Inhoud

Managementsamenvatting...... 3

1 Onderzoeksdoel en -methode...... 6

2 Het Brabantse web...... 10

3 Zakelijke netwerken...... 16

4 Arbeidsmarkten...... 18

5 Hoger onderwijs...... 25

6 Sociale netwerken...... 28

7 Verzorging...... 30

1 Management samenvatting Managementsamenvatting

Onderzoeksdoel en -methode De data zijn met een speciaal daartoe ontwikkeld, geavanceerd Geografisch Burgers en bedrijvigheid bewegen zich Informatie Systeem geanalyseerd. De over gemeentegrenzen, voor werk, voorzie- analyse betreft de jaren vanaf 1985 tot en ningen en contacten. Dat geeft stedelijke met 2009. Voor de jaren 2010-2012 waren en regionale samenhang en verlangt ten tijde van het onderzoek nog geen data afstemming tussen gemeenten. Om te beschikbaar, maar dat is maar een beperkt bepalen wie daartoe het beste met wie kan bezwaar omdat de ruimtelijke structuur van samenwerken is informatie over bewegin- het web van dagelijkse verplaatsingen van gen en beweegredenen van burgers nuttig. jaar op jaar maar heel langzaam verandert. In opdracht van de provincie is voor dit Daarom kijken we in dit rapport ook naar doel de structuur en ontwikkeling van het een periode van meerdere decennia om de Brabantse web van dagelijkse verplaat­ geleidelijke evolutie van het web goed te singen in kaart gebracht. Hoe ziet het kunnen zien. Het gaat om langzame maar web van pendelstromen eruit; wat zijn de wel heel gestage trends. Door die traagheid verzorgingsgebieden van de voorzieningen vertellen de trends ook wat over de waar- in bepaalde gemeenten: hoe ontwikkelt het schijnlijke toekomst. gemeentegrens-overstijgende ‘stromenland’ zich in de loop der tijd? Dit rapport geeft Het onderzoek betreft alleen ‘dikke’ stromen. de belangrijkste onderzoeksresultaten. Die zijn uiteraard het meest belangrijk en Naast dit rapport zijn, ten behoeve van zorgen voor overzichtelijkheid in de kaarten. beleidsanalyse door individuele gemeenten, Die stromen betreffen ook veel steekproef- ook de netwerken van alle 67 Brabantse waarnemingen en zijn statistisch dus goed gemeenten overzichtelijk gepresenteerd op betrouwbaar. Aan betrouwbaarheid is veel de provinciale website. Het gaat om 2144 zorg besteed. kaarten, per gemeente 32 kaarten.

Het onderzoek is gebaseerd op lang­- Kernresultaten jarige databestanden van het CBS over verplaatsingsgedrag van burgers in Het beeld van stromenland Noord-Brabant Nederland, op basis van omvangrijke is uniek en krachtig. De provincie toont zich steekproeven. als een complex maar ook geïntegreerd geheel van stadsregio’s, streken en stede-

2 3 lijke netwerken. De provinciegrenzen Binnen Noord-Brabant ontstaat een Een strategische vraag is of Noord-Brabant De trends, interstedelijke netwerkvorming tekenen zich in de realiteit van dagelijkse sterke driehoek tussen , en voldoende ver met dit grootschalige inter- en interlokale opschaling, tonen twee verplaatsingen opvallend scherp af, alsof er ’s-Hertogenbosch, met de as Breda- stedelijke integratieproces is gevorderd en gezichten van het moderniserende Brabant. een greppel rondom Brabant ligt. Binnen dit Tilburg als sterkste schakel. Daarnaast of die integratie voldoende in balans is. Die twee staan niet op gespannen voet provinciale web van verplaatsingen vormen ontwikkelt de as tussen ’s-Hertogenbosch De interstedelijke integratie in de maar zorgen tezamen voor structurele de vier grootste steden spinnen, die onder- en zich krachtig. Belangrijke eco- schrijdt wat sneller voort dan in Brabant. herschikkingen in de steden en de platte- ling sterk zijn verbonden. De steden kennen nomische centra als , Relaties tussen de Randstad en Brabant landsgemeenten, met een snel veranderende ieder hun stadsregio’s, maar we treffen en zijn aan dit interstedelijke zijn cruciaal voor beide grote stedelijke relatie tussen stad en land. Veranderingen daarnaast ook geïntegreerde streken aan netwerk gekoppeld. Opmerkelijk is dat netwerken, maar de relatie is wat betreft in stromen, zoals in dit rapport getoond, in West-Brabant, in Noordoost-Brabant de binding tussen de twee grootste en kenniswerkers niet geheel in balans; de zorgen voor veranderingen in plaats­ (de streek tussen en ) en in Zuid­ naburige steden, Tilburg en Eindhoven, Randstad ‘leent’ meer van Brabant dan kwaliteiten, en vice versa. Het gaat vooral oost-Brabant (de Peelregio met Helmond nog relatief zwak is. Het Brabantse netwerk andersom het geval is. Er is werk aan de om autonome processen, maar met inter- als centrum). Vanuit vooral Breda, is vervolgens vanuit de Brabantse steden winkel. gemeentelijk afgestemd beleid jegens ’s-Hertogenbosch en Eindhoven is dit met stedelijke netwerken elders in het land bereikbaarheid, woon- en werkgebieden, Brabantse web verbonden met de rest gekoppeld: vanuit Breda, ’s-Hertogenbosch Daarnaast zien we een tweede trend voorzieningen en stimulering van initiatief van Nederland en het buitenland. en Eindhoven met de Randstad en vanuit met een heel ander karakter, namelijk de kunnen die wel in optimale banen geleid Eindhoven en Oss met Nijmegen. versterking van relaties tussen naburige worden. In het onderzoek wordt dit algemene beeld Het zijn met name economische relaties die gemeenten op streekniveau. Deze trend ontrafeld naar verschillende verplaatsings- de interstedelijke en interregionale netwerk- wordt vooral gedreven door de wat oudere Tot slot en nota bene: het onderzoek geeft nog motieven en verschillende groepen in de vorming drijven: zakelijke contacten en generaties, 40-plussers, en betreft vooral maar een deel van mogelijke verklaringen samenleving. Bovendien brengen we ook woon-werk pendel van met name hoger sociale relaties en het gebruik van voorzie- weer. Het betreft alleen verplaatsingen de geleidelijke evolutie van verplaatsings- opgeleide werknemers. Ook het hoger ningen. Sociale netwerken en het dagelijks en niet demografische, economische en patronen in beeld. Het gaat daarbij om onderwijs speelt een uitgesproken rol. De gebruik van voorzieningen (winkels, zorg, ruimtelijke ontwikkelingen, en (inter-) weliswaar trage maar ook grootschalige zich ontvouwende structuur, een Brabantse recreatie, e.d.) schalen op van het lokale regionale verhuisbewegingen. Nader ontwikkelingen die meest waarschijnlijk metropool-in-wording, vormt daarmee het naar het interlokale niveau. Clusters van onderzoek naar dat laatste maakt onze zullen doorzetten in de komende decennia. front van de moderne kenniseconomie. naburige gemeenten vormen voor de kennis en ons inzicht meer compleet. Vooral in dit evolutionaire opzicht zijn de De internationaal gezien relatief kleine meeste mensen de dagelijkse leefom- Gebruikers van de kaarten moeten daar onderzoeksresultaten opmerkelijk. Brabantse steden ‘lenen’ kenniswerkers en geving. In stadsregio’s en streken op het rekening mee houden. kennis van elkaar en staan aldus samen platteland zullen gemeenten moeten Achter het algemene beeld liggen twee brede sterker in de internationale concurrentie. afstemmen zodat die leefomgeving opti- en geheel verschillende trends verscholen. Eindhoven trekt daarbij nadrukkelijk ook male kwaliteit en diversiteit kan krijgen of De eerste van deze trends is de geleidelijke kenniswerkers uit universiteitssteden: behouden en er geen regionale overschot- groei van krachtige interstedelijke netwerken. Nijmegen en Utrecht, maar opvallend ten of tekorten ontstaan. Deze trend wordt vooral gedreven door de genoeg minder uit Tilburg. jongere generatie, mensen tussen 18 en 40 jaar.

