De Toga Van Fruin

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Toga Van Fruin De toga van Fruin Denken over geschiedenis in Nederland sinds 1860 Jo Tollebeek bron Jo Tollebeek, De toga van Fruin. Denken over geschiedenis in Nederland sinds 1860. Wereldbibliotheek, Amsterdam 1996 (tweede druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/toll011toga01_01/colofon.htm © 2007 dbnl / Jo Tollebeek V ‘Wij zijn allen voortgekomen uit de toga van Fruin.’ (J. ROMEIN, Een halve eeuw geschiedwetenschap in Nederland. 1898-1948. - ID., Tussen vrees en vrijheid. Vijftien historische verhandelingen, Amsterdam, 1950, p.246.) ‘...omdat we, dwars door al die woorden heen, waarvan het gebruik al lang de scherpe punten heeft afgevijld, gevechten, overwinningen, wonden, overheersing en dienstbaarheid vermoeden.’ (M. FOUCAULT, De orde van het vertoog, Meppel, 1976, p.9.) ‘Om alles beslissend door te lezen is het nodig niets te wezen dan een accountant, scherp en strikt.’ (G. ACHTERBERG, Dossier, - ID., Verzamelde Gedichten, Amsterdam, 1980, p.550.) Jo Tollebeek, De toga van Fruin XI Verantwoording Jo Tollebeek, De toga van Fruin XIII Aan de basis van dit boek ligt het proefschrift waarop ik in februari 1989 aan de Leuvense universiteit (departement Geschiedenis) promoveerde. Voor deze editie voegde ik aan de oorspronkelijke tekst van het proefschrift een zevende hoofdstuk toe (een schets van de ontwikkelingen na 1960) en herschreef ik het besluit. Zij die mij destijds bij mijn tasten en zoeken begeleidden, verdienen hier een woord van dank. Mijn promotor prof. dr. L. Wils las de eerste versie van mijn proefschrift na en corrigeerde die nauwgezet. Bovendien gaf hij mij steeds volop de tijd mij in mijn eigen studie te verdiepen, een luxe die niet elke promovendus geniet. Ik ben hem daarvoor zeer dankbaar. Mijn belangstelling voor de historiografie en voor geschiedtheoretische vraagstukken dank ik aan mijn co-promotor prof. dr. R. De Schryver. Ook hij nam de eerste versie grondig door en zijn op- en aanmerkingen hebben mij voor veel valkuilen behoed. Die verdienste komt ook toe aan de lectoren, prof. dr. P.B.M. Blaas, prof. dr. E. Lamberts en prof. dr. L. Vos. Raadgevingen en blijken van interesse ontving ik van velen. Ik noem hier slechts prof. em. dr. A.E. Cohen, prof. em. dr. Z.R. Dittrich, prof. dr. J. Goossens, prof. dr. H.W. von der Dunk, prof. dr. J.W. Smit, prof. dr. M.C. Brands, dr. F.R. Ankersmit, drs. P. van Hees, drs. T. Verschaffel, drs. J. Haag en drs. L. Saerens. Speciale vermelding verdienen de drie redacteuren van de Huizinga-briefwisseling, Anton van der Lem, Léon Hanssen en W.E. Krul. Zij boden mij niet alleen de mogelijkheid de fotokopieën en microfilms van de door hen verzamelde correspondentie nog vóór de publikatie te raadplegen, maar hielpen mij als ‘buitenstaander’ ook mijn schroom ten aanzien van de Nederlandse historische wereld te overwinnen. Ik ben hen zeer erkentelijk. Mevrouw C.M. Geyl en de heren Hk. Brugmans, W.S.A. Colenbrander, J. Kist en J.E. Romein gaven mij bereidwillig de toestemming de archieven van hun historici-familieleden door te nemen. Ik hoop hun vertrouwen niet te hebben beschaamd. An Bastianen, Annemiek Jansen en Hilde Sprangers boden me tijdens mijn archiefreizen door Nederland gastvrij onderdak. Zij waren als moeders en Jo Tollebeek, De toga van Fruin XIV zusters. Zonder de geruststellende financiële hulp van het Belgisch Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, dat mij in 1985 een vierjarig mandaat toekende, was deze studie wellicht ongeschreven gebleven. De morele steun van mijn ouders was even krachtig als onontbeerlijk. Aan Myriam tenslotte, die meer dan drie jaar mijn ‘promotieweduwe’ is geweest en die het reilen en zeilen van deze onderneming van dichtbij en liefdevol heeft