Catalogus Cultuurhistorische Inventarisatie Erfgoedkaart Versie 2017

Bijlage oorspronkelijk behorende bij het rapport uit 2012:

Kempisch erfgoed in beeld. Een regionale erfgoedkaart voor de Kempen- en A2 gemeenten Bergeijk, Bladel, , Oirschot, Reusel-De Mierden, Waalre, Valkenswaard, Cranendonck en Heeze-Leende

1

Inhoud

Uitleg erfgoedkaart en leeswijzer 3 1. Inventarisatie fysieke landschap – Bergeijk 5 1.1. Algemeen 5 1.2. De kaart voor Bergeijk 5 1.3. Werkwijze bij het maken van het fysieke landschap 7 1.4. De kaart van het fysieke landschap 12 Thema: 1 Lage zandgronden 12 Thema: 2 Lage dekzandruggen 12 Thema: 3 Hoge dekzandruggen 12 Thema: 4 Duinen en stuifkoppen 13 Thema: 5 Laagte op het Hoge 15 Thema: 6 Dalen op het Hoge 16 Thema: 7 Beken 18 Thema: 8 Moeren op het Hoge 21 Thema: 9 Heide 25 Thema 10 is vervallen Thema: 11 Restbossen 27 2. Inventarisatie historisch landschap – Bergeijk 30 2.1 Algemeen 30 2.2. Thema’s 37 Thema: 12 Oude infrastructuur 37 Thema: 13 Doorgaande wegen 39 Thema: 14 Lokale wegen 47 Thema: 15 Gegraven waterlopen 56 Thema: 16 Molens 61 Thema: 17 Gehuchten 70 Thema: 18 Heerlijkheden 81 Thema: 19 Landgoederen 90 Thema: 20 Bosbouw 96 Thema: 21 De oude Akkers 97 Thema: 22 Ontginningen 109 Thema: 23 De beemden 116 Thema: 24 Bestuurlijk 121 Thema: 25 Militair 133 Thema: 26 Kerkelijk 137 Thema: 27 Meubilair 169 Thema: 28 Grondstofwinning 195 Thema: 29 Industrieel 204 Thema: 30 Woonwijken 214 Thema: 31 Historische (steden)bouwkunst 215 3. Inventarisatie archeologisch landschap - Bergeijk 242 Thema: 32 Bewoning 242 Thema: 33 Cultus/heiligdom 299 Thema: 34 Begraving 304 Thema: 35 Infrastructuur 339 Thema: 36 Agrarische productie 343 Thema: 37 Grondstofwinning 349 Thema: 38 Industrie en nijverheid 350 Thema: 39 Depot 354 Thema: 40 Onbekend 359 Bibliografie Bergeijk 430

: Exacte locatie onbekend.

2

Uitleg erfgoedkaart en leeswijzer

In deze catalogus worden de resultaten van de inventarisatie van de erfgoedkaart van Bergeijk beschreven. De erfgoedkaart is een GIS-kaart met een groot aantal lagen, die grofweg zijn ingedeeld naar landschap, historie en archeologie. Binnen deze hoofdindeling zijn de geinventariseerde gegevens verder onderverdeeld naar thema en naar type gebied of object (ofwel subthema genoemd). Bij ieder thema en subthema wordt een korte toelichting gegeven. Daarop volgt de inventarisatie van objecten en gebieden, geordend per thema en subthema. Elk object of gebied bezit een eigen “Uniek nummer” dat als volgt is opgebouwd: gemeentenummer.themanummer.subthemanummer.volgnummer (bijv. 1.14.4.085).

Alle objecten en gebieden zijn in de beschrijving van deze catalogus genummerd en deze nummers komen als oproepbare labels op de erfgoedkaart terug, voorafgegaan door het subthemanummer, het thema-nummer en het gemeentenummer. Vanaf de kaart kan een object dus snel worden teruggevonden. De beschrijving van ieder object geeft minimaal een identificatie, vaak een korte beschrijving en soms een uitvoerige behandeling. In een aantal gevallen wordt (via de voetnoten) naar verdere literatuur verwezen. Voor het overige wordt stilzwijgend verwezen naar het informatiesysteem van het regionaal archief, waarmee op adres zowel literatuur als afbeeldingen gevonden kunnen worden.

In principe krijgt ieder thema één laag, maar als daarbij meerdere dimensies (punt, lijn, vlak) betrokken zijn, zijn het even zovele kaartlagen. Als die lagen met oplopend nummer gestapeld worden en binnen ieder thema de punten boven de lijnen en die boven de vlakken, wordt in de meeste gevallen een goed beeld verkregen. Wel is het zo dat het beeld bij kleinere schalen snel erg vol loopt. Het is dan zaak enkele lagen "uit" te zetten. Al deze lagen worden het best bekeken op de ondergrond van de reconstructie van het fysieke landschap.

In hoofdstuk 1 wordt de reconstructie van het natuurlijk landschap in Bergeijk beschreven voordat de middeleeuwse mens daarin grote ingrepen deed. Deze lagen zijn genummerd thema 1 tot en met 11. In hoofdstuk 2 wordt een reconstructie van het historische landschap in Bergeijk beschreven, zoals dat onder invloed van de mens tot stand kwam. Deze groep omvat de lagen 12 tot en met 31. Naast veranderingen in het landschap na 1830 is ook de uitgroei van de dorpen en de industrialisatie hier in meegenomen. Diverse (sub)thema’s kunnen in de toekomst nog verder uitgewerkt worden, waaronder bijvoorbeeld de wegen en groenstructuren. Er kunnen zich echter ook nieuwe thema’s voordoen of thema’s die nu nog niet aan de orde zijn gekomen, waaronder het immateriële erfgoed zoals tradities en voorwerpen. De catalogus is dan ook zo opgezet dat het systeem makkelijk aan te vullen is, mocht dat nodig zijn. In hoofdstuk 3 wordt tot slot het archeologisch (niet-zichtbare) erfgoed beschreven, in de thema’s 32 tot en met 40.

De volgende pagina geeft een totaal overzicht van alle mogelijk voorkomende thema’s en subthema’s in de Kempen.

3

Thema’s en subthema’s die voor de A2 en de Kempengemeenten van toepassing (kunnen) zijn:

Thematische indeling fysisch landschap (thema 10 is vervallen) 04 Duinen en 01 Lage zandgronden 02 Lage dekzandruggen 03 Hoge dekzandruggen stuifkoppen 05 Laagte op het Hoge 06 Dalen op het Hoge 07 Beken 08 Moeren op het Hoge 09 Hei 11 Restbossen 1. Lage zandgronden 2. Lage dekzandruggen 3. Hoge dekzandruggen 1. Akkerrandwal 1. Pingo-ruïne 1. Dal 1. Beekloop 1. Ven 1. Hei in 1840 1. Restbos 2. Duin 2. Andere laagte 2. Rijt 2. Oude meander 2. Moeras 2. Hei in 1900 2. Ecologisch oud bos 3. Kamduinen 3. Overstromingsgebied 3. Veengebied, actueel 3. Hei in 1930 4. Uitblazingslaagte 4. Veengebied, verdwenen 4. Hei in 1950 5. Fort 5. Wijstgronden Thematische indeling historisch landschap 15 Gegraven 12 Oude infrastructuur 13 Doorgaande wegen 14 Lokale wegen waterlopen 16 Molens 17 Gehuchten 18 Heerlijkheden 19 Landgoederen 20 Bosbouw 21 Oude akkers 1. Pre-historische wegen 1. Doorgaande weg 1. lokale weg 1. Kanaal 1. Windmolen 1. Groot dorp 1. Kasteel 1. Gracht 1. 1500-1750 1. Akkerwal 2. Romeinse wegen 2. Halte 2 Voorde / brug 2. Molenloop 2. Watermolen 2. Klein dorp 2. Hoofdhoeve 2. Herberg 2. 1750-1850 2. Besloten akker 3. Voorde 3. Oude rijksweg 3. Sloot 3. Rosmolen 3. Groot gehucht 3. Hoeve 3. Hoeve 3. 1850-1900 3. Open akker 4. Middeleeuwse hoofdweg 4. Railweg 4. Haven 4. Torenmolen 4. Klein gehucht 4. Heerlijkheidsgebied 4. Klooster 4. 1900-1930 4. Steilrand 5. Trekpad 5. Gracht 5. Motormolen 5. Huizengroep 5. Relatie 5. Laan 6. Veer 6. Sluis 6. Molenbiotoop 6. Verspr aan str 6. Voorhof 6. Landgoedgebied 7. voorde / brug 7. Molenberg 7. Compact aan str 7. Kasteelboerderij 7. Landhuis 8. Plein 8. Molenwiel 8. Verspreid 8. Omgrachte hoeve 9. Poort 9. Molenvloed 9. Ontginningsstructuur 10. Spoorbrug 10. Watervluchtmolen 10. Zichtlijn 11. Tol(huis) 11. Water- en windmolen 11. Park 12. Holle weg 12. Tuin 13. Jaagpad 13. Vijver 14. Grenspost 14. Villa 15. Laanbeplanting 15. Wal 16. Overig 22 Ontginningssystemen 23 De beemden 24 Bestuurlijk 25 Militair 26 Kerkelijk 27 Meubilair 28 Grondstofwinning 29 Industrieel 30 Woonwijk 31 Historische bouwkunst 1. Veenontginning 1. Bocht 1. Galg 1. Begraafplaats 1. Kerk 1. Bijzondere boom 1. Boerenkuil 1. Arbeiderswoning 1. Arbeidersbuurt 1. Woonhuis 2. Beekdalontginning 2. Dijk 2. Gemeynte 2. Blokhuis 2. Begraafplaats 2. Fontein 2. Peelbaan 2. Brouwerij 2. Company-town 2. Boerderij 3. Bosontginning 3. Dijkputten 3. Gevangenis 3. Boerenschans 3. Calvarieberg 3. Gedenkteken 3. Turfhok 3. Directeurswoning 3. Lintbebouwing 3. Villa 4. Heideontginning 4. Dijksloot 4. Grensmarkering 4. Fort 4. Graf 4. Hek 4. Turfvaart 4. Fabrieksgebouw 4. Stationswijk 5.4. WoonhuisCafe met 5. Populierenlandschap 5. Eendenkooi 5. Raadhuis 5. Kazemat 5. Heiligenbeeld 5. Kinderkolonie 5. Moerput 5. Fabrieksterrein 5. Tuinwijk bedrijfsruimte 6. Streepjesverkaveling 6. Hek 6. Rechtbank 6. Linie 6. Kapel 6. Poel 6. Uitgelaagd perceel 6. Gezondheidszorg 6. Villawijk 6. Bakhuis 7. Voorpootstrook 7. Hooiland 7. Schepenbank 7. Militair complex 7. Kapelleke 7. Pomp 7. Zandwinput 7. Hoge schoorsteen 7. Wederopbouwwijk 7. Schuur/bijgebouw 8. Zandontginning 8. Keetveld 8. Vrijheid 8. Militair oefenterrein 8. Klooster 8. Schaapskooi 8. Stuifzandwinning 8. Hopeest 8. Woonwijk 8. Koetshuis 9. Ruilverkaveling 9. Schouwsloot 9. Diversen 9. Schans 9. Kloosterterrein 9. School 9. Leemput 9. Kantorenpark 9. Varia 10. Sluis 10. Schietveld/berg 10. Kruiseik 10. Sportterrein 10. Steenoven 10. Klokkengieter 11. Wiel 11. Schijnboot 11. Kruisweg 11. Straatmeubilair 11. Droogloodsen 11. Leerlooierij 12. Vloeiweiden 12. Schootsveld 12. Lourdesgrot 12. Ven 12. Waterputtenweg 12. Loods/pakhuis 13. Tankgracht 13. Pastorie 13. Ziekenhuis 13. Pompgebouw 13. Onderwijs 14. Vesting 14. Patronaat 14. Verhalen 14. Watertoren 14. Pottenbakkerij 15. Vliegveld 15. Religieus groen 15. Gasthuis/armenhuis 15. Visvijvers 15. Smidse 16. Oefenlokaal 16. Schuilkerk 16. Kiosk 16. Vismarkt 16. Vlasrootput 17. Landweer 17. Seminarie 17. Waterput 17. Turfwinning 17. Weverij 18. Wal 18. Stokske 18. Bank 19. Wegkruis 19. Winkel 20. Mirakelkuil 20. Gemeenschapshuis 21. Luihuis 21. Herberg 22. Hotel/restaurant Thematische indeling archeologisch landschap 32 Bewoning (inclusief 36 Agrarische productie en verdediging) 33 Religie 34 Begraving 35 Infrastructuur voedselvoorziening 37 Grondstofwinning 38 Industrie en nijverheid 39 Depot 40 Onbekend 1. Romeinse villa 1. Kerk 1. Grafheuvel 1. Weg 1. Akker/(moes)tuin 1. Kleiwinning 1 Metaalbewerking 1. Depot 1. Onbepaald 2. Kasteel 2. Kapel 2. Grafheuvelveld 2. Brug/voorde 2. Celtic Field 2. IJzerertswinning 2 Pottenbakkerij 2. Muntvondst 3 Kamp 3. Klooster 3. Urnenveld 3. Veekraal/ schaapskooi 3. Turfwinning 3 Steen/ pannenbakkerij 4 Schans 4. (Vlak)graf 3. Percelering/ verkaveling 4 Vuursteenbewerking 5 Wal/omwalling 4. Cultusplaats/ heiligdom/tempel 5. Grafveld 5 (Houts)koolbranderij 6 Nederzetting 6. Kerkhof 6 Leerlooierij 7 Borg/Stins/Versterkt huis 7. Rijengrafveld 7 Bierbrouwerij 8 Moated site 8. Onbepaald 8 (Water)molen 9 Landweer 9 Onbepaald 10 Onbepaald

4

1. Inventarisatie fysieke landschap – Bergeijk K.A.H.W. Leenders

1.1. Algemeen

Op de kaart van het fysieke landschap wordt weergegeven hoe het landschap gestructureerd was eer de mens daar gericht belangrijke wijzigingen in aanbracht. Deze kaart is vooral van belang voor het inschatten van archeologische potenties en als basis voor de historisch-geografische ontwikkeling. Met een historisch-landschappelijke analyse is het ook mogelijk om de huidige verstedelijkte gebieden in de regio qua bodem te inventariseren. Voor die bewerking wordt uitgegaan van de oude topografie en de samenhang tussen landschappelijke structuren uit 1838 met geomorfologische en bodemkenmerken, zoals die juist buiten het stedelijke gebied aanwezig zijn. Verdere verfijning kan worden verkregen door gebruik te maken van de digitale hoogtegegevens. Omdat echter de mens in het landschap altijd al aan het werk is geweest, zowel door directe ingrepen als door gevolgen van ingrepen elders kan bij het tekenen van de historisch-landschappelijke kaart onmogelijk een vast jaartal aangehouden worden.

De kaart van het fysieke landschap vertoont meerder legenda-eenheden, genummerd 01 tot en met 08. De afzonderlijke kaartelementen binnen iedere legenda-eenheid worden beschreven. Op de kaart verschijnt (na aanklikken) een samengesteld nummer: een combinatie van legenda-eenheid en kaartelementnummer.

1.2. De kaart voor Bergeijk

Geomorfologische kaart 1:50.000 Bodemkaart 1:50.000 AHN: Actueel Hoogtebestand Nederland (2004, per 5 meter een meting) Kadastrale minuutplans Bergeijk (1828?), (1828), Westerhoven (1828?) en (1828?) Topografische kaart 1:50.000 (1837-38 verkleining van 1:25.000) Topografische kaart 1:25.000 (1867, deels 1837-1838) Topografische kaart 1:25.000 (ca 1900) TOP10-vectorkaart (2008?) Meierijkaart Verhees (1794)

De relatieve hoogtekaart Ten behoeve van het opstellen van de kaart van het fysieke landschap is een relatieve hoogtekaart vervaardigd, uitgaande van de AHN-gegevens. De AHN heeft op het platteland de gebouwen weggefilterd, maar in woonkernen groter dan 100 hectare niet. Daar zien we dus ook de hoogte van de gebouwen en daar zijn we niet in geïnteresseerd. De eerste bewerking bestond er daarom uit om die gebouwen alsnog uit te filteren. Daartoe is van ieder vierkant van 25 hoogtemetingen de laagste waarde toegekend aan het middelste meetpunt. De meeste huizen verdwijnen zo, maar grote gebouwen blijven zichtbaar. Die meetpunten zijn gewoon weggelaten (“no data”). Het resultaat is dat de terreinen van de grote woonkernen nu een hoogtebeeld tonen dat aansluit bij dat van de omgeving. Vervolgens is de globale hoogteligging van Bergeijk en omgeving bestudeerd op een kaart met verschillende kleuren per 2 meter hoogteverschil. Het gebied blijkt noordoostwaarts af te hellen, van ca 43 m +NAP in het zuidwesten naar 20 m +NAP in het noordoosten, wat ook overeenkomt met de algemene richting van de belangrijkste beekdalen.

5

Door meting in de AHN zijn vervolgens de parameters voor een referentievlak bepaald. Dit vlak wordt bepaald door twee oost-westlijnen op 10 kilometer van elkaar:

Bij Y=375100: ZA=15004.51-0.08048*X

Bij Y=365100: ZB=15201.79-0.07567*X

De relatieve hoogtekaart wordt berekend als het verschil tussen de echte terreinhoogte en het referentievlak: Zrel = Zahn – Zref

Relatieve hoogtekaart Bergeijk.

De geel-oranje vlekken zijn relatief het hoogste; de paarse het laagste. De grenzen van de huidige gemeente Bergeijk zijn aangegeven met een zwarte lijn.

6

1.3. Werkwijze bij het maken van het fysieke landschap

Als uitgangspunt voor de kaart van het fysieke landschap is de geomorfologische kaart genomen. De ligging en begrenzing van de daar aangegeven terreintypen is vervolgens aangepast aan de hand van vooral de relatieve hoogtekaart en verder voor details met behulp van de kadasterkaarten en de het andere kaartmateriaal. Al doende zijn de moderne structuren, zoals autowegen, vuilhopen, afgravingen en bebouwde gebieden, uit de kaart verwijderd.

Vanaf de oude kadasterkaarten werden de beken ingetekend: element “07 Beken” op de kaart. De beken werden stroomopwaarts niet verder getekend dan tot waar de kadasterkaart ze een min of meer natuurlijk (enigszins kronkelend) uiterlijk geeft. Op die beken sluiten vaak veel rechtere, ooit gegraven waterlopen aan die misschien wel in een oud dal of dalvormige laagte liggen, maar hier niet als “beek” zijn aangemerkt.

De beekdalen zijn op de geomorfologische kaart meestal van een R-type. Al die R-typen zijn samengenomen en vervolgens is de begrenzing aangepast aan de AHN-gegevens en de oude kadasterkaart, waar dat nodig was. Deze bewerking leverde “06 Dalen op het Hoge”. Door controle tegen de kadaster- en topografische kaarten is een nadere verdeling tussen “dal” en “rijt” aangebracht. Enkele “dalen” zijn echter als “05 Laagten op het Hoge” geïnterpreteerd.

De volgende stap betrof het andere uiterste in het landschap: de stuifduingebieden. Ook deze kunnen op de geomorfologische kaart teruggevonden worden, maar hier leverde de relatieve hoogtekaart een belangrijke verrijking met details op. De bodemkaart (code Zd) diende als controle en de topografische kaart van 1840 en de kadasterkaart dienden om inmiddels afgegraven duinen terug te vinden en ze scherper te lokaliseren. Binnen de duingebieden komen allerlei kamduinen voor: soms paraboolvormig, soms langgerekt, soms helemaal rondlopend. Ook de laagten in het duingebied konden zo goed worden opgespoord. In een aantal gevallen moesten de kadasterkaart en de oude topografische kaarten voor aanvullingen zorgen. Ook de afgravingen zijn hier van belang: die hopen zand waren altijd een aantrekkelijke bron van zand: onnutte grond en een hele berg! Deze bewerkingen leverde het onderdeel “04 Duinen en stuifkoppen” op.

Van de geomorfologische kaart werden de dekzandruggen (3K14, 4K14) afgelezen. Dat zijn er 10, waarvan 3 afvallen omdat ze of buiten Bergeijk liggen, of opgenomen zijn onder “Duinen en stuifkoppen. Dit betreft 1 hectare. De resterende 7 zijn naar hoogteligging, kadaster en oude topografie omgezet in 7 eenheden, samen 184 ha groot. De categorie “3L5 Dekzandruggen met of zonder oud bouwland” bleek in Bergeijk een belangrijke aanvulling op die heel beperkte 3K14-groep. Hiermee werden de ruggen waar de oude dorpen op liggen teruggevonden. Aan de hand van de relatieve hoogtekaart, de oude kadasterkaarten en de topografie van 1838 werden deze vlakken waarnodig aangepast. Aan de hand van de relatieve hoogtekaart werd onderscheid gemaakt tussen hoge en lage dekzandruggen. Deze controle leverde nog enkele extra dekzandruggen op. Aldus ontstonden de eenheden “02 Lage dekzandruggen” en “03 Hoge dekzandruggen”. Juist hier speelt het “invullen” van de gaten in de geomorfologische en bodemkaarten ter plaatse van de dorpskommen sterk. Daarbij is de AHN weer belangrijk, aangevuld met het oud kadaster en de oude topografische kaarten.

De geomorfologische kaart geeft ook allerlei laagten aan die niet behoren bij dalen of duingebieden. Controle tegen de relatieve hoogtekaart, de kadasterkaart en de topografische kaart leverde de eenheid “Laagte op het Hoge”. In hoeverre hier of in de duingebieden “Pingo-ruïnes” voorkomen, kan op deze wijze niet vastgesteld worden: daarvoor is veldonderzoek nodig.

De rest van het gebied kreeg op de geomorfologische kaart de typering 3L12a: “terrasafzettings- welvingen met dekzand” (ca 2600 ha) en 2M20a: “terrasafzettingsvlakte met dekzand” (ca 1900 ha). Deze gebieden zijn hier opgenomen als een soort restcategorie “01 Lage zandgronden”, voor zover ze hiervoor niet in een andere categorie zijn ondergebracht.

7

De voorgaande elementen 01 t/m 06 beschrijven heel de bestudeerde oppervlakte. Het element 07 dat lijnvormig is, kan daarop geprojecteerd worden.

Als extra element is er dan nog “08 Moeren op het Hoge”. Allereerst zijn de vennen die op de kadasterkaart van 1828 getekend zijn ingetekend. Binnen Bergeijk zijn dat er 16 met een oppervlakte van 98 hectare. De drie grootste vennen (groter dan 10 hectare elk) lagen in het zuidwesten van Bergeijk. Ook de ven-indicatie moet over de bodem-indicatie geprojecteerd worden.

Van inmiddels verdwenen venen blijkt op de moderne geomorfologische en bodemkaart niets meer. Wel worden daarop terreinen aangegeven waar nog steeds ondiep in de bodem of aan de oppervlakte een veenlaag of moerige laag aanwezig is. In Bergeijk zijn dat er 11, met een oppervlakte van 709 hectare. Het veruit belangrijkste veengebied ligt in het dal van de Keersop: 468 hectare. De geomorfologische kaart geeft binnen Bergeijk geen “moerassige” gebieden aan.

Geheel verdwenen venen zullen via archiefonderzoek aangetoond moeten worden, maar hier wordt nu even volstaan met het benutten van de namen van de vennen uit 1828. Namen met daarin de elementen wit, zwart, goor, moer, turf, klot wijzen hoogstwaarschijnlijk op plekken waar ooit veen zat dat intussen opgeruimd is. Zo zijn er in Bergeijk 2 plekken genoteerd, waarvan een al via de bodemkaart en geomorfologische kaart als actuele veenplek herkend was. Zo blijft er dus een extra plek met verdwenen veen over: het Zwarte Horstven, 28 hectare. Dit ven lijkt op de kadasterkaart verkeerd gelokaliseerd: het is in deze reconstructie in het dal gelegd. Turfvaarten zijn hier niet geweest: de turf werd per kar afgevoerd.

Dit is dan het resultaat:

8

9

Een totaaloverzicht van het fysische landschap van Bergeijk in cijfers: Thema nr Thema Aantal Opp (ha) Lengte (m) Sub nr Sub-thema Aantal Opp (ha) 1 Lage zandgronden 35 3102 2 Lage dekzandruggen 22 1913

3 Hoge dekzandruggen 8 562

4 Duinen en stuifkoppen 204 3385

4,2 Duin 34 2709

4,3 Kamduinen 57 495

4,4 Uitblazingslaagte 113 180

5 Laagte op het Hoge 5 190

6 Dalen op het Hoge 18 2209

6,1 Dal 11 2009

6,2 Rijt 7 201

7 Beken 13 84494

8 Moeren op het Hoge 27 861

8,1 Ven 16 115

8,2 Moerassig 0 0

8,3 Veen, actueel 10 700

8,2 Veen, verdwenen 1 45 Totaal 332 12222 84494

Bergeijk ligt relatief hoog op de Kempenhorst tegen de waterscheiding tussen het Maas- en het Scheldebekken. “Hoog en droog gelegen lag Bergeijk vroeger als een oase van armelijk cultuurland in een nog schralere wildernis, bestaande uit een eindeloos open landschap van woeste gronden en heidevlakten.” Er is een daling van het zuidwesten naar het noordosten en van het zuiden naar het noorden: bij de Pielis 42,5 m +NAP. In het noordoosten tegen Westerhoven 27,5 m +NAP. Bergeijk ligt relatief hoog: tot 40 m boven NAP.

Beschrijving van het landschap in Kempenland door dokter Barentsen in 1935: “Het gebied bestaat uit Steensel, Dommelen, Borkel en Schaft, Eersel, Bergeijk, Riethoven, Westerhoven en Luyksgestel. Het terrein is hier en daar golvend en ligt tussen de 25 en 40 meter boven Amsterdamsch peil. Groote hoogten worden nergens aangetroffen. De kleine riviertjes en beken die hier ontspringen stroomen vrij snel, zetten geen klei af en bevatten weinig visch. Bevaren kunnen zij niet worden. De stroom is krachtig genoeg om enkele watermolens aan te drijven. De onvermijdelijke stuwing van het water belet een voortdurend en intens gebruik. Het water werd ook opgestuwd door de aanwezigheid van vloeiweiden en vischvijvers. Stroomopwaarts veroorzaakte dat altijd eenigen hinder. Behalve riviertjes treft men er ook meren aan. Die welke ’s zomers droog zijn worden hier vennen genoemd. Die welke steeds water bevatten noemt men wijers. Veel waarde behalve als drinkwater voor schapen hebben zij niet. [….] De watervoorraad der riviertjes wordt belangrijk verhoogd door de ontginningen in het aangrenzende België. De kronkelende Dommel voert het water niet snel genoeg af. ’s Winters staan door de hoogen waterstand vele wegen onder water en het land is vaak niet toegankelijk voor den boer. De bodem bestaat voor het grootste deel uit heidegrond. De Groote Aard onder Bergeijk, de Westerhovense- en de Borkelse heide zijn alle voortzettingen of uitloopers van de groote heide die tussen Boxtel en bijna onafzienbaar is en alleen op enkele plaatsen door bouwgrond en bos wordt onderbroken. […] Hoewel de bodem hier en daar een oppervlakkige leemlaag heeft, komen steenbakkerijen in dit gedeelte van Kempenland niet voor. Het vervoer der producten is daarvoor te moeilijk. Wel wordt leem door de armsten voor het bouwen van woningen en schuren gebruikt. Het gemeenschappelijk bezit van de heidegrond veroorzaakt veel moeilijkheden. De omwonenden zijn het zelden met elkander eens. Verbeteringen aan wegen en afwatering worden tegengehouden en ontginningen komen nagenoeg niet tot stand. Van veel belang zijn de dennebosschen, die een groot deel van de bodem innemen. […] Na tien jaar wordt het dennebosch in den regel gekapt en het hout als mijnhout naar de Belgische en 10

Limburgsche mijnen vervoerd. Daarom behooren hooge en zware dennebosschen hier tot de hooge uitzonderingen. Langs de zoomen van het dennebosch treft men, evenals langs de talrijke wegen, veel akkermaalshout aan. De wegen, voor zoover zij niet door de heide loopen, zijn bijna allemaal beplant met eiken, berken en beuken, die men wild laat opgroeien tot zij hinder veroorzaken. De wild groeiende ongelijke boomen langs de kronkelende wegen geven het landschap vaak een schilderachtig aanzien. Om en bij de woningen staan geregeld lindebomen. [….] Van het meeste belang is de bouwgrond, die grillig tusschen bosch en heide verspreid ligt. De bouwgrond is bijna altijd eigendom van de bewerker. De humuslaag is bijna altijd zeer dun. Met spitten brengt men de onvruchtbare leem- of zandlaag gemakkelijk naar boven. […] Het gebruik van de krachten der levenloze natuur is beperkt. Van water en wind wordt alleen gebruik gemaakt bij water- en windmolens, vloeiweiden en vischvijvers. Stoom, gas en elektriciteit zijn hier volkomen onbekende zaken. […] De wegen zijn zeer talrijk en voor een groot deel overbodig. Veel bouwgrond wordt daardoor aan de cultuur onttrokken. Zij kronkelen sterk, zijn zeer ongelijk en zandig in den zomer, modderig in den winter. Alleen de voetpaden voor de kerkgangers, de zogenaamde kerkpaden, zijn goed. Er zijn slechts twee kunstwegen. De groote keiweg, die van ’s-Hertogenbosch over Boxtel, Eindhoven en Valkenswaard naar Luik gaat, heeft voor de bevolking geen waarde, daar hij grotendeels door onbewoonde heide en bosch loopt. De tweede hoofdweg is de grindweg van Leende over Valkenswaard, Dommelen, Westerhoven, Bergeijk, Luyksgestel naar Lommel in België. Deze door de provincie in 1875 aangelegde weg heeft voor de bevolking veel meer econmische betekenis. Van geringe betekenis is de spoorweg, die van Eindhoven naar Luik gaat. Het enige openbaar vervoermiddel is de diligence, die driemaal per dag van Bergeijk naar het spoorwegstation Valkenswaard rijdt en tevens de post vervoert.”1

1 Verdonk, 2008. 11

1.4. De kaart van het fysieke landschap

Thema: 1 Lage zandgronden

Er zijn 35 vlakken aangegeven, met een gezamenlijke oppervlakte van 3102 hectare. Ze komen over het hele gebied verspreid voor. De vlakken zijn genoemd naar het dorpsgebied waarin ze voorkomen.

Thema: 2 Lage dekzandruggen

Er zijn 22 lage dekzandruggen aangegeven, die samen 1913 hectare beslaan. De grootste zijn vaak gebruikt als dorpsakkers, maar ook enkele ruggen in de heide vallen in deze groep. Groter dan 100 hectare zijn de akkers van Bergeijk, Westerhoven, Riethoven en Weebosch, en ook de Kerkakkers van Luyksgestel. En voorts op de Pelter Heide en de Maaijerheide.

Thema: 3 Hoge dekzandruggen

Er zijn 8 hoge dekzandruggen genoteerd, met een gezamenlijke oppervlakte van 562 hectare. Ook hiervan zijn de grootste alle in gebruik geweest als dorpsakker, met de Riethovense en Westerhovense Akkers als grootste.

Uniek nr Naam Opp (ha) 1.3.048 Riethovense Akkers 241,26 1.3.035 akker Westerhoven 145,68 1.3.046 akker Bergeijk 44,06 1.3.049 Waterkuilen 39,85 1.3.050 Kapelakkers 37,06 1.3.045 akker Bergeijk 23,85 1.3.047 Hasseltse Velden 18,23 1.3.044 De Hoeven 12,35

12

Thema: 4 Duinen en stuifkoppen

In deze categorie zijn drie subcategorieën onderscheiden: 34 duingebieden met een oppervlakte van 2709 hectare; 57 kamduincomplexen met een oppervlakte van 495 hectare en 113 laagten die samenhangen met duinen en waarschijnlijk meestal uitblazingslaagten zullen zijn, samen 180 hectare groot. In totaal is zo 3385 hectare duingebied genoteerd, ruim een kwart van het gebied.

4.1. Akkerrandwal Lang, smal maar hoog opgestoven zand op grens van hei en oude akkers, vaak begroeid met wat zielige eiken, maar soms ook hele stevige. Het naastliggende ex-heide gebied vaak begroeid met dennen; de akker hopelijk nog akker. Ontstaan door instuiven van akkerwal.

4.2 Duin Duinen zijn door de wind in het vrije opgeblazen hopen stuifzand. Soms een heel chaotisch golvend gebied. Het grootste duingebied ligt in het zuidoosten van Westerhoven over de Keersop (426 hectare), het op een na grootste ligt ten westen van Luyksgestel (375 ha) en helemaal in de zuidwesthoek ligt een bijna even groot duinengebied (341 ha). Dit zijn de 10 grootste:

Uniek nr Naam Opp (ha) 1.4.2.388 Westerhovense Heide 426,40 1.4.2.468 Zwartenberg 374,69 1.4.2.515 De Kapel 340,69 1.4.2.523 Venakkerbos 218,80 1.4.2.533 Pelter Heggen 161,60 1.4.2.345 Broekhovense Heide 160,76 1.4.2.529 Maaijerheide 155,81 1.4.2.397 Berger Heide 147,65 1.4.2.395 Waalwijkerheide 132,03 1.4.2.458 Postelse Heide 107,17

In de ijstijden werd het zand door de wind “verplaatst en in evenwijdige ribbels afgezet. Meestal zijn deze ribbels verdwenen door menselijk ingrijpen, zoals afgraven, ploegen en dergelijke. Dit reliëf wordt dan ook alleen nog aangetroffen in weinig verstoorde terreinen, zoals op de uiterste Bergeijkse zuidoosthoek aan het einde van de Bredasedijk (op het tussen de twee wereldoorlogen ontgonnen heidegebied van meester Wijnen). Ook ter plaatse van de Luyksgestelse Honsbosserdijk en in het zuidwesten van Bergeijk in de richting naar Schoongars-Zeven Heerlijkheden.”2

De Duivelsberg in Bergeijk is alleen uit de volksmond bekend en houdt verband met spookverhalen uit de 19de eeuw. Op deze plaats ligt de hoogste duintop in een zandverstuiving, mogelijk in de middeleeuwen ontstaan als gevolg van intensief verkeer en veedrift. In Riethoven was ook een duivelsberg, waar men in volksverhalen ’s nachts muziek kon horen en waar allerlei boze geesten kwamen dansen en zingen.3

De Maaierbergen zijn de lage heuveltjes in een zandverstuivingsgebied langs de verbindingsweg van de Maai naar de Pelterdijk. Het is een feit dat deze lichte verhogingen die nauwelijks de naam ‘heuvel’ verdienen vroeger ‘bergen’ werden genoemd. Panken:”Langs den openbare weg van Bergeijk naar de gewezen Barrier, tegenover het gehucht de Maai, zijnde hiervan twee minuten gaans verwijderd bij de zogenaamde Maaierbergen, is in 1902 door de gemeente Bergeijk eene landbouwerswoning gebouwd ten gebruike van een landbouwer of arbeider, die de gemeente- vloeiweide kan bewerken en onderhouden.” “De vloeiweiden zijn intussen verdwenen, maar de

2 Vangheluwe, 2009. 3 Vangheluwe, 2009, 221: Kadastraal Sectie A 431 blad 2 (De Enderakkers). 13 woning (een wit geschilderde boerderij vlak aan de weg) langs de Pelterdijk (Burgemeester Aartslaan) staat er nog steeds.4

De Reisheuvels liggen even ten oosten van de baan van Valkenswaard naar Hasselt, ongeveer waar deze de weg Lommel-Borkel kruist. De naam Rijs, refereert aan ontgonnen kreupelbos, of het is een benoeming naar een omheining met rijshout, laag struikgewas in het algemeen.5

4.3 Kamduinen Duinen, maar dan in gebogen ruggen, eventueel mooie parabolen. Binnen de bogen uitblazingslaagten. De kamduinen zijn soms erg lang: 1 tot 2 kilometer komt hier voor. Vaak kronkelen ze omdat we eigenlijk met een reeks aaneengeschakelde paraboolduinen te maken hebben, waar dan inderdaad ook een reeks uitblazingslaagten bij hoort. Deze duinen kunnen van laat-glaciale ouderdom zijn, maar ook laat-middeleeuws en alle dateringen daartussen. Zonder detailonderzoek of vergelijking met archeologische sporen zijn ze niet te dateren. In het duingebied van de Zwartenberg ligt meer dan 100 hectare aan kamduinen. De tien grootste:

Uniek nr Naam Opp (ha) 1.4.3.471 Zwartenberg 56,83 1.4.3.470 Zwartenberg 46,60 1.4.3.527 Maaijerheide 36,06 1.4.3.387 Westerhovense Heide 32,62 1.4.3.399 Berger Heide 27,61 1.4.3.394 Ender Heide 27,12 1.4.3.464 Zwartenberg 18,56 1.4.3.371 Noordenberg 16,59 1.4.3.033 ZW van Witrijt 14,81 1.4.3.514 De Kapel 13,96 1.4.3.173 Noord en oost van Witrijt 13,67

4.4 Uitblazingslaagte Plek waar het zand weggeblazen is, tot op een natte of stugge laag. Soms gevuld met een ven of een (ex-) veen. De 113 uitblazingslaagten in Bergeijk zijn meestal klein, hun gemiddelde grootte is 1,62 hectare. De grootste is echter ruim 15 hectare. Combinaties van oude kamduinen en oude uitblazingslaagten lijken bij uitstek kansrijk voor sporen uit het Mesolithicum.

Uniek nr Naam Opp (ha) 1.4.4.528 Maaijerheide 15,11 1.4.4.517 De Kapel 12,36 1.4.4.491 Zwartenberg 10,41 1.4.4.363 Broekhovense Heide 8,61 1.4.4.466 Zwartenberg 8,25 1.4.4.402 Berger Heide 7,45 1.4.4.341 Mosbergen 6,96 1.4.4.169 Noord van Witrijt 6,61 1.4.4.530 Maaijerheide 5,86 1.4.4.405 Berger Heide 5,67

4.5 Fort Soort getuigeberg in verstoven gebied waarin de oude bodemopbouw nog aanwezig is, vaak bedekt door een bergje stuifzand. Niet aangegeven, want ze zijn alleen door veldverkenning te herkennen.

4 Vangheluwe, 2009, 369: Kadastraal Sectie C 657, blad 3 (De Maai). 5 Vangheluwe, 2009, 370: Kadastraal Sectie C blad 3 (De Maai). 14

Thema: 5 Laagte op het Hoge

Een niet-beekdal-laagte, het kunnen oude uitblazingslaagten zijn die in de laatste 1000 jaar niet meer stoven (in cultuurland, heide) maar ook erg oude beekdalen die tot ingesloten laagten werden doordat ze ergens door overstuiving met dekzand tot kom werden. Of rare gaten door smeltend ijs nagelaten etc.

5.1 Pingoruïne Een pingo is een bolvormige heuvel die ontstaat in een gebied met permafrost waar de hydrostatische druk van bevriezend grondwater zorgt voor het opheffen van een laag bevroren grond. Als het klimaat warmer wordt, bijvoorbeeld aan het einde van een ijstijd, blijft van een pingo een cirkelvormig meer of krater over die pingoruïne wordt genoemd. Veel pingoruïnes worden na het afsmelten van het ijs langzaam opgevuld met veen.

In het gebied konden met de gebruikte methode geen pingo-ruïnes herkend worden. Omdat er kennelijk weldegelijk oude (dat wil zeggen tot in het Mesolithicum teruggaande) duinen zijn, kan niet uitgesloten worden dat er ook pingo-ruïnes zullen zijn.

5.2 Andere laagtes Het gaat hier niet om uitblazingslaagten met randwal, maar om laagten in verder min of meer vlak gebied die meestal geen deel uitmaken van dalsystemen. Wel kunnen er stukjes dal tussen zitten die door latere zandverplaatsing afgesnoerd werden. Het gaat om 5 laagten met een totaal oppervlakte van 190 hectare: niet veel maar wel groot.

Uniek nr Naam Opp (ha) 1.5.2.150 De Pielis 91,41 1.5.2.149 Zwarte Horstweijer 45,24 1.5.2.147 De Kapel 40,60 1.5.2.148 Ender Heide 11,67 1.5.2.151 Uileven 1,54

Het Uileven is een raar ding: een ringwal om een laagte. Recente reconstructie? Hier was wel vanouds een ven.

15

Thema: 6 Dalen op het Hoge

Normaler wijze beekdalen met beek, maar soms geheel gevuld met veen en dan (vroeger) beekloos.

6.1. Dal6 Langgerekt doorlopend dal.

In het westen van Bergeijk zijn de dalen min of meer zuid-noord gericht. Elders is de richting van zuidwest naar noordoost, waarbij de dalen uiteindelijk uitkomen op het zuid-noord gerichte dal van De Beek – Keersop. Helemaal in het zuidoosten raakt Bergeijk net niet aan het dal van de Dommel. In totaal zijn 11 dalen en zijdalen onderscheiden, met een totale oppervlakte van 2009 hectare.

Het dal van de Keersop bij Westerhoven is vanaf de westzijde (dorpszijde) blijkbaar deels opgevuld en opgehoogd. Door het aldus verbeterde dalgedeelte loopt de beek. Ten oosten van deze zone, die in de 19e eeuw in kleine percelen met begroeide randen lag, is het dal nu het diepste. Men heeft hier dus tot óver de beek ontgonnen. Het fenomeen komt ook elders wel voor.

Een andere variant is dat het smalle beekdal geheel ontgonnen is, waarbij de waterloop helemaal naar de dalrand verbannen is. Daar is het de vraag of er oorspronkelijk wel een beek was, of dat het dal een diffuus afwaterende lage zone was. De watertjes tussen allerlei in snoeren in de heide gelegen kommen zijn waarschijnlijk kunstmatig: de zogenaamde “riolen” van de eerste ontwateringspogingen.

Uniek nr Naam Opp (ha) 1.6.1.056 Keersop 768,19 1.6.1.030 Steenselse Aa 356,43 1.6.1.061 De Beek 289,61 1.6.1.032 Beemden Boksheide 169,76 1.6.1.063 Extra Bosscherweijerloop 106,56 1.6.1.060 Zonreijerloop 86,23 1.6.1.059 De Zoeferloop 78,36 1.6.1.058 loop uit de Runderhoek 52,99 1.6.1.069 Dommel 50,73 1.6.1.064 Heiereindse Loop 44,37 1.6.1.065 De Kapel - bij GP 198 5,47

6.2 Rijt7 Begin van een beekdal, vaak in kwelzone, vaak moerassig of venig en met een afsnoering eer het eigenlijke dal begint. Aan de uitlopers van deze dalen en hun zijdalen kwamen rijten voor: plaatsen waar het water uit de bodem komt aan de kop van zo’n dal, wat meestal een erg natte plek opleverde. In Bergeijk zijn er 7 onderscheiden met een gezamenlijke oppervlakte van 201 hectare, maar mogelijk levert een toponymische studie van het gebied nog een reeks andere rijten op!

Uniek nr Naam Opp (ha) 1.6.2.004 Witrijt 84,15 1.6.2.057 Rijtje 39,63 1.6.2.068 De Weijerkens 30,81 1.6.2.066 Spaanrijt 21,02 1.6.2.062 Bossche Weijer 14,96 1.6.2.067 Muggenhool 8,79

6 W. van Dooremolen, z.j.: Bergeijkse beken en de Keersop, in De Keersopper nr. 6, p. 11:. 7 W. van Dooremolen, z.j.: Bergeijkse beken en de Keersop, in De Keersopper nr. 6, p. 11:. 16

1.6.2.033 Spaanrijt 1,22

6.3 Waterscheiding Door Bergeijk lopen twee grotere waterscheidingen. De belangrijkste is die tussen het stroomgebied van de Schelde en dat van de Maas. Deze waterscheiding loopt door de zuidwestpunt van Bergeijk. De tweede waterscheiding verdeelt het stroomgebied van de Maas in een stroomgebied voor de Dommel en een voor de Beersen. Deze waterscheiding loopt van de oostkant van Witrijt haast pal zuidwaarts naar grenspaal 192.

17

Thema: 7 Beken

De beken in Bergeijk zijn merendeels ‘genormaliseerd” ofwel rechtgetrokken. Op deze kaart is echter hun kronkelende gedaante weergegeven en dat op basis van de kadasterkaarten van ca 1828. Een probleem is de naamgeving van de beken, niet alleen hier maar in heel de Kempen. Soms verandert een beek al binnen één oude gemeente van naam, in de regel gebeurt dat zodra de beek een gemeentegrens oversteekt. Zo duidt de naam Zonreijerloop hetzelfde watertje aan als de naam Fortjesloop (van Voortjes-loop?). Voor weer andere beekjes geeft de kadasterkaart geen naam. Daar is de naam ontleend aan latere topografische kaarten. Vaak heten de beken tegenwoordig wéér anders: hier staan dus de oude namen voorop!

7.1 Beekloop8 De eigenlijke natuurlijke beek. Op de kadasterkaarten is in de regel goed te zien tot waar een beek stroomopwaarts natuurlijk is (bochten!). Daarop sluiten dan gegraven, mestal rechte, waterlopen aan, aangelegd bij de ontginning van de heide. Die rechte stukken horen tot het cultuurlandschap.

In totaal zijn 13 beken en beekjes onderscheiden, met een totale lengte van ruim 84 kilometer meestal binnen, op of vlakbij de grens van Bergeijk. Van de Bladelse Aa ligt alleen het begin in Bergeijk.

Uniek nr Naam Lengte 1.7.1.079 Keersop 21230 1.7.1.006 Goorloop of (Bladelse) Aa 21113 1.7.1.040 De Run of Steenselse Aa 12796 1.7.1.078 Fortjewaterloop of Zonreijerloop 3668 1.7.1.081 Bosscherweijerloop 5271 1.7.1.080 De Beekloop 5042 1.7.1.084 De Zoeferloop 4933 1.7.1.078 Zonreijerloop - Fortjesloop 3668 1.7.1.086 Heiereindse Loop 3551 1.7.1.083 Breerijt of Runloop uit de Runderhoek 3095 1.7.1.088 Broekhovense Loop 1430 1.7.1.085 loop zuid van Rund 1248 1.7.1.082 Sengelsbroek 771 1.7.1.032 (door de Eerdbrand) 346

1.8.7.1.079 Keersop De Keersop is een van de weinige Brabantse snelstromende laaglandbeken. Ontspringt op het Kempisch Plateau ten zuiden van Bergeijk, stroomt noordoostwaarts en mondt uit in de Dommel ten noorden van Dommelen. Meandert nog deels. Kanalisatie al in de Middeleeuwen en rond 1890.9

De naam Keersop bevat in het eerste deel van zijn naam het bestanddeel "(water)kers" en in het tweede deel het Germaanse hydroniem apa 'water'. De Keersop, die in het Belgische Lommel ontspringt en net over de grens Aa heet, is een "schone" waterloop waarin tot op heden nog waterkers groeit! Volgende vermelding is van 1464 in verband met de afbakening van de gemeint: op die beecke geheiten die Kerspe en lanx dieselve Kerspe totdat ze valt in die Dommele. In de volksmond hoort men 'kerzəp'. Keersop ontstond door verspringing van r. De naam is verwant met de Engelse plaatsnaam Creswell.10

8 W. van Dooremolen, z.j.: Bergeijkse beken en de Keersop, in:De Keersopper nr. 6, p. 11. 9 Verdonk, 2008. 10 Mondelinge mededeling van Vic Mennen aan Karel Leenders, d.d. 21-3-2011. 18

Afbeelding: Natuurontwikkeling in het beekdal van de Keersop aan de Looërheideweg (november 2010).

Afbeelding: Overzicht van de waterlopen en vennen in Bergeijk (Stichting Eicha in Bergeijk in Kaart 2009)

19

7.2 Oude meander Reeds in een vroeg historisch of zelfs prehistorisch stadium afgesnoerde meanders. Vaak half open en half verland met veen of dichtgroeiende boerenkuilen.

7.3 Overstromingsgebied Soms belandt een beek in een erg vlak gebied waar amper nog van een dal sprake is: zo’n gebied kon gemakkelijk onder water schieten. Iets dergelijks ook bovenstrooms van bijna-afknellingen van beekdalen door dekzandruggen. Dergelijke overstromingsgebieden zijn wel eens “gecultiveerd” tot een “vloed” bij een watermolen. Die “vloed” noteren we bij het cultuurlandschap, het natuurlijke fenomeen van de overstromingsvlakte noteren we onder fysisch landschap.

20

Thema: 8 Moeren op het Hoge

Van deze moeren op het hoge blijkt op de moderne geomorfologische en bodemkaart niets meer. Ze zijn via archiefonderzoek gevonden en gereconstrueerd. Hierbij zijn de waterhoudende vennen volgens de kadasterkaarten alle opgenomen. Een aantal vennen draagt namen met de naamselementen “klot”, “wit”, “zwart” erin: daar is zeker turf gestoken of gebaggerd. Andere dragen namen die op leemwinning duiden. Opvallend is dat heel wat vennen op de topografische kaart niet vol water staan en dat die kaart weer enkele vennen tekent die op de kadasterkaart niet aangegeven zijn. Kennelijk was de waterstand lokaal nogal wisselend van jaar op jaar!

8.1 Ven Natuurlijk open water op oude kaarten, zoals kadaster. Hier gegraven poelen in het cultuurlandschap. Sommige vennen(groepen) werden omgebouwd tot viskwekerij. De vennen noteren bij fysisch landschap; de viskwekerijen bij cultuurlandschap. Vennen ontstonden deels door het leeggraven van met veen gevulde laagten. In veel vennen werd nog recent van de bodem “klot”, goeie turf, gewonnen.

Er zijn 16 vennen opgenomen, met een totale oppervlakte van 115 hectare. Enkele vennen strekken zich ook een eindje over de gemeentegrens uit. De grootste vennen lagen in het verre westen en in het dal van de Keersop.

Uniek nr Naam Opp (ha) 1.8.1.336 Zwarte Horstweijer 45,24 1.8.1.343 Boksven 12,45 1.8.1.339 Bosscher Weijer 10,03 1.8.1.347 achter de Maaij 9,22 1.8.1.337 Afgelaten ven 7,62 1.8.1.345 Pastoorsweijer 7,31 1.8.1.342 Zwarte Weijer 5,56 1.8.1.341 Koeven 5,33 1.8.1.346 achter de Maaij 3,45 1.8.1.350 in Waalwijker Heide 3,15 1.8.1.344 Beeken 1,39 1.8.1.348 Reisheuvelsven 1,19 1.8.1.338 Kattepoel 1,17 1.8.1.340 bij Bosscher Weijer 1,09 1.8.1.349 bij de Vlasroot 1,00 1.8.1.351 in Waalwijker Heide 0,19

Ten zuidwesten van de Bergeijkse Maaij tot aan de Lommelse grens is de grond zeer broek- of veenachtig. Op de Maaier Heide in het zuiden van Bergeijk lagen de vennen de Gebraakten en het Zwartven. Dit laatste heette tot in de vorige eeuw Groene Maai, het eerste Oude Maai. 11 Ze maken onderdeel uit van het actuele veengebied Woeste Polderhoeve, zie nr. 1.8.3.357. Ven de Oude Maaij staat op topografische kaart 1837, maar is op de bonnekaart 1898/1923 niet meer als ven te herkennen. Op de topografische kaart van 1951/1953 is De Oude Maai veranderd in een complex visvijvers. Het ven is genoemd naar een plaats waar de heide werd gemaaid, en dat is groter dan op de oude kaart uit 1837 is weergegeven; waarschijnlijk heeft de landmeter alleen het diepe gedeelte van het ven opgemeten. Het moerassige gedeelte van het ven strekte zich volgens eerdere beschrijvingen uit tot over de grens met Lommel.12 Volgens Panken werd de Oude Maai vroeger tot in de 18de eeuw ook Zwart Ven genoemd. Het ven, omgeven door een moerassig gebied, is gelegen ten zuiden van het gehucht de Maai op de grens met Lommel. Zwart hoeft niet op kleur te duiden. Het

11 Vangheluwe, 2009, 368: Kadastraal Sectie C 659, blad 3 (De Maai). 12 Vangheluwe, 2009, 126 en 368: Kadastraal Sectie C 658, blad 3 (De Maai). 21 kan ook grens betekenen (vervorming van swet of swat).13 Het gebied was gedurende de 17de en 18de eeuw inzet van een langlopend conflict over de ligging van de grens tussen de gemeenten van Bergeijk en Lommel.

Afbeelding: Maaierbergen op de kadasterkaart van 1832 (naar Vangheluwe e.a. 2009.

Eikeven Bergeijk 1433 dat putbroeksken strekkende tot Tongerlo erf dat Eyckenvenne Het Eikeven, zoals de naam zegt, was eerst een ven en eigendom van de abdij van Tongerlo die het in 1308 als 28 bunder ‘in die prochie van eykelberghe 28 bondre wildert, so in heyden, so in broecke op 9 scellinghe scijns’ van de hertog van Brabant kreeg. Lag ten zuiden van de Keersop.14 Reeds vroeg, dat is voor 1308, drooggelegd ven in het beekdal? Op topografische kaarten van de 19e eeuw gewoon heide, alleen de kaart van 1837 geeft enkele plekjes met water: natte heide dus. Rond (153770, 369200)

Fresseven Bergeijk Lag ten zuiden van de Keersop. In de openbare heide ten zuiden van het Eijkereind, links van de weg naar Borkel gelegen, is in dit ven vroeger en later geveend. Omstreeks het midden bevindt zich eene buitengewone diepte, waarin volgens het bijgeloof eene torenklok verzonken is, welke met Kerstmis het middernachtuur slaat.15 Niet nader traceerbaar, met Kerstmis maar eens gaan luisteren…

Paalven Bergeijk Ven bij De Paal is in het hertogelijke cijnsboek mogelijk het ven vivario Boyfaes op de gemeint van Eyk. Verdwenen door 20ste–eeuwse ruilverkaveling.16 Niet vindbaar op topografische kaarten, maar

13 Vangheluwe, 2009, 368: Kadastraal Sectie C blad 3 (De Maai). 14 Vangheluwe, 2009, 297: Kadastraal Sectie B 566-568, 575-576, 590-592, 691-695, 705-708 blad 1 (’t Hof, Eykereinde en Hoekerbeemden). 15 Vangheluwe, 2009, 304: Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eykereinde en Hoekerbeemden). 16 Vangheluwe, 2009, 174: Kadastraal Sectie A, en 183: foto jaren 1960-1969. 1. 22 kennelijk wel fotografeerbaar! Ergens bij de hoeve De Paal op (152265, 372080). De Hoogtekaart toont meerdere laagten die in aanmerking komen.

Uit Bergeijk in Kaart 2009.

Kraneven Bergeijk 1765 het venne legen tussen eenige santbergiens altoos is genoemd geworden het Craenen venne Ht ligt op Meierijsche bodem op een bolworp van den Belgischen grond in de heide tusschen Bergeik en Neerpelt.” Naam staat in relatie tot kraanvogels.17 Mogelijk identiek met een van de vennen “achter de Maaij” of het Reisheuvelsven, alle drie in de tabel hierboven (1.8.1.346 – 348).

8.2 Moeras Moerassige gebieden waarvan niet duidelijk is dat het ooit veengebieden waren. De geomorfologische kaart geeft binnen Bergeijk geen “moerassige” gebieden aan.

8.3 Veengebied actueel Gebieden waar ooit in de laatste 5000 jaar veen aan de oppervlakte lag. Aantoonbaar leeggeturfde vennen (niet omwille van de klot) horen er ook bij. Meestal in pleistocene laagten, maar het veen kon zich van daaruit ook verbreiden over de vlakkere omgeving. Het meeste veen is in de middeleeuwen en daarna weggegraven: het gaat dan om een reconstructie!

Zowel de geomorfologische kaart als de bodemkaart geven gebieden aan waar thans ondiep in de bodem nog veen of een moerige laag aanwezig is. Deze gronden zijn samen genomen in de subcategorie 8.3: “Veen, actueel”. Binnen Bergeijk betreft het 10 gebieden. Samen is dat 700 hectare waarvan het dal van de Keersop veruit het merendeel voor zijn rekening neemt.

Uniek nr Naam Opp (ha) 1.8.3.355 Keersop 468,03 1.8.3.357 Woeste Polderhoeve 49,42 1.8.3.294 langs Steenselse Aa 48,68 1.8.3.293 langs Steenselse Aa 46,47 1.8.3.354 Broek Luyksgestel 31,64 1.8.3.295 langs Steenselse Aa 24,33 1.8.3.352 Zwarte Weijer 13,92

17 Vangheluwe, 2009, 372: Kadastraal Sectie C blad 3 (De Maai). 23

1.8.3.356 Bossche weijer 11,84 1.8.3.358 aan Steenseelse Aa 2,92 1.8.3.353 bij Mosbergen 2,72

8.4 Veengebied verdwenen Gebieden waar ooit in de laatste 5000 jaar veen aan de oppervlakte lag. Aantoonbaar leeggeturfde vennen (niet omwille van de klot) horen er ook bij. Meestal in pleistocene laagten, maar het veen kon zich van daaruit ook verbreiden over de vlakkere omgeving. Het meeste veen is in de middeleeuwen en daarna weggegraven: het gaat dan om een reconstructie!

Voor het verdwenen veen is een schatting gemaakt van plekken waar vroeger veen gelegen kan hebben. Daarvoor zijn onder meer de namen van de vennen uit 1828 benut. Namen met daarin de elementen wit, zwart, goor, moer, turf, klot en lok wijzen hoogstwaarschijnlijk op plekken waar ooit veen zat dat intussen opgeruimd is. Turfvaarten zijn hier niet geweest: de turf werd per kar afgevoerd.

Dit leverde nog één plek op met een oppervlakte van 45 hectare.

Uniek nr Naam Opp (ha) 1.8.4.359 Zwarte Horstweijer 45,24

24

Thema: 9 Heide

In de Volle Middeleeuwen werd een begin gemaakt met plaggenbemesting. Heide en grasplaggen werden vermengd met de mest van het vee. Eerst gebeurde dit in de openlucht, later in zogenoemde potstallen. Hierdoor ontstonden vruchtbare, humeuze akkerbodems. Rond 1850 bestond Kempenland nog voor tweederde uit woeste gronden, vooral heide. In de periode 1850-1940 hebben zich ingrijpende veranderingen voorgedaan in het grondgebruik in de Kempen. De woeste gronden werden ontgonnen. Tot aan het einde van de 19de eeuw was er vooral sprake van grootschalige bosaanplant. Rond het jaar 1900 kwamen, me name dankzij een meer algemeen gebruik van kunstmest, grootschaliger heideontginningen op gang. Rond 1940 waren van de grote heidevelden nog maar enkele grotere gebieden over. Na de Tweede Wereldoorlog werden nog meer heidegronden in cultuur gebracht.

Bij de reconstructie van het historisch landschap is gebruik gemaakt van drie referentieperiodes, drie ijkpunten (circa 1830, 1900, 1930), waardoor de ontwikkeling van het landschap gestalte krijgt. Aan de hand van het historisch kaartmateriaal uit betreffende periodes kon de ontwikkeling van het landschap, in dit geval de heide, in kaart worden gebracht.18

De heide was belangrijk voor de valkerij die, net als in de andere Kempengemeenten, in Bergeijk in de Nieuwe Tijd (circa 1450-1800) het nodige aan de welvaart bijgedragen heeft. Door de valkenvangst, de hoge prijzen die voor afgerichte vogels werden betaald en door de behoefte aan allerlei attributen nam de welvaart van de arme bevolking op de onvruchtbare zandgronden toe:

‘In oude tijden vonden sommige Bergeikenaren ook hun best aan in de valkenjacht. In de 17e en 18e eeuw werd door hen dit bedrijf nog uitgeoefend in de Maaierheide onder Bergeik; zij richtten daartoe in die heide hutten van zoden op, welke tobhutten genoemd werden; de personen, die daarin tot den vangst der valken gezeten waren, heette men tobbers; nabij het Monikensputje, dat aan de grenzen van Bergeik en Lommel ligt, heeft nog lang eene tobhut gestaan. De Bossche Bisschop Ophovius maakt in zijn bekend Diarium melding van eenen valkenier, die in 1631 te Bergeik woonde en in 1704 woonde daar nog Dirck Bijnen, valkenier van Zijne Roomsch Keizerlijke Majesteit.’19

Groene Maai Een deel van de heide in de vroegere ‘Heuvelse heide’, van Lommel ook wel Zwart Ven genoemd vanwege een ven dat erin lag. In tegenstelling tot andere delen in dit gebied mochten er hier geen heidezoden en klot worden gestoken omdat dit gedeelte, de zgn. ‘groentens’ was gereserveerd voor het weiden van het vee: dit gedeelte mocht niet worden ‘ontgroesd’.20

9.1. Hei in 1840

Uniek nr Naam Plaats 1.9.1.001 Broekhovensche Heide Bergeijk 1.9.1.002 Einderheide Bergeijk 1.9.1.003 Liesende Bergeijk 1.9.1.004 Hobbeler Heide Bergeijk 1.9.1.005 Waalwijker Heide Bergeijk 1.9.1.006 Stukken Bergeijk 1.9.1.007 Lage Heide Bergeijk

18 Historisch kaartmateriaal: 1832: kadaster 1832; 1838: topografie 1837-1840. Uit de reproductie Wolters-Noordhoff, 1990; 1845: Topografie ca 1845: Van der Voordt-Pieck e.a., 1845 ;1900: Topografie ca 1900 Wieberdink, 1989. Dit zijn de Bonneblaadjes. 19 Panken, Van Sasse van Ysselt, 1900, 77. 20 Vangheluwe, 2009, 369: Kadastraal Sectie C blad 3 (De Maai). 25

1.9.1.008 Ender Hei Bergeijk 1.9.1.009 Maaijer Heide Bergeijk 1.9.1.010 Postelsche Heide Bergeijk 1.9.1.011 Vlieterheide Bergeijk 1.9.1.012 Sengelbroeksche Heide Bergeijk 1.9.1.013 Lage Heide Bergeijk

9.2. Hei in 1900

1.9.2.001 t/m 1.9.2.176 Hei in 1900 Bergeijk

9.3. Hei in 1930

1.9.3.001 t/m 1.9.3.260 Hei in 1930 Bergeijk

26

Thema: 11 Restbossen

11.1 Restbos Bossen die kennelijk de bos-vijandige middeleeuwen overleefden en pas daarna sneuvelden of misschien zelfs nog bestaan.

1.11.1.001 t/m 1.11.1.248 Restbos Bergeijk Bij de reconstructie van het restbos is gebruik gemaakt van historisch kaartmateriaal vanaf 1830 t/m 1930. Daar waar op alle kaarten bos voorkwam zijn aangemerkt als restbos.21

1.11.1.249 Duvelsbos Bergeijk 1448 de hereditate dicto duvelbosch Het is de naam van een stuk heide, bos en gemeint gelegen aan beide zijden van de Run. Deze gemeint werd gemeenschappelijk gebruikt door de gehuchten Berkt en Boxheide. Het bos lag vermoedelijk langs de weg die iets ten noord-oosten van de Puttendijk loopt op de Kleine Beemden die later in gebruik zijn genomen voor de landbouw.22

11.2 Ecologisch oud bos23 Een oude boskern is een bos dat tenminste voorkomt op topografische kaarten van ca. 1840 en waar een deel uit inheemse bomen of struiken bestaat. Inheems zijn de bomen en struiken die zich sinds de spontane vestiging na de laatste IJstijd (vanaf ca. 13000 jaar geleden) ter plekke altijd natuurlijk hebben verjongd. Ze kunnen ook kunstmatig verjongd zijn, maar dan moet het plantmateriaal afkomstig zijn van strikt lokaal oorspronkelijke bomen of struiken. Dit betekent dat bomen en struiken die als soort wel inheems zijn, maar ingevoerd werden uit een andere klimaatszone of geologische regio niet als inheems worden aangemerkt. Plantmateriaal uit direct aangrenzende gebieden (ook over landsgrenzen) kan daarentegen wel als oorspronkelijk inheems worden gedefinieerd, als het verder voldoet aan de definitie.

Aangeplante bomen en struiken zijn niet zonder meer te onderscheiden van hun inheemse verwanten. Ervaren veldwerkers kunnen wel heel wat morfologische verschillen vaststellen, maar in de praktijk worden inheemse bomen en struiken onderscheiden door middel van een aantal parameters of criteria. De werkwijze hiervoor is ontwikkeld door Maes.24 De criteria hebben betrekking zowel op de boom zelf als op de groeiplaats. Soms bieden archieven of herinneringen van omwonenden hulp. Een nieuwe hulpbron is kennis van het DNA met behulp waarvan inheemse genenbronnen kunnen worden gekarakteriseerd.

De belangrijkste criteria die de groeiplaats betreffen:  het landschapselement komt voor op de historische topografische kaart van ca. 1830-1850 of ouder;  het landschapelement komt op latere topografische kaarten voor, maar er zijn duidelijke aanwijzingen dat er vanuit oudere landschapselementen in de buurt uitzaaiing heeft plaats gevonden;  het landschapselement maakt in het veld een oude en ongestoorde indruk  het bodemtype en de groeiplaatsomstandigheden komen min of meer overeen met de natuurlijke standplaats van de soort;  de bodem maakt een ongestoorde indruk;  de boom of struik komt voor in het ter plaatse natuurlijke of afgeleide vegetatietype;

21 Historisch kaartmateriaal: 1832: kadaster 1832; 1838: topografie 1837-1840. Uit de reproductie Wolters-Noordhoff, 1990; 1845: Topografie ca 1845: Van der Voordt-Pieck e.a., 1845 ;1900: Topografie ca 1900 Wieberdink, 1989. Dit zijn de Bonneblaadjes. 22 Vangheluwe e.a. 2009, 412. Kadastraal Sectie D blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). 23 Volledig naar bestanden Bert Maes 2010. 24 Maes, 1993.

27

 er zijn plantensoorten aanwezig in de boom-, struik- of kruidlaag die indicatief zijn voor oude bosplaatsen of houtwallen. Hierbij wordt een lijst gehanteerd zoals die voor de bossen van Vlaanderen is opgesteld door M. Hermy (Tack et al., 1993), aangevuld met soorten die representatief zijn voor Nederland  de standplaats ligt binnen het natuurlijke verspreidingsgebied van de betreffende soort;  in de omgeving komt de betreffende soort voor op vergelijkbare standplaatsen;  in of nabij de standplaats komen oude natuurlijke of cultuurhistorische elementen voor zoals beekmeanders, wallen, greppels, graften, holle wegen en oude perceelsgrenzen.

De belangrijkste criteria die de boom of struik zelf betreffen:  de boom of struik is een wilde inheemse variëteit, geen cultuurvorm;  de boom of struik maakt een spontane en niet-aangeplante indruk;  het betreft een zichtbaar oude boom of struik, een oude stoof van voormalig hakhout of spaartelg (op enen gezet);  DNA onderzoek geeft indicaties..

Overige criteria  uit archieven blijkt een hoge ouderdom van de groeiplaats of zijn er indicaties voor het inheemse karakter;  uit mededelingen van bewoners ter plaatse blijkt een hoge ouderdom van de groeiplaats;  uit archeo-botanisch- of archeologisch onderzoek volgen indicaties voor het inheemse karakter.

In de praktijk gaan zelden alle criteria tegelijk op. Op verarmde plaatsen bijvoorbeeld zullen indicatieve kruiden ontbreken. Er is ook niet altijd sprake van oude bomen of oud hakhout. Het uitsluiten van typische tuinvariëteiten is nog wel mogelijk, maar determinatie van wilde variëteiten is alleen met veel veldervaring soms mogelijk. De criteria dienen ook in samenhang met elkaar gebruikt te worden.

De groeiplaatsen van inheemse bomen en struiken zijn tijdens het onder zoek door Maes in het veld aangegeven op een veldkaart met topografische ondergrond, schaal 1:10.000. Op het inventarisatieformulier werden opgenomen:  gegevens betreffende de standplaats (topografie, geomorfologie, bodem, vegetatietype, indicatieve kruiden e.d.);  gegevens over het beheer;  de karakteristieke bomen en struiken (mate van voorkomen, inheems karakter, omtrek, hoogte, optreden van verjonging);  gegevens ten behoeve van de oogst van vruchten of zaden (bloei, vruchtzetting, mate van bereikbaarheid).

De in de rapportage opgenomen soorten en groeiplaatsen zijn steeds in het veld bezocht en bestudeerd. In de praktijk is gebleken dat er in bestaande inventarisatierapporten ten aanzien van een aantal soortengroepen onvoldoende zekerheid bestaat over de determinatie of dat er sprake is van onzorgvuldige determinatie. Dit geldt voor geslachten als Betula, Quercus, Crataegus, Prunus, Salix, Rosa en Ulmus.

Uniek nr Totaal ha Naam Toelichting Keersop / deels verdroogd elzenberkenbroekbosje langs Keersop; stort 1.11.2.283 0,30 Hoeverbroek puin en organisch afval! houtkant langs (genormaliseerde) Aa met restant van schietwilgenrij (1,6 - 2,8m omtrek) met spontane opslag van diverse soorten en Sporkehoutstruweel op kapvlakte 1.11.2.289 0,45 De Pielis (voormalige dennenopstand); aangrenzend bosrand met eiken van onduidelijke leeftijd (deels jonge spaartelgen?) op kunstmatige wal/steilrand groepje verspreidstaande eikenhakhoutstoven en opgaande 1.11.2.290 0,45 Stevensbergen eiken (vermoedelijk spontane verjonging) op heide

28

eikenhakhout/spaartelgenrelicten op rand 1.11.2.291 1,01 Gelukten dekzandrug/oeverwal van Bosscherweijerloop; verspreid in omgeving meerdere hakhoutstoven; 1.11.2.292 0,68 Eikenberg eikenhakhout/spaartelgenrelict op rand van dekzandrug 1.11.2.293 0,12 De Beemden relict (ca. 80 meter) van oude eikenhakhoutwal; 2 solitaire schietwilgen langs beek, waarvan een mogelijk op 1.11.2.294 0,07 Keersop SBB-terrein rand elzenbroekbosje met essenhakhoutstoof; Gelderse roos 1.11.2.295 0,12 Keersop aangeplant in aangrenzend SBB-natuurterrein Groepje oudere wilgen (2 Schietwilgen en 1 Kraakwilg )en 1.11.2.296 0,07 Keersop elzenrij langs beek; Kraakwilg scheefhangend elzen-berkenbroekbos met overgangen naar droger eiken- 1.11.344 0,52 Run / Het Goor berkenbos elzenberkenbos (met hakhout en spaartelgen els) met 1.11.345 1,05 Run / Het Goor overgangen naar droger eikenberkenbos; spaartelgenbos met deels wallichaam aan bosrand; stort 1.11.347 0,81 Run / Het Goor afval; massaal adelaarsvaren Dommel / bosrand van eikenaanplant met hakhout en spaartelgen van 1.11.2.348 1,24 Keersopper- eik, berk en els; ook in perceel massal spaartelgen eik dreef Dommel / rabattenbos met eiken- em elzenspaartelgen; opgaande 1.11.2.349 2,05 Keersopper- eiken (tot 2m omtrek) van zelfde generatie als spaartelgen? dreef

29

2. Inventarisatie historisch landschap – Bergeijk H. v.d. Laarschot, M. Wagemans en K.A.H.W. Leenders25

2.1 Algemeen

De huidige gemeente Bergeijk werd op 1 januari 1997 gevormd uit de gemeenten Bergeijk (5071 hectare), Luyksgestel (2261 ha.), Riethoven (1703 ha.) en Westerhoven (1057 ha). Ook werd nog een blok van 142 ha, dat Bergeijk in 1841 verworven had, aan Bladel toegevoegd. Deze oude gemeenten hadden sinds hun vorming rond 1810 geen veranderingen meer ondergaan, behalve Bergeijk. Bergeijk ruilde bij de grensregeling met België twee scherpe zuidwaarts stekende driehoeken in tegen meer vierkante blokken grond in een ruil met Lommel en Postel onder Mol. Die driehoeken en blokken waren geheel heide en onbewoond. Het in 1841 van Postel verkregen blok ging in 1997 naar Bladel.

In historische zin bestaat de huidige gemeente dus uit vier oude “dorpen” zoals onderstaand kaartje laat zien.

De oude dorpsgebieden binnen het Bergeijk van 1997.

25 Met hulp van de gemeentelijke werkgroep waarin o.m. heemkundekringen van Bergeijk en Riehoven. 30

Inwoners Inwoners Inwoners Inwoners Inwoners Inwoners 1438 1496 1526 1795 1899 eind 1996 Bergeijk 1235 1060 1245 1336 1933 10704 Luyksgestel geen gegevens 533 854 2897 Riethoven 480 495 520 522 530 2328 Westerhoven 485 660 630 481 553 1840 Totaal 2200 2215 2395 2872 3870 17769 Inwonertallen van de dorpen.26

Luyksgestel behoorde tot in 1807 tot de Zuidelijke Nederlanden. Als we daar ruwweg 500 mensen voor invullen, blijkt de bevolking van het moderne Bergeijk tot in de 19e eeuw zo’n 2750 personen groot geweest te zijn. In de 19e eeuw trad er enige groei op, vooral in het oude Bergeijk. In de 20e eeuw vervijfvoudigde de bevolking.

Het oude Bergeijk

Naam Naam afkomstig van Echa, mogelijk afgeleid van een oudere Germaanse naam die veel eiken betekent. Theuws: “Veel eiken zal het bos zijn dat de eerste ontginners aantroffen en waarin zij in de zesde eeuw de eerste boerderijen stichtten. Hun graven zijn aangetroffen in een grafveld dat zich op de plaats van de huidige Fazantlaan bevindt en waarvan de vondsten in het Eicha Museum te zien zijn.” Johan Biemans gaat er van uit dat het element berg in Bergeijk niets van doen heeft met een landschapelijke verhoging, maar dat het afgeleid is van zich bergen, verbergen (zoeken van geborgenheid > borch, burcht).27

Gebied Bergeijk is een gebied waar we tot ver in middeleeuwen een machtsstrijd zien tussen de hertogen van Brabant en de graaf van Loon (na 1366 de bisschop van Luik). De openbare rechtspraak was in Bergeijk zeker vanaf 1285 in handen van de hertog, meer bepaald van diens schepenen in Eersel. Voorts was er een hertogelijk leenhof dat zo zijn eigen rechtsgebied had waar Luiksgestel in viel. De inkomsten uit dat leenhof deelde de hertog gelijkelijk met de graaf van Loon. Pas in 1469 werd een situatie bereikt die tot 1795 voortduurde. Het leenhof verdween, Luyksgestel was Luiks en Bergeijk had een eigen schepenbank.28 Wel gaven de hertogen Bergeijk van 1626 tot 1658 in pand aan een lid van de familie Van Broekhoven. Aflossing van het pand bracht de heerlijkheid in handen van de Staten Generaal in diens rol als hertog van Brabant. De heerlijkheid omvatte ook Westerhoven, Riethoven en Borkel en Schaft. Daarnaast was er het dorpsbestuur van Bergeijk dat bestond uit drie van de schepenen, 10 borgemeesters, tienmannen of raadsmannen, regenten, notabelste ingezetenen en geërfden. Zij bestuurden het gebied dat in 1810 de gemeente Bergeijk ging uitmaken.29

Wapen

26 NB: Luyksgestel "1795" is in feite Volkstelling 1806. "Division administrative et population du département de la inférieure au 1er janvier 1806", Archives national Parijs, Serie F20, nr. 402. Met dank aan Sven Vrielinck, Universiteit Gent. Andere cijfers: Cuvelier, 1912; Volkstellingen NL 1795, 1899. CBS. 27 Theuws in het voorwoord van Vangheluwe e.a. 2009. 28Van Asseldonk, 2010. 29 Sanders, e.a., 1996, 255. 31

25 maart 1958: “Gevierendeeld: I en IV van azuur, beladen met drie leliën van goud, omzoomd van zilver en keel; II gedeeld: a. geschuinbalkt van goud en azuur, van zes stukken, omzoomd van keel; b. van sabel, beladen met een leeuw van goud, getongd en genageld van keel; III gedeeld: a. geschuinbalkt van goud en azuur, van zes stukken, omzoomd van keel; b. van zilver beladen met een leeuw van keel, gekroond, getongd en genageld van goud. Over alles heen een schild van goud, beladen met een leeuw van sabel, getongd en genageld van keel. Het wapenschild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen en ter linkerzijde vergezeld van een eikeboom en ter rechterzijde van het beeld van de Heilige Petrus, dragende in zijn rechterhand een sleutel, alles van goud.” Bergeijk ressorteerde oorspronkelijk onder de hertogelijke schepenbank van Eersel. Op 14 december 1469 werd Bergeijk van de schepenbank van Eersel afgescheiden en kreeg toen een eigen schepenbank en schepenzegel. Hiervan is het gebruik bekend vanaf 1476, afdrukken vanaf 1488. In 1815 zond de burgemeester zijn enige zegelafdruk in, dat bij diploma van 16 juli 1817 als wapen bevestigd werd. Het was een nogal verminkte vorm van het Bourgondische wapen. Bij Koninklijk Besluit van 25 maart 1958 nr. 2 werd het wapen verleend. Het wapenensemble is op het diploma op een groene arabesk geplaatst. Burgemeester en wethouders stelden aan de gemeenteraad voor het wapen van de voormalige gemeente Bergeijk voor de nieuwe gemeente vast te stellen, wat de gemeenteraad op 25 september 1997 deed. 30

Historische beschrijvingen 1811 "Behalve de gecultiveerde landerijen heeft men nog een grote uitgestrektheid woeste grond, bestaande uit gemeenteweiden en broekland, waarin men het ledige vee laat grazen. De veldvruchten bestaan voornamelijk uit rog, haver, boekweit, spurrie, aardappelen, wortelen en rapen. Het ontbreken van voldoende mest is het grootste manco om de arme zandgrond in cultuur te kunnen brengen." 1900 De gemeente heeft een oppervlakte van 5233 bunders overwegend uit zand of voor een klein gedeelte uit afgegraven hoogveen bestaande. Landbouw en het uitventen van verschillende natuurproducten schenken den inwoners het nodige. De gemeente bevat 2 dorpen , Bergeyck-op-het Hof en Bergeijk-op- het Loo , de buurt Hooge-Berkt en de gehuchten Eykerseind, Lage Berkt, Rund, Muggenhol, Spaanrijt, Wiebosch, Groot-Wilreid en Klein- Wilreit. 1950 Het Heksenbusselke, een groepje grillig gevormde bomen bij elkaar, staat midden op de Bergeijkse akkers als een herinnering aan allerlei spokerijen in het verleden. En nog steeds durven mensen daar s’nachts niet te komen. 2000 Bergeijk is rijk aan natuurschoon met bossen, hei, vijvers, vloeiweiden en weteringen gelegen aan de Kempenroute. Het Eichamuseum exposeert voornamelijk vondsten uit de prehistorie. In de Kattendans dansen geen poesen maar het is een cultuurpodium. Landelijke grootheden houden hier vooral hun try-outs. Het luihuis bij St. Petrus Banden kerk is het enige overgebleven exemplaar in Brabant en de Ploeg is een schepping van Rietveld, een fabriek in harmonie met de natuur.

Luyksgestel

Naam Gestel, 1343 Gastel, is een samenstelling van ‘lo’ met ‘geest’. ‘lo’ kan op een poel wijzen maar ook op een open plek in het bos. ‘geest’ wijst op zandgrond., zodat de naam zowel kan betekenen: ‘poel in een zandige omgeving’ als ‘open plek in een bos op zandgrond’. Het element ‘Luyks’ verwijst naar het prinsbisdom Luik waar deze plaats lange tijd onder hoorde, nadat ze daarvoor tot het graafschap Loon behoord had. 31

30 Originele wapendiploma 1817: verloren. Foto wapen (1817) uit Wapenregister Hoge Raad van Adel: RHCe, THA, Zegelkaarten, doos 2. Foto wapen (1958) uit Wapenregister Hoge Raad van Adel: RHCe, THA, Atlantisnr. 10146. Melssen, 1987. Rapport betreffende herziening van de wapens van gemeenten en de instelling van wapens voor de dorpen in de Regio Eindhoven [Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde, september 1996]. Van Asseldonk, 2003, 258-259. Melssen, 1999, 1-4. 31 Debrabandere e.a., 2010, 85, 150; Van Berkel en Samplonius, 1995, 143. 32

Gebied Luyksgestel was een heerlijkheid, aanvankelijk gelegen in het graafschap Loon en na 1366 in het prinsbisdom Luik. In het midden van de 16de eeuw kwam de naam "Luiks"-Gestel in zwang, daarvoor sprak men van Gestel, Gestel bij Bergeijk, Gestel bij Lommel, enzovoorts. Het dorp lag in de middeleeuwen in het "dominium Eyke". Een deel van de heerlijkheid was - tenminste vanaf het midden van de 14de eeuw - een leen van het graafschap Loon, later de bisschop van Luik. In 1757 kwam dat deel in handen van de gemeente van Luyksgestel. Het dorpsbestuur bestond uit een raad van vijf burgemeesters en vijf afgaande burgemeesters. De meijer en schepenen mochten zich niet met de dorpsfinancien bemoeien.32 Al in 1794 ingelijfd bij Frankrijk, werd het grootste gedeelte van het dorp in 1808 geruild met Lommel en bij Brabant gevoegd. In 1815 werd de gemeente ondergebracht bij het Departement van de Twee Nethen onder het gouvernement-generaal van België, later de provincie Antwerpen. In 1818 werd Luyksgestel bij Noord-Brabant gevoegd.

Wapen

3 juli 1920: “In zilver drie boomen van sinopel op eenen geestgrond van natuurlijke kleur; het schild gedekt met eene gouden kroon van drie bladeren en twee parelpunten.”

Afdrukken van een schependomszegel zijn bekend uit de jaren 1720-1773. Dit schependomszegel kan gezien de naam "LUYX.GESTEL" in het randschrift niet van vóór het midden van de 16de eeuw dateren. Het vertoont een wapenschild, gedwarsbalkt van zeven stukken. Het betreft hier het wapen van de graven van Loon. In 1816 beraadslaagden, op aanschrijvingen van de gouverneur van de provincie Antwerpen, "le maire et conseil municipal de la commune de Luycksgestel" over het gemeentewapen. Er werd een wapen gemaakt met in het midden daarvan een haan, voor zich houdend een gedeeld schild; I twee kleine vliegen; II gevuld van hoog naar laag. De gouverneur zond dit afschrift van het vergaderverslag met tekening door aan de Hoge Raad van Adel. Onduidelijk is waarom niet werd gereageerd. In 1818 kwam de toevoeging van het dorp aan Noord-Brabant wel in de vergadering van de Hoge Raad van Adel aan de orde, doch werd voor kennisgeving aangenomen. In 1839 schreef de burgemeester dat hij de kleuren van het schild en van de afbeelding van de Heilige Maarten in het schild niet kende. Dat wapen werd gevoerd toen de gemeente nog onder het Bisdom Luik viel. Ten tijde van het Departement van de Nedermaas was dat schild ingetrokken. Het dorpsbestuur heeft volgens het bovenstaande dus kort na 1818 een zegel doen snijden met daarin een ruiter met hoed en wapperende mantel op een springend paard op een grasgrond. In 1919 verzocht de burgemeester aanvankelijk om een wapen met Sint-Maarten, patroon der kerk, én het wapen van de familie Meijlink. J.A.M.M. Meijlink was burgemeester van Luyksgestel van 1919 tot 1925. De Hoge Raad van Adel vond een nieuw wapen met Sint-Maarten in Noord-Brabant niet wenselijk en gaf de voorkeur aan een wapen, dat zou verwijzen naar de naam van de gemeente. Men voelde het meest voor het tweede deel van de naam, dat toen (1919) werd verklaard als "lo op den geest" in dit geval bosch op hoge zandgrond. Heraldisch vertaald werd dat "drie bomen op een zandgrond". Een relatie met Luik, bijvoorbeeld middels een vrijkwartier, werd toch niet zo wenselijk geacht. Bij Koninklijk Besluit van 3 juli 1920 nr. 70 werd het bovenstaande wapen verleend.33

Historische beschrijvingen 1811 "Luyksgestel was tot 1795 een Luiksche heerlijkheid, nagenoeg geheel door het gebied van de Staten Generaal ingesloten. De gemeente werd als onderdeel van het prinsdom Luik

32 Sanders, e.a., , 399. 33 Originele wapendiploma in RHCe, THA, Atlantisnr. 23996. Foto wapen uit Wapenregister Hoge Raad van Adel: RHCe, THA, Atlantisnr. 10148. Rapport betreffende herziening van de wapens van gemeenten en de instelling van wapens voor de dorpen in de Regio Eindhoven [Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde, september 1996]. 33

Frans gebied. In 1807 werd Lommel geruild en viel zij binnen het gebied van het koningrijk Holland. In 1814 viel ze onder België maar kort daarna viel zij in de provincie Noord-Brabant." 1900 In de gemeente leven de meeste inwoners van de landbouw. Doch er zijn onder hen ook teuten of reizende kramers. Een hevige brand verteerde den 1 april 1840 de fraaie St.Maartenskerk in wier plaats in 1841 een nieuwe kerk is gesticht. 1950 Het hoogste punt van Brabant ligt in Luyksgestel de Stevensbergen. Daar ligt een duin, die een hoogte heeft van 43 meter. De Stevensbergen bevinden zich achter het openluchttheater van Luyksgestel, de Hunnebergen.

Riethoven

Naam Riethoven, 1368 Rijthoven, is een samenstelling van ‘rijt’, begindalletje van een waterloop, met ‘hoven’ dat op meerdere boerderijen duidt. De naam betekent dan: de boerderijen aan het begin van de beek.34

Gebied Het hertogsdorp, na 1658 statendorp, Riethoven viel tot 1810 onder de schepenbank van de heerlijkheid Bergeijk in het Kwartier van Kempenland. Daarnaast was er voor Riethoven zelf een klein dorpsbestuur, bestaande uit twee schepen, regenten en burgemeesters. In 1810 werd Riethoven een gemeente.35

Wapen

26 september 1945: “Van lazuur beladen met het beeld van St. Willebrordus van goud.”

Niet onmogelijk is dat Martinus Bouwens (1511-1583), om zijn geboorteplaats ook Rythovius genoemd, eerste bisschop van Ieper, de dorpssymbolen en -kleuren in zijn wapen opnam: in blauw drie rietstengels van zilver. De burgemeester schreef in 1815 aan de gouverneur der provincie dat zijn dorp voordien met die van Bergeijk, Westerhoven, Borkel en Schaft een schepenbank uitmaakte en dat zij gezamenlijk een wapen voerden [lees: zegelstempel gebruikten]. Daarom stelde hij voor de gemeentepatroon Sint-Willebrord in bisschoppelijk gewaad als wapen te mogen gaan voeren. Bij Koninklijk Besluit van 31 augustus 1818 nr. 74 werd aan de gemeente als wapen verleend: "Zijnde een schild van lazuur beladen met het beeld van St. Willebrordus van goud." De kleuren zijn de rijkskleuren. Het wapen vertoont het heiligenbeeld met de kromstaf in zijn linkerhand en een kerkgebouw in zijn rechterhand omhooghoudend. Op 26 september 1945 werd door de voorzitter van de Hoge Raad van Adel een nieuw wapendiploma aan de gemeente verstrekt, het oude van 14 oktober 1818 was toen blijkbaar zoek. De bovenstaande tekening wijkt hier iets af van het origineel. 36

Historische beschrijvingen 1811 "In 1800 telde Riethoven 580 inwoners in 104 huizen. De arbeiders en ambachtslieden verdienen dezelfde lonen als te Bergeijk, nl. 5 stuivers per dag. In dit dorp woont geen enkele bakker maar er is wel een brouwer, een kerk, een pastoor en een schoolmeester." 1900 De gemeente Riethoven of Rythoven heeft een oppervlakte van 1707 bunder die overwegend uit zandgrond bestaat, met uitzondering van enige beekkleiafzettingen langs de Keerschop, welk beekje de oostgrens vormt. De bewoners beoefenen de landbouw, er zijn enige

34 Van Berkel en Samplonius, 1995, 195 - 196. 35 Sanders, e.a., 1996, 459. 36 Originele wapendiploma in RHCe, THA, Atlantisnr. 23997 (1818, kopie 1945). Foto wapen (1818) uit Wapenregister Hoge Raad van Adel: RHCe, THA, Zegelkaarten, doos 2. Rapport betreffende herziening van de wapens van gemeenten en de instelling van wapens voor de dorpen in de Regio Eindhoven [Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde, september 1996]. 34

weverijen en molens. De gemeente bevat naast het dorp Riethoven de gehuchten Broekhoven en Walik of Waalwijk. 1950 Ondanks het feit dat Riethoven zo klein is en een gering aantal inwoners heeft, is het nog steeds een zelfstandige gemeente, zonder enige industrie, uitsluitend een landbouwdorp. Het heeft wel al geruime tijd de burgemeester met Westerhoven moeten delen.

Westerhoven

Naam Westerhoven, ook in 1228 al zo gespeld, betekent : de westelijk gelegen boerderijen.37 Dat moet dan vanuit Dommelen of Valkenswaard bekeken zijn!

Gebied Het hertogsdorp, na 1658 statendorp, Westerhoven viel tot 1810 onder de schepenbank van de heerlijkheid Bergeijk in het Kwartier van Kempenland. Daarnaast was er voor Westerhoven zelf een klein dorpsbestuur van één schepene, burgemeester en twee rekenmeesters. In 1810 werd Westerhoven een gemeente.38

Wapen

30 augustus 1989: “Gedeeld; I in sabel drie drielingsbalken van goud en in een schildhoofd van zilver een lelie van keel; II in azuur twee schuingekruiste knotsen, vergezeld boven en aan beide zijden van een St. Jacobsschelp, alles van goud. Het schild ter linkerzijde gehouden door de Heilige Servaas, bisschop van Tongeren-, van natuurlijke kleur, met een mijter van zilver. Geboord en gevoerd van keel, gekleed in een albe van zilver, een overtuniek van goud, geboord van keel, een antieke kazuifel van keel, geboord en gevoerd van goud, geschoeid van keel en houdende in de linkerhand een kromstaf van goud en een sleutel van zilver.”

De burgemeester schreef in 1815 aan de gouverneur der provincie dat zijn dorp voorheen geen afzonderlijk wapen had maar in voorkomende gevallen dat van Bergeijk, waartoe Westerhoven behoorde, gebruikte. Mocht het nodig zijn dat zijn gemeente een eigen wapen zou moeten voeren dan wist hij niets anders te bedenken dan de beeltenis van Sint-Servaas, de patroon van de gemeente. Bij Koninklijk Besluit van 31 augustus 1818 nr. 74 werd als wapen verleend: "Zijnde een schild van lazuur, beladen met het beeld van St. Servaas van goud." Op 25 februari 1952 werd een nieuw diploma gegeven. De tekst was bijna gelijk aan die van 1818, maar de afbeelding week nogal af, de tekening was namelijk veel gedetailleerder. In 1988 deed het streekarchief – voorloper van het RHCe – op verzoek van het gemeentebestuur een onderzoek naar het gemeentewapen. Op basis van de verstrekte gegevens volgde een wapenverlening bij Koninklijk Besluit van 30 augustus 1989 nr. 89.017377: "Gedeeld; I in sabel drie drielingsbalken van goud en in een schildhoofd van zilver een lelie van keel; II in azuur twee schuingekruiste knotsen, vergezeld boven en aan beide zijden van een St. Jacobsschelp, alles van goud. Het schild ter linkerzijde gehouden door de Heilige Servaas, bisschop van Tongeren-Maastricht, van natuurlijke kleur, met een mijter van zilver. Geboord en gevoerd van keel, gekleed in een albe van zilver, een overtuniek van goud, geboord van keel, een antieke kazuifel van keel, geboord en gevoerd van goud, geschoeid van keel en houdende in de linkerhand een kromstaf van goud en een sleutel van zilver." De drielingsbalken en de lelie herinneren aan het schependomszegel voor de jurisdictie van de schepenbank van Eersel, het zegel met de

37 Van Berkel en Samplonius, 1995, 256. 38 Sanders, e.a., 1996, 530. 35 lelies, en vertegenwoordigen daarmee de hertogelijke helft van het dorp. Ook geeft die helft van het wapen de ligging in het Kwartier van Kempenland aan. Heraldisch links is het wapen van de Sint- Jacobsabdij te Luik, de andere heer ter plaatse, opgenomen. Het geheel wordt vastgehouden door de parochie- en gemeentepatroon Sint-Servaas, die is getekend naar een Zuidduits miniatuur uit het begin van de dertiende eeuw. De sleutel in zijn hand is die, die in de Maastrichtse schatkamer berust.39

Historische beschrijvingen 1811 "Westerhoven is groot 1081 bunders en wordt doorsneden door de Keersop. De bevolking leeft meest van de landbouw. De gemeente bevat het dorp Westerhoven en de gehuchten Erpenstraat, Heide of Heidestraat en Braambosch." 1900 In de kom van het dorp woonden in 1870 maar 94 inwoners. Het heeft een R.K. kerk. In 1688 brandden de Franschen er de pastorie af en in 1747 hebben zij er ook huisgehouden door brandschattingen. 1950 Westerhoven is overwegend agrarisch gebleven. Door de uitgestrekte bossen met heide en vennen is de gemeente rijk aan natuurschoon. Door de aanleg van recreatiecentra, zoals het Eurostrand, woonden er op den duur veel meer toeristen en tijdelijke gasten in de gemeente dan ingezetenen.

