op te zetten. De proeftuin levert tevens een band tussen productie in de ommelanden en de con- om tot afstemming, economische vernieuwing en verbete- bijdrage aan de innovatieagenda van Brainport 2020 voor sumptie in de nabij gelegen steden is nagenoeg verdwe- ring van de ruimtelijke kwaliteit te komen. De agro & food- agro & food en aan het cross-over-project agro & food van nen Door het teruglopen van het aantal bedrijven en de sector en de proeftuin kunnen daarbij een katalyserende rol BrabantStad. De initiatiefnemers zoeken samenwerking met concentratie in specifieke productiegebieden hebben met vervullen. Het vergroten van de aantrekkingskracht van het Topteam agro & food, BrabantStad, de provincies name de gebieden tussen de centrale steden en de om- Brabant als woon- en werklocatie vraagt om een goede Noord-Brabant en Limburg, Brainport Zuidoost-Nederland liggende kernen vaak hun oorspronkelijke economische ruimtelijke inpassing van de agro & food-bedrijvigheid in de en Greenport Venlo. Via de regionale samenwerking (triple dragers uit de landbouw verloren. beschikbare ruimte. Onderdeel daarvan is de landschaps- helix) betrekken zij het bedrijfsleven erbij. Bij de transitie in de agro & food-sector hoort ook de opga- ontwikkeling in de agrarische productielandschappen in ve om de band tussen productie en consumptie weer te relatie tot de EHS. De Maasvallei bezit een grote potentie De proeftuin agro & food moet: herstellen. Zo is er een analogie met de transitie naar lokale voor een gebiedsontwikkeling waarbij landschapsontwikke-  bijdragen aan een duurzame versterking van deze productie van energie. Dit biedt ruimte om de ruimtelijke ling, waterveiligheid, agrarische bedrijvigheid en toerisme, topsector; kwaliteit van deze stad-landrelaties te verbeteren en nieuwe recreatie en cultuurhistorie kunnen samengaan. Dit vergt  het vestigingsklimaat verbeteren; economische initiatieven te ontplooien. Vaak in nauwe samenwerking met de „overzijde‟ van de Maas in Gelder-  de relatie tussen stad en platteland versterken; samenhang met het ontwikkelen van de recreatieve en land. In het zuidelijk deel van de Maashorst ontstaan ver-  bijdragen aan de innovatieagenda van Brainport toeristische bedrijvigheid doen zich hier specifieke kansen nieuwende projecten waarbij de economische waarde van 2020; voor nieuwe markten in de agro & foodsector. Voorbeelden natuur en landschap van de Maashorst wordt benut en in  bijdragen aan het cross-over project Agro & Food van hiervan zijn plannen voor (de herontdekking en herwaarde- verbinding wordt gebracht met de ontwikkeling van een BrabantStad. ring) van stadslandbouw (de Bossche Boeren en de Landerij regionaal centrum voor gezondheid en vitaliteit. van Tosse) en het agrarisch natuurbeheer aan de randen van groene gebieden, zoals door Duinboeren, Hertogboe-

Gebiedsagenda Brabant 26

Matrix 4 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Agro& Food

Rijk Rijk-Regio Regio

Lopende projecten -Omlegging Zuid-Willemsvaart „s-Hertogenbosch -Pivot Park Oss -Toplocaties: -Zuid-Willemsvaart (onderdeel Beter Benutten)  Willemspoort „s-Hertogenbosch -Wilhelminakanaal fase 1 t/m sluis III  Foodpark Veghel  Zorgpark Uden  Health Park Boxmeer  Bedrijvencluster Teeuwissen Cuijk  Food Technology Park Brainport Helmond  AFC Dinteloord  Green Chemistry Campus Bergen op Zoom  Cosun Food Technology Centre Roosen- daal  Treeport Zundert  BioBased Economy-park Cuijk -N279 Veghel – „s-Hertogenbosch -MIRT-vervolgonderzoek Greenport Venlo waaronder met name N270 Helmond - Venray

Nieuw / ideeënfase -MIRT-onderzoek logistieke corridor Rotterdam – - Proeftuin Agro& Food Brabant – Noord-Limburg – Duitsland; beslispunt BO- MIRT november 2013 -N277 Middenpeelweg -Spooraansluiting Inlandhub Oss -A50 Eindhoven – Oss; wens regio -Onderzoek reactiveren goederenspoorlijn Boxtel- -A58 Bergen op Zoom – Breda – Tilburg; wens regio Veghel -Agrarische productie-landschappen -Gebiedsontwikkeling Maasland -Brainport Oost: Gebiedsvisie Panorama Brainport Oost -Zuid-Willemsvaart Veghel-Helmond -Wilhelminakanaal fase 2

Hierna invoegen: kaart en legenda Agrofood Oost-Brabant

Gebiedsagenda Brabant 27

4 Brabant Mozaïek 4.1   Verstedelijking en mobiliteit Demografische transitie: concentratie in steden, krimp in het landelijk gebied De bevolking van Brabant groeit de komende jaren van Het onderscheidende kenmerk van de ruimtelijke structuur 4.1.1 Opgaven en ontwikkelingen van Brabant is het mozaïek. Dit wordt gevormd door de 2.454.000 in 2011 tot een maximum van ongeveer fijnmazige afwisseling tussen steden, dorpen, natuur en Economische ontwikkelingen leiden tot geografische taak- 2.560.000 rond 2035. De belangrijkste verklaringen hiervoor open landschappen die worden dooraderd door beeklo- verdelingen zijn een langere levensduur en het feit dat zich meer bui- pen en landwegen en doorsneden door kanalen en snel- In hoofdstuk 2 is al geconstateerd dat Brabant strategisch is tenlanders in Brabant vestigen. Met betrekking tot de de- wegen. Hierdoor is op vrijwel elk plek in Brabant zowel de gelegen in het hart van de Rijn-Schelde-Delta. De econo- mografische ontwikkeling zijn er grote verschillen tussen de stad als het landelijk gebied binnen handbereik. Dit moza- mische ontwikkeling van Brabant is dan ook nauw verweven Brabantse regio‟s te zien, en ook binnen de regio‟s. Groei iek levert een belangrijke bijdrage aan het succes van met die van de omliggende regio‟s Randstad, Ruhrgebied, concentreert zich steeds meer in de (grote) steden, en in Brabant. Brabant zet in op de verdere ontwikkeling van het Vlaanderen, Greenport Venlo, Parkstad Limburg en de de flanken treedt krimp op. Krimp vertoont zich in drie mozaïek als randvoorwaarde voor de ambitie om Brabant Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Binnen metropolitane ge- gedaantes. Als eerste krimpt de beroepsbevolking door verder te ontwikkelen tot een excellente Europese kennis en bieden, zoals de Rijn-Schelde-Delta, doet zich in toene- ontgroening en vergrijzing. Dit proces treedt nu al op in heel innovatieregio. mende mate een geografische taakverdeling voor. Logis- Brabant. Op de tweede plaats krimpt de bevolking. Gelei- Het versterken van de kracht en de kwaliteit van het Bra- tieke activiteiten nestelen zich rond mainports, logistieke delijk aan vlakt de groei van de bevolking in Brabant hier- bants mozaïek brengt de volgende opgaven met zich knooppunten en langs assen tussen mainports. Grote door af en na 2035 groeit de bevolking niet meer. Krimp mee: stadskernen richten zich op topdiensten in de zakelijke en van de bevolking treedt nu al op in de flanken van de - het creëren van meer agglomeratiekracht door het financiële sector en op belevingsgerichte en creatieve provincie. De derde gedaante van krimp is de huishouden- versterken van het Brabantse stedelijk gebied. Dit kan activiteiten. Technologisch georiënteerde activiteiten ont- krimp. Deze treedt nu nog niet op. ondermeer door het ontwikkelen van hoogstedelijke wikkelen zich vooral in (clusters van) kleinere stedelijke ker- milieus, het concentreren van verstedelijking en het nen in een aantrekkelijke landschappelijke setting. Gevolgen voor de behoefte aan woningen en bedrijfsruim- creëren van een divers palet aan kwalitatief uitsteken- ten de woon- en werkmilieus; Verstedelijkingspatroon: ruimtelijk mozaïek Pas als het aantal huishoudens krimpt, neemt de behoefte - de gebouwde omgeving klimaatadaptief en duurza- Binnen het ruimtelijk mozaïek hebben inwoners en bezoe- aan woningen af. Vanwege de welvaart en de kleinere mer maken; kers (hoog)stedelijke voorzieningen binnen handbereik, huishoudens (toename een- en tweepersoonshuishoudens) - het verbeteren van de connectiviteit (van fysieke en maar tevens is de rust en ruimte op iedere plek in Brabant blijft de vraag naar nieuwe woningen in Brabant voorlopig functionele verbindingen) binnen Brabant en met om- binnen tien minuten bereikbaar. Deze ruimtelijke structuur aanwezig. De provincie schat dat er in Brabant rond 2040 liggende steden door het creëren van een robuust biedt kansen door haar veelzijdigheid. ongeveer 1.194.000 woningen staan, 160.000 meer dan in verkeers- en vervoerssysteem; Tegelijkertijd is deze kracht een zwakte. De Brabantse ste- 2011. Een groot deel van deze groei (ongeveer 130.000 - het verbeteren van de waterveiligheid en de zoetwa- den kennen een beperkte agglomeratiekracht. Een betere woningen) moet voor 2025 worden gerealiseerd. Na 2040 tervoorziening; connectiviteit (van fysieke en functionele verbindingen) gaat de Brabantse woningvoorraad krimpen. - het duurzamer maken van het mozaïek door in te binnen Brabant en met omliggende steden als Amster- De (kwantitatieve) woningbehoefte is voor een belangrijk zetten op duurzame energie; dam, Rotterdam, Düsseldorf en Antwerpen kan bijdragen deel welvaartsgedreven en sterk afhankelijk van de ontwik- - het tegengaan van de versnippering van natuurge- aan die agglomeratiekracht. keling van de economie en de mogelijkheden voor huis- bieden, het herstellen van oude landschappen en het Het contrast tussen steden en dorpen is in Brabant afge- houdens om een woning te financieren. We zien dat terug creëren van nieuwe natuur. nomen. De kleuren in het mozaïek moeten weer meer in de huidige crisis op de woningmarkt. Door een toename gaan spreken: de steden stedelijker en de dorpen dorp- van het aantal eenverdieners ontstaat een mismatch 15 Deze opgaven worden hieronder uitgewerkt binnen de ser. tussen vraag en aanbod. Het huidige aanbod is namelijk deelthema‟s verstedelijking en mobiliteit, energie, water, voor een belangrijk deel gebouwd voor tweeverdieners. natuur en landschap en leisure. Door deze ontwikkeling blijven de woningprijzen waarschijn- 15 Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) constateert in haar onder- zoek naar de internationale concurrentiepositie van de topsectoren in 256 Europese regio‟s dat de meeste Nederlandse regio‟s vaak grote tie of een betere (fysieke) verbinding binnen en tussen regio‟s. Bereik- buitenlandse regio‟s als internationale concurrenten hebben. Voor het baarheid over de weg en door de lucht kwamen naar voren als belang- technologische cluster van Brabant zijn dit bijvoorbeeld Parijs, Milaan, rijke regionale kenmerken voor de internationale concurrentiekracht. Dublin en het Ruhrgebied. De omvang van een agglomeratie is een Goede onderlinge verbindingen tussen bijvoorbeeld de topregio‟s Noord- belangrijke concurrentiefactor. Deze kan worden beïnvloed door con- Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant is cruciaal. (PBL, de internationa- centratie van bedrijvigheid, het bevorderen van de lokale clusteroriënta- le concurrentiepositie van Nederlandse regio‟s, maart 2012).

Gebiedsagenda Brabant 28

lijk onder druk staan, omdat eenverdieners de woningen het voor- en natransport naar de trein. Eindhoven Airport is niet kunnen betalen. de grootste regionale luchthaven van Nederland en groeit 4.1.2 Acties De demografische ontwikkelingen hebben ook kwalitatieve naar verwachting van 2,9 miljoen reizigers in 2012 naar gevolgen voor de woningmarkt. Door vergrijzing en de ruim 4 miljoen in 2020. Bovenregionale acties veranderingen in het zorgbeleid, dat is gericht op het lan- De ontwikkeling van het goederenvervoer is, meer dan bij Het versterken van de concurrentiepositie van het stedelijk ger zelfstandig laten wonen van ouderen waarbij de beno- het personenvervoer, sterk afhankelijk van de economische netwerk Brabant op het Europese speelveld vraagt onder digde zorg individueel wordt ingekocht, ontstaat meer en ontwikkeling. Bij een lage economische groei treedt stabili- meer om de volgende bovenregionale acties: meer een behoefte naar verschillende vormen van wonin- satie op. Bij een hoge economische groei is sprake van gen in combinatie met zorg- en welzijnsdiensten. een sterke toename van het goederenvervoer van circa - Het versterken van de agglomeratiekracht Een ander gevolg van de demografische transitie is dat de 50% in de periode tot 2030. Bij het goederenvervoer is het Steden hebben veel agglomeratievoordelen: een grote beroepsbevolking krimpt. Hierdoor ontstaat op termijn ook wegvervoer qua absolute aantallen nog steeds leidend geïntegreerde arbeidsmarkt, mogelijkheden voor innovatie- minder vraag naar bedrijfsruimten en dus naar bedrijventer- (57%), maar vooral binnenvaart (36%) wint aan terrein. Het en kennisuitwisseling, economische specialisatie, betere reinen, voorzieningen en kantoren. aandeel spoorvervoer is gering (7%). Het (internationale) infrastructuur, nabijheid van hoogwaardige en gespeciali- goederenvervoer via de achterlandverbindingen (weg, seerde voorzieningen. Om als stedelijk netwerk te kunnen Groeiende behoefte aan duurzaamheid spoor en water) door Brabant neemt onder meer als ge- blijven concurreren in de Europese top van kennis- en De behoefte groeit om onze samenleving duurzamer in te volg van de groei van de Rotterdamse haven sterk toe. innovatieregio‟s moet de agglomeratiekracht van de Bra- richten. Dit komt door de wereldwijde ontwikkeling van de De bereikbaarheidsopgave verandert. In de afgelopen bantse steden sterker worden. Dat vraagt onder meer om alsmaar toenemende energieconsumptie en milieudruk en decennia was de bereikbaarheidsopgave vooral een een betere connectiviteit (van fysieke, digitale en bestuurlij- de gevolgen daarvan voor het klimaat. Dat betekent: opgave van files op het hoofdwegennet tussen stedelijke ke verbindingen), functionele integratie (intensiveren van zorgvuldig gebruik van ruimte, grondstoffen en producten, gebieden. De focus verschuift echter naar een opgave zakelijke contacten, versterken woon-werkrelaties, benutten minder gebruik van fossiele energie, productie van duur- binnen de stedelijke gebieden, waar ook de economische van voorzieningen op de schaal van het stedelijk netwerk) zame energie en toepassing van duurzame energiesys- en ruimtelijke opgaven zich in belangrijke mate concentre- en culturele integratie (leven, werken en recreëren op de temen. De noodzaak voor klimaatadaptatie betekent ren. Nadruk komt meer te liggen op het creëren van een schaal van het stedelijk netwerk). zowel een opgave voor het landelijk gebied (zie paragraaf efficiënt verkeers- en vervoersysteem in stedelijke gebieden

4.4) als voor het stedelijk gebied. dat aansluit bij de wensen van reizigers en ondernemers en - Het creëren van hoogstedelijke woon- en werkmilieus dat bijdraagt aan het versterken van de economische en concentreren van verstedelijking Mobiliteit groeit structuur en de agglomeratiekracht van de stedelijke ge- In de Brabantse grote steden ligt de focus op de hoogste- Het personen- en goederenvervoer in Brabant blijft de bieden. delijke zones, in het bijzonder op de transformatie van de komende decennia nog groeien. De groei van het perso- spoorzones tot aantrekkelijke woon- en werkgebieden voor nenvervoer vlakt af. In de jaren zeventig, tachtig en negen- (internationale) kenniswerkers. De nabijheid van culturele tig van de vorige eeuw is de personenmobiliteit explosief topvoorzieningen is essentieel voor een aantrekkelijk vesti- gegroeid. Vanaf 2000 is de personenmobiliteit al veel gingsklimaat in de hoogstedelijke zones. minder hard gegroeid en sinds 2005 vlakt de groei van de De behoefte aan nieuwe woningen manifesteert zich voor- personenmobiliteit nog sterker af. Dit geldt vooral voor het al in de grote steden. Provincie en de regio‟s voeren een autogebruik. Het is onzeker of de afvlakking van de groei verstedelijkingsbeleid dat enerzijds is gericht op het con- van de automobiliteit (tot 1 a 2% per jaar) in de toekomst centreren van verstedelijking in de hoogstedelijke zones en doorzet. De afvlakking van deze groei is in ieder geval al anderzijds is gericht op het beter aansluiten op verande- ingezet voor de economische crisis en dus niet alleen te rende woonwensen van consumenten. Vanuit de gewenste wijten aan die crisis. Andere oorzaken zijn de stijgende hoogstedelijkheid en vanuit de wens om het potentieel brandstofprijzen, de vergrijzing en minder gebruik van de voor openbaar vervoer te vergroten is sturing noodzakelijk. auto door jongvolwassenen. De trein is een groeimarkt op Het weglekken van verstedelijking naar kleinere steden en vooral de lange afstanden zoals op de corridors van en dorpen moet worden voorkomen. Dit is belangrijk voor de naar de Randstad. De bus heeft een beperkt aandeel in steden, maar ook ter voorkoming van een verdere dicht- verplaatsingen en reizigerskilometers. Het aandeel fiets is in slibbing van het Brabantse mozaïek. Er ligt daarnaast ook in Brabant vergelijkbaar met het landelijke gemiddelde. De de Brabantse steden een opgave op het gebied van fiets is kansrijk op de korte afstanden, vooral in het stedelijk gebied. De fiets speelt bovendien een prominente rol in