gadegeslagen, zeg ik eenvoudig dank. Moge zij zichzelf in elk woord van dit boek herkennen. Ik draag het aan haar op. Leuven, 1 december 1988 - 1 mei 1989 Bij de tweede druk Sinds dit boek in 1990 verscheen, is de literatuur over de negentiendeen twintigste-eeuwse geschiedschrijving in Nederland explosief gegroeid. Dat geldt met name voor de literatuur betreffende het leven en werk van J. Huizinga. In 1989-1991 werd een monumentaal uitgegeven selectie van zijn Briefwisseling (uitg. L. Hanssen, W.E. Krul en A. van der Lem, 3 dln.) gepubliceerd. Zij werd gevolgd door twee kleinere edities, een uitgave van het Amerika dagboek 14 april-19 juni 1926 (uitg. A. van der Lem, 1993) en een heruitgave van de belangrijkste geschiedtheoretische geschriften onder de titel De taak der cultuurgeschiedenis (uitg. W.E. Krul, 1995). Tegelijkertijd werden de meest diverse aspecten van Huizinga's leven en werk beschreven en geanalyseerd. Dit gebeurde in talloze artikelen in tijdschriften en bundels, maar ook in afzonderlijke studies. W.E. Krul promoveerde in 1990 op Historicus tegen de tijd, waarin onder meer Huizinga's visie op de Nederlandse geschiedenis en zijn Amerika-beeld uitgebreid werden belicht. A. van der Lem publiceerde in 1993 een aanzet tot een biografie: Johan Huizinga. Leven en werk in beelden en documenten. Datzelfde jaar verscheen het proefschrift van M. Kuiper, De vaas van Huizinga, waarin de geschiedtheoretische denkbeelden van de Groningse en Leidse hoogleraar als uitgangspunt voor eigen beschouwingen werden gekozen. In vergelijking met Huizinga heeft J. Romein veel minder aandacht getrokken. In 1990 redigeerde H.M. Beliën weliswaar een bundel studies naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de verschijning van de serie Erflaters van onze beschaving, maar daar bleef het voorlopig bij. Pas zeer recent lijkt daarin verandering te komen. On- Jo Tollebeek, De toga van Fruin XV der redactie van B. Hageraats verscheen in 1995 de bundel ‘Geloof niet wat geschiedschrijvers zeggen...’. Honderd jaar Jan Romein 1893-1993, die bedoeld is als aanzet tot verdere studie van Romeins oeuvre en biografie. Intussen wordt ook gewerkt aan dissertaties terzake. De andere in dit boek centraal staande historici - R.J. Fruin, P.J. Blok, C.H.Th. Bussemaker, de ‘epigonen’ G.W. Kernkamp, H. Brugmans en H.Th. Colebrander, en P. Geyl - hebben eveneens de belangstelling van de onderzoekers weten te wekken. Over de historicus, journalist en democraat Kernkamp publiceerde L. Dorsman in 1990 een proefschrift. Over de anderen verschenen min of meer uitvoerige opstellen (alleen Bussemaker bleef een ‘schemerfiguur’). Dat geldt ook voor de in dit boek slechts zijdelings ter sprake komende figuren als Th. Jorissen en W.J.F. Nuyens. Over de opkomst van de door vrouwen vervaardigde historische produktie schreef M. Grever een belangrijke monografie, geconcentreerd rond het werk van J. Naber, te weten Strijd tegen de stilte. Johanna Naber (1859-1941 en de vrouwenstem in de geschiedenis (1994). Deze studies hebben de in dit boek uiteengezette gedachten genuanceerd, verdiept en verbreed. Zelf heb ik een aantal aspecten, waaronder de infrastructuur van het historisch bedrijf, die in het bestek van dit boek slechts kort konden worden aangeduid, uitvoeriger behandeld in een reeks essays, waarvan een aantal intussen onder de titel De ijkmeesters. Opstellen over de geschiedschrijving in Nederland en België (1994) is gebundeld. De ontwikkeling van de theoretische geschiedenis sinds 1960, die in dit boek in het zevende hoofdstuk wordt geschetst, heb ik wat diepgaander becommentarieerd in een opstel dat onder de titel ‘De ekster en de kooi. Over het (bedrieglijke) succes van de theoretische geschiedenis in Nederland’ in de Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden (1995) is verschenen. Mede daarom heb ik verkozen dit boek in ongewijzigde vorm te herdrukken. Het bezit in zijn eerste redactie een eenvoud en evenwicht die het bij een bewerking gemakkelijk zou kunnen verliezen. Het boek is destijds met welwillendheid ontvangen; het voorzag klaarblijkelijk in een behoefte. Die behoefte is door de verdere detaillering van het beeld niet verdwenen. Dat is de reden waarom het nu is herdrukt. Groningen, 11 december 1995 Jo Tollebeek, De toga van Fruin XVII Afkortingen Jo Tollebeek, De toga van Fruin XIX Archiefdepots AMVC ANTWERPEN. Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven. IISG AMSTERDAM. Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. LUB LEIDEN. Universiteitsbibliotheek, Dousa-afdeling. MUVA AMSTERDAM. Museum van de Universiteit van Amsterdam. NLMD DEN HAAG. Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum. UUB UTRECHT. Universiteitsbibliotheek, afdeling Handschriften. UUM UTRECHT. Universiteitsmuseum. Periodieken en verzamelwerken AGN Algemene Geschiedenis der Nederlanden. Utrecht-Antwerpen..., 12 dln., 1949-1958. BGN Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden. BMGN Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden. BVGO Bijdragen voor Vaderlandse Geschiedenis en Oudheidkunde. NAGN Algemene Geschiedenis der Nederlanden. Haarlem, 15 dln., 1977-1983. TSG Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis. TvG Tijdschrift voor Geschiedenis. VG R. Fruin. Verspreide Geschriften. 's-Gravenhage, 10 dln., 1900-1905. VW J. Huizinga. Verzamelde Werken. Haarlem, 9 dln., 1948-1953. Jo Tollebeek, De toga van Fruin XX Overige Proj. Huiz. Project Huizinga. Kopieën en microfilms van de correspondentie van J. Huizinga, verzameld ter voorbereiding van de uitgave van deze briefwisseling en op het moment van consultatie aanwezig in AMSTERDAM. Universiteit van Amsterdam, Historisch Seminarium. Jo Tollebeek, De toga van Fruin 1 Inleiding Jo Tollebeek, De toga van Fruin 3 Deze studie handelt over de geschiedfilosofische denkbeelden van Nederlandse historici in de periode 1860 tot heden. Zij beperkt
Recommended publications
  • Rüter, the Historian
    TH.J. G.LOCHER RUTER, THE HISTORIAN The unexpected death of Adolf Johann Cord Riiter on August n, 1965, has deeply affected his colleagues and co-workers, his students and his friends. But if for them all his decease was a grievous personal loss, for his country it was more; both the pursuit and the teaching of history have suffered inestimably through his passing. In the follo- wing pages an attempt will be made to give a brief outline of Riiter's work as a historian and a professor of history, an account of his activities as director of the International Institute of Social History in Amsterdam being left to a more competent hand. Riiter was one of the first and foremost protagonists of the study of social history in the Netherlands, a pioneer in a field not very much cultivated before him. He did not, however, become a specialist in the narrow sense of the word, and was always aware that social history was an aspect, or part, of history as a whole. His main works - the one on the great railway strike of 1903,1 and the other on the railway strike of 1944-194 52 in the Netherlands - give testimony to this kind of approach, each of them describing an important event in the social history of his country, framed in the larger setting of the political and economic history of the period. Riiter's predilection for social history was not inherited from those under whom he read history at the Leiden University during the years 1926-1931: Huizinga, in his books and courses on the history of civilization, gave little attention to social questions, and Colen- brander's principal interest lay in political and constitutional history.