39 Originele wapendiploma (1818): verloren. Foto wapen (1818) uit Wapenregister Hoge Raad van Adel: RHCe, THA, Zegelkaarten, doos 2. Foto wapen (1989) uit Wapenregister Hoge Raad van Adel: RHCe, THA, Atlantisnr. 10156. Melssen, ‘Het gemeentewapen van Westerhoven’,1988, 75. J.Th.M. Melssen, Westerhoven, onderzoek naar elementen voor gemeentewapen en -vlag [Streekarchief Zuid-Oost Brabant Eindhoven, 1989, typeschrift]. Melssen, 1990. Rapport betreffende herziening van de wapens van gemeenten en de instelling van wapens voor de dorpen in de Regio Eindhoven [Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde, september 1996]. 36

2.2. Thema’s

Thema: 12 Oude infrastructuur

Dit thema wordt gebruikt voor het onderbrengen van de oudste categorie wegen en routes: de pré- Romeinse en Romeinse wegen, waarvan het beloop veelal op giswerk en stoute dromen is gebaseerd. Het gaat hier om verbindingsroutes, vaak bundels van banen, die maar met enige vaagheid aan te wijzen zijn als daterend van vóór de Romeinse tijd of van in die Romeinse tijd, met de bijhorende beekovergangen, dat zijn hier dan altijd voorden. Omwille van hun vaak hypothetisch karakter hier apart gezet van de middeleeuwse infrastructuur.

12.1 Prehistorische wegen Prehistorische wegen volgen vaak terreinhoogten, soms gemarkeerd door grafheuvels etc. of juist op basis daarvan verondersteld.

12.2 Romeinse wegen Romeinse wegen zijn verondersteld of echt aangetoond rechte wegen.

1.12.2.001 Noord-Zuid: een Romeinse Weg Mennen heeft onlangs weer eens de Romeinse route Tongeren – Rossum onder de aandacht gebracht die al langer in de literatuur bekend was.40 Hij baseert zijn lokalisatie op enkele middeleeuwse heerwegen. Iedere door de heer (hertog) gegarandeerde doorgaande weg heette in de Middeleeuwen evenwel al snel Heerweg of ’s-heren weg en hoeft dus niets met Romeinen van doen te hebben. Deze veronderstelde route wordt door hem via Koningshof-Heer, het Goor op de Run, de Valentinuskapel bij de brug over de Keersop door het oosten van Westerhoven en Riethoven naar de latere kapel bij Borkel naar het Romeinse kerkhof bij Kolis nabij Klein Brogel en zo verder naar Tongeren getekend als onderdelen van een vrijwel rechte lijn tussen de grenspaal Graaf van Loon en het gehucht Straten in Oirschot. De weg is vooral een theoretische gedachtenoefening.

12.3 Voorde Voorde horend bij deze oude wegen en routes. Omdat de voorde/brug op drie plaatsen in het systeem voorkomt (zeer oude wegen, doorgaande en lokale wegen), bepaalt het type weg waar de voorde/brug geboekt moet worden. Bovendien zijn veel voorden door grotere of kleinere bruggen vervangen.

12.4 Middeleeuwse hoofdwegen

1.12.4.002 Turnhoutervoort-Kattenrijt Door Bergeijk loopt een erg oude verkeersroute. Tot ca 1210 was dit een deel van de doorgaande weg Antwerpen – Turnhoutervoorde – Eersel – Kattenrijt – Roermond.41 Nadien is de weg ingeschakeld in de route Breda – Maastricht. De in 1788 deels op rechte dijken op een westelijker tracé door de hei gelegde weg staat bekend als “Bredase Baan”.42 Volgens Panken is het Bergeijkse deel aangelegd tussen 1789 en 1791. Deze weg is nooit verhard. Een deel is nog zichtbaar tussen Bergeijk en Terkooijen bij Bladel. Ten zuiden van Bergeijk loopt de weg verder als Bredasedijk. In België is het tracé verdwenen door de aanleg van vloeiweiden.

40 J. Mennen, 2003: Een Romeinse weg door het Dommelgebied van Tongeren naar Rossum?, in: Noordbrabants Historisch Jaarboek 20, 10-46. 41 Van Asseldonk en Leenders, 2003. 42 Hendrik Verhees tekende hem op een kaart in 1794. Hij kwam toen uit op de Luikersteenweg ter hoogte van het huidige LUNA-ijsstation. 37

1.12.4.009 Postelse baan Het vermoeden bestaat dat er een oude baan van de Keersopse watermolen via Riethoven, Bergeijk, Luyksgestel verder naar het zuidwesten liep. De waaier van holle wegen ten zuidwesten van het gehucht Boscheind markeert het begin van een wegenbundel over de heide. De bestemming van deze weg was o.a. de abdij Postel en veel verder weg Herentals.

38

Thema: 13 Doorgaande wegen

De dorpen worden vanouds doorsneden door landwegen verbonden met de rest van Brabant en de wereld. Het beloop van die wegen is in den regel goed bekend, de ouderdom van de wegen van voor 1800 is vaak onduidelijk. De doorgaande wegen verbinden dorpen onderling of met verder weg gelegen steden en streken.

Een kenmerk van de middeleeuwse wegen is dat ze zorgvuldig de hogere gronden volgen, enigszins bochtig zijn en hier en daar overgaan in bundels van alternatieve wegen. Dit laatste maakt dat beter van routes gesproken kan worden. Rivieren en beken werden aanvankelijk overgestoken bij een voorde of doorwaadbare plaats. Juist in de doorgaande wegen zijn die het eerste door bruggen vervangen. Zo'n voorde of brug werd vaak de focus van een tweezijdige wegenwaaier. Er zijn echter ook eenzijdige wegenwaaiers: de punten waar alternatieve wegen afsplitsten en punten waar een weg het cultuurland verliet en daar het keurslijf van akkers en heiningen kon afschudden. Dergelijke eenzijdige wegenwaaiers markeren dus het punt tot waar de ontginningen strekten. Bij veren, bruggen en kruisingen verrezen vaak ook herbergen. Nabij steden werden stukjes weg bestraat, maar de vraag is of dat in op de dorpen ook gebeurde.

Vanaf het midden van de zeventiende eeuw werden nieuwe met bomen beplante rechte en tonnerond gelegde wegen (“dijken”) aangelegd ter vervanging van de beroerde middeleeuwse wegen. Het zelfde idee werd vanaf 1810 op een hoger schaalniveau herhaald met de wegen die door Napoleons genie en onder koning Willem I aangelegd werden. Deze "rijkswegen" waren echte interregionale wegen, kaars- recht, bestraat en beplant. De kosten moesten weer via tollen terug verdiend worden. Opnieuw raakten er zandwegen buiten gebruik. De "provinciale wegen" die in de negentiende eeuw tot stand kwamen waren daarentegen niets anders dan verbeterde interlokale wegen. Ze behielden dus hun bochtig verloop, al werd er hier en daar een lastige bocht opgeruimd of een ontbrekend stuk nieuw aangelegd. Tenslotte (hier vanaf 1863?) verschenen de spoorlijnen op geheel nieuwe spoorbanen en trammetjes (vanaf ca 1880?) die meestal in de berm van bestaande wegen reden.

13.1 Doorgaande weg Min of meer duidelijke baan. Indien er bundels banen optreden, die banen afzonderlijk opnemen, zodat de bundel duidelijk wordt.

Van de kwaliteit van het wegennet vóór 1800 moeten we ons niet al te veel voorstellen. Het verkeer moest zich behelpen met zogenaamde aarden banen, die we hier en daar in de Kempen nog wel tegen komen: zandwegen, die in een droge zomer veranderden in stoffige banen en in de winter moeilijk begaanbaar waren, doordat ze in modderpoelen veranderden, waarin de karren, die de weg gebruikten diep wegzakten.

Op kaart van Blaeu uit 1635 zien we dat Bergeijk aan de weg van Eindhoven naar Diest ligt. Deze weg steekt bij Blaarthem de Gender over en loopt via Riethoven naar Bergeijk. Daarna loopt de weg over Luyksgestel en Lommel naar Diest. Dit is de enige weg destijds vanuit Eindhoven naar het zuiden.43

Op kaart Hendrik Verhees uit 1794 zijn de volgende verbindingswegen zichtbaar: - naar Luyksgestel (volgens Panken in veertien dagen aangelegd in 1773) - naar Riethoven op kaart onverharde karweg (volgens Panken aangelegd in 1805) -1843 (volgens Panken): aanleg weg Weebosch-Postel (voorheen meerdere heipaden naar Postel) - 1808 (volgens Panken): aanleg weg Bergeijk – Borkel (voorheen een voetpad)44

De volgende doorgaande wegen zijn van de kadasterkaart van 1832 overgenomen:

43 Vangheluwe e.a., 2009, 145. 44 Een zeer oude weg. Door W. Blaeu in 1634 getekend van “Bergeijjck naar Borkell” langs ’t Huys. 39

Uniek nr Naam Type Relictstatus 1.13.1.001 Broekstraat Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.002 Oude Postelseweg Doorgaande weg bestaat nog, deels verlegd 1.13.1.003 Stevertsebaan Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.004 Heestertsche Dijk Doorgaande weg bestaat nog, deels verlegd 1.13.1.005 Eerselsche Dijk Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.006 Dijk van Postel naar Luijksgestel Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.007 De Lommelsche Dijk Doorgaande weg bestaat nog, deels verlegd 1.13.1.008 Reiderstraat Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.009 Bredasche Dijk Doorgaande weg bestaat nog, deels verlegd 1.13.1.010 Steenweg Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.011 Hofmanheideweg Doorgaande weg bestaat nog deels, deels verwijderd 1.13.1.012 Oude Weerderdijk Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.013 Weerderdijk Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.014 Bisschop Rijthoviusdreef Doorgaande weg bestaat nog deels, deels verwijderd 1.13.1.015 Schoolstraat Doorgaande weg bestaat nog deels, deels verwijderd 1.13.1.016 Neerreidweg Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.017 Neereidweg Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.018 Luikerweg Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.019 Schadewijk Doorgaande weg bestaat nog 1.13.1.020 Bredasche Baan of Heeren Weg Doorgaande weg bestaat nog

1.13.1.002 Oude Postelseweg Doorgaande route vanuit Postel via Witrijt naar de windmolen van Bergeijk.

1.13.1.005 Eerselsche Dijk Weg naar Eersel, volgens Panken aangelegd in 1746; voordien een karrespoor. Op de kaart van Verhees, 1794.

1.13.1.009 Bredasche Dijk Lommel verzoekt in 1773 om de aanleg van een dijk van Hongarije naar ’t Loo. Loo is hier geen voorstander van, omdat zware karren hun weg onbegaanbaar zullen maken. “Zij verzochten dat de voerlieden met hunne zware karren waarvoor soms 8 en 9 paarden gespannen zijn, gelast mochten worden, de oude heerbaan genaamd den Keulschen weg (dit is de oude weg, die van Hapert langs de Witrijt naar Lommel liep) te gebruiken, in welk geval die voerlieden de route zouden behooren te nemen van den Eerselschen dijk, komende op dien van Bergeik rechts af op den Hoogen Berkt, van daar op den Lagen Berkt over de Ketelaarsbuchten over het Heike bij de Heikerk, zoo op Luiksgestel naar Lommel.” (Panken).45

1.13.1.010 Steenweg van Den Boschnaar Luik Deze weg loopt over een klein stukje over Bergeijks grondgebied, helemaal in het zuidoosten. Iets zuidelijker werd in 1790 - 1792 aan de toen al aanwezige zandbaan een grenspost gebouwd. Dit wegdeel werd pas in 1818 bestraat. Na de grenscorrectie kwam er een nieuwe grenspost, 4,4 van de oude post.

1.13.1.017 Neerreidweg

45 Vangheluwe e.a., 2009, 149. 40

1808 (volgens Panken): aanleg weg Bergeijk-Borkel, voordien een voetpad. Op de kaart van Verhees, 1794.

1.13.1.021 Provinciale weg 1873-1875: aanleg provinciale weg Leende-Valkenswaard-Dommelen-Westerhoven-Bergeijk- Luyksgestel. In de kom verhard met klinkers, daarbuiten met grint. Zware transporten konden voortaan vanuit Eindhoven Bergeijk bereiken. In 1930 blijkt de weg tot Luyksgestel bestraat te zijn. De weg liep van Luyksgestel via het Loo, de Broekstraat en het Hof over het Eijkereind, Westerhoven, Loveren naar Braambosch en staak daar over naar Dommelen.

Uit Bergeijk in Kaart 2009.

13.2 Halte Paardenwisselstation op postbaan, spoorweg of tramstation, tram of bushalte, busstation. 41

1.13.2.001 herberg De Rode Leeuw Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). In het centrum van Bergeijk aan de plaetse.46

1.13.2.002 herberg De Ster Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Aan het marktveld gelegen 18de-eeuwse herberg, genoemd naar de vorm van het uithangbord. Vanaf 1839 met een doel voor boogschutters.47

13.3 Oude rijksweg Wegen uit het rijksprogramma uit de jaren 1810 – 1935. (Daarna krijgen we de moderne autowegen).

13.4 Railweg Spoorlijnen, trambanen, goederensporen (interlokaal maar ook lokaal!)

13.5 Trekpad Trekpad langs rivier of kanaal.

13.6 Veer Oversteek van een rivier met een bootje: aanlegplaatsen, dalende wegen veerhuis.

13.7 Voorde/Brug Oversteek van water via doorwaadbare plaats, vaak later vervangen door een brug, in een doorgaande weg. Doorwaadbare plaatsen heb je in soorten: min of meer dwars op het watert, schuin, zeer schuin of zelfs een heel eind door het water: een “waterstraat” of “langvoort”. Bruggen heb je ook in soorten: een paal in het water om overheen te stappen (‘waterstap”), een balk erover, een vonder, een schoor, een echte houten of stenen brug. Klein water stak met men een gemetseld of houten “heul” over. Omdat de voorde/brug op drie plaatsen in het systeem voorkomt (zeer oude wegen, doorgaande en lokale wegen), bepaalt het type weg waar de voorde/brug geboekt moet worden. Bovendien zijn veel voorden door grotere of kleinere bruggen vervangen.

13.8 Plein Verbreding van een doorgaande weg of samenkomst van wegen die tot een brede open ruimte leidt. De pleinen kunnen allerlei functies hebben. Die per plein proberen vast te stellen!

1.13.8.001 Mgr. Biermansplein Westerhoven Plein waar Westerhoven op vrijdag 27 december 1996 afscheid nam van zijn bestuurlijke zelfstandigheid. Hier werden altijd de belangrijke evenementen en feiten gevierd.

1.13.8.002 Lijnt Bergeijk Kadastraal Sectie B 452 blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Driehoekig plein Lind voor kasteel het Slot. Genoemd naar de lindeboom die er tot 1820 eeuwenlang gestaan heeft.48

1.13.8.003 ‘de plaetse’ Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Een driehoekig plein, de plaetse, lag ten noorden van de kerk met daaraan het kerkterrein, huis De Boer en herberg De Rode Leeuw.49

46 Vangheluwe e.a., 2009, 262; kaart: 254. 47 Vangheluwe e.a., 2009, 276. 48 Vangheluwe e.a., 2009, 269. 49 Vangheluwe e.a., 2009, 249 en 261; kaart:254; W. v. Dooremolen in De Keersopper nr. 1, p. 7 “De markt Bergeijk ’t Hof in 1832”. 42

1.13.8.004 De Straat Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Panken: “Door straat verstaat men van oude tijden het gewezen marktveld benevens de huizenrij van daar oostwaarts tot den schutsboom of de splitsing des wegs van Westerhoven en Borkel”. Met schutsboom, brandkuil en lindeboom.50 De Plaskuil lag op de plaats waar DE Hofloop de Straat overstak.

1.13.8.005 Plaatse Westerhoven Mogelijk in oorsprong het pleintje op de hoek Heijerstraat en Ekkerweg.51

1.13.8.006 Beestenmarkt Bergeijk 1627 huys schuer hof en aengelegen erffenis aen de beestenmerct Kadastraal Sectie A blad 2 (De Enderakkers). De Beestenmarkt is een langgerekt marktplein in het centrum van Bergeijk dat zich uitstrekte vanaf de Eerselsedijk tot de Riethovensedijk. Hier lagen in 1627 de huizen van enkele prominente bewoners, o.a. Goyaart Willem Bergmans met een brouwerij en het ‘Elengoed’ aan de overkant (plaats waar nu het hotel Beukenhof is) met gracht omgeven. Er is ook sprake bij het huis van Bergmans van ‘die camer met het hoochcamerken ende kelder aen de strate’ ofwel een stenen gedeelte (alle huizen waren verder vakwerkbouw met lemen muren). Verder waren er nog een brouwerij, herberg en schaapskooi aan het huis van Bergmans: ‘het brouwhuys en het half aengelaech totten waterlaet toe’ en ‘die schaepskoye aen de schuer metten peertstal, 1603, R21 88v’. De brouwerij die Willem Bergmans in 1627 aan de noordkant van de markt had, blijkt te zijn voortgezet tot het jaar 1791, wanneer het Maatboek ter plaatse eveneens een brouwerij registreert. Verder vinden we er herberg De Keijser en het eerste gemeentehuis.52 De benaming Beestenmarkt veranderde in de 18de eeuw in de verkorte benaming ‘markt’. De oorspronkelijke Beestenmarkt, met afmetingen tot aan de gracht voor Elengoed en tot het kerkpad voor het Teutenhuis werd verkleind tot de huidige ‘Pankenstraat-Hof’ rooilijn. Op de markt voor het Elengoed bevond zich een “laan” met aangeplante bomen dat ‘plantagie’ werd genoemd.53

1.13.8.007 Dorpsplein Riethoven

Afbeelding: het Dorpsplein in Riethoven (november 2010).

13.9 Poort Een doorgang door een natuurlijke barrière zoals een duinenrug, moeras, beekdal, de droge tegenhanger van een voorde dus. Veelal aan een of beide zijden met een wegenwaaier. (Hier wordt dus niet een soort stadspoort bedoeld!)

13.10 Spoorbrug Speciale brug voor spoorlijn of trambaan. Meestal ijzeren of stalen constructies, al dan niet beweegbaar.

50 Vangheluwe e.a., 2009, 276. 51 Verdonk, 2008. 52 W. v. Dooremolen in De Keersopper nr. 1, p. 7 “De markt Bergeijk ’t Hof in 1832” 53 Vangheluwe e.a., 2009, 226. 43

13.11 Tol(huis) Plaats of huis waar tol werd geheven.

13.12 Holle weg Een door langdurig gebruik uitgesleten strook waarin een oude weg loopt. Omdat de holle weg op twee plaatsen in het systeem voorkomt (doorgaande en lokale wegen), bepaalt het type weg waar de holle weg geboekt moet worden.

In Bergeijk werden ruim 50 holle wegen gezien op de AHN-kaarten, samen 32 kilometer lang. Het betreft vaak korte stukken. Er is deels sprake van interessante groepen, zoals de holle paden over de Riethovense Akkers (5,5 km samen) en de akker van Luyksgestel (1,3 km); de fossiele wegenwaaiers bij Reyt (8,3 km) en Boscheind (3,5 km); de fossiele heibanen in de Zwartenbergse Heide (5,5 km) of het ontginningswegenpatroon op de Postelse Heide (2,6 km).

Uniek nr Naam 1.13.12.001 heibaan Mosbergen 1.13.12.002 akkerpaden Rieth. Akker 1.13.12.003 akkerpaden Rieth. Akker 1.13.12.004 akkerpaden Rieth. Akker 1.13.12.005 akkerpaden Rieth. Akker 1.13.12.006 akkerpaden Rieth. Akker 1.13.12.007 akkerpaden Rieth. Akker 1.13.12.008 akkerpaden Rieth. Akker 1.13.12.009 akkerpaden Rieth. Akker 1.13.12.010 akkerpaden Rieth. Akker 1.13.12.011 heibaan Berkterheide 1.13.12.012 akkerpad Akker Bergeijk 1.13.12.013 ontginn. N van Witrijt 1.13.12.014 heibaan Kapelse Heide 1.13.12.015 waaier W v Boscheind 1.13.12.016 waaier W v Boscheind 1.13.12.017 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.018 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.019 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.020 heibaan Zwartenberg 1.13.12.021 waaier W v Boscheind 1.13.12.022 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.023 waaier W v Reyt 1.13.12.024 waaier W v Reyt 1.13.12.025 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.026 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.027 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.028 waaier W v Reyt 1.13.12.029 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.030 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.031 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.032 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.033 waaier W v Boscheind 44

1.13.12.034 heibanen Zwartenb. Heide 1.13.12.035 waaier W v Boscheind 1.13.12.036 heibanen Venakkerbos 1.13.12.037 heibanen Venakkerbos 1.13.12.038 heibanen Venakkerbos 1.13.12.039 Hoogeindse Straat 1.13.12.040 akkerpaden Hasseltse Vel 1.13.12.041 akkerpaden Hasseltse Vel 1.13.12.042 ontginnn. bij De Maai 1.13.12.043 ontginnn. bij De Maai 1.13.12.044 ontginnn. bij De Maai 1.13.12.045 Hoogeindse Straat 1.13.12.046 waaier W v Reyt 1.13.12.047 waaier W v Reyt 1.13.12.048 heibanen Broekh. Heide 1.13.12.049 heibanen Bergerheide 1.13.12.050 ontginn. Postelse Heide 1.13.12.051 ontginn. van Witrijt 1.13.12.052 Zin duinen KL. Borkel

13.13 Jaagpad Trekpad langs turfvaart, kanaal of rivier. [Komt in Bergeijk niet voor].

13.14 Grenspost

1.13.14.001 Barrier / Kleine Barrier Bergeijk Blokvormig woonhuis, oorspronkelijk douanepost, Barrier 6/a Bergeijk. Dit is een rond 1900 gebouwd douanekantoor aan de westzijde van de weg, 570 meter van de grens. De plaats ligt op het zuid- oostpunt van het grondgebied van Bergeijk, waar de rijksweg of Luikerweg de grens met België overgaat (en waar de onderste driehoek van het grondgebied aan de rest van Bergeijk vastzit; zie de kaart. Is gemeentelijk monument

1.13.14.002 Bergeijkse Barrière In 1839/43 opgerichte grenspost aan de oostzijde van de weg Den Bosch – Luik, thans geheten De Barrière. De (Kleine) Barrier ligt ongeveer 800 meter ten noorden van het huidige grenspunt. Dat komt omdat er in 1843 grenscorrectie plaatsvond.54

1.13.14.003 Grenspost Bergeijk-Postel

13.15 Laanbeplanting

1.13.15.001 Boomrijen, houtwallen en lanen Keunensloop e.o. Boomrijen, houtwallen en lanen, langs wegen en waterlopen in een jonge heideontginning. De beplanting bestaat o.a. uit zomereik, zwarte els, grove den, ruwe berk en schietwilg. Het geheel dateert overwegend uit de periode 1900-1930. Cultuurhistorische waarde: hoog. CHW. nr. G154

1.13.15.002 Laanbeplanting Hobbel e.o.

54 Vangheluwe e.a., 2009, 371. 45

Laanbeplanting van Amerikaanse eik, zomereik en linde. Het geheel dateert overwegend van omstreeks 1930. Cultuurhistorische waarde: redelijk hoog. CHW. nr. G229

1.13.15.003 Beukenheg Kerkstraat Circa 100 jaar oude beukenheg in de Kerkstraat.

1.13.15.004 Laanbeplanting Borkelsedijk De eiken bij begin van de Borkelsedijk en de beuken aan de Westerhovense kant zijn een historisch kenmerk voor Bergeijk geworden.

1.13.15.005 Eikenlanen Kasteel Bergeijk (is verdwenen) Ooit was er ook een ‘oprijlaan’ naar het kasteel aan de Lijnt, met aan weerszijden eikenbomen. “twee ryen eyken boomen, voor de brugge der voorscr. Huysige staende” aldus Mr. Panken in zijn Geschiedenis van Bergeijk (p. 219).

46

Thema: 14 Lokale wegen

In Oost-Brabant moest het vervoer vanouds vooral over land geschieden, de Dommel en de Aa waren door hun meanderende loop nauwelijks bevaarbaar. Vervoer vond plaats langs landwegen waarvan de loop werd bepaald door de zandruggen en beekdalen die ze volgden. Deze wegen waren in de zomer stoffig en rul en in de winter nat en modderig.55

14.1. Lokale wegen56

Uniek nr Naam Relict Status 1.14.1.001 Kapelweg bestaat nog 1.14.1.002 Kapelweg bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.003 Kapelweg bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.004 Boscheind bestaat niet meer 1.14.1.005 Dorpstraat bestaat niet meer 1.14.1.006 Lommelsedijk bestaat niet meer 1.14.1.007 Achterste Loo bestaat nog 1.14.1.008 Witrijt bestaat niet meer 1.14.1.009 Sint Gerardusweg bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.010 Weebosserweg bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.011 Weebosch bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.012 Runderbochten bestaat niet meer 1.14.1.013 Hoge Rijt bestaat niet meer 1.14.1.014 Runderbochten bestaat niet meer 1.14.1.015 Weebosserweg bestaat nog 1.14.1.016 Hoge Berkt bestaat niet meer 1.14.1.017 Hoge Berkt bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.018 Vennekens bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.019 Riethovensedijk bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.020 Buchtdwarsstraat bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.021 Bucht bestaat nog 1.14.1.022 Bucht bestaat nog 1.14.1.023 Buchtdwarsstraat bestaat niet meer 1.14.1.024 Puttendijk bestaat niet meer 1.14.1.025 Weebosserweg bestaat niet meer 1.14.1.026 Weerwolf bestaat niet meer 1.14.1.027 Van den Tillaartstraat bestaat nog 1.14.1.028 Hoeker Beemden bestaat nog deels, deels verwijderd, deels verlegd 1.14.1.029 Vlieterdijk bestaat nog deels, deels verwijderd, deels verlegd 1.14.1.030 Kerkstraat bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.031 Lijnt bestaat niet meer 1.14.1.032 Hof bestaat nog 1.14.1.033 Sterrepad bestaat nog 1.14.1.034 Burgemeester Magneestraat bestaat nog, deels verlegd

55 Kolman, e.a., 1997, 45. 56 Naar Vangheluwe e.a., 2009. 47

1.14.1.035 Kleine Broekstraat bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.036 Molenakkers bestaat nog deels, deels verwijderd, deels verlegd 1.14.1.037 Zandhoef bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.038 Berkterbeemden bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.039 Kapellerweg bestaat nog 1.14.1.040 Achterste Loo bestaat niet meer 1.14.1.041 Hoge Rijt bestaat nog 1.14.1.042 Boscheind bestaat niet meer 1.14.1.043 Hoge Rijt bestaat niet meer 1.14.1.044 Hoge Rijt bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.045 Runderbochten bestaat nog 1.14.1.046 Neerrijt bestaat niet meer 1.14.1.047 Hasselsestraat bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.048 Sengelsbroeksestraat bestaat niet meer 1.14.1.049 Schatersdijk bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.050 Vlieterdijk bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.051 Dorpstraat bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.052 Schatersdijk bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.053 Sengelsbroeksestraat bestaat niet meer 1.14.1.054 Weebosch bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.055 Zwarte Bergendreef bestaat niet meer 1.14.1.056 Boscheind bestaat niet meer 1.14.1.057 Boscheind bestaat nog 1.14.1.058 Bosserdijk bestaat niet meer 1.14.1.059 Bisschop Rijthoviusdreef bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.060 Aan de Schutsboom bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.061 Boshovensestraat bestaat niet meer 1.14.1.062 Dorpsstraat bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.063 Hobbel bestaat nog deels, deels verwijderd, deels verlegd 1.14.1.064 Kapelstraat bestaat niet meer 1.14.1.065 Gildestraat bestaat nog 1.14.1.066 Schoolstraat bestaat nog 1.14.1.067 Broekhovenseweg bestaat nog 1.14.1.068 Dorpsstraat bestaat nog 1.14.1.069 Voorderstraat bestaat nog 1.14.1.070 Buchtdwarsstraat bestaat nog deels, deels verwijderd, deels verlegd 1.14.1.071 Heiereind bestaat nog deels, deels verwijderd, deels verlegd 1.14.1.072 Eind bestaat niet meer 1.14.1.073 Heiereind bestaat nog 1.14.1.074 De Rijtjes bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.075 Dorpsstraat bestaat niet meer 1.14.1.076 Heiereind bestaat niet meer 1.14.1.077 Eikestraat bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.078 Eikestraat bestaat niet meer 1.14.1.079 Eikestraat bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.080 Braambos bestaat nog

48

1.14.1.081 Rijksweg bestaat nog 1.14.1.082 Braambos bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.083 Rijksweg bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.084 Rijksweg bestaat nog 1.14.1.085 Rijksweg bestaat nog 1.14.1.086 Braambos bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.087 Loveren bestaat nog 1.14.1.088 Rijksweg bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.089 Weerderdijk bestaat nog 1.14.1.090 Heijerdijk bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.091 Heijerdijk bestaat niet meer 1.14.1.092 Eijkereind bestaat niet meer 1.14.1.093 Eijkereind bestaat niet meer 1.14.1.094 Eijkereind bestaat niet meer 1.14.1.095 Keulsepad bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.096 Aarperstraat bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.097 Aarperstraat bestaat nog 1.14.1.098 Aarperstraat bestaat nog 1.14.1.099 Beukenlaan bestaat niet meer 1.14.1.100 Esdoornstraat bestaat nog deels, deels verwijderd, deels verlegd 1.14.1.101 Kerkstraat bestaat nog 1.14.1.102 Koolakkers bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.103 Esdoornstraat bestaat nog 1.14.1.104 Lange Akkers bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.105 Rijksweg bestaat niet meer 1.14.1.106 Rijksweg bestaat niet meer 1.14.1.107 Beukenlaan bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.108 Berkenstraat bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.109 Eikewal bestaat niet meer 1.14.1.110 Heijerstraat bestaat nog 1.14.1.111 't Aangelag bestaat niet meer 1.14.1.112 't Aangelag bestaat niet meer 1.14.1.113 Ekkerweg bestaat niet meer 1.14.1.114 Heijerstraat bestaat nog 1.14.1.115 Leemskuilen bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.116 Oude Kerkpad bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.117 Oude Weerderdijk bestaat niet meer 1.14.1.118 Leemskuilen bestaat niet meer 1.14.1.119 Dommelsedijk bestaat nog 1.14.1.120 Weebosserweg bestaat nog 1.14.1.121 Witrijt bestaat niet meer 1.14.1.122 Eijkereind bestaat nog 1.14.1.123 Burgemeester Aartslaan bestaat nog 1.14.1.124 Bucht bestaat nog 1.14.1.125 Ekkerweg bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.126 Kerkebochten bestaat niet meer

49

1.14.1.127 Berkenstraat bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.128 Rijksweg bestaat niet meer 1.14.1.129 Heuvel bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.130 Esdoornstraat bestaat nog deels, deels verwijderd 1.14.1.131 Sengelsbroeksestraat bestaat nog, deels verlegd 1.14.1.132 Droevendaal bestaat nog

Onderstaande straten zijn nog niet aan bovenstaande straatnamen gekoppeld of ontbreken vooralsnog op de kaart.

1.14.1.133 Klinkerwegen Eind, Heiereind Klinkerwegen in een tweetal met elkaar samenhangende oude buurtschappen. De structuur van het geheel dateert in eerste aanleg mogelijk nog uit de late middeleeuwen (1250-1500). De bestrating met gebakken klinkers dateert (deels) uit de periode 1890-1940. Cultuurhistorische waarde: Zeer hoog. CHW. nr. HK-HL-11

1.14.1.134 Aan de pad Bergeijk Kadastraal Sectie B 270, 274 blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Akkerpad dat de Hofloop oversteekt bij B278-B282.

1.14.1.135 Achterstraat Bergeijk 1655 den langen acker gelegen in de bergeracker, d’een eynde de bergerheyde, d’ander eynde de achterstraet Kadastraal Sectie A blad 2 (De Enderakkers). Ze liep ten westen van de Walikerweg in noordelijke richting over de Bergerakkers. De naam duidt op een weg of straat die achter een andere weg ligt, in dit geval de Walikerstraat.

1.14.1.136 Belenstraat Bergeijk 1448 johannes de waterhalen de pervis vutfango recepto de comitae de eyck anno 45 sito op beelen straet et ante domum sua Kadastraal Sectie A blad 2 (De Enderakkers). Deze straat staat verder nergens geregistreerd en is daarom moeilijk te lokaliseren. Het perceel is retrospectief verbonden met een akker gelegen in de Bergerakker die in 1627 eigendom is van ‘Peeter Jan Berchmans tot Bercheyck aen de kerck’, CH 60r2. De uitvang hoort bij dezelfde cijns waarin ook sprake is van een uitvang aan de Kerkenbeemd en zal daar niet ver vandaan gelegen hebben. Gezien de ligging in de Bergakkers is het misschien het pad door de heide ten westen van de Bergerakker.

1.14.1.137 Bochtstraat Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Panken over de Bochtstraat: “Ik geef dezen naam aan eene kleine verzameling huizen tot heden de Bucht geheten. Bochten zijn hier hooge, meestal schrale of niet zeer vruchtbare akkers met aarden wallen omringd, die met eiken schaarhout bezet zijn. Nog geen eeuw geleden waren bijkans alle langs den binnenweg naar Westerhoven geleegen perceelen dusdanige akkers: er stond geen enkel huis.”57 Het verlengde van de Bucht richting Westerhoven heet Keulsepad.

1.14.1.139 Daalakkerweg Bergeijk 1791 den Daalakkerweg Kadastraal Sectie A blad 2 (De Enderakkers). Deze akkerweg die in noordelijke richting loopt vanaf het perceel de Hoek richting de Rijen, wordt als volgt door de landmeter Borrenbergen beschreven …: over den Eindovense weg neevens en tusschen ’t scheyden van Westerhoven en den Daalakkerweg tot aan de Rijen.” De Daalakkerweg is de akkerweg naast de Daalakker.

1.14.1.140 Domineestraatje Bergeijk

57 Vangheluwe e.a., 2009/279. 50

Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Straat die langs het abtshuis van de Sint-Jacobabdij liep. In 1836 werd ter plaaatse van Beukenhof hier een huis voor de dominee gebouwd. Een straatje met Marechausseehuis op de hoek, het Abtshuis, Teutenhuis, Kerkje en Elengoed (pastorie/Beukenhof).

1.14.1.141 Donkersteeg Bergeijk 1779 Donkersteeg Kadastraal Sectie A blad 2 (De Enderakkers).Akkerweg die op de grens met Westerhoven van het Eijkereind naar de Riethovenseweg loopt.

1.14.1.142 Egelsweg Bergeijk 1764 over de Egelsweg naar de Rietkolk Kadastraal Sectie C blad 3 (De Maai). Benoeming naar een egel of Mnl. echel, bloedzuiger, die vroeger in de geneeskunde werd gebruikt. Zie ‘de paal den Egelsweg genaamd’. In 1777 wijzen de rentmeester-generaal der Domeinen van Brabant recht in het grensgeschil tussen Lommel en Bergeijk: de grens tussen de gemeenten loopt van het Cranevennesant tot de Egelsweg en vandaar tot de doorsnijding van de Lommelsgracht in de Rietkolk. Het punt waar de Egelsweg bij de grens komt ligt halverwege de onderste driehoek (aan de westkant er van) op de kaart. Vermoedelijk is de Egelsweg de weg die ter plaatse west-oost loopt.

1.14.1.143 Geenderstraat Bergeijk Kadastraal Sectie D blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). Doorsnijdt het beekdal van de Run of Aa en loopt naar Eersel.

1.14.1.144 Kerkpad Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden).Paden ten oosten en westen van de hoeve Kept.

1.14.1.145 Kruisstraat Bergeijk 1569 een stuck lants aen de cruys straet Kadastraal Sectie A blad 2 (De Enderakkers). De kruisstraat was een akkerweg die in noordelijke richting door de Enderakkers liep. De weg was vermoedelijk genoemd naar een hagelkruis dat aan het begin van de akkers gestaan zal hebben als bescherming tegen hagel of ander onheil; bij A 456, of A 428-430? De Kruisstraat die langs de Goijensvelden van de Bucht loopt, verbindt de Straat in het centrum en de Zandstraat.

1.14.1.146 Langen Akkerweg Bergeijk 1791 tusschen den Daal en Langen Akkerweg Kadastraal Sectie A blad 2 (De Enderakkers). De Langen Akkerweg is de weg in noordelijke richting door de Enderakkers ten westen van de Peuk [A 367]. De weg is genoemd naar de Langen Akker waar hij langs liep.

1.14.1.147 Lange Goorstraat Bergeijk 1599 beempt genoempt den koekoecx beempt aen de lange goerstraet Kadastraal Sectie C, blad 1 (De Broekstraat). De weg begint bij de Vlieterdijk en gaat door de weilanden in zuidelijke richting naar de Langvoort. Daar was een voorde door de Aa.

1.14.1.148 Langvoortstraat Bergeijk 1735 eenen beemt genoemt de Vloet, déen sijde aen de langhvoortstraet Kadastraal Sectie C, blad 1 (De Broekstraat). Dit is een weg door de beemden van de Langvoort, vermoedelijk de weg door de beemden die langs de Varrenheuvel loopt richting de rivier de Aa.

1.14.1.149 Lommenstraat Bergeijk 1448 liberorum wouteri fily quondam lommen 1569 een stuck lants aen de lommen straet

51

Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Ook Zandstraat genoemd. Straat aan de noordzijde van de Bucht. Niet te verwarren met nu de Buchtdwarsstraat, destijds de Kruisstraat, die naar de Enderakkers loopt.

1.14.1.150 Varrendijk Bergeijk 1463 van den verrendijck voer Gestel Kadastraal Sectie C 557-558, blad 2 (De Hulsdonk). Deze weg is de voortzetting van de Gijskensdijk, de weg van het Loo naar de Voorste Aa. De plaats ten zuiden van de Hulsdonk waar de weg het dal van de Aa oversteekt. In de 18de eeuw was hier een doorgaande weg: de Bredasebaan.

1.14.1.151 Vonderpad Bergeijk Kadastraal Sectie C, blad 1 (De Broekstraat). Op C 98-C101 staat het huis van Peter Vissers waarin voor 1792 de pastoor een tijdje heeft gewoond. Volgens Panken begint hier de Vonderpad, waar later de grindweg (naar Luyksgestel) over is aangelegd. De Vonderpad betreft een korte weg die het Voorste met het Middelste Loo verbindt. Vonder, vlonder is een primitieve brug over de beek. Verhard in 1951.

1.14.1.152 Zandstraat Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Ook Lommenstraat genoemd. Straat aan de noordzijde van de Bucht. Niet te verwarren met nu de Buchtdwarsstraat, destijds de Kruisstraat, die naar de Enderakkers loopt. Zand verwijst naar de zandverstuivingen op de Bucht, o.a. de Duvelsberg.

1.14.1.153 Heijerdijk en veldwegen Westerhoven Vanuit de Heijerdijk gaan verschillende wegen naar de beemden (De Oudendijkse Beemden en De Dommelaars). De loop van de Heijerdijk is gewijzigd bij de aansluiting met de Heijerstraat.

1.14.1.154 Steltakkers Westerhoven Zandpad vanaf de rijksweg langs bosperceel tegen de grens met Riethoven.

1.14.1.155 Voetpad (kerkpad) tussen Ekkerweg 2 en 4 Westerhoven Het kwam uit op het Keulsepad, de verbinding tussen de Bucht en Westerhoven-dorp. Ook gebruikt om naar de kerk te gaan.

1.14.1.156 Zandpad ’t Aangelog bij Heijerstraat 10 Westerhoven Vanaf de Heijerstraat loopt langs huisnr.10 een zandpad naar het erachter gelegen gebied. Het is al een oud pad dat ook op de kadastrale kaart uit 1828 en oude topografische kaarten te zien is. Ook de naam ’t Aangelog verwijst naar hoge ouderdom. Het pad leidt ook naar de voormalige cementfabriek ‘De Parel’ van Giel Heesakkers.

1.14.1.157 Zandpad ’t Aangelog bij Heijerstraat 14 Westerhoven Ook hier loopt een zandweg langs de boerderij over het erf naar het erachter gelegen gebied. Het is al een oud pad dat ook op de kadastrale kaart uit 1828 en oude topografische kaarten te zien is. Het heet evenals het pad langs huisnr. 10 ’t Aangelog. De beide paden komen een stuk achter de boerderijen bij elkaar en lopen dan samen verder richting Kerkebochten.58

1.14.1.158 Walikerstraat Bergeijk 1563 uuyt huys ende hoff d’een sijde aen die walickerstraet Kadastraal Sectie A blad 2 (De Enderakkers). Het moet een alternatieve naam geweest zijn voor de Punderstraat (tegenwoordig de Riethovensedijk), een naam die niet in het Maatboek voorkomt en die niet is doorgegeven naar de moderne tijd. De straat met die naam voert over Enderakkers naar het gehucht Walik in Riethoven.

1.14.1.159 Mechelmansdijk Bergeijk 1605 neffens den Mechelmas dijck

58 Verdonk, 2008; foto p. 26. 52

Kadastraal Sectie C, blad 1 (De Broekstraat). Het noordelijk gebied van de weilanden wordt doorsneden door een dijk, de Mechelmansdijk (nu: Vlieterdijk), die op de heide uitkwam. Deze dijk loopt over de Aa en heet tegenwoordig Vlieterdijk. De dijk is genoemd naar een persoon.

1.14.1.160 Kerkstraat Bergeijk 1440 bouwland die Kep aen de kerceweg Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Loopt van de kerk naar de Kept.

1.14.1.161 Lijntstraat Bergeijk Verhard in 1951. Mogelijk een oude verbinding van gehucht Eycke naar het kasteel of Slot.

1.14.1.162 Broekstraat Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). De weg Hoek-Lijnt heette vroeger ook Broekstraat en behoorde bij de heerdgang Broekstraaat.

1.14.1.163 Kleine Broekstraat Bergeijk Kadastraal Sectie C blad 1 (De Broekstraat). De Kleine Broekstraat is een weg die van de Burgemeester Magneestraat (vroeger Hoolstraat/Schoolstraat) naar ’t Loo Gaat. De straat begint bij de Kapelleboomkes (C16). De weg is genoemd naar de ligging bij het gehucht Broek. In 1953 verhard.

1.14.1.164 Molenakkers Bergeijk In 1949 verhard. Daarvoor verharding met zinkslakken van de zinkfabrieken in Budel en Overpelt.

1.14.1.165 Hoekerdijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eykereinde en Hoekerbeemden). De huidige Burg. Aartslaan werd vroeger Pelterdijk en later Hoekerdijk genoemd. In de volksmond De Moeskopperdijk naar een cafe op de hoek Burg. Aartslaan – Broekstraat. Panken: “De baan of weg die vervolgens tusschen Broekstraat en de Hoek naar den rijksweg en Neerpelt leidt, heet Hoekerdijk”. Bij Bergeijkenaren ook bekend als “de weg naar den Ouwen Hoek” (is gehucht de Maai).

1.14.1.166 Keppad of Kepstraat Bergeijk 1686 huis en hof aan de Keppad 1605 ackerken genoemt het stompertken zuyt aen de gemeyn Kepstraet Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eykereinde en Hoekerbeemden). Genoemd naar de hoeve Kept. Nu Marijkestraat-Kept geheten.

1.14.1.167 Zandpad ’t Binnenstraatje tussen Heijerstraat 22 en 24 Westerhoven Foto jaren 70.59

1.14.1.168 Zandpad Den Dries tussen Heijerstraat 40 en 42 Westerhoven Loopt richting Keulsepad en Hooge Bochten.

1.14.1.169 Zandpad van Heijerstraat Bij Sectie A 830 Westerhoven Loopt richting Keulsepad.

14.2 Voorde / brug Oversteek van water via doorwaadbare plaats, vaak later vervangen door een brug, in een lokale weg. Doorwaadbare plaatsen heb je in soorten: min of meer dwars op het watert, schuin, zeer schuin of zelfs een heel eind door het water: een “waterstraat” of “langvoort”. Bruggen heb je ook in soorten:

59 Verdonk 2008/32 53 een paal in het water om overheen te stappen (‘waterstap”), een balk erover, een vonder, een schoor, een echte houten of stenen brug. Klein water stak met men een gemetseld of houten “heul” over. Omdat de voorde/brug op drie plaatsen in het systeem voorkomt (zeer oude wegen, doorgaande en lokale wegen), bepaalt het type weg waar de voorde/brug geboekt moet worden. Bovendien zijn veel voorden door grotere of kleinere bruggen vervangen.

De volgende voormalige voorden werden in Bergeijk opgemerkt:

Uniek nr Naam 1.14.2.001 bij Riethoven 1.14.2.002 Steenvoort 1.14.2.003 tussen Schadewijk-Waalwijk 1.14.2.004 750 m ZW van Keersopse watermolen 1.14.2.005 Breerijt, tussen Broekstraat-Loo 1.14.2.006 ZW van Loo, Postelse Baan 1.14.2.007 Lange Voorten 1.14.2.008 over de Fortjesloop 1.14.2.009 bij de Zandhoef 1.14.2.010 over de Zoeferloop 1.14.2.011 Bastervoort 1.14.2.012 Brede Voort 1.14.2.013 Zandvoort 1.14.2.014 Het Vonderke 1.14.2.015 Hoge Brug

Enkele voorden verraden zich doordat de weg een stukje langs de beek loopt. Op één plek is dat een wat langer stuk en dat zie je aan de naam: Lange Voorten. Mogelijk lagen door het beekje de Fortjesloop meer voorden dan ik kon ontdekken.

1.14.2.005 Breerijt, tussen Broekstraat – Loo Bergeijk Kadastraal Sectie C, blad 1 (De Broekstraat). Vroeger was er bij de Slijkdijk (nu: de Vonderpad) een voorde (overgang van de weg over een rivier) over een zijbeekje van de huidige Keersop (nu Breerijt geheten) die Pippelsvoort heette. De naam is verbasterd tot ‘Vorst’. Pubbens voirt (in cijnsboek 1395 kapittel St. Lambertus Luik) > Puppelsvoort tussen ’t Loo en de Broekstraat.60

1.14.2.007 Lange Voorten Bergeijk 1370 de prato dicto langvoert Kadastraal Sectie C, blad 1 (De Broekstraat). Bij de Varrenheuvel loopt een pad door de weilanden naar de Langvoort, een voorde over de Aa richting de Mechelmansdijk (nu: Vlieterdijk). Het gaat hier om een plaatselijk breed stuk in het beekdal, met samenstroming van de beekjes die van ’t Loo komen. Doordat het beekdal breed was, is de voorde en de dijk over de voorde betrekkelijk lang.61 Mogelijk door opstuwing van water door een te smalle of slecht onderhouden duiker (als vervanging van de voorde) lag er direct bovenstrooms een flinke waterplas, de Schofenkuil (1.27.6.002). Deze is aangegeven op de tiendenkaart van Verhees uit 1779 en bestond blijkbaar rond 1900 nog.

1.14.2.011 Bastervoort Bergeijk 1525 de prato dicto die beysse voert Kadastraal Sectie D344 blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). Het tweede lid in de naam Bastervoort is een voorde of rivierovergang over de Aa (Run) in een heideweg. Het eerste lid is een prehistorische moerasaanduiding.62 In de Run of Aa: “Een meer noordelijke oversteekplaats [dan de

60 Vangheluwe e.a., 2009, 103, 325, 334. 61 Vangheluwe e.a., 2009, p. 325, 344-345. 62 Vangheluwe e.a., 2009, 427. 54

Bevert], de Bijstervoort bij de Heinshovel (Hertheuvelse hoef), een hoeve van Averbode die aan de andere zijde in het dorp Eersel is gelegen, is op de kaart niet te zien.”63

1.14.2.012 Brede Voort of Bevert Bergeijk Kadastraal Sectie D blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). De oversteekplaats van de Geenderstraat over de Aa, nu Run, heet Bevert ofwel Brede Voort en deze is door de ruilverkaveling van de jaren 80 verdwenen. Mogelijk een verkorting en klankverandering van ‘beekvoorde’. Panken relateert de naam aan het beven van de grond, wat goed mogelijk is omdat er veen in de grond zit.64

1.14.2.013 Zandvoort Bergeijk Kadastraal Sectie D 41-45, blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). 1340 een wijer genaamd Zandvoert De Weebosscherdijk steekt hier een zijtak van de Aa over. Dit was vroeger de plaats van een doorwaadbare oversteekplaats of voort. De naastliggende beemden, vroeger een wijer of moeras, zijn genoemd naar deze voort. Eveneens op de kaart te zien is dat de voorde zoals de bron in 1612 al aangeeft volledig in de heide lag. Ten zuidoosten van de voorde is een zanderige hoogte, die de zand-component van de naam verklaart. Op de plaats van de Zandvoort is er nu een sloot die merendeels van het jaar droog staat, een aanduiding dat de grondwaterstand tegenwoordig heel wat lager is dan vroeger.65

1.14.2.014 Het Vonderke Westerhoven Het Vonderke lag in Westerhoven vlakbij de Keersop. “Pastoor Antonius Cuijpers, 20 maart 1772 van Westerhoven in den namiddag huiswaarts willende keeren, nabij de grens van Westerhoven en Dommelen gekomen, miste de smalle plank welke over den breeden, diepen sloot lag, viel ter rechterzijde in het moerassige water, en eindigde daar zijn leven. Men noemde deze plaats sedert onheuglijken tijd ‘het Vonderke’. Het lag een bolwerp van de Keerschop en op Westerhovenschen grond.” (Panken)66

1.14.2.015 Hoge Brug Bergeijk Kadastraal Sectie C blad 3 (De Maai). Waar de zandweg Bergeijk-Neerpelt een toevoerkanaal naar de vloeiweide van de Pelterheggen kruist ligt een brug, die Hoge Brug wordt genoemd. De brug werd verhoogd aangelegd, zodat de boten via het kanaal onder de brug door het hooi van de vloeiweiden De Pelterheggen konden afvoeren.67 Ligt net buiten Bergeijks grondgebied.

63 Vangheluwe e.a., 2009, 395. 64 Vangheluwe e.a., 2009, 395, 414. 65 Vangheluwe e.a., 2009, 402. 66 Vangheluwe e.a., 2009. 67 Vangheluwe e.a., 2009, 374. 55

Thema: 15 Gegraven waterlopen

Gegraven waterlopen zijn grotere gegraven waterlopen waaronder kanalen. Behalve de turfvaarten van de Peel zijn er bij Eindhoven nog een aantal wateren gegraven. Het grootste project was de aanleg van de Zuid-Willemsvaart (met bijhorende kanalen) en later het Wilhelminakanaal. Ook is er veel gewerkt aan de kanalisatie van de Dommel. Voor de waterhuishouding van de watermolens werden wat kanaaltjes gegraven. We onderscheiden drie categorieën: bevaarbare kanalen of gekanaliseerde rivieren; gegraven molenwaters en ontwateringssloten die met ontginning en/of grensafbakening te maken hebben.

15.1 Kanalen Scheepvaartkanaal of gekanaliseerde rivieren voor algemeen interlokaal transport, of speciaal voor turftransport (turfvaart). Secundair worden kanalen gebruikt voor watertransport, bijv. ten behoeve van vloeiweiden of ontlasting van rivieren.

15.2 Molenloop Kanaaltje gegraven bovenstrooms van een watermolen om die molen aan een groter hoogteverschil in waterstand te helpen. Molenlopen kunnen meer dan 1 kilometer lang zijn. Bij een watermolen is er soms maar een kort stukje molenloop.

15.3 Sloot / wetering Hier worden de grote ontwateringssloten die met ontginning en/of grensafbakening te maken hebben bedoeld, niet de eindeloos talrijke gewone slootjes. Een wetering is een gegraven waterloop voor de kunstmatige bevloeiing van droge onvruchtbare heidegronden.

1.15.3.001 t/m 1.15.3.075 en 134-135 gegraven afwateringsloten en waterlopen Bergeijk

15.4 Haven [niet in Bergeijk]

15.5 Grachten Kunstmatige beeklopen.

1.15.5.001 Ekkersgracht Bergeijk 1602 eenen beempt gelegen in ’t Bercterbroek aen de eckersgracht (aen erf des heeren van Everbode) Kadastraal Sectie D blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). Aan de Run, een beek op de grens met Eersel. Bijgevolg is Ekkersgracht een tweede naam voor de beek. De naam wijst vanwege het tweede deel ‘gracht’ op een gegraven gedeelte in de beek, mogelijk om meanders van de beek te elimineren.68

1.15.5.002 De Gracht Hoge Berkt Kadastraal Sectie D blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). Op de Hoge Berkt is op de kaart een planmatige aanleg in noordelijke richting. Dit is niet de aanleg van een gehucht, maar de uitbouw van de cultuurgronden van het bestaande gehucht of voor een nieuwe hoeve als verovering op de wildernis. Het betreft een enigszins afgeronde kamp met centrale ontwateringsgracht. Het zal een laat middeleeuwse ontginning zijn. De planmatige aanleg is te zien op de kadasterkaart bij de Hoeve (D 513-D 530) en de Rappbocht (D 537-D 539). Op de eerste plaats steekt het gehucht met de boerderijen en achtergelegen landen als een groot blok uit in de heide. Op de tweede plaats is er een gracht, die kaarsrecht noord-zuid lopend het akkerblok achter de

68 Vangheluwe e.a., 2009, 421-422. 56 aangelagen in tweeën deelt. Deze gracht begon ongeveer bij perceel D 469, dat ‘de Gracht’ heet, en loopt door tot aan de Steenovense Heidevelden (D 535).69

1.15.5.003 Oude Aa / Oude Gracht 1450 totten paelen van Waelijck staende op die oude gracht daeraf den eersten pael staet in den plaetschen geheten Eertbrant 1791 nevens ’t scheyden van Eersel en ten oosten van de oude Aa tot de Venne Kadastraal Sectie D blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). Dit was een grenspunt tussen de gemeint van Eersel, Weebosch en Berkt aan de ene kant en de gemeint van Bergeijk en Westerhoven aan de andere kant (het Loons of Luikse gedeelte van Bergeijk). Dit punt komt overeen met de grenspaal die in 1326 beschreven wordt als: ‘van dier plaetse totter behoorlijcker deylinge tgraeffschap van Lossen’. Dit was een gracht, een gegraven gedeelte in de Aa (Run), bedoeld om meanders in de beek af te snijden. De oude meanders bleven in gebruik als sloten.70 De exacte locatie is niet bekend. Mogelijk is de ligging gelijk met 1.15.5.001.

1.15.5.004 Gracht van het Sloth of Kasteel71

Afbeelding: de gracht rond het Kasteel van Bergeijk op de kaart van 1832 geprojecteerd op de hudige luchtfoto.

1.15.5.005 Hofloop

69 Vangheluwe e.a., 2009, 410. 70 Vangheluwe e.a., 2009, 421. 71 Weekblad De Eyckelbergh nr. 1581, jan. 2007 ‘Het Kasteel van Bergeijk’, W. v. Dooremolen. 57

Gegraven waterloop in de dorpskom van Bergeijk. Die Hofloop ligt ter plaatse van de huidige Sterrepad. De Hofloop is doorsneden tijdens archeologisch onderzoek.72

Uit Vangheluwe e.a., 2009, 252.

72 F. Theuws, 1989: Middeleeuwse parochiecentra in de Kempen 1000-1350, in: A. Verhoeven/F. Theuws (eds.), 1989: Het Kempenproject 3. De Middeleeuwen centraal, Waalre, 97-216, meer speciaal 154-160. 58

1.15.5.006 Gracht rond de Kerk of Kerkschans73 Archeologisch onderzoek in het centrum van Bergeijk, uitgevoerd in de jaren 80 van de vorige eeuw door het IPP74, hebben het bestaan van een grachtenstelsel rond de kerk aangetoond, alsmede kuilen en paalsporen van een nederzetting uit de Volle Middeleeuwen (10e-12e eeuw). Wellicht betreft dit een aristocratisch centrum waarin onder meer ambachtelijke activiteiten, zoals metaalbewerking, plaatsvonden. In kerkelijk opzicht was Bergeijk het centrum van een omvangrijke parochie, waarin belangrijke Luikse stiften vanaf de vroege 11de eeuw bezit hadden. Archeologisch onderzoek in het huidige centrum van Bergeijk heeft geen vroegmiddeleeuwse bewoning opgeleverd, maar wel uit de late 10de en vroege 11de eeuw. De kerk, waarschijnlijk door aartsbisschop Bruno van Keulen in het derde kwart van de 10de eeuw gesticht, vormde de kern van de nederzetting en was het uitgangspunt voor de latere ontwikkeling daarvan. In de kerk zijn tufstenen fundamenten gevonden van een zaalkerk met rechtgesloten koor die volgens Halbertsma uit de 11de eeuw stamt. Paalgaten van vroegere houtbouw en oudere graven wijzen er op dat de vroegste christelijke activiteiten in de 10de of 11de eeuw zijn te dateren. Rond en bij de kerk is een greppelsystemen aangetroffen met vondsten uit de 10de tot 12de eeuw. Zuidelijk van de kerk ontstond in de 11de eeuw een omgreppeld terrein. Of ook de kerk al in de 11de eeuw was omgreppeld is onbekend, maar zeker wel in de 12de eeuw. Het hele complex ligt aan de bron van een kleine nevenloop van de Keersop, de Hofloop. Aan de tegenoverliggende oever ontwikkelde zich mogelijk in dezelfde tijd, in ieder geval vanaf het midden van de 11de eeuw, een woonplaats die nog slechts in beperkte mate is onderzocht. De relatie tussen beide delen, de kerk met greppels en het woongebied, is onduidelijk.

Afbeelding: Plattegrond van de aangetroffen sporen rond de kerk van Bergeijk (uit Theuws 1989, bijlage 2).

1.15.5.006 Gracht rond de

73 Theuws, 1989, 150. 74 Theuws 1989, 144-160. 59

1.15.5.007 Grachtloop rond Elengoed

Afbeelding: Grachtloop rond groot deel van het bezit Elengoed, zoals zichtbaar hierboven op de ingeleurde kadasterkaart van Bergeijk (uit Bergeijk in Kaart).

15.6 Sluis

1.15.6.001 Sasje Bergeijk Kadastraal Sectie C, blad 3 (De Maai). Dit is de naam van een sluisje op het toevoerkanaal van de vloeiweide Pelterheggen.75 Het ligt circa 100 m in Belgie.

75 Vangheluwe e.a., 2009, 374. 60

Thema: 16 Molens

Onder molens verstaan we graanverwerkende en andere industriemolens die als zodanig herkenbaar waren. Op het platteland heeft een groot aantal molens gestaan. De oudste groep bestond uit de door rivierwater aangedreven molens. Sommige zijn zo lang geleden gebouwd en zo vroeg al weer verdwenen, dat er amper een duidelijk spoor van de vinden is: de "spookmolens". Mogelijk waren dat kleine molens die de concurrentie met de latere, grotere, molens verloren. Soms is uit archiefstukken alleen bekend dat er een molen was, maar is de exacte locatie niet bekend (hooguit alleen een globale locatie).

Windmolens waren in vergelijking met de watermolens een nieuwe vinding. Aanvankelijk waren alle windmolens houten standaardmolens. Er kwamen echter in de middeleeuwen al torenmolens voor in de regio. Vanaf 1680 werden steeds meer molens met een stenen romp en draaibare kap gebouwd.

Tot 1800 kon men niet vrijelijk molens oprichten en waren de mensen gedwongen om van bepaalde molens gebruik te maken, zelfs wanneer die erg onpraktisch gelegen waren. Na de opheffing van de heerlijke rechten en de belastingreglementen van de Republiek verrezen rond 1800 daarom molens op beter gekozen plaatsen, terwijl veraf gelegen molens buiten gebruik raakten of naar een betere plek verhuisden. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd stoomkracht ingevoerd in het maalderijbedrijf, maar pas in de twintigste eeuw werden er veel oude molens opgeruimd. De meeste molens maalden graan tot meel. Sommige hadden een meer industriële taak: schorsmalen voor de leerlooiers, olieslaan, het vollen van textiel, het grutten van boekweit, zelfs het malen van snuif kwamen voor.

In eerste instantie heeft men voor aandrijving van de noodzakelijke molens gebruik gemaakt van waterkracht. Rond 1100 waren er in de Nederlanden al heel wat watermolens in bedrijf, rond 1300 nam de bouw van windmolens een vlucht. De bouw van zowel wind- als watermolens vereiste een relatief grote investering, die alleen door kapitaalkrachtige personen of instanties was op te brengen. De eerste molens zijn dan ook gebouwd door de adel die heerlijke rechten bezat en door grote kapittels en abdijen, zoals in Kempenland de abdij van Postel. Omdat deze investeringen hun rente moesten opbrengen, wendden vele eigenaars, zoals Postel, zich tot de hertog, om de plaatselijke boeren te verplichten om op de plaatselijke molen te laten malen. Dit waren de zogenaamde dwang- of banmolens.76

16.1 Windmolen Door windkracht aangedreven graan- of industriemolen. Standerdmolen, later stenen molen; op het vlakke, op een berg of in een berg (beltmolen), al dan niet met galerij.

1.16.1.012 Windgraanmolen bij Ekkerstraat 8 (nr. 4) Bergeijk In 1363 gaf hertogin Johanna van Brabant het klooster Postel toestemming een windmolen te hebben "in den gerichte ende heerlicheyt in den dorpe van Eykelberghe". Pas in 1435-1436 is sprake van de verpachting van de windmolen van Bergeijk. Twee jaar later krijgt Hendrik van Hertingen van de hertog toestemming om in Bergeijk een windmolen op te richt waar hem dat het beste lijkt. Betrof dat herbouw van de molen die twee jaar eerder nog verpacht kon worden? De molen van 1438 werd in 1452 door Van Hertingen overgedragen aan het klooster Postel.77 Het lijkt niet juist dat deze molen de “opvolger” was van de twee graan-watermolens van Bergeik, want die werden nog in 1472 verpacht.

Lang heeft deze molen bekend gestaan als de molen aan het kruis. In een schepenprotocol van de dingbank van Bergeijk vond Panken een vermelding waarmee een hagelkruis bedoeld moet zijn, dat

76 Lijten, 1996, 1. 77 Vangheluwe e.a., 2009, 317, 318. 61 ook elders wel als bescherming tegen noodweer bij een molen werd opgericht. Een andere interessante wetenswaardigheid in het boek van Panken is dat hij een herinnering heeft aan de functie van dwangmolen. Op de standaardmolen heeft Panken tot 1852 tussen de boven en de benedendeur nog het opschrift "Dwang met vliegende schep" aangetroffen dat later is overgeverfd. Nadat er einde was gekomen aan de functie van dwangmolen werd de belasting op het gemaal ingevoerd; sindsdien werd het muldersloon in geld uitbetaald. De molen bleef lang van het Norbertijnenconvent te Postel en was nadien van de domeinen. Van 1829 – 1955 was de molen van particuliere mulders. In 1955 ging de gemeente Bergeijk over tot aankoop van de molen. De huidige molen is een halfgesloten standaardmolen, voorkant en dak gedeeltelijk nog met eiken schalien gedekt, met dakluifel boven het luiwerk. Gerestaureerd. De huidige molen stamt uit de 18e eeuw, volgens een standerdmolenexpert omstreeks 1758. De molen is zeer fraai bewaard gebleven, vooral het interieur is gaaf en tot in de details compleet gebleven. In 1879 werd de molen na blikseminslag hersteld. De molenaarswoning (Ekkerstraat 8) dateert uit omstreeks 1895. De molen werd in 2006 gerestaueerd.

De landschappelijke waarde is niet al te groot aangezien de molen ligt ingeklemd tussen industriële bebouwing en daarbij behoorlijk is ingegroeid. De Bergeijkse molen is aangewezen als instructiemolen en wordt vrij geregeld bemalen. De molen kan worden bezocht. Voor meer informatie over deze molen in de molendatabase, zie voetnoot.78 Beschermd Rijksmonument: Mon. nr. 9260, CHW. nr. KL010-000135.

Afbeelding: Korenmolen Ekkerstraat79

1.16.1.013 Windmolen De Deen, Rijt 54a Luyksgestel Molen De Deen uit 1839. Molen, ronde witgeverfde bovenkruier met belt. De landschappelijke waarde van de molen wordt geclassificeerd als groot, hoewel ontsierd door (overwegend lage) industriële bebouwing in de omgeving. Samen met molen De Grenswachter en de 15e eeuwse toren is de molen zeer belangrijk voor het silhouet van het dorp.80 Vanuit constructietechnisch oogpunt wordt deze molen bijzonder interessant genoemd.81

78 http://www.molendatabase.nl/nederland/molen.php?nummer=499 79 Brabant Collectie, Universiteit van Tilburg 80 Zoetmulder, 1974, 53. 81 http://www.molendatabase.nl/nederland/molen.php?nummer=549 62

De naam ‘De Deen’ is ontleend aan de nationaliteit van een uit Denemarken afkomstige mulder, J.D. Pleek. Deze Deen was getrouwd met de Luyksgestelse teutendochter Comelia Rombauts. Toen haar man stierf keerde zij met haar zoon terug naar Luyksgestel. Zoon Peter liet in een uithoek van de gemeente in 1839 een molen bouwen. Vele eigenaars later, in 1963, werd het zuiden van de Kempen getroffen door een windhoos die op 18 november de wieken op hol liet slaan. Ze vlogen er af en sleurden de kap voor de helft mee. Het is niet meer gelukt om de molen weer aan het malen te zetten, maar het gemeentebestuur wist een geslaagd herstel te bereiken. Beschermd monument: Mon. nr. 26323. CHW. nr. KL066-000211.

Afbeelding: molen de Deen82

Een aardige omschrijving van de molen vinden we in het overzichtswerk molens in Brabant van Zoetmulder:

‘Wat molens betreft kan van Luyksgestel met een variant op het bekende gezegde van wijlen koningin Emma getuigd worden en dan allerminst in de aanvoegende wijs: groot in alles waarin ook een klein dorp groot kan zijn. Het is immers een lieve lust "De Deen" vlak naast de weg roomwit met zijn mooi ingezwenkte romp op de molenberg te zien staan pronken; hij doet denken aan wat men in deze streek graag noemt een Bels madammeke, kort en coquet. Onder de askop wordt, wit hoogreliëf op groene grond, de baard gesierd door: ANNO 1839

82 Brabant collectie, Universiteit van Tilburg 63

DE DEEN en deze tekst flankeert het gekroonde wapen van Luyksgestel met daaronder snijwerk in bloemmotieven. De baard aan de kruizijde laat een snijwerkrand zien met klaverbladmotiefjes, het veld getooid met takjes die van een magnolia zouden kunnen zijn. Het geheel ziet er puntgaaf uit, het ijzeren kruirad in een rode stoel, de wieken rood-wit, de zeilen vlak over de bovenkant van de molenberg. De ramen in de romp, tweelichts, zijn flauw getoogd met een tuimelraampje boven in. "De Deen" is het pronkstuk van de ZuiderKempen geworden.’83

1.16.1.014 Windmolen De Grenswachter (Kapellerweg 15 Luyksgestel) Molen De Grenswachter uit 1891. Molen, ronde bovenkruier met belt met een grote landschappelijke waarde. De Grenswachter werd gebouwd nadat de voorganger, een standerdmolen, in 1889 afbrandde. In 1644 stond op de plaats van de huidige Grenswachter al een windmolen. Sinds 1970 is de gemeente eigenaar.

De molen is maalvaardig. Naast de molen staat een bakkerijmuseum, waar wordt getoond hoe op ambachtelijke wijze van meel brood werd gebakken. Een rondleiding in de molen behoort naast het bakken van brood tot de mogelijkheden. Elders wordt de landschappelijke waarde van deze molen zeer groot genoemd, samen met molen De Deen en de 15e eeuwse toren is de molen zeer belangrijk voor het silhouet van het dorp.84 Voor meer informatie over de geschiedenis van deze molen, zie de molendatabase.85 Beschermd monument: Mon. nr. 26319. CHW nr. KL066-000202

1.16.1.015 Luyksgestels-Bergeijkse standerdmolen (Kappelerweg) In 1644 stond op de plaats van de huidige korenmolen de Grenswachter al een windmolen. Deze molen maalde tevens voor Bergeijk. De molen staat in de database voor verdwenen molens geregistreerd als een korenmolen van het type standerdmolen (nummer 4097). P.N. Panken maakt er eveneens melding van in de geschiedbeschrijving van Bergeijk. Bij beschrijft een heuvel in de vorm van een molenberg zoals de bevolking hem ook noemt.

1.16.1.016 Windmolen ‘Molen Kuyken’ op het Voorste Loo ,Bergeijk Gebouwd op het Voorste Loo in 1896 of 1897. Het was een stenen beltkorenmolen genaamd Molen Kuyken. De molen stond naast de zuivelfabriek St. Bernardus. In 1946 werd het bedrijf met andere drijfkracht in de molen voortgezet waarna het gevlucht en de kap werden verwijderd. Toen de zuivelfabriek ging uitbreiden, werd in 1952 een nieuwe elektrische maalderij gebouwd (zie 1.16.5.001 Maalderij Loo 43 Bergeijk). Nu de molen overbodig was geworden werd hij gesloopt.86 De molen staat in de database voor verdwenen molens geregistreerd als nr. 2871.

1.16.1.017 Standaardmolen Weebosch Bergeijk Gebouwd op de Weebosch rond 1910. In augustus 1950 na blikseminslag afgebrand.87 Deze molen is afkomtig van een gehucht bij Opwijk te België en werd in 1907 verplaatst naar Roosendaal en van daaruit naar Weebosch. In de database voor verdwenen molens staat deze molen geregistreerd als nr. 2224.88

16.2 Watermolen Door waterkracht aangedreven graan- of industriemolen. Enkele molens en dubbele molens.

In 1417 is in Bergeijk sprake van drie watermolens, waarvan een oliemolen. Eigenaren voor 1417: Dirk van Ghemert en Jan Spyrinc van Dynther. Eigenaar [voor/] in1417: Jan Dirx van Ghemart. Het is opvallend dat hier kort op elkaar, binnen anderhalve kilometer, langs de Keersop drie watermolens lagen. Er is op dat stukje maar 2 meter verval. De watermolens leverden daardoor mogelijk niet voldoende vermogen, al zal de waterhuishouding destijd heel anders dan nu geweest zijn. Hoe dan ook, na het midden van de vijftiende eeuw komen pachtcontracten van de drie watermolens niet meer

83 Zoetmulder, 1974, 212-213. 84 Zoetmulder, 1974 54. 85 http://www.molendatabase.nl/nederland/molen.php?nummer=550 86 Vangheluwe e.a., 2009, 323. 87 Vangheluwe e.a., 2009, 323. 88 http://www.molendatabase.org/ 64 voor in de Bossche protocollen. In 1472 zijn er nog altijd twee watermolens. Daarna moeten deze molens in onbruik zijn geraakt. Immers in 1545, tijdens de op last van keizer Karel de Vijfde uitgevoerde visitatie van watermolens in oostelijk Noord-Brabant, is er geen sprake meer van watermolens in Bergeijk.89

9.16.2.001 Waalrese watermolen, Waalre Zoals de naam al zegt is dit een molen van Waalre, al staat hij op de oude en nieuwe gemeentegrens. De toelichting staat daarom onder Waalre.

1.16.2.001 Keersopse watermolen, Riethoven Mogelijk een bezit van kapittel van St. Servaas.90 In de database voor verdwenen molens staat de jongste versie van deze watermolen geregistreerd als een koren-, olie-, pelmolen van het type Onderslag Watermolen (nr. 343). Deze molen is gelegen aan de (straat) Keersop nr. 2, welke iets meer naar het oosten Loonderweg heet (coördinaten: 157301, 364915). De molen stortte in 1981 in. Maar volgens de database valt er zeker nog wel wat te bewonderen, behalve het restant van de Olieslagerij, een koppel maalstenen en de prachtige omgeving van het beekdal van de Keersop, zijn er de molenstuw en visstuw te zien. In 2003 werd een nieuwe vispassage in werking gesteld op de plek waar al ruim zes eeuwen een stuw staat die het waterpeil in de Keersop regelt. De vispassage maakt het voor vissen mogelijk om het hoogteverschil van 90 centimeter stapsgewijs te overbruggen. De vispassage bestaat uit vier stenen drempels en dertien compartimenten van de ‘Vertical Slot’ rechts van de nieuwe stuw.91

De molen was een rijksmonument (rijksmonument nr. 18272), maar volgens de beschikking nummer MMA/Mo 2645 d.d. 22 juni 1983 van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur is handhaving van de restanten van een graanoliemolen in het monumentenregister niet gerechtvaardigd.

1.16.2.002 Watermolen Westerhoven De molen maalde op de Keersop en stond ter hoogte van de kerk van Westerhoven. De vroegste vermelding van deze molen dateert van 1228, wanneer abt, prior en convent van St. Jacob te Luik de beschikking over een molenplaats in Westerhoven geven aan een zekere Arnold Stapart, die deze molenplaats opnieuw opbouwt. Later moet de molen aan het klooster Postel gekomen zijn. Na 1648 was ze in handen van de Republiek die de molen in 1757 verkocht aan Arnoldus Heuvelmans. Tot de watermolen hoorden de hof, de molen met weiland en bouwland, het Klein Molenbeemdje, de Groote Molenbeemd, de Schoorbeemd en het Vloeike met de riettus. In 1797 gaat de molen over naar Arnoldus Aarts. De gemeente wordt eigenaar in 1805. De molen is dan ernstig in verval. In 1811 verhuurt de gemeente de molen aan Peter Loos. In 1813 is herstelwerk aan de molen uitgevoerd. In 1817 wordt het naast korenmolen ook een boekweitmolen. Rombout Keunen werd in 1837 eigenaar. Eind 1892 werd het ook een oliemolen. In 1950 of 1951 volgde algehele sloop.92 Na de sloop is een betonnen stuw in de plaats gekomen.

In de database voor verdwenen molens staat deze watermolen geregistreerd als een korenmolen van het type Onderslag Watermolen (nr. 3733). De geschiedenis van deze molen staat uitgebreid omschreven in de database voor verdwenen molens (zie voetnoot).93

1.16.2.003 Watermolen bij voormalig kasteel van Bergeijk Molen bij de Lijnt, gelegen vlakbij het verdwenen kasteel van Bergeijk, op de Keersop. De eerste vermelding uit 1331 betreft een verlening van het banrecht, maar volgens de database voor verdwenen molens is de watermolen ongetwijfeld ouder. Volgens die bron was het een koren- en oliemolen van het type onderslag watermolen (nr. 15007).94

89 Vangheluwe e.a., 2009, 111, 271, 318. 90 Vangheluwe e.a., 2009, 120. 91 http://www.molendatabase.org/ 92 Vangheluwe e.a.; foto’s p. 200, 202, 203 / Verdonk, p. 7; Van Mierlo, 1988; Verdonk, 2008. 93 http://www.molendatabase.org/ 94 http://www.molendatabase.org/ 65

P.N. Panken heeft in het riviertje de Keersop nog de houten overblijfselen gezien van een oudere watermolen. In 1842 toen dit kronkelende stroompje min of meer gereguleerd werd, heeft men tevergeefs getracht deze resten te verwijderen. In 1974 is dit wel gelukt met een halve molensteen. Voor het jaar 1700 noemt Panken een weg genaamd Molendijken. Bij de molen zou een brug geweest zijn waar een karweg op uitkwam, lopende naar Borkel zodat de boeren daar de rogge gemakkelijk naar de Bergeijkse molen konden rijden.

Wanneer deze watermolen afgebroken is, is niet bekend. Na 1461 zijn er geen schriftelijke gegevens van de molen bekend. Bij graafwerkzaamheden voor het aanleggen van een persriolering in 1974 kwamen hier 50 zware funderingspalen en brokstukken van molenstenen te voorschijn. Er was geen mogelijkheid voor een opgraving en slechts enkele vondsten van de molen zijn bewaard gebleven. De bewering van Frans Theuws dat de watermolen in 1545 nog actief zou zijn is onjuist, hij interpreteert de Keersopper molen te Riethoven foutief als de watermolen op de Keersop in Bergeijk.95 De watermolen was al eerder opgeheven. Theuws dateerde de bouw van de molen aan de hand van de vondsten omstreeks 1300.96

Naar Vangheluwe e.a. 2009, 319.

1.16.2.004 Watermolen Broekermolen, Bergeijk 1372 bij der Broekermolen an die Vloete met een eynde, an de strate metten anderen eynde ende met eenre siden ende aan Jans Darys erve met andere siden Kadastraal Sectie C 228 blad 1 (de Broekstraat). Watermolen op de Keersop aan de beekovergang van de Pelterdijk (nu Bmr. Aartslaan), in gebruik van de 14de eeuw tot begin 15de eeuw. De molen

95 F. Theuws, in: Brabants Heem 1976, nr. 2, 56. 96 Vangheluwe e.a., 2009, 318-319; kaartje p. 290, 321. 66 moet op of nabij het perceel de Sluisbeemd hebben gestaan.97 Bovenstrooms zijn percelen genaamd Vlie, Vliebeemd en Vloet.

1.16.2.005 De Oliemolen (Volmolenweg,Riethoven) De oliemolen stond tegenover een korenmolen in Waalre, die in 1347 vermeld werd. Het bouwjaar van deze molen onbekend, op de kadastrale kaart uit circa 1832 staat hij vermeld. In 1913 is deze molen afgebroken. Omdat de straat naar de molen Volmolenweg heet, is het mogelijk dat de molen ook gebruikt is om wollenstoffen te vollen. Zowel in een oliemolen als een volmolen is een stampwerk aanwezig, zodat deze toepassing niet zo’n heel grote verbouwing vraagt. In de database voor verdwenen molens staat deze watermolen geregistreerd als een oliemolen van het type onderslag watermolen (nr. 6753)... Stichting Waalres Erfgoed heeft een boekje over deze molen samengesteld: De Waalrese volmolen: historie in kort bestek (1993, p. 51-52).98

1.16.2.006 Watermolen Vlieterdijk, Bergeijk Volgens vijftiende eeuwse bronnen was er nog een derde watermolen in Bergeijk. Panken maakt melding van het bestaan op de Keersop aan de Vlieterdijk van een waterradmolen voor het malen van koren. Lange tijd zou daar nog paalwerk in de rivierbodem zichtbaar geweest moeten zijn en bovendien heet er een perceeltje grond de Meulenhorst. De juiste plaats van de watermolen bij de Broekstraat in Bergeijk is niet zeker. Hier komen in ieder geval wel tweee beken samen en bovenstrooms van de Vlieterdijk ligt bj de samenloop van de beek uit de Runderhoek en de Zoeferloop een grote groep percelen met de naam Vloet. Deze molen maalde dus niet op de Keersop.99

16.3. Rosmolen

1.16.3.001 Rosmolen Westerhoven Ekkerweg nr. 1 (< Heijerstraat 168) In 1958 wordt er een woning achter de oude boerderij gebouwd. Boerderij is gesloopt; in 1998 fundering aangetroffen! In de hoek binnen het gebouw stond nog een paar leren herenschoenen op ca. 50 cm diepte in de grond. Volgens Jan van Poppel kan ook nog de voet van de tredmolen ergens in de grond zitten. Deze werd aangedreven door paarden.100

16.4 Torenmolen Molens met een stenen romp, die hier in de regio al in de middeleeuwen voorkwamen. [Niet in Bergeijk]

16.5 Motermolen Vanaf 1846 komt de stoommachine de wind- en waterkracht aflossen, eerst in een bijgebouwtje van de oude molen. Vanaf 1907 ook “zuiggas”-motoren en later diesel en elektromotoren. Eerst worden er nog typische motermolengebouwen opgericht, later is een maalderij onherkenbaar. Het gaat om die typische motermolengebouwen.

1.16.5.001 Maalderij Loo 43 Bergeijk Bedrijfsgebouw gebouwd in 1952 als elektrische maalderij. Het bijzondere aan deze nog bestaande maalderij is dat de inrichting nog geheel intact is en is genomineerd voor de gemeentelijke monumentenlijst. Het pand is, of was tot voor kort, in gebruik als veevoeder- en zaadhandel, maar zal deze functie spoedig verliezen. Het complex heeft een zekere cultuurhistorische en zeldzaamheidswaarde. Voor wie meer wil lezen, zie voetnoot.101 Is gemeentelijk monument.

97 Vangheluwe e.a., 2009, 270-271, 321; kaartje p. 322. 98 http://www.molendatabase.org/ 99 Vangheluwe e.a., 2009, 270-271, 322; kaartje p. 323. 100 Verdonk, 2008, 68-69. 101 http://www.molendatabase.org/molendb.php 67

1.16.5.002 Graanmaalderij Noten op ‘t Loo Bergeijk

16.6 Molenbiotoop Gebied met straal van 600 meter rond een met windkracht aangedreven molen.

1.16.6.001 Molenbiotoop Windmolen De Deen Luijksgestel

1.16.6.004 Molenbiotoop Windmolen De Grenswachter Luijksgestel

1.16.6.011 Molenbiotoop Windmolen Molenakker Bergeijk

16.7 Molenberg Natuurlijke of opgeworpen hoogte waarop een windmolen staat of stond. Ook de “belt” van een beltmolen.

16.8 Molenwiel Min of meer ronde waterplassen boven en benedenstrooms van watermolens, uitgewoeld door het onrustige water. De molenaar had er vaak het visrecht op. Niet te verwarren met het molenrad: dat is het rad waarin het water valt om de molen aan te drijven.

16.9 Molenvloed Gebied bovenstrooms van watermolen dat door te sterke stuwing bij de molen wateroverlast kon hebben. NB: verschilt van “Molenwiel”, want dat is een meest ronde kleine waterplas bij de uitloop van het molenrad of de bijhorende sluis; soms ook pal bovenstrooms van molenrad.

1.16.9.001 Molenweijer Westerhoven Vlak voor de watermolen lag een flinke molenweijer, die soms behoorlijk werd opgestuwd. Hierdoor kon het achterland tot de Boellebusseweg vanwege het hoge water niet gebruikt worden. Boeren hoogden met zand de natte gronden op, vooral ten noorden van de Keersop.102

1.16.9.002 Vloed van de watermolen bij het kasteel, Bergeijk. Ruim 5 hectare grote vloed waarvan ligging en omvang blijkt uit de veldnamen.103

Ingekleurde kadasterkaart van 1832 met molenvloed bij kasteel van Bergeijk (naar Vangheluwe e.a. 2009.

102 Verdonk, 2008. 103 Vangheluwe e.a., 2009, 320; kaartje p. 321. 68

1.16.9.003 Vloed van de Broekermolen, Bergeijk. Ruim 5 hectare grote vloed waarvan ligging en omvang blijkt uit de veldnamen.104

1.16.9.004 Vloed van de watermolen bij de Vlieterdijk, Bergeijk. Ruim 5 hectare grote vloed waarvan ligging en omvang blijkt uit de veldnamen.105

16.10 Watervluchtmolen [Niet in Bergeijk]

104 Vangheluwe e.a., 2009, 321; kaartje p. 322. 105 Vangheluwe e.a., 2009, 322; kaartje p. 323. 69

Thema: 17 Gehuchten

Dit deel van Brabant is vanouds een gehuchtenland, met gemiddeld een dozijn gehuchten en één dorpskom per oorspronkelijke gemeente. Het begrip “gehucht” (buurtschap, herdgang) hoort specifiek bij het oude hoofdzakelijk agrarische landschap. Ieder gehucht beschikte over een groter of kleiner gebied met akkers, weiden, hooiland en in de Middeleeuwen een aandeel in de gemene gronden. Dit kan het gehuchttoebehoren genoemd worden.

Gehuchten die vooral uit boerderijen bestonden vertoonden een vrij open structuur. Iedere boerderij stond immers op een betrekkelijk groot erf (typische maat: 1 hectare) en daardoor konden ze niet dicht opeen geschoven worden. Vaak is de onderlinge afstand nog veel groter en is de ligging bij eigen grond blijkbaar een belangrijke factor geweest. Een straat verbindt in veel gevallen de boerderijen. In andere gevallen stonden de boerderijen met hun "voordeur" op de rand van een akkergebied (krans-akker- dorp) of op de rand van een stuk gemeenschappelijk gebruikte grond (krans-aard-dorp). Bij deze twee laatste vormen vinden we de boerderijen alle aan dezelfde kant van de straat, maar tevens waren ze verdeeld over meerdere gehuchten. In bijzondere topografische omstandigheden kan op deze wijze een driehoekige ruimte tussen boerderijen ontstaan zijn. Dat zijn geen "Frankische driehoeken", maar in de late Middeleeuwen of daarna gevormde pleinen, die qua genese verwant zijn aan de wegenwaaiers aan de rand van het cultuurland. Waar er dichte bebouwing optreedt, hebben we niet met boeren te maken. Het kan gaan om landarbeiders of wevers, maar ook (vooral in de dorpskommen) om renteniers, winkeliers, notabelen etc.

Niet alle gehuchten dateren uit de hoge of late Middeleeuwen. Naarmate de ontginningen voortgingen, ontstonden er ook nieuwe nederzettingen. Door het opschuiven van de heiderand kwamen ooit op die rand gelegen gehuchten midden in het boerenland te liggen en kwam er ruimte voor een nieuwe rij: "Heikant" is dan een typische benaming. Elders werd op vrij chaotische wijze een stuk heide ingenomen en bebouwd: de heidekrakers. In het bestaande cultuurland ontstonden nieuwe gehuchten door de splitsing van oude boerderijen, door het aankoeken bij een herberg of door het op een strookje langs de weg huisvesten van landarbeiders.

Op de erfgoedkaart worden twee referentieperiodes gebruikt bij het thema gehuchten en dorpen, namelijk de periode 1830 en 1900-1930. De situatie op basis van de kaart van 1832 wordt als onderlegger gebruikt voor de verwachtingswaarde hoog – historische kern. Als eerste meetmoment wordt 1832 (opname kadaster) aangehouden. De bewoonde erven van 1832 dienen als basis voor de gehucht-identiticatie. De situatie van 1900-1930 is de tweede referentie waarbij de bewoning nader wordt getypeerd. Bij ieder bewoond erf is aangegeven tot welk gehucht en tot welke gemeente het behoorde. De in 1832 bewoonde erven kunnen archeologisch interessant zijn. Bovendien bestaat de mogelijkheid dat, als het bedrijf tot in de twintigste eeuw voortgezet werd, op het erf naast puin ook bodemverontreiniging wordt aangetroffen.

De gehuchten worden als volgt getypeerd: groot dorp: meer dan 50 nederzettingseenheden (NZE), brede verzorgende functie, veel functies meervoudig aanwezig. klein dorp: meer dan 25 NZE, verzorgende functies enkelvoudig aanwezig groot gehucht: meer dan 25 NZE, geen verzorgende functie buiten een enkele herberg klein gehucht: 10-25 NZE huizengroep: 3-9 NZE. verspreide bewoning aan straat: Van belang is dat de "verspreide bewoning aan straat" in veel gevallen de gedaante is waarin oude, niet erg uitgegroeide, agrarische gehuchten in de vroege negentiende eeuw nog voortbestonden compact aan straat: enkele verdichtingen in de verspreide bewoning, meestal aan een weg. verspreid: soms erg eenzaam gelegen losse NZE, bijv. boswachter, veerhuis, paardenwisselstation.

70

Bij het typeren van gehuchten is het van belang op welk moment we de situatie beoordelen. Een gebied met verspreide bewoning in 1832 kan tegen 1900 enkele gehuchten bevatten, een groep boerderijen die in 1832 als “verspreid langs straat” (verder dan 100 meter uit elkaar dus) getypeerd wordt, kan doordat er huizen en boerderijen tussengevoegd zijn, in 1900 of 1930 als klein of zelfs groot gehucht (onderlinge afstanden minder dan 100 m) getypeerd moeten worden.

Het laatste kwart van de 19e eeuw en de eerste decennia van de 20e eeuw staan te boek als een periode waarin in Nederland grote veranderingen plaatsvonden. Deze ontwikkelingen, dikwijls aangeduid als ‘modernisering’, behelsden vooral in Zuid-Nederland een sterke economische en demografische groei. Door de daling van de sterftecijfers groeide de bevolking van Nederland in dit tijdvak zeer sterk.106 Vooral in het katholieke Brabant groeide de bevolking explosief. De huisnijverheid bood soelaas voor deze enorme bevolkingsaanwas. Aan het begin van de 20e eeuw was er vooral sprake van huisindustrie (leer, schoenen, sigaren, klompen et cetera). Uit de huisindustrie ontstonden in de loop van de 20e eeuw grootschalige industriële activiteiten.

In de Kempen vonden echter geen grootschalige industriële activiteiten plaats. Met uitzondering van Reusel, Eersel, Valkenswaard, Bergeijk en Middelbeers namen de dorpen en gehuchten dan ook niet of nauwelijks in omvang toe. Op basis van het historisch kaartmateriaal (zie erfgoedkaarten: http://atlas.sremilieudienst.nl/Archeologie/) lijken de gebieden rondom de Kempen, waar wel grootschalige industriële activiteiten plaatsvonden, de bevolkingsaanwas binnen de Kempen te hebben opgevangen. In de historische literatuur wordt vaak gesteld dat de perifere Kempense gemeenschappen als laatste van de dorpen in Nederland sociale en culturele veranderingen hebben ondergaan, zo ongeveer toen de 20e eeuw al een eind gevorderd was. Hoewel het beeld van de Kempen als ’reservaat’ door dr. P. Meurkens in belangrijke mate is bijgesteld van een statische samenleving naar een samenleving die op vele gebieden in beweging was, concludeert Meurkens dat de diepgaande maatschappelijke veranderingen in de tweede helft van de 19e eeuw nog weinig invloed hadden op het fysieke aanzien van de gemeenschappen. Rond 1900 was er slechts een geringe bevolkingsaanwas, bestaansbronnen kenden alleen marginale wijzingen en de natuurlijke omgeving behield dezelfde kenmerken.107

Bij de cultuurhistorische inventarisatie die ten grondslag ligt aan de erfgoedkaarten is het juist te doen om het fysieke aanzien van de dorpen en het omringende landschap. Vandaar dat de periode rond 1900 hier als ijkpunt is gekozen. De snelle en diepgaande culturele en maatschappelijke veranderingen in de tweede helft van de 19e eeuw zijn dan nog niet gekristalliseerd. Aan de hand van het fysieke aanzien van de dorpen rond 1930 (derde referentieperiode bij de erfgoedkaarten) wordt op treffende wijze zichtbaar welke dorpen in de Kempen door de ‘ondergrondse’ maatschappelijke en sociale dynamiek sterk van gedaante zijn veranderd. Op basis van het historisch kaartmateriaal (zie erfgoedkaarten) gaat het om Reusel, Eersel, Bergeijk, Middelbeers en Valkenswaard.