Gebiedsagenda Brabant 29

stedelijke vernieuwing. Zonder Rijksbijdrage zijn de steden opzet bevorderen ze bovendien ontmoeting en kruisbestui- - Robuust verkeers- en vervoersysteem niet in staat om de noodzakelijke investeringen te doen. ving. Campussen worden optimaal ontsloten. De belang- De ambitie van top kennis- en innovatieregio stelt eisen rijkste campussen en prioritaire economische toplocaties aan de multimodale bereikbaarheid. Juist het realiseren - Het geleiden van de krimp zijn: de High Tech Campus, het Science Park TU/e en de van een robuust verkeers- en vervoersysteem voor perso- Door de demografische transitie vergrijzen dorpen en Brainport Innovatie Campus (in ontwikkeling) in Eindhoven, nen- en goederenvervoer met goede (inter)nationale verdwijnen banen, scholen, winkels en andere voorzienin- de High Tech Automotive Campus in Helmond, het Pivot verbindingen voor meerdere modaliteiten (weg, spoor, gen. De Rijksoverheid, provincies, gemeenten, bedrijfsleven Park in Oss, de Green Chemistry Campus in Bergen op water, lucht) draagt bij aan het vergroten van de agglome- en inwoners willen ervoor zorgen dat deze krimpregio‟s Zoom, Cosun Food Technology Centre in Roosendaal, ratiekracht. Hiermee wordt het gebrek aan eigen massa leefbaar zijn en blijven. De provincie wil de leefbaarheid in Aviolanda in Woensdrecht, Gate2 in Gilze-Rijen, Nieuw gecompenseerd door een excellent netwerk met andere de dorpen en wijken verbeteren en doet dit onder andere Prinsenland (AFC) in Steenbergen.en Logistiek Park Moerdijk. regio‟s. Dit robuuste verkeers- en vervoerssysteem wordt door het stimuleren van integrale dorpontwikkelingsplan- Deze campussen en economische toplocaties werken gerealiseerd door het in samenhang met elkaar uitwerken nen. Naast de leefbaarheid moet ook de ruimtelijke kwali- nauw samen met economische clusters in buurregio‟s van de volgende vier onderdelen. teit van de dorpen versterkt worden. (zoals op gebied van health met Nijmegen, op gebied van agro & food met Wageningen en Venlo en op gebied van a. Samenhangend openbaar vervoersysteem - Werklocaties en campussen energie/biobased economy met Zeeland, Limburg en Het openbaar vervoersysteem bestaat uit spoor (internatio- Terwijl de behoefte aan nieuwe woningen blijft bestaan, Vlaanderen). Ook voor deze werklocaties geldt overigens nale treinverbindingen, intercity‟s en sprinters), hoogwaardig neemt de behoefte aan nieuwe werklocaties af door krimp dat er een capacitaire weging van werklocaties in de RRO‟s regionaal openbaar vervoer en knooppunten voor het van de beroepsbevolking (ontgroening, vergrijzing) en de plaatsvindt. faciliteren van de overstap tussen vervoerswijzen. De back- veranderende economie (minder productie, meer dien- bone van het openbaar vervoersysteem is het spoornet- sten, opkomst van „het nieuwe werken‟). In dit licht moet - Stimuleren woningmarkt werk. Voor het internationaal vestigingsklimaat in Brabant een overprogrammering van kantoren en bedrijvenlocaties De weerslag van de financieel-economische crisis is, ook in zijn goede internationale treinverbindingen essentieel. worden voorkomen. Een integrale aanpak is een basisver- Brabant, onmiskenbaar. Een belangrijke exponent hiervan is Daarbij gaat het vooral om goede internationale treinver- eiste om een klimaat te scheppen waarin de concurrentie- de terugvallende nieuwbouwproductie en daarmee een bindingen naar Duitsland en België (HSL-verbinding Amster- kracht van de provincie verder versterkt wordt. Brabant sterk afnemende groei van de woningvoorraad. Nieuwe dam – Parijs met aansluiting daarop in Breda, Eindhoven – moet aantrekkelijk blijven voor ondernemen. Dit vraagt om initiatieven voor woningbouwprojecten lijken 'op te drogen', Düsseldorf, Eindhoven – Aachen/Luik, Eindhoven - Brussel), voldoende en aantrekkelijke ruimte voor bedrijven, voor het investeringsvermogen van woningbouwcorporaties een betere aansluiting op het Europese HSL-netwerk en een vestiging en voor ontwikkeling. De basis dient op orde te staat onder druk en de aansluiting van vraag en aanbod betere ontsluiting van Eindhoven Airport op het IC•net die zijn. Hiervoor maken gemeenten in regionaal verband op de woningmarkt is vaak nog onvoldoende. Ook zorgen past bij de verdere ontwikkeling van Eindhoven Airport tot onder regie van provincie en SRE afspraken. Doel hiervan is de huidige financieel-economische situatie en de (blijven- tweede nationale luchthaven. De Minister van IenM heeft om het aanbod kwantitatief en kwalitatief goed aan te de) onzekerheden over toekomstige woningmarktontwikke- toegezegd om in de nieuwe concessie voor het personen- laten sluiten op de vraag. Het gaat naast bedrijventerrein lingen voor de nodige terughoudendheid bij woonconsu- vervoer op het Hoofdrailnet een inspanningsverplichting ook over kantoren en detailhandel. De B5-steden en overi- menten. Er is voldoende (harde) plancapaciteit, toch wordt voor de vervoerder op te nemen om deze landsgrensover- ge kantoorsteden werken momenteel in regionaal verband er veel te weinig gebouwd. Met alle economische en schrijdende verbindingen op een hoger kwaliteitsniveau te aan visies met als doel om de kantorenmarkt weer gezond werkgelegenheidseffecten van dien. Van belang is met alle brengen. te krijgen. (bouw)partijen na te gaan, waarom een woningbouwpro- Op het nationale schaalniveau is de realisatie van het Naast de basis staat het versterken van de prioritaire Bra- ject niet van de grond komt en met elkaar scherp te krijgen Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) van cruciaal belang. bantse economische clusters en de landelijke topsectoren aan welke „knoppen‟ gedraaid kan/moet worden om de Hierdoor is „spoorboekloos treinreizen‟ mogelijk op de centraal. Provincie en SRE voeren daarom een specifiek bouw vlot te trekken. Omdat de woningmarkt beweegt spoorcorridors Amsterdam - Eindhoven en Den Haag - campus- en werklocatiebeleid met speciale aandacht naar een nieuw evenwicht, waarbij de vraag zich de ko- Eindhoven. Buiten de PHS-corridors ziet de regio nog enkele voor een aantal sterke economische clusters zoals high- mende jaren meer zal richten op de huursector en op het knelpunten op het spoornetwerk in Brabant. Het gaat met tech, automotive, logistics, agro & food, biobased eco- minder dure koopsegment, zullen alle partijen moeten name om de ontbrekende spoorverbinding Breda-Utrecht, nomy en maintenance. Daarmee wordt voorkomen dat meebewegen. Voor de komende jaren wordt met betrok- de spoorbrug bij Ravenstein en de Maaslijn. Brabant acht steden met elkaar concurreren om kwalitatief hoogstaande ken partijen een proces gestart om vastgelopen woning- verdubbeling op beide laatste punten nodig en voor de topvoorzieningen. De campussen leveren een bijdrage bouwprojecten weer op gang te krijgen. Maaslijn bovendien electrificatie. Brabant wil tevens een aan een aantrekkelijk werkklimaat voor kennisintensieve aantal nieuwe stations realiseren als onderdeel van het OV- ondernemingen en kenniswerkers en zijn essentieel voor de netwerk BrabantStad. Het gaat om de stations Eindhoven- groei en profilering van de Brabantse economie. Door hun

Gebiedsagenda Brabant 30

Airport, Berkel Enschot, Breda-oost, ‟s-Hertogenbosch- ment. Rijk, provincie, SRE en B5-steden hebben afspraken Regionale acties Maaspoort, ‟s-Hertogenbosch-Avenue2 en Berghem. gemaakt over gezamenlijke data-inwinning, de uitvoering In aanvulling op het spoornetwerk werkt de provincie in van regelscenario‟s en de inzet van de verkeerscentrale in Verstedelijkingsafspraken tussen provincie en Brabantse samenwerking met de vijf grote steden aan de realisatie Geldrop. regio‟s van een aantal HOV-verbindingen in de grote steden en In de Brainport Regio Eindhoven, met het zwaartepunt op De provincie maakt met de (vier) Brabantse regio‟s (kwanti- van grote regionale kernen zonder spoorstation (zoals de Automotive Campus in Helmond, zijn diverse pilots van tatieve en kwalitatieve) afspraken over te bouwen wonin- Oosterhout, Veghel, Uden en Waalwijk) naar de centra en bedrijven en kennisinstellingen in uitvoering. Het gaat om gen in deze regio‟s. Centrale rol hierbij speelt de regionale spoorstations van de grote steden. Tevens werken regionale proeven met innovatieve maatregelen (actuele multimo- agenda voor wonen die jaarlijks in elk van de vier RRO- overheden aan het verbeteren van de ketenmobiliteit (door dale reisinformatie, nieuwe coöperatieve systemen, navi- gebieden wordt opgesteld of geactualiseerd. onder meer P&R- en fietsvoorzieningen op stations). gatie- en parkeerverwijssystemen, rijtaakondersteuning, Deze regionale agenda is een belangrijke schakel in een Het samenhangend OV-netwerk in Brabant is gekoppeld spitsmijden), waarmee het verkeers- en vervoersysteem continu proces om in (sub)regionaal verband ontwikkelin- aan het ruimtelijk programma en de ontwikkeling van optimaal wordt benut en waarmee een bijdrage wordt gen op de woningmarkt te volgen. Naast de eerder ge- hoogstedelijke zones, waarbij ruimtelijk wordt verdicht rond- geleverd aan het verduurzamen van de mobiliteit. De regio noemde trends en ontwikkelingen komen hierbij aan bod om stations. In het verlengde hiervan worden afspraken is mede-initiatiefnemer van de Dutch Integrated Testsite de resultaten van regionale woningmarktanalyses, die de gemaakt tussen provincie en de betrokken gemeenten Cooperative Mobility, een open samenwerkingsorganisatie. provincie samen met de Brabantse regio‟s (jaarlijks) uitvoert. over woon- en werklocaties. Door het aanbrengen van Doel is slimme mobiliteitsoplossingen te versnellen. Uniek in Zo bestaat steeds een actueel beeld van wat er speelt op samenhang en regionale afstemming van ontwikkellocaties Europa is de permanente testomgeving, geconcentreerd de regionale woningmarkt, welke opgaven er liggen en is voor alle betrokken partijen winst te halen. Investeringen op en rond de Automotive Campus. De snelweg A270 welke strategieën moeten worden ingezet om tijdig en worden beter benut en er ontstaat een beter renderend tussen Eindhoven en Helmond is daarvoor met speciale adequaat in te kunnen spelen op de dynamiek op de (regionaal) openbaar vervoer. apparatuur uitgerust. woningmarkt. In het BO MIRT zijn afspraken gemaakt over de opname De provincie maakt daarnaast met de (vier) Brabantse b. Samenhangend hoofdwegennet en onderliggend van een aantal van voornoemde projecten op het gebied regio‟s (kwantitatieve en kwalitatieve) afspraken over te wegennet van Intelligent Transport Systems in het landelijke program- ontwikkelen werklocaties in die regio‟s. Net zoals bij wonen Het samenhangende wegennet van (rijks)hoofdwegen en ma Beter Benutten. gaat dit via een regionale agenda die jaarlijks wordt opge- onderliggende provinciale en stedelijke hoofdverbindingen steld en geactualiseerd. De komende jaren wordt extra raakt in Brabant in de komende decennia steeds meer d. Multimodaal goederenvervoer aandacht besteed aan de thema‟s kantoren en herstructu- overbelast. Door de groei van de mobiliteit gaat de „rek‟ In paragraaf 3.3 (logistiek) is het belang al genoemd van rering. langzaam uit het netwerk. Incidenten of calamiteiten kun- multimodaal goederenvervoer of met andere woorden het nen niet meer worden opgevangen door verkeer over stimuleren van meer vervoer via water, spoor en buis, ge- Digitale bereikbaarheid alternatieve routes te sturen. koppeld aan de ontwikkeling van Brabantse havens, multi- Naast het verbeteren van de fysieke bereikbaarheid van Het Rijk realiseert momenteel de verbreding van de A2 ‟s- modale goederenterminals en multimodale bedrijventer- Brabant is de digitale ontsluiting van Brabant via hoog- Hertogenbosch - Eindhoven en van de A4 Dinteloord - reinen. waardig breedband (glasvezel, kabel, 4G, VDSL2) van Bergen op Zoom. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over De omlegging van de Zuid-Willemsvaart bij ‟s- belang voor de verdere ontwikkeling van Brabant als top de A27 Lunetten - Hooipolder, A58 Galder - Sint An- Hertogenbosch, de reconstructie (fase 1) van het Wilhel- kennis- en innovatieregio. In de Digitale Agenda van Bra- nabosch, A58 Tilburg – Eindhoven en N65 ‟s-Hertogenbosch minakanaal in Tilburg, de waterterminal AFC Prinsenland en bant worden de kansen en mogelijkheden die ICT biedt - Tilburg. Deze projecten worden in de periode tot onge- de terminal van shortsea-binnenvaart en spoor in Moerdijk voor Brabantse huishoudens, ondernemingen en instellin- veer 2025 gerealiseerd. Op langere termijn is de capaciteit zijn gestart. De verouderde sluizen 4, 5 en 6 in de Zuid- gen inzichtelijk gemaakt en worden deze vertaald in diverse van een aantal andere wegen in Brabant onvoldoende om Willemsvaart zijn in 2012 vervangen door nieuwere grotere acties. een vlotte doorstroming van het verkeer te kunnen garan- sluizen. Voor het vaarwegtraject Laarbeek – Eindhoven De provincie Noord-Brabant stimuleert, via een Breedband deren. Voor een volledig overzicht van lopende plannen en worden innovatieve vaarconcepten en mogelijkheden tot Infrastructuur Fonds, de aanleg van hoogwaardige breed- toekomstige opgaven wordt verwezen naar de matrix aan bundeling van goederenstromen onderzocht. Deze pro- bandinfrastructuren op bedrijventerreinen, in dorpskernen het eind van deze paragraaf. jecten dragen bij aan de ambitie om meer goederen over en in het landelijk gebied. Deze digitale snelweg versterkt water te vervoeren. Rijk, provincie, gemeenten en regio- de economische basisinfrastructuur en de digitale connec- c. Slimme en duurzame mobiliteit naal bedrijfsleven hebben in het kader van het programma tiviteit van burgers en bedrijven in Brabant. Ze is daarmee Brabant/Brainport is sterk in innovatieve oplossingen voor Beter Benutten afspraken gemaakt over het intensiveren een belangrijke voorwaarde om het landelijk gebied ook in mobiliteit. De regio is momenteel één van de koplopers in van het gebruik van de Zuid-Willemsvaart. de toekomst aantrekkelijk en leefbaar te houden, onder Nederland op het vlak van regionaal verkeersmanage-

Gebiedsagenda Brabant 31

meer als potentiële vestigingslocatie voor zowel kenniswer- Méér fietsen levert een bijdrage aan de bereikbaarheid, kers als bedrijven in de agrarische- en de vrijetijdssector. leefbaarheid en gezondheid. Daarnaast bieden breedbandnetwerken kansen voor op- Om dit te bereiken is het programma ‟Fiets in de Versnel- schaling van maatschappelijke diensten zoals zorg en ling‟ opgesteld. Daarin staan drie actielijnen centraal: onderwijs op afstand, agro & food-innovatie en smart grids. goede infrastructuur (verbindingen en stallingen), het verlei- Met de Digitale Agenda gaat de provincie in samenwer- den van specifieke doelgroepen (forenzen en jeugd) om king met haar partners (gemeenten, dienstaanbieders, de fiets vaker te gebruiken en het verbeteren van de sa- netwerkbedrijven, het Rijk en andere provincies) de rand- menwerking tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstel- voorwaarden creëren om de opschaling van dit type dien- lingen. sten te laten plaatsvinden. Hiermee draagt de Digitale De toenemende populariteit van de elektrische fiets heeft Agenda van Brabant bij aan de doelstellingen van zowel tot gevolg dat voor het gros van de mensen de fiets een het economisch programma als diverse andere beleids- groter bereik heeft gekregen. Een afstand van 15 kilometer velden (zoals zorgeconomie, transitie agro & food, transitie wordt voor een toenemend aantal forenzen een makkelijk stad en platteland, vrijetijdseconomie en de strategie te overbruggen fietsafstand. De forens wil daarbij zo snel werklocaties). mogelijk van A naar B. Tussen Etten-Leur en Breda is daar- om al een snelfietsroute aangelegd. Met subsidie van het Gedragsbeïnvloeding: van „modal shift‟ naar „mind shift‟ Rijk is gestart met de realisatie van drie nieuwe snelfietsrou- Oplossingen voor de mobiliteitsproblematiek worden tradi- tes in Brabant: ‟s-Hertogenbosch - Oss, Eindhoven - Hel- tioneel vooral gezocht in het verbeteren van het aanbod mond en Eindhoven - Valkenswaard. De Stadsregio Arnhem aan infrastructuur. De regionale partners in Brabant zetten Nijmegen, de provincies Noord-Brabant en Limburg en de bij de aanpak van de mobiliteitsopgave echter steeds betrokken gemeenten investeren in de de grensoverschrij- meer in op een combinatie van gedragsbeïnvloedende dende snelfietsroute Cuijk – Nijmegen. Kansrijke nieuwe maatregelen en fysieke maatregelen. Daarmee opereren snelfietsroutes zijn mogelijk „s- Hertogenbosch - Waalwijk, „s- ze in lijn met de Bereikbaarheidsagenda van het ministerie Hertogenbosch - Zaltbommel, „s- Hertogenbosch - - van IenM. Boxtel, „s-Hertogenbosch - Tilburg, Oss – Uden en Veghel – Het gaat daarbij om het beïnvloeden van keuzes die indi- Uden. viduen vóór of tijdens de reis maken. Keuzes gericht op de activiteit, de bestemming, het moment van vertrek, de modaliteitskeuze of de routekeuze. Het beïnvloeden van dergelijke keuzes wordt op dit moment bijvoorbeeld al gedaan door middel van spitsmijdenprojecten, de marke- ting van openbaar vervoer, fietscampagnes, mobiliteits- management en diverse verkeersveiligheidscampagnes. De regionale partners willen in de komende jaren meer gaan inzetten op het beïnvloeden van het gedrag van automobilisten. In essentie gaat het er om dat de traditio- nele trits van bouwen -> benutten -> beïnvloeden wordt veranderd naar beïnvloeden -> benutten -> bouwen.

Bevorderen van het gebruik van de fiets De provincie stimuleert samen met andere overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en gebruikersorganisaties het gebruik van de fiets. ‟s-Hertogenbosch is door de lande- lijke Fietsersbond uitgeroepen tot Fietsstad 2011. Breda heeft de ambitie om in 2014 Fietstad te worden en Noord- Brabant wil in 2020 dé fietsprovincie van Nederland zijn.