4 5 1 Onderzoeksdoel en -methode Die resultaten zijn echter wel beschikbaar, Uitsplitsingen: verplaatsingsmotieven als stroomkaarten, op de provinciale website. en groepen

Doel en marktgebieden ruimtelijk netjes verdeeld In het onderzoek zijn verplaatsingen of overlappen en concurreren ze? Als blijkt Methode uitgesplitst naar verschillende motieven en De meeste kaarten die we kennen tonen de dat bedrijven in gemeente A steeds meer groepen in de samenleving, waardoor we plaats van bebouwing, wegen, bossen en werknemers trekken uit gemeente B is het Kort over de methode. Voor dit onderzoek meer te weten komen over de achtergrond rivieren. Daarmee kunnen we ons oriënteren. verstandig als de gemeenten samen koffie is een geavanceerd Geografisch Informatie van verplaatsingen. Die kaarten geven echter maar een deel drinken over plannen voor woningbouw, Systeem (GIS) ontwikkeld in samenwerking van de werkelijkheid. We zien plaatsen A en bedrijfshuisvesting en een busverbinding. tussen de Universiteit van Amsterdam en de Uitsplitsingen naar verplaatsingsmotief B maar niet stromen van mensen, goederen Als het centrum van B steeds meer mensen University of Kentucky (USA), toonaangevend betreffen de volgende categorieën: en informatie tussen A en B. Wie zien een trekt uit A kunnen meteen ook de centrum- in ruimtelijke analyse van big data. Op • zakelijke verplaatsing: foto, geen film. Pas als we ook stromen- plannen op tafel komen. Dan valt er voor basis van omvangrijke databestanden van zakelijk bezoek in de werksfeer kaarten hebben zien we hoe de wereld beide gemeenten wat te winnen bij afstem- het CBS over verplaatsingen van mensen, • woon-werkverkeer: geografisch werkt. We weten waar de ming. De informatie in dit rapport helpt voor allerlei motieven, in ieder jaar in de verplaatsingen van huis naar het werk Efteling is maar ook waar de bezoekers om te bepalen welke gemeenten voor welk periode tussen 1985 en 2009, genereert dit • onderwijs: vandaan komen. We zien ruimtelijke beleid het beste met welke andere gemeenten GIS stroomkaarten waarbij allerlei uitsplit- verplaatsingen voor het volgen van verzorgingsgebieden, marktgebieden, sociale kunnen samenwerken. Dat kunnen buur­ singen kunnen worden gemaakt. Veel zorg onderwijs netwerken. We zien welke plekken veel gemeenten zijn, of steden die op grotere is besteed aan betrouwbaarheid en aan • sociale verplaatsingen: relaties kennen met welke andere plekken, afstand van elkaar liggen maar wel door de weergave. Het gaat om een nieuw visite van en logeren bij kennissen, en welke juist niet. We zien of buren inder- belangrijke zakelijke netwerken zijn ver­ instrument, als het ware een geheel nieuwe vrienden en familie daad belangrijker zijn dan verre vrienden. bonden. sterrenkijker waarmee we ontdekkingen • verzorging: Dit rapport geeft stroominformatie op grote kunnen doen. De beelden zijn opvallend verplaatsingen voor winkelen, recreatie, schaal over Noord-Brabant. We bekijken Provincie Noord-Brabant is opdrachtgever helder maar ook complex. Daarom is ook persoonlijke verzorging en diensten het dagelijks verkeer van inwoners tussen voor dit onderzoek. Een evenwichtige en veel zorg besteed aan een goede interpre- (commercieel en non-profit, waaronder iedere gemeente in de provincie, stromen vitale ruimtelijke, economische en sociaal- tatie van wat we in dit rapport gaan zien. zorg- en culturele voorzieningen) vanuit en naar steden buiten de provincie, culturele ontwikkeling en samenhang op grensoverschrijdende stromen. Brabantse regionaal en interregionaal niveau is een netwerken in actie. kernopgave voor provincies. Intergemeente- lijke afstemming is daarvoor belangrijk. Die stromen zijn niet alleen op zichzelf al Het is mooi als die afstemming ‘bottom-up’ interessant. Zicht op stromen is essentieel ontstaat, op basis van informatie die voor om te begrijpen hoe voorzieningen (de alle gemeenten beschikbaar is. Dit rapport Efteling, een winkelcentrum), markten voor draagt daar aan bij. Het rapport is compact arbeid en huisvesting en sociale netwerken en kan lang niet alle onderzoeksresultaten geografisch functioneren. Zijn verzorgings- over de 67 Brabantse gemeenten geven.