Begin 13de eeuw vindt verplaatsing van de twee bewoningskernen Berg en Eyk plaats naar het dal van de Keersop > Eijkereind. Mogelijk geeft dat aanleiding voor het gebruik van de naam Eykelberg (of een variant).108

Tot circa 1850 (en volgens archeologisch, historisch-geografisch en toponymisch onderzoek bestond deze situatie al in 1400 en eerder) bestond de bewoning in Bergeijk uit: - Bewoning rond ’t Hof en de oude Markt (nu ’t Hof tussen Eerselsedijk en Riethovensedijk). - Lintbebouwing langs de wegen naar Westerhoven en de Hoge Berkt. - Lintbebouwing langs de Broekstraat tot ’t Loo. - Winkelhaakvormige lintbebouwing van de Weebosch. - Gehuchten van losse boerderijen: Lage Berkt, Hoge Berkt, Broekskenseinde. - Enkele hoeveontginningen aan de grenzen: de Witrijt, de Maai, de Paal, Boevenheuvel.

106 Blom en Lambert, 2006, 327-328. 107 Meurkens, 1985, 4. 108 Vangheluwe e.a., 2009. 71

De gehuchten van Bergeijk staan op de oudst gedetailleerde kaart van Bergeijk, de tiendkaart uit 1779 van Hendrik Verhees:

17.1 Groot dorp [niet]

17.2. Klein dorp

1.17.2.016 Het Hof en De Straat, Bergeijk De dorpskom van Bergeijk bestaat uit het gedeelte “Het Hof”, vroeger “Kerkhof” genaamd, nabij de kerk en ten oosten daarvan lintbebouwing, geheten De Straat. In 1830 ca 45 woningen, boerderijen, kerken. De kom ligt te midden van uitgstrekte open akkergebieden. Bij de kerk een driehoekig pleintje en verder westwaarts de grotere Beestenmarkt.

17.3. Groot gehucht

Bergeijk

1.17.3.019. Broekstraat, Bergeijk In 1830 een straatgehucht van 32 boerderijen en huizen. Het gehucht lag tussen het dal van de Keersop en de open akkers van Bergeijk. Komende van ’t Loo op de plaats waar de kleine Broekstraat, ook ‘Klein Broek’genaamd, zich afsplitst, begint het gehucht Broekstraat, vroeger ook ‘Broeker heertgang’ genoemd. Aan de noordzijde van de Broekstraat bevonden zich de voormalige pachthoeven van de kloosters van Tongerlo (C10-C15) en Postel (C1-C7). Aan de overkant van de Hoevendijk of Broekerdijk stond de brouwerij van de familie Van Brussel. Cijnsplichtig aan de hertog van Brabant, het klooster Thorn en de abdij van Sint Jacob te Luik. 109 De weg Hoek-Lijnt heette vroeger Broekstraat en de dijk over de Keersop naar Neerpelt, de Broekerdijk (later Pelterdijk en nu: Burgemeester Aartslaan). Op het kaartje van Verhees van 1779, valt op dat er meer hoeven zijn ten zuiden dan ten noorden van de weg van de Hoek naar de Lijnt. In 1830 is het andersom en lag het merendeel van de huizen ten noorden van de straat.

1.17.3.015 Eijkereind, Bergeijk Het Eijkereind was in 1830 een straatgehucht met meer dan 30 boerderijen en huizen, meestal aan de noordkant van de straat. Het gehucht ligt in een zone met omheinde percelen, tussen de open akkers ‘Ender Akkers’ in het noorden en het dal van de Keersop in het zuiden waar zich de Ender Beemden bevinden. De structuur dateert grotendeels uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen van de akkercomplexen. Het gebied was cijnsplichtig aan de hertog van Brabant, Coenen en de abdij van Sint Jacob te Luik.110

1.17.3.020 Het Loo, Bergeijk Het Loo was in 1830 een straatgehucht met bijna 40 boerderijen en huizen. De straat liep als een hoefijzer rondom een centraal open akkergebied. De structuur dateert grotendeels uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen van de akkercomplexen. Samen met Het Rund ligt Het Loo op een rug tussen twee beekdalen. Het gebied was cijnsplichtig aan de hertog van Brabant en het klooster Thorn.111 In de tweede helft van de 19e eeuw ontstond hier een kleine dorpskern. In 1861 werd Loo als zelfstandige parochie afgesplitst van de parochie Bergeijk. Het huidige bebouwingsbeeld met veel langgevelboerderijen dateert met name uit de periode 1850-1950. Monumentale gebouwen zijn de neogotische R.K. kerk van de H. Petrus (1861-1863, 1896) en het voormalige klooster met gasthuis (1904). Aan de zuidzijde kent de bebouwing nog een relatie met het buitengebied. Hier ligt een kleine oude akker met een esdek. Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog. CHW. nr. S328 (K-HS-04)

109 Vangheluwe e.a., 2009, 325. 110 Vangheluwe e.a., 2009, 161, 280. 111 Vangheluwe e.a., 2009, 161. 72

1.17.3.024 Weebosch Bergeijk Weebosch is een L-vormig straatgehucht van in 1830 ongeveer 40 boerderijen en huizen, in het westen van Bergeijk. Het gehucht ligt aan de westzijde van een uitgestrekt (140 ha) open akkergebied en had oudtijds een kapel. Het was ooit cijnsplichtig aan de hertog van Brabant.112 In 1907 verrees hier een echte kerk, maar tot 1960 was het gehucht toch niet veel uitgegroeid. Over de naam Weebosch doen wat verouderde verhalen de ronde. Volgens P.N. Panken en Hanewinkel komt de naam Weebosch af van gewijd bosch, wat bevestigd zou worden door een charter van 1326, omdat dit gehucht daarin Wedebosch heet. Volgens dr. C.R. Hermans komt het woord Weebosch echter van wee=geest en Bosch, en zou dan betekenen: plaats waar de geesten, schimmen of zielen van de gestorvenen geëerd werden. In deze visie getuigt de benaming Weebosch voor de ouderdom van Bergeijk.113 Tegenwoordig begrijpt men de naam als een samenstelling van wide = een wilgensoort en ‘bos’.

Luyksgestel

1.17.3.033 De Straat (nu Dorpsstraat), Luyksgestel De Straat, nu Dorpsstraat genoemd, te Luyksgestel is een langgerekt straatgehucht in de overgangszone tussen de hoge open akkers en het dal van de Bosscherloop. In 1830 telde deze nederzetting ruim 30 boerderijen en woningen. De oude kerk stond niet in dit lint, maar 500 noordoostwaarts eenzaam in de akker. Dichterbij (200 m) was een kapel die ook in de akker stond, net als de molen. Tot 1960 weinig verandering afgezien van verdichting van het bebouwingslint.

Riethoven

1.17.3.003 Broekhoven, Riethoven Broekhoven was in 1830 een gehucht van 30 min of meer verspreid staande boerderijen.De boerderijen stonden in een wat lager stuk tussen open akkers aan de west, zuid en oostzijde. Naar het noorden sloten er omheinde graslanden op aan. Tot 1960 veranderde er niet veel, behalve dat de open akkers deels bebost raakten.

Westerhoven

1.17.3.013 Heijerstraat, Westerhoven De Heijerstraat van Westerhoven was in 1830 een straatgehucht van 25 boerderijen en huizen met halverwege een driehoekig pleintje waar enkele wegen op uitkomen. De Heijerstraat ligt tussen de open akkers van Westerhoven en het beekdal van de Keersop. De structuur dateert grotendeels uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen van de akkercomplexen. Volgens Theuws ontstaan in de Volle of Late Middeleeuwen.114 Het bebouwingsbeeld met overwegend langgevelboerderijen dateert met name uit de periode 1900-1950. Aan de zuidzijde kent het buurtschap nog een relatie met het beekdal van de Keersop. Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog. CHW. nr. S259 (HK-HS-17)

17.4 Klein gehucht

Bergeijk

1.17.4.025 Lage Berkt, Bergeijk De Lage Berkt was in 1830 een gehucht van ruim een dozijn boerderijen die enigszins verspreid stonden aan de westzijde van de grote open akker de Berkt Akker. Het gebied was cijnsplichtig aan de hertog van Brabant en het klooster Thorn en in 1258 werden de tiendrechten er vermeld: decinam de Berrect.

112 Vangheluwe e.a., 2009, 161. 113 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 15-16. 114 Verdonk, 2008. 73

1.17.4.028 Hoge Berkt, Bergeijk De Hoge Berkt was in 1830 een straatgehucht van ruim een dozijn boerderijen aan de noordzijde van de grote open akker de Berkt Akker. Op de Hoge Berkt is op de kaart een planmatige aanleg in noordelijke richting. Dit is niet de aanleg van een gehucht, maar de uitbouw van de cultuurgronden van het bestaande gehucht of voor een nieuwe hoeve als verovering op de wildernis. Het betreft een enigszins afgeronde kamp met centrale ontwateringsgracht. Het zal een laat middeleeuwse ontginning zijn. De planmatige aanleg is te zien op de kaart bij de Hoeve (D 513-D 530) en de Rappbocht (D 537-D 539). Op twee manieren: op de eerste plaats steekt het gehucht met de boerderijen en achtergelegen landen als een groot blok uit in de heide. Op de tweede plaats is er een gracht, die kaarsrecht noord-zuid lopend het akkerblok achter de aangelagen in tweeën deelt. Deze gracht begon ongeveer bij perceel D 469, dat ‘de Gracht’ heet, en loopt door tot aan de Steenovense Heidevelden (D 535).115 Anderhalve kilometer naar het zuidwesten ligt het gehucht Lage Berkt. De termen “hoge” en “lage” Berkt geven hier geen hoogteligging weer want de Lage Berkt ligt hoger dan de Hoge Berkt. De precieze betekenis van deze tegengestelde termen blijft onduidelijk.116 De naam Berkt betekent: groep van berkenbomen.

1.17.4.018 De Hoek, Bergeijk In 1830 een straatgehucht van een twaalftal boerderijen op het oostelijk deel van de Broekstraat, tussen de Burgemeester Magneestraat en Prinses Marijkestraat. Het gehucht lag tussen het dal van de Keersop en de open akkers van Bergeijk – Het Hof. Nu de zuidgrens van de dorpskom van Bergeijk, aan de zuidzijde liggen nog boerderijen.

1.17.4.022 Witrijt, Bergeijk Witrijt is een klein gehucht van in 1830 een twaalftal boerderijen en huizen aan en bij een klein plein, en nog een tweede groepje “Klein Witrijt” wat verderop, met 5 boerderijen. De oudste berichten spreken van twee boerderijen die in 1340 op Witrijt stonden, van Giben van Witrijt en Willem van Kemenaden.117 Mogelijk gaan de twee groepjes boerderijen op deze twee oudste hoeven terug en werden die groepjes door hoeve-verdeling gevormd. Het geheel ligt in de uiterste noordwesthoek van Bergeijk en beschikte over een open akker die aan de noordzijde met een stevige haag van de wildernis gescheiden was. Witrijt ligt op de rand daarvan, Klein Witrijt ligt er min of meer in. Het gehucht is genoemd naar een grote rijt die het gehuchtsgebied aan de westzijde begrenst. Het gebied was cijnsplichtig aan de hertog van Brabant.118

Luyksgestel

1.17.4.032 Boscheind, Luyksgestel Het gehucht Boscheind was in 1830 een straatgehucht met 9 boerderijen, op de overgang tussen de open akker van Luyksgestel en het beekdal van de Bosscherloop. De structuur dateert grotendeels uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen van de akkercomplexen. Het huidige bebouwingsbeeld met veel langgevelboerderijen dateert met name uit de periode 1800-1950. Aan de zuidzijde kent het buurtschap nog een relatie met het beekdal van de Bosscherweijerloop. Aan de noordzijde kent het buurtschap een relatie met het akkercomplex Kapelakkers. Cultuurhistorische waarde: Hoog. CHW. nr. S263 (GK-HS-05)

1.17.4.027 Hoogeind, Luyksgestel Het Hoogeind was in 1830 een straatgehucht van ruim 20 boerderijen, huizen en het raadhuis in de overgangszone tussen de openakkers van Luyksgestel en het dal van de Bosscherloop, ter hoogte van de middeleeuwse kerk.

115 Vangheluwe, e.a.,2009, 410. 116 Vangheluwe e.a., 2009, 161, 410. 117 Vangheluwe e.a., 2009, 645. 118 Vangheluwe e.a., 2009, 161. 74

1.17.4.030 Neerijd, Luyksgestel In 1830 een straatgehucht met 8 ver uiteen gelegen boerderijen op de overgang van de open akker Reider Akkers naar het dal van de Zoeferloop. Rond 1900 dichter bebouwd geraakt.

1.17.4.031 Sengelbroeksestraat, Luyksgestel De Sengelbroeksestraat was in 1830 een straatgehucht van 17 boerderijen op de noordrand van het moerassige Sengelbroek en een de open akkers van Luyksgestel. In 1930 blijkt het Sengelbroek ontgonnen te zijn: dat is dan een graslandgebied met veel heggen.

1.17.4.029 Reijt, Luyksgestel Het gehucht Reijt was in 1830 een straatgehucht van een twintigtal boerderijen, met aan de zuidzijde een wegensplitsing. Het gehucht ligt in een dalvorige laagte die zuidwaartts aansluit op het beekdal van de Zoeferloop. Kennelijk was hier aanvankelijk een rijt en is het gehucht daar naar genoemd. Reijt ligt bovendien tussen twee open akkercomplexen in. De structuur dateert grotendeels uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen van de akkercomplexen. Het huidige bebouwingsbeeld met veel langgevelboerderijen dateert met name uit de periode 1800-1950. Aan de westzijde kent het buurtschap een relatie met het akkercomplex Kapelakkers. Aan de oostzijde kent het buurtschap nog een zichtrelatie met de Reiderakkers. Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog. CHW. nr. S264 (GK-HS-06)

Riethoven

1.17.4.008 Boshoven, Riethoven Boshoven was in 1830 een lang straatgehucht met 13 boerderijen, tussen de open akkers van Riethoven en een brede dalvormige laagte aan het begin van de Heiereindse Loop. De centrale weg heet Boshovense Straat.

1.17.4.005 Eind, Riethoven In 1830 een gehucht van 18 boerderijen en huizen in lintbebouwing, op de noordwestflanken van het dal van de Heiereindse Loop op de rand van de open akkers van Riethoven. De structuur, met bebouwing plaatselijk nog aan één zijde van de weg, dateert grotendeels uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen van de akkercomplexen. Het bebouwingsbeeld met overwegend langgevelboerderijen dateert met name uit de periode 1850-1950. In het buurtschap Eind staat een kapel van omstreeks 1950. Kenmerkend is verder de klinkerbestrating. Ook Eind, heeft net als Heiereind, een relatie met het tussenliggende beekdal van het Rijtje. Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog, CHW. nr. S330 (GK-HS-13).

Afbeelding: zicht op het gehucht Eind (november 2010).

75

1.17.4.007 Heiereind, Riethoven Gehucht van in 1830 ongeveer 15 boerderijen in lintbebouwing op de zuidoostflank van het dal vande Heiereindse Loop en op de rand van een open akkergebied dat doorloopt in Westerhoven. De structuur, met bebouwing plaatselijk nog aan één zijde van de weg, dateert grotendeels uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen van de akkercomplexen. Het bebouwingsbeeld met overwegend langgevelboerderijen dateert met name uit de periode 1850-1950. Kenmerkend is verder de klinkerbestrating. Buurtschap heeft een relatie met het tussenliggende beekdal van het Rijtje. Het buurtschap Heiereind kent aan de zuidzijde nog een zichtrelatie met het akkercomplex Daalakkers.Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog CHW. nr. S330 (GK-HS-13)

1.17.4.004 Riethoven, Riethoven Riethoven was een compact gehuchtje van een twaalftal boerderijen en huizen bij de middeleeuwse kerk. Deze nederzetting lag midden in de open akkers, centraal gelegen ten opzichte van enkele omliggende gehuchten. Hier verrees in de 15e eeuw een kerk, toen het als zelfstandige parochie van die van Bergeijk werd afgesplitst.119

Afbeelding: Het centrum van Riethoven vanuit het Dorpsplein richting de Molenstraat (november 2010).

1.17.4.009 Walik/Waalwijk, Riethoven Walik is een klein compact gehucht met in 1830 een tiental boerderijen aan de rand van de open akkers (De Hobbel, Waalwijkse Akker). Het bestaat thans uit verspreide langgevelboerderijen, waarvan enkele in de buurt van restanten van een driehoekig plein liggen. Van deze boerderijen, gebouwd vanaf het midden van de 19e eeuw, zijn WaIikerplein 1, 2 en 3 het meest karakteristiek.120 De structuur dateert grotendeels uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen van de akkercomplexen. Het bebouwingsbeeld met overwegend langgevelboerderijen dateert met name uit de periode 1840-1950. Het driehoekige plein is deels bebouwd met dicht opeenstaande boerderijen (1840-1890). Het restant is beplant met linde en eik. Het buurtschap kent een relatie met het omliggende akkercomplex. Cultuurhistorische waarde: Hoog. CHW. nr. S331 (GK-HS-12)

119 Kolman e.a., 1997, 283. 120 Kolman e.a., 1997, 283. 76

Afbeelding: zicht op het Walikerplein in het gehucht Walik (november 2010).

Westerhoven

1.17.4.012 Aarperstraat, Westerhoven Ook wel Erperstraat. In 1830 een straatgehucht met 18 boerderijen en huizen. De Aarperstraat loopt van de rand van het beekdal de openakker op, richting oude kerk – maar bereikt de kerk niet. De laatste boerderij staat 300 meter van de plaats van de oude kerk.

1.17.4.010 Braambosch Westerhoven In 1830 een gehucht van een dozijn boerderijen langs het dal van de Keersop. Ten westen van het straatgehucht liggen besloten akkers, ten oosten strekken graslandpercelen in de richting van de beek. In 1830 lag tussen dat grasland en de beek nog een brede strook heide. Volgens Theuws (De archeologie van de periferie) ontstaan in de Volle of Late Middeleeuwen.121 Gezien de ligging lijkt dat zeer goed mogelijk.

1.17.4.011 Loveren Westerhoven In 1830 een straatgehucht van 18 boerderijen tussen het dal van de Keersop en de openakkers van Westerhoven. De structuur dateert grotendeels uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen van de akkercomplexen. Vanuit Loveren voert de Loverensedijk naar St. Valentinuskapel.

1.17.4.014 Westerhoven-dorp, Westerhoven De nederzetting die op de kadasterkaart “Westerhoven-dorp” heet, heette eerder denkelijk Heuvel. In 1830 bestond de nederzetting uit een dozijn boerderijen en huizen aan een straat langs het beekdal en een straat dwars daarop, een omgrachte nieuwe kerk met daar tegenover een pastorie en wat afgelegen een school. De in 1820 afgebroken middeleeuwse St. Servatiuskerk stond midden in de open akkers, 750 meter van de nieuwe kerk. Westerhoven-dorp ligt in de overgangszone tussen die open akkers en het dal van de Keersop. Tot 1960 trad hoofdzakelijk verdichting van de bebouwing langs de straat op, terwijl aangrenzende straatgehuchten met de kern tot een geheel versmolten.

121 Verdonk, 2008. 77

Marquant is het op het plein gelegen deels ommuurde, deels behaagde begraafplaats. De huidige kern bestaat uit overwegend tweelaagse open bebouwing, verspringend in de rooilijn. Nabij de dorpsstraat wordt het centrumkarakter vorm gegeven met bedrijven, winkels, cafés en raadhuis afgewisseld met woonhuizen en enkele boerderijen. Cultuurhistorische waarde: Hoog. CHW. nr. S329 (GK-HS-26)

Afbeelding: zicht vanaf de Keersop op Westerhoven (maart 2011).

17.5 Huizengroep

Bergeijk

1.17.5.001 Berg, Bergeijk 1265 in loco qui dicitur berga est aliud curtile et domus Groepje van 4 boerderijen langs het eerste stuk van de Eeselsedijk. Dit lijkt het restant van een ooit belangrijker gehucht waarvan de akkers vooral in het westelijke deel van de Enderakkers ten westen van de Riethovensedijk lagen: de Bergerakkers. Enkele liggen bij het bochtgebied Konijnsbocht, de afscheiding met de open akkers van de Hoge Berkt. De hei in de gemeint van Bergeijk en Westerhoven in gebruik bij de gehuchtenaren was de Bergerheide.122 De Eikenwal, die de grens vormde tussen het dorp en de Bergerheide ligt nog gedeeltelijk naast de Lijsterbesdreef met voortzetting richting het Ploegpark.123 De naam van Bergeijk is een samenstelling van de naam van dit gehucht en van de oude dorpsnaam ‘Eyk’. De oudste vorm ‘berga’ wijst naar een soort berging voor vee of mogelijk zelfs naar een versterkte hoeve. De naam kan later zijn overgegaan op het gehucht.

1.17.5.002 Boevenheuvel, Bergeijk Het gehucht Boevenheuvel bestond in 1830 uit drie boerderijen in Eersel en een stukje verderop nog één in Bergeijk. De naam betekent niet dat hier boeven of struikrovers zaten, want boeven betekent hier ‘boven’. Het betreft hier twee geïsoleerd in de heide gelegen groepen cultuurland. Cijnsplichtig

122 Vangheluwe e.a., 2009, 188. 123 Aanvulling W. van Dooremolen en P. Aarts, Heemkundekring Bergeijk d.d. juni 2011. 78 aan de hertog van Brabant. Gehucht met hoeve op ten Dikhovel in de heide ten noorden van het dorp Bergeijk deels op grondgebied van Eersel. Dikhovel was tot 1791 ook als geguchtnaam in gebruik naast Bovenheuvel. Aan beide kanten van het gehucht bolle akkers (toponiemen Kruin, Clotte en Hoogakkerke verwijzen hiernaar). In 1340 eigendom van Johan van de Bovenhovel. Voor die tijd waarschijnlijk van Gerard van Eykelberge, eigenaar van de patronaatsrechten van de Bergeijkse kerk. De naam van zijn zoon Bofais vormt vermoedelijk het eerste deel Boven van het toponiem. De percelen Hannekens Hoeve en Bocht zijn omwald.124

1.17.5.003 Aa, Bergeijk De Aa was in 1830 een gehuchtje van 4 boerderijen en een huisje in twee groepjes: 3 en 2, aan de oostkant van de beek Keersop aan de Maijer Heide.In 1930 blijken beide groepjes wat te zijn aangegroeid.

1.17.5.004 Hongarije, Bergeijk In 1830 twee boerderijen en een huisje aan een open akker op een rug tussen de Zoeferloop en de Keersop.

1.17.5.017 Lijnt, Bergeijk Lijnt was in 1830 een groepje van 4 boerderijen op de zuidoosthoek van de open akker De Kopt bij de kerk van Bergeijk. Het groepje is genoemd naar een linde die daar ooit ergens gestaan moet hebben. Na 1880 is het hier wat dichter bebouwd geraakt.

1.17.5.027 Muggenhol, Bergeijk In 1830 een drietal boerderijen aan de noordoosthoek van de open akkers van Weebosch. Aan de westkant van het groepje ligt een rijt-achtige laagte. Mogelijk was die vaak vochtig en een bron van muggen.

1.17.5.026 Rund, Bergeijk In 1830 een drietal boerderijen op dezelfde rug tussen beken als Het Loo, maar dan westelijker gelegen.Op de rug liggen ter weerszijden van de boerderijen open akkers.

1.17.5.023 Spaanrijt, Bergeijk In 1830 een drietal boerderijen ten noorden van Weebosch. Ten noorden van het groepje ligt een kleine omheinde open akker. Genoemd naar een rijt daar in de buurt.

Luyksgestel

1.17.5.031 Kerkstraat, Luyksgestel In 1830 stonden binnen 100 meter van de oude Luyksgestelse kerk 3 boerderijen. Afgezien van de molen waren de omringende open akkers toen onbewoond. In 1930 blijkt het kruisinkje bij de kerk al wat meer bebouwd te zijn, met een uitloper ricjhting molen. Bij die huizen en boerderijen horen wat tuinen die zo eenenclave in de open akker vormen. Tegen 1960 is er lintbebouwing ontstaan die deze kleine nederzetting vastbouwt aan Reid en de Dorpsstraat.

1.17.5.034 Sengelbroek, Luyksgestel Sengelbroek was in 1840 een groepje van 4 boerderijen op de zuidrand van het moerassige Sengelbroek en een groepje omheinde akkers op een hogere rug te midden van eveneens omheinde weiden. Het is een klein ontgonningseilandje. In 1930 blijkt het Sengelbroek ontgonnen te zijn: dat is dan een graslandgebied met veel heggen.

Riethoven

1.17.5.006 Voort, Riethoven

124 Vangheluwe e.a., 2009, 168 krt, 173-174, 176-177 krtn, 178. 79

Enkele huizen op de kruising van de weg Riethoven – Westerhoven met de weg Boshoven – Eind, nabij de oversteek van de Heijereindse Loop. Daar zal vroeger een voorde geweest zijn.

1.17.5.007 De Hobbel, Riethoven In 1830 een vijftal boerderijen langs de zuidzijde van een rechte straat tussen de akkers van Waalwijk in het zuiden en de Hobbeler Heide aan de noordkant. De Hobbel is een typisch heikantgehucht al heeft het een ander type naam. Op de kaart van 1930 staan ook twee boerderijtjes aan de andere kant van de straat in een kleine ontginning van bos.

17.6 Verspreid aan de straat

17.7 Compact aan straat

17.8 Verspreid

80

Thema: 18 Heerlijkheden

Een typisch middeleeuws fenomeen zijn de heerlijkheden. In oorsprong zijn dat grote stukken grond waarover de bezitter of heer een zekere rechtsmacht bezat. Veelal betrof die macht ook de mensen die op die grond woonden of anderszins aan de heerlijkheid gebonden waren. Deze rechtsmacht vertoonde gradaties: de hoge rechtsmacht liet toe misdadigers te bestraffen, eventueel met de doodstraf. De lage rechtsmacht liet slechts toe boetes tot een zeker niveau op te leggen, terwijl het recht van "erven en onterven" er op neer kwam dat de gronden die onder de heerlijkheid vielen alleen ten overstaan van de heer of zijn vertegenwoordiger en zijn leen- of laathof konden worden verkocht of verorven. Voor die heer was er in principe een woning op de heerlijkheid. Veelal werd die woning in de loop van de tijd uitgebouwd tot een eenvoudig kasteeltje met op de voorhof een hoeve. Tot de heerlijkheid hoorden vaak nog enkele hoeven die door de heer verpacht werden. Daarnaast was een deel van de grond uitgegeven en werd daarvan jaarlijks een klein bedrag (typisch 6 Leuvense penningen per bunder, ongeveer 2,5 eurocent per hectare) aan de heer betaald. Andere gronden waren als leengoed uitgegeven. De leen- en cijnsgronden lagen deels aaneen tegen het eigen (deels verpachte) deel van de gronden van de heerlijkheid, maar voor een ander deel lagen ze vaak erg verspreid.

Samenvattend: 1. eigen goed: - burcht of kasteel - huis voor de heer, met wat grond (tuin, park) - een of meer verpachte boerderijen 2. leengoed 3. cijnsgoed 4. allerhande rechten. Deze kunnen soms landschappelijk tot uiting komen.

De bezitter van zo'n heerlijkheid was in de regel zelf weer leenman van een andere heer. Dat kon de hertog van Brabant of Gelre zijn of de abdis van Thorn, de bisschop van Luik etc.. Deze feodale afhankelijkheid is belangrijk voor het begrijpen van de vorming van de nederzettingen.

In de Kempen is een heerlijkheid een gebied waarover een lokale heer enkele rechten uitoefent. Dat kan heel beperkt zijn, het kan ook gaan om rechtsmacht tot en met het ter dood brengen van veroordeelden. Heerlijkheden zijn een typisch middeleeuws fenomeen waaraan in 1795 formeel een einde kwam. In het landschap herinnert er nog veel aan. De heerlijkheden zijn vanaf de zestiende eeuw in toenemende mate ook een landgoed geworden. De landgoedaspecten van de heerlijkheden worden hierna onder thema 19, Landgoederen behandeld. Daar komen de heerlijkheden dus ook weer terug.

Hoe was dat in de huidige gemeente Bergeijk? Afgezien van de problematiek van de dorpsheerlijkheden die tot gemeenten evolueerden, hebben we te maken met een zeer groot aantal grondheerlijkheden. Dat aantal lijkt in de loop van de tijd wat gegroeid doordat oudere eenheden gesplitst werden. Deze grondheerlijkheden uitten zich in later tijd vooral in de vorm van cijnsplichten en het soms voortbestaan van cijns- of laathoven waar men veranderingen van grondbezit moest laten registreren. Ook hoorden er heel wat grote pachthoeven bij, maar zelden kastelen. Dit laatste kan verklaard worden doordat de eigenaren van die hofjes buiten Bergeijk woonden. Het waren particulieren en adel, maar vooral kerkelijke instellingen. Vangheluwe telde in zijn overzicht voor het gebied van Bergeijk en Lommel samen, maar zonder Luyksgestel, 13 van dergelijke grondheerlijkheidjes.125

125 Vangheluwe e.a., 2009, 97 – 114, tabel op 113. 81

18.1 Kasteel Onder kasteel verstaan we niet alleen het (stenen) hoofdgebouw in een gracht, maar het hele complex bestaande uit zo’n hoofdgebouw (eventueel op een motte) en zijn gracht, een voorhof in een gracht, de kasteelboerderij, eventueel poortgebouw, verdere wallen en grachten.

1.18.1.001 Kasteel Portinc, de Poort, het Slot Bergeijk Kadastraal Sectie B 483 blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Versterkt huis, ook het Slot genoemd. Voor het eerst vermeld in 1352, wanneer Godevaart van Peelt het kasteel ‘die Portinc’ beleent aan Elisabeth Peters. Later schenkt Godevaart het huis aan het godshuis van Postel. Het huis heeft dienst gedaan als versterking in de Tachtigjarige Oorlog.126 In de eerste helft van de Tachtigjarige Oorlog werden er aarden wallen en een gracht aangelegd, maar de wallen zijn ook weer verwijderd. In 1592 zou het kasteel verwoest zijn, maar het moet weer herbouwd zijn. Het werd in de 17de eeuw bewoond door de schout van Kempenland. Teut Frans Ermen wordt in 1788 eigenaar, na in 1784 al een helft te hebben gekocht. Het kasteel is dan al vervallen en Ermen laat de restanten slopen. De gracht is in 1848 gedempt. 127 Bij het slot stonden in 1791 twee hoeven. De tot het erfgoed van De Poort behorende hoeve op het Voorhoofd heette waarschijnlijk het Sloterhuiske en is in 1807 gesloopt.128 Op kaart 1733 vermeld als ’t Huis is de kasteelruïne aan de Lijnt. 1340 den Portinc 1352 een erffenisse gheheyten die Poertinc Een kaart 1634 van W. Blaeu vermeldt als ’t Huys te BerchEyck de kasteelruine aan de Lijnt.

Bergeijk

Afbeelding. De ligging van het Slot te Bergeijk met watermolen op de kaart van 1832 (in roze) en 2010 (in zwart), waarop de grachten en oprijlaan nog duidelijk zichtbaar zijn.

126 J.H. Verhagen, Historische beschrijving van het Bergeijks Kasteel, in :Het Brabants Kasteel, nr. 4 okt. 1989, 63. 127 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 227, 128 Vangheluwe e.a., 2009, 123, 288-289, 291. 82

Uit Vangheluwe e.a. 2009.

Zoals bij kastelen gebruikelijk, gaan er allerlei verhalen over, het ene correcter dan het andere.Een kleine bloemlezing.

83

Hanewinkel vermeldt rond 1800 in zijn Geschiedkundige en Aardrijkskundige Beschrijving der Stad en Meierij van 's Hertogenbosch dat de verwoesting van het kasteel in Bergeijk in 1592 plaats had. Waar het te Bergeijk eens stond is minder zeker. Volgens P.N. Panken volgt hieruit dat het kasteel ter plaatse stond waar het Huis de Poort eens stond en dat dit daarvan een overblijfsel was; naar de naam te oordelen wellicht de poort of voorburcht van het kasteel. Volgens P.N. Panken wisten de oudste bewoners van dit dorp in 1900 die plaats niet meer aan te wijzen; wel konden zij zeggen waar het kasteel gestaan had, dat in verschillende schepenakten van Bergeijk het Huis de Poort genoemd wordt. Grammaye schreef in de 17e eeuw dat het kasteel van Bergeijk van het geslacht de Backx'en kwam aan Joan van Esch, de familie aan wie het Huis de Poort toebehoorde. In 1694 verdeelt Catharina van Esch het geheel onder haar drie kinderen en is het duidelijk dat Huys De Poort een boerenwoning geworden.129 Het Kasteel van Bergeijk zal dan gestaan hebben op een stuk weiland, dat een ronde vorm heeft en rondom in sloten ligt ter plaatse genaamd de Lind, op korte afstand van het riviertje, dat eertijds de Aa en thans de Keerschop heet.130

Teut Frans Ermen liet de restanten van het kasteel slopen en verkocht gedurende vijf jaren afbraak daarvan, wat een aanwijzing kan zijn dat het een solide gebouw is geweest. Dit komt ook overeen met hetgeen uit de overlevering bekend is. Het kasteel, of ‘omwaterd huis’, bestond uit dikke en hoge muren, waarin zich getraliede vensters bevonden. Het had slechts één verdieping, waarop een leien dak stond en een torentje tegen de zuidoostelijke zijde van het gebouw. In 1848 werden de grachten van het slot bijna geheel gedempt; ook zijn toen de fundamenten daarvan uitgegraven, zij bIeken te bestaan uit buitengewoon grote bakstenen. Bij deze gelegenheid werd bovendien, ter plaatse waar volgens de overlevering de ophaalbrug van het Slot zou hebben gelegen, opgedolven een stenen kruik uit de Middeleeuwen, welke met verschillende wapens versierd was. Aan het begin van de 20e eeuw bestond er niets meer dat nog herinnerde aan het Kasteel of Slot van Bergeik, behalve de ronde vorm van een stuk weiland.131

Archeologen verstrekken ook nog interessante gegevens:

‘Een laatste element in de laatmiddeleeuwse dorpsgemeenschappen waaraan de archeologie nieuwe kennis kan toevoegen zijn de kastelen en de omgrachte hoven. Zowel te Bergeijk als te Riethoven bevonden zich dergelijke terreinen in het dal van de Keersop. Er heeft tot op heden geen onderzoek plaats gevonden. We beschikken evenwel over enige informatie met betrekking tot deze terreinen via kadasterkaarten en oude prenten. Van de ruïne van het kasteel van Bergeijk bestaat een prent uit de 17de eeuw, waarop sprake is van Het Sloth Bergheyck. Hieruit kan worden opgemaakt dat het kasteel een zeker aanzien moet hebben gehad. Op de prent zijn duidelijk torens en zware muren waarneembaar. In de 80-jarige oorlog deed het nog als versterking dienst, doch werd in 1592 geheel verwoest.132

Bij het kasteel stond een watermolen (1.16.2.003)met een daartoe benodigde verbindingsweg de Molendijk vanaf het Slot. P.N. Panken noteerde uit een oud handschrift (1609) in het kerkarchief dat vroeger het landhuis of kasteel met water en wal versterkt was en het kon de bezittingen der burgers beschermen. Misschien zijn er, behalve kasteel en watermolen dus ook nog resten van een schans in het gebied aanwezig.

1.18.1.002 Kasteel Maaierhuizen Volgens P.N. Panken moet op De Maaij hier volgens de overlevering in vroegere tijden een machtig heer gewoond hebben, die verreweg het grootste deel van de Maaierheide in eigendom had. Volgens de overlevering bezette hij een door grachten omgeven kasteel, dat in de onmiddellijke nabijheid van het tegenwoordige Maaierhuizen stond. Volgens P.N. Panken werden in 1898 inderdaad fundamenten in de grond gevonden, die ongeveer een halve meter dik waren; het onderste gedeelte

129 W. v. Dooremolen in weekblad De Eyckelbergh nr. 1581, “Het Kasteel van Bergeijk, deel 2”. 130 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 205-207. 131 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 227, 132 Biemans, Deeben en Theuws, 1984, 45. 84 van die fundamenten bestond uit keien, waarop zich lagen tuf bevonden, waarboven weer bakstenen lagen.133

Er is ook nog een aardige legende aan dit kasteel verbonden:

‘Een der geestelijken van de oude parochiekerk van Bergeik was, zoo luidt de overlevering verder, verplicht in die kerk op een laat uur, men zegt ten half 12 uren ’s voormiddags, voor dezen heer de mis te lezen. Gewoonlijk woonde deze die mis tijdig bij, doch eens, op een regenachtige dag, kwam hij niet op het bepaalde uur ter kerke en de geestelijke, die dacht, dat hij wegens het slechte weder niet naar de mis zou gaan, begon met lezen zonder op hem gewacht te hebben. De priester had zich echter vergist, want de heer kwam in de kerk, hoewel wat laat. Zoodra zag hij niet, dat de geestelijke met de mis begonnen was zonder op hem gewacht te hebben, of hij ontstak daarover in zulk eene woede, dat hij den priester voor het altaar doodde. Uit vrees van voor zijn misdrijf gestraft te zullen worden, zou hij daarop gevlucht zijn naar het naburige Luiksgestel, dat onder een anderen vorst dan Bergeijk behoorde; daar heeft hij toen om zijne zonde goed te maken de parochiekerk gesticht en om dezelfde reden de helft zijner heide aan de ingezeten van Luijksgetsel en de wederhelft aan die van Bergeijk geschonken, terwijl hij de Abdij van Postel met eene hoeve begiftigde. Zoo luidt althans de legende.’134

Wat zeggen de archieven? In 1525 werd een uuytfang op die may vermeld: een stukje van de gemeenschappelijke heide dat geprivatiseerd was. Op De Maai stond in 1830 slechts één boerderij, ver weg (meer dan 2,5 km) van andere boerderijen. De naam De Maai slaat waarschijnlijk in oorsprong op de omgeving van twee min of meer ronde laagten die op de 19e eeuwse kaarten als vennen getekend zijn, maar in 1930 als moeras zijn aangegeven. Dat zal een plek in de heide geweest zijn waar men hooi kon maaien. Made

1.18.1.003 Kasteel bij Riethoven (ligging onbekend) ‘Een laatste element in de laatmiddeleeuwse dorpsgemeenschappen waaraan de archeologie nieuwe kennis kan toevoegen zijn de kastelen en de omgrachte hoven. Zowel te Bergeijk als te Riethoven bevonden zich dergelijke terreinen in het dal van de Keersop. Er heeft tot op heden geen onderzoek plaats gevonden’.135 Het is volstrekt onduidelijk op welke plaats gedoeld wordt. De kadastrale minuutplans van Riethoven laten langs de Keersop niets bijzonders zien. Het zijn meest erg smalle beemden, met alleen bij de Waalrese watermolen wat grotere breedte. Tussen die beemden en de rest van het cultuurland ligt een heide van 2 kilometer breed. Is ook dit “Mooi verhaal, geen kasteel”?

1.18.1.004 Hoeve van het Abtshuis St. Jacob De abdij van St. Jacob uit Luik bezat in Bergeijk een huis of hoeve die daar als exploitatiecentrum gediend zal hebben. Geen kasteel maar kennelijk een opvallend huis dat ook als refugiehuis kon dienen.

133 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 12. 134 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 13. 135 Biemans, Deeben en Theuws, 1984, 45. 85

Uit Bergeijk in Kaart 2009.

1.18.1.005 Hoeve Kept / herenhoeve / Standenhove Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). 1265 in loco qui dictur Capede tenet Gerardus curtem 1563 van de erfenis geheten die Kept De hoeve is genoemd naar de eigenaar Wouter zoon van Peter Standen van Eike … Dit aangelag hoorde bij het leengoed van Herlaer. Mogelijk was dit de herenhoeve van het kapittel van Sint Jan van Luik met bezittingen op de Kept,136 en exploitatiecentrum voor de bezittingen van dat kapittel in Bergeijk. De vermelding in 1265 is van een hoeve en cijnsgoed van het Luikse Sint-Janskapittel.. De naam is afgeleid van het Latijnse caput, hoofd > herenhoeve.

18.2 Hoofdhoeve Met hoofdhoeve en hoeve worden de agrarische bestaansstructuur van de heerlijkheid en bestaansbasis van de heer aangegeven. In de late middeleeuwen en daarna zijn dat normaal verpachte boerderijen met meestal veel grond. De hoofdhoeve staat veelal op de voorburcht. Wat verderop vindt je dan één of meer andere hoeven.

1.18.2.001 Hoeve voorhof kasteel De Poort De tot het erfgoed van De Poort behorende hoeve op det voorhof heette waarschijnlijk het Sloterhuiske en is in 1807 gesloopt.137

18.3 Hoeve

Het gaat om andere tot een grondheerlijkheid behorende hoeven dan de hoeve bij het kasteel of exploitatiuecentrum. Boerderijen die tot gewone landgoederen of andere grote bezitscomplexen behoren worden onder 19.3 behandeld.

136 Vangheluwe e.a., 2009, 268, 275. 137 Vangheluwe e.a., 2009, 123, 288-289, 291. 86

1.18.3.003 Tweede hoeve van kasteel De Poort te Bergeijk (ligging onbekend) Bij het slot De Poort in Bergeijk stonden in 1791 twee hoeven. Eén stond er op het voorhof (=1.18.2.001). De plaats van de andere hoeve werd niet opgegeven.138

1.18.3.004 Bisdomhoeve Loveren, Westerhoven Op 8 maart 1308 gaf de hertog van Brabant 15 hectare woeste grond tegen betaling van een jaarlijkse cijns van 4 schellingen uit aan de abdij Tongerlo.139 De abdij ontgon deze grond en stichtte er een boerderij op die verpacht werd. Deze hoeve lag in het Westerwijkse gehucht Loveren aan de Hoevenstraat. In 1590 werd de hoeve door Tongerlo afgestaan aan het bisdom Den Bosch. Vandaar de naam Bisdomhoeve. In 1648 werd het bisschoppelijk bezit genaast door de Staten Generaal.

1.18.3.008 Bisdomhoeve Bergeijk Kadastraal Sectie C 8-11, blad 1 (De Broekstraat). 1566 monasterie de Tongerle van den vranckenhoff 1590 Bisschopshoef Oude pachthoeve van de abdij van Tongerlo. In 1590 werd het nieuwe bisdom in ’s-Hertogenbosch met goederen van Tongerlo begiftigd, waaronder deze hoeve. Vandaar de naam Bisdomhoeve. In 1648 werd het bisschoppelijk bezit genaast door de Staten Generaal die de hoeve in 1715 in erfpacht uitgaf. De bisdomhoeve, ook wel Blauwe Hoef / Bisschopshoeve / Vrankenhof geheten, te Bergeijk werd in 1569 gepacht door Frans Matheus Smolders. De hoeve, gelegen aan de heertgang van het Broek bezat vele landerijen o.a. het Eikeven ten zuiden en de Buinderakker ten noorden gelegen. Waar de naam ‘Blauwe Hoef’ vandaan komt is onduidelijk. N.B. Er is ook een Blauwe Hoef op de Witrijt (Sectie F), genoemd naar een persoon Blauwen.140

1.18.3.009 Grote Postelse Hoeve Bergeijk Kadastraal Sectie C 4-7, blad 1 (De Broekstraat). 1605 de grote hoeven competerende den provisoir des goidtshuys van Postel Van de twee Postelse hoeven te Bergeijk geeft Theuws er één aan: bij het Casken off heijligen huijsken. Pachthoeve van het klooster van Postel. In 1569 was Jan Zibben pachter. De hoeve werd in 1648 genaast door de Staten Generaal. In 1791 was ze in eigendom van Marcus Borrenbergen.141

1.18.3.011 Kleine Postelse Hoeve Kadastraal Sectie B 183 blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Stond mogelijk op het Graveveld, genoemd naar gracht. “De ‘cleyne hoeve’ van Postel met ‘het woenhuys schuere ende schaepscoeye metten aengelaege groot ontrent seven lopensaet, gelegen binnen sijn grachten’ lag met de noordzijde aan de straat. De ligging van het huis ‘binnen zijn grachten’ is in overeenstemming met wat Panken terugvond. Panken en anderen van zijn tijd dachten dat de kleine Postelse hoeve naast de hoeve van Schippers lag, westwaarts van de Grote Postelse hoeve op de Hoek (C8-C11).142

1.18.3.012 Huis en hoeve bij Eycke (ligging onbekend) De ligging van een in 1648 door de Staten Generaal genaaste huis en de hoeve ‘bij Eycke’ is niet bekend. De hoeve was belast met cijnzen aan de heer van Blaarthem, de abt van St. Jacob, heer Coenen, de abdis van Thorn en de hertog van Brabant. Dit doet vermoeden dat de hoeven ergens heel centraal lag. Vermoedelijk is de hoeve door de Staten Generaal in 1664 verkocht, want in latere lijsten van Staten-hoeven komt ze niet meer voor.143 Ook is niet duidelijk van welke kerkelijke instelling de hoeve vóór 1648 was.

1.18.3.013 en 1.18.3.014 Curia kapittel van Thorn

138 Vangheluwe e.a., 2009, 123, 288-289, 291. 139 Camps, 1979, nr 758. 140 Vangheluwe e.a., 2009, 330. 141 Vangheluwe e.a., 2009, 330. NAG, RvState 1.01.19 nr. 2157, Verbaal, Beschrijving van de hoeven, 1662, nr.34. 142 Vangheluwe e.a., 2009, 275. 143 NAG, RvState 1.01.19, nr 2156-II, lijst van op 24 nov 1664 te verkopen hoeven, de eerste. 87

De curia van het kapittel van Thorn uit de eerste helft van de 13e eeuw lag volgens Vangheluwe bij de Lage Berkt, in het gebied de Stert. Zie ook volgende pagina. Dit moet het centrum van het cijnsgoed en de curia van Thorn te Bergeijk zijn.

18.4 Heerlijkheidsgebied Aanduiding van het rechtsgebied van de heerlijkheid in kwestie. Dat is soms uitgezocht en dan kun je dat overnemen. Indien onbekend: dan valt er ook niets op te nemen. De grenzen van zo’n heerlijkheidsgebied zijn soms heel grillig, met enclaves over en weer. Soms ook zijn het nog steeds bestaande min of meer rechte lijn in het landschap: die vinden we dan als relicten terug!

Zoals hierboven uiteengezet uiten de oude grondheerlijkheden van Bergeijk zich vooral in cijnsrechten: de bezitter van een perceel moest dan aan het cijnshof jaarlijks een meestal klein bedrag betalen. Dat is vergelijkbaar met de moderne erfpacht. De betaling van die cijnzen werd in cijnsboeken bijgehouden. Cijnsboeken vormen dus een belangrijk element bij het lokale geschiedkundig en geografisch onderzoek. Ze vormen ook een belangrijke schakel tussen de gegevens uit de Moderne Tijd en die uit de Middeleeuwen betreffende de bezitsverhoudingen in een parochie. Wie de ligging van de cijnsrechten en daarmee de oude invloedssferen van oude heren wil onderzoeken, moet dus die cijnsboeken analyseren. Vangheluwe heeft een dergelijke studie verricht aan de hand van een Thorns cijnsboek uit 1566. Voor de reconstructie van het cijnsgoed is hij uitgegaan van de situatie zoals die beschreven staat in het register van 1566. Bij de reconstructie is ervoor gezorgd, dat de percelen uit het cijnsboek samenvallen met perceelsblokken op de kadasterkaart van 1830. Men is erin geslaagd op deze wijze 70% van het akkerland en 90% van de aangelagen in kaart te brengen, ofwel meerdere hoeven; zelfs de curia heeft men zo kunnen opsporen en in kaart gebracht.144

Cijfer 1 op de bijgaande kaart: ‘Hier vinden we de kern van het cijnsgoed met de plaats waar de cijns geïnd wordt ter plaetsen binnen bergheyck gelegen geheten ter braeeken. Drie van de vier aangelagen die we hier aantreffen zijn niet meer aanwezig op de kaart van 1830. Het toponiem de

144 Vangheluwe, 1989, 26. 88 braak blijft echter wel bestaan. In deze omgeving is een hoeveelheid aardewerk uit de 15de en de 16de eeuw gevonden. Bij deze vondsten is een kaarsenbak die wijst op een hoge sociale positie van de bewoners.’

‘Achter de hoeven van de Braak ligt het hoog gelegen akkercomplex de Stert. Aan de andere zijde van dit complex (nr 3 op de kaart), op een hoge uitloper ervan, bevindt zich de hoeve de Straat. Een laagte ten oosten ervan wordt ontwaterd door een waterlaat (op de kaart aangegeven met een stippellijn). Hier bevindt zich het aangelag de Hergraft. Weer verder naar het oosten ligt een lange waterlaat die verbonden is met een beekje dat in 1830 de Loop heet (het gebied heet ook de Waterlaat).’145

‘Ten zuiden ervan ligt de Runde dat vermoedelijk zijn naam ontleent aan dit beekje. Het bestaat uit weilanden en in het zuiden uit bochten. Iets verder naar het oosten liggen twee aangelagen waaruit cijns moet worden betaald aan Thorn. Het is mogelijk dat daar in 1566 meer aangelagen zijn. In 1735 wordt de cijns in ieder geval op aangelagen gelegd die er vlakbij liggen. De Gadenberg ten zuiden van de Hoge Berkt behoort eveneens tot het cijnsgoed (zie nr. 4 op de kaart). In 1735 heet dit akker- complex de Patecker alias den gaden berg en in 1830 heet het uitsluitend nog de Padakker. In de volksmond heet een grafheuvel aan de rand van dit kompleks de katten berg. Bij nrs 5 en 6 op de bijgaande kaart treffen we de hoeven aan van Postel en Tongerlo die eveneens cijnsplichtig waren aan Thorn. Nummer 6 is de Grote Hoeve van Postel.’

Zeer interessant is de vaststelling van Vangheluwe dat hij de curia van het kapittel van Thorn uit de eerste helft van de 13e eeuw heeft weten te localiseren:

‘Volgens twee oorkonden uit 1234 en 1244 is er onder de bezittingen van het kapittel van Thorn een curia te Bergeijk. Een curia is een landbouwbedrijf dat tevens het centrum is voor administratie en rechtspraak over de eigendommen van de abdij. Deze bestaan deels uit in cultuur gebracht land en nog niet ontgonnen gronden. Deze laatste kunnen ter ontginning uitgegeven worden, waarna een cijns betaald wordt aan de oorspronkelijke grondheer. Uit het cijnsboek blijkt dat de cijns geheven wordt "ter plaatse geheten ter Braken". Dit moet dus het centrum van het cijnsgoed en dus de curia van Thorn te Bergeijk zijn. Uit de voorgaande reconstructie blijkt dat we de curia moeten situeren in het gebied de Stert. De curia uit de bovengenoemde oorkonde moet een hoeve zijn bij de Braak gelegen (nrs 1 en 2 op de bijgaande kaart). Mogelijk behoort de hoeve de Straat ook tot de curia van Thorn (nr 3 op de kaart).’146

Het geheel overziend stelt Vangheluwe dat de spreiding van het cijnsgoed van Thorn beperkt is tot het westelijk deel van Bergeijk. Er is slechts een uitzondering: Jacop Wreysen is cijnsplichtig op zijn aangelag, dat volgens het belastingboek op het Einde in het oostelijk deel van Bergeijk ligt. Het is mogelijk dat het gehele cijnsgebied al ontgonnen was voordat Thorn op een deel ervan de curia organiseerde.147

18.5 Relaties Het kasteel, de hoeven, de galg, het heerlijkheidsgebied en eventuele andere fenomenen van één heerlijkheid vormen samen een ensemble: die heerlijkheid. Getekend als verbindingslijnen met het kasteel (bijv. een lijn galg – kasteel).

18.6 Voorhof Hier boven beschreven als element van het kasteel

18.7 Kasteelboerderij Kasteelboerderij is de hoofdhoeve uit de beschrijving hierboven

145 Vangheluwe, 1989, 29. 146 Vangheluwe, 1989, 30. 147 Vangheluwe, 1989, 32. 89

Thema: 19 Landgoederen

De terreinen die de heren van de oude heerlijkheden voor zich behouden hadden, zijn in de zestiende eeuw en later uitgegroeid tot de kernen van landgoederen. Naast deze oude groep ontstonden er ook geheel nieuwe landgoederen. De kern daarvan was in de regel een bestaande boerderij, soms een nieuwe ontginningshoeve, die in handen kwam van in een naburige stad gehuisveste adel of notabelen.

Landgoederen zijn mooi ingerichte stukken grootgrondbezit. Sommige komen voort uit oude heerlijkheden: in dat geval worden de landgoedaspecten daarvan onder het thema “landgoed” beschreven. Andere hebben een andere ontstaanswijze, deels door opwaardering en uitbouw van een enkele boerderij, deels als ontginningsblok.

Centrum van het landgoed is het landhuis, ook wel “kasteel” genoemd, naar het uiterlijk. Bij dat landhuis horen een tuin, vijver en park, soms een gracht om het huis. Daaromheen liggen de landerijen met enkele verpachte boerderijen. Soms is op grote schaal het landschap aangepast en meestal zijn er een of meerdere lanen aangelegd. Het geheel is het landgoedgebied. Soms is het deels omgeven met een wal. In de negentiende eeuw ontstaan ook mini-landgoedjes: een grote villa of grote herberg met ruime tuin en vaak nog een vijver, maar verder geen landerijen, boerderijen etc.

Veel grotere kloosters zijn in wezen het centrum van een landgoed. In plaats van een landhuis is dan het klooster het centrum. Soms is dat in een oud landhuis gevestigd. Waar in tuin en park van een gewoon landgoed allerlei profane versieringen en follies staan, staan bij een kloosterlandgoed religieuze elementen zoals heiligenbeelden (ipv romeinse of griekse beelden), kruiswegstaties, calvariebergen en Lourdesgrotten. Maar de opzet is identiek: centraal gebouw, tuin, park en een lanenstructuur in een ruim gebied met pachtboerderijen staan en waar soms aan landscaping gedaan is.

In Bergeijk lijken er nooit echte landgoederen geweest te zijn. Ook bij de ontginningen na 1850 werden er geen landgoederen gevormd.

19.1 Gracht Gracht om het landhuis of een iets groter gebied. Soms is alleen de gracht bewaard gebleven.

19.2 Herberg Herberg uit 19e of 20e eeuw, centrum van rijke tuin, maar zonder verdere landgoedstructuren van betekenis: mini-landgoed.

19.3 Hoeven Pachthoeve van het landgoed. Soms een bij het landhuis en nog enkele wat verderop. Hier worden enkele opvallende hoeven genoemd, al is een band met een landgoed niet aanwijsbaar.

1.19.3.001 Elengoed 1370 Elyas dicyus bloc 1390 Elen Blocx goet tot Bercheyck van Wouter Standen Een leengoed van de heren van Herlaar te Sint Michielsgestel met bezittingen in de Broekstraat en op de Enderakkers in de Rijen. Ligt bij de kerk van Bergeijk op de plaats van het vroegere hotel Beukenhof.148

148 Vangheluwe e.a., 2009, 252-253. 90

1.19.3.002 Hoeve in die Helle Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). 1563 de hereditate dicta hillen hooffken 1582 die hoeve in de Helle In 1563 zijn Michiel Jan Tops en Jacob Wrijs ‘aan de kerkhof’ eigenaren van de eerste hoeve. Laurentius van der Bruggen is dat van de tweede, die bij de kerk lag. Mogelijk dat dat de hoeve is die heer Boyfaas in 1311 als cijnsgoed aan de abdij van Tongerlo gaf. In de cijnsboeken van Tongerlo heet dit goed in 1362, 1375 en 1430 een (aan)gelage bij de kerk; in 1530 werd het aangeduid als het gelage met huis ‘aan de kerkmuur’ gelegen, oostwaarts aan de kerkhof, zuidwaarts aan de heren van Sint-Jacob.

1.19.3.003 Hoeve Boevenheuvel Een enkele boerderij in 1830.

1.19.3.004 De Paal Bergeijk Op de hei ten noorden van het dorp Bergeijk lag bij een grenspaal met Eersel de hoeve De Paal, waarvan de eerste vermelding uit 1584 dateert. In 1830 staat hier één boerderij. Blijkens een gedenksteen was die in 1798 gebouwd. De oude boerderij werd in 1798 gebouwd door Renier Maas, getuige een gevelsteen - waarop R M 1798 - naast de vootdeur en twee stenen aan de achtergevel met RENIER en MAAS. Na het verlaten van de oude boerderij werd deze in de jaien '30 door genoemde familie gesloopt. In 1932 werd een nieuwe hoeve gebouwd waar die steen mee naar toe verhuisde.149 Deze boerderij staat er nog.

149 Vangheluwe e.a., 2009, 181-183. 91

Afbeelding: reconstructie van hoeve De Paal door arcliitect John van Lierop (Uit Bergeijk in Kaart 2009): 1. karschop, 2. varkensstal, 3. paardenstal, 4. meelhok, 5. kolenhok,6. slaapkamer met bedstee, 7. slaapkamer, den herd (woonverttek) met schouw, 9. kelder met opkamer, 10. moos, 11. oven, 12. potstal met de koeien, 13. schuur, 14. hok van staken en stro, 15. waterput, 16. schuurtje met wc, 17. dorsmachine, 18. Dorsberg met aandrijving naar dorsmachine in de schuur'. 150

1.19.3.005 Steenbergerhoeve (ligging onbekend) Gelegen op de hei ten noorden van Bergeijk, aan de grens met Eersel. In 1414 van Henrik Steenberg van Eik. 1474 Steenbergse hoeve met 4 bunder land. In 1627 huisje met 4 bunder land. In 1732 oude hofstad, vermoedelijk niet meer in bedrijf. Mogelijk slaat op deze plaats de volgende vermelding uit 1627:”een huysken met hoff ende aengelegen arffenis groot ontrent vier ende twintich loopensaets gelegen onder Bercheyck ontrent Eerssel genaamt den Hasenvangere”. De locatie is onbekend.151

1.19.3.006 de Lege Hoeve Gelegen aan de grens met Eersel. Hier zou volgens Panken een kasteel zijn geweest, maar het lijkt er meerop dat het om puin van een verdwenen boerderij gaat.152

1.19.3.007 Hoeve De Maai Op De Maai stond in 1830 slechts één boerderij, ver weg (meer dan 2,5 km) van andere boerderijen. Rond 1900 werd er nog een huis gebouwd aan de Maaibrug, 400 meter van de hoeve. Tegen 1960 was er nog een derde huis, ook bij die brug, bijgekomen. De naam De Maai slaat waarschijnlijk in oorsprong op de omgeving van twee min of meer ronde laagten die op de 19e eeuwse kaarten als vennen getekend zijn, maar in 1930 als moeras zijn aangegeven. De vennen zijn later tot visvijvers ingericht. Deze vennen lagen in het brede dal van het beekje De Beek. Dat zal een plek in de heide geweest zijn waar men hooi kon maaien. Made

150 Vangheluwe e.a., 2009, 181-183. 151 Vangheluwe e.a., 2009, 184. 152 Vangheluwe e.a., 2009, 168. 153 Vangheluwe e.a., 2009, 390-391; foto 2009 nieuwe en oude Maaierhof p. 391. 92

1829-1836 Maatschappij van Welstand 1918 Gelderse boer Mentink: “De landbouwhoeve van J. v.d. Putte op de Maai alhier, is overgegaan aan een Gelderschen boer, welke alhier na eenigen tijd een flinke modelboerderij zal bouwen.” 1938 Familie Plasmans

1.19.3.008 Zandhoef Eén enkele hoeve in 1830 ten noorden van Weebosch. Deze kennelijk zandige ontginning werd in jaren 1340 – 1352 genoemd onder de naam Spegelt of Spekel. Ze ligt op een strook tussen een langgerekt duin in het noorden en het dal van de hier beginnende Steenselse Aa of Run. In 1791 waren rond 1800 weer heide, later zijn ze deels bebost.

1.19.3.009 Willekenshof, Lage Berkt 1627 een stuck eckerlants genoempt den willekens hoff De naam is een verkleinwoord van Wil en een afkorting van Willem: Willeke. De hof is de hoeve, dus het huis met aangelag. Aan de onregelmatige vorm van de ontginning te oordelen was hier vroeger een ven. Er was een wal als bescherming tegen de schaapskudde, die hier voorbijkwam.154 Het betreft een min of meer ronde bocht (groep omheinde akkers) 300 meter noordwest van de Lage Berkt, waar in 1830 twee boerderijen op stonden. Het gebiedje ligt niet lager dan de omgeving en het zal dus géén ven geweest zijn.

1.19.3.010 Hoeve Eelkensgelag / het Gelag, Lage Berkt 1627 hoffstadt genaamt eelkens geloch gelegen tot berckt Het Gelag kan herleid worden tot de hofstad en het Eelkensgelag van Willem Jan Bergmans.155 In de bronnen is steeds sprake van Gelag, wat op het land aan een boerderij slaat, en ‘hofstat’ of ‘domistadium’, wat een perceel is waarop ooit een boerderij stond of er nog een moet komen. In beide gevallen gaat het om grond zonder gebouwen. Dit zou een boerderij van voor de Tachtigjarige Oorlog kunnen zijn die stond op de bocht van Willekenshof en de rampjaren niet overleefde (zie 1.18.3.013).

1.19.3.011 Hoeve Kouwenberg Kadastraal Sectie B 697-704, 709-713 1459 halve kaudenberch 1461 pacht uit hoeve Caudenberch Deze hoeve lag ten zuiden van de Keersop. Ze werd in de 15e eeuw verpacht. Later had de abdij Tongerlo hier een schaapskooi staan: 1510 en nog 1617. Kouwenberg werd recent ook aangeduid met Vosberg.156 Het betreft hier in 1830 een afgerond blokje kleine percelen akker en bos dat aan de zuidoostzijde grenst aan een langgerekte duinformatie. Dat zal de eigenlijke Koudenberg of Vosberg zijn waar de hoeve naar genoemd werd.

1.19.3.012 Hoeve op Weebosch, op overgang Hoogeind naar Neereind (ligging onbekend)

1.19.3.013 Hoeve op Weebosch, zuidzijde Hoogeind (ligging onbekend) P.N. Panken beschrijft wat volgens de overlevering de vroegste huizen van Weebosch waren: “Onder het Hoogeind bevonden zich tot ongeveer het midden der 19e eeuw, twee zeer oude, groote huizen, die volgens het volksgeloof als de eerste of vroegste huizen van Weebosch gehouden werden. Zij waren zeer zonderling en doelmatig als een groot landbouwbedrijf ingericht. Alle muren, zoo uit- als inwendig bestonden uit leeme wanden met hout doorwerkt. Geen ander dan eik was aan deze kolossale huizen gebezigd. Men vond hierin verscheidene vertrekken van verschillende ruimte en inrichting. Het vóór- of gewoon verblijf-vertrek, haard genoemd, had eenen buitengemeen ruimen omvang, de meeste balken, waren zeer dik, lang en sterk. Eén dezer beide huizen bevond zich in het noordelijke deel of punt van het Hoogeind, alwaar het Neerëind een aanvang neemt. Het andere bedoelde huis trof men in het meer zuidelijk deel van 't Hoogëind (kant van Luiksgestel) aan en was

154 Vangheluwe e.a., 2009, 408. 155 Vangheluwe e.a., 2009, 408. 156 Vangheluwe e.a., 2009, 303-304. 93 ruimer en aanzienlijker dan het eerst gemelde. De aanzienlijke en ongewone breedte van dit tweede gezegd huis vormde het tot een nagenoeg vierkant en evenaarde de nog bestaande Postelsche hoeve aan de Broekstraat.”157 Het is duister waar Panken het over heeft. Op het zuidelijk deel van Weebosch komen perceelsnamen als Hoogeindse Akker voor, het Laageind zou dan de noordkant van Weebosch moeten zijn. Maar daarmee zijn die twee hoeven nog niet gevonden. Pankens beschrijvingen zijn dus vooral inetressant voor wat de bouwwijze betreft!

19. 4 Klooster Typisch kloostergebouw als centrum van het landgoed.

19. 5 Laan Met bomen beplante meestal kaarsrechte weg. Soms aan iedere zijde twee of zelfs drie rijen bomen. Rond 1700 werden ook dennen als laanboom gebruikt.

19.6 Landgoedgebied Het totale landgoedgebied, inclusief boerenland en bossen.

1.19.6.001 Landgoed Het Hooghuis In de 19e eeuw heeft Victor Delverdange op de Safraanberg zijn woning en daar nabij grenspaal 196 het landgoed Het Hooghuis aangelegd.

1.19.6.002 De Pielis In het huidige landbouwgebied De Pielis, voorheen de Postelse Heide, ongonnen rond 1950, hadden baron Giles de Pélicy uit Brussel en graaf Charles De Brocqueville juist over de grens, bij Postel woonachtig, grote gebieden.

19.7 Landhuis Het centrale landhuis, dat alle mogelijke bouwstijlen kan vertonen. Het landhuis kan in gebruik (geweest) zijn als klooster.

19.8 Omgrachte hoeve Sommigen groeiden uit tot kasteeltje, de meesten ‘degradeerden’ tot boerderij (veelal zijn de grachten helemaal of gedeeltelijk gedempt).

19.9 Ontginningsstructuur Meestal rechthoekige landinrichting die gevormd werd bij ontginning, waarin toen direct al of later een landgoed gevormd is.

1.19.9.001 De Hoeve aan de Hoge Berkt Op de Hoge Berkt is op de kaart een planmatige aanleg in noordelijke richting te zien. Dit is niet de aanleg van een gehucht, maar de uitbouw van de cultuurgronden van het bestaande gehucht of voor een nieuwe hoeve als verovering op de wildernis. Het betreft een enigszins afgeronde kamp met centrale ontwateringsgracht. Het zal een laatmiddeleeuwse ontginning zijn. De planmatige aanleg is te zien op de kaart bij de Hoeve (D 513-D 530) en de Rappbocht (D 537-D 539). Op twee manieren: op de eerste plaats steekt het gehucht met de boerderijen en achtergelegen landen als een groot blok uit in de heide. Op de tweede plaats is er een gracht, die kaarsrecht noord-zuid lopend het akkerblok achter de aangelagen in tweeën deelt.

19.10 Zichtlijn Lijn waarlangs men in de verte uitziet op een bijzonder object: een beeld, kapel, kerktoren, molen... Deze lijn valt vaak samen met een laan.

157 Panken, P.N.. Bijvoegsels voor de beschrijving van Bergeijk. 94

19.11 Park Gebied met bomen en struiken, doorsneden met paden. In het park kun je follies aantreffen. Veelal speciaal vormgegeven. Soms zijn sporen van meerdere stijlen herkenbaar, want het park werd af en toe aan de nieuwste mode aangepast.

19.12 Tuin Meest open gebied met gras, lage struiken, bloemen, kruidentuin, paden. Veelal speciaal vormgegeven. Soms zijn sporen van meerdere stijlen herkenbaar, want de tuin werd af en toe aan de nieuwste mode aangepast. Hieronder vallen ook de stadtuinen die behoorden bij de deftige woningen in een dorp (zoals bijvoorbeeld Oirschot).

19.13 Vijver Siervijver in de tuin of het park, soms speciale visvijvers.

19.14 Villa Groot huis of klein landhuis uit 19e of 20e eeuw, centrum van rijke tuin, maar zonder verdere landgoedstructuren van betekenis: minilandgoed.

19.15 Wal Aarden wal vaak met gracht als omgrenzing van het landgoed. Als het landgoed ooit uitgebreid is, kan zo’n wal ook binnen het landgoed voorkomen!

19.16 Overigen Landgoederen zijn bijzonder rijk aan allerlei bijzondere elementen. In de groep “overig” zitten objecten van uiteenlopende aard, die hieronder opgesomd worden: arbeidershuis: woning voor een van de landarbeiders van het landgoed. beeld: beeld van klassieke goden, koningen of koninginnen, andere helden of symbolen; heiligenbeeld, kruiswegstatie, calvarieberg, Lourdesgrot. bijgebouw: niet nader gespecificeerd bijgebouw van het centrale landhuis of klooster. bomengroep: bijzondere groep bomen, soms ook van bijzondere bomen, als element van het vormgegeven landschap. boom: bijzondere boom, hetzij eenvoudig als solitaire boom in het vormgegeven landschap, hetzij als bijzondere boom in tuin of park: dat is dan eigenlijk een follie. Soms is aan een boom niets te zien, maar is het toch een herinneringsboom, bijv. geplant bij de kroning van Wilhelmina of de geboorte van Beatrix. familiegraf: vlakgraf of grafheuvel waarin leden van de landgoedfamilie begraven zijn. Soms moeilijk te onderscheiden van ijskelder! ijskelder: holle heuvel waarin men het ijs bewaarde dat in de winter uit de vijver gehakt werd. Lijkt soms erg op een familiegrafheuvel. jachthuis: speciaal huis of huisje waar men samen kwam voorafgaand en na afloop van de jacht. Hier werden bijv. de jachttrofeeën bewaard. kapel: privé-kapel, kapelletje kerkhof: op kloosterlandgoederen komen begraafplaatsen voor de kloosterlingen voor. koetshuis: bijgebouw waarin de koetsen gestald werden. Meestal met grote poortdeuren. opzichtershuis: woning voor de opzichter van het landgoed, vooral op landgoederen waar de eigenaar zelden aanwezig was. orangerie: bijgebouw voor het kweken van allerlei planten, voorloper van de moderne kassen. theehuis: losstaand gebouwtje om thee in te drinken, vaak op een heuveltje, met fraai uitzicht. toegangshek: deftig toegangshek aan de oprijlaan, met gemetselde elementen en of veel smeedijzer. tuinhuis: losstaand gebouwtje aan de rand van tuin of park, met fraai uitzicht. visvijver: vijver(tje) om vis in te houden, soms reeks vijvers om vis in te kweken.

1.19.16.001 Oprijlaan Kasteel Bergeijk (zie 1.18.1.001) Is deels nog aanwezig.

95

Thema: 20 Bosbouw

Tot een eind in de middeleeuwen waren er in Zand-Brabant volop bossen. Door ontginning, het halen van bouwhout en geriefhout, en overbeweiding gingen die bossen bijna allemaal teloor. Bossen die deze periode “overleefd” hebben en nog voortbestaan zijn zeldzaam, maar ze zijn er wel. Het lijkt alsof de bebossing van de heide in de Kempen pas tussen 1850 en 1950 tot stand kwam en dat een deel van die jonge bossen na 1900 alweer in boerenland omgezet werd.

De bossen zijn in vijf ouderdomscategorieën ingedeeld. Het gaat hier dus om de vlakken die bos zijn of waren en hun datering. Er horen daarom ook beschrijvingsvelden “datering start van het bos”; “datering einde van het bos” bij.

Bij de reconstructie van het historisch landschap is gebruik gemaakt van drie referentieperiodes, drie ijkpunten (circa 1830, 1900, 1930), waardoor de ontwikkeling van het landschap gestalte krijgt. Aan de hand van het historisch kaartmateriaal uit betreffende periodes kon de ontwikkeling van het landschap, in dit geval de bosbouw, in kaart worden gebracht.158

20.1. Bosbouw 1500-1750 Nieuwe bosaanplant uit deze periode. [niet bekend in Bergeijk]

20.2. Bosbouw 1750-1850 Na 1750 begint de bouwbouwtraditie van de Verlichting grip te krijgen op de landgoedeigenaren. Zowel loofbossen als dennen.

1.20.2.001 t/m 1.20.2.325 Bosbouw 1750-1850 Bron Pieckkaarten en topografische kaart 1837. Alle bossen en bosjes op de kaart van 1840/45 zijn nog geen aanplant uit de jaren na 1750.

20.3. Bosbouw 1850-1900 Vanaf ca 1850 vooral bebossing van grote heideterreinen die uit de gemeynt verkocht werden en bij gebrek aan mest niet in boerenland konden worden omgezet. Veelal dennen (mijnhout). Deze bossen staan nog niet op de kaart van Van der Voordt Pieck, 1842; maar wél op de Bonnekaart van ca 1900.

1.20.3.001 t/m 1.20.3.301 Bosbouw 1850-1900 Bron Topografische kaart 1900, vergeleken met 1840/45.

20.4. Bosbouw na 1900 Vanaf 1900 is de kunstmest betaalbaar en kan de hei wél in boerenland omgezet worden. Dan leidt nog maar een deel van de ontginningen tot bossen. Veelal dennen (mijnhout).

1.20.4.001 t/m 1.20.4.263 Bosbouw 1850-1950 Bron Topografische kaart 1930 vergeleken met 1900.

158 Historisch kaartmateriaal: 1832: kadaster 1832; 1838: topografie 1837-1840. Uit de reproductie Wolters-Noordhoff, 1990; 1845: Topografie ca 1845: Van der Voordt-Pieck en Van der Kuijl, 1845; 1900: Topografie ca 1900 Wieberdink, 1989. Dit zijn de Bonneblaadjes. 96

Thema: 21 De oude Akkers

Het gaat hier om akkers van voor 1850. In de Meierij kunnen twee typen oude akkergebieden onderscheiden worden: de grote openakkergebieden (in provinciale taal: “bolle akkers” alhoewel die akkers vaak heel vlak zijn) en de met heggen of houtranden omgeven akkers die in de Kempen veelal “kamp” of “heg” heten. Sommige daarvan liggen bol, andere zijn vlak.

De open akkercomplexen waren in de negentiende eeuw aan de buitenzijde wel begrensd met een levende haag, eventueel op een wal, maar de interne verdeling in eigendoms- of gebruikseenheden bestond uit greppels van een voet breed en diep, ofwel een grasbandje van een voet breed, danwel een denkbeeldige lijn tussen twee merktekens zoals een steen of paal. Deze open akkers zijn waarschijnlijk de oudste akkercomplexen. Bovendien is in de Kempen, maar óók heel nadrukkelijk in Breda, aangetoond dat onder deze in de negentiende eeuw niet of schaars bewoonde akkers, vroegmiddeleeuwse en zelfs oudere bewoningssporen schuil gaan. Het nederzettingspatroon is tot in de dertiende eeuw nogal dynamisch geweest. Pas vanaf de dertiende eeuw werd blijkbaar het nederzettingspatroon gevormd, dat we rond 1800 nog (in uitgegroeide vorm) kunnen waarnemen.

Het onderscheid “besloten” of “open” van de oude akkers, en de akkerwallen, zijn afgelezen van de topografische kaart van ca 1838. De bolle akkers zijn afgelezen van de hoogtekaart AHN. Hier zijn dus alleen de bolle akkers weergegeven die rond 2000 nog herkenbaar waren. Onderzoek in Boxtel wees uit dat de bolle ligging voor de wandelaar pas te zien is, als de akker in het midden meer dan een halve meter hoger ligt dan aan de rand. In de verstedelijkte gebieden zijn dus geen bolle akkers aangegeven. Bolle akkers vallen deels samen met de hier opgenomen besloten of open akkers, maar komen ook daarbuiten voor, op jonge akkergronden. Bolle akkers getuigen van een nog niet geheel begrepen intensieve bewerking van het akkerland in of na de middeleeuwen. Daardoor kwam het midden van de akker zo’n halve tot een hele meter hoger te liggen dan de randen. Dit zal de afwatering bevorderd hebben. Er zijn overigens vooral langs beekdalen gevallen bekend waarin men later deze “kop” van de akker afschoof, het beekdal in, om zo de oppervlakte akkergrond te vergroten. Dit leidde tot versmalde beekdalen, zogenaamde “tuineerdgronden” in het opgehoogde deel van de dalen (en een bodemprofiel dat “op z’n kop” ligt!) en onverwacht dunne akkerdekken boven op de oude akkers.

De oudste akkers, voor zover niet ten offer gevallen aan woonwijk of industrieterrein, liggen aan de kern van dorpen. De akkers moesten zwaar bemest worden met stalmest. Deze verkreeg men door de koeien 's nachts en een deel van de dag op stal te laten staan. De stal was komvormig, ongeveer een meter diep uitgegraven en met leem bedekt om geen vocht door te laten. Dit werd de potstal genoemd. De koeien stonden op een ondergrond van heideplaggen en strooisel (strussel) van bladeren, stro en meestal vermengd met wat zwarte aarde. Iedere dag werd een verse laag strooiselheideplaggen aangebracht. Als de laag dik genoeg was - de koppen van de dieren raakten soms de zoldering - werd deze met de meststik in blokken gestoken en buiten op een hoop gezet. In het voorjaar bracht men deze mest dan op het land.159 Verspreiding van de mest gebeurde vanuit het midden van de akker waardoor in de loop der jaren een min of meer bol profiel ontstond. Er bestond géén nauwe relatie tussen het areaal bouwland en benodigde heide.160 Pas toen de kunstmest voor de kleine boer betaalbaar werd, kon men op grote schaal de heide en de daarop na 1850 geplante bossen gaan ontginnen.161

Binnen het thema oude Akkers kunnen we de open akkers en de besloten akkers makkelijk van de topografische kaarten in combinatie met de kadasterkaart aflezen. Verder hebben we drie nadere onderscheidingen bij de oude akkers: Bolle akker: “Bolle akker” is een nadere onderscheiding die voor de besloten akkers relevant is. De akker ligt bol of niet. Vaak liggen ze nu vlakker dan vroeger. Het blijkt dat de wandelaar

159 Vera, 2002. 160 Leenders en Berkvens, 2007. 161 Leenders, 1996. 97

ze pas herkent als het midden van de akker meer dan 50 cm hoger is dan de rand. Een en ander kan van de AHN hoogtekaart afgelezen worden. Percelering: vooral bij open akkers is het interessant om na te gaan of de oude akkerpercelering er nog is. Die is te zien op de kadasterkaart en bestaat uit in blokjes gegroepeerde korte strookvormige percelen. Lijkt daarom een item dat bij het beoordelen van de relictwaarde van belang is. Perceelsrandbegroeiing: een item dat bij het beoordelen van de relictwaarde van belang is, zowel bij openakkers (de buitenheg) als bij de besloten akkers.

Bij de reconstructie van het historisch landschap is gebruik gemaakt van drie referentieperiodes, circa 1830, 1900, 1930, waardoor de ontwikkeling van het landschap gestalte krijgt. Aan de hand van het historisch kaartmateriaal uit betreffende periodes kon de ontwikkeling van het landschap, in dit geval de oude akkers, in kaart worden gebracht.162

Afbeelding: Tiendkaart van Bergeijk uit 1779 van Hendrik Verhees

162 Historisch kaartmateriaal: 1832: kadaster 1832; 1838: topografie 1837-1840. Uit de reproductie Wolters-Noordhoff, 1990; 1845: Topografie ca 1845: Van der Voordt-Pieck en Van der Kuijl, 1845; 1900: Topografie ca 1900 Wieberdink, 1989. Dit zijn de Bonneblaadjes.

98

De nederzettingen in de gemeente Bergeijk liggen meestal verspreid rondom een groot open akkercomplex.De gehuchten van het oude Bergeijk staan op de oudst gedetailleerde kaart van Bergeijk, de tiendkaart uit 1779 van Hendrik Verhees. Op de graanoogst werd sinds de middeleeuwen eenbelasting van 10% geheven, oorspronkelijk ten bate van de kerk en pastoor, maar later toegeeigend door allerlei tiendheffers. Daartoe was het gebied ingedeeld in tiendklampen. De tiendklampen in Bergeijk waren voor driekwart van lokale heren, later gevolgd door de abdijen van Floreffe-Postel en Tongerlo (1258, 1283, 1299). Op de kaart van Verhees staan de tiendklampen van de heer Van Hanswijk in Den Bosch, en van de abdij St. Jacob te Luik. Die beslaan heel het oude Bergeijk.

De heer Van Hanswijk: 1. Berkter- of Molentiend 2. Waterlaattiend 3. Lootiend 4. Staarttiend 5. Weebosch Zuidtiend 6. Weebosch Middentiend 7. Weebosch Noordtiend 8. Witrijttiend

De abdij van Sint-Jacob te Luik: a. Kerkhoftiend, Kepttiend b. Bijsterveldtiend en Bergerheitiend c. Eijkereindtiend, Bochttiend en Bundertiend

21.1 Akkerwal Om een “open akker” lag wél een heg, met daarin akkertoegangen (“akkerveken”). Soms lag de heg op een wal: een akkerwal. De hoge wallen bij de Berkt in Bergeijk vormden niet alleen een bescherming tegen het vee, maar ook tegen het stuifzand als gevolg van erosie door de heertgang (dagelijkse gang van de heerde, kudde). Panken zegt over de wallen op de Berkt: ‘In de heiden en bosschen onder Lagen Berkt vindt men, als in menige plaats dezer landstreek, vele aarden opgeschoten wallen of regelmatige afscheidingen, welke echter van lieverlede veel in aantal verminderd zijn. Omstreeks 1850 werden eenige der hoogste gedeeltelijk geslecht.’163

De volgende akkkerwallen zijn in Bergeijk gesignaleerd: Uniek nr Naam Type 1.21.1.001 Bergeijk, Rund akkerwal 1.21.1.002 Bergeijk, Weebosch akkerwal 1.21.1.003 Bergeijk, Weebosch akkerwal 1.21.1.004 Bergeijk, Weebosch akkerwal 1.21.1.005 Bergeijk, Weebosch akkerwal 1.21.1.006 Bergeijk, Weebosch akkerwal 1.21.1.007 Bergeijk, Weebosch akkerwal 1.21.1.008 Bergeijk, Witrijt akkerwal 1.21.1.009 Bergeijk, Witrijt akkerwal 1.21.1.010 Bergeijk, Witrijt akkerwal 1.21.1.011 Luyksgestel, Reiderakkers akkerwal 1.21.1.012 Luyksgestel, Reiderakkers akkerwal

163 Vangheluwe e.a., 2009, 408. 99

1.21.1.013 Luyksgestel, Reiderakkers akkerwal 1.21.1.014 Luyksgestel, Waterkuilen akkerwal 1.21.1.015 Luyksgestel, Waterkuilen akkerwal 1.21.1.016 Luyksgestel, Waterkuilen akkerwal 1.21.1.017 Luyksgestel, Kapelakkers akkerwal 1.21.1.018 Luyksgestel, Kapelakkers akkerwal 1.21.1.019 Bergeijk, Spaanrijt akkerwal 1.21.1.020 Luyksgestel, Hasseltse Velden akkerwal 1.21.1.021 Luyksgestel, Mulders Velden akkerwal 1.21.1.022 Luyksgestel, Mulders Velden akkerwal 1.21.1.023 Bergeijk, Aa akkerwal 1.21.1.024 Bergeijk, Aa akkerwal 1.21.1.025 Bergeijk, Aa akkerwal 1.21.1.026 Bergeijk, Aa akkerwal

21.2 Besloten akker Dit zijn bouwlandpercelen van een halve tot twee hectare, die omgeven zijn door een heg die soms op een walletje staat. In Bergeijk heten die “bocht”. Elders ook wel “kamp” of “heg”. Veelal het eigendom van één persoon of slechts enkele. De besloten akkers liggen soms “bol”, maar lang niet altijd.

In Bergeijk werden de volgende besloten akkers opgetekend: Uniek nr Naam Type 1.21.2.001 Riethoven, Broekhoven besloten akker 1.21.2.002 Riethoven, Broekhoven besloten akker 1.21.2.003 Riethoven, aan de Waalre molen besloten akker 1.21.2.004 Riethoven, aan de Keersop molen besloten akker 1.21.2.005 Riethoven, De Bugt besloten akker 1.21.2.006 Riethoven, Heiereind besloten akker 1.21.2.007 Riethoven, Heiereind besloten akker 1.21.2.008 Westerhoven, Braambosch besloten akker 1.21.2.009 Westerhoven, Braambosch besloten akker 1.21.2.010 Westerhoven, Braambosch besloten akker 1.21.2.011 Bergeijk, aan de Hoeker Dijk besloten akker 1.21.2.012 Bergeijk, aan de Hoeker Dijk besloten akker 1.21.2.013 Luyksgestel, Bosscher Beemden besloten akker 1.21.2.014 Luyksgestel, Boscheind besloten akker 1.21.2.015 Luyksgestel, Venakker Velden besloten akker 1.21.2.016 Bergeijk, Witrijt besloten akker 1.21.2.017 Bergeijk, Zandhoef besloten akker 1.21.2.018 Bergeijk, Zandhoef besloten akker 1.21.2.019 Bergeijk, Weebosch besloten akker 1.21.2.020 Bergeijk, Weebosch besloten akker 1.21.2.021 Bergeijk, Lage Berkt besloten akker 1.21.2.022 Bergeijk, achter de Ender Akker besloten akker 1.21.2.023 Riethoven, Grote Heide besloten akker 100

1.21.2.024 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.025 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.026 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.027 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.028 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.029 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.030 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.031 Bergeijk, Eiker Eind besloten akker 1.21.2.032 Bergeijk, Hongarijen besloten akker 1.21.2.033 Luyksgestel, Mulders Velden besloten akker 1.21.2.034 Luyksgestel, Sengelsbroek besloten akker 1.21.2.035 Luyksgestel, Sengelsbroek besloten akker 1.21.2.036 Luyksgestel, Venakker Velden besloten akker 1.21.2.037 Riethoven, aan de Waalre molen besloten akker 1.21.2.038 Riethoven, aan de Waalre molen besloten akker 1.21.2.039 Riethoven, aan de Waalre molen besloten akker 1.21.2.040 Riethoven, aan de Waalre molen besloten akker 1.21.2.041 Riethoven, aan de Steenselse Aa besloten akker 1.21.2.042 Riethoven, aan de Keersop besloten akker 1.21.2.043 Riethoven, in de Hobbeler Heide besloten akker 1.21.2.044 Riethoven, Broekhoven besloten akker 1.21.2.045 Riethoven, Broekhoven besloten akker 1.21.2.046 Riethoven, Broekhoven besloten akker 1.21.2.047 Riethoven, De Bugt besloten akker 1.21.2.048 Riethoven, Broekhoven besloten akker 1.21.2.049 Riethoven, Broekhoven besloten akker 1.21.2.050 Riethoven, De Stukken besloten akker 1.21.2.051 Riethoven, De Stukken besloten akker 1.21.2.052 Riethoven, De Stukken besloten akker 1.21.2.053 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.054 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.055 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.056 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.057 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.058 Riethoven, Waalwijk besloten akker 1.21.2.059 Riethoven, Grote Heide besloten akker 1.21.2.060 Riethoven, Heiereind besloten akker 1.21.2.061 Riethoven, Droevendaal besloten akker 1.21.2.062 Riethoven, Droevendaal besloten akker 1.21.2.063 Riethoven, Droevendaal besloten akker 1.21.2.064 Riethoven, Heiereind besloten akker 1.21.2.065 Riethoven, Heiereind besloten akker 1.21.2.066 Westerhoven, Braambosch besloten akker 1.21.2.067 Riethoven, Heiereind besloten akker 1.21.2.068 Riethoven, Heiereind besloten akker

101

1.21.2.069 Riethoven, Heiereind besloten akker 1.21.2.070 Westerhoven, Braambosch besloten akker 1.21.2.071 Westerhoven, Braambosch besloten akker 1.21.2.072 Westerhoven, Braambosch besloten akker 1.21.2.073 Westerhoven, Braambosch besloten akker 1.21.2.074 Westerhoven, Braambosch besloten akker 1.21.2.075 Westerhoven, Westerhoven besloten akker 1.21.2.076 Westerhoven, Aarperstraat besloten akker 1.21.2.077 Westerhoven, Aarperstraat besloten akker 1.21.2.078 Westerhoven, Aarperstraat besloten akker 1.21.2.079 Westerhoven, Heierstraat besloten akker 1.21.2.080 Westerhoven, Heierstraat besloten akker 1.21.2.081 Westerhoven, Heierstraat besloten akker 1.21.2.082 Westerhoven, Heierstraat besloten akker 1.21.2.083 Westerhoven, Heierstraat besloten akker 1.21.2.084 Westerhoven, bij de watermolen besloten akker 1.21.2.085 Bergeijk, Boevenheuvel besloten akker 1.21.2.086 Bergeijk, Boevenheuvel besloten akker 1.21.2.087 Bergeijk, Boevenheuvel besloten akker 1.21.2.088 Bergeijk, De Paal besloten akker 1.21.2.089 Bergeijk, achter de Ender Akker besloten akker 1.21.2.090 Bergeijk, achter de Ender Akker besloten akker 1.21.2.091 Riethoven, Grote Heide besloten akker 1.21.2.092 Bergeijk, Eiker Eind besloten akker 1.21.2.093 Bergeijk, Eiker Eind besloten akker 1.21.2.094 Bergeijk, Lijnt besloten akker 1.21.2.095 Bergeijk, Eiker Eind besloten akker 1.21.2.096 Bergeijk, Lijnt besloten akker 1.21.2.097 Bergeijk, rand Berger Heide besloten akker 1.21.2.098 Bergeijk, rand Berger Heide besloten akker 1.21.2.099 Bergeijk, aan de Molenakker besloten akker 1.21.2.100 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.101 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.102 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.103 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.104 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.105 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.106 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.107 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.108 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.109 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.110 Bergeijk, Hoek besloten akker 1.21.2.111 Bergeijk, Hoek besloten akker 1.21.2.112 Bergeijk, Hoek besloten akker 1.21.2.113 Bergeijk, Hoek besloten akker

102

1.21.2.114 Bergeijk, Puttenbeemden besloten akker 1.21.2.115 Bergeijk, Puttenbeemden besloten akker 1.21.2.116 Bergeijk, Lage Berkt besloten akker 1.21.2.117 Bergeijk, Lage Berkt besloten akker 1.21.2.118 Bergeijk, Lage Berkt besloten akker 1.21.2.119 Bergeijk, Lage Berkt besloten akker 1.21.2.120 Bergeijk, Lage Berkt besloten akker 1.21.2.121 Bergeijk, Lage Berkt besloten akker 1.21.2.122 Bergeijk, Broekstraat besloten akker 1.21.2.123 Bergeijk, Lange Voorten besloten akker 1.21.2.124 Bergeijk, Lange Voorten besloten akker 1.21.2.125 Bergeijk, Loo besloten akker 1.21.2.126 Bergeijk, Loo besloten akker 1.21.2.127 Bergeijk, Rund besloten akker 1.21.2.128 Bergeijk, aan de Weijerdijk besloten akker 1.21.2.129 Bergeijk, aan de Weijerdijk besloten akker 1.21.2.130 Bergeijk, Rund besloten akker 1.21.2.131 Bergeijk, Hongarijen besloten akker 1.21.2.132 Bergeijk, Vlaanderen besloten akker 1.21.2.133 Bergeijk, Bergeijkse Barriere besloten akker 1.21.2.134 Bergeijk, Bergeijkse Barriere besloten akker 1.21.2.135 Bergeijk, De Maai besloten akker 1.21.2.136 Bergeijk, Aa besloten akker 1.21.2.137 Bergeijk, Aa besloten akker 1.21.2.138 Bergeijk, Aa besloten akker 1.21.2.139 Bergeijk, Aa besloten akker 1.21.2.140 Bergeijk, Aa besloten akker 1.21.2.141 Bergeijk, Hulsdonken besloten akker 1.21.2.142 Bergeijk, Kromdonken besloten akker 1.21.2.143 Bergeijk, Kromdonken besloten akker 1.21.2.144 Bergeijk, aan de Hoeker Dijk besloten akker 1.21.2.145 Bergeijk, aan de Hoeker Dijk besloten akker 1.21.2.146 Bergeijk, Ender Beemden besloten akker 1.21.2.147 Bergeijk, Witrijt besloten akker 1.21.2.148 Bergeijk, Witrijt besloten akker 1.21.2.149 Bergeijk, Witrijt besloten akker 1.21.2.150 Bergeijk, Witrijt besloten akker 1.21.2.151 Bergeijk, Witrijt besloten akker 1.21.2.152 Bergeijk, Spaanrijt besloten akker 1.21.2.153 Bergeijk, Spaanrijt besloten akker 1.21.2.154 Bergeijk, Zandhoef besloten akker 1.21.2.155 Bergeijk, Weebosch besloten akker 1.21.2.156 Bergeijk, Weebosch besloten akker 1.21.2.157 Bergeijk, Weebosch besloten akker 1.21.2.158 Bergeijk, Weebosch besloten akker

103

1.21.2.159 Bergeijk, Puttenbeemden besloten akker 1.21.2.160 Bergeijk, Hoge Berkt besloten akker 1.21.2.161 Bergeijk, langs Steenselse Aa besloten akker 1.21.2.162 Bergeijk, langs Steenselse Aa besloten akker 1.21.2.163 Bergeijk, achter de Ender Akker besloten akker 1.21.2.164 Luyksgestel, Ampreiden besloten akker 1.21.2.165 Luyksgestel, Ampreiden besloten akker 1.21.2.166 Luyksgestel, Ampreiden besloten akker 1.21.2.167 Luyksgestel, Reiderakkers besloten akker 1.21.2.168 Luyksgestel, Reiderakkers besloten akker 1.21.2.169 Luyksgestel, Reiderakkers besloten akker 1.21.2.170 Luyksgestel, Reiderakkers besloten akker 1.21.2.171 Luyksgestel, Reiderakkers besloten akker 1.21.2.172 Luyksgestel, Reiderakkers besloten akker 1.21.2.173 Luyksgestel, Waterkuilen besloten akker 1.21.2.174 Luyksgestel, Mulders Velden besloten akker 1.21.2.175 Luyksgestel, Mulders Velden besloten akker 1.21.2.176 Luyksgestel, Mulders Velden besloten akker 1.21.2.177 Luyksgestel, Boscheind besloten akker 1.21.2.178 Luyksgestel, Boscheind besloten akker 1.21.2.179 Luyksgestel, Boscheind besloten akker 1.21.2.180 Luyksgestel, Gelukten besloten akker 1.21.2.181 Luyksgestel, Gelukten besloten akker 1.21.2.182 Luyksgestel, Gelukten besloten akker 1.21.2.183 Luyksgestel, Venakker Velden besloten akker 1.21.2.184 Luyksgestel, Sengelsbroek besloten akker 1.21.2.185 Bergeijk, Weebosch besloten akker 1.21.2.186 Bergeijk, Weebosch besloten akker

1.21.2.092 t/m 096 Bugten bij het Eijkereind Op de topografische kaart van 1837 tekent zich een groot bochtengebied af tussen de starten Eijkereind en Bucht – Keulse Pad. Daar zijn op dat ogenblik de bochten. In het veldnamenmateriaal van Bergeijk van voor 1800 ligt er echter juist een bochtenzone ten noorden van de straat Bucht, in de zuidelijkste 350 meter van de Enderakkers. In 1837 is dat merendeels akkerland met een enkel bosje.164 In 1930 blijkt die zone grotendeels bebost te zijn en ook ten zuiden van de straat Bucht komen dan enkele bosjes voor en ook nu is het een haast massief bosgebied! Vangheluwe schrijft erover: Bossen met grove dennen op de zanderige bochten in De Bucht ten zuiden van de Enderakkers. Waarschijnlijk in de Middeleeuwen al minder dicht bos, waardoor het geschikt was voor het weiden van vee. Functie verdween in de 12de eeuw door het kappen van de bossen en daardoor het ontstaan van de beemden in het beekdal van de Aa of Keersop en akkers met een omwalling met heggen en bomen. Deze akkers waren niet zo vruchtbaar als de Enderakkers en werden daarom extensiever gebruikt.165 De aangetroffen ontwikkeling past goed bij het beeld dat ook elders in Bergeijk en Eersel verkregen werd: buiten de intensief beakkerde open akkers werden nieuwe landen ontgonnen. Deze werden omheind en aanvankelijk wisselend gebruikt als akker, hooiland, hoge weide of zelfs hei. Op den duur neigde het gebruik meer en meer naar akker en blijkbaar kon zo’n gebied zelfs opgenomen raken in de open akker. Men maakte dan een nieuwe reeks bochten aan, want het landbouwsysteem kon er blijkbaar niet buiten.