Gebiedsagenda Brabant 32

Matrix 5 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave verstedelijking en mobiliteit

Rijk Rijk-Regio Regio

Lopende projecten Wegennet Gebiedsontwikkeling Brainport Ave- Gebiedsontwikkeling -A2 Eindhoven – „s- nue: -Hoogstedelijke zones (zoals Strijp S, Universiteit-Spoorzone-Piushaven, Middenbrabant- Hertogenbosch -MIRT-onderzoek 2020-2040 incl. poort, Laar, Stappegoor. Kempenbaan/care) -A4 Dinteloord - Bergen op quick-wins en bereikbaarheid Eindho- -Diverse campussen / werklocaties Zoom ven Airport -Oostelijk Langstraat (A59) -A27 Lunetten – Hooipolder -Spoorzone Eindhoven (verbouw station, verbreden stationspassage) Wegennet -Spoorzone Breda (integrale ontwikkeling van spoorzone tot stedelijk knooppunt, inclusief Spoor/OV -A2 nieuwe aansluiting Eindhoven bouw nieuw station en OV-terminal) -Programma Hoogfrequent Airport -Spoorzone Tilburg (integrale ontwikkeling van spoorzone in relatie tot UvT en Piushaven, Spoorvervoer, waaronder fly- -A58 Galder – Sint Annabosch (ver- ontwikkeling kenniscampus, congres- en hotelvoorzieningen, horecavoorzieningen, over en spoorbrug over Dieze kenning) verbouw station, verbreden stationspassage, nieuw busstation) in ‟s-Hertogenbosch, spoor- -A58 Tilburg – Eindhoven (verkenning) -Spoorzone ‟s-Hertogenbosch (afronden ontwikkeling Paleiskwartier, aanleg Ponte Palaz- boog Meteren, spoordoorsnij- -Brainport Oost: Ruit Eindhoven – zo) ding Vught Helmond (Noordoostcorridor) -Spoorzone Helmond (nieuw station, nieuwe spoortunnel, reconstructie stationsplein) -Lange Termijn Spooragenda -MIRT-Verkenning N65 Vught-Haaren -Spoorzone Deurne -Gebiedsopgave N65 (provinciale Structuurvisie) Vaarwegen en terminals Spoor/OV -Omlegging Zuid-Willemsvaart -Maaslijn (quick wins en Beter Benut- Wegennet „s-Hertogenbosch ten) -Grenscorridor N69 (planstudie) -Volkeraksluizen (quick-wins -Programma Spoorse doorsnijdingen -N261 Waalwijk – Tilburg (realisatie) aanpassen schutsnelheid) (Spodo I en Spodo II) -N279 Veghel – ‟s-Hertogenbosch (planstudie) -NSP Breda -N282 Tilburg – Rijen (realisatie) -Verbouwing stationshal Eindhoven en -N329 Weg van de Toekomst bij Oss (realisatie) Tilburg -N629 Dongen – A27/Oosterhout (realisatie)

Vaarwegen en terminals Spoor/OV -Realisatie verruiming Wilhelminaka- -Nachtnet Brabant (lopende proef tot eind 2015) naal Tilburg fase 1 (t/m sluis III) -OV-netwerk BrabantStad (diverse HOV-assen en regionale knooppunten) -Diverse maatregelen Zuid- Willemsvaart en Wilhelminakanaal in Vaarwegen en terminals kader van Beter benutten (Berzob fase -Realisatie 1e deel fase 1½ (van sluis III tot Loven) naar klasse IV-vaarweg 2) -Diverse maatregelen Zuid-Willemsvaart in kader van Beter benutten -Uitbreiding containerterminal haven -Supply Chain Campus Breda Oss -Logistiek Park Moerdijk -Oostelijke insteekhaven Waalwijk -Rail Service Centre Moerdijk -Vossenberg West 2 -Railterminal Loven -Herstructurering Theodorushaven -Waterterminal AFC

Overig Overig -Snelfietsroutes ‟s-Hertogenbosch – -Digitale Agenda Brabant Oss, Eindhoven – Valkenswaard en -Fiets in de Versnelling Eindhoven – Helmond -Mobiliteitsmanagement bij bedrijven op economische toplocaties

Gebiedsagenda Brabant 33

Rijk Rijk-Regio Regio -Innovatielab A270/ DITCM (A67 en A58) -Innovatielab Slowlane

Nieuw / ideeënfase Wegennet Spoor/OV Gebiedsontwikkeling A2 Deil - „s-Hertogenbosch16 -Maaslijn uitvoering 1e tranche -Leisure-boulevard A67 Veldhoven – Eindhoven - -Internationale treinen naar België en -Spoorzone Oisterwijk/KVL-terrein Venlo17 ; (wens regio) Duitsland; wens regio -Eventuele (nieuwe) campussen / werklocaties (bijv. Avenue2) -Capaciteit spoorverbinding Breda – Tilburg (wens regio) Wegennet -Capaciteit spoorverbinding ‟s- -N270 Helmond – Venray (uitwerkingsactie MIRT-onderzoek Venlo) Hertogenbosch – Nijmegen (wens regio) Spoor/OV -IJzeren Rijn (wens regio) -OV-netwerk BrabantStad (diverse HOV-assen en regionale knooppunten) -Nieuw station „s-Hertogenbosch Maaspoort Overig -Nieuw station „s-Hertogenbosch Avenue2 -MIRT-onderzoek logistieke corridor -Nieuw station Breda-Oost Rotterdam – Brabant – Noord-Limburg -Nieuw station Berkel Enschot – Duitsland -Nieuw station Berghem (Beslispunt BO-MIRT november 2013) Goederenspoor Boxtel – Veghel (studie) -Nationaal Kernnet Logistiek in relatie Bereikbaarheid Antwerpen – Neerpelt - Hamont-Achel - Cranendonck – Weert tot Logistieke Agenda Brabant -Onderzoek spoorverbinding Breda - Utrecht -Programma Beter Benutten 2 (2014- 2017) Vaarwegen en terminals - TEN-t onderzoek corridor Northsea - -Realisatie verruiming Wilhelminakanaal Tilburg 2e deel fase 1½ (van sluis III tot Loven) Mediterranean naar klasse IV -Strategie inlandhubs Wegennet -Inlandterminal Breda A2 Eindhoven – Weert -Onderzoek ROC BZOB (Cranendonck) en Varenschut (Helmond) A27 Hooipolder – Sint Annabosch -Binnenhaven Bavaria A50 Eindhoven - Oss -Binnenhaven Ekkersrijt A58 Bergen op Zoom – Breda - Tilburg -Toegankelijkheid haven Veghel A59 Empel – Zonzeel -Railterminal Borchwerf 2 te Roosendaal A59/A50 „s-Hertogenbosch – Nijme- -Waterterminal afvallogistiek Roosendaal gen) -Railterminal Weststad Oosterhout (alles wens regio) -Buitencontainerterminal Bergen op Zoom -Trimodaal knooppunt Weert-Cranendonck (inclusief verbetering ontsluiting per spoor en water) -Goederenspoor Oosterhout-Lage Zwaluwe

16 NMCA RC 2020 17 MIRT-onderzoek A67 en mobiliteitsanalyse Beter Benutten

Gebiedsagenda Brabant 34

Rijk Rijk-Regio Regio

Overig -Kennisas A2 (Schiphol-Eindhoven IC en s‟-Hertogenbosch Avenue 2) -Stimuleren watergerelateerde bedrijvigheid langs W'kanaal ( Vossenberg, Loven, her- structurering Kanaalzone Tilburg) -Leisureboulevard/bereikbaarheid attractieparken -Energyvalley Midden-Brabant

Hierna invoegen: kaart en legenda Mozaiek II rood/grijs

Gebiedsagenda Brabant 35

regio‟s initiatieven als het BioBased Economy-park in Cuijk 4.2  Energie en het Ecopark Spinder in Tilburg. Op Spinder wordt gewerkt 4.2.2 Acties aan het clusteren van grootschalige duurzame energie- productie. Hierbij wordt zowel windenergie, bio-energie en 4.2.1 Opgaven en ontwikkelingen zonne-energie geproduceerd. Realisatie vindt plaats op Regionale acties Het is noodzakelijk dat onze samenleving duurzamer wordt basis van een green deal tussen Attero, Waterschap de ingericht. Dit komt door zowel de wereldwijde ontwikkeling Dommel, Middenbrabantse Ontwikkelingsmaatschappij Solar van de alsmaar toenemende energieconsumptie en mili- voor Energie en Duurzaamheid en de gemeente. In de Het ontwikkelen, verbeteren en produceren van machines eudruk als de gevolgen daarvan voor het klimaat. Dat noordelijke rand van Tilburg worden mogelijk meerdere die zonnecellen kunnen produceren is één van de krach- betekent: zorgvuldig gebruik van ruimte, grondstoffen en energieparken gerealiseerd. ten van Brabant. De provincie zoekt hiervoor nadrukkelijk producten, minder gebruik van fossiele energie, productie naar een verbond tussen onderzoeksorganisaties en bedrij- van duurzame energie en toepassing van duurzame ener- Wind ven. Dit doen we met Solliance, een samenwerkingsver- giesystemen. De provincies hebben afspraken gemaakt over de onder- band van ECN, TNO Industrie & Techniek, TU/e, het Holstinsti- linge verdeling van de prestatienorm windenergie om in tuut en IMEC. Innovatie en energie 2020 een vermogen van 6.000 Megawatt (MW) windener- Deze aanpak past bij de huidige kracht van apparaten- De provincie neemt haar verantwoordelijkheid en wil dat gie op land te plaatsen. Een aanzienlijk deel komt tot stand bouw in de hightech- en maakindustrie in Zuidoost-Brabant, Brabant in de toekomst verzekerd is van een betaalbare, in grootschalige windenergieprojecten in „zoekgebieden‟ geeft een forse impuls aan de ontwikkelingsketen „kennis – betrouwbare en schone energievoorziening. In de Energie- die provincies hebben aangewezen. kunde – kassa‟ en spoort volledig met het provinciale be- agenda kiest de provincie voor energie als economische Het overige deel komt tot stand in kleinere projecten. Dit is leid. Op het Duurzaam Industriepark Cranendonck is ruimte kans. De provincie zet in op de kracht van Brabant: duur- meestal maatwerk: projecten zijn te realiseren als ze vol- (circa 80 hectare) om op grote schaal zonneënergie toe te zame technologische innovatie, kennis en samenwerking. doen aan de ruimtelijke voorwaarden van provincies en passen en te testen en om restwarmte uit het industriële Hiermee wordt duurzame energie één van de pijlers van de gemeenten. Nauw omschreven gebieden worden nog niet proces te benutten. Hierbij wordt de aansluiting gezocht Brabantse economie. gedefinieerd. In Brabant wordt 420 Megawatt windenergie met bestaand onderzoek en de ontwikkeling van zonne- gerealiseerd. energie systemen op het Science Park TU/e en de HTCE Duurzame energie (KIC). De energie van de toekomst komt steeds vaker uit zon, Gebouwde omgeving Ook in het landelijk gebied is de opwekking van duurzame wind en biomassa en wordt lokaal/regionaal opgewekt. De Van het energieverbruik in de provincie Noord-Brabant gaat energie een prominent thema. provincie wil deze ontwikkeling zoveel mogelijk steunen. Ze 37 procent naar de 1 miljoen woningen. Het ECN heeft Er loopt een initiatief om grootschalige projecten met neemt daarbij zoveel mogelijk belemmeringen en knelpun- berekend dat 150.000 woningen tot 2020 geheel energie- (innovatieve technieken voor) zonne-energie op daken van ten weg om ontwikkelingen op het gebied van verduurza- neutraal moeten worden gemaakt om de klimaatdoelstel- agrarische bedrijven te realiseren (Agro Solar Realisatie). ming en besparing mogelijk te maken. De provincie wil lingen in Brabant te realiseren. Door op grote schaal maat- Door middel van dit voorbeeldproject in de regio Eindho- daarmee bijdragen aan de nationale klimaatdoelstellingen regelen te treffen kan het Brabantse woningbestand in ven wordt ervaring opgedaan. Het is de bedoeling deze (16% duurzame energie in 2020, 2% energiebesparing per 2040 volledig energieneutraal zijn. Energiebesparing heeft eerste stap vervolgens grootschalig op te schalen naar jaar en 30% reductie van CO2 ten opzichte van 1990). voor de burger belangrijke voordelen: een lagere energie- andere bedrijven en andere technieken voor energiebe- rekening en meer wooncomfort. Daarnaast geeft de uitrol sparing en duurzame opwekking. Specifiek vanuit de aanwezige en potentiële kennis en van energiebesparende maatregelen een impuls aan de In het provinciale beleid is vastgelegd dat de provincie industrie in Brabant, biedt dit kansen op het gebied van: werkgelegenheid in de bouwsector. De rol van de provincie investeert in: - zonne-energie; om dit potentieel te realiseren ligt vooral bij het faciliteren - kennisinfrastructuur; - groene grondstoffen (biobased economy); en van het werk door gemeenten en corporaties en het reali- - clusters en campusontwikkelingen; - elektrisch rijden/slimme netwerken. seren van experimenteerruimte. - kennisvalorisatie.

Geothermie Bio Uit het Brabant-brede project geothermie (diepe aard- Biobased Economy gaat om het duurzaam en rendabel warmte) is gebleken dat met name Tilburg en Helmond (her)gebruik van groene reststromen. De opgaven op dit gebieden zijn waar warmte uit de diepere aardlagen ge- gebied zijn beschreven in paragraaf 3.2. Naast de activitei- wonnen kan worden. Naar de realisatiemogelijkheden ten op dit gebied in West-Brabant zijn er ook in andere wordt op dit moment onderzoek gedaan. Tilburg en Hel-

Gebiedsagenda Brabant 36

mond zijn interessant vanwege de koppeling van deze aardwarmte aan het lokale warmtenet.

Gebiedsagenda Brabant 37

Matrix 6 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgaven Energie

Rijk Rijk-Regio Regio

Lopende pro- -Plaatsing van 420 Megawatt aan jecten windenergie in Brabant

Nieuw / ideeënfa- -Energieakkoord Rijk-IPO-VNG -Uitbouw Green Chemistry Campus Bergen op Zoom se -Klimaatbestendige stad -Investering in clusterontwikkeling en campussen op het gebied van solar. -Energiebesparende maatregelen in de gebouwde omgeving -Energielandschap: ecoparken Spinder Tilburg en Waalwijk

Ontwikkeling Duurzaam Industriepark Cranendonck als trekker op het gebied van energie en materialen transitie

Gebiedsagenda Brabant 38

dat het gemaakte waterbeheersysteem onvoldoende is  de hoge zandgronden. 4.3  Water verbindt en versterkt ingesteld op pieken en dalen in neerslag- en waterafvoer- hoeveelheden. Naast eerdergenoemde gevolgen is daar- Een slimme afstemming van de landelijke en regionale door tevens sprake van verminderde waterveiligheid, pie- opgaven op het gebied van infrastructuur, economie en 4.3.1 Opgaven en ontwikkelingen ken in wateroverlast, perioden met watertekort voor natuur, ruimte met de waterbelangen levert een integrale meer- Het Brabantse landschap is voor een groot deel ontstaan landbouw en scheepvaart en maatschappelijk- waarde op. Een mooi voorbeeld hiervan is de aanpak onder invloed van het natuurlijke watersysteem, met zijn economische schade. binnen Brainport, waar groenblauwe opgaven één van de grondwaterstanden, beekdalen, rivieren, gegraven slootpa- De wateropgaven in Brabant volgen direct uit deze ontwik- pijlers vormen om te komen tot de doelstellingen rondom tronen en natuurlijke overstromingsvlakten. De aanpak van kelingen. Dit watersysteemherstel vraagt enerzijds weer om een beter vestigingsklimaat (zie de opgave Brainport-Oost het watersysteemherstel richt zich echter niet alleen op de meer ruimte en anderzijds om nieuwe en slimme toepas- in paragraaf 3.1). De waterschappen willen bij de aanpak afstemming met de aanpak van het Brabantse landschap singen in techniek, integraal ruimtelijk ontwerp en samen- van nationale en regionale opgaven maximaal inzetten op en de natuur. Juist de interactie met andere thema‟s en werkingsvormen. De economische en sociaal- de afstemming met wateropgaven. Hiermee wordt een belangen, zoals verstedelijking, landbouw, economie, maatschappelijke impact van klimaatverandering en de impuls gegeven aan de integrale strategie gericht op toerisme/recreatie, energie, volksgezondheid en zorg, biedt droogteproblematiek is pas vrij recent in beeld. Zo veroor- duurzaamheid, economische waardevermeerdering en een integrale meerwaarde. zaken watertekorten in droge tijden gemiddeld voor de gebiedsspecifieke ruimtelijke kwaliteit. Samenwerking tussen De noodzaak voor klimaatadaptatie biedt hierin een extra landbouwsector in Nederland 5 tot 35% lagere opbreng- Rijks- en regiopartners is hiervoor noodzakelijk. opgave voor zowel het landelijke als het stedelijke gebied. sten. Het laaghangend fruit voor het oplossen hiervan, in de Ruimte voor water, waterberging, droogtebestrijding en vorm van waterconserverende maatregelen binnen na- Deltaprogramma waterkwaliteitsverbetering zijn voor natuur en landschap tuurgebieden en een groot aantal agrarische stuwtjes, is In het Deltaprogramma werken Rijk en regio‟s samen om relevant, maar ook van groot belang voor de leefbaarheid inmiddels wel geplukt. Voor meer structurele maatregelen is Nederland te beschermen tegen hoogwater en om te en economische ontwikkelingskansen van Brabant. Daartoe méér nodig: meer robuustheid, meer ruimte, meer innova- zorgen voor voldoende zoet water van een goede kwaliteit. lopen thans al vele processen en ontwikkelingen om de tieve oplossingen en meer afstemming en samenwerking. Het is daarmee één van de pijlers voor een goed vesti- waterveiligheid langs de Maas en de Merwedes te behou- De aanzet naar samenwerking op alle niveaus, van strate- gingsklimaat. In Deelprogramma‟s zoeken Rijk en regio‟s den, een nieuw gezond watersysteem in het Zuidwestelijke gisch tot operationeel, is dan ook al een tijd geleden inge- naar slimme combinaties hiervoor. Deltagebied te bereiken, het watersysteem van de Bra- zet. Hierbij zijn nieuwe sturingskaders ontstaan als de lagen- In 2014 adviseert de Deltacommissaris het kabinet over de bantse zandgronden te herstellen en om het stedelijke benadering en de duurzaamheidsdriehoek. Versterkt door daartoe noodzakelijke Deltabeslissingen. De Deltabeslissin- watersysteem te verbeteren. de recente bezuinigingsdruk wordt voor de realisatie hier- gen werken door in op de Gebiedsagenda. Zij zijn bijvoor- van nu ook actief gezocht naar verdergaande samenwer- beeld ook input voor beleid van Rijk of regio, wetgeving of (Inter)nationale context king en innovatieve realisatiestrategieën zoals nieuwe ver- een startbeslissing voor een verkenning. Dat wil niet zeggen Noord-Brabant maakt deel uit van de laag gelegen delta dienmodellen. dat alle afspraken over betrokkenheid van het Rijk tot die van West-Europa. Al eeuwen werken partijen hier samen tijd moeten wachten. MIRT-afspraken over integrale ontwik- aan een veilige inrichting van het watersysteem, als basis Wateropgaven in Noord-Brabant kelingen, zoals in Brainport, kunnen tussentijds wel gemaakt om te wonen, werken en leven. In de tweede helft van de De Brabantse wateropgaven richten zich op waterveilig- worden. e 20 eeuw is de natuurlijke ruimte voor water drastisch inge- heid, zoetwatervoorziening en herstel van watersystemen perkt als gevolg van de intensivering van het grondgebruik. (zoals beek- en kreekherstel, waterberging, waterkwaliteits- Klimaatbestendige steden (KBS) Het resultaat is onder andere een technisch perfect gedi- verbetering). Deze opgaven bieden voorts kansen als Het Rijk heeft klimaatbestendige steden als nationaal be- mensioneerd waterbeheersysteem, met rivieren, dijken, onderdeel van de strategie voor behoud en verbetering lang genoemd. Het Deelprogramma Nieuwbouw en Her- sluizen, kanalen, gemalen, stuwen en waterlopen. Dit heeft van de ruimtelijke kwaliteit, biodiversiteit en economie. De structurering omvat advisering om steden klimaatbestendi- bijgedragen aan ontwikkelingsmogelijkheden voor de wateropgaven hebben tevens een relatie met de Brabant- ger te maken. De verwachte toename van zowel extreem boeren, (inter)nationale transportmogelijkheden over water se kanalen. Die hebben naast een vaarwegfunctie ook een natte als extreem droge periodes zal leiden tot vergroting en land, aan de verstedelijkingsopgaven (wonen, werken) functie voor waterberging en de zoetwatervoorziening. van hittestress, meer wateroverlast en meer watertekorten in en aan de nationale welvaart. In navolging van de (inter)nationale belangen en doelen in stedelijk gebied. Dit leidt niet alleen tot aanzienlijke schade De laatste decennia hebben echter geleerd dat die ge- onder meer Brainport, Maintenance Valley en langs het aan onder meer bebouwing en stedelijke infrastructuur, zamenlijke aanpak ten koste is gegaan van de gebiedsei- rivieren- en Deltagebied focussen de Brabantse waterop- maar ook tot verslechtering van arbeidsproductiviteit en gen landschapswaarden, biodiversiteit, water- en waterbo- gaven zich op drie deelgebieden: gezondheid. Dit betekent dat de leefomgevingkwaliteit van demkwaliteit en de volksgezondheid. Daarbij is ook duidelijk  de Zuidwestelijke Delta; stedelijk gebied door klimaatverandering onder druk kan geworden dat het klimaat niet zo stabiel is als verwacht en  het Maas- en Merwedegebied; en komen te staan. Stedelijke verdichting vergroot deze opga-