6 7 1a - Structuur 1b - Ontwikkeling ’85-‘09

Uitsplitsingen naar groepen betreffen de Kaart ter oriëntatie voor de lezer Kaart ter oriëntatie Fig. 1 Leeswijzer voor de kaarten: de lijnen in loopt de kaart niet ‘dicht’. De lijnen in de volgende kenmerken: voor de lezer. Verplaatsingenweb de linker kaart (1a) staan voor absolute rechter kaart (1b) staan voor de absolute • leeftijd. De bevolking van 13 jaar en De stromenkaarten in dit rapport hebben voor alle motieven aantallen verplaatsingen per dag tussen ontwikkeling (groei, of afname) van dage- gemeenten, over de periode 1999-2009 lijkse verplaatsingen tussen de periodes ouder (kinderen van 0 tot 12 jaar zijn in een minimale ondergrond van gemeente- en groepen en verdeeld naar klassen (zie legenda). 1985-1998 en 1999-2009: groei in blauw, dit onderzoek om datatechnische redenen en provinciegrenzen zodat de structuur van Stromen van minder dan 2500 dagelijkse afname in rood. Ook hier worden grootte- niet meegenomen) kan worden uitgesplitst verplaatsingen zo helder mogelijk in beeld verplaatsingen zijn niet weergegeven; zo klassen weergegeven (zie legenda) en ook naar verschillende leeftijdsgroepen. In het komt. Voor de oriëntatie van de lezer geven komt de hoofdstructuur goed naar voren en hier is sprake van een ondergrens. rapport splitsen we bijvoorbeeld 18-39 we hier een oriëntatiekaart met de namen jarigen van 50-plussers van alle 67 gemeenten in Noord-Brabant. • opleidingsniveau, gemeten naar het hoogst behaalde diploma

8 9 2 Het Brabantse web

Noord-Brabant is een bijzondere provincie Nijmegen, Eindhoven met Limburg en (via als we kijken naar het web van dagelijkse ’s-Hertogenbosch) met de noordvleugel. verplaatsingen van burgers, werknemers, Zo’n patroon zien we elders in Nederland zakenmensen en bezoekers in Zuid-Neder- doorgaans minder sterk. Uitzonderingen op land (fig. 1). De onderstaande kaarten de regel zijn Boxmeer en Cuijk, die in het tonen niet alleen de gemiddelde dagelijkse Noord-Limburgse netwerk zijn opgenomen, verplaatsingen, gemeten tussen 1999 en en Werkendam en Woudrichem, die met het 2009 (fig. 1a), maar ook de ontwikkeling Zuid-Hollandse Gorinchem en het Utrechtse – groei en krimp – van die verplaatsingen Geldermalsen een eigenstandige streek tussen de periodes 1985-1998 en 1999- vormen. 2009 (fig. 1b). Ten tweede zien we krachtige relaties tussen Zo zien we in welke richting de structuur ieder van de grote Brabantse steden en van het ‘stromenland’ zich gaandeweg omliggende gemeenten in stadsregionale beweegt. verbanden, meer dan veelal het geval is voor steden met vergelijkbare omvang elders in het land – de grote steden in de We zien een aantal opvallende Randstad uitgezonderd. Maar, en vooral zaken in de kaarten. dat is opmerkelijk en typisch voor Noord-Brabant, er tekenen zich ook heel Allereerst tekenen de grenzen van duidelijk belangrijke streken af: groepen Noord-Brabant zich in kaart 1a sterk af. van plattelandsgemeenten die sterke Fig. 2 Oss--Veghel, zonder dat één van Zuidoost-Brabant, de grootste stads­ Er ligt als het ware een greppel rond de onderlinge relaties hebben. Dat is vooral Nader beeld van die middelgrote steden een dominante agglomeratie in de provincie1. Stadsregio’s provincie, met slechts een paar bruggen. goed zichtbaar in de meer gedetailleerde verplaatsingen centrumpositie heeft (fig. 3). De streek ligt en streken zijn gescheiden door de bekende Steden en kleinere gemeenten zijn onder- kaarten op de volgende bladzijde (fig. 2 in West- en op haar beurt ‘in de invloedssfeer’ van Brabantse natuurgebieden, de Kempen, het ling krachtig verbonden; naburige gemeenten & 3). In West-Brabant bestaat een typisch Midden-Brabant ’s-Hertogenbosch maar is via Oss ook Groene Woud, de Peel. De grote rivieren over de provinciegrens hebben doorgaans streekverband tussen Moerdijk, Halderberge, op Nijmegen getakt. Tenslotte maar niet spelen uiteraard een rol. Het zijn klassieke opvallend weinig contact. Binnen Brabant Etten-Leur en Rucphen, dat als geheel weer tenminste vormen de Peelgemeenten barrières en culturele grenzen, en ze spelen zijn vooral drie steden de schakels met de onder invloed staat van de naastgelegen tezamen een krachtige streek, waarbij nog altijd een rol. (inter-)nationale omgeving: Breda schakelt steden Breda en Roosendaal (fig. 2). Helmond een centrumrol heeft. Omdat vooral met de zuidvleugel van de Randstad Ook de Langstraat rond Waalwijk is mooi Helmond en Eindhoven onderling sterk zijn 1 Voor een nadere analyse van samenhang binnen de en met België, ’s-Hertogenbosch met de zichtbaar. In Noordoost-Brabant zien we verbonden vormt de Peelregio als geheel regio Zuidoost-Brabant zie ook Tordoir, P.P. (2013), Intergemeentelijke samenhang in Zuidoost-Brabant. noordvleugel van de Randstad en met sterke onderlinge relaties in de driehoek ook onderdeel van de agglomeratie RE Atelier Tordoir, Amsterdam