164 Vangheluwe e.a., 2009, 192-193; 194-195 krt. 165 Vangheluwe e.a., 2009, 192-193; 194-195 krt. 104

De bochten ten noorden van de straat Bucht zouden dan een oudere bochtenzone zijn die rond 1800 opgenomen was in de open akker. Ten zuiden van de straat lag toen een tweede generatie bochten. Blijkbaar zijn de oude bochten na 1800 weer verlaten als akker en omgezet in bos. Iets dergelijks zien we ook bij de Oerlese Bossen. Ook de veldnamen onderscheiden zich: ze eindigen in de Bucht veelal op –Bocht, terwijl de veldnamen in Enderakkers juist eindigen op –akker. Op dit gedeelte werd in het Maatboek van 1791 opvallend veel ‘houtbos’of ‘houtwas’ geregistreerd. Aangenomen wordt dat dit de houtkanten zijn die de omheining vormden van de bochten of op de wallen stonden die de bochten omringden. Soms worden er expliciet heggen als omheining genoemd. We vermoeden dat er voor 1791 nog veel meer heggen van meidoorn (hagedoorn) stonden en dat deze heggen in 1791 al geleidelijk aan gerooid werden.166

1.21.2.024 t/m 030, 053 – 058 Bochten bij Waalwijk, Riethoven Aan de westzijde van het open akkercomplex van Waalwijk (Walik) ligt een gebied met latere ontginningen in de vorm van, deels door wallen omgeven, bochten. De oudste bochten dateren waarschijnlijk uit de 17e eeuw. Het gebied kent een samenhang met het buurtschap Walik en de open akker van dat gehucht. Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog. Deel van CHW. nr. V267 (HK-HV- 55)

21.3 Open akker Open akkers zijn vaak erg groot, bevatten een heleboel meest strookvormige eigendommetjes die allemaal bouwland zijn en onderling niet of amper door heggen gescheiden zijn of waren. Het terrein ligt meestal hoog ten opzichte van de omgeving, maar is intern behoorlijk vlak.

In Bergeijk zijn de volgende open akkers aanwezig:

Uniek nr Naam Type 1.21.3.001 Riethoven, Broekhoven open akker 1.21.3.002 Riethoven, Morkakkers open akker 1.21.3.003 Bergeijk, Aa open akker 1.21.3.004 Bergeijk, Witrijt open akker 1.21.3.005 Riethoven, De Hobbel open akker 1.21.3.006 Riethoven, Boshovense Akker open akker 1.21.3.007 Bergeijk, Ender Akkers open akker 1.21.3.008 Bergeijk, Weebosch open akker 1.21.3.009 Bergeijk, Rund open akker 1.21.3.010 Bergeijk, Hoeven open akker 1.21.3.011 Bergeijk, Hongarijen open akker 1.21.3.012 Riethoven, Eindse Akker open akker 1.21.3.013 Riethoven, Venakkers open akker 1.21.3.014 Riethoven, De Hobbel open akker 1.21.3.015 Riethoven, Broekhovense Akker open akker 1.21.3.016 Riethoven, Eindse Akker open akker 1.21.3.017 Riethoven, Boshovense Akker open akker 1.21.3.018 Riethoven, Boshovense Akker open akker 1.21.3.019 Riethoven, Boshovense Akker open akker 1.21.3.020 Riethoven, Waalwijkse Akker open akker 1.21.3.021 Riethoven, Heiereind open akker

166 Vangheluwe e.a., 2009, 220-221. 105

1.21.3.022 Riethoven, Heiereind open akker 1.21.3.023 Riethoven, Heiereind open akker 1.21.3.024 Riethoven, Droevendaal open akker 1.21.3.025 Westerhoven, Rijtakkers open akker 1.21.3.026 Westerhoven, Loveren open akker 1.21.3.027 Westerhoven, Loveren open akker 1.21.3.028 Westerhoven, Loveren open akker 1.21.3.029 Westerhoven, Westerhoven open akker 1.21.3.030 Westerhoven, Heierstraat open akker 1.21.3.031 Westerhoven, Westerhoven open akker 1.21.3.032 Westerhoven, Westerhoven open akker 1.21.3.033 Westerhoven, Aarperstraat open akker 1.21.3.034 Westerhoven, Heierstraat open akker 1.21.3.035 Westerhoven, Heierstraat open akker 1.21.3.036 Westerhoven, Aarperstraat open akker 1.21.3.037 Westerhoven, Aarperstraat open akker 1.21.3.038 Westerhoven, Daalakkers open akker 1.21.3.039 Westerhoven, Lange Akkers open akker 1.21.3.040 Bergeijk, Hoge Berkt open akker 1.21.3.041 Bergeijk, Hoge Berkt open akker 1.21.3.042 Bergeijk, Molenakker open akker 1.21.3.043 Bergeijk, Loo open akker 1.21.3.044 Bergeijk, Loo open akker 1.21.3.045 Bergeijk, Hongarijen open akker 1.21.3.046 Bergeijk, Witrijt open akker 1.21.3.047 Bergeijk, Spaanrijt open akker 1.21.3.048 Bergeijk, Weebosch open akker 1.21.3.049 Bergeijk, Berkter Akker open akker 1.21.3.050 Luijksgestel, Reiderakkers open akker 1.21.3.051 Luijksgestel, Waterkuilen open akker 1.21.3.052 Luijksgestel, De Meeren open akker 1.21.3.053 Luijksgestel, Mulders Velden open akker 1.21.3.054 Luijksgestel, Hasseltse Velden open akker 1.21.3.055 Luijksgestel, Kapelakkers open akker 1.21.3.056 Bergeijk, Witrijt open akker 1.21.3.057 Luijksgestel, Waterkuilen open akker 1.21.3.058 Luijksgestel, Waterkuilen open akker 1.21.3.059 Luijksgestel, Hasseltse Velden open akker 1.21.3.060 Luijksgestel, Mulders Velden open akker 1.21.3.061 Bergeijk, Aa open akker 1.21.3.062 Bergeijk, Aa open akker

1.21.3.003, 061, 062 Akkercomplex De Aa, Bergeijk Akkercomplex met kenmerkende openheid, esdek, bolle ligging en steilranden. Akkercomplexen dateren in eerste aanleg uit de Late Middeleeuwen (1250-1500). Voordien lagen hier kleinschalige cultuurlandschappen. Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog. CHW. nr. V366 (HK-HV-73) 106

1.21.3.005, 006, 013, 017 t/m 20 Akkercomplex Waalwijk, Riethoven: Het akkercomplex Walik met esdek, bolle ligging, steilranden, zandpaden, wallen en (restanten van) hakhout dateert ook in eerste aanleg uit de Late Middeleeuwen (1250-1500). Voordien lagen hier kleinschalige cultuurlandschappen. Midden over de akker loopt de zandweg Stevertse Baan, een onderdeel van de oude landweg tussen Steensel en Westerhoven. Aan de westzijde van het akkercomplex een gebied met latere ontginningen in de vorm van, deels door wallen omgeven, kampjes. De oudste kampjes dateren waarschijnlijk uit de 17e eeuw (= 1.21.2.024 t/m 030, 053 – 058). Aan de oostzijde is een deel van het oorspronkelijke akkercomplex bebouwd. Het gebied kent een samenhang met het buurtschap Walik. Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog. Deel van CHW. nr. V267 (HK-HV-55)

Afbeelding: overzicht van de open en besloten akkers tussen Bergeijk, Riethoven en Westerhoven.

1.21.3.007 Enderakkers, Bergeijk Vermoedelijk de oudste akkers met in de Middeleeuwen een nederzetting, die aan het eind van de 12de eeuw verplaatst is naar het beekdal, waarbij de naam Eikelberge ontstond. Een vlak akkerdek met rechte, parallelle wegen in de richting noord-zuid.167

1.21.3.051, 055, 057, 058 Akkercomplex Kapelakkers en Waterkuilen, Luijkgestel Het open akkercomplex Kapelakkers met esdek, bolle ligging, steilranden, zandpaden en (restanten van) hakhout dateert in eerste aanleg uit de Late Middeleeuwen (1250-1500). Voordien lagen hier kleinschalige cultuurlandschappen. Aan de westzijde van het akkercomplex een gebied met door aanplant van houtwallen gefixeerd stuifzand. Aan de zuidoostzijde de H. Kruiskapel (1727), één van de weinige nog vrij in de akkers liggende oude kapellen. Bij de ruilverkaveling, omstreeks 1975, is de verkaveling deels gewijzigd. Het gebied kent een samenhang met de buurtschappen Boscheind en Hoge Rijt. Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog. CHW. nr. V263 (HK-HV-56)

167 Vangheluwe e.a., 2009, 188. D. Vangheluwe in de Keersopper nrs. 4, 5, 6: ‘Enderakkers, een open akkercomplex met geschiedenis’. 107

1.21.3.004, 056 Akkercomplex Witrijt, Bergeijk De akkercomplexen van Witrijt zijn kleine open akkercomplexen met esdek, bolle ligging, steilranden, zandpaden en (restanten van) hakhout. Akkercomplexen dateren in eerste aanleg uit de Late Middeleeuwen (1250-1500). Voordien lagen hier kleinschalige cultuurlandschappen. Midden in het westelijke akkercomplex, aan de Postelseweg, de oude doorgaande landweg tussen Eersel en Postel, het buurtschap Witrijt. In het oostelijke akkercomplex het buurtschap Kleine Witrijt. Aan de westzijde van de akkercomplexen een klein beekdal (de rijt waar Witrijt naar genoemd is) met (relicten van) houtwallen en een gebied met door aanplant van houtwallen gefixeerd stuifzand. Akkercomplexen en buurtschappen lagen eeuwenlang als een eiland in de omliggende heide. Bij de ruilverkaveling, omstreeks 1970-1975, is de verkaveling deels gewijzigd. Het gebied kent een samenhang met de Cartierheide en de hieromheen gelegen jonge heidebebossingen. Cultuurhistorische waarde: Hoog. CHW. nr. V324 (HK-HV-58)

1.21.3.050 Akkercomplex Reiderakkers, Luijksgestel De Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant geeft twee zichtlijnen over dit akkercomplex aan. Het betreft hier een waardevol aspect van nog bewaarde open akkergebieden. CHW-nr 354 en 355.

1.21.3.021, 022, 023, 038 Akkercomplex tussen Riethoven en Westerhoven De Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant geeft twee zichtlijnen over dit akkercomplex aan. Het betreft hier een waardevol aspect van nog bewaarde open akkergebieden. CHW-nr 356 en 357.

21.4 Steilrand Doordat oude akkers door bemesting met zandhoudende mest 30 cm of veel meer opgehoogd zijn, steken ze soms op opvallende wijze boven aangrenzende oude graslandgronden uit. Als die in een beekdal liggen, is het verschil nóg markanter. Deze steilranden accentueren de oude akkers.

Uniek nr Naam Type 1.21.4.001 Bergeijk, Hoeven steilrand 1.21.4.002 Luijksgestel, Hasseltse Velden steilrand 1.21.4.003 Luijksgestel, Hasseltse Velden steilrand

108

Thema: 22 Ontginningen

Middeleeuwse agrarische ontginningscomplexen zijn niet altijd goed herkenbaar. Maar waar ze met een zekere systematiek aangelegd zijn, kunnen ze gemakkelijk aangewezen worden. Via de naam, cijnstarief of wellicht een stichtingsoorkonde kunnen ze min of meer gedateerd worden. Dit thema overlapt ruimtelijk met tal van andere thema’s, want het kijkt naar een ander aspect: systematische middeleeuwse ontginningen. Dus van voor 1500, mag ook 1568 zijn. In principe is alle cultuurland van ca 1500 in de middeleeuwen ontgonnen, want er zijn bijna nergens terreinen bewijsbaar sinds voorromeinse tijd in cultuur. Het steekt dus wél af tegen nadien ontgonnen gronden, maar het zal moeilijk zijn de ontginningsgrens van ca 1500 (1568) betrouwbaar aan te geven. Daarom beperken we ons tot de systematische min of meer grootschalige middeleeuwse ontginningen. Daarbij moeten we dat “ontginnen” niet al te strikt nemen, de middeleeuwer sprak van “oirbaar” maken, bruikbaar maken. De moderne boer zou zulk land waarschijnlijk nog voor een wildernis houden!

De Moderne Tijd liet ook de landbouw niet ongemoeid. De motor was hier de in 1896 door pater G. van den Elsen opgerichte Noordbrabantsche Christelijke Boerenbond. Doelstelling was aanvankelijk de zedelijke verheffing, maar al spoedig werd verbetering van de materiële toestand het hoofddoel. Dankzij de krachtig aangepakte ontginningen maakte de paarse heide plaats voor bossen en moderne boerderijen.168

Bergeijk behoort tot de heidorpen met een zwakke ontginning in het Schelde-Demer-Maasgebied. De samenstelling van de bovenlagen met oude dekzanden en grof zand en grind (Formatie van Sterksel) zorgde ervoor dat de gronden niet erg vruchtbaar waren voor de landbouw. De dekzandgordel van de Witrijt via Weebosch naar Berkt-Bergeijk en Borkel met een uitloper naar Luijksgestel is helemaal ongeschikt voor landbouw.169 De ontginners gingen blijkbaar heel selectief te werk bij de keuze van hun landbouwgrond en zochten daarbij stelselmatig de moderpodzolen uit. Deze waren vermoedelijk te herkennen aan de grote bomen die er groeiden. Zo zien we in Bergeijk nogal eens een groot heideveld dat zich tussen het gehucht en zijn akkers bevindt. De voor landbouw geschikte gronden waren blijkbaar verderop gelegen, zoals bij Enderakkers ten opzichte van ’t Hof.170

De welvaart van Bergeijk is in de Moderne Tijd mede door de grootschalige heideontginningen toegenomen. Vanaf de Late IJzertijd kampte dit gebied met degeneratie van de grond, zodat er structurele beperkingen waren voor akkerbouw. In de 19e eeuw werden grote stukken heide aan particulieren verkocht zodat ze konden worden gecultiveerd. Het bestuur van de gemeente Bergeijk liet zich in het ontginnen van de communale heiden eveneens niet onbetuigd en paste daarop met gunstig gevolg het bevloeiingsysteem toe, zodat deze heiden voor een groot deel met bossen werden beplant en in vloeiweiden herschapen zijn. Een en ander heeft ertoe geleid dat de welvaart in Bergeijk toenam.171

22.1 Veenontginningen Ontginning van een veengebied om het agrarisch te gaan gebruiken. Klassiek is de verdeling van het terrein in “hoeven” (12 maal zo lang als breed, 12 bunder of 15,5 – 16,0 hectare groot; andere verhoudingen komen ook voor). Op iedere hoevestrook werd in principe een boerderij geplaatst. Kleinere venen zullen minder grootschalig aangepakt zijn. [niet in Bergeijk]

168 Kolman e.a., 1997, 18. 169 Vangheluwe e.a., 2009. 170 Vangheluwe e.a., 2009, 410. 171 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 53. 109

22.2 Beekdalontginning De natte bodem van beekdalen was geschikt om in het voorjaar hooi te leveren en daarna als weide te dienen. Veelal in korte strookjes dwars op de beek gelegd, met allerlei struikbegroeiing langs de scheidingsslootjes. In brede beekdalen soms een grootschaliger opzet. [niet genoteerd]

22.3 Bosontginning Ontginning in de laatste middeleeuwse bossen ging vaak ook strooksgewijs, maar die stroken zijn dan een beetje krom of bochtig. [niet genoteerd]

22.4 Heideontginning Ontginning van de “heide”. In de middeleeuwen vaak in typische afgeronde vormen, soms aanklampennd aan eerdere soortgelijke ronde vormen. Ook in de vorm van blokken min of meer rechte stroken vanaf de weg heiwaarts. Ze zijn niet altijd bewoond, want het is soms alleen maar uitbreiding van het land van een bestaande boerderij.

1.22.4.001 Jonge ontginning Enderheide en Maaijerheide, Bergeijk Jonge heideontginning, overwegend bestaande uit landbouwgronden. Plaatselijk productiebossen met naaldhout. Het gebied is verkaveld en ontgonnen in de periode 1930-1945. Een drietal oude doorgangsdijken, de Bredase Dijk, de Bergeijkse Dijk (thans Burg. Aartslaan) en de Borkelse Dijk, werden gehandhaafd en vormden het uitgangspunt voor de nieuwe verkaveling. In het gebied verschillende (langgevel)boerderijen uit de periode van de ontginning. Het gebied kent een samenhang met de jonge ontginningen langs de Beekloop. Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog. CHW. nr. V191 (HK-HV-54)

Afbeelding: Visvijver bij de Liskes (november 2010)

1.22.4.002 Jonge ontginning Beekloop e.o, Bergeijk. Jonge heideontginning, met landbouwgronden en productiebossen met naaldhout. Langs de Beekloop ligt een aantal vijvers van een voormalige viskwekerij. Een deel van deze vijvers, bij Liskes, is aangelegd ter plekke van voormalige vloeiweiden. Andere vijvers, waaronder de Pastoorsweijer, 110 liggen op de plek van oude vennen. De visvijvers dateren uit de periode 1940-1960. Thans zijn ze in beheer bij Natuurmonumenten. Langs de Beekloop ligt verder De Maaij, een oude, mogelijk al uit de Late Middeleeuwen (1250-1500) daterende kampontginning. Het gebied kent een samenhang met de jonge heideontginningen van Beekerheide, Enderheide en Maaijerheide. Cultuurhistorische waarde: Hoog. Deel van CHW. nr. V251 (GK-HV-21).

1.22.4.003 Jonge heidebebossingen Kempen, Postelse Heide, Bergeijk, Eersel, Bladel Jonge heideontginningen, overwegend bestaande uit productiebossen met naaldhout en loofhout, deels op gefixeerd stuifzand. In de lager gelegen, nattere gebieden plaatselijk ook landbouwgronden. Het gebied is in meerdere projecten verkaveld en ontgonnen, met name in de periode 1930-1945, maar plaatselijk, zoals bij Boksheide, Zwarte Weijer en De Pan, ook al eerder. De percelering is per ontginning verschillend, maar overwegend rationeel en soms blokvormig. De Postelse heide veranderde in de jaren 50 van de 20e eeuw in landbouwgebied “De Pielis”.172 Midden door het gebied loopt de zandweg Bredase Baan, een onderdeel van de oude landweg tussen Luik en Breda. Het gebied kent een samenhang met de Cartierheide en met de akkers bij Witrijt, De Pan, Spijkert en De Heestert. Cultuurhistorische waarde: Redelijk hoog. CHW. nr. V252 (HK-HV-57)

1.22.4.009 De Plateau, Bergeijk, Valkenswaard Jonge heideontginning, grotendeels bestaande uit productiebossen met naaldhout. Plaatselijk heiderelicten en landbouwgronden. Het gebied kent een samenhang met de jonge heideontginningen langs de Beekloop en met het gebied Kolonie, in België, gebieden waarin eveneens vloeiweiden voorkomen. Het gebied kent een samenhang met de jonge heideontginning Beekerheide. Waardering: Hoog. Deel van CHW-code: V259.

22.5 Populierenlandschap Geen gewone bosbouw, want tussen de populieren overheerst boerenland, dat is nu net het typische! Het populierenlandschap betrof zowel natte gebieden (beemden, broeken) als de akkers Op sterk lemige gronden is de centrale Meierij vanaf 1750 de populierenteelt op gang gekomen. In Schijndel, waar de populierenteelt zeer dominant was, kan ze geassocieerd worden met het rond 1900 zeer algemeen voorkomen van uitgestrekte gebieden met zeer kleine strookvormige met heggen en bomen omheinde percelen. Op nattere en lemige gronden werden populieren in de houtkanten gepoot. Het po- pulierenlandschap betrof er vooral de gronden van de Bodem van Elde, het Wijbosch en het aangrenzende Broek. In die gebieden waren al vroeg hele bospercelen aangelegd. Het populierenlandschap strekte zich verder richting Liempde, Best en Oirschot uit, zover er lemige gronden liggen. Populieren ontbreken vanouds op de open akkers en de Rooise Heide. Op de Eerdse Bergen, op zandige duingrond, werden echter juist veel dennebospercelen aangeplant. Nadat in 1800 erg veel bomen waren omgewaaid in een zware storm, is bij de herplanting in veel gevallen de canada-populier gebruikt. Deze boom was in het midden van de achttiende eeuw door landgoedeigenaren, onder andere bij Breda en Utrecht, vanuit Canada geïmporteerd. Het populierenhout werd aanvankelijk vooral gebruikt door de talloze klompenmakers in deze streek. In Liempde was een derde van de bevolking in de eerste helft van de negentiende eeuw afhankelijk van het klompenmaken en ook in Schijndel was het een belangrijke economische sector! Later werd het hout ook gebruikt in de luciferindustrie en de bouw van treinwagons (fabriek op de Molenheide bij Schijndel). Het voortbestaan van het populierenlandschap is mede afhankelijk van de afzetmarkt voor het hout. Het was tot 1950 overheersend in een flink deel van de centrale Meierij. Het populierenlandschap is nu teruggedrongen tot enkele kleinere gebieden. [niet genoteerd]

22.6 Streepjesverkaveling Op de kaarten van 1900 en eerder valt in de RVK "Schijndel" een overheersende "streepjesverkaveling" op. Deze bestaat uit rijtjes van kleine lange percelen, 25 bij 125 meter groot ongeveer. Nadere analyse leerde dat - afgezien van de Schijndelse Akker - de streepjes groepsgewijs één eigendom vormden. Een kaart van de eigendommen laat een vrij normale een beetje onregelmatige blokverkaveling zien, met percelen van ongeveer 1 tot 1,5 hectare. De "streepjes" zijn dus niet ontstaan door een ver

172 In bewerking ‘De historie van De Pielis”, Heemkundekring Bergeijk 2011. 111 doorgedreven erfdeling. Nader onderzoek leerde dat de verstreping vermoedelijk primair is ingegeven door de natte toestand van deze lemige gronden. Door het aanleggen van slootjes verkreeg men een grotere waterberging en potentieel ook een betere afwatering. Die afwatering was echter ook afhankelijk van het algemene afwateringssysteem, dat eerst na de Tweede Wereldoorlog behoorlijk op peil gebracht werd. De verstreping was dus een verbeteringspraktijk die toegepast werd vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw. In die zelfde tijd werd het kweken van populieren in deze streek bijzonder populair. De vele slootkanten konden met populieren worden "aangekleed". Dat gaf meer stevigte aan de slootkant en het leverde na een jaar of twintig mooie "klompenbomen" op. Op een "verstreept" perceel konden tweemaal zoveel bomen staan als op een gewoon blokperceel. Deze populierenteelt, die wortelt in de hier altijd in zwang gebleven houtteelt, bepaalde vervolgens in belangrijke mate de economie van de dorpen in de streek. De klompen werden via Den Bosch naar Holland geëxporteerd. De verstreping was rond 1827 in volle gang, want percelen die toen door de Zuid-Willemsvaart doorsneden werden, waren in 1832 soms aan de ene kant wél en aan de andere kant niet "verstreept". Ook de nieuwe uitgiften op de Schijndelse en Rooise Heide, die van na 1864 dateren, bleken in 1900 in belangrijke mate "verstreept" te zijn. Pas na de Tweede Wereldoorlog zijn de streepjes gaan verdwijnen. Dit proces, dat samenhangt met de sterke ontwatering van het terrein, is nu vrijwel voltooid. In de herfst van 1997 bleek dat zelfs de diepste sloten kurkdroog waren. Op slechts twee plekken is er nog iets van de streepjesverkaveling teruggevonden bij de veldverkenningen van zomer en herfst 1997, op één daarvan was men die sporen net aan het opruimen. De streepjespercelen hebben hier dus twee eeuwen het landschap bepaald, maar zijn nu praktisch verdwenen. [niet genoteerd]

22.7 Voorpootstrook Sommige gemeynten in deze omgeving hebben in de vijftiende eeuw ook het voorpootrecht kunnen verwerven: het recht voor de deelnemers in de gemeynte om langs de rand van hun cultuurland op de gemeynte bomen te planten173. Binnen de ruilverkaveling "Schijndel" heeft dit recht algemeen gegolden, want er zijn duidelijke sporen van aanwijsbaar geweest (en deels nog aanwezig): de voorpootstroken. Dit waren stroken van enkele tientallen meters breed langs de eigen grond van de boer, waar hij op gemeyntegrond zijn eigen bomen mocht of moest planten.

Deze voorpootstroken zijn op de oudere kaarten zeer duidelijk herkenbaar. Ze maken de afzonderlijke "kampen" zichtbaar die hier in de heide of het broek werden ontgonnen. De datering van deze structuren is niet altijd duidelijk. Ze kunnen dateren uit de zeventiende eeuw of mogelijk al vanaf 1400174. Maar bij de Bodem van Elde zijn er aanwijzingen dat de grootste kampen al van voor 1314 dateren. Rond de Schijndelse akker doet het patroon van voorpootstroken denken aan het dijkenpa- troon van westelijk Noord-Brabant: telkens een kamp erbij, waarbij men voortbouwt op eerder aangelegde kampen die uiteindelijk verankerd zijn aan het oude cultuurland Na 1900 zijn de voorpootstroken veel minder herkenbaar geworden. De grond ervan werd bij het aangrenzende perceel getrokken en ontdaan van bomen. Eventuele nieuwe wegen op ontgonnen gronden werden juist buiten die voormalige voorpootstroken aangelegd. [niet genoteerd]

22.8 Zandontginning Als vorm waarschijnlijk niet goed te onderscheiden van de heideontginning, maar door de ligging (in een duinengebied) wél. [niet genoteerd]

22.9 Ruilverkaveling Tijdens de ruilverkaveling werden er grotere landbouwpercelen gecreëerd ten behoeve van een efficiënter agrarisch beheer van de landbouwgronden. Veel bosjes, bomen, heggen en zandwegen verdwenen hierdoor.

173 1465: Schijndel-oost 40 voet of 12 meter; 1462: Bodem van Elde, 2 lange roeden = 12 meter; Enklaar, 1941, nr. 49; Heesters, 1984. 174 Megens - Linders, f 23v; Van Asseldonk, 1988bcd. 112

22.9.002 Ruilverkaveling Bergeijk In het bijbehorende ruilverkavelingrapport voor de ruilverkaveling Bergeijk wordt ten aanzien van de voorgestelde blokbegrenzing van deze ruilverkaveling het volgende opgemerkt: Vanaf de douanepost ten zuiden van Luijksgestel wordt de blokgrens aan de zuidzijde in oost- noordoostelijke richting achtereenvolgens gevormd door de landsgrens ten zuiden van de Sengelsbroekse Heide en een aantal wegen en perceelsscheidingen ten westen van de Elzenloop en op de overgang naar het goed verkavelde ontginningsgebied in de Maayer- en Enderheide.

Ten zuidoosten van Westerhoven volgt de grens ongeveer de scheiding tussen de infiltratievelden en het boscomplex op de Westerhovense Heide en vervolgens een gedeelte van de Westerhovensedijk tot ongeveer 100 m ten westen van de rijksweg Valkenswaard-Hasselt. De oostgrens volgt vanaf circa 30 m benedenstrooms van de Victoriebrug de rivier de Dommel tot aan de brug bij de Kasteelboerderij. Vervolgens wijkt de oostgrens van de Dommel af om tot aan een punt ongeveer 300 meter westelijk van de Volmolen zoveel mogelijk de scheiding tussen cultuurgronden en bossen of bosschages ten westen van de Dommel en langs de Keersop te volgen. De oostgrens komt vrijwel geheel overeen met de grens tot waar het grondgebruik van de bedrijven in Dommelen en het buurtschap Keersop zich naar het oosten uitstrekt.

Ten westen van bedoeld punt tot voorbij het buurt schap Schadewijk valt de noordgrens vrijwel samen met de voormalige gemeentegrens van Riethoven die over een grote lengte wordt gevormd door het riviertje de Run. Slechts bij Goorkens, ten noord-oosten van het buurtschap Broekhoven, is een kleine oppervlakte noordelijk van de Run ter afronding van de gebruikersgrens in het blok opgenomen. Westelijk van het buurtschap Waalwijk buigt de grens in zuidelijke richting af en volgt daarna een grillige lijn langs verschillende kadastrale percelen, die hoofdzakelijk bepaald wordt door de scheiding tussen bossen en cultuurgronden en de begrenzing van de gronden behorend tot het woon- en industriegebied van het dorp Bergeijk. Ten Westen van de verharde weg Bergeijk-Eersel- Eerselsedijk volgt de grens enkele zandwegen en kadastrale perceelsgrenzen en wederom een gedeelte van het riviertje de Run westelijk van de Berkter Beemden. Ten noorden van het kerkdorp Weebosch en tussen de buurtschappen Witrijt en Boksheide ligt de grens vrijwel geheel langs boscomplexen. Dit is eveneens het geval ten westen en zuiden van het buurtschap Witrijt en de dorpen Weebosch en Luijksgestel. De strook cultuurgrond tussen deze weg en het boscomplex ten westen daarvan is niet in het blok opgenomen (voor een nauwkeurige aanduiding van de voorgestelde begrenzing wordt verwezen naar de kaart betreffende het plan van wegen en waterlopen, waarop de grens door een groene lijn is aan gegeven.)175

Door Staatsbosbeheer werd in het kader van deze ruilverkaveling een landschapsplan opgesteld, waarin de terreinen zijn aangegeven welke wegens hun natuurwetenschappelijke waarde ongewijzigd dienden te blijven. Mede tengevolge van de te verwachten recreatieve ontwikkeling van de Kempen heeft men bij de ruilverkavelingwerkzaamheden, naar eigen schrijven, grote behoedzaamheid betracht bij de ingegrepen in de toenmalige toestand van het landschap.

Het blok werd verdeeld in 2 landschapstypen: a. het hoevenlandschap, dat in de Vroege Middeleeuwen is ontstaan langs de beekdalen van de Dommel, Keersop en Run. Dit landschap bestond ten tijde van de ruilverkaveling voornamelijk uit oude, vrijwel onbeplante akkergronden (essen) aan de ene zijde van de bebouwingswegen, en oude graslanden langs het beekdal aan de andere zijde. Aansluitend aan de akkergronden kwamen vroeger veel heidevelden voor, welke voor een deel in dennenbossen zijn omgezet. Tengevolge van de verspreide ligging van deze bossen rondom de essen werd het landschapsbeeld als zeer fraai bestempeld;

175 Rapport betreffende ruilverkaveling van gronden gelegen in de gemeenten Luiksgestel, Bergeijk, Westerhoven, Riethoven, Valkenswaard, Hoogeloon en Eersel, genaamd ruilverkaveling Bergeijk (5790 ha). Ministerie van landbouw en visserij, Cultuurtechnische Dienst (Utrecht 1961). p. 5-6.

113 b. het heideontginninglandschap, dat in het gehele blok rondom het hoevenlandschap voorkomt. Vrijwel alle heidevelden zijn ontgonnen, een deel ervan tot naaldhoutbos. Vooral de Ender heide, Maayer heide, Sengelsbroekse heide, Boksheide en Lage heide (bij Stokkelen) zijn weinig beplant en werden beschouwd als landschappelijke achtergebleven gebieden.

Verspreid in de beekdalen komt nog een aantal natuurwetenschappelijke belangrijke terreinen voor, waarvan de volgende in het bijzonder werden genoemd:

1 . Elzenbroekbos langs de Keersop ten noorden van het buurtschap Keersop; ornithologisch en floristisch van grote betekenis 2 . Floristisch rijke Elzenbroekbosjes in het dal van de Run tussen Waalwijk en Schadewijk. 3 . EIzenbroekbosjes en populierenbossen langs de Run tussen Boksheide en Hogenberkt . 4 . Uilenven ten oosten van Luijksgestel met mesotroof veen. 5 . Loofhoutbossen ten noorden van de Borkelsedijk bij de Beekbrug .

Deze natuurterreinen mochten niet worden aangetast, evenmin als de overige in het blok aanwezige boscomplexen. Slechts enkele kleine, slecht gesitueerde bospercelen zouden ter verkrijging van een goede kavelindeling worden opgeruimd; compensatie zou plaatsvinden binnen het blok.

Het landschapsplan beoogde de bestaande landschapselementen zo mogelijk te sparen. Voor deze waardevolle gebieden, zie situatieschets van het landschapsplan (archief SRE Milieudienst, of desbetreffende rapport). Daarnaast zou men vooral in die gebieden waar de landschappelijke verzorging slecht was, namelijk in de tot landbouwgrond ontgonnen heidevelden, een groot aantal nieuwe loofhoutsingels van 10, 5 en 3 meter breedte aanleggen. Deze singels hebben het landschap een nieuwe aankleding verschaft, daarnaast zijn ze ook landbouwkundig van waarde als singels, die de winderosie tegengaan en een beter macro - en microklimaat hebben geschapen, - en natuurlijk ook nog steeds scheppen. Naast het sparen en ontwerpen van beplanting is ook grote aandacht besteed aan het projecteren van voorzieningen ten behoeve van de recreatie. Voor de ontwikkeling van het toerisme is een aantal fietspaden ontworpen.176

Ruilverkavelingswerk een RUSTON 19 RB dragline laad een REO truck (www.bouwmachinesvantoen.nl/bedrijvenpagina)

176 Rapport betreffende ruilverkaveling van gronden gelegen in de gemeenten Luiksgestel, Bergeijk, Westerhoven, Riethoven, Valkenswaard, Hoogeloon en Eersel, genaamd ruilverkaveling Bergeijk (5790 ha). Ministerie van landbouw en visserij, Cultuurtechnische Dienst (Utrecht 1961). p. 33-35 114

1.22.9.008 Ruilverkaveling Westerhoven De ruilverkaveling van Westerhoven is net als die van Luijksgestel uitgevoerd door de firma Ploegmakers uit Vinkel. Medewerker Wim van der Zanden uit Diessen: “De beplanting tussen de percelen bestond hoofdzakelijk uit elzen die aan weerskanten van de sloot stonden. Op veel plaatsen hadden de boeren al vóór de ruilverkaveling kleine percelen samengevoegd tot grotere percelen. Er waren ten tijde van de ruilverkaveling al veel elzensingels verdwenen en in de resterende singels waren ook flinke gaten gevallen. De grond was erg drassig. De werkwijze bij de ruilverkaveling bestond als eerste uit het rooien van de begroeiing. Het hout werd ter plaatse verbrand en de stobben werden begraven. Daarna werd het terrein eerst tot één meter diep geploegd. Met het bovengeploegde zand werd het terrein geëgaliseerd. De oevers van de beek werden daardoor ook een stuk hoger en steiler. Daarna werd er weer een keer diepgeploegd en kwam de zwarte grond weer boven. De dikte van de bouwvoor kan daarom nogal variabel zijn. Om de oude zandpaden begaanbaar te houden zijn in het verleden nogal eens zinkassen gebruikt. Deze zijn waarschijnlijk ter plaatse ondergewerkt.” Jan Kwinten: “Al jaren voor de ruilverkaveling was veel beplanting tussen de percelen verdwenen. De kleine percelen waren met een trekker moeilijk te bewerken en daarom werden er al veel percelen samengevoegd. Wat er nog restte waren stukken heg, houtopslag en hier en daar een rij populieren.”177

177 Verdonk, 2008. 115

Thema: 23 De beemden

De boeren gebruikten de veengronden en andere natte gronden langs de beken en in sommige laagten op de heide in de lente vooral als hooiland en in de zomer, wanneer de bodem wat opgedroogd en steviger was, als weidegrond. De aldus gebruikte gronden werden "beemd" genoemd. De beek was soms de natuurlijke achtergrens van die beemden. Vanaf het Hoge liepen tal van wegen de beemden in om daar wat te vertakken en dan dood te lopen. Op enkele plaatsen blijken dat erg brede wegen geweest te zijn.

Op een aantal plaatsen is men de waterhuishouding met dijkjes gaan reguleren. Daar vind je die dijk, daarnaast misschien nog dijkputten (waaruit de dijkaarde gehaald is), sluisjes in die dijk en misschien wel een wiel (ronde waterplas bij slingering in de dijk) waar ooit de dijk doorbrak. Voor de goede orde wordt er op gewezen dat in Zand-Brabant het woord "dijk" vooral gebruikt werd om een weg aan te duiden die een natte laagte, eventueel een beekdal, overstak. Veelal werden deze wegen verhoogd aangelegd, zodat er inderdaad een ‘dijk’ ontstond. Dit soort dijken ligt dus niet parallel aan de beek (als waterkering), maar juist loodrecht op de beek. Daarnaast worden wegen naar de hei of richting de Peel ook meestal met dijk aangeduid, hoewel het lang niet altijd verhoogd aangelegde wegen waren. Peeldijk is een veel voorkomende straatnaam in Peelland. Niettemin is het denkbaar dat men ook waterkerende dijken of kades aanlegde om de beemden beter te kunnen gebruiken. Een lichtere vorm van waterbeheersing is het onderhouden van een schouwsloot. Daarlangs kon men in de winter de beemden ook bewust laten overstromen: dat gold als bemesting. Later is men dat gaan systematiseren: vloeiweiden. Gezien het veelvuldig voorkomen van toponiemen zoals vloet, vloei, vleut, etc (niet alleen bij watermolens!) zal het begrip vloeiweide echter ook al in de middeleeuwen hebben bestaan. Wellicht vaak met een natuurlijke oorsprong, maar wel aangepast en bewust gebruikt.

In de beemden werd soms turf gewonnen. Voor het binnenhalen van het hooi op een afgelegen plek werden speciale "keetveldjes" ingericht. Daarvoor koos men wat hogere plekken aan een toegangsweg naar de beemden. In de weideperiode waren en zijn die toegangswegen met hekken afgesloten. Bij sommige van die hekken stond (staat) een "bocht" of schutskooi: een eenvoudig hekwerk waarin beesten opgesloten werden die zwervend aangetroffen waren. Enkele boeren die aan de rand van de beemden woonden (wonen) hadden (hebben) de taak op zich genomen op het grazende vee toe te zien. De functie van schutter is al oud. Bij de uitgifte van de gemeinten door de hertog van Brabant in de 13de en 14de eeuw was in sommige gevallen al een schutter aangesteld. In de gemeint (gemeenschappelijke gronden) kregen (meestal) ingezetenen van een plaats het recht om o.a. hun vee te weiden. Trof men er vee aan van anderen, niet gerechtigd in de gemeint, aan, dan mocht men dat vee "schutten", plaatsen in een schutskooi. Daar bleef dat vee dan tot er een boete (het schot) was betaald. Een gedeelte van die boete was voor de schutter. De regelgeving voor het schutten is in het algemeen opgenomen in de keuren en breuken van een dorp. De schutskooi is nooit overdekt en alleen 19de eeuwse exemplaren waren niet voor 100% hout, maar bijvoorbeeld stenen pilasters met ijzeren stangen. Volgens oude bestekken zijn de 18de eeuwse schutskooien helemaal van hout.

Bij het gebruik als weidegrond hoort een afsluithek aan de toegangsweg (om uitgebroken beesten in het beemdengebied te houden) en een “bocht” of bewaarplaats van dergelijke weglopers.

23.1 Bocht Een kleine omheinde ruimte van een staketsel van hout, een levende omheining, of zelfs een metalen hekwerk waarbinnen weggelopen of zwervend vee bewaard werd tot het tegen betaling van bewaarloon door de eigenaar opgehaald werd. [In Bergeijk niet opgemerkt]

23.2 Dijk

116

Waterkering langs de beek. [Komt in Bergeijk niet voor]

23.3 Dijkputten Plaatsen waar de dijkaarde ooit weggegraven werd. Vaak een laagte met moeras langs de dijkjes. [Komt in Bergeijk niet voor]

23.4 Dijksloot Sloot langs de dijk. [Komt in Bergeijk niet voor]

23.5 Eendenkooi Plek ingericht voor het vangen van eenden. Op de kaart herkenbaar door de typische vorm. Zou dat hier in de Kempen voorkomen? [Komt in Bergeijk niet voor]

23.6 Hek Afsluithek (draaiboom, slagboom, draadhek) aan toegangsweg tot beemdengebied. [In Bergeijk niet opgemerkt]

23.7 Hooiland Het eigenlijke beemdengebied. Na het binnenhalen van de privé hooioogst vaak als gemene weide in gebruik. Grasland met sloten en langs de sloten onregelmatige bosjes.

1.23.7.001 t/m 1.23.7.067 Hooiland Bergeijk Bron Pieckkaarten 1840.

De volgende beschrijvingen kunnen deels gekoppeld worden aan de nummers 1 t/m 67:

Broekstraat, Bergeijk Kadastraal Sectie C, blad 1 (De Broekstraat). De Broekstraat bestaat hoofdzakelijk uit beemden in het beekdal van de Aa (Keersop). De beemden hadden vroeger bijna allemaal houtkanten, wat het mogelijk maakte om er vee te laten grazen. Het noordelijk gebied van de weilanden wordt doorsneden door een dijk, de Mechelmansdijk (nu: Vlieterdijk), die op de heide uitkwam. Postel en de abdij van Tongerlo hadden in de Broekstraat ook weilanden in bezit: de naam ‘Postels eeuwsel’ herinnert nog hieraan.178

Berkterbroek, Bergeijk Kadastraal Sectie D blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). Op de Bonnenkaart van 1902 is te zien dat de beemden en broeken in het Berkterbroek omheind waren met begroeiing. Vaak waren dit stekelige struiken (meidoorn) en bomen die het vee op de weide moesten houden.179

De Hoge Berkt, Bergeijk Kadastraal Sectie D blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). De beemden dateren eveneens vanaf de uitgifte van grond door de hertog van Brabant. Een voorbeeld hiervan is het Ketsveld, genoemd naar de familie Kets, die al in 1340 wordt genoemd.180

Molenbeemden, Westerhoven Aan de Keersop bij de watermolen. De beemden waren vaak kleine langgerekte percelen haaks op de beek, omzoomd met rijen elzen en struiken. De ruilverkaveling heeft er een open landschap van gemaakt met grotere percelen.181

178 Vangheluwe e.a., 2009, 325. 179 Vangheluwe e.a., 2009, 396. 180 Vangheluwe e.a., 2009, 410. 117

Beplanting Elsenloop, Luijksgestel en Bergeijk Beplanting langs de nog vrij meanderende beek Elzenloop, dat is de bovenloop van de Keersop. De beplanting bestaat o.a. uit zomereik, zwarte els, schietwilg, populier en lariks. Het geheel dateert overwegend uit de periode 1850-1900. Cultuurhistorische waarde: hoog. CHW. nr. G155

Bos Kromhurken, Bergeijk Bos, plaatselijk met (restanten van) hakhout, in een beekdal. De beplanting bestaat o.a. uit zomereik, zwarte els, grauwe wilg, ruwe berk. Het geheel dateert overwegend uit de periode 1850-1900, maar is deels ook ouder. In 1830 was dit nog een beemdengebied met smalle percelen en begroeide perceelsranden.Cultuurhistorische waarde: redelijk hoog. CHW. nr. G153.

Beplanting Zoeferloop, Luijksgestel Beplanting langs een beek die door een oud akkercomplex voert. De beplanting bestaat o.a. uit zomereik, ruwe berk, ratelpopulier, inlandse vogelkers, geoorde wilg en wilde lijsterbes. Het geheel dateert overwegend uit de periode 1925-1950, maar is deels ook ouder. Dit is een smal dipe dalletje waarin voor beemden geen plaats was. Wel al op de kaart van1840 met bomen langs de beek. Cultuurhistorische waarde: redelijk hoog. CHW. nr. G228

23.8 Keetveld Vaak wat hogere plek waar de hooiers hun tijdelijke onderkomen oprichtten. [In Bergeijk niet opgemerkt]

23.9 Schouwsloot Centrale ontwateringssloot die regelmatig onderhouden moest worden en geschouwd werd. Ook wel treksloot. [In Bergeijk niet opgemerkt]

23.10 Sluis Eenvoudig houten of stenen sluisje met verticaal beweegbare schuif om water in- of uit- te laten stromen. In Bergeijk vooral bij visvijvers en vloeiweiden.

1.23.10.001 bij Vloeiweide Westerhoven Sluisje bij de vloeiweiden van Westerhoven (1.23.12.003).

1.23.10.002 bij Vloeiweide Enderheide Sluisje bij de vloeiweiden van de Enderheide (1.23.12.005), ook genaamd Het Schut.

1.23.10.003 bij Pelterheggen Sluisje aan het noordeinde van de vloeiweiden van de Pelter Heggen(1.23.12.002), net in Valkenswaard gelegen.

1.23.10.004 Liskensbrug Stuw bij de vloeiweiden van de Liskens (1.23.12.001), aan de LiskensbrugWesterhoven.

1.23.10.005 bij Pastoorsweier Sluisje bij de Pastoorsweier. (1.28.15.@).

23.11 Wiel Min of meer ronde waterpoel naast een kronkel in de dijk. Overblijfsel van een dijkdoorbraak. [In Bergeijk niet opgemerkt]

23.12 Vloeiweiden

181 Verdonk, 2008. 118

Specifiek als vloeiweide ingericht gebied, met systeem van kanaaltjes, dammetjes, sluisjes, toevoerkanaal en afvoerkanaal.

Tussen 1843 en 1855 is voor een verbinding over water tussen de Antwerpse haven en de industriegebieden om Luik, het Maas-Scheldekanaal gegraven. Het kanaal wordt gevoed met Maaswater, dat van nature voedselrijk is. De beschikbaarheid van dit water is ruimschoots benut om delen van de heide vruchtbaar te maken. In de Kempen werden in de 2e helft van de 19e eeuw grote oppervlakten van de schrale zandgronden ontgonnen ten behoeve van vloeiweiden. Bij het bevloeien van de grond met voedselrijk water werd steeds een dun laagje slib afgezet zodat in de loop van de jaren een vruchtbare bovenlaag werd gevormd, waardoor delen van de heide werden omgezet in rijke hooilanden.

Voor uitweiding en achtergrondinformatie over deze vloeiweiden, zie M. Meijer, Jonge heideontginningen in de gemeente Bergeijk (1813-1963), doctoraalscriptie (Nijmegen 1990). Zie ook Christ van Nostrum, Weteringen in Bergeijk en Westerhoven, 2006.

Overzicht vloeiweiden in de gemeente Bergeijk in 1898:

1.23.12.001 Vloeiweide Liskes

1.23.12.006 Vloeiweide Maaij Kadastraal Sectie C 657, blad 3 (De Maai). Vloeiweide Liskes is het oostelijke ven van de Maaij en omgeving, vloeiweide Maaij is het westelijke ven en omgeving. Panken:”Langs den openbare weg van Bergeijk naar de gewezen Barrier, tegenover het gehucht de Maai, zijnde hiervan twee minuten gaans verwijderd bij de zogenaamde Maaierbergen, is in 1902 door de gemeente Bergeijk eene landbouwerswoning gebouwd ten gebruike van een landbouwer of arbeider, die de gemeente-vloeiweide kan bewerken en onderhouden.” “De vloeiweiden zijn intussen verdwenen. De woning (een wit geschilderde boerderij vlak aan de weg) langs de Pelterdijk (Burgemeester Aartslaan) staat er nog steeds.182

1.23.12.004 Vloeiweide Beeken Kleine vloeiweide langs de beek genaamd Beekloop.

1.23.12.005 Vloeiweide Enderheide Kleine vloeiweide langs de beek genaamd Beekloop.

1.23.12.002 Vloeiweide Pelterheggen, Bergeijk, Lommel De Pelterheggen zijn een complex vloeiweiden, bestaande uit smalle percelen, van elkaar gescheiden door bevloeiingssloten. Deze sloten staan via het Afwateringskanaal in verbinding met het Kanaal van Bocholt naar Herentals, waarlangs kalkrijk Maaswater wordt aangevoerd. De naam Pelterheggen werd al aan het nog niet ontgonnen heidegebied gegeven en verwijst naar de gemeente Neerpelt, die in de volksmond ‘Pelt’ heet. Het tweede lid –heg is waarschijnlijk een oudere benaming voor een heg of afsluiting ter plaatse. De plek ligt ten oosten van de Luikersteenweg. Na de grenswijziging met België in 1842-1843 bleef de gemeente Bergeijk eigenaar van de grond, die wel op Belgisch grondgebied was komen te liggen. In 1832 is duidelijk op de kaart te zien dat het gebied in de heide lag. In 1850 verkocht de gemeente daar 360 ha woeste grond aan Wijnant Clermont, die er in 1851 een vloeiweide aanlegde. In 1982 is het gebied de Plateaux met de Pelterheggen aangekocht door Natuurmonumenten Nederland. Het vloeiweidecomplex de Pelterheggen is grotendeels beplant het populieren. De Pelterheggen hebben een vermaarde vloeiveldenvegetatie, op deze percelen groeien zeldzame soorten. De Pelterheggen maken deel uit van het natuurgebied ‘Hageven-Plateaux’. Onlangs heeft de nieuwe eigenaar de vloeiweide gerestaureerd.183 Daarbij zijn veel populieren verwijderd. Ziij hoorden niet in het landschap

182 Vangheluwe e.a., 2009, 369. 183 Vangheluwe e.a., 2009, 373-374. 119 van de vloeiweiden maar waren er geplaatst (voor houtindustrie-Lucifers) toen de weiden niet meer gebruikt werden. Het gebied De Pelterheggen is cultuurhistorisch bijzonder en uniek voor Nederland. Cultuurhistorische waarde: hoog, CHW. nr. G162

1.23.12.003 Weidegebied ten zuiden van Westerhoven Burgemeester J. Baken begon in de jaren 80 van de 19de eeuw met de aanleg van vloeiweiden (vruchtbaar slib van Maaswater in Beekloop en Keersop). Op de topografische kaart van 1898 aangegeven langs de Beekloop.

1.23.12.007 De Watering, Bergeijk, Lommel De Watering is een complex vloeiweiden, bestaande uit smalle percelen, van elkaar gescheiden door bevloeiingssloten. Deze sloten staan via een aanvoerkanaal in verbinding met het Kanaal van Bocholt naar Herentals, waarlangs kalkrijk Maaswater wordt aangevoerd. De vloeiweiden werden gebruikt als hooiland. Met de aanleg van de De Watering werd begonnen in 1847. Kenmerkende elementen van een watering zijn het wateraanvoerkanaal, bewateringssloten, vloeiweiden, kleine bakstenen sluisjes, en andere kleine bouwwerkjes. Omstreeks 1920 raakte het complex vloeiweiden in verval en werden de voormalige hooilanden beplant met populieren. Alleen de noordelijkste strook van De Watering ligt in Bergeijk. Het gebied kent een samenhang met de jonge heideontginningen in het gebied De Plateaux en met het gebied Kolonie, in België, gebieden waarin eveneens vloeiweiden voorkomen.

Afbeelding: Vloeiweide De Watering in Lommel.

120

Thema: 24 Bestuurlijk

In deze rubriek zijn enkele plaatsen samengebracht die herinneren aan vroegere en zelfs nog actuele bestuurlijke en gerechtelijke situaties. Grenspalen staan niet alleen op de grens met België, ze werden door de eeuwen heen op vele plaatsen opgesteld.

24.1 Galg Plek waar ooit een galg en / of een rad stond. Vaak op een heuveltje, een Galgenberg. [In Bergeijk niet opgemerkt]

24.2 Gemeynte Gebied in gemeenschappelijk gebruik en beheer bij een aantal omwonenden, gehuchten of dorpen. In de Meierij vaak in de jaren 1290 – 1335 voorzien van een mooi charter (aardbrief, kaart). Later in de regel grondeigendom van de gemeente en in de 19e eeuw verkocht.

De woeste gronden, bossen, heide, moerassen en zandverstuivingen hadden in de Middeleeuwen aanvankelijk geen duidelijk aanwijsbare eigenaar. Deze gronden werden in de regel gemeenschappelijk gebruikt door de aanwonende boeren om hun beesten te weiden, heide te maaien, enzovoorts. Later in de Middeleeuwen claimde de hertog van Brabant het eigendom van deze gronden en moesten de boeren hertogelijke toelating verwerven om ze te mogen gebruiken. Rond 1300 ging de hertog ertoe over die gebruiksrechten formeel te verkopen aan zijn onderdanen. Er ontstond toen een juridische structuur, met terreinbeheerders, reglementen en tot gebruik gerechtigde personen: de gemeynte.

Oorspronkelijk maakten Bergeijk, Riethoven, Westerhoven, Dommelen, Luijksgestel, Borkel, Schaft en Lommel gebruik van één grote niet formeel geregelde gemeint.184 Ook vanuit Achel werd daar gebruik van gemaakt. Door de eeuwen heen is dat gebied opgesplitst. Afscheidingen: 1285 en dan definitief 1331: Lommel 1358 Broekhoven bij Riethoven 1464 Dommelen 1477 Luijksgestel 1663 Riethoven (het Rijerheiken)

Binnen die grote gemeynten hadden bepaalde gehuchten nog rechten op een eigen stuk. Zo hadden dDe gehuchten Weebosch, Berkt en Boxheide een gezamenlijke gemeint, die in de 19de eeuw verdeeld werd. Een dergelijke gemeint van de gehuchten Walik, Boevenheuvel en Schadewijk is in 1923 verdeeld.185

1.24.2.019 Gemeynte Broekhoven en Riethoven Rond 1298 werd de gemeynt van Broekhoven en Riethoven gesticht. Deze omvatte ongeveer de latere gemeente Riethoven. Het is niet duidelijk of heel of half Waalwijk ertoe behoorde. Als heel Waalwijk er toe behoorde, omvatte deze gemeynt 1800 hectare.

1.24.2.020 Gemeynte Bergeijk en Westerhoven De gemeynt van Bergeijk werd in 1331 gesticht en omvatte de woeste gronden in de latere gemeenten Bergeijk, Westerhoven, Borkel en Schaft, Luijksgestel, evenals een brede strook in het noorden van Lommel. De begrenzing liep van de plaats Rijthoven naar de paal geheten Dommelen en van genoemde plaats tot de paal van het klooster Afternaken, van die plaats naar de paal van de heer van Boxtele, … naar de paal van de graaf van Loon, … naar de paal geheten Laexvoert, gelegen bij de Lommelse waterloop, … naar de plaats geheten de Peelter dijke, … naar de molen bij Lommel, … naar de plaats geheten te Scoengars, … naar de palen van Waalwijk, staande op de oude gracht en van die plaats naar de eerste paal geheten van Rijthoven. Een groot deel beslaat de gemeint van Lommel. De twee zuidwaartse “punten” die de kadastrale gemeente Bergeijk in 1830 nog vertoonde waren daar een herinnering aan. Die punten

184 Van Asseldonk, 2010. 185 Vangheluwe e.a., 2009. 121 zijn naar België overgegaan bij de definitieve grensafpaling van 1843. Onduidelijk is of een deel van Waalwijk tot deze gemeynt behoorde. Als dat niet zo is, omvatte deze gemeynt 14600 hectare.

De gemeynten in Bergeijk, een schets

De gemeynten worden hier als gesloten vlakken weergegeven. In feite betroffen ze alleen de gronden die niet in particuliere handen waren - zoals wegen, pleinen en vooral de woeste gronden - voor zover die binnen de buitengrens van de gemeynten gelegen waren. Die buitengrenzen zijn hierboven schattenderwijze weergegeven.

1.24.2.006 Postelreven Allodium van het klooster Thorn genoemd Postelreven wordt in 1268 overgeven aan de abdij van Postel. Op 22-09-1444 geeft de abdij van Postel haar deel van de gemeint over aan de gerechtigden in de gemeint van Eersel. Dat deel lag tussen de volgende palen: Beginnende ter plaatse Gevekensfoirt tot het uiterste van de Zwarte Wijer tegen Wedebosch en verder tot Ribosch, en van Ribosch tot Bonenpoet, en van Bonenpoet tot Scoengars, en van Scoengars linea recta langs de oude fundatie van het huis van Postel tot eerstgenoemde paal. Oorspronkelijk behorend bij Eersel.186 Dit was een lange spie aan de westkant van Bergeijk.

24.3 Gevangenis Middeleeuwse gevangenis, gevangenistoren; maar ook de moderne gevangenissen van de 19e en 20e eeuw, incl. jeugdgevangenissen. [In Bergeijk niet opgemerkt]

186 Melsen, 1988, 72, met kaartje. 122

24.4 Grensmarkering Grenspalen, grensputten, grensbomen en andere min of meer puntvormige markeringen. Voorts grenssloten, grenswallen en landweer. Een landweer of landgraaf is een doorgaande aarden wal, veelal met grachten of greppels en een doornenhaag, van behoorlijke lengte die diende om een grotere streek tegen invallen te beschermen. Het voorkomen van struikelkuilen, een of tweezijdig, maakt een landweer tot een typisch verdedigingswerk.

De beschrijvingen van de gemeynt-grenzen uit de 14e eeuw leveren heel wat benoemde grenspunten op die overeenkomen met later herkenbare grens”palen”. In 1843 werd bovendien een groot aantal nieuwe grenspalen geplaatst. Op 24 september 1331 krijgen Eyk en Westerhoven (en Lommel; daarbij betreft het ook de dorpen Luijksgestel, Riethoven, Dommelen en Borkel en Schaft) van de hertog hun gemeint. De begrenzing: “van de plaats Rijthoven naar de paal geheten Dommelen en van genoemde plaats tot de paal van het klooster Afternaken, van die plaats naar de paal van de heer van Boxtele, … naar de paal van de graaf van Loon, … naar de paal geheten Laexvoert, gelegen bij de Lommelse waterloop, … naar de plaats geheten de Peelter dijke, … naar de molen bij Lommel, … naar de plaats geheten te Scoengars, … naar de palen van Waalwijk, staande op de oude gracht en van die plaats naar de eerste paal geheten van Rijthoven”. Een groot deel beslaat de gemeint van Lommel. Na het stichten vanuit de moederkerk Bergeijk van dochterkerken in Luijksgestel (1477 afscheiding gemeint), Westerhoven(1850 met Borkel en Schaft), Dommelen (1464) en Riethoven (1663) hebben deze dorpen behoefte aan een eigen gemeint. In 1849 is de gemeint van Bergeijk-Westerhoven verdeeld onder Bergeijk, Westerhoven en Borkel en Schaft. (1, 2009)

De grens tussen Bergeijk en Eersel van 1468 tot 1850 liep in een rechte lijn van de paal Schoongars naar de paal bij de Eerdbrand aan de Oude Gracht. Vandaar naar een paal tussen Boevenheuvel en Walik (waarschijnlijk Kwadewas bij Schadewijk) dwars door het gehucht Weebosch (punt op het Hoogeind). De dorpsgrens tussen Bergeijk en Eersel is een andere dan de gemeintsgrens, omdat de Bergeijkse gehuchten Weebosch, Witrijt en Berkt ook deelnemen in de gemeint van Eersel. De grens tussen Bergeijk en Westerhoven is lang onbepaald geweest, vanwege de gezamenlijke gemeint van beide dorpen met Borkel-en-Schaft. Daar waar de akkergebieden van beide dorpen elkaar raakten leverden grenslijnen op en grensaanduidende toponiemen (Eikerakker, Westerhovenakker). In 1826 wordt een lineaire grenslijn van 500 meter door de hei vastgelgd: begind aan het Broek aan een opgeworpen aardhoop en zoo linieregt eenige aardhopen volgende tot den Beekloop waarop de gemeente van Borkel scheid”. Bij de verdeling van de gemeint onder Bergeijk, Westerhoven en Borkel-en-Schaft is in 1850 de oostgrens van Bergeijk definitief, overeenkomstig de grens op de kadasterkaart van 1832.187

Sommige “palen” waren in feite aardhopen, zoals de kadasterkaarten mededelen. De palen De Rietkolk (alias de molen van Lommel) en Schongertspaal alias Schoongars liggen nu ver in België, maar waren in 1331 grenstekens voor de gemeynt van Bergeijk en Westerhoven. Verhees meldt op zijn Meierijkaart dat bij de laatste paal de voogdij van Mol, Postel, Luijksgestel, Eersel, Bergeijk en Lommel aan elkaar grensden. Bij het karteren van het gebied voor het kadaster in de jaren 1820 werd de grens van Bergeijk met Lommel nog mede bepaald door die palen Rietkolk en Schoongars. Toen na de afscheiding van België die grens staatsgrens werd, zijn die twee punten van Bergeijk geruild tegen meer rechthoekige stukken grond van resp. Lommel en Mol (bij Postel). Die grens werd in 1843 met genummerde gietijzeren grenspalen en natuurstenen hulppalen gemarkeerd.

Volgens P.N. Panken zijn er in de heidegebieden van Bergeijk grensmarkeringen te vinden.

‘Graaft men in de heiden van Bergeik dan vindt men daarin op sommige plaatsen op ongelijke diepten leem en ook wel keien, waarvan sommige van buitengewone zwaarte. Een van die keien, welke reusachtig groot is, ligt in de nabijheid van Schoongars, thans de Zeven Heerlijkheden of de Blauwe Kei genaamd; op die plaats komen samen de koninkrijken Nederland en België, de provinciën N. Brabant, Belgisch en Antwerpen en de dorpen Bergeik, Eersel, Lommel, Luiksgestel, Moll,

187 Vangheluwe e.a., 2009. 123

Deschel en Postel. Van deze kei vertelt het volk, dat er bloed uit vloeit, als men met eene naald of spelt er in prikt’188

In de kaart en in de opsomming heironder gaat het om zichtbare markeringstekens in het terrein.

1.24.4.080 Aardhoop bij Boevenheuvel

1.24.4.081 Aardhoop op den hoek zuidwaarts bij Boevenheuvel

1.24.4.082 Aardhoop of keisteen op den Paal De Paal is nog in de grond aanwezig.

1.24.4.061 De Rietkolk 1331 ad loco Rietkolk 1764 over de Egelsweg naar de Rietkolk De plek was een grenspunt van de gemeint van Lommel toen deze in 1331 door hertog Jan aan de inwoners van Lommel werd verkocht. De ligging is nu ter hoogte van het Kempens kanaal bij

188 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 64. 124

Neerpelt. Het was de laatste paal van de grensscheiding met Lommel die werd geplaatst in een waterrijke laagte. Het gebied ligt nu in Lommel als gevolg van een grensruil met België.189

1.24.4.004 Aardhoop noordwaarts van De Witrijt 1794

1.24.4.079 GP 185 - Pelterbrug

1.24.4.078 GP 186 en 1.24.4.077 GP 187 De grens Bergeijk – Lommel is regelmatig veranderd door het wederzijds opeisen van gronden (van 1420 tot 1765) met Lommel in het voordeel. Na de vaststelling van de grens tussen Nederland en België volgde een grenscorrectie in1843. Bergeijk verloor een driehoek ten zuide van de Pielis en kreeg daarvoor van het grondgebied van Mol een langwerpige strook ten zuiden van Bladel. Die strook is bij de gemeentelijke herindeling naar Bladel gegaan. Grenspalen 186 (Bergeijkse Barrier), 187 (500 meter ten zuiden van Kokkaartskolk).190

1.24.4.076 GP 188 / Kokkaartskolk

1.24.4.075 GP 189

1.24.4.074 GP 190

1.24.4.073 GP 191 Hier ligt het hoogste punt van Noord-Brabant.

1.24.4.072 GP 192

1.24.4.071 GP 193

1.24.4.070 GP 194

1.24.4.069 GP 195

1.24.4.068 GP 196

1.24.4.067 GP 197

1.24.4.035 Paal in het Goorke 1826

1.24.4.006 Bij Zwarte Weijer

1.24.4.060 Schongertspaal - Schoongars Schoongars: nu bekend als de Zeven Heerlijkheden.

1.24.4.083 Verzonken kei de Eertbrand In de streek zegt men ärtbojem voor aardbodem, dus letterlijk betekent het “aarde die brandt”, dwz. turf. Een plaats waar klot en turf werd gestoken nabij de Diepvelden, een moergebied op de grens met Eersel. Op deze moerassige plaats bevond zich een grenspaal met de gemeint van Eersel, Weebosch en Berkt.191 Bij de Diepvelden (Eerdbrand) een klotveld in het noorden lag een keisteen in het moeras. Deze steen was vanaf 1331 een grensmarkering van de gemeint tussen Bergeijk en Eersel. Mogelijk is dit de in 1450 genoemde “paal van Waalwijk”: totten paelen van Waelijck staende op die oude gracht daeraf den eersten

189 Vangheluwe e.a., 2009, 374-375. 190 Vangheluwe e.a., 2009. 191 Vangheluwe e.a., 2009, 396, 430-431. 125 pael staet in den plaetschen geheten Eertbrant,192 en ook de in 1641 vermelde paal: “de Paele van Waelwijck staende opten ouden gracht die men nu tegenwordich noempt Cattekens pael”.193

1.24.4.084 Witrijt

1.24.4.116.Op de hoek noordwaarts van de Zandhoef Grenspunt met Eersel, in 1444 Weebosch genaamd?

1.24.4.117 Gevekensvoort Dit is niet het huidige grenspunt met België, maar ten noorden ervan, waar wegen bij elkaar komen en het grenspunt van Bergeijk met Eersel. Met mooie beukenlaan.

Hier volgen nog wat grensaanduidingen die niet de vorm van een zichtbaar markeringsteken in het terrein hadden: beken, heuvels, vennen.

1.24.4.118.Boxven Grenspunt met Luijksgestel. De grens van Luijksgestel met Bergeijk maakte hier een knik op het punt waar de weg Luijksgestel – Postel tussen het Boxven en de Zwarte Horstweier door ging.

1.24.4.119.Tot in de rivier de Aa Grenspunt met Eersel.

1.24.4.120 Koppen Schonenhoek Grenspunt met Luijksgestel.

1.24.4.121 Heithoeven Grenspunt met Luijksgestel.

1.24.4.122 Romboutshoek Grenspunt met Luijksgestel.

1.24.4.123 Wouwensven Grenspunt met Luijksgestel.

1.24.4.124 Kleine Hoefstraat Grenspunt met Luijksgestel.

1.24.4.125 Sverrendijk Grenspunt met Luijksgestel.

1.24.4.126 Kraneven en Limieten Bergeijk Kadastraal Sectie C blad 3 (De Maai). Volgens Panken wordt de grenssloot bij het Kraneven die de gemeenten Bergeijk en Neerpelt scheidt vanouds de Limieten genoemd.194

1.24.4.127 Rondenberg Panken vermoedde hier een grafheuvel, maar dat vermoeden bleek onjuist.195

1.24.4.128 Zwarte Horst

192 Vangheluwe e.a., 2009, 421. 193 Vangheluwe e.a., 2009, 185. 194 Vangheluwe e.a., 2009, 372. 195 Mon. med. Daniel Vangheluwe. 126

24.5. Raadhuis Dorpshuis, raadhuis, gemeentehuis, “bestuursgebouw”, maar in ieder geval een gebouw, niet een plek onder een boom of zo. Voor 1800 zetelde hier de schepenbank en was het gebouw dus ook rechtbank.

1.24.5.001 Raadhuis Dorpsstraat Westerhoven Raadhuis uit 1855 aan de Dorpsstraat 30.196

1.24.5.002 Gemeentehuis Westerhoven Gebouwd in 1965 naar ontwerp van architect Nijsten uit Vught. Uitbreiding in 1986; architecten Theunissen en Bečka.197

1.24.5.003 Raadhuis Burg. Magneestraat 1 Bergeijk Het raadhuis uit 1923 werd gebouwd in 1923 in de stijl van de Neo-renaissance naar ontwerp van architect P. van de Velden uit Geldrop. Rond 1950 is er rechts achter een eenlaagse kantoorvleugel opgetrokken. Het gebouw is in 1983 aan de achterzijde doorgebroken. Er is toen een groot nieuw gemeentehuis verrezen met hoofdingang. Het oorspronkelijke raadhuis vervult nu vooral een representatieve functie.

Het tweelaagse pand telt vijf traveeën en heeft een goeddeels L-vormige plattegrond. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen, op de schild- en zadeldaken liggen leien in rensdekking. Het terugspringende rechtergedeelte heeft evenals het linkergedeelte twee bouwlagen met kruisvensters met kleine roedenverdeling in de bovenlichten. De vensterdorpels zijn van hardsteen, de hoekblokken van zandsteen. Het rechter gedeelte wordt afgesloten door een lijstgevel. In het dak is een dakkapel met Palladiaans raam. Het linkergedeelte wordt afgesloten door een ingezwenkte topgevel. Hierin bevinden zich twee smalle roedenraampjes. De topgevel wordt afgesloten door een halfrond fronton met een zandstenen reliëf waarin het gemeentewapen is aangebracht. In de hoek tussen beide delen bevindt zich een toren met vierkante basis. De eerste geleding bestaat uit een rondboogportiek met zandsteen omlijsting. Hierin bevinden zich reliëfs van palmetten en mascarons. Aan de voorzijde is er een eik gebeeldhouwd, aan de zijkant is er boven het mascaron "S.P.Q.B" gehakt. In het portiek bevindt zich een gevelsteen waarop staat: P. v.d. Velden architect Geldrop. Ook is er een eerste steen: "1e steen gelegd 6-8-1923 P.J.C. Aarts burgemeester / S.W. Aarts / F. van Veldhoven weth." In de bewerkte, geverniste vleugeldeur bevinden zich twee ronde ramen met sierrooster en een halfrond bovenlicht. Het portiek heeft een cassettenplafond. De tweede geleding bevat een loggia met zandsteen borstwering en rondbogen met zandsteen omlijsting. De naam Bergeijk is aan de voorzijde, het jaartal 1923 aan de zijkant geplaatst. In de derde en bovenste geleding bevinden zich aan beide zijden twee smalle roedenraampjes. De toren wordt bekroond door een helmvormig dak met uitsparing voor een klok. Op de nok vindt men een lantaarn, waarop een windvaan met het jaartal 1923. In de linkergevel bevinden zich twee bouwlagen onder een lijstgevel van drie traveeën. De ramen zijn gelijk aan die in de voorgevel. De rechtergevel heeft op de hoek een trapgevel met schoorsteen en daarachter een lijstgeveldeel. Op de hoek is er op de begane grond en de verdieping een venster ter halve breedte geplaatst. In de trapgevel zit een klein raam. Verder zijn er twee kleine en één groter raam onder de lijstgevel. Het interieur na de voordeur bevat een tochtportaal en een centrale hal. Er is een natuursteen vloer, de ruimte wordt verdeeld door zuilen van Naamse steen. De plafonds hebben een cassettenverdeling. Links voor was de kamer van de burgemeester. Deze heeft parket in visgraatmotief, een hoekschouw en een zwaar balken plafond. Andere kamers zijn verbouwd. Rechts achter is de deur die toegang geeft tot de grote kelder. In de centrale hal ontsluit een bordestrap de verdieping. De trap heeft een houten leuning rustend op rijk bewerkte ijzeren spijlen met gewalste tussenprofielen. De zolder bereikt men via een smalle houten steektrap: hier werden oorspronkelijk de archieven bewaard. Hier is de toegang tot de torenkamer waarin een kast is met het uurwerk van de klok. Dit is geleverd door B. Eijsbouts uit Asten in 1932.

196 Vangheluwe e.a. 2009; foto p. 143. 197 Vangheluwe e.a. 2009; foto p. 227. 127

Waardering. Het raadhuis is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een sociaal-economische en bestuurlijke ontwikkeling, namelijk de stichting van raadhuizen voor kleine gemeenten en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het dorpsraadhuis. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de stijl en als voorbeeld van het oeuvre van de architect Van de Velden. Tevens is het waardevol vanwege de bijzondere opbouw van de plattegrond en de ornamentiek. Het gebouw is belangrijk vanwege de gaafheid van het ex- en interieur. Beschermd monument: Mon. nr. 517914. CHW. nr. KL010-000159.

Afbeelding: Raadhuis Burgemeester Magneestraat 1 (juli 2010)

1.24.5.004 Gemeentehuis Dorpstraat 71 Luijksgestel In de kom van Luijksgestel staat aan de zuidelijke zijde van de Dorpsstraat het gemeentehuis. Het gebouw dateert uit 1931-1932 en is onder architectuur van architect Brenders uit Valkenswaard tot stand gekomen. Na de Tweede Wereldoorlog is het gebouw verschillende malen uitgebreid, waardoor de achtergevel thans is ingebouwd. Alle aanbouwen vallen buiten de bescherming.

Het eenlaags gemeentehuis heeft een vlinder- of waaiervormige plattegrond en wordt gedekt door een samengesteld dak, bestaande uit zadeldaken met tuile-du-nord pannen. In 2001 zijn in totaal zes dakramen aangebracht. Op het meest oostelijke en westelijke dakschild staan respectievelijk één en twee schoorstenen. Het gebouw bestaat uit drie delen: een centrale middenpartij met open dakstoel en hoofdingang wordt geflankeerd door twee diagonale vleugels. De gevels zijn opgetrokken in baksteen en spaarzaam voorzien van siermetselwerk. Alle vensters hebben hardstenen dorpels. De noordelijke straatgevel heeft in de middenpartij een vleugelpaneeldeur met diabolobeschildering en geometrisch ingedeeld bovenlicht onder segmentboogvormige, fors uitstekende houten luifel op samengestelde kunststenen consoles. De deur wordt aan beide zijden geflankeerd door een tienruits zijlicht. De noordelijke gevel van de zijvleugel staat diagonaal op de gevel met de ingangspartij en hebben elk een tweetal gekoppelde schuifvensters met bovenlicht voorzien van zes hoge en lage ruitjes. De onderlichten zijn voorzien van luiken met diabolobeschildering. In de beide topgevels, die elke een overstek met windborden en een geprofileerde gootlijst hebben, is een houten kruisvenster met onderluiken. De oostelijke zijgevel heeft een houten schuifvenster als in de voorgevel en, aan de achterzijde, ter hoogte van de voormalige kluisruimte, een klein vierruits licht. De westelijke zijgevel heeft een tweetal schuifvensters als in de voorgevel. In de zuidelijke topgevel van de oostelijke vleugel een kruiskozijn met éénruits bovenlicht en éénruits onderlicht, aan de rechterzijde geflankeerd door een klein klaplicht, e.e.a. identiek aan het kruiskozijn in de noordgevel; klepraampje (rechts) van later datum; groot raamkozijn rechts. In de overeenkomstige topgevel aan de westelijke zijde een tweedelig achtruits venster. Zuidelijke topgevel (west) met tweedelig kozijn (éénruits onder, éénruits boven). In het interieur is de hoofdopzet bewaard gebleven: de centraal in het gebouw gesitueerde raadszaal wordt aan de oostelijke respectievelijk de westelijke zijde geflankeerd door de (voormalige) burgemeesterskamer en kluis, respectievelijk een tweetal kamers voor de secretaris en de ambtenaren van de burgelijke stand. De ruimten worden gescheiden door gangen. In de westelijke gang, die omstreeks 1970 bij de raadszaal getrokken is, bevonden zich loketten naar de burgelijke stand. De raadszaal heeft een globaal rechthoekige plattegrond en wordt aan de oostelijke zijde driezijdig beëindigd. Het oorspronkelijke moer- en kinderbintenplafond met sleutelstukken is nog aanwezig. Van belang in het interieur is verder de vleugelpaneeldeur naar de noordelijke hal. In de 128 muur boven de deur is in de hal een steen ingemetseld, waarop een afbeelding van Christus die zijn Heilig Hart toont, en de tekst: "Ter herinnering aan het besluit / van den Raad der gem. Luijksgestel / van 22-9-1937 tot erkenning van / Christus' Koningschap". Hal met gestuct plafond, enkelvoudig balkenplafond in voormalige burgemeesterskamer. Van belang is een klein, door een beukenhaag omzoomd plantsoen aan de oostelijke zijde.

Waardering Het gemeentehuis is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een sociaal-economische en bestuurlijke ontwikkeling, namelijk de stichting van raadhuizen voor kleine gemeenten en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het dorpsraadhuis. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de stijl en als voorbeeld van het oeuvre van de architect. Tevens is het waardevol vanwege de bijzondere opbouw van de plattegrond en de ornamentiek. Het gebouw is belangrijk vanwege de gaafheid van het ex- en ten dele het interieur. Het is zeldzaam als voorbeeld van een raadhuis met vlinderplattegrond. Beschermd rijksmonument: Mon. nr. 517919. CHW nr., KL066-000183.

1.24.5.005 Gemeentehuis, Dorpsplein 5 Riethoven Gemeentehuis uit 1930 van architect Vervest (Expressionisme) Het gemeentehuis van Riethoven werd in 1932 gebouwd naar ontwerp van architect H. Vervest. Het gebouw heeft kenmerken van de Amsterdamse School en heeft vanwege de kleinschaligheid het karakter van een villa. Het pand is de vervanger van het voorgaande, sobere en traditionele raadhuis. In 1979 werd het aan de achterzijde uitgebreid en daarbij werd het inwendige deels aangepast. In 1992 brandde de kap uit. De eikehouten kap is vervangen door een identieke grenen en de dakpannen door eenzelfde pansoort.

Het eenlaagse pand telt zeven traveeën en heeft een symmetrisch ingedeelde voorgevel. Het zadeldak met rode tuile-du-Nordpannen wordt middenvoor en links achter onderbroken door een topgevel onder zadeldak. Rechts achter is er een klein deels uitgebouwd gedeelte met een plat dak. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen. Tussen de dicht opeen geplaatste vensters bevinden zich zandsteen stijlen, bewerkt met de kathedraalslag. Aan weerskanten van de centrale entree bevinden zich drie vensters, naar binnen opendraaiend met een bovenlicht. De vensters hebben betegelde dorpels en zijn voorzien van groen glas-in-lood. Voor de vleugeldeur ligt een baksteen bordes met twee treden in een halve cirkelvorm. Op een baksteen verhoging staat aan weerskanten een hardsteen plantebak op asymmetrische hardstenen blokvormige console. De rondboogdeur is gevernist en heeft twee stroken glas-in-loodraampjes. Rond de deur een glas-in- loodomlijsting. De baksteen rondboog hier om heen bezit twee hardstenen aanzetstenen. Rechts bevindt zich de oorspronkelijke gevelsteen: "1932 - J. Baken burg. - J. v. Otten / H. v. Deijck weth. - A. Cremers / C. de Haas / J. v. Herk / M. Intvens / T. Stokmans raadsl." Links bevindt zich een gevelsteen uit 1979 ter herinnering aan de buiten de rijksbescherming vallende aanbouw uit dat jaar. Het dak en de zijden van de topgevel hebben een uitkragende houten bakgoot. In de topgevel bevinden zich twee gekoppelde negenruits ramen en het natuurstenen gemeentewapen. De rechter en linker zijgevel bezitten vensters zoals in de voorgevel. Rechts onder de kap vier en in de uitbouw drie. Onder de twee gekoppelde zoldervensters bevindt zich een houten plantebak. Links is er een uitbouw met vier vensters en een balkon, waaraan een vlaggestok is bevestigd door ijzeren klampen met golfpatroon. Een rondboogdeur geeft toegang tot het balkon met baksteen borstwering en hardstenen afdekplaat. De achtergevel heeft in het deel met plat dak openslaande deuren en zijramen met groen glas-in-lood. In het topgeveldeel bevinden zich drie verticale stroken met fel gekleurd glas-in-lood in geometrisch patroon. In het nokgedeelte is een driehoekig venster gezet met kleine roeden. Er is een hoge smalle bakstenen schoorsteen. Achter de voordeur bevindt zich een klein tochtportaal, waarna een gang volgt. Rechts bevindt zich de kamer van de secretaris. In het middelste raam is het wapen van Noord-Brabant uitgebeeld. Er is een hoekschouw. Links is de kamer van de burgemeester. In het middelste raam een afbeelding van het wapen van Riethoven. In beide kamers zijn de vensterbanken van Naamse Steen. In de tweede kamer ter rechterzijde is de vergaderzaal. Hierin bevindt zich een hoekschouw en het oorspronkelijke sobere eikehouten meubilair, bestaande uit een rechthoekige tafel en eenvoudige rechte stoelen. De

129 zetel van de burgemeester is voorzien van een gestoken gemeentewapen met Amsterdamse School krulmotieven. Achter deze kamer bevindt zich de bordestrap met houten balusters, verlicht door de bovengenoemde drie vensterstroken. Rechts voor de ingang staat een grote beuk. Het terrein van het gemeentehuis wordt gescheiden van dat van de van Rijkswege beschermde kerk door een hekwerk. Dit bestaat uit een baksteen opbouw onder ezelsrug en baksteen staanders met piramidevormige bekroning. Hier tussen bevinden zich smeedijzeren hekken met twee verschillende symmetrisch-organische Amsterdamse School motieven.

Afbeelding: gemeentehuis van Riethoven (juli 2010)

Waardering Het gemeentehuis is van belang als voorbeeld van een bestuurlijke ontwikkeling en architectuurhistorisch gezien vanwege de stilistische elementen van de Amsterdamse School. Het gebouw is van belang vanwege de gaafheid van het exterieur en in relatie tot de visuele en structurele gaafheid van de dorpse omgeving. Beschermd rijksmonument nr. 517917, CHW. nr. KL093-000439

Afbeelding: oude gemeentehuis van Riethoven (heemkundekring Riethoven)

1.24.5.006 Raadhuis, Dorpstraat nabij 71, Luijksgestel

130

Op de kadastrale kaart van Luijksgestel, blad B1, staat aan de Dorpstraat in de straatkant een klein gebouwtje getekend, met daarbij het woord Raadhuis. Iets oostelijkerstaat de oude pastorie van Luijksgestel. Wanneer dit raadhuis gebouwd is, is onbekend. Het nieuwe raadhuis staat vrijwel op de zelfde plaats aan de straat, maar omdat het groter is wat zuidelijker.

24.6. Rechtbank Gebouw gebouwd als onderkomen voor een rechtbank (op enig niveau). Vanaf ca. 1800. [Geen rechtbank in Bergeijk]

24.7. Schepenbank Stenen of houten “bank” waar de schepenen in de open lucht, liefst onder een mooie lindenboom, hun zittingen hielden. Ook wel genaamd “Vierschaar”.

De graaf van Loon en hertog van Brabant deelden de inkomsten van de rechtspraak in Bergeijk voor zover die verliep via het leenhof van Kempenland.(bronnen: schoutsrekeningen 1386-1401). Dit was een dingbank (in dit geval een leenhof) met rechtspraak over een gebied dat met ’t gemeine, ofwel ‘het gemeenschappelijke’, aangeduid wordt. In het leenhof werd recht gesproken door (hertogelijke) leenmannen van Kempenland. Na 1402 zijn er geen aanwijzingen meer dat dit leenhof nog als gewone rechtbank optrad. In het gebied dat niet als “’t gemeine” aangeduid werd, trad de hertogelijke Eerselse schepenbank als rechtbank op. Vanaf 1385 was Bergeijk met één persoon in die schepenbank vertegenwoordigd, daarna met 3 tot Bergeijk in 1469 een eigen schepenbank kreeg.

De vraag is nu: waar werd recht gesproken? Was daar een vaste plek voor? Om deze reden werd de gerechtplaats ook wel de groene vierschaar genoemd. Het gaat dan om de gewone rechtspraak door het leenhof van Kempenland tot kort na 1400, en de rechtspraak van de Bergeijkse schepenen na 1469. Bovendien was Luijksgestel een eigen rechtsgebied en kunnen we ook daar de vraag stellen: was er een vaste plek. In de eerste eeuwen van het bestaan van de schepenbanken spande men daarom op de dorpen de vierschaar onder de blauwe hemel of in de schaduw van een eik of linde. In Bergeijk kan dan gedacht worden aan de driehoek De Lijnt, waar de lindeboom stond. Doch dat is slechts een gissing. Of daar een heuse bank stond is onbekend.

De literatuur heeft tot nu toe alleen een duidelijke plek aangewezen voor de latere rechtzittingen van de openbare rechtspraak in Bergeijk:

1.24.7.001 Dingbank Bergeijk (herberg de Keizer, later Ursulinenklooster) De dingbank van Bergeijk heeft aanvankelijk rechtgesproken in de oude parochiekerk van Bergeijk. In latere tijd werden de terechtzittingen van deze Dingbank ook in een herberg gehouden. Het betrof meerdere herbergen waaronder herberg de Keizer (zie 1.27.21.001 Herberg De Zwaan / De Keizer Bergeijk).198

Anders is het met de handelingen van de grondheerlijkheden in Bergeijk. Het “erven en vererven” van cijnsgoederen gebeurde ten overstaan van twee laten en een vertegenwoordiger van de cijnsheer. Dit zal gebeurd zijn op de hoofdhoeve of in het huis van de rentmeester. Vangheluwe wijst in dit verband op de Speeldries als plaats waar recht werd gesproken. De Speeldries lag bij de de Kanunniksdij van St. Jacob, het huis waar voor 1648 de kanunniken van de kerk woonden. Aan het einde van de Middeleeuwen oefende de abdij van St. Jacob in Bergeijk een eigen rechtspraak uit over haar eigendommen.199

24.8 Vrijheid Gebied waarbinnen bepaalde “vrijheden” golden. Vroeg 13e eeuwse vrijheden betroffen persoonlijke vrijdom (vrij van landrecht en feodale banden); vrijheden van rond 1300 en later betreffen vaak vooral economische vrijdommen (vrij van tol) en marktrechten. Het vrijheidsrecht gold waarschijnlijk in het begin de bewoners van een klein gebied (vgl “De Oude Vrijheid” in Sint Oedenrode), maar werden

198 Panken enVan Sasse van Ysselt, 1900, 109. 199 Vangheluwe e.a., 2009, 260-261. 131 later geacht te gelden voor alle inwoners van de hele parochie (dus dan geheel St. Oedenrode!). Het gaat hier om die oude kleine gebieden, voor zover de afbakening daarvan in te schatten valt.

In 1469/70, dus kort nadat Bergeijk een eigen schepenbank verkreeg, betaalde het dorp 36 rijnsguldens aan de hertog voor het privilege om ene besloten stat te mogen maken.200 Een omwalde of ommuurde stad is Bergeijk niet geworden, maar het noemde zich nadien wel ‘vrijheid’. Het gebied van die “vrijheid” kan zowel het dorpsgebied (de latere gemeente) betroffen hebben, als het veel grotere gebied waarover de schepenen bevoegd waren (dus met Westerhoven, Riethoven, Borkel en Schaft en Dommelen), of zelfs maar alleen het centrumgebied bij de kerk, want men wilde immers omwallen! We weten het niet.

24.9 Diversen

1.24.9.001 Omroepsteen te Riethoven, Molenstraat Het betreft hier een gemetselde verhoging aan de kerkhofmuur voor de kerk aan de Molenstraat, waar tot in de jaren 50 mededelingen werden omgeroepen.

Afbeelding: omroepsteen bij de kerkhofmuur bij de kerk in Riethoven aan het Dorpsplein (november 2010).

200 Van Asseldonk, 2002, 98 – 101. 132

Thema: 25 Militair

Onder militaire landschapselementen worden hier aardwerken en bouwwerken uit alle eeuwen samen genomen, met uitzondering van de "burchtjes" en kastelen. Daarvoor wordt verwezen naar de thema’s 18: "heerlijkheden" en 19: "landgoederen".

25.1 Begraafplaats Binnen dit thema wordt daarmee bedoeld: militaire erebegraafplaats [niet in Bergeijk]

25.2 Blokhuis Een oude benaming voor een verdegingswerk, dat kon variëren van een eenvoudig bouwsel van halve boomstammen tot kasteelachtige bouwwerken. In beide gevallen maakte het vaak onderdeel uit van een groter systeem, zoals landweren. Het kon ook een controlerende functie hebben van bijvoorbeeld toegangswegen of kruispunten. [niet in Bergeijk]

25.3 Boerenschans Schans waarbinnen de boeren zich zelf en hun vee in veiligheid brachten wanneer er roversbenden (of plunderende soldaten) rondtrokken. Dergelijke schansen werden door de boeren opgeworpen vanaf vde Gelderse Oorlogen, maar vooral vanaf het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Wassink en Nouwen wijdden een heel boek aan de boerenschansen.201

1.25.3.001 Schans te Hof (kerkhof oude parochiekerk Bergeijk) Hof was het voornaamste buurtschap van het gehucht Eijkereind, dat op zijn beurt het voornaamste gehucht van Bergeijk was. Volgens P.N. Panken lag hier de Schansenakker, die zijn naam ontleend had aan de schans, welke tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd opgeworpen op het kerkhof dat om de oude parochiekerk lag.202 Op het perceel staat in 2011 het gemeentehuis van Bergeijk.

1.25.3.002 Schans te Berkt, Bergeijk In de register van verpondingen van Bergeijk wordt in 1761 gesproken van de buurtschap de Schans onder het gehucht Berkt.203

1.25.3.003 Schans bij kerk Riethoven In de directe nabijheid van de parochiekerk van Riethoven moet een middeleeuwse schans hebben gelegen. In een schepenakte van Bergeijk van 1714 wordt vermeld: ‘Het oud woonhuijs de Brouwerye, evenals den hoff daarbij gelegen tot de Schans gelijck den Kerckhoff toe, staande en geleegen aan en by de parochiekercke van Rijdthoven’.204 Kennelijk dichtbij de kerk van Riethoven.