Gebiedsagenda Brabant 39

ve, tenzij de ruimtelijke inrichting wordt aangepast, bijvoor- voor de riviertjes Mark en Vliet, die het grootste deel van de Om Nederland ook voor volgende generaties voldoende beeld door voldoende groenblauwe ruimte in stedelijk afwatering van het West-Brabantse zandlandschap en de te beschermen tegen overstroming vanuit de rivieren is het gebied te creëren, water vast te houden of aan te voeren polders verzorgen. De rijksmaatregelen op het Volkerak Deltaprogramma Rivieren van start gegaan, als onderdeel voor droge periodes en water tijdig af te voeren in natte gericht op verbrakking worden door herstel van de Roode van het totale Deltaprogramma. Hierbij geldt: dat wat periodes. Daarom is het van belang om bij (her)inrichting Vaart als zoetwateraanvoersysteem voor de West-Brabantse nodig is voor een toekomstbestendige hoogwaterbe- steeds de meest klimaatbestendige oplossing te zoeken, polders zo veel mogelijk gemitigeerd. De realisatie van de scherming is de aanleiding, de aanpak ervan is waar mo- bijvoorbeeld met begroeide daken of de aanleg van West-Brabantse krekenvisie, dat getrokken wordt door wa- gelijk integraal. Binnen de hoogwaterbescherming wordt parken. Voor KBS wordt het onderstaande stappenplan terschap Brabantse Delta, richt zich op waterconservering daarbij het concept van de Meerlaagsveiligheid benade- gebruikt; van zoet tot lichtbrak water en een robuuste natuurlijke ring toegepast: laag 1 Preventie (dijken, ruimte voor de 1. Inschatting kwetsbaarheid (klimaat stresstest). inpassing die bijdraagt aan de doelen van de Zuidwestelij- rivier), laag 2 Gevolgbeperking (o.a. ruimtelijke ordening 2. Waardering risico‟s en ontwikkelen strategieën. ke Delta. Beide projecten zijn mede ingebed in het regio- afstemmen op overstromingsrisico‟s), laag 3 Rampenbe- 3. Uitvoering in sectorale plannen naal gebiedsontwikkelingsproject Waterpoort, waarvan de strijding (optimalisering). Het Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering ont- provincie Noord-Brabant de trekker is. Het project herstel Het Deltaprogramma Rivieren heeft de opgave voor het wikkelt een instrumentarium om wateroverlast, droogte en Binnenschelde-Markiezaatsmeer (provincie, waterschap en hele Nederlandse rivierengebied uitgewerkt en mogelijke hittestress in met name stedelijk gebied te kwantificeren en gemeente Bergen op Zoom), gericht op adaptief Delta- strategieën voor de oplossing ervan, in beeld gebracht. zo nodig te verminderen. Rijk en Regio stellen in 2014 ge- management, is al opgenomen in het uitvoeringspro- Tussen september 2012 en maart 2014 werken de regiona- zamenlijk met relevante partijen de ambities vast voor gramma van de Zuidwestelijke Delta. le overheden op basis hiervan aan een voorkeurstrategie. klimaatbestendig handelen. Het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nhwbp) De provincies trekken de regioprocessen en zorgen voor de Dit advies biedt voor de Gebiedsagenda Brabant perspec- richt zich op het verbeteren van de primaire keringen. afstemming over de provinciegrenzen heen. Binnen het tieven om voor de Brabantse steden in het algemeen en Hierover zijn afspraken tussen Rijk en Regio gemaakt. Eén regioproces in Noord-Brabant gaat het om het Maasdal binnen de ontwikkelingen van Brainport (als innovatie- en van de bijzondere ontwikkelingen hierin is een integrale van de grens met Limburg tot Raamsdonksveer en de kennisontwikkelcentrum) en Maintenance Valley uitgewerkt verkenning Waterfront Geertruidenberg, als onderdeel van Merwedes aan de noordzijde van het Land van te worden. Kennisontwikkeltrajecten op het werkveld van dijkring 34a. Waterschap Brabantse Delta neemt hiervoor en Altena. Deze trajecten vallen onder het gebiedspro- stedelijk waterbeheer, zuivering en duurzame energiewin- het initiatief, gericht op toepassing van de meerlaagsvei- gramma Maas. Het gebied westelijk vanaf Geertruidenberg ning, waaronder Kallisto-regio Eindhoven en de Energiefa- ligheidsstrategie die in het Deelprogramma Waterveiligheid valt onder het gebiedsprogramma Zuidwestelijke Delta. briek, bieden daarbij beter zicht op kansen en mogelijkhe- wordt uitgezet. Dit punt zal in de toekomst op de agenda Op te leveren produkten van het regioproces zijn: een den.Acties van Rijk-Regio worden gezet. maatregelenpakket per riviertak, waaronder de 1e, 2e en 3e laagsmaatregelen, een lijst met mogelijke meekoppel- Bovenregionale acties Maaszone (Maas en Merwedes) projecten en ten slotte een visie op de ruimtelijke inrichting Onze bescherming tegen overstromingen vanuit rivieren ter ondersteuning van het maatregelenpakket. Deze pro- Zuidwestelijke Delta vraagt om een actualisatie. We meten en weten dat kli- ducten moeten gezamenlijk het “regionaal bod” vormen. Dit gebied omvat delen van de provincies Zeeland, Zuid- maatontwikkeling leidt tot extremere rivierafvoeren en zee- Dit bod laat zien hoe we als regionale partners de toekom- Holland en Noord-Brabant. De Rijksbelangen hebben hier spiegelstijging. Het huidige beschermingsniveau is bepaald stige bescherming tegen overstromen gaan regelen en onder meer betrekking op waterveiligheid en waterkwaliteit, in de zestiger jaren, terwijl sindsdien sprake is van omvang- tegelijkertijd het Maasgebied ruimtelijk gaan ontwikkelen. de realisatie van de herijkte EHS en Natura 2000, de uitvoe- rijke bevolkingsgroei en groei van economische waarde in Ook zal een concrete doorstart van onderdelen van de ring van afspraken in het kader van de MIRT-VAR en vaar- het achterland. Daarom zijn we op dit moment onderver- voorkeurstrategie na 2015 in een uitvoeringsprogramma wegbelangen. Dit sluit aan op de regionale Brabantse zekerd. Daarbij vraagt een veilige toekomst voor onze worden vastgelegd en worden geagendeerd via onder waterbelangen, gericht op een veilige, gezonde en veer- gehele Nederlandse delta mogelijk om een andere water- meer de MIRT Gebiedsagenda‟s. krachtige Brabantse Delta (Hollandsch Diep en Volkerak- verdeling over onze grote rivieren. Dit alles heeft gevolgen De ruimtelijke ambities rondom de steden, nieuwe econo- Zoommeer), in samenhang met een duurzame zoetwater- voor het gehele Nederlandse rivierengebied en dus ook mische impulsen (zoals de agro&food-focus van Noord- voorziening voor West-Brabant. In de Rijksstructuurvisie Gre- voor het Brabantse Maasgebied. oost-Brabant), de groeiende vrijetijdseconomie, infrastructu- velingen-Volkerak wordt de koers voor dit gebied uitgewerkt De Maaszone als Brabantse noordelijke grens kent een rele opgaven, de belangen voor behoud van de bevaar- en in 2014 vastgesteld, inclusief compensatie- en mitiga- overlap met de provincies Gelderland en Limburg. Water- baarheid van de rivier en de Europese focus op herstel van tiemaatregelen. veiligheid, riviersysteemherstel (KRW), behoud en verbete- de biodiversiteit creëren daarbij kansen voor meekoppeling De nationale en regionale belangen zijn hiermee via het ring van het vaarwegbeheer en de realisatie van de herijkte van het belang van de regionale waterveiligheidsopgave. watersysteem onlosmakelijk verbonden. Zo heeft de inzet EHS en Natura 2000 zijn nationale belangen. Er zijn al diverse visie- en uitvoeringstrajecten die hierop als waterberging van het Volkerak direct consequenties inspelen, zoals de Hoogwaterbescherming 's-

Gebiedsagenda Brabant 40

Hertogenbosch (HOWABO), de dijkversterkingsprojecten en Manifest roept alle betrokkenen op om hier gezamenlijk heeft overgenomen. Ook de Brabantse natuur- en land- ruimte-voor-riviertrajecten. Hieronder valt onder meer de aan te werken. schapsambities, zoals recent vastgelegd in de nota „Bra- Visie Waterfront Ravenstein, waarin de diverse opgaven en Rijksbelangen focussen op het vestigingsklimaat van het bant: Uitnodigend Groen‟ en in het bijzonder voor de Land- knelpunten in het gebied tussen de rivier, het vestingstadje, Brainport- en Maintenance Valley-gebied, het vaarwegen- schappen van Allure, bieden prioriteringskaders en integrale de spoorverbinding en de snelweg A50 tot een samen- net van kanalen en op de realisatie van de herijkte EHS en meekoppelkansen (en niet alleen voor water). Brabant kiest hangende visie en planvorming leiden. Natura 2000. De wateropgaven vormen hier een kwalitatie- er voor om toch de gehele EHS te realiseren, zij het in een Voorts vraagt de economische gewenste ontwikkeling in ve impuls. Bij Brainport is deze integratiekans al onderkend aangepast tempo. Over nut en kansen voor de afstem- Werkendam om extra kadefaciliteiten voor het maritieme door water als één van de samenhangende pijlers op te ming over de aanpak en planning van een groot deel van cluster. Eén van de „watervoorwaarden‟ daarvoor is vol- nemen als groenblauwe opgave in Brainport-Oost (incl. de hieraan gerelateerde Brabantse wateropgaven, zoals doende bergingscapaciteit (Beleidslijn grote rivieren). realisatie van de Rijks EHS), waaronder het Rijk van Dommel de GGOR, beek- en kreekherstel en de ecologische ver- en Aa. bindingszones, zullen de Brabantse partners goede afspra- Hoge zandgronden Bij de ontwikkeling van Maintenance Valley moet de af- ken moeten maken over onder andere prioritering, realisa- Zonder afbreuk te doen aan het belang van opgaven als stemming met wateropgaven en overige waterkansen tiestrategieën (zoals de inzet van boeren als natuurbeheer- waterberging en beekherstel wordt geconstateerd dat de (kennis, innovatie en realisatie met betrekking tot het stede- ders) en de financiering (waaronder de inzet van eigen droogteproblematiek (inclusief zoetwatervoorziening) en de lijk water, afvalwater, productiewater) en klimaatbestendig- middelen, subsidies en verdienconcepten). waterkwaliteit de grootste toekomstige wateropgaven heid nog nader worden verkend. In de Ruimtelijke Visie Behalve de interactie tussen water met natuur en land- worden voor de hoge zandgronden. Zowel natuur, recrea- West-Brabant 2030 is hierop al een voorschot genomen. In schap biedt het Brabantse speelveld een goede basis om tie als landbouw en vele industriële productie- en con- 2013 pakken de regionale partners deze nadere uitwerking meerdere thema‟s en opgaven te verbinden. Water heeft sumptiebedrijven zijn afhankelijk van de aanwezigheid van op via een „bekenvisie‟, analoog aan de al opgestelde een sterk verbindende kracht. De regionale gebiedsopga- voldoende en schoon water. In de huidige situatie is in het krekenvisie voor de Zuidwestelijke Delta in West-Brabant. Eén ven, zoals onder meer genoemd in de Brabantse Structuur- merendeel van het gebied geen aanvoer vanuit het van de daaraan gerelateerde meer specifieke opgave is visie Ruimte, vormen hiervoor een belangrijk kader: hoofdwatersysteem mogelijk. In deze gebieden zakken de de reeds door het Rijk ondersteunde ontwikkeling van Tree- 1. Over de interactie van de groenblauwe pijler in de grondwaterstanden nu al diep weg. De afvoer van beken port Zundert naar een innovatieve hotspot voor de boom- doelen en samenwerking rondom Brainport is al het neemt af en in de vrij afwaterende gebieden valt een deel teelt gericht op export. Dit vergt investeringen in het water- nodige aangegeven. Voor de korte termijn (2013-2015) van de midden- en bovenlopen droog. Het gebied kampt systeem en de infrastructuur. ligt hier de nadruk op realisatie van de wateropgaven nu al met verdroging van de natuur en vochttekorten in de in de Versnellingsopgaven Brainport-Oost, waar een landbouw, waardoor de potentie van de landbouw- en Regionale acties impuls van de provincie van €10 miljoen leidt tot een natuurgebieden niet volledig kan worden benut. Bij sterke Vergelijkbaar met ontwikkelingen rond nationale en provin- versnelling en kwaliteitsverbetering van opgaven en klimaatverandering nemen deze knelpunten in sterke mate ciale opgaven staat door bezuinigingen ook de realisatie projecten met een volume van bijna €70 miljoen. De toe. van de Brabantse regionale wateropgaven onder druk. groenblauwe meerwaarde in de aanpak van Brainport Om hierin te voorzien werken partijen in Zuid-Nederland Projecten en opgaven worden opnieuw geprioriteerd en Avenue wordt betrokken bij het betreffende uit te voe- samen aan het project Deltaplan Hoge Zandgronden, als planningen getemporiseerd. ren MIRT-onderzoek. In paragraaf 3.1 is de verdere onderdeel van het Deelprogramma Zoetwater. Dit geza- De Brabantse overlegstructuren, waaronder de vier regio‟s aanpak van het onderzoek, incl. water, uitgewerkt; menlijke plan moet leiden tot een klimaatbestendig regio- (strategisch), de Streekplatforms (uitvoeringsgericht) en de 2. Ook voor de opgaven van Maintenance Valley is al naal watersysteem in relatie tot de ruimtelijke inrichting in gebiedsopgaven als Brainport en Waterpoort, bieden hierin eerder aangegeven dat water hier samen met land- Noord-Brabant en Limburg. Voor dit gebied zal ingezet perspectieven om via afspraken en innovaties rondom schap en natuur één van de pijlers biedt voor de eco- moeten worden op het vergroten van de regionale zelf- realisatiestrategieën en samenwerkingsvormen te blijven nomische doelen en de gebiedskwaliteiten. De water- voorzienendheid en zal bekeken moeten worden wanneer werken aan economisch herstel, leefbaarheid en de blau- opgaven en -kansen in Maintenance Valley hangen de stap naar herontwerp van het regionale watersysteem we en groene opgaven. De waterschappen vullen op die mede samen met enerzijds de opgaven uit de Zuid- wenselijk is, waarbij naast afvoer, de voorraadvorming in manier zo veel mogelijk samen met gebiedspartners hun westelijke Delta (en Waterpoort) en anderzijds het Del- grond- en oppervlaktewater en zuinig omgaan met water rol in als regionale waterpartner. taplan Hoge Zandgronden. De mogelijkheden en aan- ontwerpcriteria worden. Een groot deel van de Brabantse wateropgaven komt pak worden nu verder uitgewerkt. In 2014 monden alle activiteiten van het Deltaplan Hoge mede voort uit Europese verplichtingen, waaronder de Voor het overgangsgebied tussen hoge zandgronden Zandgronden uit in een visie op een klimaatbestendig Kaderrichtlijn Water en het watersysteemherstel ten behoe- en de West-Brabantse polders wordt al invulling gege- watersysteem in 2050 en een routebeschrijving om daar te ve van de Natura 2000-doelen. In Brabant zijn daarmee ven aan de landschappelijke geledingszones in de komen, inclusief een investeringsprogramma. In juni 2012 is sterke overlappen tussen de wateropgaven en de realisatie West-Brabantse stedenrij. Dit is een invulling van de hiertoe het Manifest Water op de Hoogte ondertekend. Het van de EHS, een taak die de provincie recent van het Rijk Ruimtelijke Visie West-Brabant 2030 en draagt bij aan

Gebiedsagenda Brabant 41

de ambities van Maintenance Valley, het vestigingskli- 6. Voor de aanpak van het gebiedsproces Levende regio een samenwerkingsovereenkomst getekend en is maat in het algemeen, maar ook aan de generieke Beerze is in 2013 door de gebiedspartijen een samen- met de uitvoering van de eerste projecten gestart, wateropgaven; werkingsovereenkomst ondertekend. Afspraken over de waaronder de klimaatbuffer en de aansluiting van het 3. Aan de gebiedsopgaven van de drie Landschappen aanpak van diverse wateropgaven zijn gemaakt en Ei van Drunen op de parallelstructuur in de gemeente van Allure (Brabantse Wal, Het Groene Woud en Maas- opgenomen in de projectopdracht Levende Beerze 3.0 Heusden. horst) wordt thans op verschillende wijzen gewerkt. De (maart 2013); aanpak voor een echte „allure‟ is echter nog niet goed 7. De Brabantse aanpak van de Maaszone als ge- Verstedelijkings- en herstructureringsplannen bieden niet in beeld. Waterthema‟s als waterkwaliteit, waterconser- biedsproces is nog pril. De provincie treedt op als trek- alleen kaders voor verduurzaming van het stedelijke water- vering, waterberging en beekherstel bieden goede ka- ker. Het thema waterveiligheid is bepalend, ingezet systeem, zoals door afkoppeling en technische optimalisa- ders om functieverbindingen te realiseren en aan de wordt op meekoppelkansen voor de ruimtelijke kwaliteit. tie van de RWZI‟s, maar vormen ook een kans om te werken beoogde allure verder invulling te geven. De verdere De focus van het gebiedsproces Maasland ligt voor aan klimaatbestendigheid. Daarvoor is het gewenst dat het afstemming hierover moet nog plaatsvinden; 2013 en 2014 op het uitwerken van een door de regio thema klimaatbestendige stad een terugkerend onderwerp 4. Het provinciaal gebiedsproces Waterpoort in Noord- gedragen voorkeursvariant voor waterveiligheid. Ko- in lokale en regionale visies en plannen gaat vormen. Via west-Brabant sluit aan op de landelijke opgaven rond- mend jaar zal daarbij naast de klimaatopgave extra het Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering zijn om de Zuidwestelijke Delta en zet in op waterveiligheid, aandacht worden besteed aan het meenemen van landelijke adviezen hierover in voorbereiding. De Brabantse economische groei en herstel van natuur en land- een nieuwe veiligheidsnorm voor het rivierengebied. ambitie met betrekking tot klimaatbestendige steden is nog schap. Over de Roode Vaart voor zoetwateraanvoer, Parallel aan het traject van de veiligheidsopgave wordt niet duidelijk. gekoppeld aan cultuurhistorisch herstel van de kern Ze- door de regio gewerkt aan een toeristisch recreatieve venbergen, zijn al afspraken gemaakt. visie voor het gebied. Afstemming van beide visies De West-Brabantse Krekenvisie wordt mede via de sa- vindt plaats, waarbij ook de Gelderse zijde van de menwerking Waterpoort gerealiseerd. Dit omvat ten de- Maas wordt meegenomen; le projecten in de periode tot en met 2015 en voor een 8. Binnen de diverse gebiedsprocessen van De Peel staat deel voor de periode daarna (2016-2021). het behoud en de aanvoer van zoet water centraal, 5. De ontwikkelingen rondom de Zuidwestelijke Delta, zowel voor natuur als voor de landbouw. De Noorder- waaronder de waterberging op het Volkerak- vaart speelt in dit complex een belangrijke rol. Doel is Zoommeer, brengen specifieke kansen en knelpunten om de wateraanvoer vanuit de Noordervaart naar het met zich mee. Deze komen voort uit het gebiedspro- achterland te verbeteren. Hiervoor is enerzijds voldoen- ces voor het Deltaprogramma en daar zal in de ko- de wateraanvoer vanuit de Maas via Limburgse en mende periode nadere uitwerking aan gegeven gaan Brabantse kanalen noodzakelijk, anderzijds moet de worden. Genoemd kunnen worden: doorvoercapaciteit van de Noordervaart worden ver- a. onderzoek naar de mogelijke bedijking van de groot. Aan de aanpak (technisch, financieel) en verde- Kwistgeldpolder bij Lage Zwaluwe gezien de lo- re afspraken daarover wordt thans gewerkt; gistieke functie aldaar; 9. Binnen de samenwerkingsregio Noordoost-Brabant b. onderzoek naar de mogelijkheden van een keer- wordt thans gewerkt aan een visie en uitvoeringspro- sluis bij Geertruidenberg/Oosterhout als alternatief gramma rond de koppelkansen tussen de groenblau- voor een grote dijk; en we dooradering met ontwikkelingen op het gebied van c. onderzoek naar ruimte voor de rivier bij Geertrui- onder meer verstedelijking, infrastructuur, economie, denberg naar de mogelijkheden voor het terug- recreatie en energie De visie beoogt een robuuste in- leggen van een dijk. bedding van groene en blauwe landschappelijke in- Analoog aan de Krekenvisie West-Brabant wordt voor richtingsmaatregelen met andere gebiedsontwikkelin- de hoge zandgronden in West-Brabant in 2013 een gen. Uitwerking en realisatie van de visie vindt plaats „bekenvisie‟ opgesteld. Deze visie biedt keuzes voor pri- vanaf 2014. oritering en kansen voor ruimtelijke samenwerking voor 10. Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat: tussen de periode 2016-2021 en verder. Daarmee wordt invul- Waalwijk en ‟s-Hertogenbosch worden op en aan rijks- ling gegeven aan de regionale afspraken in de Ruimte- weg A59 diverse projecten op het terrein van infrastruc- lijke Visie West-Brabant 2030 en het Deltaplan Hoge tuur, natuur, water en recreatie uitgevoerd. Op 12-12- Zandgronden; 2012 is er door de 20 samenwerkende partijen in de