10 11 4a - Ontwikkeling bij 18- tot 39-jarigen 4b - Ontwikkeling bij 50-plussers

Fig. 4 Tilburg en Eindhoven ontbreken echter verband is essentieel voor dynamiek en Groei en krimp van indirecte koppelingen, en ook de directe welvaart, zoals we later zullen zien. Het verplaatsingen voor relatie tussen deze twee steden staat verband wordt gaandeweg niet alleen twee generaties, eigenlijk niet in verhouding tot hun relatief maar lijnvorming – de Brabantse Stedenrij Ten derde maar niet tenminste zien we sterke Tilburg-’s-Hertogenbosch – de bekende Fig. 3 1985-2009 grote omvang en korte onderlinge afstand. – maar sluit ook direct tussen Breda en onderlinge relaties tussen de Brabantse Brabantse Stedenrij – zien we een aan­ Nader beeld van Ook dat is opmerkelijk. ’s-Hertogenbosch. Waalwijk komt op; de stadsregio’s. Die relaties zijn zo sterk omdat eenschakeling van dergelijke ‘dubbele verplaatsingen in lijn Eindhoven-Helmond-Deurne komt op. er zowel hart-op-hart verbanden zijn tussen koppelingen’ die zorgen voor een typische Noordoost- en Kijken we vervolgens naar de geleidelijke En, cruciaal, er komen gaandeweg nieuwe de centrale steden onderling als verbanden harmonicastructuur van het Brabantse Zuidoost-Brabant ontwikkeling van dit Brabantse web dan bruggen naar de rest van Nederland: tussen die lopen via door verschillende steden stromenland. Een dergelijke directe alsook zien we dat vooral het interstedelijke Breda en Amsterdam, tussen Eindhoven en gedeelde omliggende gemeenten. indirecte koppeling zien we ook tussen verband groeit (fig. 1b). Die groei van het Nijmegen. Tenslotte zien we dat de (relatief Met name in de as Roosendaal-Breda- ’s-Hertogenbosch en Eindhoven. Tussen sterke en typisch Brabantse interstedelijke wat zwakkere) as Tilburg-Eindhoven zich

12 13 weliswaar ontwikkelt, maar minder krachtig relaties in de ontwikkelingskaart voor deze dan het geval is bij de andere interstedelijke groep vrijwel zonder uitzondering op rood assen. Wat achter deze brede ontwikkelingen en nemen af. Verstedelijking en sterke zit wordt hierna in het rapport nader geografische vergroting van de leef- en geanalyseerd. werkomgeving zijn voor de jongere gene­ raties in de samenleving en economie twee uitgesproken trends, die meest waar- Grote verschillen tussen generaties schijnlijk krachtig zullen doorzetten in de toekomst. Achter het algemene beeld van verplaat­ singen bevinden zich zeer verschillende Hoe volledig anders is het ontwikkelings- werelden, van verplaatsingsmotieven, beeld van de stromen voor oudere groepen, structuren en specifieke trends. generaties (fig. 4b). 50-plussers bewegen Die ontrafelen we in de volgende hoofd- zich juist steeds meer in stadsregionaal stukken. Er blijkt echter vooral één zeer verband en streekverband (Amsterdam is sterke scheidslijn te lopen door de Brabantse hierbij overigens een opvallende uitzonde- samenleving waar het gaat om de net­ ring). Interstedelijk verkeer binnen Brabant werken waarin burgers zich bewegen; neemt voor deze groep ook wel enigszins de scheidslijn tussen generaties. Die is erg toe, maar veel minder sterk dan geldt voor geprononceerd in de ontwikkeling van ons de jongere generaties. Opmerkelijke stromenland (fig. 4). uitzonderingen op de regel zijn de as tussen 5a - Structuur 5b - Ontwikkeling ‘85-’09 Tilburg en Eindhoven en de assen vanuit De relatief jonge generatie van 18- tot Breda naar enerzijds de Randstad-zuidvleugel 39-jarigen – we laten hier jongeren tot 17 en anderzijds België. Jongeren laten die jaar even buiten beschouwing, want dat is assen wat meer liggen, ouderen pikken ze Fig. 5 Zakelijk over grote afstanden, men winkelt en gaat voorzieningen is die demografische struc- in veel opzichten een aparte groep – drijft juist op. contactenweb frequent uit in andere steden. Jongeren tuur, gecombineerd met verschillen in in hoge mate het proces van grootschalige wonen ook in groten getale in grotere verplaatsingsgedrag, zeer relevant. interstedelijke netwerkvorming, in en buiten Kortom, jongere en oudere generaties gaan steden, van waaruit andere steden relatief Noord-Brabant (fig 4a). Deze groep trekt in veel opzichten en heel letterlijk steeds makkelijk bereikbaar zijn – onder meer met Kortom, de Brabantse netwerken kennen nieuwe interstedelijke lijnen binnen en meer tegenovergestelde kanten op. Dit het intercitynet. Ouderen wonen daaren­ krachtige patronen en er is ook nog sprake vanuit Brabant, zoals die tussen Breda en sterke verschijnsel is ook goed verklaarbaar. tegen eerder in kleinere gemeenten en van krachtige kantelingen daarin. De Eindhoven, tussen Breda en Amsterdam, Zowel de jongere als de oudere generatie maken voor voorzieningen en sociale volgende hoofdstukken tonen wat hier tussen Eindhoven en een veelvoud aan beweegt meer. De leefomgeving wordt voor contacten eerder de stap naar het naburige verder achter zit. Limburgse steden, en tussen ’s-Hertogenbosch beide groepen groter, maar bij de jongere dorp of de dichtstbijzijnde stad dan een en Rotterdam. Tegelijkertijd staan lokale, generatie is de ‘opschaling’ ruimtelijk veel stap naar steden in andere streken. Voor stadsgewestelijke en streekgebonden meer uitgestrekt: men pendelt voor werk beleid ten aanzien van wonen, winkels en