1.25.3.004 Schans te Luijksgestel Luijksgestel schijnt jarenlang een vluchtschans, een omgracht terrein met omwalling en brug bezeten te hebben, deze vrijplaats heeft nog eind 19e eeuw ten zuiden van het dorp gelegen.205 Panken schrijft in zijn dagboeken: 15 mei 1894: “Met een der 2 tegenwoordige bewoners [van de pastorie] wandelde ik naar de op 10 minuten afliggende “oude Schans”, eene vierkante met water omringde ruime plaats, waarin de bewoners van het dorp bij oorlogstijd in vroegere eeuwen, in groote hoeveelheid hunne meubelen, vee enz. tot veiligheid hebben vervoerd”.

1.25.3.005 Schans bij Witrijt, Bergeijk

201 Wassink en Nouwen, 2008. 202 Panken enVan Sasse van Ysselt, 1900, 10. 203 Panken enVan Sasse van Ysselt, 1900, 10. 204 Zoals geciteerd bij: Panken enVan Sasse van Ysselt, 1900, 10. 205 Van Leeuwen, 1968. 133

De kadasterkaart toont bij Witrijt 200 meter ten zuiden van de voornaamste groep boerderijen twee eenzame perceeltjes in de heide die samen “De Schans” heetten. Ook dit zal een boerenschans geweest zijn.

25.4 Fort Min of meer geïsoleerd gelegen gesloten en aan alle zijden verdedigbaar duurzaam vestingwerk, uitsluitend door militaire bezetting bewoond. Een fort is gewoonlijk voorzien van een combinatie van muren, palissades, wallen, grachten en torens. Het is per definitie een zelfstandig, aan alle kanten verdedigbaar object. Geen boerenschans. [niet in Bergeijk]

25.5 Kazemat Een vrijstaand bomvrij stenen of betonnen gebouw. Ook in permanente vestingwerken zitten kazematten, maar die moeten we niet apart opnemen. Ook “bunker” genoemd. [niet in Bergeijk]

25.6 Linie Een linie bestaat uit een aantal grotere en kleinere forten die met elkaar in verbinding staan door landwegen en/of waterwegen. De landwegen zijn meestal voorzien van borstweringen om bewegingen van troepen en materiaal tussen de versterkingen mogelijk te maken. De wateren kunnen natuurlijke wateren zijn maar ze kunnen ook gegraven zijn, zoals grachten, of het water kan bij een oorlogssituatie in de vorm van een inundatie worden verkregen. Ook stelsels van loopgraven kunnen als een soort linie worden beschouwd. [niet in Bergeijk]

25.7 Militair complex Gebouwencomplex gebouwd ten behoeve van het onderbrengen van militairen en hun materieel. Groot gebouw, of geheel van gebouwen tot huisvesting van militairen. Ook “kazerne” of “legerkamp” genoemd.

1.25.7.001 Kazerne Kerkstraat 21 Bergeijk De voormalige Marechausseekazerne werd in 1870 gebouwd in Ambachtelijk-traditionle stijl en is heden in gebruik als woonhuis. Het pand is verbouwd met behulp van bakstenen en nokbalken van een ander gebouw uit de onmiddellijke omgeving, dat in de vorige eeuw werd afgebroken. Het hoge eenlaagse pand uit hergebruikte baksteen telt vijf traveeën en heeft een symmetrische opzet. Het is deels onderkelderd. De plattegrond is rechthoekig, op het wolfdak liggen rode oudhollandse dakpannen. De nok van het dak loopt parallel aan de straat. De gevels zijn opgetrokken uit diverse soorten handvorm baksteen met een tandlijst onder de goot en rechte steekankers. De zesruits schuifvensters hebben hardsteen dorpels en een licht getoogde strek ter afsluiting. In het midden bevindt zich de paneeldeur met een gedeeld bovenlicht. In de deur is een klein venster met sierrooster geplaatst. De deur is te bereiken via enkele baksteen treden. Een gevelsteen geeft het jaartal 1870 aan. In het dak zijn bij een verbouwing van rond 1985 aan de voorkant grote tuimelvensters geplaatst. Op de nok van het dak staan vier baksteen schoorstenen. De zijgevels hebben een rand vlechtingen langs de daklijst. Op de zolderetage bevinden zich aan beide zijden twee zesruits schuifvensters. De achtergevel bezit in het midden een deur met gedeeld bovenlicht en twee zesruits schuifvensters rechts. Ter linkerzijde van de deur bevinden zich twee kleinere vierkante vensters en nieuwe openslaande deuren met ronde bovenhoeken. Het pand wordt aan de voorzijde afgeschermd door een beukenhaag.

Waardering. De voormalige marechausseekazerne is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van de bestuurlijke ontwikkeling van het grensgebied, het is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de kazerne in de negentiende eeuw. Het heeft architectuurhistorisch belang vanwege de utilitaire vormgeving en het gebruik van oudere onderdelen.

134

Het is gaaf bewaard gebleven en als vroeg voorbeeld van een marechausseekazerne uiterst zeldzaam. Beschermd monument: Mon. nr. 517913.

25.8 Militair oefenterrein Gebied dat regelmatig gebruikt wordt voor militaire oefeningen, zoals manoeuvres, rijden met paarden en voertuigen, graven van schuttersputjes etc. In de regel met in de nabijheid een “soldatenkroeg”. [niet in Bergeijk]

25.9 Schans Min of meer geïsoleerd gelegen gesloten en aan alle zijden verdedigbaar duurzaam vestingwerk, uitsluitend door militaire bezetting bewoond. Militair verdedigingswerk meestal gemaakt van afgegraven aarde. [niet in Bergeijk]

25.10 Schietveld/berg Openlucht schietbaan, met kogelvanger. Wordt ook gebruik voor uittesten munitie en het opblazen van elders gevonden explosieven. Niet alleen voor echte militairen maar ook voor burgerwachten. In de regel met in de nabijheid een “soldatenkroeg”.

1.25.10.001 Schutsboom Eijkereind Bergeijk Stond op driehoekige plein bij de splitsing van de wegen naar Westerhoven en naar Borkel.206

1.25.10.002 Schutsboom Kappelleboomkes Bergeijk Stond op driehoekig perceeltje Kappelleboomkes (Sectie C blad 1 De Broekstraat).207

1.25.10.003 Schietberg WOI Gelegen ten noorden van Bergeijk in de bossen (is uitbreiding woningen gepland). Op de kaart van 1930 aangegeven direct ten westen van de Eerselse Dijk, vlak voor de gemeentegrens. Het terrein was toen nog heide.

1.25.10.004 Schietberg208

25.11 Schijnboot Nagebootste boot op de heide dat diende als oefenobject in WOII. [niet in Bergeijk]

25.12 Schootsveld Gebied rondom een vesting of schans waar alleen snel afbreekbare (houten) bebouwing toegelaten werd. [niet in Bergeijk]

25.13 Tankgracht Een tankgracht of anti-tankgracht is een diepe en brede, al dan niet met water gevulde, gracht met steile oevers die voor tanks en pantservoertuigen onmogelijk over te steken is. [niet in Bergeijk]

25.14 Vesting Geheel van versterkingswerken die een bewoonde plaats omsluiten. [niet in Bergeijk]

206 Vangheluwe e.a., 2009, 276. 207 Vangheluwe e.a., 2009, 330. 208 J. Biemans in Weekblad De Eykelbergh nr. 1735 “Onze schietberg – belangrijk historisch erfgoed”. 135

25.15 Vliegveld Grasvlakte met rolbanen, landingsbanen, verkeerstoren, stationsgebouw, hangaars, bunkers. In de Kempen kwamen alleen militaire vliegvelden voor. Eventuele heliports vallen ook hieronder net als (tijdelijke) landingsbanen en vliegstroken uit WOII. [niet in Bergeijk]

25.16 Oefenlokaal [niet in Bergeijk]

25.17 Landweer [niet in Bergeijk]

25.17 Uitkijkpost

1.25.17.001 Uitkijktoren Westerhoven Gebouwd van houten palen door de Duitsers in WO II in de buurt van de watermolen. Circa 25 meter hoog. Diverse platforms; op bovenste een “voermanshuisje” van een platte wagen. Gesloopt begin jaren 50.209

1.25.17.002 Luchtwachttoren Hongarijse Dijk te Luijkgestel Een door het Korps Luchtwacht Dienst bemande uitkijkpost voor vijandelijke vliegtuigen opgezet nav Koude Oorlog tussen 1951-1955. In Luijkgestel verrijst een toren aan de Hongarijse dijk richting Bergeijk; de 100 m2 ondergrond bij raadsbesluit van 5 september 1952 verkocht voor 20 gulden. Een kring vormt de post Bladel (C1) met C2 op het oude gemeentehuis van Meerveldhoven, en C3, met de raatbouwtoren in Luijksgestel. Tezamen bestrijken de drie posten, deels overlappend, de Kempen; aangrenzend wachtposten in Hilvarenbeek (op het voormalige klooster aan de Koestraat) en Oirschot (toren opgericht 1953 ten zuiden van Wilhelminakanaal).210 De torens worden geproduceerd in de, met octrooien gepatenteerde, raatbouwtechniek: een open betonconstructie van prefab-elementen. Dat geeft het bouwwerk een markant uiterlijk. Dit zogeheten Raat-systeem, geinspireerd door bijen en hun ratenbouw, wordt geleverd door NV Schokbeton uit Kampen. Het betreft een standaardontwerp, onder toezicht van het Centraal Bouwbureau van de Genie, van Architectenbureau M. Zwaagstra. Toren afgebroken in…?

209 Vangheluwe e.a., 2009. 210 B. Beex, Koude Oorlog. 136

Thema: 26 Kerkelijk

In de Middeleeuwen en lang daarna was de religie erg belangrijk voor het denken en doen van de mensen. De parochies bepaalden in belangrijke mate de samenleving. De dorpsgemeenschap en de parochiegemeenschap betroffen dan ook vaak dezelfde mensen. Iedere parochie had een kerk en kerkhof, met een pastoor en diens woning. Vanaf de zestiende eeuw is er standaard een schooltje aanwezig. In de omvangrijke parochies vinden we ook een aantal kapellen, waarvan sommige erg oud lijken en andere uit de vijftiende eeuw dateren. Het verloop van de Tachtigjarige Oorlog leidde ertoe dat de kerken en kapellen in protestantse handen kwamen (Den Bosch-stad 1629, platteland: 1648). Een aantal kapellen kreeg toen een agrarische bestemming of werd als schooltje in gebruik genomen, waardoor deze gebouwtjes bewaard bleven. De katholieken moesten hun diensten houden in proviso- rische onderkomens, de schuil- of schuurkerken. Op de dorpen worden vaak meerdere plekken aangewezen als schuurkerk: blijkbaar zijn de kerkgangers in die 150 jaar onderdrukking van de "paapse stoutigheden" (1648 - 1795) enkele keren verhuisd. Sommige schuilkerk werden de kern van een nieuwe of vergrote nederzetting. Na 1800 werd daar dan de nieuwe kerk gebouwd. De oude kerk bleef dan eenzaam achter, verdween of liet alleen een toren na. Rond 1800 wisten de katholieken hun kerken terug te krijgen, waardoor de protestanten nieuwe kerkgebouwen moesten zien te verwerven. De in het begin van de negentiende eeuw gebouwde (katholieke en protestantse) kerkgebouwen volgen meest de "Waterstaatsstijl". Later volgen diverse neo-stijlen.

In de inventarisaties van de Kempen en de A2 gemeenten worden de volgende categorieën kerkelijke objecten onderscheiden.

Parochieel toebehoren: kerk: parochiekerk. Soms is er alleen een toren van overgebleven, dat is een kwestie voor de relict- beoordeling. kapel: grote of kleine kapel met ooit zekere zielzorgfunctie. Let op: de grenskapel, net in België valt hier ook onder. schuilkerk: provisorische kerkgelegenheid uit de jaren 1648 – 1800. Soms een flinke schuur, soms in een bijgebouw van een landgoed, soms zelfs een speciaal gebouwd gebouw. begraafplaats: begraafplaats, al dan niet bij een kerk. Indien niet bij een kerk, dan staat er vaak een kapel bij. Ook joodse begraafplaatsen, in dat geval staat er een het metaherhuisje en een kohaniemhuisje bij. Eventueel met ommuring en opzichterswoning. graf: een bijzonder graf op een begraafplaats, bijv. omdat het van een bijzonder persoon is, of een speciale monumentale waarde heeft. pastorie: woning van de pastoor, zijn kapelaans en de huishoudster, vaak met flinke tuin. patronaat: aan de parochie verbonden gebouw voor geestelijke verzorging – begeleiding van de parochianen.

Kloosters klooster: kloostergebouw, ook als het het centrum van een landgoed is. Bij kerk en school hoorde vaak een klooster waarin de leerkrachten woonden. kloosterterrein: terreinen behorend bij een klooster, soms omheind met muur. Bij een klooster- landgoed het gedeelte dat echt bij het klooster hoort (niet de boerderijen etc.) seminarie: combinatie van klooster, schoolgebouwen en woongebouwen, vaak als centrum van een landgoed. religieus groen: tuinen van pastorie of klooster (niet: landgoed); ook een typisch bedevaartspark valt hier onder.

Het religieus meubilair: calvarieberg: indien niet in een (klooster)landgoed, dan hier opnemen. Dus bij plaatsing in klooster- of pastorietuin, kerkhof etc. Lourdesgrot: meestal ergens in het religieus groen of in kloosterlandgoed. 137 kapelleke: Mariakapelletjes en andere kleine bouwsels met heiligenbeeld. kruiseik: eik (of andere boomsoort) met daaraan een kruisbeeld. kruisweg: beeldengroep die de kruisweg verbeeldt. stokske: paal of boomstronk met daaraan een kastje met daarin een heiligenbeeld, oorspronkelijk met een offerblok. Ook “keske” genaamd. wegkruis: kruis langs de weg, meest bij kruisingen of splitsingen. Veel wegkruisen dateren uit de jaren 1930. Eventuele kruisen in het veld (“veldkruis” en “hagelkruis”) hier ook onder te plaatsen. heiligenbeeld: Heilig Hartbeeld, beeld van heilige bijv. op kerkplein, schoolplein, in religieus groen.

De parochie Bergeijk omvatte oorspronkelijk ook de later afgesplitste parochies Luijksgestel, Riethoven, Westerhoven, Dommelen en Borkel. De kapel van Schaft hoorde onder Valkenswaard.

26.1 Kerk

1.26.1.001 Middeleeuwse parochiekerk van Riethoven. De huidige R.K. St. Willibrorduskerk, Dorpsplein 6, is een neogotische pseudo-basilicale kruiskerk met westtoren en slanke achtzijdige spits uit 1895- '99, gebouwd naar plannen van C. Franssen. Van de 15e eeuwse kruiskerk ter plaatse zijn restanten muurwerk opgenomen, zoals de onderste torengeleding.211 Beschermd monument: Mon. nr. 20130. CHW. nr. KL093-000438

De pastoor van Bergeijk bezat het patronaatsrecht over de Sint-Willibrordus-parochie van Riethoven. De kerk daar had de rang van quarta capella. De parochie lijkt in 1442 van Bergeijk afgesplitst te zijn. Van de 15e eeuwse kerk is, sedert de verbouwing en uitbreiding in 1890-99 slechts enig muurwerk overgebleven van het 3/8 gesloten koor, het dwarspand en de onderbouw van de toren. Klokkenstoel met twee klokken van W. Kaerwas, 1478, diam. resp. 116 en 102 cm. Mechanisch torenuurwerk, Van Dorst (Gilze), 1896, elektrisch opwinding. De kerk zal van 1648 tot rond 1800 niet voor de katholieke eredienst gebruikt zijn.

P.N. Panken heeft een bijna fotografische beschrijving gegeven van de middeleeuwse voorganger van de huidige Riethovense kerk. Deze is te vinden in het boek van J. Biemans, Rijthovens kerkboek (zie voetnoot). Panken was getuige van de ingrijpende verbouwing in de jaren 1892-93 en heeft de oorspronkelijke toestand van het kerkgebouw als volgt omschreven: 'Waarschijnlijk stond de eerste christelijke kerk van dit dorp ter plaatse waar zich nog de parochiekerk bevindt. Volgens overlevering zou de aloude in 1821 gesloopte kerk van Westerhoven tevens in de Middeleeuwen ten gebruike der Riethovenaren gebouwd wezen, wat zeer aannemelijk voorkomt; doch bij gemis van geschiedkundig bewijs niet met zekerheid kan gezegd worden.’212

We hebben ook nog de tekening van Hendrik Verhees. De landmeter Hendrik Verhees maakte in oktober 1789 van de Riethovense kerk een schets. In hoofdzaak zal die schets wel de toestand van de kerk weergeven zoals die was vanaf de zestiende eeuw. Verhees tekende een eenbeukig schip, een schip dus zonder zijbeuken, maar met kruisarmen en een toren.

De bouwhistoricus H. Strijbos vergeleek de resultaten van zijn onderzoek met de gegevens die Panken: ‘Met het eerste deel van onze beschrijving kwamen we niet verder terug dan de vijftiende eeuw. Maar in een aantal geschiedkundige publikaties is sprake van Laurent van Goerpe, die in 1368 persona van Riethoven zou zijn geweest. Dat betekent dat de kerk van Riethoven al vóór 1368 moet hebben bestaan, al houdt dat niet in dat die kerk de huidige was. Hoewel in onze aanvankelijke beschouwing het koor van de hedendaagse kerk werd aangewezen als het oudste deel van de nu nog bestaande kerk, hoopten we altijd nog sporen te vinden van een oudere kerk. Het eerste deel van Pankens beschrijving is van ongeveer 1850 en gaat over de kerk zoals die in hoofdzaak al was toen Verhees zijn schets maakte (afbeelding in voetnoot). De beschrijving van Panken en de schets van Verhees blijken dan ook in grote lijnen overeen te stemmen.’213 De gegevens van Panken worden in

211 Kolman e.a., 1997, 283. 212 J. Biemans, 1992, 25 e.v. 213 J. Biemans, 1992, 38. 138 dezelfde studie door de bouwhistoricus H. Strijbos samengevat en becommentarieerd.214 Strijbos geeft ruiterlijk toe dat sommige van zijn beweringen hypothetisch zijn en dat echte bewijsvoering pas dichterbij zou komen door een opgraving in de kerk. Er is namelijk geen degelijker archief dan een bodemarchief, zeker onder de huidige betonvloer omdat de daarin bewaarde gegevens veilig zijn opgeborgen.

Afbeelding: Kerk van Riethoven met driehoekig plein op de voorgrond (novvember 2010).

1.26.1.002 Middeleeuwse parochiekerk van Westerhoven De pastoor van Bergeijk bezat het patronaatsrecht over de Sint-Servatius-parochie van Westerhoven, waar de kerk de rang van quarta capella had. In de 13de eeuw wordt hier een stenen kerk gebouwd. Deze parochie lijkt in 1444 van Bergeijk afgesplitst te zijn. Daarna zelfstandige parochie Westerhoven, waaronder tot 1565 Dommelen en tot 1690(?) ook Borkel behoorden. Van circa 1648 tot 4 oktober 1798 is de kerk in handen van de protestanten. Na teruggave aan de katholieken bleek de kerk zwaar onderkomen. Op tekening van Hendrik Verhees uit 1789 staat de kerk afgebeeld als een ruïne. Ze is in 1820 of 1821 gesloopt.

De kadasterkaart laat zien dat het oude kerkhof, dat tot 1825 in gebruik bleef, in de akker van Westerhoven lag. Daarop zal de kerk op gestaan. Dit is de vermoedelijke plek van het centrum van de oudste bewoning. Tegenwoordig ligt het terrein ten noorden van de sportvelden, aan de zuidkant van de nieuwe provinciale weg, op een bult. Bij het afgraven van de bult om het sportterrein te egaliseren, zijn botten tevoorschijn gekomen.215 Op de topografische kaart van 1898 is de situering herkenbaar als bult. 216

214 Biemans, 1992, 38-44 215 Roelofs e.a., 1986. 216 Strijbos, 1991; Strijbos, 1993. 139

1.26.1.003 Middeleeuwse parochiekerk van Bergeijk De RK Kerk St. Petrus Banden, Hof 12 te Bergeijk is de middeleeuwse parochiekerk van Bergeijk.

De kerk is het centrum van een vroegmiddeleeuwse oerparochie. Ze is moederkerk van Luijksgestel, Riethoven, Westerhoven, Dommelen en Borkel. De kerk zou rond 960 gesticht zijn door de bisschop van Keulen.217 Ze wordt voor het eerst vermeld in 1137. Het patronaatsrecht van Bergeijk werd na 1311 gedeeld door de abt van St.-Jacops te Luik en de abt van Tongerlo. De kerk had de rang van ecclesia integra.

Het eerste kerkgebouw was vermoedelijk van hout. Dit werd na verloop van tijd werd vervangen door een aanzienlijke Romaanse kerk. Door archeologische opgravingen zijn de fundamenten van de opeenvolgende kerken teruggevonden en kon de bouwgeschiedenis worden gereconstrueerd. De oudste teruggevonden delen van de kerk worden op basis van de opgraving door Halbertsma, gedateerd in het begin van de 11de eeuw. In de 12e of 13e eeuw is de kerk waarschijnlijk te klein geworden. Zij werd vergroot door aan de Romaanse kerk twee zijbeuken te bouwen. In de loop van de geschiedenis werd de kerk nog enige malen vergroot totdat zij haar huidige vorm verkreeg.218 Rond de kerk lag het kerkhof, een kerkelijke hoeve en aan het einde van de Middeleeuwen was het terrein omgracht.219

Het romaanse zaalkerkje werd door Biemans op basis vanopgravingen in 1983 als volgt beschreven: ‘Het had een lengte van ± 17 en een breedte van ± 8,5 meter. De muren hadden aan de voeting een dikte van niet minder dan ca. 1,4 meter. Het priesterkoor aan de oostzijde had de vorm van nagenoeg een vierkant van ca. 6 x 6 meter. Dit tufstenen kerkje was wellicht niet het eerste dat er op deze plaats stond. Binnen de muren van genoemd romaans kerkje werd een aantal paalgaten aangetroffen die wijzen op het bestaan van een of meer houten gebouwtjes of kapellen. Onder de fundering, op de

217 Theuws, 1989, 166 – 169. 218 Biemans, e.a., 1984, 41-42 219 Vangheluwe e.a., 2009, 249, 263; kaart: 254. 140 scheiding van schip en koor en onder beide zijmuren van het koor hadden vroeger al begravingen plaatsgevonden. De begraafrichting en de richting van de paalreeksen was opvallend gelijk en geen van de oudere begravingen viel binnen de paalkuilen. We mogen daarom vrijwel aannemen dat hier vóór de bouw van het romaanse kerkje uit de 11e eeuw al een christelijk heiligdom bestond. Gaan we ervan uit dat een houten gebouw zo'n vijftig jaar meegaat, dan zouden we het eerste houten kerkje ergens in de 10e eeuw mogen denken.’220

Tijdens de opgravingen in 1983 zijn ten zuiden van de kerk te Bergeijk resten waargenomen van diepe grachten uit de 11e en 12e eeuw. ‘Waarschijnlijk omsloten deze grachten een terrein waarop een centrum van lokale machthebbers lag of een hof van een abdij. Wellicht lag de kerk zelf ook op een omgracht terrein. Uit historische bronnen is bekend dat de kerk van Bergeijk voor de helft in bezit was van de abdij van St.-Jacob te Luik. De andere helft was in handen van het geslacht Van Eyck. Wellicht was de kerk oorspronkelijk eigendom van de bisschop van Luik. De opgravingen te Bergeijk, hoe beperkt ook, bieden verrassend nieuwe inzichten in het ontstaan van de Kempense dorpen.221

De huidige laatmiddeleeuwse kerk is een gotische kruiskerk met driebeukig schip, dwarspand, koor en vrijstaand houten klokkenhuis uit 1669. Het koor is opgetrokken van baksteen, met lagen tufsteen, in het begin van de 15e eeuw. Dwarspand en schip uit het begin van de 16e eeuw, de gevels van het dwarspand met rijk gedetailleerde steunberen en door beeldnissen en pinakels versierde toppen. Het schip is pseudobasilicaal en wordt verlicht door dakkapellen om de andere travee, elk met een trapgeveltje. De kerk had ook een toren, waarin een in 1367 door Jacobus van Helmond gegoten klok gehangen werd. Van die klok wordt vermoed dat hij gegoten is ‘zeer waarschijnlijk bij het aanbrengen van een nieuwe kapconstructie van de kerk.’ De toren stortte in 1650 in en verwoestte de eerste twee traveeën van het schip van de kerk. In 1669 is er los van de kerk een nog bestaand klok- of luihuis gebouwd, waarin nog altijd de klok uit 1367 hangt.222

Afbeelding: RK Kerk St. Petrus Banden 223

220 Biemans, 1983. 221 Biemans, e.a., 1984, 43. 222 Vangheluwe e.a., 2009, 241. 223 Brabant collectie, Universiteit van Tilbug 141

De kerk werd in 1888-1893 gerestaureerd door C. Franssen, die ook de twee westelijke traveeën herbouwde. Inwendig zuilen met zeer eenvoudige kapitelen, houten tongewelven met steekkappen, ribgewelven in het koor. Tijdens een restauratie in 1975-'77 zijn de neogotische pinakels van de transeptgevels verwijderd, maar heeft men die van de westgevel gehandhaafd. De spitsboogvensters van de sacristie maakten plaats voor rondboogvensters. Schip en transept hebben een houten tongewelf uit de eerste helft van de 16e eeuw. Het oorspronkelijke stenen gewelf in het koor werd in 1888-'93 herbouwd. De kerk bevat onder meer een Johannesbeeld, toegeschreven aan meester Arnt van Zwolle (15de eeuw), een Luciabeeld, toegeschreven aan de Meester van de heiligenbeelden van Leende (15de eeuw), twee barokke biechtstoelen (18de eeuw) en een communiebank (18de eeuw).224 De kerk heeft leeggestaan van 1965-1994. In de jaren '70 van de 20e eeuw werd de oude kerk tot rijksmonument verklaard en gerestaureerd. Ze werd aanvankelijk slechts voor bijzondere diensten gebruikt, maar is nu weer in gebruik als parochiekerk. De kerk is een beschermd rijksmonument: Mon. nr. 9258. CHW. nr. KL010-000138.

1.26.1.004 Middeleeuwse parochiekerk van Luijksgestel In Luijksgestel bezat de pastoor van Bergeijk de patronaatsrechten. De Martinuskerk had daar de rang van quarta capella. De Sint Martinuskerk van Luijksgestel was een dochterkerk van de Sint- Petrus van Bergeijk. Luijksgestel is vóór 1400 of vóór 1520 afgescheiden van Bergeijk en verheven tot parochie. Luijksgestel bezat niet ver van de kerk een losse kapel.

De oudste kerk was een middeleeuws houten gebouw. Sporen ervan kwamen aan het licht bij archeologisch onderzoek aan de oostzijde van de toren door de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek in 1958 onder leiding van dr. P .Glazema en R. Woudstra.225 Daarbij kwamen de paalgaten aan het licht van een middeleeuwse houten kerk. . Het houten kerkje was driebeukig, met rechthoekig afgesloten koor. Die driebeukigheid is merkwaardig omdat de eerste stenen kerk van Bergeijk niet meer was dan een eenbeukige zaalkerk met koor.

Klaarblijkelijk is daarna pas in de vijftiende eeuw de eerste stenen kerk gebouwd, samen met de toren in een en dezelfde bouwcampagne. De gothische kerk was bijna twee maal zo lang als haar houten voorgangster. We kennen die kerk uit enerzijds de tekening van Hendrik Verhees en anderzijds uit de hiervoor genoemde opgraving. De toren van vier geledingen heeft haakse steunberen, is versierd met blindnissen, voorzien van een uitgemetselde traptoren en een gedrukte, tentdakvormige spits.226 De gothische kerk is in 1840 afgebrand en in 1842 gesloopt, de toren bleef staan. De toren is een Beschermd rijksmonument: Mon. nr. 26322, CHW. nr. KL066-000207, Kerkstraat 100 Luijksgestel.

In 1843 kwam, deels op de grondslagen van de oude kerk, een nieuwe kerk in waterstaatsstijl gereed. Deze is in 1958 gesloopt. Op korte afstand van de oude toren is de moderne R.K. Kerk van St. Martinus gebouwd. Zie daarvoor: 1.26.1.009.

224 Kolman e.a., 1997, 68. 225 Onderzoek waaraan onder meer aandacht is besteed door Theuws in zijn artikel over de "Oerparochie in de Kempen”: Theuws, 1981. 226 Kolman e.a. ,1997, 70. 142

Afbeelding: R.K. Kerk Luijksgestel227

1.26.1.005 Protestantse kerk, Domineestraat 10 (was Hof 54) te Bergeijk Van 1648 tot 1798 gebruikte de protestantse gemeente de kerk van Bergeijk, of wat daarvan nog bruikbaar was na de instorting van de toren. Na de teruggave van de kerk moest ze zich enige tijd behelpen. In 1809 kregen ze toestemming om een eigen kerk te bouwen, die in 1812 gereed was.228 De architect van het kerkje was de Bergeijkenaar Pieter Willems. De kerk is herbouwd in 1857. Het is een eenvoudig bakstenen gebouw, in plattegrond een langwerpig achtkant, met vlakke steunberen, spitsboogvensters en dakruiter. 17e eeuwse eiken kansel, orgel uit omstreeks 1800. De Hervormde Nederlandse Kerk gesitueerd op nummer 56 en niet op nr. 54. De voormalige pastorie was gelegen op Hof 54. Kennelijk zijn hier de huisnummers veranderd! Beschermd Rijksmonument: Mon. nr. 9259, CHW. nr. KL010-000140. [CHW NBr: verkeerd gelocaliseerd]

Afbeelding: NH Kerk in Bergeijk rond 1940 (www.pbase.com/pijkkuiperi)

227 Brabant Collectie, Universiteit van Tilburg 228 Vangheluwe e.a., 2009, 276. 143

1.26.1.006 R.K. kerk te Westerhoven In 1821-1822 wordt in Westerhoven een nieuwe kerk gebouwd met een naar het oosten gericht priesterkoor. Als bouwmateriaal gebruikt men de stenen van de middeleeuwse kerk. De toren is afgebouwd met sloopmateriaal van de schuurkerk. De kerk lag oorspronkelijk voor de pastorie; tegenwoordig te vinden onder een deel van het oude kerkhof. Na de bouw van de nieuwe kerk in 1885 werd deze kerk gesloopt.

Afbeelding: De R.K. Kerk van Westerhoven op de kadasterkaart van 1832.

1.26.1.007 St. Servatiuskerk, Dorpsstraat 22 Westerhoven De huidige St. Servatiuskerk werd in 1885-1886 in neo-gotische stijl gebouwd naar ontwerp van H.J. van Tulder. In 1903 werd de kerk aan de achterzijde uitgebreid met een bergruimte, die beide sacristiëen verbindt. In 1919 werd het transept gebouwd. De polychrome decoraties van muren en gewelven verdwenen in 1957 onder een grijs-witte verflaag. De kerk staat niet op de plaats van de oude kerk uit 1822, zoals eerst de bedoeling was, maar bij de pastorie. Inzegening op 21 januari 1886 door A. Godschalk, bisschop van ’s Hertogenbosch. In 1918-1919 verbouwing onder architectuur van C.G. Elbers.229

De driebeukige basilicale kruiskerk heeft een westtoren, een dakruiter en een driezijdig gesloten absis. Achter de torentravee telt het schip vijf traveeën en het transept twee. De gevels zijn opgetrokken uit machinale rode baksteen, met siermetselwerkbanden onder de gootlijst. Cordonlijsten en afzaten zijn uitgevoerd in hardsteen, de tracering in zandsteen. Op het zadeldak van het middenschip, de lessenaardaken van de zijbeuken en op de spitsen liggen leien in maasdekking. De gevels worden geleed door steunberen met versnijdingen en afzaat. Bij de toren met vierkante basis en de afsluiting van de zijbeuken zijn deze overhoeks geplaatst en hebben een pinakel als bekroning. In de zijbeuken en in de afsluiting bevinden zich spitsboogramen met tracering. In de afsluitingen

229 Vangheluwe e.a. 2009, foto’s p. 42, 52, 147, 150; Cultuurhistorische inventarisatie provincie Noord-Brabant : gemeente Westerhoven (’s-Hertogenbosch 1984), foto’s 7-8; Van Hulsel, 1998, foto p. 34. 144 bevindt zich hier boven een driepasraam. In de lichtbeuken zijn driepasramen geplaatst met een driehoekige afgeronde bakstenen omlijsting. Het transept is voorzien van tripletramen, de absis van spitsboogvensters. Op de nok van het dak bevindt zich een zeshoekige dakruiter met opengewerkt deel waarin driepassen en een naaldspits met kruis. Het inwendige wordt verdeeld door bundelpijlers met spitsbogen als scheibogen. Het schip en de zijbeuken zijn voorzien van kruisribgewelven met gewelfschotels. De ramen van de lichtbeuk zijn binnen voorzien van blind metselwerk dat doorloopt als een spitsboograam. De glas-in-loodramen in het priesterkoor zijn in 1913 geplaatst door de Gebrs. van Rooyen uit Roermond, met onder meer de doop van Christus in de Jordaan. In de zijbeuken vindt men twee gebrandschilderde ramen uit 1925, met St. Servatius en St. Franciscus. Het hoogaltaar uit 1886 is van de hand van Ferdinand Smeets. J.A. Oor voegde hier in 1894 twee engelen aan toe. De beide zijaltaren, gewijd aan Maria en Joseph, werden in 1897 geleverd door het atelier van J.A. Oor en Zn. uit Roermond. Het St. Jozefbeeld werd in 1886 vervaardigd door Van Bokhoven. De altaren en andere beelden werden gepolychromeerd door Jos Lommen. Er zijn diverse houten beelden van J. Custers uit 1898 en beelden van carton pierre uit 1897 en 1901 van Jean Geelen uit Roermond. De Neo-gotische houten biechtstoel werd in 1894 gesneden door Emile Wülms uit Maaseyck. De koortribune is van hout en voorzien van een Mariabeeld. De altaren hebben zowel Neo-gotische als Neo-romaanse stijlkenmerken.

De toren heeft vier geledingen, van elkaar gescheiden door natuursteen lijsten. De hoofdingang aan de voorzijde bezit vleugeldeuren met sierbeslag. De deur wordt omlijst door een spitsboog met natuursteen blokken en heeft boven de latei een spitsboograam met driepastracering. Aan weerskanten van de deur bevinden zich blinde spitsboognissen. In de toren hangen twee oude klokken die in 1943 gevorderd en in oktober 1944 naar Duitsland gebracht zijn. Ze werden in 1945 teruggevonden bij een metaalbedrijf te Lünen bij Dortmund.230 De opschriften luiden:  1442 Servaes is mijn naam, mijn geluyt zij Gode bequaem. Jan Zeelstman maekte mij MCCCCXLII. Doorsnede 118 cm.  1556 Michiel ben ic van Peeter van den Ghein ghegoten MCCCCCLVI. Doorsnede 68 cm, gewicht ca. 215 kg. De beelden van St. Petrus en St. Paulus in de torennissen dateren uit 1910. In de tweede geleding bevindt zich een spitsboograam en aan de zijden twee blinde nissen, alle met tracering. De breedte van het schip wordt voor de toren vervolgens verlaten via twee luchtbogen met pinakels. De toren rijst vervolgens op uit het dak. De derde geleding is blind, in de vierde bevindt zich aan alle zijden een galmgat. Boven de baksteen sierlijst verheft zich de ingesnoerde naaldspits met kruis. In de zijden van de toren bevinden zich de zij-ingangen in diepe spitsboogportieken, in de tweede geleding een blinde nis met drie kleine ramen en in de derde geleding een spitsboograam.

De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholicisme in het zuiden en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de dorpskerk in de negentiende eeuw. Het heeft architectuurhistorisch belang door de stijl en de detaillering die een afspiegeling vormt van de wijze waarop men op het platteland actuele stijlen overnam ter verhoging van representativiteit en karakter. Het is tevens van belang vanwege het gave interieur. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling van het kerkdorp. Het is gaaf bewaard gebleven. Beschermd Rijksmonument: Mon. nr. 517910. CHW. nr. KL124-000468.

230 Vangheluwe e.a. 2009. 145

1.26.1.008 St. Petruskerk, Loo 81, Bergeijk De Sint Petrusparochie van Loo te Bergeijk is ontstaan uit de schuurkerk die er in 1790 gebouwd werd. Die schuurkerk werd in 1849 het centrum van een nieuwe parochie. Die kreeg in 1862 een echte kerk. De St. Petruskerk op het Loo is tussen 1862 en 1863 gebouwd in Neo- gotische stijl naar ontwerp van architect K. Weber. Op 19 september 1864 werd zij gewijd. De kerk werd gerestaureerd en toen van een toren voorzien in 1896. Architect C. Franssen handhaafde de Neo-gotische stijl.

Afbeelding: St. Petruskerk231

De driebeukige hallenkerk telt achter de toren op vierkante basis vier traveeën en een vijf/achtste gesloten koor met identiek gesloten hoge zijkapellen, de nevenkoren. Het koor is smaller en lager dan het schip. Hier achter bevinden zich de rechthoekige sacristie en bijsacristie onder schilddak met leien in Maasdekking. Deze worden verlicht door drielichtsvensters, verbonden door een cordonlijst als dorpel. Rechts van de toren staat een zijkapel, links een vijfhoekige traptoren. Het zadeldak van het schip, de torenspits en overige daken zijn gedekt met leien in maasdekking. De gevels zijn opgetrokken uit handvorm en machinale baksteen. De geleding geschiedt door rechte en overhoekse steunberen met versnijding en afzaat. De raamtraceringen in de spitsboogvensters zijn van mergel. In de vensters bevindt zich deels figuratief glas-in-lood. De zijkapellen naast het koor hebben blinde spitsboogramen. Het eenvoudige interieur is gewit en heeft stucgewelven, rustend op kruisvormige pijlers met spitsbogige scheibogen. De pijlers bezitten vier kolonnetten met knopkapitelen. Het koor heeft een hoger opgetrokken stergewelf na een smalle koortravee met kruisgewelf. Twee heiligenbeelden dateren uit ca. 1860-1870. De gepolychromeerd houten beelden van het Heilig Hart van Jezus en van Maria zijn in 1891 geleverd door J. Thissen.

De toren bestaat uit vier geledingen, gescheiden door natuursteen cordonlijsten. In de eerste bevindt zich het hoofdportaal onder een spitsboog met zadeldakvormige afsluiting en kruisbloem. De vleugeldeuren hebben ijzeren sierbeslag. Het portaal bezit zuiltjes met bewerkte kapitelen. Boven de deuren een raam met vierpastracering. Naast de ingang is er een gevelsteen: "Prim. lap. pos. J. v. Krieken past. 1-5-1896". In de tweede geleding bevindt zich een groot spitsboograam met tracering. In de zijden zijn drie blinde spitsboognissen gemetseld. De derde geleding wordt beëindigd door een keperboogfries. Hier onder zijn drie door zuiltjes gekoppelde spitsboognissen geplaatst met daarin

231 Brabant collectie, Universiteit van Tilbug 146 smalle spitsboogramen. De vierde geleding verjongt zich en heeft een bakstenen balustrade. In elke torenzijde bevinden zich twee spitsbogige galmgaten met daar boven het uurwerk. Op de hoge achtzijdige torenspits staat een sierkruis. In de spits bevinden zich kleine dakramen onder zadeldak. In het dak van het schip en het koor bevinden zich ook dakkapellen onder zadeldak, met luik en driepasdecoratie. Op de nok van het koor staat een bol met sierkruis.

De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de ontwikkeling van het katholicisme en de vorming van kerkelijke centra op het platteland. Het typeert bovendien twee eeuwen ontwikkeling van het Brabantse kerkdorp. Architectuurhistorisch is het waardevol vanwege de gekozen stijl en voor het werk van de architect Weber, waarin het een zeldzaam voorbeeld is van zijn vroege fase. De toren van architect vormt een waardevolle aanvulling. De bijzondere betekenis van het geheel is ook gelegen in de situering, die samenhangt met de ontwikkeling van de streek. Het is gaaf bewaard gebleven. Beschermd rijksmonument: Mon. nr. 517901. CHW. nr. KL010-000155.

1.26.1.009 R.K. St. Martinuskerk, Kerkstraat 98, Luijkgestel De in 1842 gebouwde kerk (zie 1.26.1.004) maakte op haar beurt in 1958 plaats voor de huidige kerk van architect Nijsten, die wat terzijde staat. R.K. KERK, gewijd aan de H. Martinus, ontworpen door architect Edmond Nijsten in shake-handsarchitectuur en gebouwd in 1957. Bouwpastoor was C.J.A.E. van Roosmalen. De kerk is gelegen op een lichte verhoging aan een modern ingericht plein in het centrum van Luyksgestel, vrijstaand van de 15de-eeuwse toren, waaraan haar voorgangster was vastgebouwd en wat naar achter ten opzichte van de rooilijn van de toren en de rechts gelegen pastorie. De ruimtelijke inpassing van de kerk werd beperkt door de voorwaarde dat de oude kerk moest blijven staan tot de nieuwe gereed was. De architect kreeg van het bisdom de vrijheid om "modern" te bouwen. Achter de kerk ligt een begraafplaats. Het tabernakel en siersmeedwerk zijn van Johannes M. Koldeweij (1923-). Naast de in de omschrijving vermelde beschermde oude beelden zijn in de kerk de volgende kunstwerken aanwezig: een kruisbeeld uit ca 1400, een beeld van de H. Lucia, ca 1875-1900, een beeld van Maria met kroon, ca 1600 en een 17de eeuwse kroonluchter; deze zijn in een later stadium in de kerk geplaatst en behoren niet tot de oorspronkelijke inventaris. De beelden, kroonluchter en preekstoel zijn afkomstig uit de oude kerk of uit de H. Kruiskapel te Luyksgestel. Onder de, van elders afkomstige, kruiswegstaties zijn de oude staties nog aanwezig, die bestaan uit foto's door Martien Coppens van een door Charles Eijk gemaakte kruisweg in Waalwijk.

KERK op vierkante plattegrond met uitgebouwd priesterkoor aan de noordoostzijde en op de oostelijke hoek de aangebouwde sacristie. De toegepaste materialen zijn overwegend beton en gele baksteen en voor het dak mevriet en rubberoid. Boven het middenschip drie dwarse kappen; boven het priesterkoor drie taps toelopende kleinere kappen in de lengte. De overige dakdelen zijn plat. Het gebouw heeft een brede overstekende betonnen gootrand. De vlakke ingangsgevel (zuidwestelijk) wordt gevormd door claustra's gevuld met blank glas tussen betonkolommen, met aan weerszijden een veld in baksteen. Middenin de gevel steekt de uit drie portalen bestaande ingangspartij zowel naar binnen als naar buiten uit. Hierboven een eenvoudig kruis. De linker en rechter zijgevel bestaan uit velden gevuld met baksteen tussen betonkolommen en tegen de gootrand raamstroken. In beide gevels een uitbouwtje voor de biechtstoelen. De zijgevels van het priesterkoor bestaan uit ramen tussen diepe betonschermen over de gehele hoogte; de achterwand uit hoge baksteenvelden tussen betonkolommen waarop kappen rusten. Het priesterkoor vormt hierdoor een expressief bouwdeel. Hieraan vast het smeedijzeren toegangshek naar de begraafplaats. De onderkelderde uit één bouwlaag bestaande uitgebouwde sacristie is plat afgedekt en heeft grote vensters en een betondecoratie op de achtergevel. De schoorsteen tegen de kerk is door toevoeging van een betonconstructie uitgewerkt tot klokkentorentje voorzien van een eenvoudig kruis. In het interieur dragen twee maal twee rijen ranke, enigszins bolle kolommen de dakconstructie. Ze vormen in de visie van de architect tevens visueel een lichte afscheiding van de zijbeuken met het middenschip; zo was er ruimte voor vieringen in kleinere kring terwijl toch de eenheid met het middenschip bleef bestaan. Vanaf alle zitplaatsen heeft men goed zicht op het altaar. Door de lichtinval aan de zijkanten van de dwarskappen, de raamstroken aan de bovenzijde van de zijwanden, de voorzijde van de kappen van het priesterkoor, de zijwanden van het priesterkoor en claustrawand aan de

147 zuidwestzijde, waarin overal helder glas is toegepast, is een bijzondere lichtwerking ontstaan. Samen met de ongekleurde betonnen constructiedelen, schuimbetonblokken die voor de binnenwanden zijn toegepast en dakplaten met zeer beperkte verdere kleuraccenten verleent deze het interieur een bijzondere en serene sfeer. Door verschillende (standaard)formaten schuimbetonblokken toe te passen en een deel van het voegwerk iets donkerder te kleuren en toepassing van randen schoonmetselwerk in gele baksteen zijn de wanden decoratief bewerkt. De vloer is bedekt met grijsgele tegels. Het uit natuursteen bestaande altaar is naar voren verplaatst op het priesterkoor, dat twee (gebogen) treden hoger ligt dan de kerkruimte. De altaarverhoging zelf en de smeedijzeren communiebanken zijn verdwenen. Van de twee claustrawanden die oorspronkelijk aan de zijde van het priesterkoor de zijbeuken afsloten achter zijaltaren, is de linker vervangen door een orgel dat niet van waarde is vanuit het oogpunt van monumentenzorg; op het zijaltaar rechts staat nu (2009) het tabernakel, ontworpen door Koldeweij; ernaast de godslamp van siersmeedwerk. Tegen een kolom aan de linker zijde staat de houten preekstoel op voet met trap met houtsnijwerk uit 1843. Aan de zuidwestkant links van de ingang de ovaalvormige verdiepte doopruimte, afgescheiden door een hek van siersmeedwerk. Daarin een natuurstenen doopvont met bronzen deksel. Rechts van de ingang is door een hekwerk van siersmeedwerk een Mariakapel afgescheiden. Aan weerszijden van de ingang vrijstaande natuurstenen wijwatervaten. Het kunstlicht wordt verzorgd door de oorspronkelijke spots, bevestigd op de betonbalken die de dwarskappen dragen en de eveneens oorspronkelijke glazen bolarmaturen langs de beide zijgevels. Het bankenblok in de linker zijbeuk is afkomstig uit de oude kerk. De banken in middenschip en rechter zijbeuk zijn gelijk met de kerk ontworpen. In de kerk bevinden zich een houten KRUISBEELD uit omstreeks 1500, met een JOHANNES en MARIA uit de XVe eeuw; een XVIIe eeuwse PIËTA; een grote XVIIIe eeuwse groep van ST. MAARTEN te paard met bedelaar; een XVIIe eeuwse MADONNA, XVIe eeuwse JOHANNES DE DOPER en voorts een beeld van ST. ELIZABETH (XVIe ?).

Waardering R.K. KERK van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang als evident toonbeeld van de wederopbouwperiode: - als voorbeeld van de voor de in de wederopbouwperiode vernieuwende vrijheid die de architect kreeg om een eigentijds ontwerp te maken; - als voorbeeld van het voor de periode in de kerkarchitectuur vernieuwend materiaalgebruik (beton en schuimbeton, mevriet); - vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten die met vernieuwende sobere materialen en zorgvuldige eenvoudige vormgeving zijn gerealiseerd; - vanwege de bijzondere serene sfeer die wordt gecreëerd door het samengaan van daglicht door helder glas en materiaalgebruik; - vanwege de ruimtelijke inpassing van de kerk waardoor deze, vrijstaand naast de 15de eeuwse toren, een geheel eigen karakter en eigentijdsheid heeft gekregen. Beschermd rijksmonument nr. 530925

1.26.1.010 H. Gerardus Majellakerk met parochie, Weebosch 73, 75 Weebosch De H. Gerardus Majellakerk met aangebouwde pastorie werd in 1907 gebouwd in het kerkdorp De Weebosch in neo-romaanse stijl naar ontwerp van architect Jan Stuyt. Hij paste neoromaanse elementen toe. Achter de kerk liggen een processiepark met kapel en een Lourdesgrot uit 1949.232 De basilicale kerk heeft een dubbel torenfront en achter het vier traveeën tellende schip een halfronde absis. Voor het torenfront staat een open, deels houten ingangsportiek onder zadeldak. De sacristie is om de absis heengebouwd en heeft een plat dak. Op het zadeldak van het schip, de lessenaarsdaken van de zijbeuken en op het dak van het portiek liggen leien in Maasdekking. Oorspronkelijk bestond de dakbedekking uit rode pannen. De gootlijsten rusten op sierklosjes. De beide biechtstoelen zijn uitgebouwd en hebben een plat dak. De gevels zijn opgetrokken in machinale baksteen. Rond de vensterbogen en bij de absis is enig siermetselwerk toegepast. Het ingangsportiek heeft een bakstenen borstwering met bewerkte houten zuiltjes die een rondboogvormige doorgang naar de vleugeldeuren vrijlaten. Het omgevende houtwerk heeft een kartelrand en een reeks rondboognissen. In de topgevel hierboven bevinden zich een rondboog-tripletraam en een tegeltableau in vierpasvorm met daarin een afbeelding van Gerardus Majella. Aan weerszijden hiervan een klein rond tegeltableau met "A/D" en " 1907". In de zijbeuken heeft elke travee één rondboograam, in de lichtbeuk bevinden zich in elke travee drie rondboogramen. Het interieur wordt verdeeld door scheibogen van gele

232 Kolman e.a., 1997, 69. 148 baksteen op pijlers. Het middenschip heeft een houten bekapping met makelaar, steekschoren en trekbalk. De zijbeuken hebben een vlakke houten zoldering. De vloer is in een geometrisch patroon kleurrijk betegeld. De koortribune is uitgevoerd in hout. Het merendeel van de vensters heeft geometrisch glas-in-lood. In het koor zijn drie figuratieve vensters, Fides, Charitas en Spes voorstellend; deze ramen zijn in 1915 ontworpen door Jan Oosterman. In de Gerardus-kapel bevinden zich ramen met voorstellingen uit het leven van de heilige Gerardus.

De beide torens hebben een vierkante basis en een eenvoudige opbouw. Links is een gekoppeld rondboograam in een nis met deelzuiltje, daar bevindt zich de Sint Gerarduskapel. Vervolgens een ingewerkt sierrandje en twee rondboog- en spleetvensters. Tenslotte volgen de gekoppelde rondboogvormige galmgaten met deelzuil. Op het tentdak staat een sierkruis. De toren rechts heeft op de begane grond een venster met kepervormig siermetselwerk en in plaats van het tweede spleetvenster een uurwerk van tegelwerk. Verder komen beide torens overeen.

Inventaris: de biechtstoelen zijn afgesloten door houten panelen met tripletramen en snijwerk. Bij de triomfboog is er een eerste steen: "1ste steen P.L.P. A.A.J Karthon 10 juni MCMVII". Tot de inventaris behoren verder o.m. een wit gipsen preekstoel met ronde kuip en reliëf met Christus en teksten, ontworpen door J. Custers (1910). Er zijn een wit stenen hoogaltaar en een wit stenen Gerardusaltaar met reliëfs. Het hoogaltaar werd geleverd door J. Custers in 1915. In het schip hangen aan de muur tien ingelijste grote doeken met scènes uit het leven van Gerardus Majella. Deze schilderijen dateren uit 1922 en zijn geschilderd door Albert Windhausen te Roermond. Voorts tegen de noordzijde - in het verlengde van de zijbeuk van de kerk- een lage platgedekte uitbouw, tegen de zuidzijde van de kerk een aangebouwde twee bouwlagen tellende pastorie onder schilddak en een twee lagen tellende aanbouw met plat dak (het woongedeelte voor de huishoudster van de pastoor), twee platgedekte eenlaagse bouwvolumes, een binnenplaatsje en een bakstenen muur met ezelsrug.

De H. Gerardus Majellakerk (1907) met aangebouwde pastorie en aanbouwen, binnenplaatsje en bakstenen muur met ezelsrug te Weebosch is van algemeen belang want - vertegenwoordigt cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het rooms-katholicisme in het zuiden van Nederland; - heeft belang als voorbeeld van de typologische vernieuwing van de dorpskerk; - bezit architectuurhistorisch belang door de stijl en de detaillering; - is van kunsthistorisch belang door de interieuronderdelen; - is van belang als voorbeeld van de wijze waarop Jan Stuyt kort na 1900 een vernieuwing van de kerkenbouw trachtte te bewerkstelligen; - beschikt over ensemblewaarden vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling van het agrarische kerkdorp; - is van belang vanwege de architectuurhistorische en typologische zeldzaamheid, en als bedevaartkerk. Beschermd rijksmonument: Mon. nr. 517916. CHW. nr. KL010- 000172.

1.26.1.011 Kerk op de Elsenhof te Bergeijk Na de Tweede Wereldoorlog werd er op de Elsenhof een nieuwe kerk gebouwd. Toen het aantal kerkgangers verminderde heeft men de Hofkerk weer als parochiekerk in gebruik genomen en is de nieuwe kerk op de Elsenhof, op de toren na, gesloopt. Ongeveer tegelijkertijd of iets later is er in de buurt van die kerk een nieuwe begraafplaats aangelegd.

26.2 Begraafplaats233

1.26.2.001 Middeleeuws kerkhof Westerhoven Kerkhof van de middeleeuwse parochiekerk van Westerhoven. De pastoor van Bergeijk bezat ook het patronaatsrecht over de Sint-Servatius-parochie van Westerhoven, waar de kerk de rang van quarta capella had. Deze parochie lijkt in 1444 van Bergeijk afgesplitst te zijn. Het oude kerkhof, dat tot 1825 in gebruik bleef, ligt in de akker van Westerhoven. Dit is tevens de plek van de oudste kerk en daarmee centrum van de oudste bewoning. Tegenwoordig ligt het terrein ten noorden van de sportvelden, aan de zuidkant van de nieuwe provinciale weg, op een bult. Bij het afgraven van de bult

233 Onderstaande informatie is deels verschaft door Atelier Terre Aarde (vereniging voor funeraire cultuur) 149 om het sportterrein te egaliseren, zijn botten tevoorschijn gekomen.234 Op tekening van Hendrik Verhees uit 1789 staat de kerk afgebeeld als een ruïne. Op de topografische kaart van 1898 is de situering herkenbaar als bult. 235

1.26.2.002 Middeleeuws kerkhof van Bergeijk Kerkhof van de middeleeuwse parochiekerk van H. Petrus aan ’t Hof 3 te Bergeijk. Het kerkhof lag bij de kerk aan de kant van De Plaatse. De huidige naam het Hof van het centrum van Bergeijk is synoniem van de naam de Kerkhof.236 Het kerkhof is gesloten voor begraven 1950-1960, toen de kerk niet meer werd gebruikt.Oorspronkelijk aan de noordzijde (marktplein) gelegen; later werd toegevoegd de zuidwest zijde (waar ook de school stond0 en uiteindelijk ook het zuid-oost gedeelte, waardoor de huidige zuidzijde van het kerkhof ontstond. Het kerkhof heeft een historisch notabelen gedeelte met de graven van o.a. Meester Panken en de artsen Raupp.

1.26.2.003 Tweede parochiekerkhof St. Servatius Westerhoven Oude R.K. begraafplaats St. Servatius gelegen aan de Dorpstraat bij nr. 22. Tegenover de huidige kerk, aan de overkant van de Dorpsstraat, ligt het tweede parochiekerkhof St. Servatius. Het is een klein vierkant hofje met veel groen en nog een restant aan graftekens. Er wordt duidelijk niet meer begraven. In 17 maart 1825 vond de eerste begraving op kerkhof bij de nieuwe kerk van 1822 plaats. Al in 1822 is rond een gedeelte van het terrein een gracht of visvijver aangelegd en deels een doornheg. Met de grond uit de gracht is het terrein opgehoogd. Later vindt uitbreiding plaats. Inwijding kerkhof en kruisbeeld op 6 oktober 1888. Er is begraven tot ca.1965 hetgeen ook af te lezen is aan de nog aanwezige graftekens, waarvan over het algemeen de (goedkopere) cementbetonnen graftekens al zijn verdwenen en de (duurdere en duurzamere) graftekens en graftombes van Belgisch hardsteen nog aanwezig zijn. Oude niet onderhouden graven zijn in 1986 geruimd; van 302 naar 100 graven. Oudste graf is van pastoor Joannis Marinus van de Westelaken, overleden op 4 december 1889. Beelden rondom kerkhof dateren van 1902. De begraafplaats is deels ommuurd en deels met een heg omgeven. Plaatsing ijzeren hek in Jugendstil en bouw lijkenhuisje in 1907.237 Op het eind van de begraafplaats staat een eenvoudig Calvariekruis met corpus. Daarvoor liggen de pastoors in drie graftombes begraven. Daarachter staan op vijf platen die personen aangegeven, die op de begraafplaats zijn begraven en wiens graven zijn geruimd, een veredelde knekelput. Het oudste jaartal dateert van 1894, hetgeen er op duidt dat dit kerkhof in gebruik is genomen na de bouw van de laatste Servatiuskerk. CHW. nr. KL124-000466

Afbeelding:: Begraafplaats Servatiushof

1.26.2.004 Derde parochiekerkhof Servatiushof, Westerhoven Tegenwoordige kerkhof, nieuwe begraafplaats St. Servatius, aan de Kerkbochten voor de pastorie is in maart 1965 in gebruik genomen.238 Toen is het eigendomsrecht van de begraafplaats aan de Dorpstraat overgegaan naar de toenmalige gemeente Westerhoven, thans de huidige gemeente Bergeijk. Een eenvoudig hek rechtsachter is de toegang naar de begraafplaats, die helemaal omgeven is door loofbomen. De begraafplaats bestaat uit drie delen: aan weerszijden van twee grafvelden ligt centraal tussen naald- en loofbomen en strak geschoren hagen de in kruisvorm aangelegde absouteplaats, die uitkijkt op een groot houten Calvariekruis (zonder corpus) op een kleine verhoging. De uniforme grafkruizen staan strak op rij op een betonnen richel met daarvoor een

234 Roelofs e.a., 1986. 235 Strijbos, 1991; Strijbos, 1993. 236 Vangheluwe e.a., 2009, 263. 237 Van Hulsel, 1998. 238 Vangheluwe e.a. 2009, foto’s p. 42, 52. 150

50cm breed stukje grond voor beplanting. De oudere grafkruizen zijn van Belgisch hardsteen, de rest is van zwartglimmend graniet. Er zijn tot nu toe maar twee afwijkende graftekens geplaatst, één van hout en één van glas. De wens tot een persoonlijk accent heeft zich op veel kruizen geuit door het aanbrengen van een fotootje van de overledene. Direct rechts van de ingangspoort is een urnenveld aangebracht met één gevuld urnengraf. Achteraan op de begraafplaats, naast een huisje voor gereedschap, is een rijtje kindergraven.

1.26.2.005 Nederlands Hervormde begraafplaats Bergeijk Gelegen aan de Bucht 11 in Bergeijk. Aan de Bucht 11, aan de noordoostelijke rand van Bergeijk, ligt de kleine protestantse begraafplaats uit 1863. Op een rechthoekige oppervlakte van ca. 20 are, omzoomd door heggen / struiken / bomen, is het een oase van rust en bezinning, een grasveld met ca. 80 graftekens, variërend in grootte, materiaalsoort en vormgeving. Op het veld aan de noordzijde, links van het middenpad bij binnenkomst, afgebakend met lage stenen paaltjes, bevinden zich een aantal oude graftekens van Belgisch hardsteen, waaronder tomben, obelisken en stèles. Zeven van deze graftekens zijn omgeven door een hekwerk. Aan de kop van het middenpad bevindt zich een monument in de vorm van een zetel, uitgevoerd in baksteen. De graftekens aan de zuidzijde, rechts van het middenpad, variëren van oud naar modern en van hardsteen naar graniet. Rechts vooraan bevindt zich een klein gedeelte, dat vanaf het begin de bestemming algemene begraafplaats kreeg; er bevinden zich twee graftekens. Alle graven op de begraafplaats zijn naar oudchristelijk gebruik georiënteerd, d.w.z. gericht op het oosten. Opvallend zijn ook nog een viertal volgroeide bomen, drie beuken en een eik.

De begraafplaats geeft een aardig beeld van protestants begraven in een voornamelijk katholieke omgeving. Uiteraard moet er rekening mee gehouden worden dat de graftekens van de armen, gemaakt uit niet duurzaam materiaal zoals hout, zijn verdwenen. Het meest opvallende aspect is de oriëntatie van de graven. Bij het Laatste Oordeel wordt de wederkomst van Christus verwacht vanuit het oosten, daarom werden bij christenen de doden zo gelegd dat ze Hem bij zijn komst onmiddellijk zouden kunnen zien. Er zijn protestantse begraafplaatsen waar het grafteken enkel bestaat uit een paaltje met een nummer. En al is dat hier niet het geval, toch zijn er wel degelijk protestantse kenmerken aan te wijzen. Voor de protestant ligt het lot van de mens geheel in handen van God. Het oordeel dat de ziel na de dood ondergaat is definitief. Je druk maken over het zielenheil van de dode is nutteloos. Daarom is een protestantse begraafplaats over het algemeen sober, het is slechts een wachtkamer voor de Jongste Dag. Dat is hier terug te vinden in het gebruik, dat vooral op het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw op protestantse begraafplaatsen voorkwam: een hekwerk om het graf als symbool van bovengenoemde ‘wachtkamer’. Daarentegen zijn katholieke graven veel ‘opener’ en toegankelijker, omdat men door gebed en grafbezoek nog iets kan doen voor het zieleheil van de overledene. Een ander opvallend aspect van deze begraafplaats is de assimilatie, de aanpassing aan heersende gebruiken, in dit geval katholieke gebruiken. We vinden op deze protestantse begraafplaats enkele typische voorbeelden van de katholieke begraafcultuur. Op een viertal graven is een kruis afgebeeld en op een kindergrafje komt een engelenkopje voor. En op Allerzielen, 2 november, komt men zelfs een bloemetje brengen op een aantal graven.

Omdat vanwege de kleine groep protestanten het niet noodzakelijk was tot ruiming en hergebruik van de grafplaatsen over te gaan, zijn de graven en graftekens van ca. 1880 tot nu bewaard gebleven. Daarmee geeft deze begraafplaats in zijn totaliteit een aardig beeld van de begraafgeschiedenis van genoemde periode. Cultuurhistorisch interessant is vooral het noordelijk grafveld met (zeven) hekwerken, obelisken, tombes en stèles. De verdere ontwikkeling qua vormgeving en materiaalgebruik is goed te volgen op het zuidelijke gedeelte, tot en met de hedendaags vormgegeven granieten stèles. Speciale aandacht verdient de ‘Zetel van Barentsen’, vanwege zijn unieke karakter, maar vooral ook door het bijbehorende ‘verhaal’.

151

Graven op bovengenoemde kerkhof Voornamelijk op het noordelijk grafveld liggen een aantal notabelen die a.h.w. vorm gegeven hebben aan het dorp Bergeijk. Vooral de familie van Galen heeft in het verleden het beeld van Bergeijk bepaald. Van 1807 tot 1897 oefende zij het notarisambt uit, te beginnen met Antonie van Galen, die na de Franse tijd als burgemeester (1815-1832) de belangrijkste man van Bergeijk was. De familie ligt ook aan de oorsprong van weverij De Ploeg. Door middel van een fundatie, niet ongebruikelijk in protestantse kringen, werd er na hun dood een stichting opgericht, die aanvankelijk een vegetarisch rust-en herstellingsoord en later weverij De Ploeg stichtte. Op 26 mei 1936 werd overigens de Van Galenstichting overgedragen aan de Nederlands Hervormde Gemeente in Bergeijk, waarbij ook notarieel werd vastgelegd dat de kerk de altijddurende zorg voor en onderhoud van de graven van de familie van Galen op zich nam. Ook aangetrouwde leden van de familie van Galen, zoals ds. Sperna Weiland liggen hier begraven. P.A.Barentsen (1876-1939) was van 1903-1916 als huisarts werkzaam in Bergeijk, geliefd bij het ‘gewone volk’, maar weggepest door de elite. Na zijn dood werd hij op zijn wens hier begraven. Met dubbeltjes en kwartjes werd een monument voor hem bij elkaar gespaard en opgericht: in baksteen is een grote stoel uitgebeeld, omdat hij ‘een stoel in de hemel’ had verdiend. - Cornelis Bakker (1856-1891), arts in Bergeijk van 1888-1891, had aan een Noordpoolexpeditie deelgenomen. Ds. Jacobus Anspach (1830-1908), predikant van 1900-1906 in Bergeijk, genoot enige bekendheid als auteur van genealogische studies.

1.26.2.006 Kerkhof Loo Bergeijk Kerkhof van de H. Petrus aan ‘t Loo 79 in Bergeijk. De voorgeschiedenis van de parochie in ‘t Loo is een beetje ingewikkeld. In 1648 raakten de katholieken van Bergeijk hun kerk kwijt. Zij bouwden net over de grens van Staats Brabant in Luijksgestel een schuilkerk, de Heikerk genaamd. Luijksgestel behoorde toen tot het Prinsbisdom Luik en daar kon wat nu in Bergeijk verboden was. Vanaf 1779 mochten geen missen meer worden opgedragen in de ‘Heikerk’, waarna in 1790 een nieuwe schuurkerk werd gebouwd, nu op het grondgebied van ‘t Loo, die de ‘Tweede Heikerk’ werd genoemd. Ze werd in 1849 een zelfstandige parochiekerk en bleef in gebruik tot 1863 toen huidige Sint Petrus Bandenkerk gereedkwam. De vraag is nu of er bij de (eerste) ‘Heikerk’ een kerkhof is geweest. Het zou kunnen, maar waarschijnlijk is het niet, omdat tijdens de Hervorming - de periode dat de katholieke kerken in bezit waren van de protestanten (1648-1798 )- de kerkhoven algemene begraafplaatsen waren geworden, waar iedereen mocht worden begraven. Dus naar alle waarschijnlijkheid bestaat het huidige parochiekerkhof van Loo vanaf 1849, toen de kerk een zelfstandige parochiekerk werd.

Het parochiekerkhof, een langwerpig rechthoekig veld achter de kerk, wijkt niet af van de gebruikelijke kerkhoven: eenvoudige en vaak uniforme graftekens. Een middenpad van klinkers leidt naar de absouteplaats en de Calvarieberg en scheidt de begraafplaats in twee velden. Aan de rechterkant, het oudste deel, staan voornamelijk grafkruizen op graven die traditioneel oost-west georiënteerd zijn. Aan de rechterkant staan voornamelijk stèles (‘glimmertjes’) op graven die noord-zuid georiënteerd zijn. Achteraan ligt in ongewijde aarde ‘misterke’ Wijnen. De Calvarieberg bestaat uit een heuveltje met daarop een Calvariegroep: kruis met corpus en beelden van Maria en Johannes. Op het kerkhof bevinden zich nog her en der grafmonumenten. De grootste concentratie graftekens bevindt zich aan de linkerkant opzij en achter de kerk, voornamelijk bestaande uit graftombes van vooraanstaande bewoners van Bergeijk. Er liggen personen begraven die van plaatselijk en/of regionaal belang zijn, waaronder meester Panken (1819-1904) en heren doktoren (Roup). In een (buiten) hoekje van de kerk staan drie oude gietijzeren grafkruizen.

1.26.2.007 Middeleeuws kerkhof van Luijkgestel Bij de kerk van de H Martinus gelegen aan de Hasselsestraat bevindt zich van oudsher het parochiekerkhof. Het kerkhof geeft het beeld weer van een katholieke begraafplaats uit de vijftiger jaren van de 20ste eeuw, waarbij voor de graftekens veel gebruik is gemaakt van cementbetonnen grafkruizen en stèles in een beperkt aantal varianten. Centraal staat een Calvariekruis.

1.26.2.008 Kerkhof Weebosch Kerhof van de H Gerardus Majellaparochie gelegen aan Weebosch 75 in Bergeijk. Dateert uit 1907.

152

Pas in 1907 kreeg Weebosch een kerk, ontworpen door Jan Stuyt en gewijd aan de heilige Gerardus Majella, waarvoor de bouwpastoor een bijzondere voorliefde had. Hij had al in 1904 de heiligverklaring in Rome meegemaakt. Toen het gezelschap op de terugweg het Heilig Land bezocht en ook Caïro aandeed, werd de bestuurder van de tram waarin ze reden plotseling onwel en reed de tram ongecontroleerd verder. Een gebed tot Gerardus Majella zou de tram nog juist op tijd tot stilstand hebben gebracht.

Het parochiekerkhof is een mix van oud en nieuw: cementbetonnen graftekens uit de vijftiger en zestiger jaren enerzijds en zwart glimmend granieten stèles vanaf de zeventiger jaren van de 20ste eeuw.

1.26.2.009 Middeleeuws kerkhof van Riethoven RK Begraafplaats St. Willibrordus aan het Dorpsplein 6. Ondanks een aantal veranderingen heeft de Sint-Willibrorduskerk altijd op dezelfde plaats gestaan. De kerk is van oorsprong een 15e eeuwse eenbeukige gotische kruiskerk. We mogen er vanuit gaan dat het parochiekerkhof ook altijd op dezelfde plaats heeft gelegen. Het kerkhof beslaat een rechthoekig, bijna vierkant stuk grond achter de kerk. Een fraai gietijzeren hek met ingangspoort bevindt zich links van de kerk. Achter de Calvarieberg zijn onlangs twee columbaria aangelegd. Daarachter bevindt zich nog een ongebruikt grasveld. Het beeld van de begraafplaats is de gebruikelijke mix van oudere graftekens van Belgische hardsteen en cementbeton en moderne zwartglimmende granieten stèles. Er staan een paar houten graftekens en één grafteken van zink.

Afbeelding: kerkhof van Riethoven met achterin de Calvarieberg (november 2010).

1.26.2.011 Gemeentelijke begraafplaats ‘Kapelakker’ Luijksgestel) Achter de Heilig-Kruiskapel bevindt zich de gemeentelijke begraafplaats ‘Kapelakker’, Kapellerweg 21 Luijksgestel. Achter de kapel bevindt zich een modern kruisbeeld in brons, dat in 1997 werd vervaardigd door Toon Slegers. Dit past in de traditie, want vroeger hing er buiten de kapel, onder een afdakje, een 15e of 16e eeuws houten kruisbeeld, dat nu het interieur van de Sint-Martinus kerk siert. Ook heeft er een betonnen kruisbeeld gestaan, dat naar de nabijgelegen begraafplaats werd overgebracht.

1.26.2.012 Kerkhof Elsenhof, Bergeijk Na de Tweede Wereldoorlog werd er op de Elsenhof een nieuwe kerk gebouwd, die later weer op de toren na is afgebroken. Ongeveer tegelijkertijd of iets later is er in de buurt van die kerk een nieuwe begraafplaats aangelegd: Elsenhof 1, Bergeijk. De begraafplaats bestaat uit een rechthoekig veld met een middenpad dat vanaf de ingangspoort naar het Calvariekruis leidt. Ter vervanging van een houten kruis werd in 2008 een 153 ijzeren kruis geplaatst, dat was ontstaan in een samenwerking van de Bergeijkse kunstenaar Harry Verhoeven en Moeskops Staalbouw. Uniformiteit is troef op en rond de begraafplaats, zowel wat betreft de huizen die buiten de begraafplaats liggen als de graftekens op de begraafplaats. Er is duidelijk lange tijd een uniform grafkruis voorgeschreven, waar nu weer van afgeweken kan worden. Die afwijking bestaat dan uit de keuze van een vrij uniform ‘glimmertje’! Links van het Calvariekruis ligt een kinderveldje en nog verder links een urnenveldje, dat is omgeven door een laag hegje. Ongeveer in het midden van de begraafplaats bevinden zich bezijden het hoofdpad vijf Nederlandse oorlogsgraven.

26.3 Calvarieberg Een Calvarieberg is een onderdeel van sommige katholieke begraafplaatsen. Het is een kunstmatig heuveltje waarop meestal een beeldengroep geplaatst is die de kruisiging voorstelt.

1.26.3.001 Calvarieberg op tweede parochiekerkhof St. Servatius Westerhoven. Calvariekruis op het tweede parochiekerkhof St. Servatius te Westerhoven (1.26.2.003).

1.26.3.002 Calvarieberg op derde parochiekerkhof Servatiushof, Westerhoven. Groot houten Calvariekruis (zonder corpus) op een kleine verhoging, op het derde parochiekerkhof Servatiushof te Westerhoven (1.26.2.004).

1.26.3.003 Calvarieberg op kerkhof Loo Bergeijk. De Calvarieberg bestaat uit een heuveltje met daarop een Calvariegroep: kruis met corpus en beelden van Maria en Johannes. Op het Kerkhof van Loo te Bergeijk (1.26.2.006).

1.26.3.004 Calvarieberg op middeleeuws kerkhof van Luijkgestel. Centraal staat er een Calvariekruis op het middeleeuws kerkhof van Luijkgestel (1.26.2.007).

1.26.3.005 Calvarieberg op kerkhof Weebosch. Een eenvoudig kruis zonder corpus staat op een met stenen verhoogd heuveltje of Calvariebergje op het kerkhof van Weebosch (1.26.2.008).

1.26.3.006 Calvarieberg op middeleeuws kerkhof van Riethoven. Op het middeleeuwse kerkhof van Riethoven (1.26.2.009) staat centraal, in het verlengde van het altaar, een Calvarieberg met daarbovenop een complete Calvariegroep. Opvallend is dat in het met cement aangestreken ‘bergje’ vier graven zijn aangebracht; nog opvallender is dat die vier graven geen pastoorsgraven zijn. Voor de Calvarieberg ligt tussen andere tombes de graftombe van één pastoor (Johannes Verhoeven 1881-1956).

1.26.3.007 Calvarieberg op kerkhof Elsenhof, Bergeijk. Calvarieberg, die bestaat uit een verhoogd heuveltje met daarop een Calvariegroep (kruis met corpus en beelden van Maria en Johannes), op het kerkhof Elsenhof te Bergeijk (1.26.2.010).

154

Afbeelding: Calvarieberg Elsenhof Bergeijk (maart 2011).

26.4 Graf

1.26.4.001 Graf P.N. Panken Op het middeleeuwse kerkhof van Bergeijk (1.26.2.002) liggen personen begraven die van plaatselijk en/of regionaal belang zijn, waaronder meester Panken (1819-1904).

1.26.4.002 Graf Raupp Op het middeleeuwse kerkhof van Bergeijk (1.26.2.002) liggen personen begraven die van plaatselijk en/of regionaal belang zijn, waaronder de doktoren Raupp.

26.5 Heiligenbeeld Bedoeld wordt een heiligenbeeld zonder kapel op bijv. een openbare plaats, op een plein of aan de weg.

1.26.5.001 Heiligenbeelden St. Martinuskerk, Kerkstraat 98, Luijkgestel Die kerk bezit een houten kruisbeeld en een kruisigingsgroep (beide laat-15de-eeuws), twee heiligenbeeldjes van Johannes de Doper en Elisabeth (16de eeuw), een Piëta (16de eeuw) en een kroonluchter uit 1722.239 De beelden worden ook omschreven als: een houten kruisbeeld uit omstreeks 1500, met een Johannes en Maria uit de 15e eeuw; een 17e eeuwse Pieta; een grote 18e eeuwse groep van St. Maarten te paard met bedelaar; een 17e eeuwse Madonna, 16e eeuwse Johannes de Doper en voorts een beeld van St. Elisabeth (16e eeuw?). Al deze beelden samen zijn een beschermd rijksmonument: nr. 530925, CHW. nr.KL066-000209. De kerk zelf niet.

26.6 Kapel

1.26.6.001 H. Kruiskapel Kapellerweg 26, Luijksgestel

239 Kolman e.a., 1997, 70. 155

Luijksgestel bezat niet ver van de kerk een losse kapel. Deze Heilig Kruiskapel is een eenvoudige, eenbeukige kapel uit 1727 met een driezijdig gesloten koor en een bakstenen vierkante dakruiter met ingesnoerde spits boven de westgevel. Aan die gevel werd in 1842 een lager en smaller voorportaal toegevoegd. De huidige kapel verving een 17e eeuwse kapel, die door de grote toeloop van pelgrims te klein was geworden. Het altaar is samengesteld uit onderdelen van een 19e eeuws altaar, aangevuld met nieuw werk en bevat een 18e eeuws schilderij, voorstellende St. Sebastiaan en St. Nicolaas. Aan weerszijden van het altaar staan 19e eeuwse beelden van St. Barbara en St. Lucia. In nissen aan weerszijden van de oorspronkelijke portaal deur staan twee 18e eeuwse houten beelden van St. Barbara en St. Anthonius Abt. R. Groenen maakte de zes gebrandschilderde glazen (1956) en het buiten de kapel staande kruisbeeld in beton (1961).240 De H. Kruiskapel staat op een processiepark dat bestaat uit een door bomen omzoomde weide met een rustaltaar. Het is het doel van de jaarlijkse sacramentsprocessie vanuit de parochiekerk. Beschermd monument: Mon. nr. 26320. CHW. nr. KL066-000201.

Afbeelding: H. Kruiskapel (november 2010)

1.26.6.005 Oude kapel Weebosch, Bergeijk Volgens de wat oudere geschiedenis betreft nogal fantasierijke P.N. Panken is de in 1470 in Weebosch gebouwde kapel in de plaats gekomen van een kleinere oude of zal deze toen geheel verbouwd zijn. Panken acht het aannemelijk dat de eerste ‘christen kapel op deze plaats een afgodisch heiligdom of heidensch tempeltje vervangen heeft of dat de apostelen des Evangelies dat gebouw tot kerk of kapel wijdden en als zoodanig tot het jaar 1470 heeft gediend.’ Met stelligheid weet hij te melden: Ten jare 1470 is hier een groote, sterke van torentje en luiklok voorziene kapel ter eere van Onze Lieve Vrouw gebouwd. Zij stond omstreeks het midden van dit oud gehucht of de goed bij elkander gelegen huizen in het Hoogeind nog geen 2 minuten noordwaarts en in dezelfde rij, waar de school en de onderwijzerswoning gevonden worden. Deze schoone kapel, geregeld door den resideerende priester of rector bediend, strekte niet alleen ten gebruike der bewoners van Weebosch, maar tevens voor die der andere westelijke gehuchten namelijk : Lage

240 Kolman e.a., 1997, 70. 156

Berkt, Spaanrijt, Witrijt, en (thans afgebroken) Zandhoef.’ Volgens J.B. Grammaye hield een deel van de bevolking zich van oudsher bezig met de textielnijverheid. De wevers waren zo talrijk dat zij in 1470 bovengenoemde kapel bouwden. In de loop van de Nieuwe Tijd nam het aantal weverijen in Bergeijk af door de beperkende maatregelen die golden ten tijd van de Generaliteitsperiode.241

Naar Bergijk in Kaart 2009.

Op de kaart uit 1733 staat de kapel ingetekend, met als aanduiding Kapelle. Op de kaart van de tiendklampen van Bergeijk van Hendrik Verhees uit 1779 staat ze nog vermeld vermeld als Capel.242 Kort daarna moet ze afgebroken zijn, want op de kadasterkaart van ca. 1830 staat de kapel niet meer.

1.26.6.006 Oude St. Valentinuskapel Loverensedijk ong. Westerhoven Stond op de plek waar de huidige St. Valentinuskapel werd gebouwd. Bij de bouw zijn oude fundamenten aangetroffen. Ter plekke was vanouds een Heilig putje, het Valentinusputje. Gelegen bij de brug over de Keersop.243

1.26.6.007 Sint Valentinuskapel Loverensedijk ong., Westerhoven Aan de Loverensedijk in 1947 gebouwd als dank voor het behouden blijven van Westerhoven in WO II. Hier zou in 1400 al een kapel ter ere van Sint Valentinus hebben gestaan.244 Architect Hendrik Willem de Valk. Glazen zijn van glazenier Pieter Wiegersma. Ter plekke was vanouds een Heilig putje, het Valentinusputje. Gelegen aan de brug over de Keersop.245Gemeentelijk monument. CHW. nr. KL124- 000491.

Afbeelding: Sint Valentinuskapel246

241 J.B. Grammaye, Taxandrie, p. 105 242 Vangheluwe e.a. 2009, 123. 243 Vangheluwe e.a. 2009, foto’s p. 33-34. 244 Van Hulsel, 1998; foto p. 40. 245 W. van Dooremolen in De Keersopper 11, 15: “Het Valentinusputje in Westerhoven”. 246 Brabant Collectie, Universiteit van Tilburg 157

1.26.6.008 Nieuwe kapel Weebosch, Bergeijk Dit is een wegkapelletje uit 1945. CHW. nr. KL010-000169

1.26.6.009 Kleine kapel (Luijksgestel in de buurt van Kapellerweg 21) Halverwege de Heilig Kruiskapel en de St. Martinuskerk staat nog een kleine kapel. In de archiefstukken wordt dit bouwwerkje aangeduid als de "kleine kapel", terwijl door overlevering de naam "Cretenkapel" is blijven bestaan. Uit onderzoek werd duidelijk dat dit kapelletje niet uit de 17e eeuw dateert maar uit de 18e eeuw. Vanaf ongeveer 1740 wordt voor de Heilig Kruiskapel niet meer de naam Heilig Huisken gebruikt, maar voortaan de kapel of de grote kapel. Pas omstreeks 1775 komt de naam kleine kapel voor.247 Molenstraat ong. Luijksgestel Gemeentelijk monument”. CHW. nr. KL066-000203

1.26.010 Kapel Molenstraat ong. Luykgestel De Crijnenkapel stamt volgens overlevering uit 1771, toen een vondeling gered werd.

26.7 Kapelleke

1.26.7.001 Onze Lieve Vrouwe van Brabant Kapel, Bergeijk. Kapel op driehoekig plein ’t Hof in Bergeijk uit 1934. De Onze Lieve Vrouwe van Brabant kapel werd in 1934 gebouwd door het Brabants Studentengilde in de stijl van de Delftse School. Het ontwerp is van de hand van Jos Bedaux. De niskapel bevindt zich op een driehoekig pleintje dat is omzoomd met forse loofbomen. Het rechthoekige kapelletje is een vakwerkbouw met vullingen van machinale baksteen, met diagonaal gemetselde sierbanden ter afwerking. Het zadeldak heeft aan de zijden ingezwenkte lessenaareinden en is gedekt met rode tuile-du-Nordpannen. Dit dak steunt op rustiek donker gebeitste en bewerkte schoren. Hierin is het jaartal 1934 en de naam O.L. Vrouw van Brabant gesneden. In de nis bevindt zich een wit stenen beeld van Maria met Kind door Marius Evers. Het kapelletje is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociale en geestelijke ontwikkeling, in het bijzonder de ontwikeling van de Mariadevotie en de promotie ervan door het Brabants Studentengilde, het is tevens van belang voor de typologische ontwikkeling van het Mariamonument. Het heeft architectuur- en kunsthistorisch belang als voorbeeld van het werk van de architect Bedaux en het atelier van Marius Evers. Het is gaaf bewaard gebleven en typologisch zeldzaam. Verplaatsing in 1957 van de straatzijde naar de huidige plek.248Beschermd rijksmonument: Mon. nr. 517912. CHW. nr. KL010-000144.

1.26.7.002 Kapel Kapelleboomkes Bergeijk Panken: “Bij het begin van dezen binnenweg [nu de hoek van de Kleine Broekstraat en de Burgemeester Magneestraat] ligt een driehoekig perceeltje, waarop vele jaren een schutsboom gestaan heeft, thans dennebosch en waar volgens eene overlevering vóór de reformatie zich eene kapel heeft bevonden. Anderen meenen dat deze gestaan heeft ter plaatse waar een voetpad naar het Loo zijn aanvang nam [bij C13], omdat daar nog niet lang geleden eenige boomen groeiden, welke men kapelleboomkes noemde.”249

1.26.7.003 Kapel Hof, Bergeijk Kapel uit 1906. CHW. nr. KL010-000137 De kapel van het kloosterkerkhof staat bij het Patersbos, waar nog een 2e kapel staat O.L.V. in ’t Bos;250 voor 1956 een Lourdesgrot.

1.26.7.004 Veldkapel Eind, Riethoven Veldkapel uit ca. 1950. CHW. nr. KL093-000441

247 Coenen e.a., 1987, 11-12. 248 Wil van Ham in De Keersopper 3, 4: “Onze Lieve Vrouwe van Brabant”. 249 Vangheluwe e.a., 2009, 330. 250 Wim van Dooremolen in De Keersopper 18, 19: “Maria als O.L.V. in ’t Bos”. 158

Potentieel gemeentelijk monument

Afbeelding: Mariakapel, Dorpsstraat 9 te op Eind (november 2010).

1.26.7.006 Kapel processiepark R.K. St. Gerardus Majellakerk (bij Weebosch 75) Achter de R.K. St.-Gerardus Majellakerk ligt een processiepark met kapel en een Lourdesgrot uit 1949.251

1.26.7.007 Kapelleke op de Voort Riethoven Voor achtergrondinformatie zie J. Biemans, Rijthovens kerkboek, Stichting Rijthovens Historie (Valkenswaard 1992), p. 128-133

1.26.7.008 Kapelleke op Walik Voor achtergrondinformatie zie J. Biemans, Rijthovens kerkboek, Stichting Rijthovens Historie (Valkenswaard 1992), p. 128-133

1.26.7.009 Kapelleke op Broekhoven Voor achtergrondinformatie zie J. Biemans, Rijthovens kerkboek, Stichting Rijthovens Historie (Valkenswaard 1992), p. 128-133

Afbeelding: Links de Kapel op Broekhuizen en rechts de kapel op Walik.

251 Kolman e.a., 1997, 69. 159

26.8 Klooster252

1.26.8.001 Het klooster op ‘t Loo 83, 85, 87 Bergeijk Het klooster werd in 1904 voor de zusters ‘Les Filles du Saint Esprit’, ‘De Dochters van de Heilige Geest’ gebouwd. Het pand diende tevens als school. Stilistisch gezien zijn er zowel kenmerken van de Neo-gotiek als de Neo-renaissance. Nummer 83 en 85 zijn in gebruik als woonhuis, nummer 87 als peuterspeelzaal. Het tweelaagse hoofdgebouw met middenrisaliet telt vijf traveeën en wordt geflankeerd door haaks aangebouwde zijvleugels van twee vensterassen breed. Het hoofdgebouw heeft een schilddak, de zij- vleugels een zadeldak, beide met zwarte muldenpannen. De dakruiter met klok op het hoofdgebouw heeft een spits met leien in Maasdekking. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen, die van het hoofdgebouw zijn roodachtig, die van de zijvleugels geelbruin. De gevels zijn geleed door hoeklisenen met zigzagrand onder de goot, de topgevels van de zijvleugels hebben een klimmend getrapt fries en eindigen in een getrapte tuit. De plint en de rechter zijvleugel zijn gepleisterd. Op de begane grond bevinden zich zesruits schuifvensters met een hardstenen afgeschuinde dorpel. Op de etage zijn er stolpvensters met gedeeld bovenlicht, in de zijden vierruits schuifvensters op de zolderetage. Alle ramen zijn onder een rondboog geplaatst waarin zich verschillende metselmozaïeken bevinden. Het middelste gedeelte risaleert en bevat een paneeldeur met kussens en twee langwerpige ramen. Boven het rondbogige bovenlicht is een half ronde houten luifel geplaatst op schoren. Rechts is een gevelsteen geplaatst: "1904 primem lapidem posuit J. v. Krieken past" en boven de luifel een gevelsteen: "Anno dom. 1904". De risaliet eindigt in een trapgevel die de gootlijst doorbreekt. In deze topgevel is in een rondboognis een wit stenen Mariabeeld geplaatst. De zij- en achtergevels zijn sober van vormgeving.

Het voormalige klooster is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de ontwikkeling van het katholicisme en de vorming van kerkelijke centra op het platteland. Het typeert bovendien twee eeuwen ontwikkeling van het Brabantse kerkdorp. Architectuurhistorisch is het waardevol vanwege de gekozen stijl. De bijzondere betekenis van het geheel is ook gelegen in de situering, die samenhangt met de ontwikkeling van de streek. Het is gaaf bewaard gebleven.is van belang als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling en vanwege de ligging voor de ontwikkeling van de streek. Beschermd rijksmonument: Mon. nr. 517902. CHW nr. KL010-001.

1.26.8.002 Ouw mannenhuis (Eerselsedijk) Het eerste Bergeijkse (ouw-mannenhuis) werd gebouwd aan de Eerselsedijk in 1904 en was in gebruik tot 1934. Het werd tot 1939 bevolkt door de Zusters Ursulinen en tot 1981 door de Zusters Oblaten. Later werd het gesloopt om plaats te maken voor het moderne Zorgcentrum. Voor wie meer wil lezen, inclusief foto’s zie voetnoot.253

1.26.8.003 St.-Luciagesticht (Kerkstraat Luijksgestel) Het St.-Luciagesticht werd rond 1927 door de zusters van Veghel gebouwd als klooster annex meisjesschool.254 Later verhuisd naar ’t Hof.

1.26.8.004 Klooster Ursulinen, ‘t Hof, Bergeijk. Klooster van zusters Ursulinnen bij de Eerselsedijk: A 554-558. Het klooster van de Ursulinnen lag aan de markt waar begin 1800 herberg de Keizer lag. Deze brouwerij en herberg werden in 1883 afgebroken en het klooster kwam ervoor in de plaats.255 Vanaf 1939 zaten de Paters Assumptionisten in het klooster. Het klooster is afgebroken, er staat nu een groot gebouw.

252 zie voor historische info ‘Bergeijks Millennium”, W.v.Dooremolen Bergeijk 2000 ; Brabant collectie. 253 Biemans, 1999, 10. 254 Van Leeuwen e.a. 1973, nr. 9. 255 Vangheluwe e.a., 2009, foto 1909 op p. 189 + 227 160

Uit Bergeijk in Kaart 2009.

1.26.8.005 St.Joseph Gesticht: Zusters van Barmhartigheid (Patronaatsstraat) (gelijk aan 1.26.8.001) Het Sint-Joseph Gesticht werd in 1933-34 gebouwd aan de Patronaatstraat. De stevige afrastering voor het gebouw en het aangrenzende patronaat werd door Engelse tanks in het najaar van 1944 grotendeels in puin gereden en niet hersteld.256 Het 'ouw-mannenhuis' werd op den duur Huize Sint Jozef genoemd. Het beeld van Sint Jozef siert de topgevel boven de hoofdingang. Voor meer wil lezen, inclusief foto’s zie voetnoot .257 Kennelijk opvolger van 1.26.8.002.

26.9 Kloosterterrein In Bergeijk ’t Hof is het Patersbos (zie 1.26.15.002) het terrein van het voormalige klooster waar nu Zorgcentrum Hofhuis ligt. Dit Patersbos, zo genoemd naar de Paters Assumptionisten die vanaf 1939 in het klooster zaten, is in 1880 door nonnen aangelegd (de Ursulinen). Zichtbaar zijn daar nog een O.L.V.kapel ter plaatse van een vroegere Lourdesgrot en een prieel, voorheen kapel met Pieta ter plaatse van het kloosterkerkhof (1.26.7.003). Daarnaast, maar niet zichtbaar bevindt zich nog een vijver (nu ondergronds). Ook is er nog een statue van/voor een vroeger heiligenbeeld.

26.10 Kruiseik

26.11 Kruisweg

26.12 Lourdesgrot

1.26.12.001 Lourdesgrot R.K. St.-Gerardus Majellakerk (bij Weebosch 75)

256 Biemans, 1999, 17. 257 Biemans, 1999, 22. 161

Achter de R.K. St.-Gerardus Majellakerk ligt een processiepark met kapel en een Lourdesgrot.258 In de tuin staat sinds 1935 een Lourdesgrot. De grot is in opdracht van pastoor J. Panken gebouwd door een metselaar uit Bergeijk.