Gebiedsagenda Brabant 42

Matrix 7 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Water

Rijk Rijk-Regio Regio

Lopende pro- -Omlegging Zuid-Willemsvaart -Watersysteemherstel Binnenschelde -Brainport-Oost: Groen-blauwe opgaven (incl. Versnellingsopgave Brainport-Oost) jecten Den Bosch en Markiezaatsmeer Waterpoort -Structuurvisie Grevelingen- -Herstel wateraanvoer Roode Vaart -Realisatie Krekenvisie Volkerak -Nieuw Hoogwaterbeschermings- -Levende Beerze -Volkeraksluizen (quick-wins aan- programma (NHWBP) -Wateropgaven in Landschap van Allure Het Groene Woud passen schutsnelheid) -Berzob fase 2 (onderdeel Beter Be- -Landschappelijke geledingszone nutten) -Bekenvisie West-Brabant -Maatregelen Zuid-Willemsvaart slui- -Groenblauwe dooradering Noordoost-Brabant zen 4, 5, 6 -Groene blauwe opgave Grenscorridor N69 -Wilhelminakanaal fase 1 -Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat -Waterfront Ravenstein -Realisatie 1e deel fase 1½ (van sluis III tot Loven) naar klasse IV-vaarweg (water in) MIRT-onderzoek Brainport Avenue

Nieuw / ideeënfa- -Deltabeslissingen (2014) -Deltadeelprogramma Rivieren: re- -Maaszone als gebiedsopgave se gioproces Maaszone (2013-2015) -Wateropgaven als allure in Landschappen van Allure -Deltadeelprogramma Zoet Water: -Watersysteemherstel Treeport Zundert Deltaplan Hoge Zandgronden (na -Koppeling waterkansen met Maintenance Valley doelen 2014) -Aanpak Klimaatbestendige Steden, o.a. in Brainport en Maintenance Valley -Deltaprogramma Nieuwbouw en -Dommeldal Eindhoven (Genneperparken) /Veldhoven (ASML zuid) Herstructurering, waaronder: -Wateraanvoer via Noordervaart  Rijksrol bij aanpak Klimaatbesten- -Realisatie verruiming Wilhelminakanaal Tilburg 2e deel fase 1½ (van sluis III tot Loven) dige Steden naar klasse IV  Aanpak Meerlaagsveiligheid -Koppelen Brainportdoelen, wateropgaven en TOPsector Water Ruimte voor de rivier t.b.v. extra ka- -Waterveiligheid: Verkenning Waterfront Geertruidenberg decapaciteit van het maritiem clus- -Brainport als klimaatbestendige stad (kennisontwikkeling, toepassing) ter Werkendam -Bedijking Kwistgeldpolder bij Lage Zwaluwe -Waterveiligheid: Verkenning Waterfront Geertruidenberg -Waterveiligheid: compartimentering dijkring 35 -Keersluis bij Geertruidenberg/Oosterhout -Terugleggen dijk bij Geertruidenberg -Wilhelminakanaal fase 2

Gebiedsagenda Brabant 43

Partners 4.4  Natuur en landschap Het bereiken van de in de nota neergelegde ambities, kan Groen Netwerk Brainport en wil de provincie niet alleen. Van andere partijen wordt De regio heeft een uitgesproken groenstructuur. De sa- verwacht dat zij de komende jaren substantieel bijdragen menhang wordt gevormd door twee onderscheidende 4.4.1 Opgaven en ontwikkelingen aan het bereiken van de natuurdoelstellingen. Belangrijk groenstructuren: de bosgebieden met heide en vennen hierbij is onder meer het bod van de Manifestpartners enerzijds en de beekdalen anderzijds. De bossen en beek- De Brabantse ambities op het gebied van natuur en land- (Brabants Particulier Grondbezit, Brabantse Milieufederatie, dalen maken deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur schap komen voort uit een algemene duurzaamheidsstra- ZLTO, TOP Brabant, Natuurmonumenten, de waterschap- (EHS). Er wordt ingezet op het aan elkaar koppelen van de tegie en de wens om tot de Europese top van kennis- en pen, Staatsbosbeheer, ANWB en Brabants Landschap). grote natuureenheden (Groene Woud; Rijk van Dommel en innovatieregio‟s te behoren. De provincie gaat versnippe- Aa; Groene Peelvallei als onderdeel van Panorama Brain- ring van natuurgebieden tegen, herstelt oude landschap- 4.4.2 Acties port Oost; Transnationaal landschap Groote Heide; Grens- pen in ere en creëert nieuwe natuur. corridor N69; Oirschotse Heide) en aan het verzachten van

In het natuurbeleid houdt de provincie rekening met inwo- de barrière werking van de aanwezige infrastructuur. Zo Regionale acties ners, natuurliefhebbers, recreanten, bedrijfsleven en natuur- ontstaat een groen natuurlijk netwerk dat is verweven met lijk de natuur zelf. De provincie werkt aan een samenhan- aanwezige beekdalen en het cultuurhistorisch waardevolle Landschappen van allure gend netwerk van natuurgebieden: de ecologische hoofd- landschap in en om het stedelijk gebied. De flora en fauna Bedrijven en burgers zoeken steeds bewuster een aantrek- structuur. Ook in de gebieden daarbuiten ontwikkelt de wordt gestimuleerd, de landschappelijke kwaliteit versterkt kelijke omgeving waar het goed wonen en werken is. Na- provincie natuur- en landschapswaarden, door subsidie te en de recreatiemogelijkheden voor de mens vergroot. Dit tuur en landschap worden nóg belangrijker. Drie Brabantse verstrekken voor goed natuur- en landschapsbeheer. als duidelijke tegenhanger van de hoogstedelijke centrum- landschappen gaan daarbij de toon aangeven: De Bra- De provinciale nota Brabant: Uitnodigend groen (septem- gebieden. bantse Wal, Het Groene Woud en De Maashorst. Dankzij de ber 2012) geeft de kaders aan voor het provinciale natuur- inzet van talrijke partijen in de streek ontwikkelen deze re- en landschapsbeleid voor de periode 2012-2022. De nota Dommeldal Eindhoven/Veldhoven gio‟s zich tot Landschappen van Allure, met een eigen biedt de basis voor uitvoeringsprogramma‟s die in samen- Het Dommeldal vormt de groen-blauwe verbinding tussen identiteit en eigen dynamiek. De drie regio‟s nemen zelf het werking met andere partijen, zoals terreinbeheerders en stad en land. Dit dal wordt ontsloten met een recreatief initiatief en investeren ook zelf. De provincie investeert €56 waterschappen, opgesteld worden. fietspad (woudloper) en het beekdal wordt in oude glorie miljoen in deze drie Brabantse landschappen. hersteld. Het Dommeldal in het zuiden van Brainport Ave-

Ecologische Hoofdstructuur nue heeft een belangrijke opgave om zich als uitloopge- Het geniale landschap Met de vaststelling van Brabant Uitnodigend groen houdt bied te ontwikkelen voor ASML en het MMC (A67). Boven- Enkele jaren geleden verscheen het rapport “Het geniale de provincie haar natuurambitie overeind en kiest ervoor dien moeten beide bedrijven in dit gebied worden aange- landschap” waarin de op handen zijnde transformatie van om het hele robuuste natuurnetwerk – de Ecologische haakt op de Slowlane. In de Genneperparken (A2) ligt een het landelijk gebied van productielandschap naar con- Hoofdstructuur (EHS) en de verbindingszones – af te maken. majeure waterbergingsopgave om de stad droog te hou- sumptielandschap dankbaar werd omarmd als nieuwe Al zal daarvoor iets meer tijd uitgetrokken worden (afronding den. kans voor de ontwikkeling van het landelijk gebied tot een in 2027). De bedoeling is daarbij meer uit te gaan van metropolitaan woonbos. Een nieuw cultuurlandschap voor natuurlijke processen in plaats van intensieve en dure be- Transformatie en Experimenteerruimte Landschapsontwikke- attractieve woon- en werkmilieus. heersmaatregelen te nemen. ling De strategie is gericht op het faciliteren van deze transfor- In het landelijk gebied biedt transformatie en het hergebruik matie, op het versterken van de relatie tussen stad en land Nieuwe aanpak van water, landschap en natuur van (historisch) erfgoed voor nieuwe functies als wonen, en op verbetering van de kwaliteit van het landschap en Centraal staat een nieuwe aanpak met elementen als: recreatie en cultuur kansen. Recente goede voorbeeldpro- de grote natuurgebieden. Recreatieve routestructuren sterkere koppeling natuur met economie en samenleving jecten in de regio zijn Hof van Cranendonck, Providentia, worden verbeterd, natuur-, water-, recreatieve en econo- met wederzijds voordeel, kostenbesparende maatregelen, Parc Vital, het Weverijmuseum en De Ploeg. In deze geval- mische opgaven worden gecombineerd in een gebied. meer betrokkenheid en regie vanuit het gebied zelf, stimu- len moet er niet alleen geïnvesteerd worden in gebouwen, Landschapsontwikkeling vindt op grote schaal plaats in de leren van economische ontwikkelingen als die een aan- maar ook in de kwaliteit van het landschap en de (fysieke) gebiedsontwikkelingen Brainport Avenue, Rijk van Dommel toonbare meerwaarde hebben voor de natuur en maat- relatie met het (stads- of dorps)centrum. Dit om het geheel en Aa en de Grenscorridor N69. De gebiedsontwikkeling schappelijk draagvlak en waar nodig een flexibeler toepas- aantrekkelijker te maken voor bewoners en bezoekers. De van Panorama Peel en het Transnationaal Landschap sing van het ruimtelijk beleid als dat de ontwikkeling van het regio is bereid om te experimenteren met een „gouden Groote Heide, beiden met een sterke landschappelijke gebied ten goede kan komen. basisregel‟ à la De Quay: verdeel het land in grote rasters, component, staan in de kinderschoenen. circels of samenhangende gebieden. Hierbinnen geldt de

Gebiedsagenda Brabant 44

ruimtebalans van bijvoorbeeld 90% groen, 5% rood en 5% Regionaal uitvoeringsprogramma infra. Er bestaat volledige vrijheid om rode- en groene De regio 5-sterren Noordoost Brabant wil de aanpak van functies te ontwikkelen binnen het gebied (geclusterd of “De Groen Delta" opschalen naar regionaal niveau. Daar- juist niet). toe stelt de regio een uitvoeringsprogramma op voor het landschap en de groenblauwe structuren in Noordoost Vitaal Leisure Landschap Brabant. Dit uitvoeringsprogramma bevat een samenvat- De ambitie is om het landschappelijk raamwerk van Hart tend, inspirerend en herkenbaar kaartbeeld dat de visie op van Brabant te versterken en door te ontwikkelen. De land- groenblauwe structuren binnen de regio duidelijk verbeeldt. schappelijke kwaliteit en aanwezige natuur wordt namelijk Daaraan gekoppeld is een overzicht van lopende en kans- beschouwd als troefkaart van Hart van Brabant, als belang- rijke projecten en initiatieven voor de komende jaren (tot rijke vestigingsconditie voor wonen, werken en recreëren. 2020) met een doorkijk naar de langere termijn. Dat maakt dat het loont te investeren in de doorontwikke- ling van het landschap en de aanwezige verscheidenheid Cultuurlandschap de Baronie binnen dit landschap te koesteren. De Baronie kenmerkt zich door een sterke verwevenheid De regio heeft zijn visie neergelegd in het project Vitaal van stad, dorpen en omliggend landschap. Dit uit zich in Leisure Landschap waarin samengewerkt wordt aan de de gevarieerde cultuurlandschappen die ontstaan zijn op realisering van trekpleisters in een gevarieerde en vitale de gradiënt van zand naar veen/klei en de daarbinnen omgeving. liggende beekdalen. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn Belangrijke gebiedsopgaven zijn landschap van Allure het het kleinschalige agrarische cultuurlandschap, het land- Groene Woud, het beheer-, inrichting- en ontwikkelingsplan goederen- en het verveningslandschap. Herstel en instand- De Loonse en Drunense duinen en de visie landschap Hart houding van deze cultuurlandschappen en het recreatief van Brabant. ontsluiten hiervan is één van de speerpunten binnen de Baronie. In het Markdal wordt in dit kader door een brede Landschap en groenblauwe structuren coalitie gestreefd naar beekdalherstel. Burgers, boeren en Noordoost Brabant beschikt over een grote variatie in na- buitenlui ontmoeten elkaar hier in de toekomst in een tuur- en cultuurlandschappen. De regio 5 sterren Noordoost aantrekkelijk mozaïek van natuur en landbouw. Realisatie Brabant heeft de ambitie om de grote groene gebieden hiervan voorziet tevens in realisatie van de ecologische zoals het Groene Woud, de Maasoevers, de Peelhorst en hoofdstructuur (EHS). Ook in Landschapspark Oosterhout- de Maashorst met elkaar te verbinden. Deze gebieden Breda wordt zowel ingezet op realisatie van de EHS als komen nog beter tot hun recht als ze met elkaar verbon- herstel van het agrarisch cultuurlandschap. Dit voorziet in den worden langs groene zones en waterlopen. een landschappelijk aantrekkelijke uitloopgebied tussen Oosterhout en Breda. De Groene Delta In 's-Hertogenbosch is veel ervaring opgedaan met de aanpak van de Groene Delta. Het doel hiervan is het reali- seren van een robuuste en samenhangende groenblauwe structuur in en rond de stad „s Hertogenbosch. Langs de zuid- en westkant van de stad is in het open, laaggelegen polder- en moerasgebied een „Groene Rivier‟ gepland. Dit gebied fungeert als waterbuffer voor de opvang van over- tollig water van Aa en Dommel, indien de afvoer naar de Maas door hoge waterstanden wordt geblokkeerd. In het oosten van de stad voorziet de aanleg van het Kanaalpark Zuid Willemsvaart in een belangrijke ecologische verbin- dingszone tussen het Aadal en de Maas.

Gebiedsagenda Brabant 45

Matrix 8 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Natuur en landschap

Rijk Rijk-Regio Regio

Lopende pro- -Structuurvisie Grevelingen- -Brainport-Oost: Groen-blauwe opga- -Gebiedsontwikkeling Grenscorridor N69 jecten Volkerak ve Rijk van Dommel en Aa Peelhorst (hoort ook bij agro?) -Zuid-Willemsvaart - Wilhelminakanaal -Landschappen van Allure: Brabantste Wal, Maashorst, Groene Woud (onderdeel Beter Benutten) Waterpoort -Nationaal park Loonse en Drunense -Landschapsontwikkeling en ecologische verbindingen als onderdeel van de samen- duinen hangende groen/blauwe mal -Leisure boulevard -Verbinding Maasgebied-Loonse en Drunense duinen -MIRT-Verkenning N65 Vught-Haaren -Vitaal leisurelandschap HvB -Stad-land-verbinding Groene Woud-Moerenburg- Piushaven-Binnenstad -Landgoed Nieuwe Warande -Groene kamer -Leisure kansenkaart -Gebiedsopgave N65 (o.a. Natuurontwikkeling Helvoirts Broek -Cultuurlandschap de Baronie -Groenblauwe dooradering Noordoost-Brabant

Nieuw / ideeënfa- -Nadere afstemming aanpak (prioritering, financiering) EHS/Natura2000, se -Maaszone als gebiedsopgave -Groen Netwerk Brainport -Brainport Oost: Gebiedsvisie Panorama Brainport Oost -Dommeldal Eindhoven (Genneperparken) /Veldhoven (ASML zuid) -Transformatie en experimenteerruimte landschapsontwikkeling -Duurzame energie (Agro Solar Realisatie) -Agrarische productie-landschappen -EHS/Maasland -Gebiedsontwikkeling Transnationaal Landschap Groote Heide -Stadsbos Tilburg