14 15 Breda Tilburg ’s-Hertogenbosch Eindhoven

3 Zakelijke netwerken Fig. 6 de westelijke zakelijke assen nemen toe assen vanuit Eindhoven naar ’s-Hertogenbosch Centra voor in belang (fig. 5b). De Brabantse steden en Tilburg, waarin maakindustrie een Zakelijke netwerken zijn uiteraard belang- alleen de belangrijkste stromen in beeld inkomend zaken­ kennen ook sterke onderlinge zakelijke belangrijke rol heeft. rijk voor de economie, voor toelevering en (fig. 5). verkeer relaties; het zakenverkeer tussen De bovenstaande kaarten geven alleen de uitbesteding, voor kennisoverdracht en ’s-Hertogenbosch en Eindhoven is zeer allergrootste stromen weer, waarbij we niet innovatie. We kunnen in dit onderzoek De uit veel ruimtelijk-economische studies intensief. weten of het betreffende zakenverkeer in alleen naar relatief ‘dikke’ zakelijke relaties bekende ‘A2-as’ springt eruit; zowel Wat betreft groei van zakelijke contacten of juist uit een bepaalde stad gaat. We kijken; omdat het hier in vergelijking met ’s-Hertogenbosch als Eindhoven kennen zien we een opvallende oost-west verdeling. willen echter ook weten of en voor wie de bijvoorbeeld woon-werkverkeer om relatief veel zakelijke relaties met de noordelijke Enerzijds groeit de driehoek Rijnmond- Brabantse steden zakelijke centra zijn. kleine stromen gaat moeten we extra letten Randstad (fig. 5a). Breda vormt in het Breda-Roosendaal/Bergen op Zoom Daar komen we achter door de omvang en op statistische betrouwbaarheid. In de westen de zakelijke schakel met de waarbinnen procesindustrie en logistiek herkomst van het inkomende zakenverkeer te onderstaande kaarten komen daarom Rijnmondregio. Zowel de oostelijke als domineren (fig. 5b). Anderzijds groeien de bekijken voor de vier grootste steden (fig. 6).

16 17 7a - Structuur 7b - Ontwikkeling ’85-‘09 8a - Structuur 8b - Ontwikkeling ’85-‘09

De kaarten tonen dat geen van de Bra- 4 Arbeidsmarkten Fig. 7 Fig. 8 kunnen via de arbeidsmarkt en pendel­ De ruimtelijke structuur van arbeidsmarkten bantse grote steden zakelijk echt domineert Arbeidsmarkten voor Arbeidsmarkten stromen steunen op naburige steden waar lezen we af uit de structuur van pendelstromen. over andere steden. Eindhoven vormt het Het belang van arbeidsmarkten kan moeilijk middelbaar opgeleid voor hoogopgelei- die kennis wel aanwezig is. Een voorbeeld We gaan in dit rapport kort in op markten belangrijkste zakencentrum, maar is dat worden overschat. Regionale arbeidsmarkten personeel (gemeten den (gemeten naar is Eindhoven, sterk in beta-kennis maar voor middelbaar opgeleid personeel en vooral voor de eigen stadsregio; de Brain- geven de belangrijkste voedingsbodem voor naar pendelstromen) pendelstromen) wat minder in alfa- en gamma-kennis. bekijken meer diepgaand markten voor portregio wordt gekenmerkt door intensieve bedrijvigheid en economische vitaliteit. Via De twee laatste soorten zijn wel onmisbaar, hoogopgeleid personeel. De laatste groep zakelijke relaties tussen de verschillende regionale arbeidsmarkten wordt inkomen op ook voor de stedelijke technologiesector. kent een toenemend belang voor de werkcentra. Ook ’s-Hertogenbosch is een haar beurt verspreid van werk- naar woon- Niet-technische kenniswerkers haalt de stad Brabantse kenniseconomie. belangrijk zakencentrum, met een sterke gebieden. Arbeidsmarkten zorgen niet alleen vooral uit de universiteitssteden Nijmegen De structuur van arbeidsmarkten voor band met financieel centrum Amsterdam. voor verspreiding van inkomen maar ook en Utrecht (fig. 8 & 9). lager- en middelbaar geschoold personeel van kennis en nieuwe ideeën. Steden met (Mavo, Havo, LBO en MBO) volgt in een tekort aan bepaalde soorten kennis hoofdlijn het in fig. 1 getoonde algemene

18 19 verplaatsingenweb (fig. 7). Opmerkelijk is grote steden of centrale stationslocaties Fig. 9 het ontwikkelingsbeeld (fig. 7b). Technolo- van waaruit de markt in andere stadsagglo- Inlenen van giebedrijven in de Brainport halen steeds meraties wordt bereikt. Hooggeschoolde hooggeschoolde meer middelbaar vaktechnisch geschoold werknemers en werkzoekenden willen arbeid van elders personeel uit Tilburg en Venlo. Andersom is alleen al daarom ook graag in interregio- (inkomende dat minder het geval, zo blijkt uit achterlig- naal goed bereikbare locaties wonen. pendel) gende gegevens. De groeiende arbeidsrelatie Aldus functioneert de kenniseconomie op tussen Eindhoven en ’s-Hertogenbosch is interstedelijke en interregionale schaal. naar naar meer tweezijdig en dus in balans. Dat geldt Noord-Brabant vormt daar geen Breda Tilburg ook voor de toenemende pendelstromen in uitzondering op. de logistieke en procesindustriële driehoek tussen Moerdijk, Breda en Roosendaal. De interstedelijke en interregionale markt­ Hoe anders is het pendelbeeld en dus integratie voor hooggeschoold personeel de ruimtelijke structuur van de markt voor moet in onze kenniseconomie kunnen hoogopgeleiden; werknemers met een toenemen, en dat doet ze in Noord-Brabant HBO- of academisch diploma (fig. 8). (fig. 8b). Het is mooi te zien dat Roosen- Hoogopgeleiden zijn essentieel voor de daal, Waalwijk, Oss en Helmond – steden Brabantse welvaart en toekomst. Ze vormen met economische ambitie – beter worden de kern van de hightech en zijn evenzeer opgenomen in het web. De provincie- belangrijk voor de procesindustrie, mainte- grens-overschrijdende integratie neemt nance, food & health, kortom voor alle toe, vooral richting Nijmegen (leverancier Brabantse topsectoren. Maar ze zijn ook van veel hooggeschoolden) en langs de nodig voor hoogwaardige zorg, onderwijs A2-as naar de Randstad Noordvleugel, de en cultuur, en dus voor de kwaliteit en grootste concentratie van kenniswerkers in aantrekkingskracht van het Brabantse het land. De stedenrij Breda, Tilburg en leefklimaat. ’s-Hertogenbosch vormt steeds meer één markt voor kenniswerkers, waarbij dit trio naar naar Pendelstromen en dus arbeidsmarkten voor steden zich bovendien steeds sterker op ’s-Hertogen- Eindhoven hoogopgeleiden zijn in hoge mate een zaak Utrecht oriënteert. Des te meer opvallend is bosch voor interstedelijke netwerken (fig. 8a). Dat de zwakke link tussen Tilburg en Eindhoven, heeft oorzaken die in elkaar grijpen. Het nota bene de twee grootste en naburige gaat om specialistisch werk waarbij werk­ steden in de provincie. gevers in een geografisch uitgestrekte markt personeel moeten zoeken. Werk­ We kunnen dit web verder ontrafelen om te gevers willen daarom op centrale plekken zien hoe die cruciale arbeidsmarkten voor zitten, liefst aan snelwegontsluitingen van hoogopgeleiden precies werken. Waar