26.13 Pastorie

Bergeijk

1.26.13.001 Oude pastorie Bergeijk De oude pastorie van Bergeijk stond 200 meter ten oosten van de kerk. Tot 1648 was het de woonplaats van de pastoor, daarna tot 1838 van de dominee. Het huis is in 1866 afgebroken. In eikenbalk boven de kelder stond het jaartal 1532. Het huis werd ook Kanunniksdij genoemd en was tot 1648 eigendom van Sint Jacob te Luik.259

1.26.13.006 Pastorie Loo 79 Bergeijk De R.K. pastorie voor de Sint-Petrusparochie van Loo werd in 1893 gebouwd in Neo-renaissancestijl naar ontwerp van architect C. Franssen. De pastorie staat naast de kerk en bestaat uit een tweelaags symmetrisch hoofdgebouw van vijf traveeën met twee aangebouwde bijgebouwen met haaks zadeldak waarop zwarte kruispannen. Het hoofdgebouw, dat een rechthoekige plattegrond bezit, heeft een schilddak waarop leien in maasdekking en een dakruitertje met een klok. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen en voorzien van natuursteen cordonlijsten en blokken bij ramen en deur. De middentravee risaleert en eindigt in een trapgevel. Aan weerskanten bevinden zich openslaande ramen met bovenlicht. Bij de wisseldorpel en in de rondboog boven het raam zijn diamantkopvormige blokken geplaatst, zo ook bij de ramen op de verdieping. De paneeldeur bevindt zich in een rondboogportiek, waar boven: "Anno Dom. 1893" staat te lezen. De latere deur is gevernist en heeft een glas-in-lood omlijsting, met bovenin het Chi-ro-teken. De zoldering van het portiek is een kruisribgewelf met bladconsoles. In de trapgevel is een klein rondraam opgenomen. Het rechter bijgebouw is in gebruik geweest als keuken. Het linker bijgebouw is in gebruik geweest als koetshuis. Het heeft aan de voorzijde openslaande koetsdeuren. De achter- en zijgevels zijn sober van vormgeving. In de voortuin staat een forse valse acacia. Het terrein wordt afgeschermd door een ijzeren hek met pijlpunten, rusten op een baksteen onderbouw onder ezelsrug.

De pastorie is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de ontwikkeling van het katholicisme en de vorming van kerkelijke centra op het platteland. Het typeert bovendien twee eeuwen ontwikkeling van het Brabantse kerkdorp. Architectuurhistorisch is het waardevol vanwege de gekozen stijl en voor het werk van de architect Franssen. De bijzondere betekenis van het geheel is ook gelegen in de situering, die samenhangt met de ontwikkeling van de streek. Het is gaaf bewaard gebleven. Beschermd rijksmonument: Mon. nr. 517900. CHW nr. KL010-000154.

1.26.13.007 N.H. Pastorie Hof 154, Bergeijk De Nederlands Hervormde pastorie stamt uit 1838 en werd in het begin van de 20ste eeuw uitgebreid. De pastorie stond direct naast de N.H.-kerk, aan de overzijde van de Domineestraat. Tot voor kort in gebruik als hotel Beukenhof. Volgens de beschrijving van dit rijksmonument is het adres Hof 54, maar men heeft de huisnummers veranderd en het nummer is nu 154. Beschermd rijksmonument nr. 528466, CHW. nr. KL010-000139. [CHW NBr: verkeerd gelocaliseerd]

Luijksgestel

1.26.13.005 Pastorie Dorpstraat 59 Luijksgestel Pastorie uit 1716 – 1717, gebouwd de Postelse pater Godefridus Aerts die tussen 1704 en 1720 pastoor was van Luijksgestel. Postel bezat sinds 1686 het begevingsrecht van die parochie. Muurankers ‘1761’ wijzen op een flinke verbouwing in dat jaar. In 1859 werd het huis inwendig

258 Kolman e.a., 1997, 69. 259 Vangheluwe e.a., 2009, 258; kaart: 254; beschrijving en impressie: 259-260. 162 aangepast aan zijn nieuwe agrarische bestemming: de pastoor was vertrokken naar een nieuwe pastorie vlak bij de kerk (zie 1.26.13.009). In 1936 werd „Raveschot" naar ontwerp van de Luijksgestelse aannemer M. Groenen nogmaals verbouwd. De potstal verdween weer en het geheel werd gesplitst in twee woningen. Brand beschadigde het huis in 1969, maar het werd weer hersteld.

De pastorie was, met een bijgebouw dat haaks erop gericht was, binnen grachten gelegen. Deze grachten benadrukken de waardigheid van het als refugiehuis voor de abdij gebouwde huis en scheppen een afstand ten opzichte van de overige gebouwen in de Dorpsstraat. Ze werden tussen 1936 en 1940 gedempt. De vroegere dakbedekking van leien, de aanwezigheid van een dakruiter, de lange ramenreeks en de wapensteen boven de hoofdingang hebben in het verleden deze distantie nog geaccentueerd. De wapensteen vertoont het wapen van Hieronymus Raveschoot van Capelle, die tussen 1687 en 1704 zelfs pastoor van Luijksgestel was en tijdens de bouw van het huis overste van de abdij Postels. Daarnaast is het wapen van de Abdij afgebeeld. De wapensteen verklaart tevens de naam ‘Huize Raveschot’. De bouwtrant is die van de teutenhuizen die in de achttiende eeuw in „de Straat" gebouwd werden.260

Na de verdwijning van veel van de oude teutenhuizen is ‘Huize Ravenschot’ een van de weinige herinneringen aan het teutenverleden van Luijksgestel. Het is daarbij een goed voorbeeld van een door de Abdij Postel gebouwde " pastorele woning". Beschermd Rijksmonument: mon.nr 26318 CHW nr: KL066-000191.

1.26.13.009 Pastorie Kerkstraat 96 Luijksgestel Pastorie uit 1859. Gemeentelijk monument. CHW. nr. KL066-000206

Riethoven

1.26.13.012 Voorganger pastorie Voorderstraat Riethoven (nummer I) Panken heeft zich gebogen over de vraag waar de pastorie gestaan zou hebben vóór de Reformatie, dus voor het jaar 1648: 'In de onmiddellijke nabijheid der kerk, in de dorpskom, met het front naar het westen, den gevel langs den weg die van de kerk naar de Voort gaat. Zij was eene kleine burgerwoning zooals destijds vele pastoorswoningen werden aangetroffen. Bij de invoering van den Gereformeerden godsdienst in 1648 werd de pastorie met den aanhoorigen tuin en boomgaard door den predikant in gebruik genomen. Dit heeft geduurd tot 1675 toen de laatste dominé in Riethoven woonde. Na verloop van tijd is deze oude pastorie het eigendom van particulieren geworden, en tot heden gebleven. Zoo luidde, een halve eeuw geleden, de overlevering (…) Dit huis vindt men nog lang daarna als het oud pastorij-huisken aangeteekend en was het huis op den Kerkhof of in de kom- tenziiiden der parochiekerk, heden (1902) door Antoon Verhoeven bewoond.'261

260 Van Leeuwen,1980. 261 Zoals geciteerd bij: Biemans, 1992, 87. 163

Afbeelding: de nog bestaande voormalige pastorie aan de Voorderstraat in Riethoven (november 2010).

1.26.13.011 De eerste nog bestaande pastorie Riethoven (Voorderstraat 2a) (nummer II) In het kadaster van rond 1830 staat deze vermeld als pastorij van Riethoven. Ook is van deze pastorie bekend dat ze werd aangekocht in 1757 door pastoor Helsemans [HeIstermans], die al in 1740 in de parochie kwam.262

Afbeelding: Oude pastorie aan de Molenstraat 1 in Riethoven (november 2010).

1.26.13.008 De tweede nog bestaande pastorie Molenstraat 1 Riethoven (nummer III) Pastorie, gebouwd ca. 1895. Riethoven is waarschijnlijk het enige dorp in de Kempen is waar nog drie opeenvolgende pastorieën te vinden zijn. De hier genoemde pastorie is de tweede in lijn. Gemeentelijk monument. KL093-000451.

1.26.13.010 De derde nog bestaande pastorie Riethoven (nummer IV) Pastorie uit 1971. Achter de oude pastorie aan het kerkplein ligt opzij van het kerkhof, een vrij nieuw huis, dat nauwelijks te onderscheiden is van een normaal burgerhuis. Voor wie meer wil lezen, zie voetnoot.263

1.26.13.004 Domineeshuis Riethoven (locatie onbekend) Gebouwd na 1648 voor de dominee van Riethoven en Westerhoven. In 1688 afgebrand.264

Westerhoven

1.26.13.003 Pastorie, Westerhoven De R.K. pastorie aan de Dorpsstraat 24 te Westerhoven is het oudste gebouw van Westerhoven. Eerste bouwfase in 1704. Pastoor vestigt zich na bouw schuurkerkje in 1734 in de Erpenstraat. In 1784 bouw pastorie zonder verdieping en met strooien dak op de plaats van de tegenwoordige pastorie. In 1815 uitgebreid met een “agterhuys” In 1861 vindt een ingrijpende verbouwing plaats, waarbij het pand gedeeltelijk wordt afgebroken, herbouwd en verhoogd in 1861.265 Toen is ook het

262 Biemans, 1992, 85. 263 Biemans, 1992, 81. 264 Vangheluwe e.a. 2009. 265 Vangheluwe e.a. 2009, foto’s p. 42, 52. 164 klokkentorentje vervangen door een smeedijzeren klokkenstoel. In 1894 vindt aanbouw van koetshuis plaats.266

De pastorie heeft de huidige bouwmassa in 1861 gekregen. Oorspronkelijk was het een eenlaags pand onder zadeldak. In het steenverband op de hoeken zijn klezoren zichtbaar: een metselwijze die men in Noord-Brabant zeer lang heeft toegepast. De voorgevel is in Eclectische stijl. Het aangebouwde pand, mogelijk een voormalige kosterswoning, dateert uit 1893. Het tweelaagse pand telt vijf traveeën en is symmetrisch van opzet. De plattegrond is rechthoekig. Het pand is opgetrokken uit handvorm baksteen welke aan de voorzijde is gepleisterd in blokvorm en wit is geschilderd, in de zijgevels steken rechte muurankers. Het heeft een wolfdak met leien in rensdekking. Op de begane grond bevinden zich achtruits schuifvensters met geprofileerde stucomlijsting en kuiven. De dorpels zijn van hardsteen. In het midden bevindt zich de paneeldeur met bovenlicht en langwerpige roosters van siersmeedwerk in het bovenpaneel. Rondom de deur dezelfde afwerking als bij de ramen. De zesruits schuifvensters op de etage zijn ongedecoreerd. De hoeken van het pand hebben afwisselend rusticablokken en diamantkoppen. De voorgevel wordt afgesloten door een bakgoot rustend op voluutconsoles. De rechter- en linkerzijgevel zijn op een vierruits zoldervenster na blind gelaten. De achtergevel is deels gewijzigd, onder meer door de bouw van een balkon rond 1960. Achter de pastorie bevindt zich een grote tuin met diverse loofbomen. De aanleg is verschillende keren gewijzigd. Links van het pand staat het aangebouwde dwars geplaatste deel met zadeldak waarop zwarte verbeterde Hollandse pannen. De handvorm baksteen is aan de voorzijde wit geschilderd. In de gevel een deur, een zesruits raam en een vierruits zolderraam, alle geplaatst onder rondbogen. Beide onderdelen hebben een voortuin die wordt afgeschermd van de weg door een ijzeren hek met pijlpuntmotief.

De pastorie met aanbouw is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholicisme in het zuiden en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de dorpspastorie in de negentiende eeuw. Het heeft architectuurhistorisch belang door de stijl en de detaillering die een afspiegeling vormt van de wijze waarop men op het platteland actuele stijlen overnam ter verhoging van representativiteit en karakter. Het is tevens van belang vanwege de bouwgeschiedenis. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling van het kerkdorp. Het is gaaf bewaard gebleven. Beschermd Rijksmonument: Mon. nr. 517911. CHW. nr. KL124-000470.

26.14 Patronaat

1.26.14.001 Patronaatsgebouw Dokter Rauppstraat 11 Bergeijk Gemeentelijk monument

1.26.14.002 Patronaat Luijksgestel Kerkstraat Het patronaat werd in 1910 gebouwd, voordat het enkele jaren geleden verdween. Hier werden veel toneelvoorstellingen gegeven.267

26.15 Religieus groen

1.26.15.001 Monumentale bomen Nederlands Hervormde begraafplaats Bergeijk Begraafplaats aan de Bucht. Monumentale groep bomen waarvan 2 beuken, Fagus sylvatica, uit 1900-1910 en een eik. Bomen staan op de begraafplaats kerkhoflaan.

1.26.15.002 Patersbos Dit park is in 1886 aangelegd door de zusters Ursulinen van het klooster. Het klooster waar in 2010 het Hofhuis staat, had in dat park de nog kenbare Mariakapel, een theehuis, heiligenbeelden en een vijver. De Paters Assumptionisten plaatsten in dit park in 1945 een Vrijheidsboom.

266 Van Hulsel, 1998; foto p. 33; Cultuurhistorische inventarisatie provincie Noord-Brabant : gemeente Westerhoven (’s- Hertogenbosch 1984), foto 9. 267 Van Leeuwen e.a., 1973, nr. 8. 165

26.16 Schuilkerk (schuurkerk)

1.26.16.001 Schuurkerk De Heikerk of De Kluis (Amprijt Luijksgestel) In 1648 werd het uitoefenen van het katholieke geloof verboden in Staats-Brabant. Voor het aan Bergeijk grenzende dorp Luijksgestel gold dit verbod niet, omdat het destijds behoorde tot het Prinsbisdom Luik. De katholieken van Bergeijk hadden daarom aldaar met behulp van hun geloofsgenoten van Eersel tussen de jaren 1648 en 1650 op de onmiddellijk aan Bergeijk palende Gestelse heide de Ampryt een schuurkerk gebouwd die de Heikerk genoemd werd. Vanwege zijn eenzame ligging werd ze ook wel de Kluis genoemd. ‘Volgens de overlevering zou zij in de eerste tijden van de vervolging van de katholieke kerk in de Meierij aan niet minder dan zeven parochiën van de landstreek, tot bedehuis verstrekt hebben.’268 Het was een eenvoudig gebouw dat overeenkomst vertoonde met de huidige oud Kempische schuren, die ook nu nog in het dorp bestaan. Na 1799 werd de schuurkerk van Bergeijk geliquideerd en gesloopt. Het perceel was in de jaren 60 van de 20e eeuw nog herkenbaar aan de overblijfselen van de bijna geheel verdwenen grachten en aan enig hoog geboomte.269 In 1790 werd een nieuwe schuurkerk gebouwd, nu op het grondgebied van ‘t Loo, die de ‘Tweede Heikerk’ werd genoemd. Ze werd in 1849 een zelfstandige parochiekerk en bleef in gebruik tot 1863 om dan door een echte kerk vervangen te worden.

Naar Bergeijk in Kaart 2009.

1.26.16.002 Schuurkerk op ’t Hof Bergeijk Door de katholieken gebouwd in 1717 op het aangelag van Wouter Everts Braakhuizen, eigenaar van de Rode Leeuw. In de zomer van 1749 ging deze schuurkerk in vlammen op, maar werd nog hetzelfde jaar herbouwd. Tijdens de brand bracht dokter Raupp de heilige hostie uit het tabernakel in veiligheid. Deze noodkerk had het uiterlijk van een schuur. Alleen de voorgevel was van steen, het dak was van stro. Ze werd als 'bijkerk' van de Heikerk beschouwd (zie 1.26.16.001) en werd door de pastoor van de Heikerk bediend. In 1779 werd de pastoor verboden in de Heikerk nog langer diensten te doen. Daarna was tot 1790 de schuurkerk op 't Hof de enige kerk voor Bergeijk. Nadat de grote kerk in 1798 weer terug was gegaan aan de katholieken, is de schuurkerk in 1805 afgebroken.270

1.26.16.003 Schuurkerk Westerhoven

268 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 295. 269Van Leeuwen, 1968. 270 Vangheluwe e.a. , 2009, 262-263. 166

Tussen 1672 en 1674 wordt in Westerhoven een simpel schuurkerkje gebouwd. In 1734 wordt dit vervangen door een stenen schuurkerkje. De kerk lag achter de tuin van de tegenwoordige pastorie. Afgebroken in 1822.271

1.26.16.004 Schuurkerk van ’t Loo In 1749 werd op ’t Hof een nieuwe schuurkerk gebouwd nadat de vorige door brand in de as was gelegd. Volgens P.N. Panken stond deze op de plaats van de bierbrouwerij de Roode Leeuw (volgens onderstaande bron ter plaatse van het Maria-veldkapelleke). 1779 werd toestemming verkregen om de schuurkerk op 't Hof te vergroten. De bewoners van 't Loo waren het hier echter niet mee eens, omdat zij ook een schuurkerk wilden hebben. Desnoods moest de Heikerk worden overgeplaatst naar ’t Loo: ‘De toen ontstane 'broedertwist' had tot gevolg dat de schuurkerk op 't Hof ook niet uitgebreid mocht worden. Men moest een plan indienen voor één kerk en dan maar 'midden in Bergeijk'. In 1790 lieten de Staten Generaal deze eis vallen en kreeg 't Loo een eigen schuurkerk op 'een lopense heide' op 't Middelste Loo. Het is de plaats waar sinds 1958 een Maria- veldkapelleke staat. De schuurkerk die er eens stond was 24 meter lang en 13 meter breed, gedekt met een dak van stro. Van 1792 tot 1846 bleef de schuurkerk van 't Loo de voornaamste van de twee. Alle kinderen van Bergeijk deden daar hun eerste communie en wie wilde trouwen is daar getrouwd.’272

26.17 Seminarie

26.18 Stokske

1.26.18.001 Casken bij Kleine Hoef Postel, Bergeijk Van de twee Postelse hoeven te Bergeijk geeft Theuws er één aan: bij het Casken off heijligen huijsken. Dat is de kleine pachthoeve van het klooster van Postel .273 Een ‘Casken’ is een vaak vijfhoekig kastje met een heiligenbeeld erin, bevestigd aan een boom of paal.

1.26.18.002 Kapel Loo, Bergeijk Sinds 1959 staat op 't Middelste Loo een Maria-veldkapelleke. Wikipedia weet te melden: Het Mariakèske bevindt zich op de plaats van de vroegere schuurkerk, niet ver van de huidige kerk. Het werd in 1958 gebouwd als oefening door leerlingen van de ambachtsschool. Ook hier vond vandalisme plaats en werd het beeldje vernield. In 1983 werd het kèske gerestaureerd en het beeldje vervangen.

26.19 Wegkruis

1.26.5.001 Hagelkruis Bergeijk De kruisstraat was een akkerweg die in noordelijke richting door de Enderakkers liep. De weg was vermoedelijk genoemd naar een hagelkruis dat aan het begin van de akkers gestaan zal hebben als bescherming tegen hagel of ander onheil; bij perceel A 456, of A 428-430? De Kruisstraat die langs de Goijensvelden van de Bucht loopt, verbindt de Straat in het centrum en de Zandstraat.274

26.20 Mirakelkuil [niet in Bergeijk]

26.21 Klok- of luihuizen

271 Vangheluwe e.a. 2009. 272 Biemans, 1983. 273 Vangheluwe e.a., 2009, 330. 274 Vangheluwe e.a., 2009, 222-223. 167

Afbeelding: Het Luihuis naast de Hofkerk in Bergeijk (http://www.bestemmingbergeijk.nl).

1.26.21.001 Luihuis Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). P.N. Panken maakt melding van een zogenaamd klokhuis dat enig in zijn soort is en uniek is in de Kempen. In 1669 werd het klok- of luihuis gebouwd. Het bevindt zich tegenover de hoofdingang van de parochiekerk van Bergeijk, gedeeltelijk op de plaats van haar vroegere hoofdtoren. Gelegen ten zuidwesten van de kerk. Daarin een klok, in 1367 gegoten door Jacobus van Helmond. Het is negen meter hoog en bestaat uit een vierkant van muren, waarop een kap van leien staat, daaronder is de klokstoel, waaraan de klok hangt. ‘Dit klokhuis is het enige van Kempenland, dat nog is overgebleven van de verschillende, die men daar vroeger had; dat van Knegsel werd in 1821 en dat van Westerhoven in 1825 afgebroken.’275

1.26.21.002 Klok- of luihuis Westerhoven Gebouwd tussen 1648 en 1789, omdat kerkgebouw in te slechte staat was om de klokken nog te kunnen dragen. In 1824 afgebroken, vanwege een goede klokkentoren aan de kerk.276 Afgebeeld door Hendrik Verhees in 1789.277

275 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 276. 276 Roelofs e.a., 1986. 277 Strijbos, 1991. 168

Thema: 27 Meubilair

In het landschap komen vanouds tal van kleine elementen voor die een of andere functie hadden, maar niet onder een van de gebruikte rubrieken gebracht kunnen worden. Dit is de restcategorie die alles opvangt wat niet onder een van de eerdere thema’s terecht kan.

27.1 Bijzondere boom Boom die botanisch bijzonder is, bijzonder oud is, dorpslinde, heilige eik etc. In vele gemeenten van Brabant bevinden zich zeer oude lindebomen. De lindeboom werd, evenals de eik, op een centrale plaats in een dorp geplant, waar onder recht werd gesproken. Voor boerderijen werd een aantal linden geplant om de rieten daken tegen de stormwinden te beschermen. Ze werden tevens geplant voor boerenherbergen en uitspanningen om de gelagkamer in de zomer koel te houden. ‘In de hof voor of achter de herberg trof men een of meer lindebomen aan, met een rond plankier om de stam als tafel voor het te schenken gerstebier, terwijl men op houten banken hieromheen zat. Ook de mik of draaiboom boven de welput draaide vaak in een gaffel van een lindeboom.’278 De schepenbank, een stenen of houten “bank”, waar de schepenen in de open lucht hun zittingen hielden werd het liefst gesitueerd onder een mooie lindenboom.279 Lindebomen speelden ook een belangrijke rol bij pogingen tot genezing van allerlei ziekten. Zo knielden in Eersel de gelovigen biddend bij een lindeboom neer, kropen ze om de boom heen en staken spelden in de bast om van koorts genezen te worden.280 Een leuk detail is dat onze voorouders thee zetten van de lindebloesem.

Stuifmeelonderzoek van de bodem heeft uitgewezen, dat reeds in het boreale tijdperk (8.000-5.000 v. C.) naast de berk, den, wilg en eik, ook de linde werd aangetroffen. De thans in ons land meest voorkomende soort is de zomerlinde, welke van half juni tot half juli bloeit en dan in wijde omtrek aan haar heerlijke geur merkbaar is. Er zijn veel persoonsnamen, plaatsnamen en bedevaartoorden waarin de Linde, of een verbastering daarvan, voorkomt. Het veelvuldig voorkomen van deze naam duidt eveneens op het veel voorkomen van deze boom, die in de Middeleeuwen en later een belangrijke rol heeft gespeeld in het volksleven en in de volksoverlevering.281

1.27.1.001 Beuk Pastoorshof, Bergeijk Solitaire beuk, Fagus sylvatica, uit 1850-1860. Staat in het openbaar plantsoen.

1.27.1.002 Esdoorn Molenstraat 1, Riethoven Grootste roodbladige Noorse esdoorn, Acer plat.'Schwedleri', uit de provincie Noord-Brabant en dendrologisch van groot belang. Geplant in 1900-1910, maar vermoedelijk ouder in een tuin. Goed verzorgd.

1.27.1.003 Aesculus x carnea Molenstraat 1, Riethoven Monumentale rode paardekastanje uit 1900-1910, staat in de tuin.

1.27.1.004 Treurwilg Volmolen 1a, Riethoven Monumentale treurwilg, Salix sepulcralis'Chrysocoma', uit 1890-1900. Staat in particuliere tuin en is gekandelaberd.

1.27.1.005 Beuk Dorpsplein 5, Riethoven Monumentale beuk, Fagus sylvatica, uit 1860-1870. Staat links voor gemeentehuis in stedelijke omgeving.

278 Bolmers, 1975, 40. 279 K.Leenders, Toelichting bergippen CHI (z.p. z.j.) 280 Van Asseldonk, 2003, 133. 281 Bolmers, 1975, 41. 169

Afbeelding: monumentale rode beuk langs de kerk en schuin voor het oude gemeentehuis in Riethoven (november 2010).

1.27.1.006 Beuk Dorpsplein, Riethoven Monumentale beuk, Fagus sylvatica, uit 1830-1840. Staat achter het kerkhof ST Willibrorduskerk.

1.27.1.007 Beuk, Hof 154, Bergeijk Monumentale beuk, Fagus sylvatica, uit 1850-1860. Staat in de tuin van de oude N.H.-pastorie (1.26.13.007).

1.27.1.008 Paardekastanje Dorpsplein, Riethoven Monumentale witte paardekastanje, Aesculus hippocastanum, uit 1870-1880, staat voor de Willibrordus Kerk langs de weg op het dorpsplein.

1.27.1.009 Linde Kapelstraat 5a, Riethoven Monumentale Hollandes linde, Tilia europaea, uit 1890-1900. Staat in tuin particulier.

1.27.1.010 Lindeboom bij kerk Riethoven282 Deze linde is geplant in 1895 op de plek waar eerder een vrijheidboom (populier) stond die in 1892 kapot was gegaan bij een storm. De vrijheidslinde was oorspronkelijk in 1796 geplant nav de Franse revolutie. In vele plaatsen werden toen op het plein zulke vrijheidsbomen geplant om een nieuw tijdperk aan te duiden: “vrijheid, gelijkheid en broederschap”. In 1994 is de boom 14 m hoog en heeft een omtrek van 2,80 m.283

282 Wijnen, 1994. 283 Hans Verdonk ‘De Vrijheidsboom’ in De Keersopper nr12_p14 170

Afbeelding: Monumentale linde bij de kerk in Riethoven (heemkundekring Riethoven).

1.27.1.011 Eikengroep kruising Looërheideweg – Bredasedijk, Bergeijk Markante groep eiken met handwijzer.284

1.27.1.012 Eikenboom In het Patersbos te Bergeijk Een Vrijheidsboom, door de Paters Assumptionisten van het klooster aldaar in 1945 geplaatst.

1.27.1.013 Heksenbusselke bij Waterlaat

284 Vangheluwe e.a., 2009, 356. 171

Afbeelding: Heksenbusselke op bedrijventerrein Waterlaat (juli 2011).

De volgende bomen zijn van het bestand van de Bomenstichting overgenomen: Nederlandse Reden Uniek nr Start Latijnse naam Standplaats naam inventarisatie Achter het kerkhof ST 1.27.1.101 1830 - 1840 Fagus sylvatica Beuk Willibrorduskerk, Dorpsplein,Riethoven Monumentaal Witte Voor de Willibrordus Aesculus 1.27.1.102 1870 - 1880 paardenkasta Kerk, Dorpsplein, hippocastanum nje Riethoven Monumentaal 1.27.1.103 1850 - 1860 Fagus sylvatica Beuk Hof 154, Bergeijk Monumentaal Fagus 1.27.1.104 1910 - 1920 sylv.'Atropunicea Bruine beuk Hof 154, Bergeijk '(Purpurea) Monumentaal Fagus 1.27.1.105 1850 - 1860 sylv.'Atropunicea Bruine beuk Pastoorshof, Bergeijk '(Purpurea) Monumentaal 1.27.1.106 1900 - 1910 Quercus robur Zomereik De Waterlaat thv nr 19 Mythologisch * In weiland naastf Volmolen 2 Riethoven , 1.27.1.107 1950 - 1960 Salix alba Schietwilg tegen sloot en beek de Dommel Monumentaal Rode Aesculus x * Molenstraat 1, 1.27.1.108 1900 - 1910 paardenkasta carnea Riethoven nje Monumentaal Acer Noorse * Molenstraat 1, 1.27.1.109 1900 - 1910 plat.'Schwedleri' esdoorn Riethoven Dendrologisch * Links voor voormalig gemeentehuis nu 1.27.1.110 1860 - 1870 Fagus sylvatica Beuk kantoor, Dorpsplein 5, Riethoven Monumentaal * Rechts voor voormalig Fagus gemeentehuis nu 1.27.1.111 1920 - 1930 sylv.'Atropunicea Bruine beuk kantoor, Dorpsplein 5, '(Purpurea) Riethoven Monumentaal Fagus * Eind tegenover huisnr 1.27.1.112 1930 - 1940 sylv.'Atropunicea Bruine beuk Kruis of 6, Riethoven '(Purpurea) Kapelboom Witte Aesculus * Walikerplein 1, 1.27.1.113 1910 - 1920 paardenkasta hippocastanum Riethoven nje Monumentaal Hollandse * Kapelstraat 5a, 1.27.1.114 1890 - 1900 Tilia europaea linde Riethoven achtertuin Monumentaal

172

tussen woonhuis en schuur Achtertuin Schoolstraat Fagus 1.27.1.115 1920 - 1930 Treurbeuk 19/t.o Mr Knoopstraat 2, sylv.'Pendula' Riethoven Monumentaal * Op kerkhof aan Bucht, 1.27.1.116 1900 - 1910 Fagus sylvatica Beuk Bergeijk Monumentaal

27.2 Fontein Min of meer monumentale waterfontein. [niet in Bergeijk]

27.3 Gedenkteken Profaan beeld of tekst als monument, herinnerend aan gebeurtenis of iets dergelijks.

1.27.3.001 Oorlogsmonument Luikerweg En aan de Luikerweg nabij de Belgische grens staat het monument ‘Bergeijk poort der bevrijding’, wat verwijst naar de bevrijdingsaktie Market Garden, waarvoor hier de grens werd overschreden.

1.27.3.002 Oorlogsmonument Borkelsedijk Aan de Borkelsedijk staat een oorlogsmonument op de plaats waar in juni 1943 een bommenwerper neerstortte.

Afbeelding: Oorlogsmonument Borkelsedijk-Bergeijk (foto W. van Dooremolen)

27.4 Hek Hek, tolhek, niet behorend bij de beemden of de akkers. Eertijds als afsluiting van de weg om het vee te weren.

1.27.4.001 Draaiboom Hoogeind Weebosch Bergeijk Draai- of haalboom als afsluiting van de weg door het gehucht Hoogeind op de Weebosch. De aangegeven locatie is een gissing.

1.27.4.002 Draaiboom Neereind Weebosch Bergeijk Draai- of haalboom als afsluiting van de weg door het gehucht Laageind op de Weebosch.285 De aangegeven locatie is een gissing.

27.5 Kinderkolonie Huis in de bossen waar de “Rotterdamse bleekneusjes”weer wat kleur konden opdoen.

285 Vangheluwe e.a., 2009, 601. 173

[niet in Bergeijk]

27.6 Poel Waterplas op boerenerf, langs de weg of op plein, brandput. Wielen langs dijken zijn opgenomen onder thema Beemden.

1.27.6.001 Plaskuil Bergeijk Op driehoekig plein bij de splitsing van de wegen naar Westerhoven en naar Borkel. Panken vermoedt dat de kuil in 1750 gedempt is.286

1.27.6.002 Schofenkuil Bergeijk Volgens Panken lag hier sinds onheugelijke tijden een kuil of vijver: ‘Alwaar het middelste Loo aanvangt en mitsdiens in het oosten der straat, ligt op een driehoekig perceel grond, aan de gemeente van ouds toebehoord hebbende, een groote kuil of vijver, die bij lange droogte gedeeltelijk zonder water is. De visch wil in deze vijver zoo goed voort, dat naar men zegt, van dusdanige groei in geen ander water dezer omstreken voorbeelden bestaan.’ Panken doelde op de door landmeter Hendrik Verhees in een bocht van de Varrendijk getekende waterplas ter hoogte van de Varrenheuvel. Hier was een beekje dat, waar het de weg overstak, verbreed was tot een vijver. Mogelijk beschreef Panken de situatie toen de weg ter plaatse werd verlegd (de bocht werd eruit gehaald). In dat geval kon de plas aan beide zijden door een weg zijn geflankeerd. De naastliggende Evenberg is mogelijk afgegraven om deze kuil te dempen (op het perceel Evenberg is er nu geen verhoging meer. Het eerste lid is de persoonsnaam Schofen.287 De weg maakte er een slinger om de Evenberg aan de oostkant te passeren, waar via de voorde ‘Lange voorten’ (1.14.22.007) de beek overgestoken werd. Mogelijk door opstuwing van water door een te smalle of slecht onderhouden duiker (als vervanging van de voorde) lag er direct bovenstrooms een flinke waterplas, de Schofenkuil. Deze is aangegeven op de tiendenkaart van Verhees uit 1779 en bestond blijkbaar rond 1900 nog.

1.27.6.003 Brandkuil Bergeijk Brandkuil bij het raadhuis.288

27.7 Pomp Openbare drinkwaterpomp op straat of plein. [niet in Bergeijk]

27.8 Schaapskooi Stal speciaal voor schapen, meestal op de heide of aan de rand ervan.

1.27.8.001 Bekerkooi Bergeijk 1563 uuyt eenen bempt aen de beker koyen Stond op de hei tussen Bergeijk en Borkel bij de Beek, de waterloop op de grens van Bergeijk en Westerhoven. Laatste vermelding 1627.289

1.27.8.002 Schaapskooi Bergerheide Bergeijk 1569 een stuck lants met scaepsdries ende scaepskoye drie lopens in de Berger ecker, licht landt Aan de Bergerheide, kadastraal A 144, de schaapskooi van de Kleine Postelse Hoeve.290

27.8.3 Schaapskooi Huibrechts alias Van Brussel Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Familie Huibrechts alias Van Brussel bezat in 1602 een brouwerij met schaapskooi op het gehucht Het Broek.291

286 Vangheluwe e.a., 2009, 276. 287 Vangheluwe e.a., 2009, 335-336. 288 Vangheluwe e.a., 2009, 276. 289 Vangheluwe e.a., 2009, 304. 290 Vangheluwe e.a., 2009, 198. 174

1.27.8.004 Schaapskooi Kouwenberg Bergeijk Kadastraal Sectie B blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Voor het jaar 1510 had de abdij van Tongerlo op de Kouwenberg een schaapskooi staan: ‘item nog een groot heyveld (Cauwenberg) daar die schaapskooi op placht te staan die welke nu thuis staat’.292

1.27.8.005 Schaapskooi Smets op de Hoge Berkt Bergeijk Een ander opvallend element is de schaapskooi van de kinderen van Jan Smets (D555), die strategisch aan het begin van het gehucht is gesitueerd. Opmerkelijk is het grote open veld heide achter het gehucht dat zich tussen het gehucht en zijn akkers bevindt.293 Het kadaster van 1830 geeft hier overigens een boerderij aan en niet een schaapskooi.

1.27.8.006 Schaapskooi van Bergmans op de Beestenmarkt (locatie onbekend) Aan de Beestenmarkt lagen in 1627 de huizen van enkele prominente bewoners, o.a. Goyaart Willem Bergmans met een brouwerij en het ‘Elengoed’ aan de overkant (plaats waar nu het hotel Beukenhof is). Verder waren er nog een brouwerij, herberg en schaapskooi aan het huis van Bergmans: ‘het brouwhuys en het half aengelaech totten waterlaet toe’ en ‘die schaepskoye aen de schuer metten peertstal, 1603, R21 88v’.294 Dit lijkt eerder een schaapskooi als onderdeel van de boerderij, niet als eenzame stal op of aan de heide.

1.27.8.007 Schaapskooi Spaanrijt Spaanrijt op den Weebosch telt nog twee schaapskooien.

27.9 School Zowel de oude parochieschool, als eventuele Latijnse school, HBS en andere typen. Diverse schoolgebouwen op ‘t Hof-Loo-Weebosch ontbreken vooralsnog.295

1.27.9.001 School(huis) bij de kerk van Bergeijk De school lag lange tijd aan het kerkhof bij de kerk.296 Hij werd in 1878 verlaten voor de nieuwe school.

1.27.9.002 Openbare school Westerhoven Stond bij de oude kerk, het oude kerkhof en het luihuis tussen Aarperstraat, Koolakkers en de Provincialeweg. In 1826 gesloopt. Afbeelding door Hendrik Verhees in 1789.297

1.27.9.003 Openbare school Westerhoven (locatie onbekend) Gebouwd in 1826. Achterzijde aan de huidige Beukenlaan. Op dezelfde plaats van de school uit 1826 wordt in 1868 een nieuwe, grotere school gebouwd naar ontwerp van Theodorus Klessens. In gebruik tot in 1931. Daarna in gebruik als vergaderruimte voor verenigingen, speelgoedfabriekje Broekman. In de jaren vijftig van de 20ste eeuw door de gemeente omgebouwd tot twee woningen.298

1.27.9.005 R.K. Sint Servatiusschool (jongensschool) Westerhoven In 1931 gebouwd als jongensschool aan de Provincialeweg 11-13. Jongensschool opgeheven in 1978 en samengevoegd met meisjesschool.299 Gemeentelijk monument.

1.27.9.006 R.K. Meisjesschool Westerhoven (locatie onbekend)

291 Vangheluwe e.a., 2009, 270. 292 Vangheluwe e.a., 2009, 303-304. 293 Vangheluwe e.a., 2009, 410. 294 Vangheluwe e.a., 2009, 226. 295 W.v. Dooremolen ‘Bergeijks Millenium’’, 2000 Archief UvT en Heemkundekring Bergeijk 296 Vangheluwe e.a., 2009, 261; kaart: 254. 297 Van Nuenen, 1978; Strijbos, 1991. 298 Vangheluwe e.a. 2009. 299 Vangheluwe e.a. 2009; foto p. 77. 175

Meisjesschool gebouwd in de Kerkstraat op A-735 uit legaat van geboren Westerhovenaar Albertus Bots, pastoor van Gemert. Op 1 december 1905 konden de zusters Ursulinnen met hun school beginnen. In 1978 samengevoegd met jongensschool.300

1.27.9.007 Noodschool Westerhoven (locatie onbekend) In WO II was de school bezet. Les werd er toen gegeven in café van Jan Snoeks (Balle Jan) aan de Hoeverstraat.301

1.27.9.008 School Schoolstraat 15 Riethoven De Lagere school werd rond 1920 gebouwd in Neo-Barokke stijl en is in de jaren dertig en vijftig verbouwd en uitgebreid. De beide schoolgebouwen staan in een L-vorm en laten zo ruimte voor een schoolplein. De korte gevel aan de straatzijde is uitgebreid met een eenlaagse aanbouw onder lessenaardak. De achtergevels worden vrijwel geheel aan het oog onttrokken door latere aanbouw van lokalen.

De beide eenlaagse schoolgebouwen zijn opgetrokken uit machinale baksteen en hebben een zadeldak met rode verbeterde hollandse dakpannen. Deze zadeldaken worden ingeklemd tussen in- en uitgezwenkte topgevels met spaarvelden, die de hoofdvorm volgen. Het gebouw, dat parallel aan de straat ligt, heeft in de topgevels ovale lichten met kleine roedenverdeling. Het metselwerk van de plint bestaat uit afwisselend rode en zwarte banen. Boven de vensters zijn de getoogde zwart-rode strekken geaccentueerd door een zwarte koppenlaag. De vensterverdeling bestaat uit drie groepen van drie. Het zijn stolp- en schuifvensters met kleine roedenverdeling en hardsteen dorpels. De beide gebouwen worden verbonden door een laag tussenlid waarin zich de ingang bevindt. Het gebouw dat loodrecht op de straat is geplaatst heeft in de kopse gevel twee negenruits vensters en een rond sierlicht. De oorspronkelijke roedenvensters van de begane grond zijn verdwenen achter de aanbouw onder lessenaardak uit ca. 1970. In de lange zijde bevinden zich vijf vensters en een deur tussen gemetselde lisenen. De oorspronkelijke vensters, gelijk aan de hierboven beschrevene, zijn rond 1950 gewijzigd in stalen exemplaren.

De school is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een culturele en geestelijke ontwikkeling, namelijk de ontwikkeling van het onderwijs in de vroege twintigste eeuw. Het is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het schoolgebouw. Architectuurhistorisch is het belangrijk vanwege de stijl en de voor een plattelandsschool uitzonderlijk rijke detaillering. Het heeft ensemblewaarden vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling van het dorp. Het is waardevol vanwege de gaafheid van in- en exterieur.Beschermd Rijksmonument: Mon .nr. 517907. CHW. nr. KL093-000454

1.27.9.009 Schoolhuis Molenstraat 3 Riethoven Schoolhuis 1840. Gemeentelijk monument, KL093-000452

300 Vangheluwe e.a. 2009; foto p. 77. 301 Vangheluwe e.a. 2009; foto’s p. 114-115. 176

Afbeelding: Rechts op de foto het oude schoolhuis aan de Molenstraat 3 in Riethoven.

1.27.9.010 School Weebosch302 Dit schooltje stond van 1832 tot 1916 aan de Weebosscherweg CHW. nr. KL010-000174

1.27.9.011 School Luijkgestel Kerkstraat 19 Luijkgestel. Voormalig basisschool uit 1952. Is er niet meer.

1.27.9.012 Openbare school Bergeijk in 1877 gebouwd in de Schoolstraat, later Burg.Magneestraat geheten alwaar het gebouw later plaats moest maken voor de RABO-bank. Maar de schoolleerlingen waren al eerder vertrokken naar de Thomas van Aquinoschool in de Dr.Rauppstraat.

1.27.9.013 Meisjesschool op ‘t Hof Deze school van de zusters Ursulinen, later Oblaten stond op de hoek Hof-Eerselsedijk.303 De nonnen die in Bergeijk ook met huishoud- en bewaarscholen begonnen.

Afbeelding: Meisjesschool van ’t klooster op ’t Hof (foto heemkundekring Bergeijk)

1.27.9.014 School op ’t Loo

302 Wil v Ham en Ad Tilborghs ‘Het oude schooltje van de Weebosch” in De Keersopper nr. 8_p10 303 Panken ‘Beschrijving van Bergeik’’ bl 203/204 177

Sinds 1906 ter plaatse van het Klooster naast de kerk; gestart door ‘Les filles du Saint. Esprit”.

27.10 Sportterrein Het gaat om sportterreinen van voor 1960, zoals vroege voetbalvelden, tennisbanen, hypodromen en velodromen.

1.27.10.001 Voetbalclub Voorwaarts Voetbalvereniging Voorwaarts had op den Weebosch bij de afgebrande molen een terrein.

1.27.10.002 Voetbalclub Hollandia Zo had ook Voetbalvereniging Hollandia in de 20er jaren van de 20ste eeuw een veld op de hoek Lijsterbesdreef-Eerseldsedijk.

1.27.10.003 en 1.27.10.004 Wielerbanen Bergeijk Oude wielerbanen lagen er op Bergeijk ’t Hof allereerst (voor en in de 2e wereldoorlog) ter plaatse van appartementen Elzenhof, en later een achter de huidige bar op de hoek Hof-Nieuwstraat.

27.11 Straatmeubilair Oude lantaarnpalen, handwijzers (soms al middeleeuws!), mijlpalen langs wegen.

1.27.11.001 Handwijzer Bergeijk Kadastraal Sectie C, blad 1 (De Broekstraat). Volgens overlevering stond er nog tot in de eerste helft van de 20ste eeuw op de splitsing van de Bredasedijk en Hongarijesedijk een zogenaamde handwijzer. Deze bestond uit een houten paal met boevenaan richtingwijzers in de vorm van een gestrekte arm met hand, wijzend in de richting van Lommel en Luijksgestel.304

1.27.11.002 Bomenschender afbeelding in Bergeijk in Kaart.305

1.27.11.003 Rijksdriehoekmerksteen De Rijksdriehoeksteen nabij de grens (coördinaten x=157261 en y=368640) bij de Woeste Polder Was voorheen in gebruik voor het creëren van Topografische kaarten.306 (afbeelding Jacques Mandigers)

Afbeelding: Rijksdriehoeksteen bij de Woeste Polder (foto heemkundekring Bergeijk)

304 Vangheluwe e.a., 2009, 356. 305 Vangheluwe e.a. 2009/ 229 (Bergeijk in Kaart) 306 W.v.Dooremolen “Over een rijksdriehoekmerksteen’ in De Keersopper nr 7_p4 178

1.27.11.004 Douanepalen Bij de kerk op ’t Hof te Bergeijk staan 2 arduinen douanepalen.307

1.27.11.005 Rietveldklok Naast het Notarishuis op,Hof 63 staat in een door Mien Ruys ontworpen parkje een klok door Gerrit Rietveld ontworpen. Deze klok is in 1963 geschonken en geplaatst b.g.v. 40 jaar De Ploeg.,

1.27.11.006 Abri De door Gerrit Rietveld ontworpen Abri op ’t Hof is ook in 1963 geschonken b.g.v. 40 jaar De Ploeg. De abri is in 2010 gerestaureerd.

Afbeelding: abri van Rietveld in Bergeijk (juli 2011)

27.12 Ven Ven op de heide, in het bos en soms in het cultuurland.

27.13 Ziekenhuis Aanvankelijk een “hospitaal” in middeleeuwse zin, in de 19e eeuw gaan ze meer op een echt ziekenhuis lijken. [niet in Bergeijk]

27.14 Volksverhalen In het kader van de erfgoedkaarten wordt ook enige aandacht besteed aan volksverhalen, ofwel immaterieel erfgoed. Alleen de volksverhalen die duidelijk gekoppeld zijn aan een geografische locatie binnen de gemeente zijn geïnventariseerd. Er zijn ook nog tal van algemene verhalen die niet geografisch te koppelen zijn, waar hier alleen naar de literatuur verwezen wordt.

Noord-Brabant staat bekend om zijn vele streekverhalen, mythen en sagen. Deze bevatten waarheden die tot op de dag van vandaag gelden en weerspiegelen de culturele en maatschappelijke bijzonderheden van de tijd en de streek waarin zij ontstaan zijn. Deze volksverhalen maakten tot voor kort nog deel uit van het collectieve Brabantse geheugen. In tegenstelling tot de rest van Nederland was er in Noord-Brabant lange tijd sprake van een middeleeuws katholicisme met daarin veel volksverhalen, mythen met demonen, heksen, kabouters et cetera. De volksverhalen, sagen en mythen zijn in de 19e en 20e eeuw goed gedocumenteerd (zie bv P.N.Panken in Beschrijving van

307 Hans Verdonk “Mysterieuze palen bij de kerk’, in De Keersopper nr.17_p14 179

Bergeik, p413 e.v.), wat betekent dat er op vrij eenvoudige wijze, dat wil zeggen zonder tijdrovend literatuur- en archiefonderzoek, een goed en boeiend verhaal verteld kan worden.

De verhalen hieronder zijn afkomstig van de databank van de KNAW. Deze zijn daar meest geordend op dorpsnaam en daarom is ook langs die ingang gezocht. Hieronder zijn alleen die namen opgenomen, die duidelijk gekoppeld zijn aan een geografische lokatie. Er zijn tal van algemene verhalen, of alleen spotnamen, die niet geografisch te koppelen zijn anders dan aan heel het dorp. Die zijn niet opgenomen, net zo min als UFO’s en graancirkels. Per verhaal staat genoteerd: dorp, KNAW-nummer en naam object. De gegevens over de namen zijn tre vinden op http://www.verhalenbank.nl/detail_volksverhalen.php?id=@, waarin voor @ het KNAW- nummer moet worden ingevuld.

1.27.14.050 Bergeijk, ELDER049c, Berger Heide, kabouters Een herbergier in het Brabantse Bergeijk, die ook nog het boerenbedrijf uitoefende, had het soms zo druk dat hij, zijn dienstmeisje en knecht het werk alleen niet aankonden: bij zulke gelegenheden ging de man de hulp van de kabouters inroepen, die normaal gesproken niet op zijn hofstede verblijf hielden, maar op de Bergerhei. Ze gaven die hulp zonder morren. De man vertelde vaak zijn kinderen en kleinkinderen over zijn vriendschap met de kabouters. Hij stierf in 1799, negentig jaar oud.

1.27.14.051 Bergeijk, SINBRABSAG158, Broekstraat, dansende haas Een man, die in het Eind woonde, ging door de Broekstraat naar het dorp Bergeik toen een haas voor hem begon te dansen en te springen, en zich zelfs niet door den stok liet verjagen.

1.27.14.052 Bergeijk, SINBRABSAG317, Maai, kerkstichting In de buurtschap de Maai te Bergeik moet eeuwen her een machtig heer gewoond hebben. Hij bezat een door grachten omgeven kasteel, dat in de onmiddelijke nabijheid der Maaierhuizen stond, op de plaats waar men inderdaad in 1898 fundamenten in den grond gevonden heeft. Een der geestelijken van de oude parochiekerk te Bergeik was verplicht in de kerk voor hem om halftwaalf de mis te lezen. Eens, op een regenachtige dag, kwam de heer niet op het bepaalde uur en de kapelaan, die dacht dat hij niet meer komen zou, begon de mis te lezen. De heer kwam echter toch nog en toen hij zag, dat de dienst al begonnen was, ontstak hij in zulk een woede, dat hij den priester voor het altaar doodstak. Uit vrees voor zijn misdrijf gestraft te worden, is hij daarop naar Luiksgestel gevlucht, dat onder een andere heer stond dan Bergeik. Daar heeft hij toen om zijn zonden goed te maken de parochiekerk gesticht en de helft zijner heide aan de bewoners van Luiksgestel, en de andere helft aan die van Bergeik gegeven. Ook schonk hij een hoeve aan het klooster van Postel.

1.27.14.053 Bergeijk, SINBRABSAG321,’t Hof, klokje De klok in de kerk op het Hof te Bergeik werd sinds eeuwen 's avonds om negen uur geluid, tot dat dit in 1830 tijdens de Belgische opstand werd verboden. Lang geleden was een aanzienlijk heer in het moeras tusschen Bergeik en Neerpelt, door de duisternis misleid, verdwaald. Plotseling hoorde hij een klokje luiden, waardoor hij den weg terugvond. Omdat hij zijn redding aan 't klokje te danken had, stichtte hij een fundatie, opdat ook anderen het luiden dienstig mocht zijn.

1.27.14.054 Bergeijk, SINBRABSAG327, Broodven, naamsverklaring Op de heide onder de buurtschap Boevenheuvel te Bergeik kampeerde eens een leger, dat door den vijand overvallen werd. Bij hun overhaaste vlucht wierpen de soldaten hun brood in het ven dat sindsdien Broodven heet. Inderdaad werd in het begin der negentiende eeuw in de nabijheid van dat ven, een geraamte gevonden met een bijna geheel door roest verteerd geweer. Lokatie uitzoeken met toponiemenkaart. Kan ook in Luijksgestel zijn.

1.27.14.055 Bergeijk, SINBRABSAG092, Eijkereind, voorgevoel

180

Menschen, die met den helm geboren zijn, hebben ’t voorbeuke (voorbooike), en zien wat er komen zal. Daniël van Poppel, een slager uit Luiksgestel, zag in 1837 een rouw door de Hasseltsche straat trekken. Binnen drie dagen stierf zijn vrouw. En Arnold van der Meyden, zag te middernacht aan de schutsboom in 't Eijkereind te Bergeik een lijkstatie, die den weg naar 't kerkhof op ging.

1.27.14.056 Bergeijk, SINBRABSAG127, Heksenberg, kattendans Zulke kattendansen vinden ook plaats, op de Munsche hei bij Oss. Inplaats van op de Mookerhei, verwenscht men in dien streek de menschen naar de Munsche hei. Op den Heksenberg te Bergeik kwamen ze vroeger samen, later verkozen ze een plek bij den molen. Zoo had elk dorp zijn kattendans.

1.27.14.057 Bergeijk, SINBRABSAG007, Kattenberg, kabouters Te Bergeik bewoonden de kaboutermannetjes den Kattenberg, die even ten noorden van den molen ligt, en de Driebergen, heuvels in het gehucht Hooge-Berkt, waar men urnen gevonden heeft. Ze hadden den Kattenberg, waar zij, jaar in, jaar uit, gewoond hebben, met holen en pijpen doorboord. 's Avonds verlieten zij den berg om in de nabije hoeven voor de bewoners te bakken, het graan te dorschen en het huis te schuren, zonder dat ooit iemand hen bezig zag. Maar 't grootste wonder, dan men van die mannetjes wist te vertellen, was wel, dat zij een vuur ontstaken tegen de graanmijten in de schuur, zonder dat er brand kwam.

Volgens P.N. Panken moet De Hoge Berkt al in de heidense tijd bewoond zijn geweest, want in de heuvels, die men hier aantreft en waarvan de grootste heten de Driebergen en de Kattenberg bevonden zich voorchristelijke graven. Volgens de sage hadden ook in deze heuvels de kabouters hun verblijfplaats. De heuvel van de Kattenberg zou volgens de sage deze naam gekregen hebben, ‘omdat aldaar ’s nachts de heksen in de gedaante van katten onder een weemoedig gekrol hare gewone dansen kwamen houden.’308

1.27.14.058 Bergeijk, SINBRABSAG007, Driebergen, kabouters Te Bergeik bewoonden de kaboutermannetjes den Kattenberg, die even ten noorden van den molen ligt, en de Driebergen, heuvels in het gehucht Hooge-Berkt, waar men urnen gevonden heeft. Ze hadden den Kattenberg, waar zij, jaar in, jaar uit, gewoond hebben, met holen en pijpen doorboord. 's Avonds verlieten zij den berg om in de nabije hoeven voor de bewoners te bakken, het graan te dorschen en het huis te schuren, zonder dat ooit iemand hen bezig zag. Maar 't grootste wonder, dan men van die mannetjes wist te vertellen, was wel, dat zij een vuur ontstaken tegen de graanmijten in de schuur, zonder dat er brand kwam.

1.27.14.059 Bergeijk, SINBRABSAG009, Berger Heide, kabouters Jan van de Vorst, die teut in Duitschland was geweest, bouwde later een herberg te Bergeik; 'n goeje veertig jaar geleden hing daar nog de "Bonte Os" uit. Behalve herbergier was hij ook boer, en hield zelfs meid en knecht. Als die twee al het werk niet afkonden, ging Jan naar de Bergerhei, om de hulp der kabouters in te roepen. De kabouters lieten nooit na, den volgende nacht, in huis, in schuur of op den akker het noodige werk te verrichten. Jan van de Vorst, die in 1799 als een negentigjarige grijsaard stierf, verhaalde gaarne aan zijn kinderen en kleinkinderen van zijn vriendschap met de kabouters.

1.27.14.060 Bergeijk, SINBRABSAG076, secretariswoning, spokerijen Waar nu Beukenhof staat, is in 1838 een hecht, oud gebouw afgebroken, dat in de 18e eeuw bewoond werd door den secretaris, Van Beverwijk. Deze had de gemeente door slinksche handelwijzen zeer benadeeld en hij vertoonde zich na zijn dood gedurig in het huis, en verontrustte de bewoners door allerhande spokerijen. De wonderlijkste verschijning was wel een spookwagen, die bliksemsnel uit den Berg, d.i. uit de richting van Eersel kwam aangereden, schier onzichtbaar door de koetspoort en den grooten, aan het

308 Panken en Van Sasse van Ysselt,1900, 14. 181 huis gebouwden, stal reed, en zich op het hetzelfde oogenblik op den ruimen zolder bevond. Daar hoorde men hem dan rijden en rossen, alsof de hel was losgebroken. Die spokerij hield niet eerder op, voor men een steenen kruis van het oude kerkhof, onder de stoep gelegd had.

1.27.14.061 Bergeijk, SINBRABSAG096, Voorste Loo – Lage Berkt, witte vrouw Van de voorste Loo onder Bergeik liep vroeger een voetpad naar den Lagen Berkt, dat, bij een weiland, een eiken heg doorsneed. Daar zag Cornelis Vosterst , tegen den heg geleund, een vrouw zitten te spinnen.

1.27.14.062 Bergeijk, SINBRABSAG099, Dorp – Broekstraat, spookhond In de eerste helft van de vorige eeuw heeft geen spook zooveel van zich doen spreken, als de spookhond van Bergeik. Meestal vertoonde het dier zich 's nachts tusschen het dorp en de Broekstraat, waar het den voorbijgangers den schrik op het lijf joeg. Op zekeren nacht kwam iemand langs de Zandkuilen, waar sinds jaren een eikenbosch staat. Daar zag hij het beest! Angstig loopt hij naar Willem Schippers, in de Broekstraat. Hij klopt zijn vriend uit bed, en vraagt hem mee te gaan; die had er wel ooren naar, maar toen ze bij de Zandkuilen kwamen, was er niets te zien, waarop Willem weer naar huis ging. Daar verscheen de spookhond weer en bleef hem tot bij zijn woning vergezellen, waar het de straat overstak. Terzelfdertijd ontstond een geweldige beweging in de eikenboomen aan de overzij. Goris Hendriks en Francis Daris die er samen wel op uitgingen om otters en bunsings te vangen, kwamen op een avond van het Loo. Goris, die met den helm geboren was, zag toen dichtbij het Kappelleboomke een heel groote hond op hen afkomen. Francis zag niets, en dat was een geluk voor den hond, want hij had zijn mes al getrokken, om het dier te steken. Daarom nam de hond een andere richting, hij ging langs den straatweg, terwijl zij het kerkpad volgden. Arnold van der Meyden die met zijn buurman 's avonds een wandeling deed, zag het spook bij den eikenwal, waar het zijn schuilplaats had. 't Was een grijze hond, zonder pooten *), die over den grond zweefde. Zij volgden het tot aan de eerste huizen van het dorp, waar het den Molenweg insloeg.

1.27.14.063 Bergeijk, SINBRABSAG110, Hoolstraat, spookdier Hannes Hurkmans309 Hurkmans van Bergeik die beter als de dokter het vee wist te genezen, en daarom dag en nacht op pad was, is nog nooit zoo geschrokken, als dien avond van het jaar 1840, toen hij om negen uur van de Broekstraat naar het Hof terugkeerde. In de Hoolstraat hoorde hij een zonderling hijgen en steunen, voor hem op het pad. Daarom sneed hij van de heg op den eikenwal een stevigen knuppel af; maar nog durfde hij "het verveerlijke spook" niet te naderen. Hij ging van den weg af, en stapte door de heg over den akker, waar het kerkpad begint. Hoe groot was zijn schrik toen hij juist bij het spook terechtkwam, dat hij meende ontgaan te zijn. Op den akker lag een ijselijk steunend en hijgend monster, wel zoo groot als een paard, maar zonder kop of pooten. Op dat gezicht zet Hurkmans het op een loopen en komt, meer dood dan levend, in de herberg het Hof van Holland, aan, waar hij langzamerhand weer op zijn verhaal kwam. Maar er verliepen wel zeven jaar, voor hij het waagde langs dien plek te gaan, waar ook vele anderen een kwade ontmoeting hadden.

1.27.14.064 Bergeijk, SINBRABSAG113, op de Kept, spook Francis Daris, bijgenaamd de Trom, omdat hij eenigen tijd tamboer was bij de schut, woonde onder 't Eijkereind te Bergeik. Eens zag hij, in een eikenbosch op de Kept, plotseling een zoo schrikkelijk spook vóór zich staan, dat hij als verlamd van schrik was. Nooit heeft hij iemand willen zeggen, wat hij eigenlijk heeft gezien, maar zijn heele leven durfde hij die plaats niet meer voorbij.

1.27.14.065 Bergeijk, SINBRABSAG114, Loo – Hongarije, spook De Hondskling, tusschen de Bergeiksche buurten, het Loo en Hongarije, was een beruchte spookplaats. Omtrent een eeuw geleden gingen drie jongemannen, die op den Lagen Berkt woonden 's nachts eens door de Hondskling, waar ze een vrouw ontmoetten, met een falie, die niets

309 Panken,Beschrijving van Bergeik, p 420 182 antwoordde op hun vragen. Een der drie kameraden, Cornelis Volders, in 1890 in hooge ouderdom gestorven, had den moed om de falie van die vrouw van 'r gezicht te trekken, maar toen kregen ze twee roodgloeiende fonkelende oogen te zien. Door een hevigen schrik bevangen, namen ze overhaast de vlucht. Cornelis beweert, dat hij van angst, over het driejarig houtgewas van een heg sprong.

1.27.14.066 Bergeijk, SINBRABSAG119, Molenakker, spook Jan Michiel Betze, den Bits genoemd, een kleermaker uit Bergeik, werkte eens in 1827, in een huis op het Loo. Toen 't werk gedaan was, bleef hij tot voorbij middernacht plakken; ze vroegen hem, met het oog op het late uur, om te blijven overnachten, maar hij had er geen ooren naar. Doch toen hij op den Molenakker kwam, werd hem den pas afgesneden door een spook, dat hij vruchteloos met zijn stok poogde te verjagen. Hij nam een kloek besluit, en ging zo snel op zijn schreden terug; voor hij echter was, waar hij wezen wilde, hoorde hij boven zijn hoofd een helder gelfluit en menschen stemmen, zonder iemand te zien.

1.27.14.067 Bergeijk, SINBRABSAG131, Berger Heide, kattendans Op een laten avond keerde Jan Prinsen, die in Eersel woonde, van Bergeik door de Bergerhei naar zijn woonplaats terug. Op een gegeven oogenblik zag hij op de hei vier katten, die poot aan poot dansten en zongen: "Nichtje heeft een stiklijf aan; het is gestikt met zijde." Toen de katten met dat dansen en zingen gedaan hadden, lieten ze onder elkander een zilveren bokaal rondgaan, waaruit ze beurtelings dronken. Daarop bood er een hem den beker aan, zeggend, dat hij nu ook eens moest drinken. Hij nam dien aan, dronk natuurlijk niet, maar hij was wel zoo wijs om de katten een heilwensch toe te roepen, waarop ze schielijk verdwenen, hem met den bokaal in den hand op de heide achterlatend. Thuis gekomen zag hij dat de naam van een juffrouw uit Steensel erin gegraveerd was en hij besloot haar den beker terug te brengen. Zoo gezegd, zoo gedaan. Toen hij haar te spreken vroeg, zei de meid, dat de juffrouw ziek was, en niemand kon ontvangen, maar zoodra had zij zijn stem niet gehoord of ze riep hem binnen, nam den bokaal in ontvangst, en liet hem beloven nooit te zeggen welken naam erin was gegraveerd.

1.27.14.068 Bergeijk, SINBRABSAG144, Treurenberg, heks Te Bergeik op den Treurenberg werd in het begin dezer eeuw een vrouw door een bekende heks geweldig geplaagd. Iemand die het weten kon, gaf haar den raad een vreemde kat, die dikwijls in haar huis zat, te verjagen. Zoo gezegd, zoo gedaan. Toen de poes zich weer vertoonde werd zij met een dikke knuppel zoo vervaarlijk nagezeten, dat zij door het mozegat ijlings een goed heenkomen zocht. Nimmer heeft zij het meer gewaagd terug te keeren; de vrouw was voor altijd van haar bevrijd.

1.27.14.069 Bergeijk, SINBRABSAG146, Weebosch, heks Bij zekeren Brouwers op het gehucht Weebosch te Bergeik stierven geregeld de jonge kalveren. De huisgenooten en buren meenden vast en zeker dat een heks daar de schuld van was. Op een laten avond, toen de vrouw van Brouwers het kleine kind waschte, zag ze een groote kat met lange snorren door het woonvertrek in den stal kruipen. De verschrikte vrouw legt haastig het kind te bed bij haar man en snelt de stal in, doch 't was al te laat; den volgenden morgen lag er alweer een nuchter kalf dood.

1.27.14.070 Bergeijk, SINBRABSAG155, Loo, kat Op de Bakkebrug te Rijsbergen zat een kat op de leuning, toen Adriaan Kr. er met zijn vriend over ging. Twee keer sloeg hij haar in 't water, maar de derde keer ging ze weer op de leuning zitten, keek hen met een paar groote gloeiende oogen aan en zei: "Doe dat nog eens als ge durft! 't Zelfde overkwam M. van Otten en P. Hoeks op den weg die van het voorste naar het middelste Loo in Bergeik loopt.

1.27.14.071 Bergeijk, SINBRABSAG163, Hoge Berkt, heks

183

Hein Hurkmans ging dikwijls 's avonds van het Hof te Bergeik naar den Hoogen Berkt, en altijd zat er op zijn pad een groote kat. Op zekeren avond sloeg een van Heins gezellen het dier en 't liep onmiddellijk weg; maar toen ze wat verder gekomen waren, zagen ze in de heg een vrouw zitten die haar muts opzette. Zoo gemakkelijk kan een heks zich in een kat veranderen, en omgekeerd. 't Zelfde overkwam Adriaan Kr. uit Rijsbergen, maar dan gaat 't verhaal verder. Den volgenden week moest hij langst hetzelfde pad en weer zat die kat er "en hoe het nu kwam, dat weet hij nog niet, maar hij sloeg er wéér naar, en daar had hij spijt van, want een eindje verder zat 't zelfde vrouwtje in de heg, maar nu zat ze te spinnen."

Afbeelding: Het Heksenbusselke-Waterlaat, Bergeijk (foto heemkundekring Bergeijk)

1.27.14.072 Bergeijk, SINBRABSAG205, Fresseven, verzonken klok Het Fresseven onder Bergeik, waar vroeger veel geveend werd, heet onpeilbaar diep. Juist in het midden van het ven ligt een torenklok verzonken, die in den Kerstnacht luidt. Lag ten zuiden van de Keersop. Panken: “In de openbare heide ten zuiden van het Eijkereind, links van de weg naar Borkel gelegen, is in dit ven vroeger en later geveend. Omstreeks het midden bevindt zich eene buitengewone diepte, waarin volgens het bijgeloof eene torenklok verzonken is, welke met Kerstmis het middernachtuur slaat.310 Lokatie uitzoeken met toponiemenkaart. Kan ook in Luyksgestel zijn.

1.27.14.073 Luyksgestel, SINBRABSAG326, Dodenput, naamsverklaring Waarom de Doodenput in de heide de Amprijt onder Luiksgestel gelegen, dien naam draagt, verklaart de sage aldus: Eens kwam daar een soldaat te paard voorbij op de terugweg naar zijn dorp. Tot welk leger hij behoorde en wanneer het is gebeurd, weet men niet meer, maar het moet al heel lang geleden zijn, dat zij beiden in dien put verdronken. Van dien tijd af werd de put "Dooiput" genoemd. Vroeger moet ze nog dieper zijn geweest, maar door het roten van vlas werd de bodem opgehoogd

1.27.14.074 Luyksgestel, SINBRABSAG317, Maai, kerkstichting In de buurtschap de Maai te Bergeik moet eeuwen her een machtig heer gewoond hebben. Hij bezat een door grachten omgeven kasteel, dat in de onmiddelijke nabijheid der Maaierhuizen stond, op de plaats waar men inderdaad in 1898 fundamenten in den grond gevonden heeft. Een der geestelijken van de oude parochiekerk te Bergeik was verplicht in de kerk voor hem om halftwaalf de mis te lezen. Eens, op een regenachtige dag, kwam de heer niet op het bepaalde uur en de kapelaan, die dacht dat hij niet meer komen zou, begon de mis te lezen. De heer kwam echter toch nog en toen hij zag,

310 Vangheluwe e.a., 2009, 304. 184 dat de dienst al begonnen was, ontstak hij in zulk een woede, dat hij den priester voor het altaar doodstak. Uit vrees voor zijn misdrijf gestraft te worden, is hij daarop naar Luiksgestel gevlucht, dat onder een andere heer stond dan Bergeik. Daar heeft hij toen om zijn zonden goed te maken de parochiekerk gesticht en de helft zijner heide aan de bewoners van Luiksgestel, en de andere helft aan die van Bergeik gegeven. Ook schonk hij een hoeve aan het klooster van Postel.

1.27.14.075 Luyksgestel, SINBRABSAG018, Boscheind, kabouters Over de kaboutermannekes die op de heide in de bergjes achter het Boscheind te Luiksgestel woonden, weet men nog heel wat te vertellen. Ze waren zeer hulpvaardig. Wanneer de boeren dat verlangden, kwamen twee kabouters het werk doen. Op de kas of op de tafel vonden ze dan een stuiver, die de bewoners er voor hen hadden neergelegd. Wilde men de kabouters laten boteren, dan lei men het geldstuk op de stand of in de karn. Om bij dat werk warm water te hebben, stookte de eene kabouter een vuur, terwijl de andere boterde. Verwachtte men hen, dan zette men voor het slapen gaan eten voor hen klaar; de kabouters deden zich eerst te goed, daarna verrichten ze den noodigden arbeid zonder het minste gerucht te maken en zonder zich één woord te laten ontvallen. Op een andere nacht bespiedde een boer het boteren der kabouters door een zolderspleet. Een der mannekes zag dit een riep tegen den andere: "Blaas dien piepmusch het oog uit". Sindsdien was de nieuwsgierige boer aan één oog blind.

1.27.14.076 Bergeijk, SINBRABSAG028, Zandhoef, kabouter Kyrië is dood Een boer die op de Bokshei te Eersel woonde, kwam eens terug van de markt met een os. Toen hij langs de heuvels van de Zandhoef onder Weebosch kwam, werd hij door een kabouter nageroepen: "Adriaan, zeg tegen Christiaan, dat Kyrië dood is!" De boer ontstelde, want hij zag niemand. Thuisgekomen heeft hij dadelijk zijn avontuur verteld, waarop een kabouterken, dat onder tafel zat, zei: "Is Kyrië dood?"

1.27.14.077 Luyksgestel, SINBRABSAG066, Rijt, Bokkenrijders In denzelfden maand dat de korenmolen te Postel door een orkaan omwoei, zat Jozef Cops in een heg onder de Rijt te Luiksgestel, het geweer in de hand. Hij loerde op de hazen die zich elken nacht aan zijn spurrie te goed deden. Eensklaps hoorde hij een gedruisch, en meende eerst dat het marechaussees te paard waren, doch hij ontwaarde dra een grooten troep rijk-gekleede ruiters, die, vlakbij, bliksemsnel door de lucht reden. Ze vlogen zoo laag, dat ze het lange hakhout zouden geraakt hebben, als ze bij de heg niet hooger gestegen waren. Cops zag de hoefijzers van hun paarden in het duister blinken en hij hoorde er een tot een ander zeggen, dat ze dien eigen nacht nog in Denemarken moesten zijn. Dat waren de Bokkenrijders.

1.27.14.078 Luyksgestel, SINBRABSAG092, Hasseltse Straat, voorgevoel Menschen, die met den helm geboren zijn, hebben ’t voorbeuke, en zien wat er komen zal. Daniël van Poppel, een slager uit Luiksgestel, zag in 1837 een rouw door de Hasseltsche straat trekken. Binnen drie dagen stierf zijn vrouw. En Arnold van der Meyden, zag te middernacht aan de schutsboom in 't Eijkereind te Bergeik een lijkstatie, die den weg naar 't kerkhof op ging.

1.27.14.079 Luyksgestel, SINBRABSAG127, op de hei, kattendans Zulke kattendansen vinden ook plaats, op de Munsche hei bij Oss. Inplaats van op de Mookerhei, verwenscht men in dien streek de menschen naar de Munsche hei. Op den Heksenberg te Bergeik kwamen ze vroeger samen, later verkozen ze een plek bij den molen. Zoo had elk dorp zijn kattendans. … te Luyksgestel in de hei en ten zuiden van het dorp.

1.27.14.080 Luyksgestel, SINBRABSAG209, Dodenput, verzonken klok Andere kerkklokken liggen verzonken in de Breeput in de heide onder Westerhoven; in de Doodenput te Luiksgestel; in de Dieprijt te Strijp; in het Malpieven onder Borkel; in het Goor te Steensel; in het Klokven, dat in de heiden ten Oosten van Leende ligt; in het Rondven te Dommelen; en in de Matjes te Zundert (Achtmaal). Lokatie uitzoeken met toponiemenkaart. Kan ook in Luyksgestel zijn.

185

1.27.14.081 Westerhoven, SINBRABSAG127, Loveren, kattendans Zulke kattendansen vinden ook plaats, op de Munsche hei bij Oss. Inplaats van op de Mookerhei, verwenscht men in dien streek de menschen naar de Munsche hei. Op den Heksenberg te Bergeik kwamen ze vroeger samen, later verkozen ze een plek bij den molen. Zoo had elk dorp zijn kattendans. … te Westerhoven, op het gehucht Loveren, in een linde.

1.27.14.082 Westerhoven, SINBRABSAG209, Breeput, verzonken klok Andere kerkklokken liggen verzonken in de Breeput in de heide onder Westerhoven; in de Doodenput te Luiksgestel; in de Dieprijt te Strijp; in het Malpieven onder Borkel; in het Goor te Steensel; in het Klokven, dat in de heiden ten Oosten van Leende ligt; in het Rondven te Dommelen; en in de Matjes te Zundert (Achtmaal). Plek gegist, controleren!

1.27.14.083 Westerhoven, SINBRABSAG010, Alven-, den Ooren- en den Duivelsberg, kabouters Tusschen Westerhoven en Keersop, een gehucht van Riethoven, liggen drie heuvels, den Alven-, den Ooren- en den Duivelsberg geheeten. De kabouters van Alven- en Duivelsberg en ook van elders, kwamen vaak in den middelste der drie heuvels bijeen, en omdat zij dan beraadslaagden en luisterden, "oor aan oor", heet die heuvel Oorenberg; maar zij wordt ook wel Noren- of Noorderberg genoemd. De kaboutermannekes verrichten dikwijls in huizen en schuren allerlei werk; wanneer het bar koud was stookten ze ondertusschen een vuurtje tegen de hooi- of graanmijten, zonder ooit brand te stichten. Wilde men dat ze 's nachts de akkers zouden omploegen, dan hoefde men enkel de ploeg op den akker te laten staan, met een boterham of een pijpje tabak op de staart.

1.27.14.084 Westerhoven, SINBRABSAG081, Loveren, verschijning pastoor Het gebeurde op het gehucht Loveren, anderen zeggen in het braambosch, onder Westerhoven. De pastoor was gestorven, en zijn geest verscheen aan een vroom kwezelken, en verzocht haar spoedig een goed werk voor hem te laten doen, dan zou hij zalig worden.

1.27.14.085 Westerhoven, SINBRABSAG105, schoolplein, veulen zonder kop Een veulen zonder kop heeft men vaak gezien bij het Zwart Ven te Rijsbergen, op den Prathoek bij Rosmalen waar een begraafplaats ontdekt werd, en op het schoolplein van Westerhoven. Herinneren deze dieren, zonder kop, aan heidensche dieroffers; de kop werd immers, als het edelste deel van het dier, ten offer aan een boom gehangen, terwijl het lichaam, als brandoffer, in de vlammen verteerde. Veulenoffers werden aan Wodan opgedragen; hondenoffers aan "mindere" goden.

1.27.14.086 Westerhoven, SINBRABSAG126, aan de Luikerweg, heksenkring Ruim een half uur van de kerk van Westerhoven in de richting van Valkenswaard ziet men, op eenigen afstand van den straatweg, een kring van verschillende ellen in den omtrek. Het is daar een schrale heide, maar er groeit toch nog een altijd groene plant, "heksendans" geheeten, die in dezen streek zeldzaam gevonden wordt. Op die plek groeit, naar men beweer, nooit iets, en den grond is er altijd kaal en hard. Spit men dien al eens om, hij wordt toch weer spoedig hard. Dat komt door de katten, die er 's nachts, sedert onheugelijke tijden, vergaderen, en er poot aan poot ronddansen, waardoor deze kring ontstond en blijft bestaan. Daarom heet deze plek "Kattendans". Al wie het waagt zich binnen dien kring te begeven, blijft er door de macht der heksen in opgesloten.

1.27.14.087 Westerhoven, SINBRABSAG133, lindeboom Loveren, kattenvergadering Op het gehucht Loveren te Westerhoven stond een zeer oude en breede lindenboom, die in 't begin der vorige eeuw is geveld. Schier elken nacht kwamen er een ontelbare menigte katten in deze linde bijeen. De buren en voorbijgangers hoorden ze dan een groot geraas maken. De menschen meenden, dat al deze katten niet alleen de heksen van het dorp, doch van den heelen omtrek waren, die daar beraadslaagden over de geheime kunsten, die ze beoefenden. Vertrek en komst der katten

186 werd door geen der bewoners ooit waargenomen, want heksen kunnen zich voor een eenvoudig mensch onzichtbaar maken.

1.27.14.088 Westerhoven, SINBRABSAG170, akker tussen Riethoven-Westerhoven, pastoor moet bidden Op zekeren middag kwam pastoor van Ham te Westerhoven van de naburige pastorie van Riethoven terug. Plotseling werd hij, toen hij 'n akker overstak, door onzichtbare wezens op den grond gezet en... vastgehouden. Toen hij daar zoo zat kwam 'n gebuur voorbij. Hij zag daar den pastoor zitten, wiens pruik, hoed en stok op eenige passen afstand in 't roggeland lagen. De pastoor vroeg zijn buurman vlug naar de pastorie te loopen en aan de huishoudster Hanne te vragen hem "het" boek te geven, en hij vertelde erbij waar het lag. Zoodra de pastoor wat in 't boek gelezen had, mocht het hem gelukken op te staan en zijn weg te vervolgen. 't Waren de heksen, die hem dien poets gespeeld hadden, en die alleen macht over een pastoor hebben, als hij niet op tijd zijn getijden leest.

1.27.14.089 Westerhoven, SINBRABSAG264a, aan de Keersop, Valentijnsputje St. Valentinus stierf onder Diocletianus in 't jaar 303 of 305 den marteldood. Van uit zijn bisschopstad Tongeren bereisde hij de Kempen om de Heidenen te bekeeren. Zoo kwam hij eens, na een langen, langen tocht door de heide te Westerhoven. Daar hij een brandende dorst had, bad hij om water en zie, een bron ontstond, het Heiligen- of Valentijnsputje. Nog in het begin der vorige eeuw kwamen daar velen bidden om genezing tegen de koortsen, maar 'n dertigtal jaren later bestond de put niet meer. Ze was door het riviertje de Keerschop verzwolgen. Lokatie navragen.

1.27.14.090 Riethoven, LYST006, Duivelsberg, Kyrie is dood Op zekere dag was een jager op de hei bij Riethoven, niet ver van de Duivelsberg op jacht. In de verte bewoog zich een aardman. De jager richtte zijn geweer op het niets vermoedende ventje, hij vuurde en trof de aardman dodelijk. Deze had nog juist kracht genoeg om zich naar de Duivelberg te slepen en in een van de pijpen te verdwijnen. De jager naderde nu nieuwsgierig de Duivelsberg en hij hoorde enige aardmannetjes mistroostig zeggen: "Kyrie is dood!" en een voor een verlieten zij de berg. Een voerman zag op de weg van Riethoven naar Keersop een manneke die treurig zei: "Kyrie is dood!" Bij Adriaan Konings in Keersop vertelde de voerman het verhaal wat hij gehoord had en nauwelijks was zijn verhaal geëindigd of er sprong een kabouter onder de tafel uit en riep: "Ach, is Kyrie dood?" Nabij de Kabouterberg te Hoogeloon, liepen al zuchtend een tiental kabouters heen en weer, en maar roepend: "Kyrie is dood". Sindsdien zijn de aardmannetjes verdwenen. Enige mannen hoorden in de Oirschotse hei enkele stemmen, die alsmaar riepen: "Zeg aan iedereen dat Kyrie dood is!" Een boer op de Bokshei te Eersel hoorde dit geroep ook. Ook te Meerveldhoven waar de kabouters hun woning hadden bij de hoeve "De Heskok". In de onderaardse gangen die ze daar gegraven hadden hoorde men ze roepen: "Kyrie is dood". Dat nieuws ging als een lopend vuurtje naar Veldhoven en een boer besloot de aftocht der aardmannekes eens gade te slaan. Hij verborg zich in een droge sloot die langs de Goorstraat loopt en wachtte ongeduldig af. Toen het middernachtelijk uur had geslagen zag hij een grote stofwolk naderbij komen, alsof een grote menigte in aantocht was. Het hart zonk hem nu in de schoenen en van angst verborg hij zich onder een bruggetje in de buurt. Tot de knieëen moest hij in het water staan en dit duurde uren. Want de kabouters trokken bij duizenden over dien vonder. Eerst bij het ochtendgloren was de straat zo vol stof dat de boer geen hand voor ogen kon zien. Ook in Aalst verdwenen de kabouters onder de uitroep: "Kyrie is dood!" Ook in Steensel en in Steenvoort. Door de euveldaad van ene mens moet nu heel de gemeenschap boeten. Want sindsdien zijn de aardmannekes verdwenen en moeten de mensen al hun werk zelf doen.

De boer van de hoeve te Hoog Kasteren onder Hoogeloon waar de bewoners van den Kabouterberg kwamen werken *), was eens aan het ploegen op den akker. Terwijl hij uitrustte, legde een kaboutertje een gebakken pannekoek op de staart van den ploeg. De boer at er met smaak van, het kaboutertje nam daarop het bord weg en verdween, na gezegd te hebben: "Zeg aan Arie, dat Kyrië dood is." Toen de boer thuis kwam, vertelde hij wat hem overkomen was en een stemmetje, onder de tafel weeklaagde: "Och, is Kyrië dood?"

187

1.27.14.091 Riethoven, LYST219, Duivelsberg, kabouters De aardmannetjes of auwermannetjes, in Noord-Brabant kaboutermannetjes geheten zijn leelijke en mismaakte dwergen, hebbende de grootte van drie span tot die van een vierjarig kind. Zij wonen volgens het bijgeloof in krochten. Dit volkje is listig, vlug en bedreven in allerhande kunsten en bewaart verborgen schatten. Zij bewoonden in onze provincie de heuvels in de grote hei te Zeelst en in die der Oirschotse heide. De kabouters te Bergeik woonden in den Kattenberg, niet ver noordwaarts van den molen gelegen, verder te Riethoven in den Duivelsberg en op andere plaatsen in Noord-Brabant. Zij vreesden het daglicht en lieten zich van niemand zien en kwamen slechts 's nachts uit hunne holen te voorschijn. Wanneer men des avonds de een of andere spijs, bv gewoon brood, voor hen gereed zette, verrichtten zij voor dit eenvoudig onthaal allerhande werk. Goed en dankbaar jegens hunne weldoeners, waren zij van den anderen kant onverbiddelijke vijanden hunner vervolgers. De dikke kort rookpijpjes, die zij volgens het volksgeloof gebruikten, worden nog veel in den grond gevonden en noemt men in Noord-Brabant aardmannekespijpjes. Dat de kabouters zich van niemand lieten zien, ondervond een landman te Zeelst. Hij wist, dat de kabouters dikwijls in zijn bakhuis kwamen, want zij hadden reeds menigmaal brood en mik voor hem gebakken, maar gezien had hij het nooit. Hij wilde hen nu eens op een nacht bespieden. Tusschen twaalf en een ging hij daarom naar de deur zijner bakkerij en hoort de dwergjes, die druk aan den arbeid zijn. Voorzichtig wilde hij door een spleet der deur kijken, hij had reeds zijn linkeroog dichtgeknepen en zou met zijn rechteroog door de spleet gluren, toen hij onverwachts een pieperig stemmetje hoorde zeggen: "Bloos den diëe daor 't licht is êut!" De boer springt verschrikt terug en ijlt naar binnen. Hij was voor heel z'n leven blind aan het oog, dat zoo onvoorzichtig 't werk der kleine arbeiders had willen begluren. Nu wist hij nog niks en moest daarboven zijn nieuwsgierigheid boeten met het verlies van zijn rechteroog.

1.27.14.092 Riethoven, LYST233, Duivelsberg, Kyrië is dood Te Riethoven zag een jager in de heide niet ver van den Duivelsberg een kaboutermanneke, hij loste een schot op het ventje, dat dodelijk getroffen zich nog tot genoemden heuvel voortsleepte en daarin verdween. De jager naderde den berg en hoorde andere kabouters bedroefd zeggen: "Kyrië is dood." Sinds dien dag zijn de aardmannetjes spoorloos uit Riethoven verdwenen.

1.27.14.093 Riethoven, SINBRABSAG023, Duivelsberg, Kyrië is dood Zeer bekend is de sage van den dood van den kabouterkoning Kyrië. Op zekeren dag was een jager in de hei bij Riethoven, niet ver van den Duivelsberg, op jacht. In de verte bewoog zich een kabouter. Toen beging de jager de wreedheid zijn geweer op het niets kwaads vermoedende ventje te richten; hij vuurde en het stortte doodelijk getroffen neer. Toch had het nog kracht genoeg, om zich naar den berg te sleepen, waar het in een der pijpen verdween. Nieuwsgierig naderde de jager den Duivelsberg, hij hoorde toen eenige kabouters mistroostig zeggen: "Kyrië is dood!" Deze Kyrië was hun hoofd en overste, en sedert dien tijd zag men hen niet meer, zij hadden allen den berg verlaten.

1.27.14.094 Riethoven, SINBRABSAG024, Duivelsberg, Kyriè is dood Op den weg van Riethoven naar Keersop reed dien middag een voerman. Niet ver van den Kabouterberg zag hij een manneke op den weg, die treurig sprak: "Kyrië is dood!" In het gehucht Keersop legde de voerman bij de herberg van Adriaan Konings aan en vertelde daar, wat hij gehoord en gezien had. Nauwelijks had hij zijn verhaal beëindigd, of er sprong tot aller verbazing een kabouter van onder de tafel vandaan, die uitriep: "Och, is Kyrië dood?"

1.27.14.095 Westerhoven, SINBRABSAG072, Braambosch, Belleman Ook op andere plaatsen verschijnt Belleman. Pieter Schellens te Braambosch onder Riethoven, had altijd dorst voor tien. Eens toen hij in den laten avond, dronken en wel, uit het dorp naar zijn huis terugkeerde, roept ie bij de hoeve, waar het spook zich meestal vertoonde: "Hé Belleman! Kom nou maar eens voor den dag!" En aanstonds was Belleman er, en vergezelde Schellens tot aan de deur van zijn woning, die wel een kwartier van de hoeve lag. Zijn zoon Jan en zijn kleinzoons hebben 't verhaal vaak verteld. Tot op 't eind der 18e eeuw liep Belleman, steeds onzichtbaar, en rammelend met zijn kettingen, bij die hoeve rond.

188

1.27.14.096 Riethoven, SINBRABSAG095, bij de watermolen, witte juffer Niet ver van de watermolen te Keersop, onder Riethoven, stond vroeger een kasteel, waarvan men nog de grachten ziet; nu staat er een gewoon huis. Vandaar loopt een dijkje door de hei, de Juffrouwsdijk geheeten. Daar heeft menigeen de witte slotjuffer ontmoet.

1.27.14.097 Riethoven, SINBRABSAG211, Duivelsberg, duivels Op den Duivelsberg te Riethoven komen 's nachts de helsche geesten samen, dan hoort men er een schoone, zachte muziek, waarbij de duivels dansen en zingen dat het een aard heeft. Soms gaan ze onder afgrijselijk rumoer drinken in het nabije Duivelsven. Menigeen zag er wangedrochten, zoo vreeselijk misvormd en vergroeid, dat 't niet na te vertellen is. Ook te Dommelen is een Duivelsberg.

1.27.14.098 De molenkat van Bergeijk De Kempische gemeente Bergeijk was in vroegere tijden bekend om een magische legende. In de Brabantse Sagen van J. Kleyentjens en H. H. Knippenberg staat die als volgt beschreven: "De molenaar van Bergeijk had veel overlast van katten als hij bij avond of nacht malen moest. Zij dansten er rond en maakten een akelige muziek; de baas en de knecht durfden er bij donker niet meer heen. Toen kwam er eens een hegmulder (zwervend "molenaar" die van de ene molen naar de andere trok om er wat karweitjes op te knappen), die de moed had de molen te bemalen. Hij stak twee kaarsen aan, een gewijde en een ongewijde, hing een ketel met water boven 't vuur en ging aan de arbeid. AI gauw kwamen de katten, tot tweeenveertig toe. Toen begon de dans, poot aan poot, maar de hegmulder nam een oude sabel en sloeg er op in. De volgende dag lag de muldersvrouw te bed met een vinger te kort en in de molen vond men een vinger met een gouden ring met de naam van de muldersvrouw. 't Geheim was door de hegmulder opgelost en er kwamen nooit meer katten in de molen."

Een kleine greep uit de beschikbare literatuur over Brabantse sagen en mythen:  W. de Blécourt, Volksverhalen uit Noord-Brabant / samengest. door; [geïll. door Harry van Lunenburg] (Utrecht 1980)  D.J.W. Teding van Berkhout , De erwtenman en andere volksverhalen uit Noord-Brabant (Utrecht 1996)  J.R.W. Sinninghe, Brabantsche volkshumor (Schevingen 1934)  J. Kleijntjens & H.H. Knippenberg, Brabantsche sagen, met teekeningen door A.C. Ninaber van Eijben (Leiden 1926)  M.J.G. de Jong, Volksverhalen uit Noord-Brabant (Den Haag 1972)  J.R.W. Sinninghe, Noordbrabants sagenboek (Den Haag 1964)  H. Kunst, Brabantsche sagen (Turnhout 1934)  J. Wauters, Klein-Brabants sagenboek, Reeks: Jaarboek van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant Vzw. jrg. 39  V. Cleerdin, Brabantsche sagen (’s-Hertogenbosch 1922)  P.N.Panken (bew. Joh.Biemans) ‘Spokerijen in de Kempen’ (Bergeijk, 1973)

27.15 Gasthuis Een gasthuis was in de middeleeuwen een instelling waar zieken en ouderen verpleegd en verzorgd konden worden. Later werd onder gasthuis ook verstaan een hofje: een aantal huisjes rondom een binnenterrein, bedoeld voor bijvoorbeeld leden van een bepaalde kerk of andere doelgroepen zoals reizigers. Aanvankelijk werden gasthuizen gebouwd door de kerk of gesticht door een bisschop. Met de opkomst van de burgerij in de Late Middeleeuwen werden gasthuizen ook door leken gesticht. De Ursulinen beginnen in 1880 op ’t Hof een klooster met Pensionaat, De Zusters van de Heilige Geest in 1904 op ’t Loo een klooster met school. Maar een Gasthuis? Nee. Wel werd door de Ursulinen in 1901 aan de Eerselsedijk een ‘Oud-mannen en vrouwen huis’ geopend).311

311 Aanvulling heemkundekring Bergeijk/W. van Dooremolen en P. Aarts. 189

27.16 Kiosk

1.27.16.001 Kiosk Vlieterdijk Luijksgestel Kiosk uit 1950. CHW. nr. KL066-000216

1.27.16.002 Kiosk Riethoven Kiosk gebouwd door de harmonie in de jaren 60.

Afbeelding: kiosk op het driehoekig plein in Riethoven (november 2010).

1.27.16.003 Kiosk op ’t Hof-Bergeijk

Uit Bergeijk in Kaart 2009.

190

27.17 Waterput

1.27.17.001 Valentinusputje Westerhoven Bij de Sint Valentinus Kapel bij de brug over de Keersop (1.26.6.006) was vanouds een Heilig putje, het Valentinusputje. Zieken kwamen van het water uit het putje drinken. Het putje is gelegen aan den oever van de Keersop, op een paar minuten afstand van het gehucht Looveren aan de linkerzijde van den zandweg naar Borkel, niet ver van de brug, die daar over de rivier is geslagen. Het ronde putje had bij een diepte van een meter, een middellijn van 80 cm en was vroeger zelfs bij de felste droogte, gevuld met kristalhelder water. Slechts bij zeer hevigen vorst bevroor het. Opmerkelijk is het, dat de waterstand ruim drie kwart hoger was dan in de nabije beek. Bij het verbreden van de Keersop door het Waterschap, is het putje aangetast. De waterstand daalde erdoor, zodat het water troebel en slijkerig was en het putje ’s zomers droog kwam te staan. In 1836 ontstond bij het normaliseren van de Keersop een nieuwe bron dichter bij de rivier, het “kleine putje”, met veel en drinkbaar water. 312

Het Valentinusputje is erfgoed dat herinnert aan de prehistorie en de Vroege Middeleeuwen. Het Valentinusputje kan als een toegangspoort fungeren tot deze historische perioden. Het betreft bovendien erfgoed dat in de belangstelling staat. Hieronder volgt een beschrijving van P.N. Panken. Het zal in bepaalde mate speculatief zijn, maar dat maakt voor de constructivistische benadering van erfgoed, die tegenwoordig het meest in de belangstelling staat, niet uit.

Uit: Bijvoegsels voor de beschrijving van Bergeijk. P. N. Panken.