    [Show full text]
  • Islam in Christian Tolerance
    ORE Open Research Exeter TITLE ‘Let the Muslim be my Master in Outward Things’. References to Islam in the Promotion of Religious Tolerance in Christian Europe AUTHORS Abdul Haq Compier JOURNAL Al-Islam eGazette DEPOSITED IN ORE 01 February 2010 This version available at http://hdl.handle.net/10036/90953 COPYRIGHT AND REUSE Open Research Exeter makes this work available in accordance with publisher policies. A NOTE ON VERSIONS The version presented here may differ from the published version. If citing, you are advised to consult the published version for pagination, volume/issue and date of publication Abdul Haq Compier ‘Let the Muslim be my Master in Outward Things’ Al-Islam eGazette, January 2010 ‘Let the Muslim be my Master in Outward Things’. References to Islam in the Promotion of Religious Tolerance in Christian Europe ABDUL HAQ COMPIER 1 SUMMARY................................................................................................................................................................... 1 INTRODUCTION ........................................................................................................................................................... 2 TOLERANCE IN ISLAM ................................................................................................................................................ 4 CHRISTIAN REFERENCES TO MUSLIM POLICY .......................................................................................................... 6 From Jerusalem to Constantinople ....................................................................................................................
    [Show full text]
  • Abraham Kuyper's Historical Understanding and Reformed
    Fides et Historia XXXVII (Winter/Spring 2005) 71-82 Abraham Kuyper’s Historical Understanding and Reformed Historiography George Harinck Abraham Kuyper’s historical understanding was shaped by religion and national identity. Both aspects have to be understood as typical nineteenth century interactions with modernity. To clarify this, I will start with a sketch of the state of mind of the Dutch nation at the time when Kuyper came of age. The second theme of religion will follow suit. The United Kingdom of the Netherlands was a result of the deliberations of the pan-European Congress of Vienna (1814-1815). The aim of the four triumphant Great Powers at the Congress was to erect a barrier of strong states around trouble-maker France. Europe knew that France had lost a battle, but the history of the last twenty years suggested that at any time France might start waging war again. And indeed, when Napoleon escaped from Elba early in 1815, the threat was there again. It was a great relief that after a tense period known as the Hundred Days Napoleon was defeated at Waterloo – a great relief it was: London got its Waterloo Station as a reminder, Amsterdam its Waterloo Square - , but his ghost kept on threatening Europe, and containment was the answer. As a result of this diplomatic aim of the Congress of Vienna the Kingdom of the Netherlands was born. The territory of the new Kingdom matched the combined territory of the old Dutch Republic and of the former Spanish Netherlands, the present Belgium. As such, the kingdom reminded of the unity of the Netherlands before 1581.
    [Show full text]
  • Scott Shapiro November 7, 2014 Attached Are the First Two Chapters
    Scott Shapiro November 7, 2014 Attached are the first two chapters from a book manuscript that I am writing with my colleague Oona Hathaway, tentatively titled “THE WORST CRIME OF ALL: THE PARIS PEACE PACT AND THE BEGINNING OF THE END OF WAR.” This cover note is meant to help situate the chapters in the broader project. The first part describes what we call the Old World Order—a system that relied on war as the linchpin of law. The first two chapters center on Grotius and the legal order he helped establish. The subsequent chapters of this part show how war was a source of legal redress and legal rights. The legal rights to territory, people, and goods were decided by war—even ones that were entirely unjust. The second part of the book—comprised of four chapters—tells the story of what we argue is a deep shift in the legal meaning of war—the end of the Old World Order and the beginning of something fundamentally new. This shift, we argue, has consequences not just for states’ recourse to war, but for international law and the international system as a whole. The chapter that begins this second part of the book examines the “war to outlaw war”—the global movement to reject the remedial conception of war that characterized the Old World Order. That chapter ends with the signing of the 1928 Kellogg-Briand Pact (also called the Paris Peace Pact or Briand-Kellogg Pact). The next chapter examines the consequences that flowed from the decision to reject the legal rules that underpinned the Old World Order without first sorting out the legal rules and institutions that would take their place.