20 21 Fig. 10 profiteren de Brabantse economische centra Breda en Tilburg de markten voor aldaar Uitlenen van van concentraties van kenniswerkers elders woonachtige kenniswerkers veel meer hooggeschoolde (fig. 9)? Waar wordt juist elders van hoog- uitgestrekt zijn dan de markt voor aldaar arbeid naar elders opgeleide inwoners in de Brabantse centra werkende kenniswerkers. Breda en Tilburg (uitgaande geprofiteerd (fig. 10)? Wie leent in van wie, ‘lenen’ aldus meer kenniswerk aan met pendelstromen) wie leent uit aan wie? Is er daarbij sprake name de Randstad dan de Randstad op van een balans en synergie? We analyseren haar beurt leent aan beide steden. Op zich uit uit de acht onderstaande kaarten. is marktintegratie tussen de Randstad en Breda Tilburg Noord-Brabant een uitstekende zaak, maar Kijkend naar het inlenen van elders zien we in het westen van Noord-Brabant is er wel dat Breda een redelijk omvangrijke arbeids- enige onbalans. Er is werk aan de winkel. markt bestrijkt en dat de markt voor Tilburg Dat laatste geldt ook voor Eindhoven, een ruimtelijk minder is uitgestrekt, waarbij opvallende uitzondering in het beeld van de Tilburg echter wel profiteert van de korte uitgaande pendelstromen. Eindhoven kent, afstand naar Breda en ’s-Hertogenbosch. anders dan de andere steden, een hoog Tilburg steunt derhalve sterk op de Bra- inkomend pendelsaldo voor kenniswerkers. bantse markt. ’s-Hertogenbosch en Dat is begrijpelijk gezien de economische Eindhoven kennen de meest uitgestrekte structuur van de stad en regio, maar ook arbeidsmarkten waarbij wordt geprofiteerd een teken van zwakte wat betreft het lokale van het hoogwaardige arbeidsaanbod in woonklimaat voor kenniswerkers. Boven- Utrecht en Nijmegen. Opvallend: Breda, dien zullen daardoor ook minder snel Tilburg en ’s-Hertogenbosch profiteren in innovatieve crossovers ontstaan tussen vrijwel gelijke mate van elkanders hoog- Brainport en andere regio’s in Nederland. waardige arbeidsaanbod, maar dat geldt Interregionale uitwisseling van kennis­ niet voor de relatie tussen Tilburg en werkers via de arbeidsmarkt is een sterk Eindhoven. Eindhoven ‘leent’ netto van onderschat kanaal voor kennisoverdracht uit uit Tilburg, waarbij de Universiteit Brabant en innovatieve combinaties tussen verschil- ’s-Hertogen- Eindhoven zeker een rol speelt, zoals Eindhoven lende economische sectoren2. Ook hier bosch netto ook sterk leent van Nijmegen. is er werk aan de winkel.

Op dit beeld van inlenen kunnen we het beeld van ‘uitlenen’ leggen (fig. 10). Drie van de vier grote steden in Noord-Brabant lenen veel kenniswerkers uit aan de andere Brabantse steden; dat konden we verwach- 2 m.n. prof. Frank van Oort doet aan de Rijks­ universiteit Utrecht op dit vlak baanbrekend ten. Meer opmerkelijk is dat met name in onderzoek

22 23 Kortom, onze wat meer diepgaande kunnen leiden tot een echte metropoli- analyse van arbeidsmarkten voor hoogop- taanse en internationaal concurrerende geleiden geeft indicaties van een aantal markt in Noord-Brabant3. De Randstad ligt strategische opgaven voor de Brabantse echter voor in integratie, en lijkt bovendien kenniseconomie. Er is zeker sprake van wat meer te profiteren van het kennispoten- complementariteit en dus synergie in tieel in met name West- en Midden-Brabant de zich gestaag ontwikkelde integrale dan andersom het geval is. Ook de verhou- Brabantse arbeids- en kennismarkten. ding tussen Midden- en Zuidoost-Brabant is wat dit betreft nog onvoldoende in balans. Verdere ontwikkeling daarvan wordt ook in internationale vergelijkingen van het Planbureau van de Leefomgeving gezien 3 Planbureau voor de Leefomgeving (2011), De als een strategische opgave, die zou internationale concurrentiepositie van de topsectoren. Den Haag

11a - Structuur 11b - Ontwikkeling ’85-‘09

Fig. 11 5 Hoger onderwijs Pendelweb van studenten met Naast arbeidsmarkten voor vaktechnisch mensen die in gemeente A wonen en in B tenminste MBO- en hoogopgeleid personeel is het onderwijs onderwijs genieten. Veel studenten pende- vooropleiding een pijler onder de Brabantse kenniseco­ len niet naar een onderwijscentrum maar nomie. Hier bekijken we werkingsgebieden (gaan) wonen in de betreffende stad. Voor van instellingen voor hoger onderwijs, een analyse die volledig recht doet aan de gemeten naar dagelijkse pendel van betekenis van onderwijsinstellingen voor de woongemeente naar onderwijsinstelling. wijde omgeving zullen we ook de verhuis- stromen van jongeren die gaan studeren Bij de analyse past een kanttekening. moeten bezien. De stroomkaarten (fig. 11) De kaarten brengen stromen in beeld van geven dus maar een deel van het verhaal.