Hierna invoegen: kaart en legenda Brabant Mozaiek I: groen/blauw

Gebiedsagenda Brabant 46

zijn om de te verwachten bezoekersstromen in goede Hart van Brabant 4.5  Leisure banen te leiden. Binnen Brabant profileert de regio Hart van Brabant zich als de leisure regio van Noordwest-Europa voor de Family/short break-vakanties. Er komen nu per jaar tien miljoen dagjes- 4.5.1 Opgaven en ontwikkelingen mensen naar deze regio, het hoogst van alle toeristische De provincie Noord-Brabant heeft de vrijetijdseconomie als regio's in Nederland. Een belangrijk boegbeeld met interna- een belangrijk speerpunt benoemd dat fungeert als een tionale allure is De Efteling. Maar ook met de Beekse Ber- verbindende schakel voor ruimtelijke opgaven. Hiervoor zijn gen, Loonse en Drunense Duinen, de Tilburgse kermis en vanuit de provincie de komende jaren extra middelen een rijk aanbod aan evenementen en festivals trekt Hart beschikbaar met de ambitie om van Brabant de meest van Brabant nationaal de aandacht. innovatieve en gastvrije provincie van Nederland te maken. Het uitbouwen van de leisure-acitiviteiten kan een belangrij- Noord-Brabant heeft prachtige historische steden omgeven ke economische impuls aan de regio geven. Een omzet door een groene landelijke omgeving. Op het gebied van van 1,5 miljard in de toeristisch recreatieve sector (nu 900 leisure kent Brabant een gevarieerde infrastructuur: cultuur- miljoen), investeringen tot een miljard, een banengroei tot historisch erfgoed, de podia en de musea met oude en 35.000 voltijdbanen liggen in het verschiet. De dagbezoe- nieuwe kunst, parken als Efteling en de Beekse bergen, kers moeten daarom worden verleid om langer in deze festivals en topsportevenementen, topsectoren als de regio te blijven. agrofood en de creatieve industrie met topdesign, de Leisure Boulevard is binnen Hart van Brabant als speerpunt gaming- en de beeldindustrie. van ontwikkeling benoemd. Het concept wordt ook wel Dreamport genoemd en biedt daarmee een waardevol aanzetten als een zelfstandig provinciaal speerpunt en complementariteit voor Brainport. Het benutten van de verbindende schakel voor de ruimtelijke opgaven beide sterke kwaliteiten is, op (inter)nationaal niveau bezien, een sterke Brabantse troef. Vrijetijdseconomie Hart van Brabant kent ook een aantrekkelijk landschappelijk In het voorjaar van 2013 heeft de provincie een beleidska- raamwerk met het heiderijke beekdalenlandschap van de der en uitvoeringsagenda Vrijetijdseconomie vastgesteld. Kampina en Oisterwijkse Vennen en de eeuwenoude stuif- Centraal daarin staat het realiseren van een kwalitatief zanden van de Loonse en Drunense Duinen. Een cultuur- goede vrijetijdsbesteding als belangrijke randvoorwaarde land van boerenerven, buitenplaatsen, dorpen en buurt- voor het realiseren van een goed leef-, werk-, en vestigings- schappen, in een landschap van akkerland, loof- en klimaat in Brabant. Het beleid richt zich op het versterken naaldbos, beekjes en plassen. De combinatie van een van een interessant internationaal aanbod; het versterken sterke leisure sector in een gevarieerde, groene en dorpse van het regulier aanbod zoals horeca, verblijfslocaties en omgeving, is de kracht van de regio. Naast leisure en natuur; het versterken van de top en reguliere aanbod door landschap dragen ook de groenblauwe opgaven, de cross-overs, storytelling en concepten die leiden tot innova- verbreding van de landbouw en het verbinden van stad en ties en nieuwe product-marktcombinaties; het ontwikkelen platteland bij aan het vitaal houden van het platteland. van onderscheidende gastvrijheid; en het op orde brengen Het blijvend aandacht geven en werken aan een afwisse- van de basis (informatie, infrastructuur en marketing). lend en vitaal landschap is en blijft daarom belangrijk. Het Vitaal Leisure Landschap is de benaming van het Culturele hoofdstad netwerk van energie binnen deze regio. Verschillende Brabant heeft daarnaast de ambitie om Culturele hoofd- partners, als ondernemers, onderwijs, overheden en werken stad 2018 te worden. De provincie en de BrabantStad- hier samen en definiëren projecten middels social innova- steden zijn van plan om gezamenlijk 140 miljoen te investe- tion. ren in het organiseren van dit culturele evenement. In de Daarnaast is vanuit de regionale werkagenda de opdracht aanloop naar de definitieve verkiezing in het najaar van gegeven om een Leisure kansenkaart te vervaardigen 2013 vindt er als onderdeel van het op te stellen flankerend waarop de regionale ruimtelijke kansen liggen voor be- beleid een verkenning plaats van welke maatregelen op paalde vormen van leisure. Op deze kaart worden de het gebied van de fysieke omgeving en mobiliteit nodig

Gebiedsagenda Brabant 47

bestaande leisure trekkers aangegeven als ook de kansrijke eenheden, beekdalen en cultuurlandschappen. Deze zones en enkele locaties. gebieden bieden plek aan talrijke vormen van extensieve recreatie en dragen in hoge mate bij aan de quality of life. 4.5.2 Acties Tot slot zijn het vooral de jaarlijks terugkerende evenemen- ten als GLOW en de Dutch Design Week die Brainport ge- Hart van Brabant zicht geven en draagvlak creëren bij het brede publiek. Op verschillende beleidterreinen werken we aan leisure in brede zin. De nota Groen en de nota biodiversiteit kent een 5-Sterren Noordoost-Brabant uitvoeringprogramma. Zowel in als buiten de stad worden In de 'Agenda Noordoost Brabant: richting 2020' is prioriteit projecten uitgevoerd. De Groene Mal ambities en - gegeven aan de 'integrale gebiedsontwikkeling Maas'. programma is deels uitgevoerd en deels nog in uitvoering. Onderdeel daarvan is het opwaarderen van de toeristisch Daarnaast vormt het provinciaal programma Landschap- recreatieve infrastructuur aan de Maas tussen Heusden en pen van Allure een regionale impuls om topprojecten uit te Boxmeer. Om het onderscheidend vermogen en dus aan- voeren waarin de koppeling van economie en groen de trekkelijkheid voor inwoners en bezoekers van het gebied basis vormen. Als laatste hierin kan worden vermeld dat in aan de Maas te vergroten is besef van samenhang van het kader van het Europees programma Life + een aan- huidige en mogelijke toerisme en recreatie aan beide vraag in voorbereiding is voor de Spoorzone Tilburg. Het zijden van de Maas noodzakelijk. Dit betreft dus ook de project 'Bee Corridor' moet de stedelijke biodiversiteit verg- Gelderse en Limburgse gemeenten aan de Maas, globaal roten en verbinden met het buitengebied. tussen Wijk en Aalburg en Bergen.

Het regionale project Maasland beoogt de samenhang in West-Brabant aanwezige waarden, zoals landschap en natuur, en voor- Ook in West-Brabant zijn er voornemens om het leisure- zieningen als horeca en musea, van beide zijden te tonen aanbod te versterken. Het gaat dan om de volgende en een aanzet te geven tot samenwerking van gemeenten activiteiten: en ondernemers in deze sector. In het project worden de

 Uitbreiding FOC Rosada (Roosendaal); kenmerkende waarden van het gebied bepaald die voor  Uitbreiding Leisurecentre De Zeeland (Bergen op recreatie en toerisme belangrijk zijn, te weten Landschap, Zoom); Natuur en Cultuurhistorie. Vervolgens worden de aanwezige  Uitbouw van de leisure- en hospitalityfunctie van Breda voorzieningen voor toerisme en recreatie geïnventariseerd. door middel van onder andere de realisatie van de Dit is de basis voor waardering van het gebied voor recrea- Bavelse Berg, de uitbreiding van het kernwinkelgebied tie en toerisme en het benoemen van kansen en opgaven. met Achter de Lange Stallen, de realisatie van een De inbreng vanuit de toeristisch-recreatieve sector is nood- vijfsterren hotelaccommodatie en de uitbouw van het zakelijk om naast een compleet beeld van waarden en watergebonden vrijetijdsmilieu; voorzieningen ook de gewenste samenwerking van ge-  Koppeling tussen de gebiedsopgaven Brabantse Wal meenten en ondernemers te stimuleren. en Waterpoort voor wat betreft het thema Leisure en Bij de uitvoering van het project wordt samengewerkt met de vrijetijdsagenda van Brabant‟. het Deltaprogramma - Regioproces Maas - fase 2, dat door provincie Brabant wordt getrokken. Het plangebied en Brainport Regio Eindhoven te betrekken gemeenten komen grotendeels overeen. In verschillende gebieden wordt breed ingezet op de ontwikkeling van leisure- en vrijetijdsvoorzieningen. De meest aansprekende en bezoekersintensieve zijn het Natio- naal Zwemcentrum de Tongelreep, de doorontwikkeling van de Woonboulevard Ekkersrijt, de recreatieplassen (Aquabest; E3 en Berkendonck) en Landgoed Gulbergen met Dierenrijk Europa. De ontwikkeling van Hof van Cranen- donck richt zich op de cultuurhistorie van de streek. Brain- port kent een aantrekkelijk Groen Netwerk van grote natuur-

Gebiedsagenda Brabant 48

Matrix 9 Verantwoordelijkheid/fasering bij opgave Leisure Matrix

Rijk Rijk-Regio Regio

Lopende pro- -Doorontwikkeling Efteling -Doorontwikkeling Groene Woud, Transnationaal Landschap Groote Heide, Groene jecten -Doorontwikkeling Beekse Bergen Peelvallei, Rijk van Dommel en Aa, Grenscorridor N69 en Oirschotse Heide. -Ontwikkeling Natuurpoorten Loonse -Doorontwikkeling recreatieplassen (Aquabest, E3 en Berkendonk) en Drunense Duinen -Doorontwikkeling Woonboulevard Ekkersrijt -Evenementen Brainport (GLOW; DDW) -Landschappen van Allure -Leisure loket -Leisure kansenkaart -Vitaal Leisure Landschap -De Nieuwe Warande -Hoteluitbreidingen -Versterkte routenetwerken en natuurpoorten

Nieuw / ideeënfa- -Herbestemming/ -ontwikkeling Land van Ooit se -Binnenhalen 3e en 4e groot leisurepark van internationaal allure -Infrastructuur op orde brengen in het kader van beleidskader vrijetijdseconomie -Uitbreiding FOC Rosada -Uitbreiding Leisurecentre De Zeeland (Bergen op Zoom) -Uitbouw leisure en hospitalityfunctie Breda -Koppeling tussen de gebiedsopgaven Brabantse Wal en Waterpoort voor wat betreft het thema Leisure en de vrijetijdsagenda van Brabant -Ontwikkeling Hof van Cranendonck -Stadsbos Tilburg

Gebiedsagenda Brabant 49

5 Uitvoering lijke lange tijdshorizon waar te maken. Ook kunnen er soms helpt daarbij. vragen worden gesteld bij de houdbaarheid van afspraken 3. Het in kaart brengen van onzekerheden. Meestal waarbij ver vooruit gekeken wordt, omdat zij door allerlei zijn er maar een paar kernonzekerheden bij elke 5.1 Een nieuwe manier van werken ontwikkelingen kunnen worden ingehaald. opgave die de bandbreedte van de omvang Deze Gebiedsagenda bevat de visie voor de lange termijn In dit licht is het verstandig om op een flexibele manier te van de opgave bepalen. Gaat het bijvoorbeeld op de gewenste ontwikkeling van de provincie Noord- programmeren en te ontwikkelen en steeds kleine stapjes om mobiliteit, dan is het zaak rekening te houden Brabant en de ruimtelijke opgaven die hieruit volgen. De te zetten in de richting van de gezamenlijke ambitie. Hier- met ontwikkelingen als economische groei, be- context waarin de opgaven zich afspelen is de afgelopen door ontstaat ruimte om tijdig in te kunnen spelen op ver- volkingsgroei en gedragsverandering op het ge- jaren fundamenteel veranderd: als gevolg van de econo- anderende omstandigheden. Daarbij zijn een stevig com- bied van mobiliteit. Voor watergerelateerde mische crisis is er minder geld en daardoor is de mitment en goede samenwerking tussen de diverse betrok- vraagstukken moet rekening worden gehouden (rijks)overheid steeds minder de initiërende partij. Er ont- ken partijen van belang. met een combinatie van klimaat en sociaaleco- staan meer initiatieven bij burgers en marktpartijen. Ook nomische ontwikkeling, en bij wonen met een komen ontwikkelingen op ons af waarvan we de omvang Om op deze andere wijze tot invulling van opgaven, maat- combinatie van economische groei, demografi- en de impact niet precies kennen. Dit is van invloed op de regelen en projecten te komen wordt gebruik gemaakt van sche ontwikkeling en de ontwikkeling van de fi- omvang van de opgaven en hoe en wanneer deze kun- een methode die we adaptief programmeren noemen. nanciële markten. nen worden gerealiseerd. Kortom de uitwerking van de 4. Onzekerheden kunnen worden omgezet in nieu- Gebiedsagenda vraagt om een nieuwe manier van wer- we zekerheden door aan te geven wat kantel- ken met een focus op: samenwerking met andere partijen, punten zijn en op welke momenten er beslissin- adaptief programmeren én de inzet van andere instrumen- gen moeten worden genomen. ten. 5. Ondertussen is het de kunst die maatregelen te nemen die „no regret‟ zijn en passen bij elk sce-

De gevolgen van de veranderde context nario. Ook wordt bij deze stap geïnventariseerd In de uitvoering van de Gebiedsagenda zal, als gevolg van welke opties voor de lange termijn open gehou- de veranderde context, in vergelijking met de vorige Ge- Adaptief programmeren bestaat uit zes stappen: den moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan een biedsagenda van 2010, het „hoe‟ en „wanneer‟ meer aan- 1. Het formuleren van een centrale ambitie die een reservering voor aanleg van infrastructuur. dacht vragen. Daarbij wordt gewerkt vanuit de volgende wenkend perspectief schetst. 6. Op basis van de voorgaande stappen worden principes: 2. Het vertalen van de ambitie in concrete, meet- per opgave ontwikkelpaden geschetst, waardoor 1. De ambities en opgaven staan centraal. De weg bare opgaven. Een onderverdeling in tijdvakken de samenhang tussen maatregelen en met an- daarnaar toe biedt ruimte en flexibiliteit om in te kun- (korte termijn, middellange termijn, lange termijn) dere opgaven duidelijk wordt en waarin ook kan- nen spelen op nieuwe ontwikkelingen en veranderen- de omstandigheden (adaptief programmeren). 2. We zoeken creatief naar andere oplossingen. Daarbij zoeken we de samenwerking met andere partijen vanuit de gedachte dat we samen meer kunnen be- reiken dan alleen. 3. We werken vraaggericht in plaats van aanbodgericht. In de woningbouw gaat het daarbij bijvoorbeeld om de verschuiving van een aanbodgedreven markt naar een vraaggedreven markt. En bij bereikbaarheid om vraagbeïnvloeding en beter benutten.

Ambitie en opgaven centraal In MIRT-verband zijn de samenwerkende overheden altijd gewend om lange termijn afspraken te maken en het beschikbare budget te verdelen, ook als dit pas vijftien of twintig jaar later beschikbaar komt. De afgelopen jaren is het steeds lastiger gebleken om afspraken met een derge-

Figuur 1 Stappen van een adaptieve aanpak

Gebiedsagenda Brabant 50

telpunten en beslismomenten een plek krijgen. (via Maas en Midden-Limburgse en Brabantse kanalen). De geven in relatie tot de opgave, waarbij twee deltascena- doelmatigheid van deze aanvoer kan nog worden ver- rio‟s zijn aangehouden (Stoom en Rust). Op basis hiervan kunnen uiteindelijk bestuurlijk “commit- groot. Ook kan deze aanvoer worden gebruikt om het ment packages” worden vastgesteld. sparen te ondersteunen, vooral door aanvulling van de Brainport Avenue grondwatervoorraad. Wij zien goede mogelijkheden om de Bij de uitwerking van het MIRT-onderzoek Brainport Avenue In Figuur 1 zijn de bovenstaande 6 stappen van een adap- huidige wateraanvoer qua areaal en qua infrastructuur zullen de principes van Adaptief Programmeren worden tieve aanpak in één plaatje neergezet. verder te optimaliseren. Dit kan leiden tot een uitbreiding benut. van de gewenste aanvoercapaciteit in de orde van groot- De hier beschreven werkwijze is een groeimodel. Het is de te van 10%. Extra aanvoer in natte perioden is effectief in A58 bedoeling dat dit de komende jaren in de uitwerking van combinatie met sparen, zodat water beschikbaar is in We gaan in het project InnovaA58 na of en zo ja hoe de Gebiedsagenda verder invulling krijgt. drogere perioden. Op de zeer lange termijn en in een Adaptief Programmeren een plaats kan krijgen in de ver- extreem scenario komt ook de optie van aanvoeren/sparen kenning. InnovA58 kan daarmee een voorlopersrol krijgen in Voor de cases Watervoorziening hoge zandgronden, Brain- buiten het gebied in aanmerking in de vorm van een het onderzoek over de wijze waarop Adaptief Programme- port Avenue en A58 is een eerste verkenning uitgevoerd stuwmeer in de Ardennen. De genoemde maatregelen op ren ingevlochten kan worden in het MIRT-spelregelkader. voor wat betreft de toepasbaarheid van adaptief pro- het gebied van sparen en aanvoeren kunnen als no regret grammeren. beschouwd worden, omdat ze ook in de eventuele situatie van een stuwmeer benodigd zijn. Andere oplossingen met andere partijen Watervoorziening hoge zandgronden Een andere belangrijke pijler in de nieuwe manier van Door klimaatverandering staat de beschikbaarheid van Er zullen echter steeds vaker (ongelijk verdeeld over het werken is het samen met andere partijen zoeken naar voldoende schoon water op de hoge zandgronden in Zuid- gebied) perioden voorkomen dat de eigen voorraad op is (andere) oplossingen. Voorbeelden hiervan zijn: Nederland onder druk. Dat leidt tot knelpunten voor land- en aanvoer niet mogelijk is. Dat betekent soms tekorten  Het denken in 5 i‟s (innoveren, informeren, in stand bouw, natuur, drinkwater, scheepvaart, industrie, recreatie accepteren en adapteren: aanpassen van de bedrijfsvoe- houden, inrichten, investeren) in het kader van de Be- en het stedelijk gebied. ring en wellicht ook aanpassing van bijvoorbeeld natuur- reikbaarheidsagenda van het Rijk. De uitdaging is om water op het goede moment vast te doeltypen. In sommige gevallen is het technisch wel mo-  Het breder inzetten van aankoop, beheer en verkoop houden en daarna slimmer te benutten, zonder dat dit leidt gelijk om tekorten te voorkomen, maar (be- van overheidsvastgoed bij het realiseren van beleids- tot een toename van wateroverlast. Dat vraagt om een drijfs)economisch slimmer om tekorten te accepteren. doelen. Bij het Rijk komt dit tot uitdrukking in de rijks- nieuwe zoetwaterstrategie en een robuuster watersysteem Bijbehorende maatregelen zijn bijvoorbeeld het hergebrui- vastgoedportefeuillestrategie die momenteel wordt dat een grotere bandbreedte van weersextremen aankan. ken van spoel- en afvalwater, het omzetten van naaldbos opgesteld. De mogelijkheden om rijksvastgoed in te in loofbos of het overstappen op klimaatbestendige teel- zetten bij beleidsopgaven verschillen per regio. Het Rijk Leidraad voor de beoogde zoetwaterstrategie is de trits ten. gaat hierover in gesprek met de regionale partners. “sparen, aanvoeren, accepteren/adapteren”. Ten eerste  Het koppelen van beheer en ontwikkeling als nieuwe wordt ingezet op sparen in het eigen gebied door een deel De vraag naar (zoet)water zal in de toekomst zeer waar- manier om gebiedsontwikkelingen van de grond te van het jaarlijkse neerslagoverschot op te slaan dat nu nog schijnlijk toenemen evenals het aantal perioden van droog- krijgen. Dat biedt mogelijkheden bij zowel bebouwing in het winterhalfjaar wordt afgevoerd. De bijbehorende te en de duur ervan. Onzeker is de mate waarin dit zal als infrastructuur. maatregelen variëren van het verbeteren van de bodem- gebeuren. Vanwege de grote samenhang ligt een maat-  Een meer kleinschalige, gefaseerde aanpak, ook met structuur, via het opzetten van het peil voorafgaand aan regelenpakket voor de hand met onderdelen van Sparen, initiatieven van burgers en bedrijven als centrale spil. een periode van droogte en het verhogen van de grond- Aanvoeren en Aanpassen, omdat met dit pakket enerzijds  Vraaggericht in plaats van aanbodgericht werken. waterstand in combinatie met peilgestuurde drainage tot de weg wordt geëffend voor omgang met de meest ex-  Nieuwe bekostigingsmogelijkheden zoals revolverende het aanleggen van groen-blauwe structuren (buffers) in treme scenario‟s (robuustheid) en anderzijds flexibiliteit wordt fondsen of inzet van middelen van marktpartijen (zoals stedelijk gebied. Door in te zetten op deze maatregelen behouden, hetgeen overinvesteren voorkomt. Daarbij pensioenfondsen). kan worden meegekoppeld met de KRW omdat de maat- kunnen de korte termijn maatregelen uit het ontwikkelings-  Het aanpassen/inzetten van regelgeving op zowel regelen de nutriëntenuitspoeling van de landbouw verklei- pad als no regret worden gezien. nationaal als provinciaal en lokaal niveau. Zoals bij- nen en daarmee de waterkwaliteit verbetert wordt. voorbeeld de Omgevingswet en de Crisis- en Herstel- In Figuur 2 is een ontwikkelpad van de zoetwatervoorziening wet. Zeker in droge perioden is aanvoer van buiten een welko- op de hoge zandgronden in Brabant opgenomen. In het me aanvulling. Ook nu is er in sommige delen van de hoge ontwikkelpad wordt de volgorde van maatregelen weerge- zandgronden sprake van aanvoer van oppervlaktewater