“In overoude tijden kunnen hier Germaansche gezinnen gehuisd hebben van een priesterlijk geslacht. De heidensche priesters, de tusschenpersonen tusschen goden en menschen woonden in het Eikenwoud, zooals blijkt uit den naam "Druiden" dat is Eikbewoners, dien den Romeinen hun gaven. Doch alleen de Gallen in Frankrijk hadden Druïden; de Germanen hadden die niet. Waarschijnlijk maakten de bewoners het middenpunt van den toen vrij bevolkten omtrek uit, die mogelijk geheel voor een heilig gebied gegolden heeft. Sporen van heiligdommen kan men toch veronderstellen in de namen van sommige gehuchten en gronden, ook buiten Bergeik, als: de Hees enz. te Eersel, de Pan te Hapert, de Tempel en het Valentinus-putje te Westerhoven. "

“Onder dansen en gezangen togen die rondom verspreid wonende heidensche stammen naar hunnen tempel, om hunne offers aan de voeten des outers neder te leggen; dáár voorspelden priesters en wichelaars, soms in vrouwenkleederen gehuld, de toekomst; deelden toovermiddelen en amuletten rond; en uit dat woud, hetwelk een ongewijde niet anders dan met een hoofdband geblinddoekt, mogt binnentreden, voerden zij op zekere feesten hun onbekenden god op een wagen de omstreken rond, onder het gejoel en geschrei der van alle zijden toegestroomde landlieden”

“Onder het gejoel en geschrei der van alle zijden toegestroomde landlieden geschiedden die tochten door het hiervoren aangeduide oord, om alle heiligdommen te bezoeken welke dáár lagen : misschien bezat dit punt, behalve Weebosch, nog andere gewichtige plaatsen. De Germanen echter (zie Cesar en Tacitus) hadden geen anderen tempel, dan het bosch en maakten van hunne goden geene beeltenissen. Het gezegde is mitsdien op de later aanwezige Franken toepasselijk; want de Germanen kenden geene bedevaarten. Bij de Germanen traden alleen de priesters in het heilige deel van het bosch waar geofferd werd. Zeer waarschijnlijk zullen te Weebosch, grafheuvelen en andere overblijfselen uit den grijzen voortijd aanwezig geweest of nog in den schoot der aarde verborgen zijn. Door ontginning en bebouwing van den grond is misschien ook veel vernietigd en onkenbaar geworden. Eene verhevene plaats, tot in onzen tijd heide, onder Luiksgestel, doch slechts 20 minuten zuidwaarts van Weebosch, is een oord waar het heidensch voorgeslacht dezer toenmalige boschrijke streken en vermoedelijk ook dat van Weebosch zijn graf koos. De verëering van eenen of anderen landelijken god, kan daartoe aanleiding gegeven hebben. Uit de onder Luiksgestel bij Weebosch gelegen grafhoogten zijn door mij in 1845 lijkurnen, houtskool enz. opgedolven en daarvan aantekeningen gemaakt. Waar menschen lang samen wonen en samen leven moeten noodzakelijk sterfgevallen plaats hebben. Buiten allen twijfel behoorden onze voorouders tot den Germaanschen

312 W,v,Dooremolen ‘Het Valentinusputje te Westerhoven’ in De Keersopper nr 11_p15 191 stam. Vele gewoonten der heidenen bleven ook hier, thans in onbruik, bestaan, als de Meikenskerremis, het eieren tikken of tiertsen, katknuppelen, gans rijden, vastenavondvermaken enz. bestaan. Mijne opdelvingen in Kempenland komen daarmede overëen. Heilige wouden tijdens het heidendom als misschien te Weebosch werden door een gracht, een wal of omheining omgeven.”

Afbeelding: Valentinusput (juli 2011)

27.18 Bank In 2011 zijn vroegere Boerenleenbankgebouwen in Bergeijk door Heemkundekring en RABObank geregistreerd (b.g.v. 100 jaar RABO).313

27.19 Winkel [in Bergeijk niet opgenomen]

27.20 Gemeenschapshuis [in Bergeijk niet opgenomen]

27.21 Herberg

1.27.21.001 Herberg De Zwaan / De Keizer Bergeijk (zie ook 1.29.2.001) 1791 aangelag 2-25 dries en teulland 8-45 waarvan afgetrokken is 25 roeden waerop het huys en brouwerij staat Aan de Beestenmarkt lagen in 1627 de huizen van enkele prominente bewoners, o.a. Goyaart Willem Bergmans met een brouwerij en het ‘Elengoed’ aan de overkant (plaats waar nu het hotel Beukenhof is). Verder waren er nog een brouwerij, herberg en schaapskooi aan het huis van Bergmans: ‘het brouwhuys en het half aengelaech totten waterlaet toe’ en ‘die schaepskoye aen de schuer metten peertstal, 1603, R21 88v’. De brouwerij die Willem Bergmans in 1627 aan de noordkant van de markt had, blijkt te zijn voortgezet tot het jaar 1791, wanneer het Maatboek ter plaatse eveneens een brouwerij registreert.314 De Zwaan is de oude naam van de herberg en logement de Keizer. Deze naam van herberg De Keizer dateert van de tijd voor Panken, (genoemd naar de keizer van Oostenrijk, die in 1713 Zuid-Nederland in bezit kreeg) einde 18de eeuw. In 1812 is de brouwerij publiek verkocht en Panken vermeldt de brouwketels die werden verkocht en uitgebroken. ‘Eeuwenlang is daarin herberg en logement uitgeoefend. Een uithangbord, den Keizer van Oostenrijk voorstellende werd aan een vooruitstekende stok tot 1832 in den voorgevel boven de deur aangetroffen.’ De brouwerij en herberg werden in 1883 afgebroken en het klooster van de Ursulinnen kwam ervoor in de plaats. De gebouwen van het klooster van de Ursulinnen kunnen we situeren op A552-A557.

1.27.21.002 Herberg De Roode Leeuw Bergeijk (zie ook 1.13.2.001) In het centrum van Bergeijk aan de plaetse. Het huis was in 1418 mogelijk van ene Marcel de Leeuw. De huisnaam ‘den Leu’ komt al in 1617 voor. Het beestje op het uithangbord kleurde pas na 1800 rood, want de eerste vermelding van de naam ‘Den Rooden Leeuw’ dateert van 1826. Mogelijk was het gebouw al in 1626 deels in steen gebouwd omdat er dan sprake is van een camer.315 Thans winkels.

1.27.21.003 Herberg en Teutenhuis De Ster Bergeijk (zie ook 1.13.2.002) 316

313 Aanvulling heemkundekring Bergeijk/W. van Dooremolen en P. Aarts. 314 Vangheluwe e.a. , 2009, 226-227. 315 Vangheluwe e.a. , 2009, 262; kaart: 254. 316 W.v.Dooremolen “Het Teutenhuis, de oudste woning van Bergeijk-dorp” in de Keersopper 15_p15 192

Domineestraat 8a Bergeijk is een langgevelboerderij uit 1722, in de literatuur bekend als Teutenhuis en herberg De Ster (tot 1892). Het is gebouwd door een rondtrekkende handelaar die zich later, tot welstand gekomen, in zijn geboorteplaats vestigde. Het pand dateert uit 1722(zoals in de zijgevel staat, bouw of verbouwing), met een bedrijfsgedeelte van 1893, dat na een brand in 1945 grotendeels is vernieuwd. Het geheel is opgetrokken in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant. Evenwijdig achter het huis een losstaande kleine schuur waarin een niet beschermde paardenstal, kleinveestal, vroeger bakhuis en hooizolder, rond 1900 opgetrokken in Belgische gladde oranje baksteen. Op het erf een boerensier- en moestuin met enkele fruitbomen, vlier en beukenhaag. Het pand ligt achter de hervormde kerk uit 1812/1857 en is sinds 1893 eigendom van de Hervormde Maatschappij van Welstand.

Het eenlaags woonhuisgedeelte op rechthoekige plattegrond is boven een gepleisterde plint opgetrokken uit donkerrode baksteen (21 x 10 x 5 cm) in kruisverband met klezoren. Het zadeldak tussen geschouderde tuitgevels is aan de achterzijde gedekt met oranjerode Hollandse dakpannen, maar aan de voorzijde met gesmoorde Muldenpannen. Ter plaatse van de oude schouw, centraal in het huis, een gemetselde schoorsteen op de nok. Een tweede, later gemetselde schoorsteen op de nok tegen de rechter zijgevel. De zesassige voorgevel heeft aan weerszijden van de dichte voordeur met negendelig bovenlicht twee vensters met 20-ruits schuiframen en duimen. Rechts bevindt zich boven een getralied keldervenster met kruisroederaam het zesruits schuifraam van de opkamer. Deur en ramen, alle even hoog, zijn aan de bovenzijde voorzien van strekken. De gevelbeëindiging bestaat uit een decoratief getrapt baksteenfries. Staafankers met uitgesmede krul. De geschouderde tuitgevel links, met vlechtingen en schouders, is geheel blind, behoudens twee kleine vensters met van een kruisroede voorziene draairamen op de zolderverdieping. Bouwsporen geven aan dat deze vensters oorspronkelijk naar beneden verlengd waren. Boven de vensters is in donker verglaasde baksteen het jaartal "1722" gevormd. Rechts op de begane grond tekent zich een dichtgezette secundaire deuropening af. Links bevindt zich een latere kleine aanbouw met deur en portaaltje onder lessenaardak, wat duidt op een later gebruik als dubbel woonhuis. Staafankers met uitgesmede krul. De achtergevel van het woonhuis mist het baksteenfries en vertoont een grote verscheidenheid aan deur- en vensteropeningen. Oorspronkelijk is in ieder geval een 20-ruits schuifraam geheel links en daarnaast een vernieuwde deur met zesruits bovenlicht. Verder vindt men een dichte deur met tweedelig bovenlicht en aan weerszijden een draairaam met kruisroede en tweedelig klapraam als bovenlicht, ca. 1950. Geheel rechts op verschillende hoogten twee zesruits schuiframen met stenen vensterbanken. Staafankers. Het oude interieur van het woonhuis is in hoge mate gaaf en herkenbaar bewaard gebleven. Ook de oude indeling is grotendeels gebleven. Zware moerbalken met eenvoudig geprofileerde consoles waarop ingelaten kinderbinten vormen het plafond van het gehele huis. Een klein halletje achter de voordeur heeft veelkleurige vloertegels die samen stervormige motieven vormen, ca. 1893. Links en rechts grote kamers, dwars daarachter een gang met oude houten trap naar de zolder. In de kamer rechts de verbouwde resten van de oorspronkelijke stookplaats. Alleen de geschilderde geprofileerde schouwbalk is nog bewaard gebleven. Delfts-blauwe tegels zijn verwijderd. Rechts naast elkaar oude deuren naar de met een tongewelf overkluisde kelder met oranje plavuizen en de daarboven gelegen opkamer. Zeer bijzonder is hier de omlijsting van de bedstede met gesneden Renaissance-ornamentiek in de vorm van voluten, rolwerk en diamantkoppen (XVIIA). In de kamers links van de voordeur gestucte troggewelfjes (gespelderd). Secundair zijn hier verschillende scheidingswanden ingebracht, waaronder een uit houten paneeltjes, bedoeld om dit gedeelte van het huis, denkelijk de vroegere gelagkamer, als afzonderlijke woning te kunnen benutten. Daartoe zijn er ook uitgangen naar de zijgevel gemaakt. Achter de dwars gelegen gang bevond zich voor ca. 1950 tegen de achtergevel een inmiddels dichtgestorte kelder met daarboven een tweede opkamer. Vrijwel alle kozijnen en deuren in de woning, waaronder zulke met panelen, zijn oud en wit geschilderd. Deels oud hang- en sluitwerk. De oude houten trap met eenvoudig geprofileerde trappost, donkerbruin geschilderd, leidt naar de zolder met een zeer complete, grotendeels uit gekantrecht eikenhout gemaakte kapconstructie met houten pen-en- gatverbindingen. De dekbalken van de vier spantjukken met gehakte telmerken dragen ieder een middenstijl waarop de nokgording rust. De dekbalken zijn door middel van gekromde korbelen met de schuin staande stijlen verbonden. De op de uiteinden van de dekbalk opgelegde gordingen zijn in de lengterichting afgeschoord op de stijlen. Op de overstekende uiteinden van de hanebalken, in het

193 midden verbonden met de middenstijlen, rusten eveneens eiken gordingen die op hun beurt afgeschoord zijn op de eiken spantbenen die op de dekbalk staan. Langsverband is tevens verkregen doordat de nokgording is afgeschoord op de middenstijlen. De sporen en panlatten zijn van gezaagd naaldhout, ca. 1950. De dakpannen zijn gevleid op strodokken.

Afbeelding: Teutenhuis Domineestraat 8a Bergeijk (foto W. van Dooremolen)

Het bedrijfsgedeelte, rechts in het verlengde aan het woonhuis aangebouwd, op rechthoekige plattegrond met zadeldak en puntgevel dateert van 1893. Voordien was het woonhuis - althans deels - vrijstaand, getuige de vlechtingen en een cirkelvormige opening met rollaag in de rechter geveltop. Hoewel grote delen van het bedrijfsgedeelte met dwarsdeel, koestal en hooizolder na 1945 vernieuwd zijn, herinneren de voorgevel met baksteenfries, twee dubbele getoogde deeldeuren, waarvan de linker dichtgezet, acht gietijzeren rozetankers en in het interieur de zware gezaagde eiken moerbalken die de hooizolder dragen nog aan de oorspronkelijke schuur. De achter- en zijgevels zijn, samen met de gehele ambachtelijk geconstrueerde kap met zes grenen driehoeksspanten met spruitbalk en gordingen met windschoren, geheel vernieuwd na de brand van 1945. Zo ook de twee dichte deuren met aan weerszijden een zesdelig getoogd betonraam in de voorgevel. Zijgevel met drie rechtgesloten zesdelige betonramen. Achtergevel met drie dichte deuren, waarvan een met tweedelig bovenlicht, en vier getoogde zesdelige betonramen. Het dak is, boven een baksteenfries, gedekt met oranjerode Muldenpannen.

De langgevelboerderij, voormalige herberg en het Teutenhuis uit 1722 is van algemeen belang. Het pand heeft grote cultuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven woonhuis van een tot welstand gekomen rondtrekkend handelaar en vroeg voorbeeld van een herberg. Het Teutenhuis is kenmerkend voor de Kempen. Tevens is het een uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling, en wel door de afleesbare evoluatie van een herberg naar een langgevelboerderij. Bovendien speelt het huis een rol in de geschiedenis van het protestantisme in Noord-Brabant. Het pand heeft architectuurhistorische waarde vanwege de harmonische verhoudingen in combinatie met de verzorgde details en het ambachtelijk-traditioneel materiaalgebruik. Het pand is van belang vanwege de grote samenhang van het exterieur en het grotendeels gaaf bewaarde interieur. Het pand heeft ensemblewaarde in combinatie met erf en schuur door zijn ligging direct achter de protestantse kerk (rijksmonument), waartoe het in eigendom behoort, en als oudste woonhuisonderdeel van de historische dorpskern. Een bijzonder belang vertegenwoordigt het pand door de grote architectonische gaafheid van ex- en interieur. Bovendien is het pand van belang vanwege de architectuurhistorische zeldzaamheid van een bedstede-omlijsting in de stijl van de Renaissance. Beschermd Rijksmonument nr. 515188. CHW. nr. KL010-000133

194

Het gebouw is in 2006-2008 gererstaureerd. Het woongedeelte is als zodanig gebleven. Het bedrijfsgedeelte is omgevormd tot Bezoekerscentrum Teutenhuis, waar in 2009 VVV, museum Eicha en de heemkundekring met een Teutenkamer zich gevestigd hebben. De achterliggende stal (vroeger bakhuis) is omgebouwd tot De Ster, een plaats van samenkomst voor de protestante gemeenschap van Bergeijk.

1.27.21.004 Herberg en Teutenhuis Luijksgestel Dorpstraat 88 Luijkgestel, genaamd Pannenhuys, langgerekt gebouw. Voorheen Teutenhuis en herberg.

27.22 Hotel/restaurant

1.27.22.001 Hotel Beukenhof, Hof 154, Bergeijk317 Voormalige Nederlands Hervormde pastorie uit 1838. In de tweede helft van de 20ste eeuw en tot voor kort in gebruik als hotel Beukenhof. Beschermd rijksmonument. nr. 528466, CHW. nr. KL010-000139. Vroeger lag hier het Elengoed: In 1532 wordt in een leenboek van de Heerlijkheid van Herlaar, zijnde een 3e versie van een leenregister uit 1390 melding gemaakt van het Elen Bloks-goed te Bergeyk. Het zal mogelijk toen al de Bisschop van Luik geweest zijn die dat perceel bezat. Een perceel dat aan de achterkant begrensd werd door een gracht, waarachter de goederen van de abdij St.Jacob te Luik grensden, die ze in het begin van de 11e eeuw verkregen hadden. Frans Theuws wijst er op dat het Bergeijkse geslacht ‘Van Eykelberghe” mogelijk optrad als voogd of meier over het aan de Heren van Herlaar te leen gegeven bisschoppelijk domein.

Bewoners op het Elengoed, nu Beukenhof geheten:

1648 Evert Wachtelaar, rentmeester voor de abt van StJacob te Luik 1651 Godefridus Wychmans, secretaris van de Dingbank 1706 Joannes Dullaart, secretaris der Dingbank, koopt het goed 1721 Wouter de Wit, schepen van Bergeijk 1733 Johan W. H.van Beverwijk, secretaris der Dingbank koopt het 1784 Het huis wordt aan pastoor Deelen verhuurd 1786 Jan van Beverwijk, schepen der Dingbank Bergeijk, wordt eigenaar en verkoopt het weer aan de teut Hendrik Lommelaars 1793 De weduwe van de Bergeijkse dokter Raupp woont in dit huis 1823 Het huis wordt als marechausseekazerne verhuurd 1838 De Hervormde gemeente van Bergeijk koopt het huis en breekt het af, waarna een pastorie gebouwd werd.

Afbeelding: Detail uit minuutkaart Bergeijk 1832 (E = Beukenhof) (W. van Dooremolen)

Als we voor hotel Beukenhof staan zien we rechts de weg naar Westerhoven, rechts-voor een weg naar Riethoven en links-voor de weg naar Eersel. En zo was het ook voor de eerste Bergeijkse boerenbevolking die hier op het laarplein hun gemeenschappelijke veekraal hadden, door houten staketsels afgezet met uitgangen naar de genoemde uitvalswegen. (Laar=onbebouwde gemeenschapsgrond).

317 Lezing-Notitie Heemkundekring Bergeijk in juni 2004 “Het perceel van Beukenhof” 195

Het laarplein liep van de Eerselsedijk tot voorbij de Riethovensedijk. De weg naar Westerhoven liep voor het Teutenhuis langs naar het Eind van Eyck. Bewoners langs die weg mochten op het gemeynt voor hun huis een schuur of schop oprichten, en toen rond het jaar 1000 deze opstalgrond definitief eigendom werd van deze bewoners ontstond daar De Straat, nu Mr.Pankenstraat. Zo is de voorzijde van het Beukenhofperceel een dergelijke inneming van dat laarplein, en het zal mogelijk toen al de bisschop van Luik geweest zijn die dat perceel bezat. Een perceel dat aan de achterkant begrensd werd door de gracht ‘de Hofloop’ (nu het Sterrepad), waarachter de goederen van de abdij St.Jacob te Luik grensden, die ze in het begin van de11e eeuw verkregen. Zij bouwden daar later het Abtshuis, in 1866 afgebroken (de stenen zitten in het marechausseehuis op hoek Kerkstraat). Na verhuur aan de marechaussee wordt het woonhuis in 1838 herbouwd tot pastorie van de hervormde gemeente.318

Meester Panken schrijft in Beschrijving van Bergeijk: ”Het woonhuis van het Elengoed, had geheel en al het voorkomen eener voorname woning; het lag met zijn voorplein en zijne tuinen grootendeels binnen grachten; het was hoog uit den grond opgetrokken, hooger dan eenig ander huis te Bergeik en had aan weerszijden eenen trapgevel; met een zeer hoog pannendak, op het midden waarvan een torentje stond, waarin eene klok hing, was het gedekt. Men kwam in dit huis door eene ruime vestibule, waarop verschillende vertrekken uitkwamen.” Vanaf 1651 wonen op dit perceel de secretarissen van de dingbank van Bergeijk, en wanneer het in 1786 aan teut Lommelaars verkocht wordt beschrijft men het: ”eene huysinge, schop, hoff en boomgaart, houtwassen, voorpootinge, geleegen binnen deesen dorps Bergeijk, onder den gehugte Eykereijndt, groodt samen ontrent eenen morgen gronde, liggende in ringenooten met de eens zeyde Jan Keunen, de andere zeyde een straatje, het eens eijndt de Pastoryegoederen deeser gemeente cum suis en d’ander eijnt het markvelt…(Met vermelding bij de verkoop dat voor de huurder pastoor Deelen de voorkamer behangen zal worden.)

318 Aanvulling heemkundekring Bergeijk – W. van Dooremolen, juni 2011. 196

Thema: 28 Grondstofwinning

Onder grondstofwinning valt naast turfwinning ook zandwinning, klei- en leemwinning en drinkwaterwinning. In ieder dorp werd echter weldegelijk turf gegraven, maar dan door de inwoners zelf en in relatief kleine veenvoorkomens in vennen, broeken, goren, langs beken etc. In de Tweede Wereldoorlog werd hier soms nog turf gestoken. De turf werd per kar naar de boerderij gebracht. Dat turfgraven levert oneffen terrein op, dichtgroeiende boerenkuilen, misschien “Peelbanen” (of hoe die ter plaatse ook mogen heten). Bij boerderijen kun je een turfhok aantreffen.

Dat leidt tot de volgende indeling:

Turfwinning boerenkuil: onregelmatige ééndagsput in het veen, meestal in verlandende of verlande vorm peelbaan: weg tussen de boerenkuilen door dieper het veen in. turfhok: opslagplaats voor turf op boerenerf. turfvaart: kanaal voor turftransport, met wegen en bomen erlangs, sluizen en bruggen, spoelkolken en wisselvakken. moerput: laagte ontstaan door grootschalige turfwinning. turfwinning

Zandwinning uitgelaagd perceel: meestal niet meer dan één meter verlaagd perceel. De “rooie grond” is er uitgehaald, de oude teeltlaag is daarna teruggezet. zandwinput: grote en diepe zandwinning met machines. Ook: zandwinning voor de aanleg van de 17e- 19e eeuwse “dijken”, rechte wegen over de hei. stuifzandwinning: plaatsen waar zand werd gehaald uit stuifzandgebieden/heuvels.

Klei- en leemwinning leemput: kuil waaruit klei of leem gehaald is voor steen- of pottenbakkerij, het besmeren van wanden of maken van vloeren. steenoven: steenbakkerij ten plattelande droogloodsen: loodsen waarin gevormde stenen drogen voorafgaand aan het bakken. Ook genaamd “geleeg”.

Waterwinning waterputtenweg: weg langs de waterputten pompgebouw: gebouw met pompen en zuiveringsinstallaties voor de waterwinning. watertoren: verhoogd waterreservoir van de waterdistributie. Komen ook voor op bedrijfsterreinen.

Viskwekerijen visvijvers: complexen van vaak drie aaneengeschakelde visvijvers op de hei of op landgoederen, waarin vis gekweekt wordt. NB: ook de molenkolken leverden vis, maar die werd door de watermolenaars verschalkt.

28.1 Boerenkuil [niet in Bergeijk opgemerkt]

28.2 Peelbaan [niet in Bergeijk opgemerkt]

28.3 Turfhok [niet in Bergeijk opgemerkt]

197

28.4 Turfvaart [niet in Bergeijk]

28.5 Moerput [niet in Bergeijk opgemerkt]

28.6 Uitgelaagd perceel [niet in Bergeijk opgemerkt]

28.7 Zandwinput [niet in Bergeijk opgemerkt]

28.8 Stuifzandwinning [niet in Bergeijk opgemerkt]

28.9 Leemput

1.28.9.001 Leemwinning In de Bucht Bergeijk Mogelijk kwam de leem uit de Leembocht bij het Hoog Heike en de Mosbocht, waar volgens Panken leem werd gehaald waar op de hoogtekaart ook duidelijke sporen te zien zijn van een gebied waar zand is gegraven.319

1.28.9.002 Leemskuilen Westerhoven Westerhoven was rijk aan metselaars vanwege de aanwezige leemskuilen. In de 19de eeuw waren de metselaars tot in bijvoorbeeld Den Haag gewild. Ze staan bekend als de Westerhovense Buitengaanders. Bronzen plaquette van kunstenares Wil Slegers-van der Putt (Weebosch) op 11 november 1988 onthuld op Mgr. Biermansplein voorstellende de buitengaanders. Ook het ontmoetingscentrum is er naar genoemd, De Buitengaander.320

1.28.9.003 Leemskuil op de Weebosch, Volgens Panken ook Steenoven genoemd321

1.28.9.004 Leemskuil Muggenhool322

28.10 Steenoven

1.28.10.001 Steenovens Bergerakker Bergeijk 1615 een busselken en een half heytvelt aen den steenoven 1615 een half heytvelt aen de Berger ecker aen den steenoven De Steenovens op de Bergerakker, mogelijk verbonden aan de Lege Hoeve op De Paal.323

28.11 Droogloodsen [niet in Bergeijk opgemerkt]

28.12 Waterputtenweg [niet in Bergeijk opgemerkt]

28.13 Pompgebouw [niet in Bergeijk opgemerkt]

319 Vangheluwe e.a. , 2009, 198. 320 Van Hulsel, 1998. 321 Vangheluwe 2009/619 322 Vangheluwe 2009/527 323 Vangheluwe e.a. , 2009, 174, 185, 198. 198

28.14 Watertoren [niet in Bergeijk opgemerkt]

28.15 Visvijvers De woorden wijer en vijver zijn allebei afgeleid van het Latijnse woord vivarium, dat letterlijk betekent: "plaats om iets in leven te houden". Dit iets was meestal vis. Vis was in de Middeleeuwen en nog lang daarna een zeer belangrijke voedselbron, wat nog extra werd benadrukt door de talrijke vasten- en onthoudingsdagen waarop het gebruik van vlees was verboden. Vis was dan een volwaardig en eiwitrijk vervangingsmiddel. In kloosters en abdijen kende men nog veel meer vasten- en onthoudingsdagen. Ook de pastoors en kapelaans van Hoogeloon, Hapert en Casteren moesten de regels van Tongerlo of Postel opvolgen.324 De abdijen hielden daar rekening mee door de aanleg van een vijvertje bij de pastorieën die meestal omgeven waren met een "vest", waarin ook vis werd gekweekt. Voor grotere kwekerijen hadden de abdijen wijers aangelegd. Meestal gebeurde dat op de heide, dus buiten het agrarisch gebied van het dorp. Dit terrein werd dan door de hertog beschikbaar gesteld.325

1.28.15.001 Visvijvers in de Maai Bergeijk Twee min of meer ronde grote vennen achter de hoeve in de Maai. Blijkbaar waren dit aanvankelijk visvijvers van het in 1423 gestichte klooster Marënhage alias Ten Hage bij Eindhoven. In 1648 kwamen deze bezittingen aan de prins van Oranje, zodat de Nassause Domeinen er het beheer over voerden tot ze in 1809 werden overgemaakt aan keizer Napoleon. Het heten dan nog steeds visvijvers te zijn. 326 In 1830 waren de vennen en omliggende heide van de gemeente Bergeijk. Opmerkelijk is dat het kadaster de vennen verkeerd ingetekend heeft, een fout die zeker een halve eeuw op de topografische kaarten bleef bestaan.

Kadastrale fout bij de Maaij: grijs kadaster, blauw werkelijke ligging van de vennen.

Het oude gebruik als visvijvers herleefde in 1903 toen burgemeester Aarts hier en ook verderop langs de Beekloop visvijvers liet aanleggen in en bij oude vennen. Hiervoor werden in de beek twee stuwen gebouwd, ‘De Liskes’ en ‘Het schut’. In 1948 kreeg het vijvercomplex De Liskes, tijdens het bewind van burgemeester J.A. Linders, met de aanleg van zeven visvijvers zijn tegenwoordige strakke indeling. De gronden werden, conform een in 1947 genomen raadsbesluit, verpacht aan de Nederlandse Heidemaatschappij. De werken werden door genoemde maatschappij uitgevoerd. Op de topografische kaart 1951/1953 staan op De Oude Maai de kweekvisvijvers ingetekend. In januari 1992 nam de gemeenteraad het besluit om de 54 ha grote visvijvercomplexen De Liskes en Pastoorsweijer te verkopen aan de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. De Beekloop werd overgedragen aan Waterschap De Dommel.327 Bos en beplantingen rond de voormalige viskwekerij aan de Beekloop bestaat o.a. uit populier, zomereik, zwarte els, schietwilg, ruwe berk, kers, wilde lijsterbes, sporkehout en gewone vlier. Het geheel dateert overwegend uit de periode 1850-1900, maar is deels ook ouder. Cultuurhistorische waarde: zeer hoog. CHW. nr. G152

324 G. Beex, 1987, 145-146. Kaart waarop de wijers staan aangegeven. 325 G. Beex, 1987. 326 Vangheluwe e.a., 2009, 391-392. Zie ook NAG, NDR nrs 9262 – 9951 en de inleiding daarop in Van Hoof e.a., 1997, 358 – 362. 327 Vangheluwe e.a. , 2009, 393-394. 199

Afbeelding: visvijvers bij de Liskes (http://www.staltilburgs.nl/gallery/omgeving/photos/liskes.htm)

1.28.15.002 Pastoorswijer Bergeijk Rond 1900 behoorde deze wijer aan de parochies van het Hof en het Loo, die haar in 1825 als visvijver en als turfgrond voor haar pastoors van het Domein aankochten. De vijver lag ten zuiden van de Kapelaanswijer.328

1.28.15.003 Visvijvers Enderheide Langs de Beekloop, net bovenstrooms van de Beekbrug onder Bergeijk. In de Vloeiweiden aldaar.

1.28.15.004 Visvijvers Westerhoven Langs de Beekloop, net benedenstrooms van de vloeiweiden aldaar onder Westerhoven. Op de kaart van 1930 is het terrein nog heide met wat bosjes.

1.28.15.005 De Kapellaansweijer De Kapellaansvijver is gelegen ten noorden van de Pastoorswijer en heette aan het begin van de 19e eeuw het Wijerke.329

1.28.15.006 De Zwarte wijer of Zwartrijtsche wijer De Zwarte wijer of Zwartrijtsche wijer (nigrum vivarium) heette hij in een charter van 1444; hij behoorde oudtijds aan de Abdij van Postel, die volgens T. Welvaarts voor haar vistafel meer van die meren in de Meierij bezat (monniken moesten matig zijn met hun vleesconsumptie). De Zwarte Weijer ligt in het westen van Bergeijk in de Postelse Heide.

1.28.15.007 Wouwensven, Het Klokke· of Rusven; het Kraanmeer; de Papenwijer Deze visvijver behoorde aanvankelijk aan het voormalige Klooster Mariënhage onder Woensel, dat ook nog een andere wijer in Bergeijk bij de Maaij bezat. Later behoorde deze wijer aan Willem Mollen, landdeken en pastoor te Bergeik. Bij de akte, waarbij diens erven deze wijer in 1779 verkochten, werd

328 Vangheluwe e.a., 2009, 305; Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900. 329 Vangheluwe e.a., 2009, 305. 200 verklaard dat hij lag tegenover de Heykerk (die onder Luyksgestel). Daar vinden we in 1617 en 1767 het toponiem Wouwersven voor een lage perceelsgroep die deels in Bergeijk en deels in Luyksgestel lag, 300 meter ten zuidoosten van de Heikerk. 400 meter ten noordoosten van de Weijer ligt een groep percelen die “Wijerdijk” heten, mogelijk naar de heibaan die van het Loo langs de weijer naar de akkers van Luyksgestel liep.330

1.28.15.008 Het Fresseven (ligging onbekend) Deze wijer heeft bij het volk den naam van onpeilbaar te zijn; in het midden van dit water zou volgens het volksverhaal een torenklok verzonken liggen, die op Kerstnacht om 12 uren luidt. Aldus Panken.331 Ergens in de Enderheide.

1.28.15.009 Fleerakkerswijer Bergeijk De vijver lag ten zuiden van de Keersop en ten noordoosten van de Pastoorswijer. Tussen 1844 en 1863 was hij eigendom van A. Fleerakkers, de stiefvader van Panken. Een bunder ervan is in 1893/94 omgevormd tot wetering.332

1.28.15.010 Wijerdijk op ’t Loo.333

1.28.15.011 Wijerhorst en Wijerman in ’t Muggenhool.334

28.16 Turfwinning In de Brabantse Kempen wordt meestal gesproken over klot en moer, dit is de benaming voor minder goede kwaliteit turf. In de archiefstukken wordt gesproken over turf, steekturf, klot, moer en heideturf. Dit veenmateriaal bestaat uit afgestorven plantenresten die zijn samengedrukt tot een bruine soms zwarte massa, meestal bevat het veenmateriaal ook zand en stof. Het veen wat nu nog in het zo’n ven voorkomt is donkerbruin tot zwart en is ook zandig. Als er veel zand in het veen zit is de kwaliteit natuurlijk minder en was deze minder waard voor de verkoop.

Met heideturf werd bedoeld de heideplaggen uit de laag gelegen vochtige delen in het heideterrein, vaak dopheideplaggen. Deze plaggen bevatten veel humus en konden na het drogen als brandstof worden gebruikt. Met heideschalen worden de gewone heideplaggen bedoeld, deze werden in de potstal gebruikt en later vermengd met mest werd dit materiaal op de akkers uitgestrooid (plaggenbemesting).

1.28.17.1 Eerdbrand Bergeijk Kadastraal Sectie D blad 1 (de Lage Berkt en de Hooge Berkt). In de streek zegt men ärtbojem voor aardbodem, dus letterlijk betekent Eerdbrand “aarde die brandt”, dwz. turf. Een plaats waar klot en turf werd gestoken nabij de Diepvelden, een moergebied op de grens met Eersel. Op deze moerassige plaats bevond zich een grenspaal met de gemeint van Eersel, Weebosch en Berkt.335

1.28.17.002 Klotbeemd Bergeijk336 Kadastraal Sectie B489, 491 blad 1 (’t Hof, Eijkereind en Hoekerbeemden). Kadastraal Sectie C 260, blad 1 (De Broekstraat). Kadastraal Sectie D 252-255, 257, 329, 331 blad 1 (de Lage Berkt en de Hooge Berkt).

1.28.17.004 Klotbeemdeke Bergeijk Kadastraal Sectie D blad 1 (de Lage Berkt en de Hooge Berkt).

330 Vangheluwe e.a., 2009, 552. 331 Vangheluwe e.a., 2009, 304. 332 Vangheluwe e.a., 2009, 305. 333 Vangheluwe 2009/550. 334 Vangheluwe 2009/524-525. 335 Vangheluwe e.a. , 2009, 430-431. 336 Vangheluwe e.a. , 2009, 293, 430-431. 201

Dit perceel van de pachthoeve van Averbode ligt zeer waarschijnlijk op D 239.337

1.28.17.005 Voorste Klotbeemd Bergeijk338 Kadastraal Sectie C 268, blad 1 (De Broekstraat).

1.28.17.006 Klotkuilen Bergeijk339 Kadastraal Sectie D 336-337, 249-251 blad 1 (de Lage Berkt en de Hooge Berkt).

1.28.17.007 Achterste Klotveld Bergeijk340 Kadastraal Sectie C 261, blad 1 (De Broekstraat).

1.28.17.008 Juffrouwsveld Bergeijk341 Kadastraal Sectie D 241-242 blad 1 (de Lage Berkt en de Hooge Berkt).

1.28.17.009 Klotterputten Bergeijk 1525 vicinorum de berct de clotterputten Bij het beekdal van de Run of Aa. Het zuidwestelijke gedeelte van het beekdal was in 1791 niet ontgonnen of geprivatiseerd en heette de Klotterputten. Dit was de heide die de inwoners van Berkt samen met de inwoners van Boxheide (van Eersel) aan de overkant van de Run gemeenschappelijk gebruikten. In 1648 werd na een twist over deze heide en akkoord gesloten tussen de inwoners. Men kwam overeen om de ‘vronte oft clotterputten’ niet voor 25 april in het seizoen als weide (hoeden) te gaan gebruiken en “soo wanneer het houdt sijnen waschdom heeft oft schaerbaer is dat sij partijen tsamenderhant sullen schaeren, deylen oft vercoopen’.342 De naam komt op meer verspreide plaatsen voor langs de Run in het Berkterbroek, zoals meer naar het noorden op het Juffrouwsveld en de Brede Beemd. En het werd zelfs genoemd als gelegen in de nabijheid van de Paal (vicinorum de palude), waaruit we concluderen dat de onverdeelde moerassige heide van de Klotterputten zich vroeger uitstrekte van de Boxheide tot de Paal. Het tweede deel van de naam wijst op klotsteken in het moerasgebied ter plaatse, waardoor putten of kuilen ontstonden. Na de ontvening werd het gebied als gemeenschappelijke weide ingericht: in 1648 werd de gemeinte op de Klotterputten inmiddels als weide en voor het scharen (is snijden) van hout benut.343 In dit gebied is ook nu nog veen in de bodem aanwezig.

1.28.17.010 Monnekensput Bergeijk Kadastraal Sectie C blad 3 (De Maai). 1737 van de Kockaertskolck lanchs Toirkenshoeck tot bij Moonekensputje de lengte van 431 roeden Het eerste deel van de naam slaat op duivel. Mogelijk was het gebied dusdanig ontoegankelijk dat je er beter niet kon lopen anders ‘kwam monen, de duivel, je halen’ (…). Het is een punt op de grens tussen Lommel en Bergeijk. (…) de naam kan ook afkomstig zijn van een persoon (Moon, Simoon). Het ven ligt in de strook die Bergeijk in 1843 van Lommel ontving in ruil voor de zuidwaarts spie bij de Pelterheggen.344

1.28.17.011 Puttenbeemd Bergeijk345 Kadastraal Sectie D 141-145 blad 1 (de Lage Berkt en de Hooge Berkt). 1627 uyten bempt genoempt Swillekens oft den puttenbempt

1.28.17.012 Puttenveld Bergeijk346 Kadastraal Sectie D 132, 137 blad 1 (de Lage Berkt en de Hooge Berkt).

337 Vangheluwe e.a. , 2009, 420. 338 Vangheluwe e.a. , 2009, 343. 339 Vangheluwe e.a. , 2009, 422. 340 Vangheluwe e.a. , 2009, 342 341 Vangheluwe e.a. , 2009, 421. 342 Vangheluwe, 2009, 395 en 406. Kadastraal Sectie D 38 etc. blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). 343 Vangheluwe e.a. , 2009, 395, 406. 344 Vangheluwe e.a. , 2009, 372-373. 345 Vangheluwe e.a. , 2009, 411. 346 Vangheluwe e.a. , 2009, 409. 202

1.28.17.013 Tus(se) / Tuske Kadastraal Sectie C 230-231, 237-239, 262-264, 371, 373, 436-440, 462-470, 478, 480-491, 493-495, 497, 499-508, 510, 577-578, blad 1 (De Broekstraat) en blad 2 (De Hulsdonk). Kadastraal Sectie D 46, 48, 60-63, 65, 76-78, 330 blad 1 (de Lage Berkt en de Hoge Berkt). Tussen is klotsteken in de Kempen. Het lijkt erop dat tus synoniem is met beemd. Over het algemeen vinden we de tus-namen op de nattere moergronden. Volgens Weijnen betekent tus ‘gras- of heidezode’. Panken zegt hierover: ‘tusch is heide- of broekgrond, gewoonlijk met kuilen en ruigte, gagel en klein houtwas doorsneden’. ‘Tussen’ betekent in het Bergeijkse taaleigen ‘klot steken’.347

347 Vangheluwe e.a. , 2009, 341, 355. 203

Thema: 29 Industrieel

De streek kende vanouds al allerlei plattelandsindustrie die aansloot bij de agrarische maatschappij. Later is daar moderne, zelfs mondiaal gerichte, industrie bijgekomen. Die ontwikkeling moet door de cultuurhistorische inventarisatie ook in beeld gebracht worden, zodat ook de Industriële archeologie gevoed kan worden met informatie.

De schrale akkers op de dekzanden leidden in Kempenland, net als in de hele Meierij, in bepaalde perioden tot een hard en armoedig bestaan. Het bekende schilderij 'De Aardappeleters' van Vincent van Gogh, die een tijd in Nuenen woonde en werkte, herinnert hieraan als ook volkse gezegden als: 'Wat luiden de klokken van Duizel? Erremoei, erremoei ...' Het armoedige boerenbestaan zorgde voor een grote uitstoot van arbeidskrachten en de permanente noodzaak tot huisnijverheid. Door de goedkope arbeidskrachten ontstonden in de loop van de 19de eeuw vestigingen van arbeidsintensieve nijverheid als sigarenmakerijen en leerlooierijen. Hieruit groeide een sterke industrialisatie, zowel geconcentreerd in de snelgroeiende steden Tilburg, Eindhoven en Helmond, als verspreid in omliggende industriële kernen als Goirle en Geldrop.348

29.1 Arbeiderswoning/Ambachtswoning Het gaat dan om een enkele losse woning bij een bedrijf, niet om complete wijken, want dan valt het onder thema woonwijken.

29.2. Brouwerij

1.29.2.001 Brouwerij De Zwaan / De Keizer Bergeijk (zie ook 1.27.21.001) 1791 aangelag 2-25 dries en teulland 8-45 waarvan afgetrokken is 25 roeden waerop het huys en brouwerij staat Aan de Beestenmarkt lagen in 1627 de huizen van enkele prominente bewoners, o.a. Goyaart Willem Bergmans met een brouwerij en het ‘Elengoed’ aan de overkant (plaats waar nu het hotel Beukenhof is). Verder waren er nog een brouwerij, herberg en schaapskooi aan het huis van Bergmans: ‘het brouwhuys en het half aengelaech totten waterlaet toe’ en ‘die schaepskoye aen de schuer metten peertstal, 1603, R21 88v’. De brouwerij die Willem Bergmans in 1627 aan de noordkant van de markt had, blijkt te zijn voortgezet tot het jaar 1791, wanneer het Maatboek ter plaatse eveneens een brouwerij registreert.349 De Zwaan is de oude naam van de herberg en logement de Keizer. Deze naam van de herberg dateert van de tijd voor Panken, einde 18de eeuw. In 1812 is de brouwerij publiek verkocht en Panken vermeldt de brouwketels die werden verkocht en uitgebroken. ‘Eeuwenlang is daarin herberg en logement uitgeoefend. Een uithangbord, den Keizer van Oostenrijk voorstellende werd aan een vooruitstekende stok tot 1832 in den voorgevel boven de deur aangetroffen.’ De brouwerij en herberg werden in 1883 afgebroken en het klooster van de Ursulinnen kwam ervoor in de plaats. De gebouwen van het klooster van de Ursulinnen kunnen we situeren op A554-A558.

1.29.2.002 Brouwerij Huibrechts alias Van Brussel Bergeijk (ligging onbekend) Familie Huibrechts alias Van Brussel bezat in 1602 een brouwerij met schaapskooi op het gehucht Het Broek. Aan de overkant van de Hoevendijk of Broekerdijk stond de brouwerij van de familie Van Brussel.350

1.29.2.003 Brouwershuis, Meester Pankenstraat 12 Bergeijk Eclecticisme, 1878. MIP 70818 In 1878 gebouwd voor brouwerij De Adelaar; het gebouw, nu woonhuis, was van 1959 tot 1971 als gemeenschapshuis in gebruik. Gemeentelijk monument.

348 Kolman, e.a., 1997, 46. 349 Vangheluwe e.a. , 2009, 226-227. 350 Vangheluwe e.a. , 2009, 270, 325. 204

1.29.2.004 Brouwerij De Roode Leeuw (zie ook 1.27.21.002) Volgens P.N. Panken was De Roode Leeuw een zeer oude bierbrouwerij, waarvan de laatst gedateerde gebouwen rond 1894 zijn geplaatst in de onmiddellijke nabijheid van de vroegere brouwerij en wel op de plaats waar tot 1805 de schuurkerk van het Hof stond.351

Afbeelding: Kadasterkaart 1832 met Brouwersbos (naar W. van Dooremolen)

Het er achter liggende Brouwersbos heeft zijn naam aan deze brouwerij te danken.

Er waren meer brouwerijen, zo leren ons de Acten in Schepenbank Bergeijk:  Scheiding en deling tussen kinderen Dielis Coppens te Westerhoven: “de huijsing met het brouwgetou" inv.32 f181uit 1672;  Acte van transport uit 1696: Jacob en Jenneke Hoogaarts verkopen publiek o.a. huis, hof aangelag met vervallen brouwhuijske op de Voort te Riethoven; Inv. 35 f309verso.  Op de Weebosch stond voorheen een brouwerij; volgens Maatboek op perceel F259.352  En brouwerij De Adelaar, voorheen op perceel Meester Pankenstraat 12.

29.3 Directeurswoning Een losse villa-achtige woning vlak naast het bedrijf.

1.29.3.001 Huize Braambosch Westerhoven Eerst café van kinderen Neutkens. Na verbouwing woonhuis vanaf circa 1925 tot 1940 van Ch. Caers, stichter en directeur van frisdrankbottelarij. Caers begon bottelarij in schuur van boerderij van Bert Smolders op Braambos. Vanaf 1940 woonhuis van oud-burgemeester J. van Bokhoven. Mogelijk Braambos 20.353

1.29.3.002 Fabrikantenwoning Van Deijk, Mgr. Biermansplein 6-8 Westerhoven

351 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 80. 352 Vangheluwe 2009/602. 353 Vangheluwe e.a. 2009, p. 94, 98; Rijken, foto 2. 205

Dit herenhuis met neoclassicistische invloeden werd in 1859 gebouwd in opdracht van J.J. van Deijk.354 In 1859 gebouwd nabij de onderwijzerswoning van Panken. In 1930 in eigendom overgegaan aan Pietje Verhoeven. Circa 1870 aangebouwd bedrijfsgedeelte.355 Beschermd rijksmonument nr. 517918.

1.29.3.003 Ploegpark bij weverij, Riethovensedijk 20 Bergeijk Tuin- en parkaanleg rondom weverij De Ploeg en behorend tot dat complex, ontworpen door Mien Ruys. De beplanting bestaat o.a. uit zomereik, Amerikaanse eik, beuk, walnoot, moerascipres, Trompetboom, Valse Christusdoorn, moseik, Atlasceder, taxus, hulst, platanen en een Seqouia. De westelijke begrenzing van de beschermde aanleg loopt langs oostzijde van de Riethovensedijk, aan de noordzijde loopt de begrenzing door een gedeelte van het bosperceel, aan de oostzijde langs de lijn vanaf de oostelijke kant van de bestrating langs de aanbouw aan de oostgevel naar het zuiden, ter hoogte van het dwarspad verder naar het oosten tot de grens van het kadastrale perceel, in het zuiden achter langs de tuinen en de langs de noordzijde van de Bucht, zoals aangegeven op het bij het aanwijzingsbesluit behorende kaartje. Het tuinontwerp is zeer architectonisch opgebouwd uit bij het gebouw aansluitende rechthoekige en vierkante plantvlakken met afgeschuinde hoeken, die van daaraf geleidelijk oplopen van klein naar groot. Aan de westzijde van het gebouw, de kopse kant met de karakteristieke gekantelde gevels, werden de plantvakken ingevuld met een asymmetrisch patroon van vierkanten, rechthoeken en driehoeken van strak gesnoeide groenblijvende heesters. Aan de zuidzijde, ten oosten van de ingang, zijn twee lange borders met heesters en vaste planten aangelegd, parallel aan de voorgevel en haaks daarop. Langs de lange border loopt een lage heg en haaks daarop weer een heg in het gazon als begrenzing van het kleinste vierkant. Vlakverdeling en lijnvoering zijn hier zeer verwant aan het idioom van De Stijl. Aan de zijde van de oprijlaan bevindt zich daar een rechthoekige vijver, die ook als blusvijver functioneert. Twee middelgrote, bijna vierkante gazons links en rechts van de oprijlaan naar de ingang vormen de intermediair tussen de kleinschalige vlakverdeling vlak bij het gebouw en de grotere gazons aan de zuidzijde van de dwarslaan, die beplant zijn met verspreide boomgroepen en waar enkele aaneengesloten bospercelen bewaard zijn gebleven. Uitzondering op de rechtlijnige opzet is hier het licht gebogen pad dat naar de vroegere fietsenstalling loopt. Duidelijk is te zien hoe Ruys in het zuidelijk deel heeft geworsteld met de 'spaghettistijl' zoals de landschapsstijl door destijds moderne tuinarchitecten ook wel werd genoemd. Aan de noordkant heeft Ruys een strook bos gespaard, opdat het strakke, lichtgekleurde fabrieksgebouw zich aftekent tegen de ruige, donkere boompartijen. Hier had ze, kennelijk als concessie aan de opdrachtgever, een stukje Engelse landschapsstijl gepland.

Tuin- en parkaanleg rondom weverij De Ploeg, ontworpen door tuinarchitecte Mien Ruys, van algemeen cultuur- en tuinhistorisch belang: - als toonbeeld van naoorlogse tuinarchitectuur in architectonische stijl, waarin getracht is elementen van de landschapsstijl in te passen; - als resultaat van samenwerking tussen architect en tuinarchitect vanaf het begin van het ontwerpproces; - vanwege de plaats in het oeuvre van Mien Ruys, als fabriekstuin; - vanwege de waarde in het totale fabrieksconcept, waarbij de tuin een belangrijk onderdeel was als ontspanningsruimte voor de medewerkers en ook in het ontwerp van de fabriek het uitzicht op de tuinen een rol speelt. De tuin en parkaanleg is beschermd rijksmonument nr. 530967. CHW. nr. KL010-000607

1.29.3.004 Fabrikantenwoning gewezen sigarenfabrikant Broekstraat 47 en 49, Bergeijk. Het gaat om één woonhuis met mansardekap en verhoogd middendeel.

29.4 Fabrieksgebouw Productie- en opslagruimten van bedrijven.

354 Kolman, e.a., 1997, 283. 355 Vangheluwe e.a. 2009; foto p. 144; Rijken; foto’s 31-32. 206

1.29.4.002 Betonfabriek Westerhoven In 1906 oprichting betonfabriek De Parel vanwege de aanwezigheid van veel “Westerhovens zand”. Basis vormde de eeuwenoude steenfabricage, waarvoor lokaal leem gebruikt werd. Toponiem De Leemskuil; een enorm diep gat, waarin via een ladder was af te dalen.356

1.29.4.003 Melkfabriek St. Isidorus Westerhoven Aan Heijerstraat 1. Gebouwd circa 1916. Opgeheven in 1930. Verbouwd tot woningen.357 CHW. nr. KL124-000477

1.29.4.004 Roomboterfabriek Natura Westerhoven358 Hoek Dorpsstraat-Provincialeweg. In bedrijf tot circa 1916, toen het fabriekje te klein werd. Nieuwbouw aan Heijerstraat.359 Omstreeks 1910 gebouwd en vertoont jugendstilinvloeden.

1.29.4.005 Sigarenfabriek Tilenzo Burg. Magneestraat 13 Bergeijk Bedrijfsgebouw uit 1924. Gemeentelijk monument. CHW. nr. KL010-000160 Het pand van de fabrikant Hein Tilborghs was in de 2e helft van de 20ste eeuw bekend als ‘Het Zoldertje’, verkooppunt voor Weverij De Ploeg.

Afbeelding: Pand “Het Zolderke” (foto W. van Dooremolen)

1.29.4.006 Coöperatieve Roomboterfabriek 'Erica'. ’t Loo 22, Bergeijk Melkfabriek uit 1915-1930. Over de oprichting van de handkrachtfabriek op 't Loo tast men volledig in het duister. Mogelijk bestond het bedrijfje al tien jaar toen het in 1905 voor het eerst in de krant verscheen.360 De zuivelindustrie vervulde een belangrijke plaats in het economische en sociale leven van "Groot Bergeijk". Aan het eind van de negentiende eeuw ontstaan er in veel kerkdorpen coöperatieve roomboterfabrieken. Bergeijk kent er drie: 't Hof De Goudsbloem, 't Loo Erica en de Weebosch Amor. In Luyksgestel kiest men voor de naam De Kempen, in Riethoven voor Ceres en in Westerhoven Natura. Het betreft kleinschalige handkracht-fabriekjes waarvan de ruggengraat van de bedrijfjes wordt gevormd door de coöperatieve samenwerking van de boeren.361 CHW. nr. KL010- 000150

1.29.4.007 Sigarenfabriek Hofnar, Hof 43 Bergeijk Begin 20e eeuw verrees een vestiging van dit beroemde merk in Bergeijk. Circa 1900. MIP 70797 Van 1947 tot 1956 huisde hier weverij ‘De Ploeg’.

1.29.4.008 Melkfabriek, Kleine Broekstraat 22 Bergeijk 1915-1930. MIP 70805

356 Vangheluwe e.a.2009; foto p. 212; Verdonk, p. 22. 357 Verdonk, 2008; foto’s ca. 1920 en ca. 1935; Verdonk, 2008, 43; Rijken; foto 12; Vangheluwe e.a.2009; foto’s p. 157-158. 358 Wil van Ham ‘Het boterfabriekle van Westerhoven’ in De Keersopper nr15_p2 359 Vangheluwe e.a.2009; foto’s p. 130. 360Biemans, 2002, 14 e.v. 361Biemans, 2002, 10-11. 207

1.29.4.009 Oude sigarenfabriek, Dorpstraat 92 Luyksgestel Kleine langgevelboerderij (oude sigarenfabriek) herbouwd in 1917.

1.29.4.010 Coöperatieve Roomboterfabriek 'Amor' Bergeijk De Weebosch Het Fabrieksgebouw met erf lag op sectie F, nummer 2017.362

1.29.4.011 Coöperatieve Roomboterfabriek 'De Kempen' Luyksgestel Er was nog een roomboterfabriekje dat van betekenis was voor de oprichting van Stoomzuivelfabriek "Sint Bernardus". In 1894 was in Luyksgestel al sprake van een ontroomer.363

1.29.4.012 Coöperatieve Roomboterfabriek 'De Goudsbloem' Bergeijk 't Hof Het handkracht-boterfabriekje is tot woonhuis verbouwd. Links daarvan bevinden zich tegenwoordig rijwielhandel J Schellens en de Lian Bar.364

1.29.4.013 Oude Handkracht-boterfabriek Riethoven365 In 1895 werd deze fabriek opgericht in een voormalige leerlooierij. In 1937 werd het bouwvallig geworden gebouw gesloopt, nadat er nog een tijd een rijwielreparartie in had gezeten.

1.29.4.014 Nieuwe Handkracht-boterfabriek Riethoven366 In 1911 werd een nieuwe roomboterfabriek opgericht schuin tegenover de oude fabriek. Deze bleef tot 1915 in gebruik. Het gebouw werd tot woonhuis verbouwd.

1.29.4.015 Zuivelfabriek St. Bernardus; Het Stoom (Bergeijk) Op ’t Loo (topografische kaart 1961/1963).367 De bovengenoemde fabriekjes fuseerden in de loop van de geschiedenis tot Zuivelfabriek Het Stoom: ‘Uit de voorgeschiedenis is duidelijk geworden dat de samenwerking van de verschillende handkrachtfabriekjes in Bergeijk en omgeving leidde tot de oprichting van één stoomzuivelfabriek voor het hele gebied. Dat had tot gevolg dat al die kleine fabriekjes werden opgedoekt. Toch zou er nog veel water door de Keersop stromen voordat men het samen eens werd. Was aanvankelijk iedereen enthousiast en zag het ernaar uit dat het plan zou slagen, de eensgezindheid en bereidheid tot samenwerking bleken op het allerlaatste nippertje niet zo sterk te zijn.’368

Aanvankelijk waren praktisch alle veehouders, aangesloten bij de handkrachtboter-fabriekjes Bergeijk 't Hof, 't Loo, de Weebosch, Luyksgestel en Westerhoven, vastbesloten gezamenlijk "een grote stoomzuivelfabriek" te bouwen. Bovengenoemd meningsverschil werd oorzaak dat leden van handkracht-boterfabriekjes te Westerhoven en Bergeijk 't Hof besloten zich af te scheiden en in Westerhoven een stoomzuivelfabriekje te bouwen (Stoomzuivelfabriek "St. Isidorus" 1.29.4.004). De concurrentie leidde uiteindelijk tot een kortstondig bestaan en werd in 1931 opgeheven.

In de na-oorlogse jaren, de tijd van de Wederopbouwperiode, groeide Stoomzuivelfabriek "St. Bernardus" uit haar voegen. Er verrezen nieuwe bedrijfsgebouwen met de modernste machines, de naam "St. Bernardus" verdween in de schaduw van "CCM Bergeijk" (Coöperatieve Centrale Melkproductenfabriek Bergeijk"). Het aantal melkproducten werd aanzienlijk uitgebreid met de alles dominerende naam Jacky. Een en ander had positieve gevolgen voor de werkgelegenheid.369 Voor achtergrondinformatie, zie voetnoot.

362 Biemans, 2002, 17. e.v. 363 Biemans, 2002, 23. e.v. 364 Biemans, 2002, 10. e.v. 365 H. Knoops, Een handkracht-boterfabriek in Riethoven van 1895 tot 1915 (notitie verkregen van heemkundekring Riethoven). 366 H. Knoops, Een handkracht-boterfabriek in Riethoven van 1895 tot 1915 (notitie verkregen van heemkundekring Riethoven). 367 Vangheluwe e.a., 2009, 127. 368 Biemans, 2002, 26. 369 Biemans, 2002, 52. e.v. 208

Afbeelding: Zuivelfabriek St. Bernardus370

1.29.4.016 Sigarenfabriek Willem III ’t Hof Bergeijk

1.29.4.017 Sigarenfabriek Monaco ’t Hof Bergeijk

1.29.4.018 Metaalfabriek NEBATO Burg. Magneestraat ’t Hof Bergeijk

1.29.4.019 Meubelfabriek Het Spectrum Broekstraat Bergeijk. Voorheen een Spiritusfabriek.

1.29.4.020 Zaadhandel Kuijken

29.5 Fabrieksterrein Terrein behorend bij fabrieksgebouwen, gebruikt als verkeersgebied, parkeerruimte, opslagruimte en misschien zelfs wel productiegebied (bezinkbekkens bijv.) [in Bergeijk niet opgemerkt]

29.6 Gezondheidszorg Voor medische doeleinden (verpleging/verzorging, soms onderzoek) ingericht terrein. In enkele gevallen is het terrein specifiek hiervoor gecreëerd evenals de bebouwing, in de regel is het echter een ouder terrein (landgoed of buitenplaats). [in Bergeijk niet opgemerkt]

370 Brabant Collectie, Universiteit van Tilburg 209

29.7 Hoge schoorsteen Hoge schoorsteen van een industrieel bedrijf. [in Bergeijk niet meer opgemerkt]

29.8 Hopeest Het gebouwtje waarin de hop boven een vuurtje te drogen gelegd wordt. [in Bergeijk niet opgemerkt]

29.9 Kantorenpark Terrein waarvan de plattegrond, inrichting en bebouwing is georiënteerd op het administratieve gedeelte van het bedrijfsleven. Het terrein is overwegend bebouwd met representatieve architectuur en doorgaans gesitueerd aan de periferie van de stad. [in Bergeijk niet opgemerkt]

29.10 Klokkengieter

29.11 Leerlooierij

1.29.10.001 Leerlooierij Van Deijk te Riethoven371 Leerlooierij van Theodorus van Deijck aan de Dorpsstraat, welke in 1895 werd verkocht en werd omgebouwd tot roomboterfabriek.

29.12 Loods/pakhuis

1.29.12.001 Boerenbondsgebouw Westerhoven Aan de Heuvel 11. Nu rijwielzaak.372

1.29.12.002 Pakhuis Dorpstraat 127, Luijkgestel Luijksgestel, Dorpsstraat 127 (was 129) Aan de zuidelijke zijde van de Dorpsstraat staat, aan de rand van de kom van Luijksgestel, een eenvoudig pakhuis annex stal, oorspronkelijk onderdeel van een meelhandel en daterende uit omstreeks 1910 en omstreeks 1925. Voormalig boerendbondsgebouw. Het pakhuis bestaat uit een noordelijke, aan de weg gesitueerde vóór- en een aangrenzende zuidelijke achterbouw met globaal dezelfde massa. Beide zijn eenlaags, hebben een rechthoekige plattegrond (al heeft de zuidelijke bouw aan de zuidwestelijke zijde een hoekgevel) en worden gedekt door een zadeldak met muldenpannen. De gevels zijn opgetrokken in baksteen en hebben een gecementeerde plint. In de (noordelijke) straatgevel zijn onder een eenvoudige houten luifel op muurstijlen, gedekt met golfplaat, een tweetal brede, opgeklampte schuifdeuren onder ijzeren latei aangebracht. In de westelijke zijgevel een tweetal vierruits getoogde klapvensters. In de topgevel een derde, dergelijk venster. De aangrenzende westelijke gevel van het zuidelijke gebouw heeft een twee vierruits klapvensters en in het terugliggende deel een reeks zesruits stalvensters. De oostelijke gevel is deels gecementeerd. In de gevel een opgeklampte deur, vervolgens in zuidelijke richting twee vensters als in de voorgevel, drie betonnen getoogde zesruits stalvensters en in de topgevel een opgeklampte deur naar de taszolder, waarnaast een stalvenster. Het interieur van het noordelijke pakhuis heeft een eenvoudige houten zoldering. De begane grond bestaat uit twee parallelle ruimten, elk toegankelijk via één van de beschreven schuifdeuren. Het complex had belang als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische en typologische ontwikkeling; het is van belang wegens de architectonische gaafheid van het exterieur; het was van belang in relatie tot de visuele gaafheid van de dorpse omgeving. Beschermd rijksmonument nr. 517921. Is in 2015 echter afgebroken.

371 H. Knoops, Een handkracht-boterfabriek in Riethoven van 1895 tot 1915 (notitie verkregen van heemkundekring Riethoven). 372 Vangheluwe e.a. 2009; foto p. 237. 210

Het inmiddels gesloopte pakhuis aan de Dorpsstraat 127 in Luijksgestel (Google streetview 2009).

29.13 Onderwijs Specifiek voor onderwijskundige doelstellingen gecreëerd terrein, met een op deze functie georiënteerde structuur, inrichting en bebouwing, ook wel campus genoemd. [niet in Bergeijk]

29.14 Pottenbakkerij [niet in Bergeijk]

29.15 Smidse

1.29.15.001 Het Smedje straat kruising met de Kerkstraat en de Vlieterdijk, Luyksgestel Smederij van Sjaakske Baudewijns (het Smedje). Was in de jaren zeventig een speelgoedwinkel.

29.16 Vlasrootput Plas of poel of “put” waarin het vlas te roten gelegd werd. [niet in Bergeijk]

29.17 Weverij

1.29.17.001 Weverij Riethovensedijk 20 Bergeijk373 Weverijgebouw uit 1958 (Nieuwe Zakelijkheid) Fabrieksgebouw, behorend tot het complex weverij De Ploeg, met gebogen sheddaken, waarbij vier langere en vier kortere sheds naast elkaar zijn geplaatst zodat een L-vorm is ontstaan. Voor de sheddaken is het destijds geavanceerde Zeiss-Dywidagsysteem van voorgespannen beton toegepast. De gebogen betonschalen zijn slechts zeventig millimeter dik. De maatvoering was afgestemd op de brede weefgetouwen, "form follows function". De architectuur wordt in sterke mate bepaald door het ritmische beeld van de westgevel waar acht sheds achter elkaar worden afgesloten door enigszins gekantelde en schuin geplaatste geveldelen, verspringend ten opzichte van elkaar waartussen, in het verlengde van de beglazing van de sheds, deels geblindeerd glas tot op het maaiveld is geplaatst. De gevels zijn met betonplaten bekleed, waarvan de belijning de kanteling en schuine plaatsing accentueert; in het linker geveldeel is een met een hek afgesloten inrijopening opgenomen, in het vijfde deel van links hoge deuren met rode, witte, blauwe en zwarte vlakken. De noordgevel (verticaal) bestaat grotendeels uit stalen kozijnen waarin (dubbel) glas, deels uit ijzeren roosters (westzijde). Daarboven een betonnen opstand. Tegen de oostgevel van de korte sheds bevindt zich aan de zuidzijde de ingang in een plat gedekte aanbouw, bestaande uit grote ramen en een gesloten gevelveld. De ingang wordt gemarkeerd door een relatief grote overdekte buitenruimte

373 Wim van Dooremolen “De Historie van De Ploeg en zijn weverij te Bergeijk’ , Bergeijk 2009, ISBN978-90-813898-1-5 211 ondersteund door negen stalen staanders. De zuidgevels bestaan grotendeels uit dubbel glas in stalen kozijnen, aan de westzijde een gesloten gedeelte met betonplaten waarin een vlak met deuren en gekleurde vlakken. De afsluiting van de sheds is bij beide korte oostgevels vlak, met betonplaten (westelijk deel) en gele baksteen (oostelijk deel). Boven beide gevels weer een betonnen opstand; aan het oostelijke deel is de glasgevel uitgebouwd onder een plat dak. Aan de uiterste oostzijde een recente aanbouw.

In het interieur zijn aan de noordzijde nog ruimte-indelingen door middel van overwegend glazen puien in stalen kozijnen aanwezig. Voor het overige is de ruimte overwegend ongedeeld, met lichtinval door het sheddak vanuit het noorden, opdat men goed de kleuren kon beoordelen. Door het vele glas in noord- en zuidgevel konden de medewerkers van de groene omgeving genieten, waaraan door het ontwerp van Mien Ruys veel aandacht is besteed. Door de geavanceerde dakconstructie waren grote overspanningen mogelijk; er zijn dan ook een beperkt aantal betonnen staanders die in een V-vorm de sheds ondersteunen. Een deel van roestvrijstalen afvoeren bevindt zich nog ter plaatse. Voor de vloer is oorspronkelijk naadloos strijkplastic toegepast, dit is deels nog aanwezig. In het oostelijk gedeelte verlaagde plafonds van stalen roosters, waar kantoren gevestigd waren. Op het veld naast de ingang aan de zuidzijde staan vijf draaibare testpanelen op stalen dragers, waar de kleurechtheid van de stoffen bij verschillende zonlichtinval kon worden beproefd.

De constructie, uitgevoerd in voorgespannen beton, bestaat uit acht dubbele en vier enkelvoudige schaaldaken met telkens twee ondersteuningen. Een dergelijk constructie met grote vrije ruimte, goed geschikt voor brede weefgetouwen, kent in Nederland zijn eerste voorbeeld in de fabriek van de Kon. Weefgoederenfabriek CT. Stork & Co. te Hengelo, uit 1952-'53. De ontwerper aldaar, G. Beltman jr., zijn constructeur B.A. Sassen en de aannemer de Kon. Ned. Maatschappij voor Havenwerken N.V te Amsterdam, waren ook verantwoordelijk voor de bouw van de fabriek te Bergeijk. Voor de architectonische vormgeving werd G.Th. Rietveld aangetrokken. Van zijn hand zijn de lichte verdraaiing van de kopse gevels, de ijle ingangspartij en de opvallende kleurstelling. Het complex ligt in een parkachtige tuin naar ontwerp van Mien Ruys. Weverij De Ploeg werd in 1957 opvolger van de in 1923 te Bergeijk opgerichte Coöperatieve Productie- en Verbruikersvereniging 'De Ploeg', die haar oorsprong had in een in 1919 in Best begonnen landbouwkolonie. In 1928 werd de textielhandel uitgebreid met woningtextiel, dat in opdracht van De Ploeg elders (waaronder te Hengelo) werd geweven. Na de Tweede Wereldoorlog besloot men tot oprichting van een eigen weverij.374

Waardering Fabrieksgebouw, ontworpen door Gerrit Rietveld met technische adviezen van G. Beltman, van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang als internationale mijlpaal in de modernistische fabrieksarchitectuur: - door de inventieve toepassing van dunwandige betonnen schaaldaken, het Zeiss-Dywidagsysteem; - vanwege de op de productie met brede weefgetouwen afgestemde maatvoering, "form follows function"; - vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten onder meer door de kantelingen in de westgevel, het ritme, de gebogen sheds, de glazen gevels; - vanwege het belang in het oeuvre van Rietveld, als diens enige ontwerp voor een fabriek; - vanwege de ensemblewaarde door de samenhang van het ontwerp met het tuinontwerp;375 - vanwege de herkenbare sociaal-idealistische en milieutechnische aspecten in het ontwerp. Beschermd rijksmonument: monument nr. 531184

374 Kolman e.a., 1997, 68. 375 Edwin van Onna ‘Gerrit Rietveld Mien Ruys in Bergeijk’, 2008 ; ISBN 978-90-803541-5-9 212

Afbeelding: Voormalige weverij De Ploeg (foto W. van Dooremolen)

213

Thema: 30 Woonwijken Voor een beter onderscheid met de gehuchten is de meer moderne ontwikkeling van woonwijken in een apart thema ondergebracht. De woonwijken zijn uitbreidingen van de woonbebouwing maar staan los van het oude agrarische landschap, veelal na 1900 maar soms al wat eerder. De indeling is als volgt:

30.1 Arbeidersbuurt Vlakdekkende wijk of een straatje met arbeiderswoningen. [niet in Bergeijk]

30.2 Company-town Nederzetting gesticht onder auspiciën van een industriële onderneming, meestal in de directe omgeving van het bedrijf en in de regel bedoeld als huisvesting voor de eigen werknemers, met allerlei voorzieningen als winkels, kerk, vermaak. [niet in Bergeijk]

30.3 Lintbebouwing Aaneenrijging van voornamelijk woningen aan de uitvalswegen van dorpen en gehuchten, aanvankelijk zonder samenhang met vlakdekkende wijken. [niet in Bergeijk als zodanig genoteerd]

30.4 Stationswijk Vlakdekkende wijk of buurt die in de regel ontstaat tussen het spoorwegstation en het historische stadscentrum, vanaf circa 1850. De structuur van de wijk is georiënteerd op het station, de bebouwing is overwegend luxueus van karakter. [niet in Bergeijk]

30.5 Tuinwijk Vlakdekkende buurt, wijk of stadsdeel overwegend gekenmerkt door een ruimere opzet, een gevarieerd, soms enigszins slingerend stratenpatroon en relatief goede woonhuizen te midden van veel groen als privétuinen, openbaar groen en/of de directe nabijheid van natuurgebied. [niet in Bergeijk]

30.6 Villawijk

1.30.6.001 Villawijk Bergeijk Gelegen in het bos ten noorden van de kern Bergeijk; op de topografische kaart 1961/1963.376

30.7 Wederopbouwwijk Vlakdekkende buurt, wijk of stadsdeel gebouwd in de periode 1940-1965, bestaande uit vaak zeer grootschalige, planmatige bouwprojecten, gericht op herstel/vervanging van de als gevolg van de Tweede Wereldoorlog verwoeste gebieden. Na de Tweede Wereldoorlog had de wederopbouw van het land de grootste prioriteit. De overheid, architecten en bouwbedrijven richtten zich op de eerste plaats op het wegwerken van het enorme woningtekort. [niet in Bergeijk]

30.8 Woonwijk

1.30.8.001 Molenakkers Bergeijk Molenakkers op topografische kaart 1961/1963. Uitgebreid tot aan de molen en richting Hooge Berkt in de jaren zestig; zie topografische kaart 1971/1973.377

376 Vangheluwe e.a., 2009, 126. 214

Thema: 31 Historische (steden)bouwkunst

De periode 1475-1525 geldt als de Brabantse Gouden Eeuw. In de Brabantse dorpen uitte de toegenomen welvaart zich in de bouw van vele kerken die zijn uitgevoerd in de stijl van de Kempische gotiek, zoals goed te zien is in Oirschot en Hilvarenbeek. De toegenomen welvaart zorgde vanaf de 14e eeuw in de steden van het hertogdom Brabant voor veel bouwactiviteiten, die waren geënt op de bouw van kerken in de stijl van de Brabantse gotiek. De Franse gotiek uit de Volle Middeleeuwen gold als inspiratie, maar in Brabant werden de kerken soberder van vorm en minder rijzig. De Bossche St.- Jan is natuurlijk het belangrijkste voorbeeld van de gotiek.378

‘In de 15 de eeuw kregen deze bouwactiviteiten navolging in de kleinere steden en dorpen in kerken met eenvoudiger gotische vormen, die doorgaans met de term Kempense gotiek aangeduid worden. Deze kerken hebben vaak een basilicale opbouw, ze zijn uitgevoerd in baksteen met natuurstenen banden en hebben inwendig bakstenen gewelven. De belangrijkste kerken, waaraan kapittels verbonden waren, zijn die van Oirschot, Hilvarenbeek en Oosterhout (…) Uit de 15e eeuw bleven meer torens dan kerken bewaard en deze vormen dan ook letterlijk het hoogtepunt van de Kempense gotiek. De torens hebben veelal een rijke geleding met spaarnissen, rondboogfriezen en natuurstenen details in de vorm van hoekblokjes of driepassen en haaks op elkaar staande (Oostelbeers) of anders overhoekse steunberen (Duizel, Luyksgestel), dan wel een combinatie van beide (Lage en Hooge Mierde, Bladel).’379

Voor een overzichtsartikel over dorpshuizen in de Kempen, waarin bijvoorbeeld de kenmerken van de Kempische plattelands-burgerwoning worden geschetst, zie: Ruhe, H.A.M., Het dorpswoonhuis in de Kempen vanaf de vijftiende tot de negentiende eeuw (Zaltbommel 1980) of Brabants Heem nr. 12 (1960).

De volgende bronnen zijn voor onderstaande inventarisatie gebruikt:

- Monumentenlijsten, gemeente Bergeijk - Registeromschrijving Rijksdienst Cultureel Erfgoed - CHW peildatum december 2009 - Inventarisatie cultuurhistorische waardevolle boerderijen in Noord-Brabant, Boerderijenstichting Noord-Brabant (z.p. z.j.) - Aanvullende informatie van Stichting Behoud Erfgoed Bergeijk e.o - Bibliografie Bergeijk

31.1. Woonhuis

1.31.1.002 Onderwijzerswoning Schoolstraat 19 Riethoven Onderwijzerswoning voor de bovenmeester werd rond 1920 gebouwd in Neo-Barokke stijl. Het pand is heden in gebruik als woonhuis. Het tweelaagse woonhuis is opgetrokken uit machinale baksteen met gekrulde sierankers en heeft dakschilden met rode verbeterde hollandse dakpannen en een plat dakdeel. Het rechterdeel van de gevel is een zadeldak ingeklemd tussen in- en uitgezwenkte topgevels. In dit risalerende rechter gedeelte bevindt zich op de begane grond een erker met afgeschuinde zijden. De bovenlichten hebben een kleine roedenverdeling, het zinken dak heeft een daklijstje op klosjes. Hier boven bevindt zich een gekoppeld raam met kleine roeden in het bovenlicht. Boven dit venster en de overige is een getoogde zwart-rode strek met zwarte afsluitende koppenlaag. Op de zolder is er een vierruits rondraam. Tussen dit rechter gedeelte en de school bevindt zich een stolpraam met bovenlicht en een paneeldeur. Deur en raam hebben een bovenlicht met kleine roeden. In de paneeldeur bevindt zich

377 Vangheluwe e.a. 2009, 2009, 126-127. 378 Kolman e.a., 1997, 15, 20. 379 Kolman e.a., 1997, 20. 215 een ovaal getralied licht. Hier boven is een opengewerkte baksteen borstwering en een balkondeur met kleine roedenverdeling. De gootlijst rust op klosjes. In de sobere rechter zijgevel bevinden zich op de begane grond twee ramen en op de eerste etage één raam. De achtergevel bezit openslaande terrasdeuren vanuit de huiskamer. Via een tochtportaal komt men in de hal. Beide hebben cementtegels op de vloer in grijs-blauwe tinten met gestileerd geometrische motieven. Het hang- en sluitwerk is van koper en voorzien van eenvoudige decoratie. Links is de bordestrap met houten sierbalusters. Rechts is de huiskamer, een doorgebroken kamer-en-suite. Voor en achter is het stucplafond voorzien van een cirkel bij het lichtpunt. Andere ruimten zijn gemoderniseerd.

De voormalige bovenmeesterswoning is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een culturele en geestelijke ontwikkeling, namelijk de ontwikkeling van het onderwijs in de vroege twintigste eeuw. Het is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de onderwijzerswoning. Architectuurhistorisch is het belangrijk vanwege de stijl en de voor een plattelandsschool uitzonderlijk rijke detaillering. Het heeft ensemblewaarden vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling van het dorp. Het is waardevol vanwege de gaafheid van in- en exterieur. Beschermd monument: Mon. nr. 517908. CHW. nr. KL093-000455

1.31.1.003 Herenhuis, Mons. Biermansplein 8 Westerhoven Herenhuis, gebouwd in 1859 met Neo-Classicistische invloeden. Het tweelaagse pand telt vijf traveeën en is symmetrisch van opzet. De plattegrond is rechthoekig. Het pand is opgetrokken uit handvorm baksteen met rechte muurankers en heeft een schilddak, thans voorzien van niet- oorspronkelijke asbestleien. Op de begane grond hebben de zesruits schuifvensters glas-in-lood bovenlichten en luiken, op de verdieping niet. De dorpels zijn van hardsteen, de ramen zijn geplaatst onder een strek. De paneeldeur bevindt zich in het midden en heeft een houten pilasteromlijsting met kroon- en tandlijst. Het bovenlicht heeft een sierroedenverdeling rondom een ovaal. Rechts in de gevel bevindt zich een gevelsteen met de tekst: J.J. van Deijk 1859. De gevel wordt afgesloten door een kroonlijst met bakgoot. De linkergevel heeft een zesruits schuifvenster met luiken en een kelderraam. De rechtergevel is blind. In de achtergevel bevinden zich diverse zesruits schuifvensters. Tegen de rechterzijgevel is een moderne aanbouw (2002) gebouwd; deze aanbouw is niet van waarde uit het oogpunt van monumentenzorg.

Het herenhuis is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de stichting van deftige woningen voor de lokale elite, het is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het dorpswoonhuis. Het is van architectuurhistorisch belang door de representatieve stijl en detaillering. Het is van belang vanwege de architectonische gaafheid van het exterieur en is zeldzaam als voorbeeld van een dorpshuis van de lokale elite. Beschermd monument: Mon. nr. 517918. CHW. nr. KL124-000462

1.31.1.004 Huis Visser, Eikendreef 2 te Bergeijk Woning uit 1955 van architect Rietveld. Voor medewerkers van Weverij De Ploeg ontwierp G.Th. Rietveld de bungalows Fazantlaan 14 (1955-'57) en Eikendreef 2 (1956- '57), beide in zakelijke vormgeving en met platte, overstekende daken.380 Het laatstgenoemde pand kreeg in 1969 een uitbreiding in de vorm van een driekwart cilinder naar plannen van A. van Eyck. Beschermd rijksmonument: Mon. nr. 530922. CHW. nr. KL010-000603

1.31.1.005 Huis Van Daalen Gemeentelijk monument. CHW. nr. KL010-000604 Fazantlaan 14 Bergeijk Woonhuis (G. Rietveld) uit 1957

380 Kolman e.a., 1997, 68. 216

Voor medewerkers van Weverij De Ploeg ontwierp G.Th. Rietveld de bungalows Fazantlaan 14 (1955-'57) en Eikendreef 2 (1956- '57), beide in zakelijke vormgeving en met platte, overstekende daken.381

Afbeelding: “Rietveldwoning” Fazantlaan 14 (foto W. van Dooremolen)

1.31.1.007 Woonhuis Ekkerstraat 8 Bergeijk Gemeentelijk monument

1.31.1.022 Woonhuis Hof 2 Bergeijk Dorpswoning van twee bouwlagen uit de jaren ’30. Gemeentelijk monument.

1.31.1.023 Woonhuis Dorpstraat 14 Westerhoven Eenlaags woonhuis van allure. Gemeentelijk monument.

1.31.1.024 Woonhuis Provincialeweg 11 Westerhoven Woning bij voormalige school. Gemeentelijk monument samen met de school.

1.31.1.025 en 026 Woonhuis Broekstraat 64 - 66 Bergeijk woonhuis/winkel, ca. 1900

381 Kolman e.a., 1997, 68. 217

CHW. nr. KL010-000130 Gemeentelijk monument

1.31.1.027 Woonhuis Hof 63 Bergeijk Gemeentelijk monument Hof 63 is een voormalig notarishuis, een blokvormig tweelaags woonhuis, gebouwd 1804. Het heeft een fraaie deur en een omlijsting met geteldgeld- decoratie. Het pand diende lange tijd als kantoor van Weverij De Ploeg. (In 1923 werd in de schuur achter deze woning met weven door De Ploeg begonnen).

1.31.1.028 Woonhuis Kerkstraat 36 Bergeijk Gemeentelijk monument

1.31.1.029 Woonhuis Loo 25-27 Bergeijk Gemeentelijk monument

1.31.1.030 Woonhuis Dokter Rauppstraat 2 Bergeijk Gemeentelijk monument

1.31.1.031 Woonhuis Dorpstraat 30 Westerhoven Gemeentelijk monument

1.31.1.032 Woonhuis Dorpstraat 44 Westerhoven Woonhuis ca. 1870 Gemeentelijk monument KL124-000471

1.31.1.033 Teutenhuis Dorpstraat 2-4 Luyksgestel Gemeentelijk monument De bloei van de teutenhandel in de 18e en vroege 19e eeuw was tot voor enige decennia in het dorpsbeeld van Luyksgestel afleesbaar. In "de Straat" bevond zich een aantal grote eenlaags woonhuizen, die met hun hoge daken evenwijdig aan de straat stonden. Ze hadden soms een klein bedrijfsgedeelte en hoge bergzolders. In de late 19e- en vroege 20e eeuw werden deze huizen veelal tot boerderij verbouwd. Na de tweede wereldoorlog zijn er veel, na een periode van verwaarlozing en verval, gesloopt. Dorpsstraat 67 is ondanks wijzigingen toch nog een goed voorbeeld van een dergelijk huis, evenals Dorpsstraat 1-2. Dorpsstraat 60 is nogal verminkt maar hoofdvorm van silhouet laten nog de karakteristiek zien van het teutenhuis, zoals dit onder meer in Bergeijk, Budel, Eersel, Lommel en Eksel verbreid was. Dorpsstraat 97 is misschien ook een dergelijk teutenhuis geweest. Dorpsstraat 87 is een laat-19e eeuws voorbeeld van een woonhuis met klein bedrijfsgedeelte. De voormalige pastorie, Dorpsstraat 37 is eveneens later tot boerderij verbouwd. Ingrijpend herstel na brand bracht de oude karakteristiek van dit ondiepe en lange -acht traveeën- huis dat eens omgracht was, terug.382

1.31.1.034 Woonhuis Dorpstraat 95 Luyksgestel Woonhuis ca. 1915 Gemeentelijk monument

382 Cultuurhistorische inventarisatie provincie Noord-Brabant : Luyksgestel (’s-Hertogenbosch 1983), p. 12 218

CHW. nr. KL066-000186

1.31.1.035 Woonhuis Hof 41 Bergeijk woonhuis/winkel Gemeentelijk monument

1.31.1.037 Woonhuis Mr. Pankenstraat 10 Bergeijk Gemeentelijk monument Woonhuis 2e helft 19e eeuw CHW. nr. KL010-000162

1.31.1.039 Woonhuis Burg. Magneestraat 4 Bergeijk Woonhuis ca. 1890-1900 Gemeentelijk monument CHW. nr. KL010-000158

1.31.1.040 Woning Kapellerweg 5 Luyksgestel Gemeentelijk monument

1.31.1.052 Woonhuis Dorpstraat 42 Westerhoven Woonhuis ca. 1870 Gemeentelijk monument KL124-000471

1.31.1.055 Woonhuis Dorpstraat 68 Luyksgestel Woonhuis ca. 1925 Gemeentelijk monument CHW. nr. KL066-000184

1.31.1.060 Woonhuis Dorpstraat 96 te Luijkgestel.

1.31.1.062 Woonhuis Dorpstraat 38 te Luijkgestel.

1.31.1.063 Woonhuis Hof 27 Bergeijk Dorpswoning van twee bouwlagen uit 1935. Potentieel gemeentelijk monument.

1.31.1.064 Woning Burg. Magneestraat 2 Bergeijk Voormalig bedrijfsgebouw thans woning.

1.31.1.066 Woonhuis Dorpstraat 5 Westerhoven Woonhuis uit omstreeks 1900 met mansardekap.

1.31.1.067 Woonhuis

219

Dorpstraat 7 Westerhoven Eenlaags woonhuis uit omstreeks 1900.

1.31.1.068 Woonhuis Dorpstraat 18 Westerhoven Eenlaags woonhuis gebouwd in 1928

1.31.1.070 Woonhuis Kleine Broekstraat 2 Bergeijk Kleine dorpswoning met aangebouwde schuur 1915-1920. CHW. nr. KL010-000149 Gemeentelijk monument

1.31.1.071 Woonhuis Loo 63 Bergeijk Woonhuis uit ca. 1910 CHW. nr. KL010-000153

1.31.1.073 Woonhuis Kerkstraat 52 Bergeijk Woonhuis ca. 1910 CHW. nr. KL010-000147

1.31.1.075 Woonhuis Kerkstraat 17 Luijksgestel Goed bewaarde dorpswoning uit 1934. CHW. nr. KL066-000208

1.31.1.076 Woonhuis Dorpstraat 21 Luijksgestel Woonhuis 18e/19e eeuw CHW. nr. KL066-000190 Bestaat niet meer

1.31.1.077 Woonhuis Schoolstraat 6 Riethoven Woonhuis ca. 1900 CHW. nr. KL093-000453

1.31.1.078 Woning Weebosch 105 Weebosch Schoolmeesterwoning uit 1875 CHW. nr. KL010-000173

Weebosch 105 (Google streetview mei 2016). 220

1.31.1.079 Woonhuis Hoeverstraat 15-17 Westerhoven Woonhuis ca. 1900 CHW. nr. KL124-000485

1.31.1.080 Teutenhuis Dorpstraat 88 Luijksgestel Teutenhuis uit 1769 CHW. nr. KL066-000193

1.31.1.083 Woonhuis Kerkstraat 50 Bergeijk Woonhuis ca. 1910 CHW. nr. KL010-000146

1.31.1.088 Woonhuis Dorpstraat 49 Luijksgestel Woonhuis ca. 1930 CHW. nr. KL066-000181

1.31.1.089 Woonhuis Boshovensestraat 10 Riethoven Dorpswoonhuis ca. 1900 CHW. nr. KL093-000430

1.31.1.093 Woonhuis Heuvel 33 Westerhoven Woonhuis uit 1880 CHW. nr. KL124-000474

31.2. Boerderij

1.31.2.001 Dorpstraat 50 Luyksgestel Langgevelboerderij (voorheen boerderij, molen, bedrijf) Boerderij van het Noordbrabantse langgeveltype; in de schuur balken met gesneden sleutelstukken, XVIIe of XVIIIe eeuw. In de gevel letter-ankers W H. Beschermd monument: Mon. nr. 26317

1.31.2.002 Walikerplein 2 Walik Langgevelboerderij uit 1840 Boerderij van het Kempische langgeveltype, onder rieten wolfdak met voet van pannen, zesdelige schuiframen met luiken. Met schuur, van hout, leem en riet. Beschermd monument: Mon. nr. 32525 CHW. nr. KL093-000457

221

Afbeelding: Boerderij Walikerplein 2 (heemkundekring Riethoven).

1.31.2.003 Walikerplein 3 Walik Langgevelboerderij uit 1890 Boerderij van het Kempische langgeveltype, onder rieten wolfdak met voet van pannen. Beschermd monument: Mon. nr. 32527 CHW. nr. KL093-000459

1.31.2.005 Boerderij Loo 54 Bergeijk De Kop-hals-romp type boerderij met de naam Hetty-farm is in 1928 gebouwd naar ontwerp van architect Knapen uit Eersel en is gelegen in het Bergeijkse kerkdorp 't Loo. Het woonhuis ligt, afgeschermd van de weg door een voortuin, aan de straatzijde. Het eenlaagse pand heeft een rechthoekige plattegrond en bezit een mansardedak met zwarte tuile-du-Nordpannen, met een steekkap in mansardevorm ter rechterzijde. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen en zijn voorzien van siermetselwerk bij de vensters, deur en goot. Links is er in de voorgevel een gekoppeld schuifvenster met glas-in-lood bovenlichten. In het midden bevindt zich de paneeldeur in een rondboogportiek met glas-in-lood zij- en bovenlicht. In het dakschild hier boven bevindt zich een dakkapel onder lessenaardak. Rechts bezit de gevel een erker met afgeschuinde zijden, met schuifvensters. Hier boven een opengewerkte baksteen borstwering. Op het balkon deuren en zijramen. In de topgevel is de naam: "Hetty-farm" aangebracht. Rechts en links zijn hoge bakstenen schoorstenen gemetseld, er zijn ook schuifvensters en een dakkapel. Het huis wordt met de stal verbonden door een smal tussenlid onder een zadeldak. De rechthoekige stal annex schuur onder zadeldak heeft rechts van het huis brede inrijdeuren. Hierboven is een rondboogvormig bovenlicht met straalverdeling. Een groot rondlicht in de topgevel. In de rechter gevel bevinden zich hoge staldeuren. In de linker zijgevel daarentegen treffen we lage getoogde staldeuren aan. Deze worden afgewisseld door getoogde zesruits stalramen.

Waardering De kop-hals-rompboerderij is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de sociaal-economische ontwikkeling en de vernieuwing van de landbouw in de Kempen in het interbellum en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de niet-streekeigen boerderij. Architectuurhistorisch is het pand van belang vanwege de ornamentiek en bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. De boerderij is belangrijk vanwege de gaafheid van het in- en exterieur en is als voorbeeld van een van elders overgenomen type in Noord-Brabant zeldzaam. Beschermd monument: Mon. nr. 517915 CHW. nr. KL010-000151

222

1.31.2.006 Walikerplein 1 Walik Langgevelboerderij uit 1840 Boerderij van het Kempische langgeveltype, onder rieten wolfdak. Beschermd monument: Mon. nr. 32526 CHW. nr. KL093-000458

Afbeelding: Boerderij Walikerplein 1 (heemkundekring Riethoven).