24 25 Fig. 12 Desalniettemin mogen we een redelijk zijn de verbindingen tussen centrale stad en Herkomst sterke samenhang aannemen tussen het omliggende kleinere steden doorgaans pendelstudenten aantal ‘inwonende’ studenten en het aantal meer belangrijk. Mogelijk speelt hier het in naar de grote pendelaars. onderwijsopzicht relatief gespecialiseerde steden karakter van de Brabantse steden een rol, Zoals geldt voor de arbeidsmarkt voor waardoor studenten eerder van verre hoogopgeleiden treffen we ook in de komen, gecombineerd met het althans ten Breda Tilburg structuur en ontwikkeling van het ‘pendel- opzichte van de Randstad meer gebrekkige web’ voor hoger onderwijs in Brabant een (en voor studenten belangrijke!) openbaar sterk stedelijk netwerk aan, met daarnaast vervoer in de provincie. een Randstedelijk netwerk waarmee het Brabantse netwerk overigens slechts beperkt Die onderwijsspecialisatie geldt voor Tilburg, is verbonden. Opmerkelijk is dat het in ’s-Hertogenbosch en, meest uitgesproken, Noord-Brabant hoofdzakelijk om interstede- voor Eindhoven. Dit wordt gereflecteerd in lijke verbindingen gaat; relaties tussen de de ruimtelijke uitgestrektheid van onder- steden en hun directe ommeland hebben wijspendel naar deze steden (fig. 12). alleen in het geval van Breda en Eindhoven een redelijk grote betekenis. In de Randstad

Kaart ter ’s-Hertogen- oriEindhoven- bosch ënta- tie voor de lezer.

26 27 van Tilburg en Breda zijn onderling verweven, De sterke sociale integratie tussen West- zoals we dat ook zien in de arbeidsmarkt. en Midden-Brabant, met de interregionale Breda is in dit geheel een ‘sociaal stopcon- ‘stopcontactfunctie’ van Breda, komt tact’ voor sterke relaties met de Randstad geprononceerd terug in het ontwikkelings- en met België. Elders in Brabant zien we beeld (fig. 13b). Van interregionale sociale juist opvallend weinig relaties die de integratie, zoals we die ook in de Randstad provinciegrenzen overstijgen. zien, is elders in Brabant nauwelijks sprake. Opvallend is ook dat Tilburg en Eindhoven Het belang van streekcontacten neemt een sterke sociale band hebben, dit terwijl daarentegen juist doorgaans toe. beide steden slechts een zwakke verbinding van hun arbeidsmarkten kennen. We zien opmerkelijk genoeg het tegenovergestelde bij de zwakke sociale banden vanuit ’s-Hertogenbosch naar de andere steden; daar zijn de arbeidsmarktrelaties juist weer sterker dan sociale relaties.

13a - Structuur 13b - Ontwikkeling ’85-‘09

6 Sociale netwerken Fig. 13 Sociale bezoeken: Sociale netwerken vormen niet alleen een dagelijkse bewegingen van burgers voor verplaatsingenweb basis voor de kwaliteit van het leven en de bezoek aan familie, vrienden en kennissen samenleving maar ook een voedingsbodem (fig. 13). voor initiatief en ondernemerschap. Kracht in wereldwijde economische netwerken is Sociaal verkeer heeft zeker in Brabant door­- vaak gebaseerd op lokale sociale netwerken. gaans een lokaal en regionaal karakter (fig. Brabant staat sinds jaar en dag bekend om 13a). In de structuur van het contactenweb sterke sociale netwerken en gemeenschaps- springen niet alleen individuele stadsgewesten zin. Hier schijnen we licht op de ruimtelijke maar ook de streken van Noord-Brabant, structuur van die netwerken, gemeten naar zoals de Peelregio, eruit. De stadsregio’s