Gebiedsagenda Brabant 51

Zoetwatervoorziening hoge zandgronden = meekoppelkans

stoom 2050 2100 2028 rust 2050 2100

wateroverlast KRW nutriëntenuit- ruimtelijke kwaliteit spoeling landbouw stedelijk gebied sparen

- flexibel peilbeheer - waterhouderij op - aangepaste regionale schaal bedrijfsvoering - landelijk gebied klimaatbuffers - diepte-infiltra e - stedelijk gebied groen-blauwe buffers agrarische sector grondwater - waterbesparingsmaat- regelen industrie

Stuwmeer aanvoeren in na e Ardennen jden t.b.v. sparen aanvoeren

Noordervaart 4 -> Noordervaart 5,6-> 6 Noordervaart 6-> 14 m3 5,6 m3 m3 Lozen (B)/Panheel Lozen (B)/Panheel Lozen (B)/Panheel

keuze: meer aanvoeren accepteren of meer accepteren

landelijk gebied stedelijk gebied - andere teelten - hi estress en blauwalgenproblema ek accepteren - andere natuurdoeltypen - verkoelingsinstalla es /zonwering installeren e.d. - bedrijven/sectoren verplaatsen

Figuur 2 Schema Adaptief programmeren Zoetwatervoorziening hoge zandgronden

Gebiedsagenda Brabant 52

Samen(hangend) onderzoeken en realiseren Rijk en regio goed op elkaar af te stemmen. De verdere Voor het vinden van oplossingen is een goede probleem- uitvoering van de Gebiedsagenda vraagt om een verdere 1. Bestuurlijk overleg MIRT (BO MIRT) analyse noodzakelijk. Het opstellen van die probleemanaly- voorzetting van die samenwerking. Uitgangspunt daarbij is De Gebiedsagenda wordt gebruikt als gespreksagenda se gebeurt in samenwerking tussen alle partijen die bij het „centraal wat moet, decentraal wat kan‟. Onderscheid voor het jaarlijkse bestuurlijk overleg in het kader van het probleem of de opgave betrokken zijn. Ook het zoeken wordt gemaakt in drie „overlegtafels‟. In figuur 2 is de orga- meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport naar oplossingen gebeurt met direct betrokkenen en/of nisatorische samenwerking gevisualiseerd. (BO MIRT) dat het Rijk heeft met zeven landsdelen, waaron- met partijen die een rol kunnen spelen bij de oplossing. der Noord-Brabant. In het BO MIRT vindt de afstemming Verschillende partijen kunnen daarbij de regie hebben, plaats over de gezamenlijke strategie met betrekking tot de afhankelijk van waar het zwaartepunt ligt. Een voorbeeld ruimtelijke ontwikkeling van Brabant en worden afspraken van dit soort samenwerking is het programma Beter Benut- gemaakt over prioritaire opgaven en (de financiering van) ten waar Rijk, regio en private partijen samen werken aan diverse majeure ruimtelijke projecten in Brabant. Het Rijk het verminderen van files en het verbeteren van het milieu, nodigt voor het BO MIRT de provincie Noord-Brabant en het ieder vanuit zijn eigen belang en verantwoordelijkheid. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) uit. De provincie en het SRE zorgen voor de bestuurlijke vertegen- Bij de probleemanalyse en het zoeken naar oplossingen is woordiging van en de terugkoppeling naar de grote steden een brede blik van belang waarbij verder moet worden en de regio‟s in Brabant. De bestuurlijke delegatie uit Bra- gekeken dan naar de plek waar het probleem of de opga- bant voor het BO MIRT bestaat in principe uit de portefeuil- ve zich voordoet. Een van de voorgestelde methodes is het lehouders Ruimte en Mobiliteit van de provincie en het SRE. uitvoeren van een breed MIRT-onderzoek. Daarbij wordt de Bij toerbeurt gaat een wethouder van een van de grote hele „keten‟ in kaart gebracht om een goed beeld te krij- steden mee. Het Rijk wordt in het BO MIRT vertegenwoor- gen van het probleem en de mogelijke oplossingen. Zo digd door de minister en de staatssecretaris van Infrastruc- ontstaat ook zicht op mogelijkheden om win-win situaties te tuur en Milieu en vertegenwoordigers van het ministerie van creëren. Bijvoorbeeld door waterbeheerders vroegtijdig te Economische Zaken en het ministerie van Binnenlandse betrekken bij alle ruimtelijke plannen die van belang zijn Zaken en Koninkrijksrelaties. Het BO MIRT wordt voorbereid in voor het waterbeheer. Of door het speelveld waarnaar een ambtelijk vooroverleg (AVO) MIRT. gekeken wordt te vergroten door niet alleen naar een knelpunt in infrastructuur te kijken maar naar de ontwikkeling 2. Bestuurlijk overleg van provincie Noord-Brabant van het hele gebied. met de vijf grote Brabantse steden De provincie Noord-Brabant en de vijf grote Brabantse Deze manier van werken kan ertoe leiden dat overheden steden werken binnen BrabantStad op diverse beleidsterrei- soms een andere rol krijgen. Zij zullen niet meer standaard nen (economie, milieu, cultuur, mobiliteit, ruimte) samen. de oplossing (en het probleem) bepalen, maar zijn één De samenwerking op gebied van mobiliteit vindt plaats in van de partijen die bij de probleemanalyse en het zoeken de Stuurgroep Netwerkprogramma BrabantStad Bereikbaar. naar oplossingen betrokken is. Overheden zullen zich meer Naast de provincie Noord-Brabant en de vijf grote steden gaan richten op het formuleren van een visie (wenkend nemen hieraan ook deel het ministerie van Infrastructuur en perspectief in plaats van een blauwdruk of eindbeeld), het Milieu, het SRE, Rijkswaterstaat Noord-Brabant, ProRail en NS. schetsen van opties, het zorgen voor de juiste condities én De Gebiedsagenda is het vertrekpunt voor de samenwer- het verbinden en combineren van oplossingen van andere king op het vlak van Mobiliteit en Ruimte binnen Bra- partijen zodat meerwaarde ontstaat. Hierdoor krijgen bur- bantStad. De portefeuillehouders Mobiliteit (=Stuurgroep gers en bedrijven meer ruimte om initiatieven tot wasdom Netwerkprogramma) en de portefeuillehouders Ruimte van te brengen. provincie, vijf steden en SRE hebben daarvoor vier maal per jaar een gecombineerd bestuurlijk overleg. In dit over- 5.2 Organisatie van de samenwerking leg wordt de strategie op hoofdlijnen met betrekking tot de De Gebiedsagenda is in overleg tussen Rijk en regionale het integrale ruimtelijke domein besproken. Onderwerp van partners tot stand gekomen. De Gebiedsagenda heeft gesprek zijn onder meer de uitwerking van de Gebieds- mede als doel om de samenwerking tussen de betrokken agenda, de agenda van het BO MIRT, de prioritering van partners te structureren en de ruimtelijke investeringen van opgaven, programma‟s en projecten en de gezamenlijke

Gebiedsagenda Brabant 53

lobby- en communicatiestrategie. De provinciegrensover- ring. Gedacht kan worden aan (vertegenwoordigers van) middelen zijn bestemd als bijdrage aan de realisatie van schrijdende opgaven uit de Gebiedsagenda en de wijze regionaal bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschap- de Noordoostcorridor („ruit‟ Eindhoven), de N69 Eindhoven – van afstemming met buurprovincies in Nederland en Bel- pelijke organisaties. De provincie organiseert de afstem- Valkenswaard – België en de verbreding van de N279 ‟s- gië, is ook een onderwerp waarover op dit schaalniveau ming met deze andere stakeholders en belanghebben- Hertogenbosch – Veghel. (BrabantStad) afspraken worden gemaakt. De vijf grote den. Andere stakeholders zijn bijvoorbeeld uitgenodigd om steden vertegenwoordigen in dit overleg, naast de belan- hun reactie te geven op de voorliggende Gebiedsagenda In 2013 zijn vier nieuwe investeringsfondsen ingesteld: gen van de eigen stad, ook de belangen van de vier en zijn of worden betrokken bij de uitwerking van specifieke - Innovatiefonds (€ 125 miljoen) Brabantse regio‟s. Andere deelnemers aan dit overleg zijn opgaven en projecten uit deze Gebiedsagenda. - Energiefonds (€ 60 miljoen) het Rijk en (een vertegenwoordiger) van de Brabantse Zo is de Gebiedsagenda Brabant besproken met het regi- - Breedbandfonds (€ 50 miljoen) Waterschappen. onaal bedrijfsleven in Brabant. Daarbij heeft het regionaal - Natuurfonds (€ 240 miljoen) bedrijfsleven aangegeven de ambitie en opgaven van 3. Regionale bestuurlijke overleggen Brabant te onderschrijven. De insteek vanuit economische De provincie is verantwoordelijk voor de (lange termijn) topsectoren en de brede integrale insteek gericht op het ontwikkeling van Brabant op het gebied van ruimte, eco- gehele ruimtelijk domein (economie, verstedelijking, mobili- nomie en mobiliteit. Het Rijk ondersteunt deze regierol door teit, water, energie, natuur en landschap etc.) sluiten aan verdere decentralisatie van diverse taken op gebied van op de visie van bedrijfsleven. De bewustwording bij bedrijfs- ruimte, economie en mobiliteit. leven voor de noodzaak van een brede integrale duurza- De provincie werkt op het regionale schaalniveau samen me ontwikkeling en duurzaamheidsagenda groeit. Dat uit binnen de regio‟s West-, Midden, Noordoost- en Zuidoost- zich bijvoorbeeld in „green deals‟. Bedrijfsleven is dan ook Brabant. De Gebiedsagenda Brabant heeft voor deze geïnteresseerd en bereid om hun kennis in te zetten bij de Regionale Ruimtelijke Overleggen (RRO‟s) een functie. In uitvoering van (onderdelen van) de Gebiedsagenda Bra- deze regionale overleggen wordt op strategisch en inte- bant. Bedrijfsleven geeft als aanbeveling om in de uitvoe- graal niveau gesproken over de uitwerking van de prioritaire ring van de Gebiedsagenda nog meer focus aan te bren- opgaven, programma‟s en projecten uit de Gebiedsagen- gen. Het Brabantse bedrijfsleven zal in een reactie op de da. Gebiedsagenda ingaan op de gewenste scherpere focus De wijze waarop deze regionale overleggen worden geor- en zal aangeven bij welke onderdelen (opgaven, pro- ganiseerd is maatwerk per regio, aansluitend bij de ideeën jecten) bedrijfsleven een rol in de uitvoering wil en kan die in verschillende regio‟s leven rond de organisatie van spelen. Die rol kan per opgave/project uiteraard sterk ver- het regionaal overleg rond onderwerpen als Economie, schillen (initiator, regisseur, financieel, meedenken, kennis Ruimte en Mobiliteit. In deze regionale overleggen worden inbrengen, etc.). afspraken gemaakt de verdere uitwerking van regionale opgaven en projecten uit de Gebiedsagenda. Op grond 5.3 Investeringsfondsen van deze uitwerking wordt duidelijk of en wanneer een De provincie Noord-Brabant heeft een investeringsstrategie project aan de orde dient te komen in een BO MIRT (afhan- uitgewerkt waarmee de structuur van de provincie op een kelijk van de mate van betrokkenheid van het Rijk). Een aantal onderscheidende kwaliteiten duurzaam wordt ver- aantal opgaven of projecten zal nooit in een BO MIRT sterkt. De focus ligt daarbij op het versterken van het vesti- besproken worden, omdat die onder de verantwoordelijk- gings- en leefklimaat van Brabant, vanuit de opvatting dat heid vallen van de regionale partijen (provincie, gemeen- dit bijdraagt aan de ambitie om tot de top van Europese ten, waterschappen etc.). kennis- en innovatieregio‟s te blijven behoren. De investe- ringsstrategie (en de daaraan gekoppelde investerings- Rol bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke fondsen) is een middel om de ambities en prioritaire opga- organisaties ven uit de Gebiedsagenda (mede) te financieren. De Gebiedsagenda is primair een afstemmingsagenda n 2010 is al het Spaar- en Investeringsfonds Wegen inge- van Rijk, provincie, SRE en Brabantse regio‟s. Maar voor steld. Dit fonds is gericht op grootschalige infrastructuurpro- diverse opgaven en projecten is het opportuun dat com- jecten die de (inter)nationale bereikbaarheid en de eco- mitment wordt georganiseerd bij andere stakeholders of nomische structuur van Brabant versterken. Dit fonds wordt dat andere stakeholders worden betrokken bij de uitvoe- gevuld met een maximum bedrag van €750 miljoen. Deze

Gebiedsagenda Brabant 54

Met deze nieuwe investeringsfondsen zet de provincie nog eens € 475 miljoen in voor de toekomst van Brabant door te participeren in projecten van anderen, waarvoor investeringen van banken in deze economisch onzekere tijd moeilijk te krijgen zijn. Uitgangspunt is dat gemeen- ten, marktpartijen en maatschappelijke organisaties participeren in de projecten. De provincie stelt zich dus op als partner van private investeerders en is bereid tot het nemen van een zeker risico. Met uitzondering van het fonds voor Natuurfonds, dient het geïnvesteerde kapitaal te worden terugverdiend. Deze zogenaamde revolve- rende fondsen worden ondergebracht bij de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM).

5.4 Praktische aanpak van de uitvoering van de Ge- biedsagenda Brabant Na de bespreking van de Gebiedsagenda in het BO MIRT van november 2013 zal de bestaande project- groep Gebiedsagenda Brabant de uitvoering van de Gebiedsagenda coördineren, onder andere door on- derliggende trajecten zoals het MIRT-onderzoek Brainport Avenue en het verdiepend onderzoek Maintenance Valley op te starten en de voortgang te volgen. De projectgroep zal samen met het Brabantse bedrijfsleven bezien hoe dit bedrijfsleven kan bijdragen aan de uitvoe- ring van de Gebiedsagenda en hoe de betrokkenheid van het bedrijfsleven wordt vormgegeven. De project- groep zal de voortgang van de uitvoering van de Ge- biedsagenda regelmatig terug melden op directeursni- veau. De projectgroep Gebiedsagenda staat onder leiding van de provincie Noord-Brabant. Verder nemen deel de Rijksgebiedsteamtrekker, andere leden van het Rijksgebiedsteam, vertegenwoordigers van de grote steden, de Brabantse regio‟s en de waterschappen.

Figuur 3 Horizontale afstemming van afstemming

Gebiedsagenda Brabant 55

Bijlage 1 Resultaten uit de Gebiedsagenda In het Economisch Programma van de provincie en in regio haar bewoners, bedrijven en bezoekers een aantrek- 2010 Brainport 2020 is veel aandacht voor de verdere samen- kelijke en gezonde leefomgeving moet bieden. Dat milieu werking over de provinciegrens heen. Zowel voor de ver- bestaat uit een passend woningaanbod, een goed voor- binding van de Brabantse bedrijvigheid met bedrijven in zieningenniveau, aantrekkelijke natuur- en recreatiemoge- Deze bijlage beschrijft op hoofdlijnen de resultaten van de andere landen, als op het gebied van overheden. Het lijkheden en een hoogwaardig vestigingsmilieu (geschikte Gebiedsagenda 2010. Daarbij is als indeling gebruikt de vijf gaat onder meer om samenwerking met Limburg (o.a. terreinen) voor bedrijven. Randvoorwaardelijk voor de be- thematische opgaven die werden onderscheiden in de Chemelot), Duitsland (Noordrijn-Westfalen) en België (Leu- oogde ontwikkeling is een goede/gegarandeerde fysieke Gebiedsagenda 2010. Achtereenvolgens wordt ingegaan ven). Het in mei 2012 vastgestelde Economisch Program- en digitale bereikbaarheid. Een evenwichtige ontwikkeling op Economie, Bereikbaarheid, Quality of life, Duurzaam- ma van de provincie beschrijft de economische koers van van het economische, het sociaal-culturele en het ecolo- heid en energie en Natuur en landschap. de provincie richting 2020. In het Economisch Programma gische kapitaal is een uitgangspunt in onze regio. Daar- wordt enerzijds ingezet op het op orde houden van de naast speelt identiteit en imago een steeds belangrijker rol basis en anderzijds worden de ambities op het gebied van in het creëren van een aantrekkelijk vestigingsmilieu. De Economie de economische topsectoren verbonden met maat- strategie wordt grotendeels uitgevoerd in grootschalige Brabant bevindt zich in allerlei opzichten in woelig vaarwa- schappelijke opgaven (denk aan zorgeconomie, duurza- gebiedsontwikkelingen als Brainport Avenue en Brainport ter. Wereldwijde ontwikkelingen hebben soms verregaande me energie, slimme mobiliteit en gezonde voeding). De Oost. Er wordt sterk ingezet op het ontsluiten en doorontwik- consequenties voor Brabant. Het is niet vanzelfsprekend dat nieuwe koers is ontstaan in overleg met vele partners in het kelen van thematische bedrijvenparken en campussen. de huidige werkgelegenheid zomaar behouden blijft. onderwijs en het bedrijfsleven. Ook zijn er vele dwarsver- Delen van onze economie, waarin we dachten sterk te zijn, banden met regionale, nationale en internationale plan- In West-Brabant ligt de focus op Logistiek, Maintenance en staan onder druk en lijken zomaar te verdwijnen. nen en projecten, met name in Europa. Soms zal de pro- Biobased Economy. De vestiging in de afgelopen jaren van vincie mee-investeren, maar dan wel met de bedoeling dit Dinalog en het Dutch Institute World Class Maintenance In de Gebiedsagenda 2010 zijn vier economische opga- geld terug te verdienen. Partijen bij elkaar brengen en geven aan de integratie en verbinding van deze clusters ven benoemd: samen nieuwe ontwikkelingen op gang brengen is de een belangrijke impuls. De regio West-Brabant werkt nauw  de integratie/verbinding van diverse economi- nieuwe rol van de provincie. Hiervoor heeft de provincie samen met omliggende Nederlandse (en Belgische) pro- sche clusters (Life Sciences & Health, Food & Nu- €52,6 miljoen beschikbaar. vincies in het kader van ondermeer de Dynamisch Delta en trition, Hightech Systemen & Materialen (inclusief het DelTri-platform. Automotive en Solar), Logistiek, Biobased Eco- De provincie heeft in 2012 een strategie Werklocaties ont- nomy en Maintenance); wikkeld, die het Brabantse bedrijfsleven de ruimte biedt om Hart van Brabant profileert zich als „Regio van Sociale Inno-  de integratie en verbinding tussen clusters buiten te ondernemen en die specifieke werklocaties voor eco- vatie‟: Sociale innovatie is het slimmer toepassen en com- de provinciegrens; nomische clusters faciliteert. Het gaat daarbij onder meer bineren van bestaande producten en diensten door on-  de doorontwikkeling van Brainport als toonaan- om het versterken van de ruimtelijke kwaliteit, het gezamen- derwijsinstellingen, overheid en bedrijfsleven op een crea- gevende kennis- en innovatieregio; lijk benutten van faciliteiten, het aantrekken van kennisin- tieve, nieuwe manier. Sociale innovatie is een vernieuwing  het complementair aan Brainport ontwikkelen van tensieve nieuwe vestigers uit binnen- en buitenland, het van de wijze waarop het werk in ondernemingen is geor- sociale innovatie in Hart van Brabant. ondersteunen van startende en groeiende bedrijven en het ganiseerd, en wel op een zodanige wijze dat zowel ar- betrekken van partijen als onderwijs- en onderzoeksinstellin- beidsproductiviteit als kwaliteit van de arbeid daarmee In de afgelopen jaren heeft Brabant, ondanks de economi- gen, op en buiten de werklocaties. Rijk, provincie en regio gebaat zijn. Sociale innovatie vindt zijn toepassing in eco- sche crisis, al een stap gezet in het toekomstbestendiger hebben gezamenlijke inspanningen geleverd bij het Pivot nomische sectoren zoals Leisure, Logistiek en Maintenance maken van de economie. Met een gecoördineerde aan- Park Oss. en Care in de bundeling van kennis in de regio in onder pak in de vier Brabantse regio‟s en met de triple helix- meer het Institute for Sustainability, het Center for Transitions samenwerking zijn bestaande economische clusters ver- Brainport heeft, in opdracht van de toenmalige minister van in Leisure en het Tilburg Social Innovation Lab (TiSIL). TiSIL is sterkt en enkele nieuwe clusters gepositioneerd. Ook zijn Economische Zaken, de visie Brainport 2020 opgesteld. De een initiatief van vier instellingen voor hoger onderwijs in slagen gemaakt in de systemen rond deze clusters: er zijn versterking van bestaande topclusters en de samenwerking Hart van Brabant en draagt bij aan sociale innovatie door topinstituten naar Brabant gehaald, campussen en andere in regionale netwerken tussen bedrijfsleven, kennisinstellin- middel van de creatie, verspreiding en toepassing van moderne werklocaties ontwikkeld en er is geïnvesteerd in gen en overheid (triple helix) staat centraal in Brainport interdisciplinaire kennis. De relatie wordt gelegd met kennis- een robuuste arbeidsmarktstructuur. 2020. Gewerkt wordt aan de doorontwikkeling van nieuwe instellingen in de Brainport. Andere voorbeelden van socia- clusters, zoals slimme mobiliteit, energie en slimme zorg. De le innovatie in Hart van Brabant zijn: strategie van Brainport 2020 benoemt maatregelen in het ruimtelijk domein. Onderdeel van de strategie is dat de