    [Show full text]
  • Masterscriptie Tycho Hofstra Master Cultuurgeschiedenis Faculteit Der
    Masterscriptie Tycho Hofstra Master Cultuurgeschiedenis Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam Begeleider: dr. J.C. van Zanten Tweede lezer: dr. J.J.B. Turpijn Amsterdam, juni 2016 Afbeelding omgslag v.l.n.r: R. Fruin, J. Huizinga, A.A. van Schelven, E.H. Kossmann Tweede rij v.l.n.r: G.W. Kernkamp, J.M. Romein, C.H.Th. Bussemaker, J.C. Boogman Derde rij v.l.n.r: G.J. Presser, P.J Blok, P.C.A. Geyl, A. Goslinga Inhoudsopgave Inleiding ..................................................................................................................................... 3 1. De grondslag van Fruin (1860-1894) .................................................................................. 7 1.1 Fruin .................................................................................................................................. 7 1.2 Blok ................................................................................................................................ 11 2. De crisis van de hulpwetenschappen (1865-1890) ........................................................... 16 2.1 Jorissen ........................................................................................................................... 16 2.2 Wijnne ............................................................................................................................ 17 2.3 Rogge .............................................................................................................................. 19 3. Stabilisatie in staatsgeschiedenis
    [Show full text]
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Masters of war: state, capital, and military enterprise in the Dutch cycle of accumulation (1600-1795) Brandon, P. Publication date 2013 Link to publication Citation for published version (APA): Brandon, P. (2013). Masters of war: state, capital, and military enterprise in the Dutch cycle of accumulation (1600-1795). General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:02 Oct 2021 Chapter 1 The making of the federal-brokerage state This chapter examines the rise and consolidation of the Dutch federal-brokerage state. Perhaps the best starting point to do so is the extensive discussions on the fundamentals of the Dutch constitution that occurred merely a few years after the end of the war that established the new-born state as a European great-power.
    [Show full text]
  • Pamphlets and Politics in the Dutch Republic Library of the Written Word
    Pamphlets and Politics in the Dutch Republic Library of the Written Word VOLUME 12 Th e Handpress World Editor-in-Chief Andrew Pettegree University of St Andrews Editorial Board Ann Blair Harvard University Falk Eisermann Staatsbibliothek zu Berlin – Preuβischer Kulturbesitz Michael F. Suarez, S.J. University of Virginia VOLUME 7 Pamphlets and Politics in the Dutch Republic Edited by Femke Deen David Onnekink Michel Reinders LEIDEN • BOSTON 2011 On the cover: Sendtbrieven bij de Ridderschappen, Edelen ende Steden van Hollandt (1577) Knuttel 277/ Het aengeplackt Biljet (1672) Tiele 6125/ Redenering over het gedrag der regeering van Groot Brittanje, ten opzigte der neutrale natien, Geduurende den tegenwoordigen Oorlog (1759) Knuttel 18722/ J. van Vliet, de pamfl ettenverkoper of liedjeszanger Atlas van Stolk, Rotterdam 2110. Th is book is printed on acid-free paper. Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Pamphlets and politics in the Dutch Republic / edited by Femke Deen, David Onnekink, Michel Reinders. p. cm. -- (Library of the written word, ISSN 1874-4834 ; v. 12) (Th e handpress world ; v. 7) Includes bibliographical references and index. ISBN 978-90-04-19178-5 (hbk. : acid-free paper) 1. Netherlands--Politics and government--1556-1648. 2. Netherlands--Politics and government--1648-1714. 3. Netherlands--Politics and government--1714-1795. 4. Pamphlets--Netherlands--History. 5. Pamphleteers--Netherlands--History. 6. Political culture--Netherlands--History. 7. Netherlands--Intellectual life. I. Deen, Femke. II. Onnekink, David. III. Reinders, Michel, 1979- IV. Title. V. Series. DJ158.P2 2011 949.2'04--dc22 2010042243 ISSN 1874-4834 ISBN 978 90 04 19178 5 Copyright 2011 by Koninklijke Brill NV, Leiden, Th e Netherlands.