28 29 7 Verzorging

Verzorging met winkels en voorzieningen beeld niet achterhalen of een recreatieve geeft een belangrijke binding tussen stad en verplaatsing een bezoek aan een restaurant ommeland. Omdat verzorging doorgaans of museum betreft, waarbij echt van verzor- een hiërarchische structuur kent het verste- gende functies sprake is, of een fietstocht door delijkingspatroon ook hiërarchie: de grote de natuur dan wel een trip naar een sociaal steden hebben een Bijenkorf, provincieste- evenement. In die laatste gevallen is eigenlijk den hebben altijd een V&D, kleine gemeenten niet van verzorging in strikte zin sprake. altijd een AH en zelfs het kleinste gehucht Helaas kunnen we binnen de gegeven heeft zeker in Brabant een café. Die hiërar- motieven geen verdere uitsplitsingen maken chie, maar ook het gegeven dat de moderne om deze onnauwkeurigheden­ te vermijden. mobiele burger zich daar steeds minder Door de zeer globale definities is het jammer van aantrekt en het dichtstbijzijnde winkel- genoeg ook niet mogelijk om verplaatsingen centrum laat liggen voor een trip naar een voor beleidsmatig erg relevante niet-com­ geheel andere stad, maken het ‘verzorgings- merciële en maatschappelijke verzorgende dossier’ beleidsgevoelig. Verzorgingscentra­ activiteiten, waaronder gezondheidszorg en gaan door de mobiele burger steeds meer cultuur (die wel zijn opgenomen in de cate­ onderling concurreren. Dat zorgt voor veel gorie ‘diensten en zorg’) nader uit te splitsen. lokale verandering. Er kunnen zo verschillen De structuur van verplaatsingen voor in lokale en regionale leefkwaliteit ontstaan, verzorgende functies loopt sterk parallel 14a - Structuur 14b - Ontwikkeling ’85-‘09 met tekorten hier en overschotten daar. aan het web van sociale contacten, en dat Vanwege die beleidsopgave gaan we hier is ook begrijpelijk want sociale en verzor- dieper op verzorgingsgebieden in en gende netwerken zijn beide onderdeel bespreken we niet alleen de ‘webkaarten’ van de dagelijkse leefomgeving waarin we Fig. 14 uitzondering van de rij Roosendaal, Breda tegenovergesteld aan dat van 50-plussers. van verzorging in Noord-Brabant (fig. 14) ons zo frequent bewegen (fig. 14a). Meer Ruimtelijk web en Tilburg. Ook de stadsgewestelijke structuur Dit contrast zien we in verhevigde mate bij maar ook ‘spinnenkaarten’ van individuele opmerkelijk is de ontwikkeling van het van verzorging wordt alleen rond Breda enigszins sterker. verzorgingsfuncties. De jongere generatie gemeentelijke verzorgingsgebieden (fig. 15). verzorgingsweb (fig. 14b). Verzorgingsge- (verplaatsingen winkelde al weinig in het dorp en gaat ook bieden kennen veel structuur maar hun voor winkelen, Dat die ontwikkeling van verzorgingsrelaties steeds minder naar de dichtstbijzijnde stad: Nota bene: voor deze analyse nemen we de ontwikkeling in de loop der tijd verloopt recreatie en zo amorf is valt ook te verklaren. De belang- men zoekt het steeds meer (veel) verderop. motieven ‘winkelen’, ‘recreatie’ en ‘diensten daarentegen vrijwel structuurloos. Er is voorzieningen, rijkste verklaring ligt bij de eerder in dit De oudere generatie winkelde altijd veel in en zorg’, die het CBS in haar verplaatsingen- überhaupt maar beperkt sprake van waaronder rapport geschetste verschillen tussen gene­ het eigen dorp maar zoekt het gaandeweg onderzoek onderscheidt, samen. Winkelen ontwikkeling van stromen. In tegenstelling commerciële raties. We zagen in hoofdstuk 2 dat de ook steeds meer in de stad of een ander is een duidelijk verzorgend motief, maar de tot relaties in de economie en arbeidsmarkt en non-profit ontwikkeling van verplaatsingspatronen sterk dorp, maar dan wel de dichtstbijzijnde stad overige motieven zijn door het CBS slechts groeien steden wat betreft verzorgingsge- diensten) verschilt tussen de generaties: het ontwik­ of het naburige dorp. Idem dito voor globaal gedefinieerd. We kunnen bijvoor bieden maar weinig naar elkaar toe, met kelingsbeeld van 18-39 jarigen is bijna bezoek aan evenementen, recreatieve

30 31 voorzieningen, zorg en cultuur. De interlo- Wat allereerst opvalt zijn grote verschillen Fig. 15 kale assen die jongeren achterlaten worden in verzorgingsgebied tussen in omvang Verzorgings- aldus opgevuld door ouderen; het verkeer vergelijkbare gemeenten. Vergelijk het gebieden van neemt niet toe of af (derhalve zien we uitgestrekte verzorgingsgebied van Breda twaalf Brabantse weinig veranderingen in fig. 14b) maar het en ’s-Hertogenbosch met het compacte gemeenten verandert wel van sociale samenstelling. Dit gebied van Tilburg; of het relatief uitge- heeft grote consequenties voor voorzienin- strekte gebied van Roosendaal met het zeer gen, gemeenten en gemeentelijk beleid. compacte gebied van Helmond en Uden. Voor de oudere generatie neemt de concur- Gemeenten gelegen tussen de grotere rentie met buurgemeenten sterk toe, maar steden worden ‘aan alle kanten’ verzorgd voor de jongere generatie neemt die af en en pakken tegelijkertijd hun kans om vanuit wordt de concurrentiestrijd verlegd naar het hun ligging in een interstedelijke as zelf ook interstedelijke en interregionale speelveld. vleugels naar een flink verzorgingsgebied Opmerkelijk is dat deze kanteling voor uit te slaan. De steden die in de provincie alle soorten van verzorgende functies geldt: bruggen vormen naar andere delen van winkelen, recreatie, zorg, cultuur. Om die Nederland spreiden hun verzorgingsgebied reden heeft het weinig zin om hier kaarten ook, alhoewel met enige schroom, uit over voor meer specifieke functies te tonen; er de provinciegrenzen. Aldus is er zeker spelen telkens weer vergelijkbare trends, binnen de provinciegrenzen sprake van om het even of functies commercieel zijn flinke concurrentie tussen veel gemeenten. of publiek, of het om schoenen gaat of om Is dat een bezwaar? Geenszins! De con­ hoge cultuur. Het is eigenlijk wonderlijk dat currentie is een zegen voor de consument we tot nu toe zo weinig wisten over deze die keuzemogelijkheden waardeert. trends. We maken een ontdekkingsreis. De concurrentie zou in principe moeten leiden tot onderscheidingsvermogen, specialisatie, taakverdeling en synergie. Tot slot: twaalf verzorgingscentra Langs die lijnen kan Noord-Brabant zich van een nevel van steden en kernen in De volgende pagina’s laten verzorgings­ principe ontplooien tot een metropolitaanse gebieden zien van twaalf belangrijke landschapsstad met uitzonderlijke diver­ Brabantse verzorgingscentra (fig. 15). Nota siteit; een magneet voor consumenten, bene: het gaat om een selectie. Voor het bedrijven, investeerders en talent. Dat gaat beeld van andere verzorgingscentra in voornamelijk bottom-up, maar niet ook Brabant zij de lezer verwezen naar de vanzelf en overal goed. Zaak is om met ‘kaartenbak’ op de provinciale website. beleid de nodige balans te behouden en Ook hier zien we opmerkelijke zaken. het integratieproces goed te geleiden. Fig. 15 - Roosendaal

32 33 Fig. 15 - Breda Fig. 15 -

34 35 Fig. 15 - Tilburg Fig. 15 - Loon op Zand

36 37 Fig. 15 - Waalwijk Fig. 15 - ‘s Hertogenbosch

38 39 Fig. 15 - Oss Fig. 15 - Uden

40 41 Fig. 15 - Veghel Fig. 15 - Eindhoven

42 43 Fig. 15 - Helmond

44 45