Gebiedsagenda Brabant 56

• De samenwerking tussen gemeenten Gilze Rijen, de bereikbaarheid in Brabant. De aanleg van de nieuwe Multimodaal goederenvervoer Tilburg en Tilburg University, die heeft geleid tot de spoorbrug over de Dieze en ongelijkvloerse spoorkruisingen De aanleg van de omlegging Zuid-Willemsvaart bij ‟s- komst van Boeing naar de regio; bij ‟s-Hertogenbosch is in uitvoering. Zorgpunt bij de uitvoe- Hertogenbosch en de reconstructie (fase 1) van het Wil- • De plannen voor een versnelde aanpak van de A58 ring van PHS zijn de consequenties van de toename van helminakanaal in Tilburg zijn gestart. De verouderde sluizen door Zuidnet A58. Dit is een samenwerkingsverband het treinverkeer voor de externe veiligheid in de kernen die 4, 5 en 6 in de Zuid-Willemsvaart zijn in 2012 vervangen van de provincie, gemeenten, Brabants-Zeeuwse door het spoor worden doorsneden. Het Rijk is gestart met door nieuwere grotere sluizen. Deze projecten dragen bij Werkgevers (BZW) en regionale ondernemers; de Milieu-Effect-Rapportage voor de werken aan het spoor aan de vervulling van de ambitie om meer goederen over • Het Zorg- en Veiligheidshuis, waarin gemeente, politie, tussen Meeteren en Boxtel. Het Rijk beziet tevens de spoor- water te vervoeren. Rijk, provincie, gemeenten en regio- openbaar ministerie en zorg- en welzijnsinstellingen problematiek in Vught in samenhang met de problematiek naal bedrijfsleven hebben in het kader van het programma samenwerken. van de N65. Beter Benutten afspraken gemaakt over het intensiveren  De Stadscampus Spoorzone wordt gezien als icoon- Vanaf april 2011 is de Fyra treinverbinding Amsterdam - van het gebruik van de Zuid-Willemsvaart. Rijk en regio project voor social innovation Breda in gebruik genomen. Met betrekking tot het verbete- voeren via de Taskforce Brabantroute overleg over het De regio heeft een beleidsagenda verkeer en vervoer ren van de kwaliteit van de internationale treinverbindingen goederenvervoer per spoor en met name over de risico‟s vastgesteld waarin een deel van de acties uit de Gebieds- van Brabant naar België voert de minister van IenM overleg van het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot ruimtelij- agenda uitgewerkt en uitgevoerd worden. met haar Belgische ambtgenoot. Binnen het Europese ke ontwikkelingen in de Brabantse steden. In Tilburg zijn de project RoCk wordt gewerkt aan het verbeteren van de Railport Brabant op industrieterrein Loven en de container- Bereikbaarheid internationale treinverbindingen tussen Eindhoven - Düssel- haven Vossenberg ontwikkeld. De aanbesteding van de dorf en Eindhoven - Aachen. haven Waalwijk, waarvoor het rijk €5 miljoen subsidie heeft Samenhangend OV-netwerk In aanvulling op het spoornetwerk is gestart met de realisa- gegeven, vindt in het najaar van 2013 plaats. Het samenhangend OV-netwerk bestaat uit internationale tie van een aantal HOV-verbindingen van grote regionale treinverbindingen, Programma Hoogfrequent Spoor, regio- kernen zonder spoorstation (zoals Oosterhout, Veghel, Uden Slimme en duurzame mobiliteit naal HOV-netwerk en knooppunten. Voor het internationaal en Waalwijk) naar de centra en spoorstations van de grote In de Brainport-regio Eindhoven zijn diverse pilots op gebied vestigingsklimaat in Brabant zijn goede internationale trein- steden. Voorts wordt in het MIRT-onderzoek Brainport Ave- van slimme en duurzame mobiliteit in uitvoering. Het gaat verbindingen essentieel. Daarbij wordt door de regio priori- nue in beeld gebracht wat nodig is om de landzijdige daarbij om proeven met diverse innovatieve maatregelen teit gegeven aan de HSL-shuttle Breda-Antwerpen-Brussel, bereikbaarheid van Eindhoven Airport (onder meer via (actuele multimodale reisinformatie, nieuwe coöperatieve de verbinding Roosendaal-Antwerpen, de verbinding Eind- spoor en HOV) te verbeteren. systemen, navigatie- en parkeerverwijssystemen, rijtaakon- hoven-Düsseldorf en de verbinding Eindhoven-Aken en dersteuning, spitsmijden), waarmee het verkeers- en ver- Eindhoven-Luik. De minister van IenM heeft overleg over de Samenhangend wegennet voersysteem optimaal wordt benut en waarmee een bij- verbinding Breda-Antwerpen-Brussel met haar Belgische Om de bereikbaarheid op lange termijn te garanderen is drage wordt geleverd aan het verduurzamen van de mobi- ambtgenoot. Voor de andere, niet-HSL-verbindingen is de het realiseren van een samenhangend hoofdwegennet en liteit. In het BO MIRT van najaar 2011 zijn afspraken ge- nieuwe concessie voor het personenvervoer op het onderliggend wegennet in Brabant van groot belang. Het maakt over de opname van een aantal van deze pro- Hoofdrailnet van belang. In die concessie wil de minister Rijk realiseert momenteel de verbreding van de A2 ‟s- jecten in het landelijke programma Beter Benutten van het een inspanningsverplichting voor de vervoerder opnemen Hertogenbosch - Eindhoven en van de A4 Dinteloord - ministerie van IenM. Het accent in Brabant ligt op het op- om de landsgrensoverschrijdende verbindingen op een Bergen op Zoom. Daarnaast zijn afspraken in het BO MIRT lossen van knelpunten in de Brainport Regio Eindhoven, de hoger kwaliteitsniveau te brengen. gemaakt over de A27 Lunetten - Hooipolder, A58 Galder - stedelijke regio‟s van Breda, Tilburg en ‟s-Hertogenbosch en Brabant start een onderzoek naar de consequen- Sint Annabosch, A58 Tilburg – Eindhoven en N65 ‟s- de verbindende wegen tussen deze regio‟s. Het program- ties/haalbaarheid van HSL-shuttles door Brabant. In het Hertogenbosch - Tilburg. De provincie heeft in september ma bevat maatregelen op het gebied van Intelligent kader van het MIRT-onderzoek Brainport Avenue wordt de 2012 in principe ingestemd met de voorfinanciering van de Transport Systems, het verknopen van netwerken, verkeers- haalbaarheid van een nieuw station Eindhoven-Airport A58, waardoor de wegvakken Tilburg-Eindhoven en Sint management en infrastructurele maatregelen. Het totale onderzocht. Daarnaast zijn de gemeente ‟s-Hertogenbosch Annabosch-Galder versneld kunnen worden gereconstru- Brabantse pakket kost €102 miljoen. De regionale overhe- en ProRail gestart met de voorbereiding van een haalbaar- eerd. Het Rijk start in 2013 de MIRT-Verkenning N65 Vught- den en het bedrijfsleven dragen ruim €48 miljoen bij. De heidsonderzoek naar een nieuw station ‟s-Hertogenbosch- Haaren. Het MIRT-onderzoek A67 is afgerond. A67 knoop- effecten van het programma moeten eind 2014 zichtbaar Maaspoort. punt Leenderheide - Geldrop (1e fase) is onderdeel van het zijn. De realisatie van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS), programma Beter Benutten en wordt op korte termijn ver- waardoor „spoorboekloos treinreizen‟ mogelijk wordt op de breed. In Tilburg is in de zomer van 2013 het Tangentenstel- De provincie stimuleert samen met andere overheden, spoorcorridors Amsterdam - Eindhoven en Den Haag - sel rond de stad na jaren van gefaseerde aanleg gesloten. bedrijfsleven, kennisinstellingen en gebruikersorganisaties Eindhoven, is van cruciaal belang voor het verbeteren van het gebruik van de fiets. ‟s-Hertogenbosch is door de lande-

Gebiedsagenda Brabant 57

lijke Fietsersbond uitgeroepen tot Fietsstad 2011. Noord- ten terug te dringen. Dat betekent dat er de komende 10 Brabant wil in 2020 dé fietsprovincie van Nederland zijn. Het tot 15 jaar een opgave ligt om jaarlijks ruim 10.000 nieuwe Natuur en landschap programma ‟Fiets in de Versnelling‟ is in uitvoering. Daarin woningen te realiseren. Tegen 2040 bereikt de Brabantse staan drie actielijnen centraal: goede infrastructuur (verbin- woningvoorraad dan naar verwachting een maximum van Met het akkoord tussen Rijk en provincies over de decentra- dingen en stallingen), het verleiden van specifieke doel- bijna 1,2 miljoen woningen. In de regionale ruimtelijke lisatie Natuur en het Investeringsbudget Landelijk Gebied is groepen (forenzen en jeugd) om de fiets vaker te gebruiken overleggen (RRO‟s) zijn op basis van de nieuwe prognose in een verandering in gang gezet op het speelveld natuur en en het verbeteren van de samenwerking tussen overheden, 2012 regionale afspraken gemaakt over de programma‟s landschap. Binnen de door het Rijk gestelde kaders be- bedrijfsleven en kennisinstellingen. Met subsidie van het Rijk voor wonen. grenzen, beschermen en onderhouden de provincies een is gestart met de realisatie van drie snelfietsroutes in Bra- natuurnetwerk met de juiste ruimtelijke, water- en milieu- bant: ‟s-Hertogenbosch - Oss, Eindhoven - Helmond en Duurzaamheid en energie condities voor kenmerkende ecosystemen van (in- Eindhoven - Valkenswaard. ter)nationaal belang. Het Rijk heeft een eigen verantwoor- In West-Brabant ligt er een opgave voor het aanwijzen van delijkheid voor het tot stand brengen en beschermen van Quality of life voorkeursgebieden voor grootschalige windenergie en het de (herijkte) ecologische hoofdstructuur, inclusief de Natura robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk 2000-gebieden en de werelderfgoederen/stads- en dorps- Centrale opgave binnen het thema quality of life is het (380 kV). Daarnaast liggen er in dit gebied goede kansen gezichten. De provincies geven bij de inzet van middelen ontwikkelen van een gevarieerd woon-, werk- en leefmilieu. voor duurzame energievoorziening (en energietransitie). voor inrichting en beheer prioriteit aan internationale ver- Ingezet wordt op het bundelen van verstedelijking in de Verder lopen er discussies rond de ondergrond, zowel bij plichtingen voortvloeiend uit Natura 2000, de Kaderrichtlijn steden, het ontwikkelen van hoogstedelijke zones met het Rijk (nieuwe structuurvisie op komst) als in Brabant, onder Water en de soortenbescherming. Provincies zijn bij de ruimtelijke kwaliteit en het ontwikkelen van vitale dorpen. Er andere met betrekking tot schaliegas en de kernopslag net Nadere Uitwerking Rivierengebied en de Maaswerken ook wacht een grote transformatie- en herstructuringsopgave in over de Belgische grens. Ook wordt gewerkt aan uitwerkin- verantwoordelijk voor beheer. oude woonwijken, bedrijventerreinen en spoorzones. gen met betrekking tot de 130-km-aanpak voor wegen in Met de vaststelling in september 2012 van Brabant Uitnodi- Provincie en de vijf grote steden zijn het project #Brabant relatie met de doelstellingen Natura 2000 (Programmati- gend groen houdt de provincie haar natuurambitie over- gestart met als doel het versterken van Brabant als kennis- sche Aanpak Stikstof, PAS) en de positie van Agro & food eind en kiest ervoor om het hele robuuste natuurnetwerk – en innovatieregio door het ontwikkelen en met elkaar ver- (als uitvloeisel van de uitkomsten van de commissie-Van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de verbindingszo- binden van economische toplocaties, hoogstedelijke zones Doorn en commissie-Alders). nes – af te maken. Al zal daarvoor iets meer tijd uitgetrok- en multimodale knooppunten. De analysefase van #Bra- In Hart van Brabant krijgt energie verder vorm in het Ener- ken worden (realisatie in 2027). De bedoeling is daarbij bant is begin 2013 afgerond en de strategiefase is gestart. giepark Spinder en op het bedrijventerreinhaven Waalwijk. meer uit te gaan van natuurlijke processen in plaats van De financieel-economische crisis heeft een sterke weerslag intensieve en dure beheersmaatregelen te nemen. op de woningbouw en op de ontwikkeling van de spoorzo- De provincie investeert verder in de periode 2011-2016 in nes in de Brabantse steden. Nieuwbouw en herstructurering totaal €56,2 miljoen in drie Landschappen van Allure: de vinden in een (veel) lager tempo plaats dan aanvankelijk Brabantse Wal, het Groene Woud en de Maashorst. De voorzien. Zo is de groei van de woningvoorraad afgeno- provincie heeft ook nieuw beleid vastgesteld voor het men van bijna 12.000 woningen in 2009 naar slechts 7.200 landelijk gebied: „De transitie van stad en platteland, een woningen in 2010. In 2011 is het aantal in aanbouw geno- nieuwe koers‟. Binnen deze nieuwe koers werken overhe- men woningen fors teruggevallen tot niveaus die tot de den, burgers, ondernemers en hun organisaties nauwer laagste behoren sinds het begin van de economische samen om mooi en vitaal landelijk gebied te ontwikkelen crisis. Het aantal nieuwe initiatieven voor woningbouwpro- tot een aantrekkelijke omgeving van de steden én als jecten stagneert, zowel in de huur- als de koopsector. goede woon- en werkomgeving van burgers en onderne- De groei van het aantal woningen blijft achter bij de pro- mers in het landelijke gebied vinciale behoefteramingen. Op grond van de bevolkings- Op het gebied van leisure heeft de regio Hart van Brabant prognose 2011 voor Brabant zal het aantal Brabanders nog een Leisurekansenkaart vastgesteld. De regio werkt aan groeien met ruim 100.000 naar 2,56 miljoen in 2035. Door een Vitaal Leisure Landschap. Samenwerking tussen onder- de vergrijzing en de individualisering groeit vooral het aan- nemers, overheden en onderwijs om het nu al onderschei- tal eenpersoonshuishoudens. De woningvoorraad in Bra- dend landschappelijk casco te versterken en duurzaam bant zal tussen 2011 en 2040 nog met ongeveer 160.000 aantrekkelijker te maken en houden door samen te werken woningen moeten toenemen (+15%) om de huishoudens- met nieuwe ecomomische leisuredragers en -alllianties. groei op te kunnen vangen en de bestaande woningtekor-

Gebiedsagenda Brabant 58

Bijlage 2 Overzicht van gebruikte afkortingen KBS Klimaatbestendige steden VAS Value Added Service KIC Knowledge & Innovation Community VDSL2 Very High Speed Digital Subscriber Line 2 AFC Agro Food Cluster KVL Koninklijke Verenigde Leder VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten ANWB Koninklijke Nederlandse Toeristenbond MBO Middelbaar beroepsonderwijs WO Wetenschappelijk Onderwijs ANWB MIRT Meerjarenprogramma Infrastructuur, ZLTO Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie

AVO Ambtelijk Vooroverleg Ruimte en Transport BIC Brainport Innovatie Campus MKB Midden- en Kleinbedrijf BO Bestuurlijk overleg MMC Máxima Medisch Centrum BOM Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij NS Nederlandse Spoorwegen BZOB Bedrijventerrein Zuidoost-Brabant OV Openbaar vervoer DDW Dutch Design Week P&R Park & Ride DIC Duurzaam Industriepark Cranendonck PHS Programma Hoogfrequent Spoor DINALOG Dutch Institute for Advanced Logistics RDC Regional Distribution Center DITCM Dutch Integrated Testsite Cooperative RIS3 Research and Innovation Strategies for Mobility Smart Specialisation ECN Energieonderzoek Centrum Nederland ROC Regionaal Opleidingscentrum EHS Ecologische Hoofd Structuur RRO Regionaal Ruimtelijk Overleg FOC Fashion Outlet Centre RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie FTPB Food Technology Park Brainport SBZWN Strategic Board Zuidwest-Nederland GDC Goederendistributiecentrum SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven GGA Gebiedsgerichte Aanpak SVIR Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte HBO Hoger Beroepsonderwijs TEN-t Trans European Network-transport HOV hoogwaardig openbaar vervoer TNLGH Transnationaal Landschap De Groote HOWABO Hoogwaterbescherming 's-Hertogenbosch Heide HSL Hoge Snelheids Lijn TOP Bra- Toeristisch Ondernemers Platform Brabant HTAC High Tech Automotive Campus bant HTCE High Tech Campus Eindhoven TU/e Technische Universiteit Eindhoven IC Intercity UvT Universiteit van Tilburg IMEC Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum VAL Value Added Logistics IPO Interprovinciaal Overleg VAR Verkening Rotterdam-Antwerpen ITS Intelligente Transport Systemen

Gebiedsagenda Brabant 59