    [Show full text]
  • Good Gratifying and Renowned
    WILLEM OTTERSPEER This is the story of four centuries during which Leiden University shared the fate of the Netherlands, and became representative of the most important advances in academic research. At the same time it Good is a declaration of adoration to one of Europe’s most leading international universities. On 28 December 1574, William of Orange wrote a letter to the States General of the provinces of Holland and Zeeland from the town of Middelburg. He came to Gratifying the representatives with a proposal, a dream actually, Renowed GratifyingGood and with the plan for founding ‘a good, gratifying and A CONCISE HISTORY renowned school or university’. This letter would become the first document in the archives of Leiden OF LEIDEN UNIVERSITY University, offering an apt title for this concise history. and Willem Otterspeer (1950) is Professor of University History at Leiden University. Along with the present work, he is the author of a comprehensive, four- Renowned volume history of Leiden University. In addition to his roles as historian and biographer, he is also an essayist and a critic. ISBN 978-90-872-8235-6 WILLEM OTTERSPEER LEIDEN UNIVERSITY PRESS 9 789087 282356 www.lup.nl LUP LEIDEN PUBLICATIONS LUP_OTTERSPEER_(hstryLeidnUnvrst)_rug18.7mm_v01.indd 1 26-11-15 10:38 Good Gratifying A CONCISE HISTORY OF LEIDEN UNIVERSITY and Renowned Good Gratifying A CONCISE HISTORY OF LEIDEN UNIVERSITY and Renowned WILLEM OTTERSPEER LEIDEN PUBLICATIONS Font: Gerard Unger was special professor of graphic design at Leiden University from 2006 to 2012. In 2013, he received his doctorate for his design of the Alverata font, a 21st-century European font design with roots in the Middle Ages.
    [Show full text]
  • Notes Sources
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31556 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Slaman, Pieter Title: Staat van de student : tweehonderd jaar politieke geschiedenis van studiefinanciering in Nederland Issue Date: 2015-01-21 noten Noten Noten inleiding 1 J. Noosemans, Beroyde student. Gespeelt op d’Amsterdamse schouburg den 7 Augusti, 1645. Ineke Grootegoed, Arjan van Leuvensteijn en Marielle Rebel eds. (Amster- dam 2004) 27. 2 Klikspaan, Studentenschetsen. Annemarie Kets, Mariëlle Lenders en Olf Praamstra eds., deel 1 (teksten) (Den Haag 2002) 376-377. 3 ‘Studiefinanciering’ is een relatief modern begrip, dat pas in1956 voor het eerst in de Tweede Kamer werd gebruikt. Het was oorspronkelijk een begrip met een bre- dere betekenis dan collectieve ondersteuning van studenten omdat het niet alleen publieke financiering omvatte, maar alle publieke en private middelen waaruit stu- denten hun opleiding konden bekostigen. Later kreeg het woord in het spraakge- bruik de meer beperkte betekenis van publieke voorziening die beoogt bij te dragen aan die bekostiging. Hier wordt uitgegaan van die moderne, meer beperkte beteke- nis. Zie: Verslag der Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Hande- lingen tk) 1955-1956 13 maart 1956, 2546. 4 Een studietoelage kan de vorm aannemen van een beurs, een lening of een combi- natie van beide. 5 Sije van den Bosch en Peter Zuydgeest, Studiefinanciering. Globale beschrijving van de rol van de rijksoverheid in de periode 1919-1986 (Den Haag 1987) 6 Bijvoorbeeld: Koos Wingelaar, ‘Rijksbursalen aan de universiteit van Utrecht 1815- 1843’, in: Oud-Utrecht 69 (1996) 100-106; Arnold A.J.
    [Show full text]
  • Donec Auferatur Luna
    Donec Auferatur Luna Kenny A. J. Macco I Donec Auferatur Luna Exploring Early Modern Terrorism in the Low Countries (1566-84) and the Plausibility of a Nexus with Exile. By Kenny A. J. Macco Prof. Dr. Geert Janssen Second reader: Dr. Samuel Kruizinga University of Amsterdam August 2019 19,509 words Cover: Blurred adaptation and excerpt of Maarten van Heemskerck’s (1539-43), St. Lawrence Altarpiece. Permanent Collection of Linköping Cathedral, Denmark. ‘Mijn Schilt ende betrouwen, Sijt Ghy, o Godt mijn Heer; Op U soo wil ick bouwen, Verlaet my nemmermeer. Dat ick doch vroom mach blijven, U dienaer taller stondt, Die tyranny verdrijven, Die my mijn hert doorwondt. (...) Als David moeste vluchten, Voor Saul den tyran, Soo heb ick moeten suchten, Met menich edelman; Maer Godt heeft hem verheven, Verlost uut alder noot, Een Coninckrijck ghegheven, In Israel seer groot.’ The Wilhelmus (Geuzenliedboek 1581) I Abstract The following question was explored in this thesis: ‘Can terrorism be traced in the Early Modern Low Countries (1566-1584), and did exile experience play a role in this?’ This central question was divided into four subquestions. The first asked is whether violence – a fundamental precondition for terrorism – was legitimized. Four influential writers with a history of exile and a selection of propaganda material were studied. Violence was barely legitimized by the selected writers, except for Aldegonde, but it was in propaganda. The religious, political, and economic grievances were similar in these sources and align with the literature about the contextual background of the Dutch Revolt. The second question asked whether cases of terrorism can be found between 1566 and 1584.
    [Show full text]
  • Whose Golden Age? on a Term That's Not Fit for Purpose. Tom Van Der Molen
    Whose Golden Age? On A Term That's Not Fit For Purpose. Tom van der Molen In the Netherlands, the term Golden Age is widely used to refer to the period that roughly coincides with the seventeenth century. At that time the Republic of the Seven United Provinces was an economic and military world power. The term Golden Age became fashionable during the nineteenth century, when history was put into a nationalist context and the country had to unite, particularly around pride in heroes and supposed boom times. Now, two centuries later, that pride is fiercely criticized. Nineteenth-century monuments and street names that put this period and its heroes on a pedestal are being attacked. Even though it's subject to criticism, the term Golden Age is meanwhile still being used, including by the museum where I work as a curator—the Amsterdam Museum. We use that term routinely, primarily because it's become so embedded that everyone seems to understand what it's about. The term has a long history, however, and consequently a variety of associations. It's time to explore those associations and ask why we still use the term. And whether that's still a good idea. My Golden Age I'm an art historian specializing in seventeenth-century painting. My job in the Amsterdam Museum has exposed me to subjects far from art and far from that century, but my base remains Amsterdam, painting and the seventeenth century. I used the term ‘Golden Age’ all the time myself. It was the name of courses I took as a student; I came across the term in books and exhibitions and was never challenged to review it critically.
    [Show full text]
  • What Was Published in the Seventeenth-Century Dutch Republic? Andrew Pettegree, Arthur Der Weduwen
    What was published in the seventeenth-century Dutch Republic? Andrew Pettegree, Arthur Der Weduwen To cite this version: Andrew Pettegree, Arthur Der Weduwen. What was published in the seventeenth-century Dutch Republic?. Livre. Revue historique, Société bibliographique de France, 2018. hal-01713274 HAL Id: hal-01713274 https://hal.archives-ouvertes.fr/hal-01713274 Submitted on 20 Mar 2018 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. Distributed under a Creative Commons Attribution - NonCommercial| 4.0 International License What was published in the seventeenth-century Dutch Republic? Andrew Pettegree & Arthur der Weduwen Article publié le 20 mars 2018 sur livre.societebibliographique.fr/2018-01 Pour citer cet article : Andrew Pettegree et Arthur der Weduwen, « What was published in the seventeenth-century Dutch Republic? », Livre – Revue historique, 2018, http://livre. societebibliographique.fr/2018-01. Livre – Revue historique est une publication de la Société bibliographique de France, 23 quai de Conti, 75006 Paris. www.societebibliographique.fr Abstract The seventeenth-century Dutch Republic was a highly literate society. The Dutch pro- duced, and consumed, more printed items per head than any other people in Europe. Books were imported from all the major European centres of production, and exported to markets the Dutch soon came to dominate.
    [Show full text]