1.31.2.018 Langgevelboerderij Vonderpad 19 Bergeijk Langgevelboerderij uit ca. 1910 CHW. nr. KL010-000168

1.31.2.019 Langgevelboerderij Boscheind 31 Luijksgestel Langgevelboerderij met dwarsdeel uit 1734 CHW. nr. KL066-000179

1.31.2.020 Langgevelboerderij Dorpstraat 69 Luijksgestel Langgevelboerderij ca. 1930 CHW. nr. KL066-000182

1.31.2.021 Langgevelboerderij Aadijk 5 Luijksgestel Langgevelboerderij ca. 1900 CHW. nr. KL066-000176

1.31.2.022 Langgevelboerderij Boscheind 1 t/m 5 Luijksgestel Langgevelboerderij ca. 1920 CHW. nr. KL066-000178

1.31.2.023 Langgevelboerderij Dorpstraat 90 Luijksgestel Langgevelboerderij ca. 1920 CHW. nr. KL066-000188

1.31.2.024 Langgevelboerderij Boshovensestraat 15 Riethoven

223

Kleine langgevelboerderij ca. 1870 CWH. nr. KL093-000435

1.31.2.025 Langgevelboerderij Heijereind 5 Riethoven Langgevelboerderij ca. 1910 CHW. nr. KL093-000447 Is gesloopt.

1.31.2.026 Langgevelboerderij Weebosch 46 Weebosch Langgevelboerderij 4e kwart 19e eeuw CHW. nr. KL010-000170

1.31.2.027 Langgevelboerderij Weebosch 54 Weebosch Langgevelboerderij uit 1854 CHW. nr. KL010-000171

1.31.2.028 en 029 Langgevelboerderij Heijerstraat 19-21 Westerhoven Langgevelboerderij uit 1928 CHW. nr. KL124-000480

1.31.2.030 Langgevelboerderij Loveren 10 Westerhoven Vrij grote langgevelboerderij uit 1935 CHW. nr. KL124-000488 Gemeentelijk monument

1.31.2.031 Langgevelboerderij Loveren 2 Westerhoven Middelgrote langgevelboerderij uit 1925 CHW nr. KL124-000487

1.31.2.032 Langgevelboerderij Heijerstraat 9 Westerhoven Langgevelboerderij met dwarsdeel, gebouwd in 1926. Boerderij van Nol Kuylaars.383 CHW. nr. KL124-000478

1.31.2.033 Boerderij Heijerstraat 14 Westerhoven Vrij grote kortgevelboerderij uit omstreeks 1915. CHW. nr. KL124-000476 Gemeentelijk monument

1.31.2.035 Langgevelboerderij Eind 10 Riethoven Langgevelboerderij ca. 1920 CHW. nr. KL093-000442

1.31.2.036 Langgevelboerderij Provincialeweg 47 Westerhoven Langgevelboerderij uit 1941

383 Vangheluwe, 2009, foto p. 161; MIP rapport Westerhoven foto 14. 224

CHW. nr. KL124-000463

1.31.2.038 Langgevelboerderij Boshovensestraat 19 Riethoven Langgevelboerderij ca. 1900 CHW. nr. KL093-000436 Aspergeboerderij

Afbeelding: Boshovenstraat 19 in Riethoven (heemkundekring Riethoven)

1.31.2.040 Langgevelboerderij Broekstraat 45 Bergeijk Langgevelboerderij Ca. 1900

1.31.2.041 Langgevelboerderij Spaanrijt 7 Bergeijk Langgevelboerderij 2e helft 19e eeuw

1.31.2.042 Langgevelboerderij Vlieterdijk 7-9 Bergeijk Langgevelboerderij Ca. 1900

1.31.2.043 Boerderij Weebosserweg 9 Bergeijk Vrij grote kortgevelboerderij omstreeks 1915 gebouwd.

1.31.2.044 Langgevelboerderij Kerkstraat 10 Bergeijk Langgevelboerderij Ca. 1900

1.31.2.045 Langgevelboerderij Loo 2 Bergeijk Langgevelboerderij Ca. 1900

1.31.2.047 Langgevelboerderij Weebosch 96 Bergeijk Langgevelboerderij Ca. 1910 225

1.31.2.048 Langgevelboerderij Achterste Aa 10 Bergeijk Langgevelboerderij

1.31.2.049 Langgevelboerderij Achterste Aa 12 Bergeijk Langgevelboerderij

1.31.2.050 Langgevelboerderij Hooge Berkt 15 Bergeijk Langgevelboerderij omstreeks 1935. Gemeentelijk monument.

1.31.2.051 Langgevelboerderij Kleine Broekstraat 70 Bergeijk Langgevelboerderij Gesloopt in 2015.

1.31.2.052 en 053 Langgevelboerderij Aarperstraat 1 + 1a Westerhoven Grote langgevelboerderij met dragend houten skelet uit ca. 1840.384

1.31.2.054 Langgevelboerderij Braambos 20 Westerhoven Langgevelboerderij Ca. 1910

1.31.2.056 Langgevelboerderij Hoeverstraat 56 Westerhoven Langgevelboerderij met dwarsdeel ca. 1880385

1.31.2.057 Langgevelboerderij Dorpstraat 117 (was 87) Luyksgestel Langgevelboerderij herbouwd omstreeks 1910. Aan de zuidelijke zijde van de Dorpsstraat staat, op de hoek van de Molenstraat, in de kom van Luijksgestel, met de nokas parallel aan de Dorpsstraat, een voormalige LANGGEVELBOERDERIJ uit omstreeks 1915. Het pand wordt van de openbare weg gescheiden door een onverhard erf, waarop een drietal linden staan. De eenlaags langgevelboerderij heeft een rechthoekige plattegrond en wordt gedekt door een mansardedak met muldenpannen. Op de brandmuur tussen stal en woonhuis een gemetselde schoorsteen. Een tweede schoorsteen staat op de westelijke woonhuisgevel. In het noordelijke dakvlak, boven de woonhuisgevel, zijn drie gietijzeren dakramen aangebracht. De aan de noordelijke zijde gesitueerde bakstenen straatgevel heeft een gecementeerde plint en wordt bekroond door smal houten fries met geprofileerde bakgoot. Het rechterdeel van de straatgevel bestaat uit een asymmetrische woonhuisgevel met een omstreeks 1970 vernieuwde voordeur, voorzien van het oorspronkelijke gedeelde bovenlicht, aan de linker- en rechterzijde geflankeerd door respectievelijk twee en één schuifvensters met opgeklampte luiken, onder getoogde strek met mozaïek in de boogvulling. De indeling van de schuifvensters is vereenvoudigd. Het bedrijfsgedeelte heeft in de straatgevel twee paar brede, getoogde inrijpoorten met opgeklampte vleugeldeuren. In het muurwerk zijn smeedijzeren ankers aangebracht. De oostelijke zijgevel is voorzien van een gecementeerde plint en heeft op de verdieping een dubbel opgeklampt laadluik, dat toegang geeft tot de taszolder. In de gevel zijn verschillende smeedijzeren muurankers angebracht. Voor de woonhuisgevel een smalle betegelde stoep.

384 MIP rapport Westerhoven foto 1. 385 Vangheluwe, 2009, foto p. 121; 11, foto 22. 226

Waardering Het object is van belang als uitdrukking van een typologische ontwikkeling; het is van belang wegens de situering, verbonden met de ontwikkeling van het dorp; het is van belang wegens de architectonische gaafheid van het exterieur; het is van belang in relatie tot de visuele gaafheid van de dorpse omgeving. Beschermd rijksmonument nr. 517920 MIP 71568

1.31.2.058 Langgevelboerderij Dorpstraat 122 Luyksgestel Langgevelboerderij Ca. 1900 (Kern 17e eeuw) CWH. nr. KL066-000189

1.31.2.059 Langgevelboerderij Schatersdijk 16 Luyksgestel Langgevelboerderij Ca. 1910

1.31.2.060 Langgevelboerderij Hoge Rijt 4 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1935

1.31.2.061 Langgevelboerderij Hoge Rijt 9 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1931

1.31.2.062 Langgevelboerderij Hoge Rijt 14 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1928

1.31.2.063 Langevelboerderij Hoge Rijt 19 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1927

1.31.2.064 Langgevelboerderij Hoge Rijt 22 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1850

1.31.2.065 Langgevelboerderij Hoge Rijt 25 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1860

1.31.2.066 Langgevelboerderij Hoge Rijt 27 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1880

1.31.2.067 Langgevelboerderij Hoge Rijt 28 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1817

1.31.2.068 en 069 Langgevelboerderij Rijt 49/51 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1929

227

1.31.2.070 Langgevelboerderij Neerrijt 9 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1925

1.31.2.071 Boerderij Neerrijt 16 Luyksgestel Kort Hals Romp Boerderij uit 1948 Bestaat niet meer.

1.31.2.072 Langgevelboerderij Neerrijt 17 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1905

1.31.2.074 Langgevelboerderij Neerrijt 57 Luyksgestel Langgevelboerderij 1924

1.31.2.075 Langgevelboerderij Sengelsbroeksestraat 1 Luyksgestel Langgevelboerderij 1934

1.31.2.076 Langgevelboerderij Sengelsbroeksestraat 14 Luyksgestel Langgevelboerderij 19e eeuw

1.31.2.077 Langgevelboerderij Sengelsbroeksestraat 22 Luyksgestel Langgevelboerderij 19e eeuw

1.31.2.078 Langgevelboerderij Sengelsbroeksestraat 24 Luyksgestel Langgevelboerderij 19e eeuw

1.31.2.079 Langgevelboerderij Sengelsbroeksestraat 30 Luyksgestel Langgevelboerderij 19e eeuw

1.31.2.080 en 081 Boerderij Boscheind 19-21 Luyksgestel Boerderij 1764

1.31.2.082 Boerderij Boscheind 43-45 Luyksgestel Boerderij 1928

1.31.2.083 en 150 Boerderij Boscheind 55-57 Luyksgestel Boerderij 1929

1.31.2.084 en 151 Boerderij Boscheind 80-82 Luyksgestel Boerderij 18e eeuw

1.31.2.085 Boerderij Vlieterdijk 17 Luyksgestel

228

Boerderij 1936

1.31.2.086 Langgevelboerderij Mozekesweg 7 Luyksgestel Langgevelboerderij 1938

1.31.2.087 en 088 Langgevelboerderij Aadijk 15-17 Luyksgestel Langgevelboerderij 1928

1.31.2.089 Langgevelboerderij Dorpstraat 7 Luykgestel Langgevelboerderij 1933 Gemeentelijk monument

1.31.2.090 Langgevelboerderij Dorpstraat 121 Luyksgestel Langgevelboerderij 1902

1.31.2.091 Langgevelboerderij Dorpstraat 114 Luyksgestel Langgevelboerderij 1900

1.31.2.092 Langgevelboerderij Dorpstraat 142 Luyksgestel Langgevelboerderij 1904

1.31.2.093 en 155 Langgevelboerderij Dorpstraat 156-158 Luyksgestel Langgevelboerderij 1926

1.31.2.094 Langgevelboerderij Dorpstraat 160 Luyksgestel Langgevelboerderij 1900

1.31.2.095 Langgevelboerderij Dorpstraat 164 Luyksgestel Langgevelboerderij 1900

1.31.2.096 en 158 Boerderij Vlieterdijk 20-22 Luyksgestel Boerderij 1850

1.31.2.097 Langgevelboerderij Lommelsedijk 11 Luyksgestel Langgevelboerderij 19e eeuw Volledig herbouwd.

1.31.2.098 Langgevelboerderij Lommelsedijk 15 Luyksgestel Langgevelboerderij 1930

1.31.2.099 Langgevelboerderij Lommelsedijk 19 Luyksgestel Langgevelboerderij 1931

229

1.31.2.100 Langgevelboerderij Lommelsedijk 22 Luyksgestel Langgevelboerderij 1938 Is gesloopt.

1.31.2.101 Langgevelboerderij Lommelsedijk 33 Luyksgestel Langgevelboerderij 20e eeuw

1.31.2.102 Langgevelboerderij Lommelsedijk 54 Luyksgestel Langgevelboerderij 18e eeuw

1.31.2.104 Boerderij Maaij 6 Bergeijk Kortgevelboerderij met L-vormig grondplan met driebeukige schuur. Is gesloopt.

1.31.2.105 Langgevelboerderij Maaij 8 Bergeijk Middelgrote langgevelboerderij uit 1880-1890.

1.31.2.106 Langgevelboerderij Rund 8 Luyksgestel Grote boerderij met kenmerken van langgevelboerderij 1914-1916. Gemeentelijk monument

1.31.2.107 Langgevelboerderij Eind 11 Riethoven Grote langgevelboerderij uit ca. 1860

1.31.2.108 Langgevelboerderij Heiereind 12 Riethoven Langgevelboerderij Ca. 1870

1.31.2.109 Langgevelboerderij Heijereind 6 Riethoven Vrij forse langgevelboerderij van het jongere type eind 19e eeuw.

1.31.2.110 Boerderij Schoolstraat 53 Riethoven Kortgevelboerderij

230

Afbeelding: Boerderij aan de Schoolstraat 53 (heemkundekring Riethoven).

1.31.2.111 Langgevelboerderij Eind 8 Riethoven Middelgrote langgevelboerderij uit derde kwart 19e eeuw.

1.31.2.113 Langgevelboerderij Weebosscherweg 34 Bergeijk Langgevelboerderij 2e helft 19e eeuw / 1975

1.31.2.114 Langgevelboerderij Weebosscherweg 36 Bergeijk Langgevelboerderij Ca. 1850

1.31.2.115 Boerderij Burg. Aartslaan 40 Bergeijk Johannehoeve, Kortgevelboerderij Ontginningsboerderij gebouwd in 1932.

1.31.2.116 Boerderij Hutten 2 (rkt 19) Bergeijk Kortgevelboerderij; ontginningsboerderij omstreeks 1928.

1.31.2.117 Langgevelboerderij Provincialeweg 33 Westerhoven (Molenveld) Langgevelboerderij Ca. 1935

1.31.2.118 Langgevelboerderij Hoeverstraat 46 Westerhoven Langgevelboerderij Ca. 1920

1.31.2.119 Langgevelboerderij Dorpsstraat 34 Luyksgestel Langgevelboerderij uit Ca. 1925

1.31.2.120 en 180 Boerderij Boscheind 56-58 Luyksgestel

231

Boerderij 1926

1.31.2.122 en 157 Boerderij Vlieterdijk 8a-10 Luyksgestel Boerderij 19e eeuw

1.31.2.123 Langgevelboerderij Maaij 1 Bergeijk Ontginningsboerderij ofwel weteringhuis De Heiproef.

Maaij 1 anno 2009 (uit Vangheluwe e.a. 2009).

1.31.2.124 Langgevelboerderij Boshovenstraat 9 Riethoven Langgevelboerderij 1890

1.31.2.126 Boerderij Boscheind 69, Luijkgestel Boerderij uit 1500-1600

1.31.2.127 Langgevelboerderij Heijerstraat 2, Westerhoven Gebouwd in 1912 door Tinus Heesakkers, die er ook café hield.386 Flink verbouwd.

1.31.2.128 Ontginningsboerderij Treurenberg 14 Bergeijk Hoeve St. Bernardus ontginningsboerderij uit 1937. Gemeentelijk monument

1.31.2.129 Langgevelboerderij Boscheind 2 Luijksgestel

386 Vangheluwe, 2009, foto p. 157; MIP rapport Westerhoven foto 13. 232

Middelgrote langgevelboerderij met hoofdgebouw uit 1927 en schuur uit 1775 (= gem. monument ?).

1.31.2.130 Langgevelboerderij Heijerstraat 22 Westerhoven Grote langgevelboerderij uit omstreeks 1930.

1.31.2.131 Langgevelboerderij Broekstraat 50 Bergeijk Langgevelboerderij Ca. 1910 Is gesloopt.

1.31.2.132 Langgevelboerderij Loo 65 Bergeijk Langgevelboerderij Ca. 1910

1.31.2.133 Langgevelboerderij Hooge Berkt 19 Bergeijk Langgevelboerderij omstreeks 1930.

1.31.2.134 Langgevelboerderij Hooge Berkt 21a Bergeijk Middelgrote langgevelboerderij. Gemeentelijk monument

1.31.2.135 Langgevelboerderij Aarperstraat 12 Westerhoven (‘t Draaike) Kleine langgevelboerderij Ca. 1850

1.31.2.136 Langgevelboerderij Aarperstraat 16 Westerhoven (Locus dulcis) Langgevelboerderij Ca. 1810

1.31.2.138 Langgevelboerderij Hoge Rijt 6 Luyksgestel Langgevelboerderij Ca. 1779

1.31.2.139 Langgevelboerderij Hoge Rijt 5-7 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1939

1.31.2.140 Langgevelboerderij Rijt 45 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1860

1.31.2.141 Langgevelboerderij Neerrijt 21 Luyksgestel Langgevelboerderij 18e eeuw

1.31.2.142 Langgevelboerderij Neerrijt 22 Luyksgestel Langgevelboerderij 1935

1.31.2.143 Langgevelboerderij Neerrijt 31 Luyksgestel Langgevelboerderij 1933

233

1.31.2.144 Langgevelboerderij Sengelsbroeksestraat 8 Luyksgestel Langgevelboerderij 1916

1.31.2.145 Langgevelboerderij Sengelsbroeksestraat 27 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1928 Is gesloopt.

1.31.2.146 Boerderij Boscheind 12 Luyksgestel Boerderij 1934 Is gesloopt.

1.31.2.147 en 172 Boerderij Boscheind 35-37 Luyksgestel Boerderij 1899

1.31.2.148 Boerderij Boscheind 26 Luyksgestel Boerderij 1924

1.31.2.153 Boerderij Vlieterdijk 21 Luyksgestel Boerderij 1937

1.31.2.154 Boerderij Rijt 27 Luyksgestel Boerderij 1920

1.31.2.156 Langgevelboerderij Dorpstraat 171 Bergeijk Langgevelboerderij 18e – 19e eeuw

1.31.2.159 Langgevelboerderij Lommelsedijk 46 Luyksgestel Langgevelboerderij 1932

1.31.2.163 Langgevelboerderij Heiereind 2 Riethoven Langgevelboerderij Ca. 1920

1.31.2.166 Boerderij Burg. Aartslaan 44 Bergeijk Henricahoeve, Kortgevelboerderij Ontginningsboerderij gebouwd in 1934.

1.31.2.168 Langgevelboerderij Braambos 21 Westerhoven Langgevelboerderij Ca. 1945

1.31.2.169 Langgevelboerderij Hongarijschedijk 1 Luyksgestel Langgevelboerderij uit Ca. 1910

234

1.31.2.170 Langgevelboerderij Neerrijt 35-37 Luyksgestel Langgevelboerderij uit 1905

1.31.2.171 Boerderij Boscheind 8 Luyksgestel Boerderij 19e eeuw

1.31.2.173 Boerderij Boscheind 30 Luyksgestel Boerderij 1861

1.31.2.174 Boerderij Boscheind 34 Luyksgestel Boerderij 1928

1.31.2.175 en 176 Boerderij Boscheind 38-40 Luyksgestel Boerderij 1929

1.31.2.177 en 178 Boerderij Boscheind 46-48 Luyksgestel Boerderij 1928

1.31.2.179 Boerderij Boscheind 52 Luyksgestel Boerderij 1929

1.31.2.181 Boerderij Boscheind 64 Luyksgestel Boerderij 1938

1.31.2.183 Langgevelboerderij Dorpstraat 80 Luyksgestel Langgevelboerderij 1837

1.31.2.185 Boerderij Burg. Aartslaan 34 Bergeijk Theresiahoeve Gemeentelijk monument

1.31.2.186 Boerderij Achterste Aa 14 Bergeijk Gemeentelijk monument

Achterste Aa 14 Bergeijk 235

1.31.2.187 Boerderij/woonhuis Bredasedijk 59 Bergeijk Gemeentelijk monument

Bredasedijk 59 Bergeijk

1.31.2.188 Boerderij Hoek 28 Bergeijk Boerderij ca. 1850 Gemeentelijk monument CHW. nr. KL010-000136

1.31.2.189 Boerderij Oude Postelseweg 16 Bergeijk Gemeentelijk monument

1.31.2.190 Boerderij Boshovensestraat 3 Riethoven Gemeentelijk monument

1.31.2.191 Boerderij Boshovensestraat 11 Riethoven Gemeentelijk monument

1.31.2.192 Boerderij Eikestraat 6 Riethoven Gemeentelijk monument

Afbeelding: Boerderij aan de Eikestraat 6 (heemkundekring Riethoven).

236

1.31.2.193 Boerderij Hoeverstraat 28 Westerhoven Gemeentelijk monument sinds 22-08-2006. Gebouwd ca. 1850 door W. Verhoeven. Verbouwd tot bedrijfswoning (maquettebouw Bruns) in 1979. Bouwjaar ca. 1870.387 KL124-000482 Gaaf bewaard gebleven langgevelboerderijen uit de tweede helft van de 19e eeuw zijn Hoeverstraat 28 en Hoeverstraat 60.

Hoeverstraat 28

1.31.2.194 Boerderij Hoeverstraat 60 Westerhoven Langgevelboerderij met dwarsdeel. Derde kwart 19de eeuw.388 Gemeentelijk monument Gaaf bewaard gebleven langgevelboerderijen uit de tweede helft van de 19e eeuw zijn Hoeverstraat 56 en Hoeverstraat 60.

1.31.2.195 en 196 Boerderij Kerkstraat 12-14 Westerhoven Gemeentelijk monument

1.31.2.198 Boerderij Aadijk 27 Luyksgestel Gemeentelijk monument

1.31.2.199 Boerderij Voorderstraat 4 Riethoven Boerderij ca. 1860 Gemeentelijk monument KL093-000456

1.31.2.200 Boerderij Loveren/Loverensedijk 21/1 Westerhoven Gemeentelijk monument

387 Adams 2007; foto p. 17; 11; foto 21 388 Vangheluwe, 2009, foto p. 122; 11; foto 23. 237

Kortgevelboerderij met langsdeel, gebouwd in 1937 door Door Hoeks.389

1.31.2.206 Boerderij Neerrijt 25 Luyksgestel Gemeentelijk monument Het betreft een boerderij waar nog een oude potstal inzit.

Afbeelding: Boerderij met potstal, Neerrijt 25 (foto W. Beelen)

31.3. Villa

1.31.3.001. Villa Barrier 6a Bergeijk Villa uit ca. 1820 (oorspronkelijk douanepost) CHW. nr. KL010-000157

1.31.3.013 Villa Loo 13 Bergeijk Villa gebouwd omstreeks 1930 CHW. nr. KL010-000152

31.4. Cafe

1.31.4.001 Complex Dorpsplein 4 Riethoven Het pand werd rond 1910 gebouwd als cafe, boerderij en woonhuis. In 2011 wordt over restauratie en gebruik als restaurant gedacht. Het pand staat tegenover het gemeentehuis en wordt aan drie zijden omringd door klinkerstraten. Op het erf staat een vierkante bakstenen put. Het cafe heet eigenlijk 'de Kinderen van Deijck', maar iedereen noemt het 'd'n Ummes', omdat de eigenaar altijd zei: 'ummes en alles', een stopwoordje dat een beetje lijkt op 'alles bijelkaar'.

Het eenlaagse L-vormige gebouw met afgeschuinde hoekingang wordt aan de achterzijde goeddeels afgeschermd door drie bakstenen bijgebouwen van verschillende hoogte en grootte. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen met een tandlijst onder de goot van het mansardedak met zwarte muldenpannen. De plint is gecementeerd. In de rechter gevel zijn gekrulde sierankers geplaatst, in de andere rechte steekankers. In de rechtergevel bevinden zich vier T-vensters en in het midden een paneeldeur. Op de afgeschuinde hoek bevindt zich eveneens een paneeldeur met bovenlicht, in de lange gevel aan de Dorpspleinzijde bevinden zich drie T-vensters en een getralied kelderraam. Alle

389 Vangheluwe, 2009; foto p. 109; 11; foto 29. 238 vensters hebben hardsteen dorpels en zijn deels voorzien van afgeschuind snijwerk. In de onderpanelen bevinden zich okergele kathedraalglasruitjes. De vensters en bovenlichten van de deuren worden afgesloten door een segementboog met gecementeerde vulling. De hoekingang wordt geaccentueerd door een opgetrokken dakkapel met tuitgevel en klein T-venster zoals boven beschreven. In de gevel aan de zijde van het Dorpsplein bevinden zich twee lage en twee hoge getoogde staldeuren. In de lage staldeuren bevinden zich raampjes met kleine roedenverdeling. In de rechter zijgevel bevindt zich op de begane grond één en op de zolderverdieping zijn er twee T- vensters. De linker zijgevel is gepleisterd en heeft gekromde muurankers. In de gevel zitten twee kleine vierkante ramen. Beide deuren geven toegang tot het café, dat thans buiten gebruik is maar nog wel volledig is ingericht. Op de houten vloer staat een biljart met inlegwerk. Aan de muur hangt het bijbehorende bord met keuën en spelregels. Het is afkomstig van de firma Thissen Slegers uit Antwerpen. In de hoek staat een eikenhouten toog met achterbouw. De toog en achterwand zijn voorzien van kussens, een tandlijst en een gecorniste kroonlijst. In de zijden bevinden zich spiegels in een gotiserende omlijsting. Aan de wanden van deze en andere ruimten in het pand hangen diverse laat negentiende- en vroeg twintigste eeuwse afbeeldingen, stichtende spreuken en reclameplaten. Achter het café is een zaaltje. In de "opkamer" zijn de kastjes van de bedstede in tact, onder de opkamer bevindt zich een kelder. De apparatuur is niet meer aanwezig. Alle kamers zijn voorzien van een balken plafond. Het erf wordt afgeschermd door een beukenhaag en voor de rechtergevel staan vier snoeilinden.

Waardering Het dorpscafé annex woonhuis met drie bedrijfsgebouwen en vierkante bakstenen waterput is van algemeen belang. Het complex heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de sociaal- economische ontwikkeling van de landbouw en de horeca in de provincie en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de multifunctionele boerderij. Architectuurhistorisch is het van belang vanwege de sobere ornamentiek en bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. Het is tevens van belang vanwege de gecompliceerde bouwgeschiedenis, die een afspiegeling is van de groei van het multifunctionele geheel. Het is belangrijk vanwege de gaafheid van het in- en exterieur en is als langzaam gegroeid geheel zeldzaam. Beschermd monument: Mon. nr. 517904 CHW. nr. KL093-000437 Bij dit complex behoren nog enkele schuren (zie ook 1.31.7.001).

Afbeelding: Dorpscafe Dorpsplein 4 in het centrum van Riethoven.

1.31.4.006 Café 239

Dorpstraat 20 Westerhoven Gemeentelijk monument

31.5. Woonhuis met bedrijfsruimte

1.31.5.001 Woonhuis Woonhuis met bedrijfsruimte. Circa 1880. Hoeverstraat 24 Westerhoven MIP 71993

1.31.5.002 Woonhuis Woonhuis met bedrijfsruimte uit 19e eeuw. Dorpstraat 97 Luyksgestel MIP 71569

1.31.5.003 Woonhuis Vlieterdijk 5 Luijksgestel Woonhuis met bedrijfsruimte uit 19e eeuw CHW. nr. KL066-000217

31.6. Bakhuis

31.7. Schuur/bijgebouw

1.31.7.001 Schuren Dorpsplein 4 Riethoven De drie aaneengebouwde schuren dateren uit de late negentiende eeuw. Ze staan in verspringende hoeken tegen elkaar aan en tegen de achtergevel van het dorpscafé-boerderij, waarmee de driehoekige kavel goeddeels wordt opgevuld. De eindgevel van de achterste schuur is rond 1985 vernieuwd. De schuren zijn opgetrokken uit handvorm baksteen en de nokas van elk dak loopt parallel aan de straat. Direct aan het hoofdgebouw vast is een klein laag bakstenen gebouw onder zadeldak met rode oudhollandse pannen. De gevel wordt vrijwel geheel ingenomen door een inrijpoort. Hiernaast staat een rechthoekige bakstenen schuur met gecementeerde plint en rechte steekankers, onder een zadeldak met zwarte muldenpannen. Het springt naar voren ten opzichte van de andere twee. In de linker zijgevel bevindt zich een getoogde deur. Iets gedraaid ten opzichte van de middelste schuur is de rechthoekige bakstenen schuur met rechte steekankers en zadeldak waarop rode oudhollandse dakpannen. Deze schuur heeft diverse ramen en een deur. In het bovenste gedeelte zijn kruisvormige uitsparingen in het metselwerk. De eindgevel, de linker zijgevel, is vernieuwd en versterkt met steunberen.

Waardering De schuren zijn van algemeen belang. Het geheel heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de sociaal-economische ontwikkeling van de landbouw en de horeca in de provincie en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de multifunctionele boerderij. Architectuurhistorisch is het van belang vanwege de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. Het is tevens van belang vanwege de gecompliceerde bouwgeschiedenis, die een afspiegeling is van de groei van het multifunctionele geheel. Het is belangrijk vanwege de gaafheid van het in- en exterieur en is als langzaam gegroeid geheel zeldzaam. Beschermd monument: Mon. nr.517905

1.37.7.003 Karreschop Boscheind ong. Luyksgestel Karreschop 19e eeuw

240

CHW. nr. KL066-000177 Gemeentelijk monument

1.31.7.004 Hooiberg Kerkstraat 36 Bergeijk Gemeentelijk monument

1.31.7.005 Schuur Aadijk 17a Luyksgestel Schuur 18e eeuw

Schuur Aadijk 17a.

1.31.7.006 tiendschuur Luijksgestel Voormalige tiendschuur uit 1948 aan Neerrijt 16. Is gesloopt.

31.8. Koetshuis

1.31.8.001 Koetshuis Luijksgestel Bij teutenhuis Dorpstraat 4 in Luijksgestel.

31.9. Varia

241

3. Inventarisatie archeologisch landschap - Bergeijk R. Berkvens, J. Bosman en E. Drenth

De inventarisatie van het archeologisch landschap is ook hier ingedeeld naar thema en complextype of begrip. De samenstelling van de complextypen is vanuit praktische overwegingen tot stand gekomen390, met het doel te kunnen waarderen en selecteren binnen de archeologische monumentenzorg. Voor het onderzoek dat zich bezighoudt met de beeldvorming over het verleden hebben de complextypen vooral een attenderende waarde. De complextypen zijn voorzien van definities, archeologische en landschappelijke correlaten en dateringen. Bovendien zijn de correlaten onderverdeeld in twee categorieën: (a) een correlaat dat van toepassing moet zijn bij dit complextype, en (b) een correlaat dat van toepassing kan zijn bij dit complextype.

De catalogus archeologie is als volgt opgebouwd:  Uniek nummer van de archeologische vindplaats (opgebouwd uit gemeentenummer.themanummer.subthemanummer.volgnummer)  Centrale coördinaten van de vindplaats  Plaats en toponiem van de vindplaats  Naam van de vinder  Datum van de vondst  Wijze van verwerving: kartering, proefsleuven, opgraving etc.  Beschrijving van de vondst(en)  Datering  Cultuur waar de vindplaats aan gerelateerd kan worden, bijvoorbeeld Karolingisch of Trechterbeker  Toelichting op de vindplaats  Literatuur  Bron van de vindplaats  Nummer van de vindplaats in de betreffende bron

Enkele aantal vindplaatsen hebben geen coördinaten. Deze vindplaatsen zijn wel meegenomen in de catalogus, maar ontbreken op de kaart.

Thema: 32 Bewoning

32.1 Romeinse villa Een Romeinse villa was een landbouwbedrijf dat geïntegreerd was in de sociale en economische organisatie van de Romeinse wereld en waarvan het hoofdgebouw in Romeinse stijl was gebouwd. Villae komen vooral voor in het Zuid-Limburgse lössgebied op de rand van plateaus in de nabijheid van stromend water en infrastructuur; villae zijn daarnaast in mindere mate aangetroffen in Noord- Limburg in de Maasvallei en in het rivierengebied en sporadisch op de Brabantse zandgronden (b). Datering: Romeinse Tijd; de eerste villae dateren uit de tweede helft van de 1e eeuw A.D. Archeologische en landschappelijke correlaten: • woon- en doorgaans werkeenheden (hoofdgebouw (a) en verscheidene bijgebouwen (b)); • funderingsmateriaal (bijv. vuursteen) (a); • natuursteen (a); • aardewerk (a); • nederzettingsafval (vaak gebroken en/of verbrand) (a);

390 Gebaseerd op: G. de Wit & A. Sloos, 2008: De interpretatie van archeologische waarnemingen in Archis. Een concept voor een nieuwe set complextypen (Rapportage Archeologische Monumentenzorg 165). 242

• versterkt (omgreppeld of omheind (b); • sporen van agrarische activiteten (b); • evt. cultuurlaag (b); • hypocausttegels (b); • tubuli (b); • vensterglas (b); • vloermozaïeken (b); • pleisterwerk (b); • vloerniveau (b); • glas (b); • metaalvondsten (b); • waterleidingen (b); • afvoergoten (b); • vijver (b) • pad/weg (b); • (sier)tuin (b); • hekwerken (palissaden) (b);

32.2 Kasteel Een kasteel is een van oorsprong middeleeuws gebouw dat de functies verdedigbaarheid en bewoonbaarheid combineert, door het verschaffen van woonruimte en verdedigbaarheid aan een beperkte groep mensen tot een maximaal van ongeveer 50 personen. Datering: vanaf de Late Middeleeuwen A (ca. 1050 A.D.)–tot op heden. Archeologische en landschappelijke correlaten: • omgeven door een minstens 5 m brede gracht of grachten (a); • opgaand muurwerk is minimaal 45-60 cm dik of fundering is minimaal 1 m dik (a); • defensieve elementen: poortgebouw, torens, wallen etc. (a). • evt. cultuurlaag (b); • voorwerpen die met elitegroepen kunnen worden geassocieerd, zoals wapens, ruitersporen, stijgbeugels, jachtgerei, in combinatie met nederzettingsafval (b).

Uniek nr. 1.32.2.1652 (zie ook 1.18.1.001) Coördinaten Onbekend Plaats Bergeijk Toponiem Slot Naam vinder G. Beex e.a. Datum vondst 1972 Verwerving archeologisch: boringen en proefsleuf Beschrijving aan vondsten hoofdzakelijk 18e-eeuws materiaal Datering Nieuwe Tijd - Nieuwe Tijd Cultuur Toelichting Kasteel Bergeijk Versterkt huis, ook het Slot genoemd. Voor het eerst vermeld in 1352, wanneer Godevaart van Peelt het kasteel ‘die Portinc’ beleent aan Elisabeth Peters. Later schenkt Godevaart het huis aan het godshuis van Postel. Het huis heeft dienst gedaan als versterking in de Tachtigjarige Oorlog.391 In de eerste helft van de Tachtigjarige Oorlog werden er aarden wallen en een gracht aangelegd, maar de wallen zijn ook weer verwijderd. In 1592 zou het kasteel verwoest zijn, maar het moet weer herbouwd zijn. Het werd in de 17de eeuw bewoond door de schout van Kempenland. Teut Frans Ermen wordt in 1788 eigenaar, na in 1784 al een helft te hebben gekocht. Het kasteel is dan al vervallen en Ermen laat de restanten slopen. De gracht is in 1848 gedempt. 392 Literatuur Beex 1972j

391 J.H. Verhagen, Historische beschrijving van het Bergeijks Kasteel, in :Het Brabants Kasteel, nr. 4 okt. 1989, 63. 392 Panken en Van Sasse van Ysselt, 1900, 227, 243

Bron Literatuur Nummer 600159

32.3 Kamp Overkoepelende term voor tijdelijk bewoonde nederzetting uit Paleolithicum, Mesolithicum, Neolithicum en (Midden-)Bronstijd die is ingericht voor bewoning (basiskamp), de exploitatie van niet gedomesticeerde voedselbronnen of grondstoffen (extractiekamp). Datering: Paleolithicum-(Midden-)Bronstijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • vuurstenen werktuigen en, ruim vertegenwoordigd, dito afval (afslagen en kernen); verscheidene versleten, gebroken en verbrande werktuigen (voor de Steentijd en de Vroege Bronstijd, voor de rest van de Bronstijd een b) (a); • vanaf het Neolithicum met aardewerkscherven (a); • tevens natuurstenen werktuigen (bijvoorbeeld klopstenen, retouchoirs en natuursteen dat is gebruikt als aambeeld, constructiesteen voor haarden en als kooksteen (a). • evt. cultuurlaag (b); • oppervlakte- en/of kuilhaarden (b); • sporen van tenten of hutten (b); • verkoolde planten- en dierenresten (bot); bij goede conservering ook onverkoolde resten (b).

32.4 Schans Versterkt complex, bestaande uit wallen en grachten, in het veld pgeworpen, vaak met behulp van takkenbossen. Datering: Nieuwe Tijd (16e-19e eeuw A.D.). Archeologische en landschappelijke correlaten: • sporen van wallen, grachten en houten of (bak)stenen geschutsposten (a); • versterkte doorgangen/poorten (a). • veelvuldig langs de randen van een territorium en oorlogsgebieden, zoals de zuid- en oostgrens van de Republiek der Verenigde Nederlanden. In Amsterdam ook stadswal (Oude Schans, Weteringschans). Ook op plaatsen waar de vloot die lag te wachten op gunstige wind beveiligd moest worden, zoals bij Oudeschild op Texel (b); • militaria en munitie (b); • vaak in combinatie met andere militaire elementen, zoals linies, dijken etc. (b).

32.5 Wal/omwalling Terrein omgeven door (al dan niet onderbroken) grachten, palissaden en wallen, waarvan de precieze functie niet geheel duidelijk is. In de meeste gevallen zijn er in eerste instantie geen aanwijzingen voor vaste bewoning en zijn er dientengevolge nauwelijks vondsten. Datering: Late Middeleeuwen (vanaf de13e eeuw A.D.)- Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • sporen van of aanwijzingen voor wallen en grachten (a); • evt. cultuurlaag (b). Datering: Late Middeleeuwen (vanaf de13e eeuw A.D.)- Nieuwe Tijd.

Uniek nr. 1.32.5.0681 Coördinaten X=155650 / Y=370460 Plaats Westerhoven Toponiem Haverhof ; Ganzenbroek Naam vinder onbepaald Datum vondst 1928 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving CAA: Loeb-fiche meldt aangaande deze vondst: 'Merovingisch grafveld'.De oorspronkelijk gegeven Y-waarde 370.575 is verbeterd.Tijdens het opruimen van de eikenwal werd het belang van de vondsten nietingezien.

244

Zie art.Bannenberg hierover, die opmerkt dat eigenlijk toevalli-gerwijs Holwerda van de vondsten in kennis werd gesteld. Over vervolgzie Waarn. 34179.De vondsten zijn vlg.schrijver gedeeltelijk verloren en gedeeltelijk onderverschillende personen verspreid geraakt.Bij Bannenberg, sp. noot 4, ook verwijzing naar korte meldingen vanHolwerda over deze zaak, in Verslagen RMO over 1928 en '29. Datering onbepaald - onbepaald Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bannenberg 1957a Bron Archis Nummer 34178

32.6 Nederzetting Verscheidene gelijktijdige huisplaatsen, erven of concentraties/ verspreidingen vondsten die wijzen op tijdelijke of permanente bewoning. Er zijn geen aanwijzingen voor stedelijke elementen (zie boven) en evenmin dat de bewoning plaatsgevonden heeft op een kunstmatige verhoging. Eventueel is de nederzetting begrensd geweest door een greppel, wal, palissade etc. Datering: Neolithicum-Nieuwe-tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • grondsporen die wijzen op permanente bewoning, zoals palenconfiguraties behorende tot huisplattegronden, afvalkuilen, waterputten, haardplaatsen, erfgreppels etc., die duiden op verscheidene gelijktijdige erven (a); • nederzettingsvondsten (grondstof, halffabricaten, eindproducten en afval; relatief groot percentage is gebroken en verbrand, ecologische resten (zoals plantenresten en botten die duiden op de verwerking en consumptie van voedsel) (a). • evt. cultuurlaag (b); • omheining (palissade, wal etc.) (b).

Uniek nr. 1.32.6.0136 Coördinaten X=157030 / Y=373100 Plaats Westerhoven Toponiem Braambos Naam vinder Particulier Datum vondst 04-1978 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting aantal fragmenten < 53 Literatuur Bron Archis Nummer 14214

Uniek nr. 1.32.6.0139 Coördinaten X=154300 / Y=371100 Plaats Bergeijk Toponiem Bucht Naam vinder Particulier Datum vondst 1978 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering Paleolithicum - Bronstijd

245

Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting evt. IJzertijd Literatuur Bron Archis Nummer 14216

Uniek nr. 1.32.6.0141 Coördinaten X=153640 / Y=370760 Plaats Bergeijk Toponiem De Houw Naam vinder Particulier Datum vondst 1978 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Ad305 Gevonden In Januari 1981 Door Dhr Theuws,F Bergeijk. Datering Paleolithicum - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 14218

Uniek nr. 1.32.6.0167 Coördinaten X=153640 / Y=370780 Plaats Bergeijk Toponiem Bucht Naam vinder Particulier Datum vondst 25-04-1979 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering Hoge/Volle Middeleeuwen - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 14406

Uniek nr. 1.32.6.0178 Coördinaten X=153250 / Y=372700 Plaats Riethoven Toponiem Riethoven Naam vinder Theuws Datum vondst 01-09-1980 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving ad 101 mmv Biemans,j.ad 117 geploegd bosperceel.mogelijk is het perceel als akker in gebruik geweest zoalsvele bospercelen destijds; in de nabije omgeving zijn al eerder vondsten gedaan zowel IJzertijd als Romeins. Datering Late IJzertijd - Late IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 14570

Uniek nr. 1.32.6.0179 Coördinaten X=153250 / Y=372700

246

Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder Theuws Datum vondst 01-09-1980 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving ad 101 ook mmv Biemans,j.ad 117 geploegd bosperceel.in de nabije omgeving zijn al eerder vondsten gedaanzowel IJzertijd als Romeins; mogelijk is het perceelals akker in gebruik geweest zoals vele bospercelen destijds. Datering Nieuwe tijd - Nieuwe tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 14574

Uniek nr. 1.32.6.0329 Coördinaten X=152950 / Y=372850 Plaats Riethoven Toponiem ‘t Broodven Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Getypte melding G. Beex t.b.v. Bull. KNOB 1973:".... vonden een drietal neolithische klingen en een kernstuk. In de omge-ving zijn reeds eerder enige concentraties van Neolithische vondsten ont-dekt door dhr. P. Dijkstra uit Bergeijk (Bull. KNOB 1968:126 en 1971:142)."Opm.: gezien de vondsten in de omgeving en de nabijheid van een ven is hetniet uitgesloten dat de artefacten moeten worden beschouwd als een eersteaanwijzing voor een nederzettingsterrein. Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1973f Bron Archis Nummer 30443

Uniek nr. 1.32.6.0330 Coördinaten X=156750 / Y=370800 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Loeb-fiche:"Vindplaats van vuurstenen artefacten en vuursteenafslag. Gelegen in bouw-land en bos. Verkenning door A. Buisman sept. 1964."Opm.: later is met potlood toegevoegd: "[coordinaten] wijzigen n.a.v. opga-ve G. Beex 26/11/69 (zie kaart)." De coord. op de top.krt CAA wijken inder-daad iets af: 156.750/370.825. Een schriftelijke correctie door Beex is niet aangetroffen. Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis

247

Nummer 30445

Uniek nr. 1.32.6.0332 Coördinaten X=154950 / Y=368800 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Loeb-fiche:"Vindplaats van vuurstenen artefacten en vuursteenafslag."Opm.: latere aant. met pen "het terrein bleek na een verkenning in mei 1966te zijn afgegraven." Onduidelijk of het de site onder obj.nr 69N of 71N betreft.Opm.: volgens oorspronkelijke coord. op Loeb- fiche zou de site 1 km noorde-lijker liggen. Die lokatie voldoet echter niet aan de omschrijving `gelegenin heideterrein'. In het CMA was coordinatenpaar aangepast; wijziging ookin het CAA aangebracht. Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 30448

Uniek nr. 1.32.6.0334 Coördinaten X=154025 / Y=368830 Plaats onbepaald Toponiem Eikeven Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Loeb-Fiche:"Vindplaats van vuurstenen artefacten En vuursteenafslag."Opm.: aanvullende informatie ontbreekt. Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 30451

Uniek nr. 1.32.6.0344 Coördinaten X=152580 / Y=373060 Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel Naam vinder Biemans Datum vondst 28-03-1970 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Meldings-fiche G. Beex:"Enige tientallen neolithische artefacten. Op hetzelfde perceel zijn eerdertalrijke Romeinse vonsten aan het licht gekomen."Opm.: een jaar later trof Biemans op hetzelfde terrein enkele WKD-schervenaan; "de dwarsstreepjes van de wikkeldraadversiering zijn zeer regelmatigaangebracht en liggen dicht bij elkaar (ongeveer 1 mm)."Opm.: voor ROM en BRONSL/IJZ vondsten zie andere waarn. onder obj.nr 57BN-85. Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t.

248

Toelichting Literatuur Slofstra 1991 Bron Archis Nummer 30461

Uniek nr. 1.32.6.0347 Coördinaten X=156200 / Y=372150 Plaats Loveren Toponiem Naam vinder Particulier Datum vondst 03-08-1969 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving 2 meldings-fiches Beex:"Concentratie artefacten en afslag van de Tjongercultuur.""Scherven van Romeins en Inheems aardewerk."Opm.: alle vondsten zijn afkomstig uit het profiel van een zandafgraving.Het vuursteen werd aangetroffen in een duidelijke Allerod-laag, waaronderzich een duidelijke Bolling-laag bevond. In het profiel waren veel cryotur- batieverschijnselen waar te nemen. De scherven zijn afkomstig van ca 20 cmonder maaiveld. Datering Laat-Paleolithicum - Laat-Paleolithicum Cultuur Federmesser-groep Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 30464

Uniek nr. 1.32.6.0349 Coördinaten X=152830 / Y=372530 Plaats onbepaald Toponiem Broodven Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Getypte melding, opgesteld voor publicatie in Bull. KNOB 1971:"Door P. Dijkstra ... werden op een vijftal plaatsen in de omgeving van hetBroodven talrijke neolithische artefacten verzameld...... "Opm.: het betreft de obj.nrs 57BN-97 t/m 101. Er wordt niet gespecificeerdwelke van de beschreven artefacten afkomstig zijn van welke van de 5 vind-plaatsen. In de bovenstaande vondstbeschrijving zijn alle (!) artefactenopgenomen; het is niet bekend of ze daadwerkelijk zijn gevonden op de on-derhavige site. Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1971e Bron Archis Nummer 30465

Uniek nr. 1.32.6.0354 Coördinaten X=152880 / Y=372530 Plaats onbepaald Toponiem Broodven Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering

249

Beschrijving Getypte melding, opgesteld voor publicatie in Bull. KNOB 1971:"Door P. Dijkstra ... werden op een vijftal plaatsen in de omgeving van hetBroodven talrijke neolithische artefacten verzameld. ..."Opm.: het betreft de obj.nrs 57BN-97 t/m 101. Er wordt niet gespecificeerdwelke van de beschreven artefacten afkomstig zijn van welke van de 5 vind-plaatsen. In de bovenstaande vondstbeschrijving zijn alle (!) artefactenopgenomen; het is niet bekend of ze daadwerkelijk zijn gevonden op de onderhavige site. Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1971e Bron Archis Nummer 30468

Uniek nr. 1.32.6.0355 Coördinaten X=152800 / Y=372900 Plaats onbepaald Toponiem Broodven Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Getypte melding, opgesteld voor publicatie in Bull. KNOB 1971:"Door P. Dijkstra ... werden op een vijftal plaatsen in de omgeving van hetBroodven talrijke neolithische artefacten verzameld. ..."Opm.: het betreft de obj.nrs 57BN-97 t/m 101. Er wordt niet gespecificeerdwelke van de beschreven artefacten afkomstig zijn van welke van de 5 vind-plaatsen. In de bovenstaande vondstbeschrijving zijn alle (!) artefactenopgenomen; het is niet bekend of ze daadwerkelijk zijn gevonden op de on-derhavige site. Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting "Pijlpuntjes met schachtdoorn" Literatuur Beex 1971e Bron Archis Nummer 30470

Uniek nr. 1.32.6.0356 Coördinaten X=152900 / Y=373000 Plaats onbepaald Toponiem Broodven Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Getypte melding, opgesteld voor publicatie in Bull. KNOB 1971:"Door P. Dijkstra ... werden op een vijftal plaatsen in de omgeving van hetBroodven talrijke neolithische artefacten verzameld. ..."Opm.: het betreft de obj.nrs 57BN-97 t/m 101. Er wordt niet gespecificeerdwelke van de beschreven artefacten afkomstig zijn van welke van de 5 vind-plaatsen. In de bovenstaande vondstbeschrijving zijn alle (!) artefactenopgenomen; het is niet bekend of ze daadwerkelijk gevonden zijn op de on-derhavige site.Opm.: op de site zijn ook Romeinse en "inheemse" scherven gevonden; zieobj.nr 57BN-21. Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1971e

250

Bron Archis Nummer 30471

Uniek nr. 1.32.6.0357 Coördinaten X=153000 / Y=373070 Plaats onbepaald Toponiem Broodven Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Getypte melding, opgesteld voor publicatie in Bull. KNOB:"Door P. Dijkstra ... werden op een vijftal plaatsen in de omgeving van hetBroodven talrijke neolithische artefacten verzameld. ..."Opm.: het betreft de obj.nrs 57BN-97 t/m 101. Er wordt niet gespecificeerdwelke van de beschreven artefacten afkomstig zijn van welke van de 5 vind-plaatsen. In de bovenstaande vondstbeschrijving zijn alle (!) artefactenopgenomen; het is niet bekend of ze daadwerkelijk zijn gevonden op de on-derhavige site. Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1971e Bron Archis Nummer 30473

Uniek nr. 1.32.6.0361 Coördinaten X=151720 / Y=367685 Plaats Luyksgestel Toponiem Mulders Velden Naam vinder Particulier Datum vondst 09-1960 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Meldings-fiche op basis van lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966:"Vindplaats van vuurstenen artefacten."Opm.: het gaat zeer wsch om een vindplaats die in een briefwisseling tussenDielis en ROB enkele malen aan de orde komt (1960-1962); daar wordt gespro-ken over een mesolithische vindplaats die op de grens van Bergeijk en Luijks-gestel ligt. De onderhavige site is de enige die aan die beschrijving vol-doet. Een deel van het materiaal is door Dielis aan het oppervlak verzamelden een klein deel d.m.v. graafwerk. Het totale aantal artefacten dat daar-bij werd verzameld is onbekend.Opm.: in 1961 is de site door het BAI d.m.v. een proefopgraving onderzocht(o.l.v. Bohmers); volgens Dielis "met enorm succes". In 1962 is het onder-zoek op grotere schaal voortgezet (cf. Newell 1975:47, fig. 4). Artefact-categorieen zoals in fig. 4 bij Newell weergegeven, zijn in vondstbeschrijving opgenomen. Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Newell 1975 Bron Archis Nummer 30479

Uniek nr. 1.32.6.0365 Coördinaten X=150950 / Y=364375 Plaats Sengelsbroek Toponiem Sengelsbroeksche Heide

251

Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Meldings-fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966:"Vindplaats van vuursteen artefacten."Opm.: bij diverse andere vindplaatsen die door Beex in bovenstaande termenwerden beschreven, kon uit andere bronnen worden afgeleid dat het ging omconcentraties van mesolithisch vuursteenmateriaal. Gezien de lokatiekeuze(een kleine hoogte in een nat gebied) kan dat hier eveneens het geval zijn.Aanvullende informatie ontbreekt evenwel. Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 30485

Uniek nr. 1.32.6.0432 Coördinaten X=152400 / Y=371800 Plaats onbepaald Toponiem De Paal Naam vinder ROB Datum vondst 02-11-1959 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een tweetal Loeb-fiches waarvan deinhoud van de tekst min of meer is terug te vinden in Modderman 1967 (zieLiteratuur). Op de fiches worden de afmetingen 190 x 225 x 130 x 250 m ver-meld, evenals de verwijzingen naar Hermans 1865, Stroobant 1906, ROB 1959,en Modderman 1960 (zie Literatuur). Datering Midden-Bronstijd - Midden-Bronstijd Cultuur Hilversum-cultuur Toelichting Literatuur Modderman 1967 Bron Archis Nummer 31208

Uniek nr. 1.32.6.0498 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Riethoven Toponiem N397 Eersel - Dommelen Naam vinder ROB Datum vondst 1974 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Coördinaten slechts bij benadering vastgesteld. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1976a Bron Archis Nummer 32754

Uniek nr. 1.32.6.0499 Coördinaten X=155000 / Y=374000 Plaats Riethoven Toponiem N397 Eersel - Dommelen

252

Naam vinder Particulier Datum vondst 1972 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1974e Bron Archis Nummer 32755

Uniek nr. 1.32.6.0539 Coördinaten X=155150 / Y=373310 Plaats Voort Toponiem De Voort Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. De beschrijving luidt 'Neder-zettingssporen'. Bij vindplaats en vondstomstandigheden staat vermeld:'Riethoven, "de Voort". Bij bouwen v/e schuurtje gevonden Romeins aarde-werk. Kad. gem. Riethoven, sectie B, nr. 1195'.Veldcontrole is uitgevoerd door G. Beex d.d. 3-7-1963. Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 33164

Uniek nr. 1.32.6.0540 Coördinaten X=156800 / Y=372950 Plaats Braambosch Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. De beschrijving luidt:'Sporen van Romeinse nederzetting. Vondsten: o.a. scherf (15 x 15 cm) vandolium'. De coordinaten zijn 156.800/372.950 - 157.100/373.225. Met pen is aangevuld: 'ook vondsten gedaan door Beex (berusten in Mus. Den Bosch)'.Bij vindplaats en vondstomstandigheden staat vermeld: 'Braambosch, gem.Westerhoven. Ten oosten hiervan een deel afgegraven voor wegophoging'.Het fiche verwijst verder naar een publicatie van Buisman (1964, *285-286).Veldcontrole is uitgevoerd door Buisman in september 1964. Datering Vroeg-Romeinse tijd - Laat-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 15 x 15 cm Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33165

Uniek nr. 1.32.6.0557 Coördinaten X=152530 / Y=373000

253

Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel Naam vinder Biemans Datum vondst 9999 Verwerving niet-archeologisch: kartering Beschrijving M.b.t. deze vondstmelding is een monumentenfiche aanwezig. Tevens is er eenuitgebreide 'Toelichting vondsten te Riethoven' van G. Beex. Bovendien be-vindt zich in het Correspondentie Archief de meldingsbrief van Beex d.d.23-5-1967 met informatie.Het betreft hier een nederzetting uit de Romeinse tijd. Het terrein (per-ceel 1783, 1781) is hoofdzakelijk beplant met dennenbos.In de Toelichting Vondsten schrijft Beex, dat de eigenaar van perceel 1783gestuit is op de resten van een Romeinse put gemaakt van dikke balken,maar geeft hiervan geen vondstdatum.Over de vondsten is tevens geschreven in het Bulletin K.N.O.B. (1967, *65).Veldcontrole is uitgevoerd door Beex d.d. 12-5-1967 (met Biemans) en22-5-1967.Ad 001- 009: 'enige honderden randstukken'. In zijn meldingsbrief geeft Beexals datering 'hoofdzakelijk uit de 2de eeuw, maar ook enige stukken vaneind 1ste eeuw'. Datering Midden-Romeinse tijd - Midden-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1967g Bron Archis Nummer 33204

Uniek nr. 1.32.6.0590 Coördinaten X=153075 / Y=370550 Plaats Bergeijk Toponiem Eerselse Dijk Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 07-09-1982 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1982 en 1983 kon een terrein aan de Eerselsedijk onderzocht worden. Debewoning op het terrein begint, rond het midden of in de 2e helft van de11e eeuw, hoewel enige vondsten uit de 10e eeuw zijn aangetroffen. In de12e eeuw werd de bewoning intensiever. Het is moeilijk de preciezeopeenvolging van gebouwen, greppels en waterputtten vast te stellen,vanwege het fragmentarische karakter van de nederzettingsplattegrond.Mogelijk heeft een oost-west gerichte rij grote paalkuilen tot eenwoonstalhuis behoort. Een andere plattegrond lijkt veel op een bijgebouw(van het type B1), zoals in Dommelen is gevonden. In het noordelijke deelvan de opgraving konden de plattegronden van 3 eenvoudige gebouwtjesgereconstrueerd worden. De gebouwtjes lijken een geisoleerde positie in tenemen. In dit verband is de aanwezigheid van de waterput K van belang en 2kuiltjes gevuld met ijzerslakken. Mogelijk is op deze plaats ijzer bewerktof gesmolten. Na de 12e eeuw lijkt er gedurende enige tijd geen sprake vanbewoning te zijn geweest in de onmiddelijke omgeving. Uit de 14e eeuwdateren waarschijnlijk een greppel en een waterput. In de 15e en 16e eeuwis de bewoning weer heel nadrukkelijk aanwezig. Uit die tijd dateren enkelewaterputten, een bakstenen gebouwtje en een paar grote kuilen. Uit de 17een 18e eeuw zijn geen bewoningssporen aangetroffen.(naar Theuws 1989)Zie ook waarnemingsnummers 33652, 34762 en 33653. Datering Hoge/Volle Middeleeuwen - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t.

254

Toelichting Literatuur Van Regteren Altena 1986 Bron Archis Nummer 33651

Uniek nr. 1.32.6.0594 Coördinaten X=152975 / Y=370180 Plaats Bergeijk Toponiem Raadhuishof Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 15-03-1983 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Uit het archeologisch onderzoek ten zuidwesten van de kerk is duidelijkgeworden dat op dit terrein geen bewoning voor de 10e eeuw plaats had. Inde vroege 11e eeuw, wellicht in de (late) 10e eeuw is men begonnen met deaanleg van grachten om een gebied dat zich hoofdzakelijk ten zuiden van dekerk lijkt uit te strekken (gracht 1, 2/5). Mogelijk is de plaats van eentoegang tot het terrein omsloten door grachten 2 en 5 gelokaliseerd. Deaard van de bewoning op het terrein is niet meer vast te stellen. Op eengegeven moment (in de 12e eeuw?) raakten de grachten buiten gebruik en werdeen nieuwe, zeer brede gracht gegraven, die waarschijnlijk om de kerk liepen hoofdzakelijk een terrein rond en ten noorden van de kerk omsloot. Eendeel van de bewoningssporen zijn waarschijnlijk gelijktijdig met dezegracht, zodat er met bewoning rondom het omgrachte terrein rekening moetworden gehouden. Nadat gracht 6 (gedeeltelijk?) buiten gebruik was geraaktwerd gracht 3 aangelegd, die waarschijnlijk in de late 12e of vroege 13eeeuw dichtraakte. De toegang tot dit terrein is eveneens gevonden.Waarschijnlijk hadden de grachten geen defensieve betekenis, maar gaven zijeen gebied aan waar de betreffende machthebber rechten bezat en waar menzijn bescherming genoot. Aanwijzingen voor bewoning uit de 14e eeuw enlater ontbreken.(naar Theuws 1989) Datering Hoge/Volle Middeleeuwen - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting gracht 6 om kerk en gebied ten noorden daarvan Literatuur Theuws 1986 Bron Archis Nummer 33652

Uniek nr. 1.32.6.0606 Coördinaten X=153650 / Y=370800 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 12-10-1987 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Datering Vroege Middeleeuwen A - Late Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting nederzetting Literatuur Bron Archis Nummer 33668

Uniek nr. 1.32.6.0609 Coördinaten X=153625 / Y=370775

255

Plaats Bergeijk Toponiem De Ploeg Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 31-10-1988 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Proefsleuvenonderzoek in randzone van de laat-Romeinse nederzetting. centrale deel nederzetting bebouwd. Datering Laat-Romeinse tijd - Laat-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Theuws & Hiddink 1996 Bron Archis Nummer 33674

Uniek nr. 1.32.6.0611 Coördinaten X=153850 / Y=370550 Plaats Bergeijk Toponiem De Bucht Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 18-05-1989 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1989 werd door het IPP een opgraving uitgevoerd aan de Bucht te Bergeijk.Behalve een deel van een urnenveld uit de ijzertijd, werd een deel van eennederzetting uit de 8e-9e eeuw en een deel van een nederzetting uit de12e eeuw opgegraven.Mededeling F.Theuws, juni 1998* puttenkaart en overzicht sporen 8e-9e eeuw in Theuws 1991 Datering Hoge/Volle Middeleeuwen - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting nederzetting volle middeleeuwen, XI of XII Literatuur Theuws 1991 Bron Archis Nummer 33678

Uniek nr. 1.32.6.0660 Coördinaten X=152300 / Y=371900 Plaats onbepaald Toponiem De Paal Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Sporenvan nederzetting uit de IJzertijd. Determinatie door J.A.Th.Dielis, Eersel-sedijk 31, Bergeijk' met als latere toevoegingen: 'Is hier niet de 100 mZ.O. gelegen nederzetting bedoeld (onderzoek Modderman, zie 36N). Gemelddoor Dielis' en '[152.300/371.900] sporen +- 100 m ten Z.O. hiervan, vol-gens opgraving Modderman'. Indien gedoeld wordt op de nederzettingssporenuit de opgraving van het urnenveld uit de vroege IJzertijd (CAA: 57BN-36 ;= waarn. 31208), dan dient als datering Midden- Bronstijd te worden aange-houden. Een duidelijke aparte verantwoording van het op het fiche beschre-vene is in het correspondentie-archief van de ROB niet terug te vinden. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964

256

Bron Archis Nummer 34089

Uniek nr. 1.32.6.0661 Coördinaten X=152925 / Y=372050 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door M.C. Dorst d.d. 20-10- 1976op basis van de door G. Beex samengestelde inventarisatielijst ingevuldCAA-fiche met de tekst: 'Melder J.A.Th. Dielis, Bergeijk. Scherven ijzer-tijd (nederzetting ?)'. Nadere toelichting ontbreekt. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 34094

Uniek nr. 1.32.6.0685 Coördinaten X=154680 / Y=373580 Plaats Riethoven Toponiem Tontelstraat Naam vinder Onbekend Datum vondst 04-1991 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving Gegevens uit CMA dossier; geen directe resultaten van deze inspectie/boring(?) overgeleverd. Doelstelling was vaststelling omvang vh hier veronder-stelde grafveld. Vgl. Waarn.nr.14140. Datering onbepaald - Vroege Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 'akkerlaag' op 75 a 80 cm -Mv Literatuur Bron Archis Nummer 34185

Uniek nr. 1.32.6.0697 Coördinaten X=153100 / Y=370300 Plaats Bergeijk Toponiem Hof Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 1984 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1984 werden in het centrum van het dorp Bergeijk opgravingen verricht. In1986 konden tijdens de bouwwerkzaamheden nog waarnemingen worden gedaan.Op het terrein ten noorden van de kerk is aan aantal grachten aangetroffen.Alleen gracht 7 is in verband te brengen met een die ten zuiden van de kerkis aangetroffen. Er zijn geen sporen van een omwalling aan de binnenzijdevan de gracht waargenomen. Het aardewerk uit de vulling van de gracht duidterop dat zij in de 2e helft van de 12e eeuw is dichtgeraakt. Het tijdstipwaarop de gracht is gegraven valt moeilijk te bepalen omdat zeschoongehouden kan zijn, waardoor daterende vondsten uit de tijd direkt nade aanleg kunnen ontbreken. Een paalkuil met 10e-

257

vroeg 11e eeuws aardewerkbevond zich ten noorden van de gracht. Een opvallend verschijnsel is deaanwezigheid van brandresten, bestaande uit houtskool, verbrande leem,fragmenten van ovenwanden, brokken versmolten ijzer en slakken in de grachtSommige ovenwanden lijken restanten van koper of brons te bevatten.Waarschijnlijk betreft het afval van een klokkengietenrij van denabijgelegen kerk, dat gebruikt is om het terrein in de 2e helft van de 12eeeuw te egaliseren en op te hogen. Paalkuilen en waterputten duiden opbewoning in de 11e eeuw en vooral in de 2e helft van de 12e en 13e eeuw. Degrachten (8-12) zijn voorgangers van de Hofloop, die de bewoning bij dekerk scheidde van die aan de Eerselsedijk. Het betrof een natuurlijkelaagte, die deels door middel van kunstmatig gegraven grachten werdontwaterd. Uit de volle 14e en 15e tot en met de 17e eeuw zijn geen sporenen vondsten aangetroffen zodat aangenomen moet worden dat het terrein en deonmiddelijke omgeving in die tijd onbewoond was. Pas in de 17e of 18e eeuwwerd weer een nieuwe ontwateringsgracht gegraven. Uit deze periode datereneveneens een aantal waterputten.(naar Theuws 1989) Datering Hoge/Volle Middeleeuwen - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting van kerk? Literatuur Verhoeven 1989 Bron Archis Nummer 34762

Uniek nr. 1.32.6.0825 Coördinaten X=145800 / Y=365325 Plaats onbepaald Toponiem Postelse heideweg Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Loeb-fiche: "Sporen van een nederzetting .."Opm.: niet eenduidig dat Dielis de vinder is. Datering Laat-Paleolithicum - Laat-Paleolithicum Cultuur Federmesser-groep Toelichting o.a. 4 klingen met retouche Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 35172

Uniek nr. 1.32.6.0826 Coördinaten X=146100 / Y=365100 Plaats onbepaald Toponiem De Zwarte Horsteng Naam vinder BAI Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving "Vindplaats van mesolithische vuursteenartefacten. Het terrein is geheelvergraven. Oudheidkundig bodemonderzoek door Dr. Bohmers, BAI, Groningenin ?" Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis

258

Nummer 35173

Uniek nr. 1.32.6.0827 Coördinaten X=147950 / Y=364600 Plaats Luijksgestel Toponiem Bossche Weijer Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Loeb-fiche en fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen door G. Beexca 1966. De vondsten zijn gedaan "in profiel van slootkant op de rand vanhet voormalig ven de Bossche Weijer".Opm.: de vondst- en meldingsdatum van Kuenen zijn resp. 19690802 en19691113. Beschrijving ervan door Beex 19691113. De coordinaten wijken ietsaf: 147.94/364.59. Adres Kuenen: Wolfsakker 2, Meerveldhoven. Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35174

Uniek nr. 1.32.6.0828 Coördinaten X=145850 / Y=364015 Plaats onbepaald Toponiem Zwarte-Horstweijer Naam vinder Particulier Datum vondst 09-1964 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Kopie van Loeb-fiche en meldings-fiche Beex. Het betreft vondsten gedaan opeen zandweg langs de grens met Belgie.Opm.: de vondst- resp. meldingsdata H.C. Kuenen zijn 19690802 en 19691113.Beschrijving door Beex 19691113. Het coordinatenpaar wijkt iets af van datvan Dielis: 145.82/364.000. Adres Kuenen: Wolfsakkerstr. 2, Meerveldhoven.Opm.: coordinatenpaar Dielis iets gewijzigd t.b.v. invoer ARCHIS (de oor- spronkelijke coordinaten 145.85/364.00 vielen volgens het systeem in Bel- gie). Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35176

Uniek nr. 1.32.6.0829 Coördinaten X=148500 / Y=363700 Plaats onbepaald Toponiem Blekerheide Naam vinder Particulier Datum vondst 03-08-1969 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Loeb-fiche (melder Innocentius najaar 1962, beschrijver R.S. Hulst) en mel- dings-fiche G. Beex. Innocentius meldde brokstukken bijl, MESO vuursteenaf-slagen en onvolwaardige schrabber; vondstomstandigheden onbekend. Kuenenmeldde en MESO concentratie. Vondsten zijn afkomstig

259

van bosperceel langsde Belgische grens. Coordinaten Kuenen wijken iets af: 148.500/363.720.Opm.: adres Kuenen: Wolfsakkerstr. 2, Meerveldhoven. Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35177

Uniek nr. 1.32.6.0831 Coördinaten X=144950 / Y=367750 Plaats onbepaald Toponiem Zwarte Weijer Naam vinder Beex Datum vondst 07-03-1970 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Waarnemingen Beex in 1 a 2 m hoog profiel dat was onstaan t.g.v. afgravingvan een perceel. Site ligt op hoge zandrug langs westrand van het dal vande Grote Beerze. Beex vermeldt dat "enige uit het profiel gespoelde arte-facten werden verzameld"Opm.: onder obj. 22Z zijn onder andere coordinaten (144.900/376.550) vond-sten van hetzelfde terrein beschreven. Datering Laat-Paleolithicum - Laat-Paleolithicum Cultuur Federmesser-groep Toelichting "Allerшdlaag met .. kuilen met houtskool (haardjes) ..." Literatuur Bron Archis Nummer 35179

Uniek nr. 1.32.6.0832 Coördinaten X=148830 / Y=364120 Plaats onbepaald Toponiem Bossche Weijer Naam vinder Particulier Datum vondst 03-08-1969 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Vondsten op "een stukje heide met vliegdennen". Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35180

Uniek nr. 1.32.6.0833 Coördinaten X=146270 / Y=364170 Plaats onbepaald Toponiem Zwarte-Horstweijer Naam vinder Particulier Datum vondst 02-08-1969 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Vondsten "op zandweg langs de belgische grens op de zuidrand van het voor-malige ven "de Zwartehorst Weijer" Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t.

260

Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35181

Uniek nr. 1.32.6.0834 Coördinaten X=146150 / Y=364970 Plaats onbepaald Toponiem Zwarte-Horstweijer Naam vinder Particulier Datum vondst 02-08-1969 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Vondsten "langs de westrand van het voormalige ven de Zwartehorst Weijer" Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35182

Uniek nr. 1.32.6.0835 Coördinaten X=146040 / Y=364470 Plaats onbepaald Toponiem Zwarte-Horstweijer Naam vinder Particulier Datum vondst 02-08-1969 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Vondsten op "geploegd weiland op de rand van het voormalige ven de Zwarte-horst Weijer". Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35183

Uniek nr. 1.32.6.0838 Coördinaten X=145370 / Y=365470 Plaats onbepaald Toponiem Postelse Heideweg Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Waarneming op basis van een inventarisatie van het door broeder Augustinusverzamelde PALEOL/MESO materiaal dat zich in het Gemeentelijk Museum inHelmond bevindt.Opm.: onbekend of de vondsten afkomstig zijn uit een concentratie. Site is"bekend" als Postelse Heideweg II. Datering Laat-Paleolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting eindschrabber Literatuur Bron Archis Nummer 35218

261

Uniek nr. 1.32.6.0840 Coördinaten X=146200 / Y=365100 Plaats Boscheind Toponiem Postelse Heideweg Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Waarneming op basis van een inventarisatie van het door broeder Augustinusverzamelde PALEOL/MESO materiaal dat zich in het Gemeentelijk Museum inHelmond bevindt.Opm.: site is "bekend" als Heideweg I. Datering Laat-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35220

Uniek nr. 1.32.6.0841 Coördinaten X=145500 / Y=365660 Plaats onbepaald Toponiem Boksven Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Waarneming op basis van een inventarisatie van het door broeder Augustinusverzamelde PALEOL/MESO materiaal dat zich in het Gemeentelijk Museumte Helmond bevindt.Opm.: de coordinaten geven het middelpunt van de verspreiding. Datering Laat-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35221

Uniek nr. 1.32.6.0960 Coördinaten X=145750 / Y=364700 Plaats Luijksgestel Toponiem Galgeveld Naam vinder onbepaald Datum vondst 1962 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving hetzelfde terrein als Luijksgestel I-IIliteratuurverwijzing uit lijst opgravingen J. Deeben (Arts 1988: 172) nietteruggevonden Datering Laat-Paleolithicum - Laat-Paleolithicum Cultuur Federmesser-groep Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 37319

Uniek nr. 1.32.6.0961 Coördinaten X=146140 / Y=365000

262

Plaats Onbepaald Toponiem Zwarte Horst/ Postelseheide Naam vinder onbepaald Datum vondst 1961 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Vroeg-Mesolithicum Cultuur n.v.t. Toelichting bestaat uit 2 ruimtelijk gescheiden sites: Luijksgestel I en Luijksgestel II Literatuur Bohmers 1961a Bron Archis Nummer 37321

Uniek nr. 1.32.6.0962 Coördinaten X=146900 / Y=365100 Plaats Onbepaald Toponiem Zwarte Horst/ Postelseheide Naam vinder onbepaald Datum vondst 1961 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Vroeg-Mesolithicum Cultuur n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 37322

Uniek nr. 1.32.6.0970 Coördinaten X=152475 / Y=372900 Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel Naam vinder AIVU Datum vondst 1983 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Oppervlakte nederzetting ca. 0.5 ha.op het terrein ook Romeinse bewoningssporen Datering Vroege IJzertijd - Vroege IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 2 boerderijen Literatuur Slofstra 1991; Van der hoeven 1991 Bron Archis Nummer 37331

Uniek nr. 1.32.6.0972 Coördinaten X=152525 / Y=373000 Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel Naam vinder AIVU Datum vondst 1982 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Datering Vroeg-Romeinse tijd - Midden-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting

263

Literatuur Sloftra et alii 1993 Bron Archis Nummer 37333

Uniek nr. 1.32.6.1031 Coördinaten X=146520 / Y=367200 Plaats onbepaald Toponiem Witrijtse Heide Naam vinder Particulier Datum vondst 04-10-1969 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving CAA: "oud CAA-fiche", ingevuld door G. Beex.Oppervlaktevondsten, gedaan op een perceel langs de bovenloop van de GroteBeerze, dat enige jaren tevoren tot ontginning was gebracht.De talrijke scherven wijzen volgens Beex op Romeinse bewoning.Determinatie door G. Beex d.d. 13- 11-1969.Veldcontrole door G. Beex d.d. 6-3-1970.Opmerking: "geploegde akker".Vondsten niet nader beschreven. Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1970b Bron Archis Nummer 39741

Uniek nr. 1.32.6.1039 Coördinaten X=153210 / Y=370570 Plaats Bergeijk Toponiem St. Joseph Naam vinder AAC Projectenbureau Datum vondst 2001 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Het zuidelijk deel van het terrein was als erf ingericht, met een bootvormige boerderij, een bijgebouw (mogelijk) een waterput en een waterkuil. Daarnaast zijn aangetroffen: akkerland met esdek (LMEB + NTA/NTB), moestuin van het klooster (NTB-NTC) en volkstuinen (NTC). Datering Hoge/Volle Middeleeuwen - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Opm.: schepigheid niet gespecificeerd. Literatuur Parlevliet & Flamman 2006 Bron Archis Nummer 400805

Uniek nr. 1.32.6.1042 Coördinaten X=151750 / Y=369565 Plaats Bergeijk Toponiem Waterlaat Naam vinder AAC Projectenbureau Datum vondst 2001 Verwerving archeologisch: proefsleuvenonderzoek Beschrijving Sporen: nrs. 1 t/m 806 Huisplattegrond (3 schepig) IJZV Kuilen (voorraad- en) afvalkuilen IJZV Menselijke begravingen IJZL 5 (of 6) vierkante kringgreppels IJZL + grafheuvel IJZL greppel: 4x4 en 5x5 m IJZL 4 gebouwenstructuren IJZL 2 huizen IJZL 2 spiekers IJZL 2 crenmatiekuilen IJZL (of IJZM/ ROM) greppels, kuilen en akkers XME Datering Late IJzertijd - Late IJzertijd

264

Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Parlevliet & Flamman 2003 Bron Archis Nummer 400811

Uniek nr. 1.32.6.1138 Coördinaten X=146350 / Y=365050 Plaats Bergeijk Toponiem Boksven Naam vinder Particulier Datum vondst 11-1975 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering Laat-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 411235

Uniek nr. 1.32.6.1183 Coördinaten X=152870 / Y=372370 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder Biemans Datum vondst 20-04-1972 Verwerving archeologisch: veldinspectie Beschrijving Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1972f Bron Archis Nummer 411563

Uniek nr. 1.32.6.1300 Coördinaten X=145170 / Y=368780 Plaats Weebosch Toponiem ’t Jachthuis; Witrijt Naam vinder onbepaald Datum vondst 1985 Verwerving archeologisch: (veld)kartering BeschrijvingBron: Een door G.H.Fonteyn ingevuld RCC-fiche met de volgende beschrijving:'Periode: Mesolithicum. De vinder (die anoniem wenst te blijven) heeft in1985 ter plaatse (een omgeploegd en thans weer beplant bosperceel) enig af-slag gevonden. Bij een hercontrole op zaterdag 23 mei 1987 vonden we eenhonderdtal afslagen (klingen, kernen en productieafval). We vonden ook eenprismatisch kernstuk. Voorts 3 schrabbers, t.w. 1 klingschrabber van vuur-steen, 1 fraaie schrabber van Wommersom-kwartsiet en 1 (verbrande) schrab-ber van vuursteen. Voorts vonden we een pijlpunt (dubbelspits met aan devoorzijde oppervlakte- retouchering), type 'Feuille de Gui' vervaardigd vanWommersom-kwartsiet, lengte 3,5 cm. Punten ontbraken. De spits aan de ach-terzijde plat. Aan de voorzijde geheel (dus ook de oppervlakte) fraai ge-retoucheerd'..

265

Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer. 44959

Uniek nr. 1.32.6.1358 Coördinaten X=153050 / Y=372150 Plaats Bergeijk Toponiem Enderakkers Naam vinder Dijkstra Datum vondst 10-1975 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Onverwerkt RCC-fiche. Opm.: het complextype wordt niet nader aangeduid.

Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 1 rand-, 2 bodem- en 20 wandfragmenten. Literatuur Bron Archis Nummer 48355

Uniek nr. 1.32.6.1360 Coördinaten X=153100 / Y=373100 Plaats Riethoven Toponiem Walik Naam vinder Dijkstra Datum vondst 1970 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Onverwerkt RCC-fiche. Opm.: het complextype wordt aangeduid als 'losse vondst'. Terecht? Opm.: er wordt geen enkel stuk vuursteenafval genoemd. Is onwaarschijnlijk. Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Dijkstra 1976 Bron Archis Nummer 48357

Uniek nr. 1.32.6.1425 Coördinaten X=153960 / Y=365280 Plaats Bergeijk Toponiem Maayerheide Naam vinder RAAP Datum vondst 20-03-2002 Verwerving archeologisch: booronderzoek Beschrijving Booronderzoek in het kader van het AMR-project: CMA 57B-010 De plek waar urnen zouden zijn gevonden (154.00/365.40) ligt in een verlaagd terreingedeelte langs de oever van een meertje. Hier is duidelijk zand gewonnen en het is niet ondenkbaar dat de urnen bij deze werkzaamheden zijn aangetroffen. De in het CMA vermelde zichtbare heuveltjes bevinden zich op 153.975/365.275. Deze plek werd het meest kansrijk geacht voor vondsten. Klok veronderstelde in 1966 op deze plek een voortzetting van het urnenveld.Raaien met de megaboor leverden geen sporen op van een

266

urnenveld, maar wel van een kampement uit het Mesolithicum, in goeddeels intacte bodem. Hogere plaatsen aan de noordzijde bleken geen urnenveldheuvels, maar natuurlijke verstuivingen. Het bouwlandperceel ten westen hiervan is met een intensieve oppervlaktekartering onderzocht. De omstandigheden waren hier optimaal, maar er werden slechts twee mesolithise artefacten gevonden in directe nabijheid van het bosje met de sporen van het kampement. Boringen ten noordwesten van het bosje leverden helemaal geen vondsten op. Gutsboringen in alle resterende percelen toonden dat vrijwel alle bospercelen die tot het monument behoren ooit zijn omgezet tot een diepte van ca. 30 cm, en dat op de akkerpercelen een bouwvoor aanwezig is van 30 tot 40 cm dikte.Vanwege de onduidelijkheid die er bestaat over de urnvondsten en vanwege het feit dat er tijdens dit onderzoek geen enkele aanwijzing werd gevonden voor de aanwezigheid van een urnenveld moet het bestaan hiervan worden betwijfeld. Het is nauwelijks mogelijk om een eventuele aanwezigheid op te sporen via boringen, en proefsleuven zijn hier niet mogelijk.Het bestaan van (resten van) een urnenveld hier kan weliswaar niet geheel worden uitgesloten, maar erg waarschijnlijk wordt dit niet geacht. Datering Laat-Paleolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Panken 1845 Bron Archis Nummer 53254

Uniek nr. 1.32.6.1592 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst 1968 of eerder Verwerving archeologisch: veldverkenning Beschrijving vondsten o.a. klein bijltje, waarvan alleen de snede geslepen is; gevonden ten westen van Boschhoven Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1968a BronLiteratuur Nummer 600099

Uniek nr. 1.32.6.1593 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst 1968 of eerder Verwerving archeologisch: veldverkenning Beschrijving gevonden ten westen van Boschhoven; vondsten o.a. een kern gemaakt van een gefacetteerd geslepen bijl Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1968a BronLiteratuur

267

Nummer 600100

Uniek nr. 1.32.6.1722 Coördinaten X=152450 / Y=Y=372970 Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel-zuid Naam vinder onbekend Datum vondst 1971 Verwerving onbekend Beschrijving "opdelving JB & FT…" Datering Vroege IJzertijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600234

Uniek nr. 1.32.6.1723 Coördinaten X=152450 / Y=372970 Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel-zuid Naam vinder AIVU Datum vondst 1982-1983 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Datering Vroege IJzertijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600235

Uniek nr. 1.32.6.1768 Coördinaten X=153040 / Y=373620 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving oppervlaktevondsten op akker Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur Stein-groep Toelichting top afgebroken; datering o.g.v. associaties Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600280

Uniek nr. 1.32.6.1769 Coördinaten X=153040 / Y=373620 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving oppervlaktevondsten op akker

268

Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur Stein-groep Toelichting halfrond; datering o.g.v. associaties Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600281

Uniek nr. 1.32.6.1770 Coördinaten X=153040 / Y=373620 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving oppervlaktevondsten op akker Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur Stein-groep Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600282

Uniek nr. 1.32.6.1771 Coördinaten X=153040 / Y=373620 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving oppervlaktevondsten op akker Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur Stein-groep Toelichting in elk twee keer van geslepen bijlen Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600283

Uniek nr. 1.32.6.2085 Coördinaten X=155170 / Y=373330 Plaats Toponiem graafwerkzaamheden in het schuurtje van de boerderij Voort nr. 28 Naam vinder J. Titulaers Datum vondst Verwerving graafwerkzaamheden Beschrijving Bronzen gesp of armband, potje hardgebakken wit aardewerk, bronzen (of koperen) bakje met deksel Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting dubbel ingevoerd? Zie nr 36391 Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600613

Uniek nr. 1.32.6.2100 Coördinaten X=146530 / Y=367200

269

Plaats Toponiem Lindendreef Naam vinder H.C. Kuenen Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving scherven Romeins aardewerk Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600628

Uniek nr. 1.32.6.2138 Coördinaten X=153885 / Y=365200 Plaats Bergeijk Toponiem Keunensloop Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600673

Uniek nr. 1.32.6.2139 Coördinaten X=153900 / Y=365420 Plaats Bergeijk Toponiem Keunensloop Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving deel ligt in museum Brussel = collectie Paeteau (Neerpelt) Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600674

Uniek nr. 1.32.6.2140 Coördinaten X=147950 / Y=364300 Plaats Bergeijk Toponiem Bosscher Weijer Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Jong-Paleolithicum - Jong-Paleolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur

270

Bron P.Dijkstra Nummer 600675

Uniek nr. 1.32.6.2141 Coördinaten X=146700 / Y=364350 Plaats Bergeijk Toponiem Horstweyer Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600676

Uniek nr. 1.32.6.2142 Coördinaten X=146560 / Y=364210 Plaats Bergeijk Toponiem Horstweyer Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600677

Uniek nr. 1.32.6.2143 Coördinaten X=146840 / Y=364100 Plaats Bergeijk Toponiem Stevensbergen Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600678

Uniek nr. 1.32.6.2144 Coördinaten X=146350 / Y=365040 Plaats Bergeijk Toponiem De Pielis Naam vinder Datum vondst Verwerving

271

Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600679

Uniek nr. 1.32.6.2145 Coördinaten X=146320 / Y=365150 Plaats Bergeijk Toponiem De Pielis Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600680

Uniek nr. 1.32.6.2146 Coördinaten X=145800 / Y=364840 Plaats Bergeijk Toponiem De Pielis Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Grote concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600681

Uniek nr. 1.32.6.2147 Coördinaten X=145650 / Y=366900 Plaats Bergeijk Toponiem Brug Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur Toelichting Oud Paleo Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600682

Uniek nr. 1.32.6.2148 Coördinaten X=145750 / Y=367350

272

Plaats Bergeijk Toponiem Brug Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600683

Uniek nr. 1.32.6.2149 Coördinaten X=144800 / Y=367450 Plaats Bergeijk Toponiem Hollandsch Bosje Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600684

Uniek nr. 1.32.6.2150 Coördinaten X=144900 / Y=367650 Plaats Bergeijk Toponiem Zwarte Weijer Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Jong-Paleolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600685

Uniek nr. 1.32.6.2151 Coördinaten X=144890 / Y=368340 Plaats Bergeijk Toponiem Zwarte Weijer Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Jong-Paleolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur

273

Bron P.Dijkstra Nummer 600686

Uniek nr. 1.32.6.2152 Coördinaten X=151900 / Y=370715 Plaats Bergeijk Toponiem Hoge Berkt Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600687

Uniek nr. 1.32.6.2153 Coördinaten X=152000 / Y=371100 Plaats Bergeijk Toponiem Bergerheide Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600688

Uniek nr. 1.32.6.2154 Coördinaten X=152200 / Y=371300 Plaats Bergeijk Toponiem Bergerheide Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600689

Uniek nr. 1.32.6.2155 Coördinaten X=153150 / Y=371700 Plaats Bergeijk Toponiem Riethovense Akkers Naam vinder Datum vondst Verwerving

274

Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600690

Uniek nr. 1.32.6.2156 Coördinaten X=153260 / Y=372450 Plaats Walik Toponiem Walik Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting verspreid vuursteen Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600691

Uniek nr. 1.32.6.2157 Coördinaten X=152850 / Y=372550 Plaats Walik Toponiem Walik Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Midden-Paleolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Neolithisch en 3 stuks Midden Paleo waaronder 1 schaaf Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600692

Uniek nr. 1.32.6.2158 Coördinaten X=152950 / Y=372850 Plaats Walik Toponiem Walik Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600693

Uniek nr. 1.32.6.2159 Coördinaten X=153100 / Y=373100

275

Plaats Walik Toponiem Walik Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Jong-Paleolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Michelsberg en Ahrensburg Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600694

Uniek nr. 1.32.6.2160 Coördinaten X=153350 / Y=373200 Plaats Walik Toponiem Walik Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600695

Uniek nr. 1.32.6.2161 Coördinaten X=152800 / Y=372890 Plaats Walik Toponiem Walik Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Michelsberg Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600696

Uniek nr. 1.32.6.2162 Coördinaten X=152900 / Y=372980 Plaats Walik Toponiem Walik Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Michelsberg Literatuur

276

Bron P.Dijkstra Nummer 600697

Uniek nr. 1.32.6.2163 Coördinaten X=152515 / Y=372970 Plaats Walik Toponiem Walik Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Michelsberg Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600698

Uniek nr. 1.32.6.2164 Coördinaten X=153020 / Y=373600 Plaats Walik Toponiem Walik Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Michelsberg Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600699

Uniek nr. 1.32.6.2165 Coördinaten X=152240 / Y=374150 Plaats Bergeijk Toponiem Waliker Heide Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Midden-Paleolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting o.a. Tjonger Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600700

Uniek nr. 1.32.6.2166 Coördinaten X=156585 / Y=374740 Plaats Riethoven Toponiem Einderheide Naam vinder Datum vondst Verwerving

277

Beschrijving Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600701

Uniek nr. 1.32.6.2167 Coördinaten X=156590 / Y=374825 Plaats Riethoven Toponiem Einderheide Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Jong-Paleolithicum - Jong-Paleolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600702

Uniek nr. 1.32.6.2168 Coördinaten X=157200 / Y=375300 Plaats Riethoven Toponiem Keersop/Gagelvelden Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Jong-Paleolithicum - Jong-Paleolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600703

Uniek nr. 1.32.6.2169 Coördinaten X=157180 / Y=375900 Plaats Riethoven Toponiem Broekhovensche Velden Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Jong-Paleolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Verscheidene concentraties Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600704

Uniek nr. 1.32.6.2170 Coördinaten X=157220 / Y=376340

278

Plaats Riethoven Toponiem Broekhovensche Velden Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600705

Uniek nr. 1.32.6.2171 Coördinaten X=155050 / Y=375750 Plaats Riethoven Toponiem Liesende Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600706

Uniek nr. 1.32.6.2172 Coördinaten X=155900 / Y=376650 Plaats Riethoven Toponiem Platbroek Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Jong-Paleolithicum - Jong-Paleolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600707

Uniek nr. 1.32.6.2173 Coördinaten X=155975 / Y=376750 Plaats Riethoven Toponiem Platbroek Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur

279

Bron P.Dijkstra Nummer 600708

Uniek nr. 1.32.6.2174 Coördinaten X=155900 / Y=376850 Plaats Riethoven Toponiem Het Goor Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Concentratie Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600709

Uniek nr. 1.32.6.2178 Coördinaten X=145350 / Y=368800 Plaats Bergeijk Toponiem Witrijt/Zwarte Weijer Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Ongeveer 15 artefacten Literatuur Bron P.Dijkstra Nummer 600713

Uniek nr. 1.32.6.2207 Coördinaten X=145725 / Y=365525 Plaats Luijksgestel Toponiem Kapelweg Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; CLE Nummer 600742

Uniek nr. 1.32.6.2208 Coördinaten X=145725 / Y=365525 Plaats Luijksgestel Toponiem Kapelweg Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering

280

Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; CLE Nummer 600743

Uniek nr. 1.32.6.2209 Coördinaten X=145725 / Y=365525 Plaats Luijksgestel Toponiem Kapelweg Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; CLE Nummer 600744

Uniek nr. 1.32.6.2210 Coördinaten X=145725 / Y=365525 Plaats Luijksgestel Toponiem Kapelweg Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; CLE Nummer 600745

Uniek nr. 1.32.6.2211 Coördinaten X=145725 / Y=365525 Plaats Luijksgestel Toponiem Kapelweg Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; CLE Nummer 600746

Uniek nr. 1.32.6.2212 Coördinaten X=145725 / Y=365525

281

Plaats Luijksgestel Toponiem Kapelweg Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting ca. 6,25 kg Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; CLE Nummer 600747

Uniek nr. 1.32.6.2213 Coördinaten X=145725 / Y=365525 Plaats Luijksgestel Toponiem Kapelweg Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting tezamen met vuursteen afvalca. 6,25 kg Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; CLE Nummer 600748

Uniek nr. 1.32.6.2214 Coördinaten X=148050 / Y=364800 Plaats Luijksgestel Toponiem Bossche Weyer Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; BO-WEY Nummer 600749

Uniek nr. 1.32.6.2215 Coördinaten X=148050 / Y=364800 Plaats Luijksgestel Toponiem Bossche Weyer Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur

282

Bron archief-Van Gisbergen; BO-WEY Nummer 600750

Uniek nr. 1.32.6.2216 Coördinaten X=148050 / Y=364800 Plaats Luijksgestel Toponiem Bossche Weyer Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; BO-WEY Nummer 600751

Uniek nr. 1.32.6.2217 Coördinaten X=148050 / Y=364800 Plaats Luijksgestel Toponiem Bossche Weyer Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; BO-WEY Nummer 600752

Uniek nr. 1.32.6.2222 Coördinaten X=148700 / Y=369550 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH Nummer 600757

Uniek nr. 1.32.6.2223 Coördinaten X=148700 / Y=369550 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering

283

Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH Nummer 600758

Uniek nr. 1.32.6.2224 Coördinaten X=148700 / Y=369550 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH Nummer 600759

Uniek nr. 1.32.6.2225 Coördinaten X=148700 / Y=369550 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Laat-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600760

Uniek nr. 1.32.6.2226 Coördinaten X=148700 / Y=369550 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600761

Uniek nr. 1.32.6.2227 Coördinaten X=148700 / Y=369550

284

Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Neolithicum B - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600762

Uniek nr. 1.32.6.2228 Coördinaten X=148700 / Y=369550 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum A Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600763

Uniek nr. 1.32.6.2229 Coördinaten X=148700 / Y=369550 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600764

Uniek nr. 1.32.6.2230 Coördinaten X=148700 / Y=369550 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur

285

Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600765

Uniek nr. 1.32.6.2231 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600766

Uniek nr. 1.32.6.2232 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600767

Uniek nr. 1.32.6.2233 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting waarvan veel symmetrische exemplaren Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600768

Uniek nr. 1.32.6.2234 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering

286

Beschrijving Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600769

Uniek nr. 1.32.6.2235 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Neolithicum B - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600770

Uniek nr. 1.32.6.2236 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600771

Uniek nr. 1.32.6.2237 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600772

Uniek nr. 1.32.6.2238 Coördinaten X=148525 / Y=369425

287

Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting gepolijste bijl Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600773

Uniek nr. 1.32.6.2239 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum A Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600774

Uniek nr. 1.32.6.2240 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Midden-Neolithicum A Cultuur Toelichting vml. Michelsberg-cultuur Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600775

Uniek nr. 1.32.6.2241 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur

288

Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600776

Uniek nr. 1.32.6.2242 Coördinaten X=148525 / Y=369425 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting ca. 20 kg Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-2 Nummer 600777

Uniek nr. 1.32.6.2243 Coördinaten X=148625 / Y=369475 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-3 Nummer 600778

Uniek nr. 1.32.6.2244 Coördinaten X=148625 / Y=369475 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Neolithicum B - Laa-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-3 Nummer 600779

Uniek nr. 1.32.6.2245 Coördinaten X=148625 / Y=369475 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering

289

Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting waaronder veel symmetrische exemplaren; vermoedelijk Laat-Mesolithicum Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-3 Nummer 600780

Uniek nr. 1.32.6.2246 Coördinaten X=148625 / Y=369475 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Neolithicum A - Cultuur Toelichting top van bijl Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-3 Nummer 600781

Uniek nr. 1.32.6.2247 Coördinaten X=148625 / Y=369475 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-3 Nummer 600782

Uniek nr. 1.32.6.2248 Coördinaten X=148625 / Y=369475 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum A Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-3 Nummer 600783

Uniek nr. 1.32.6.2249

290

Coördinaten X=148625 / Y=369475 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-3 Nummer 600784

Uniek nr. 1.32.6.2250 Coördinaten X=148625 / Y=369475 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting relatief groot van afmetingen Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-3 Nummer 600785

Uniek nr. 1.32.6.2251 Coördinaten X=148625 / Y=369475 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting ca. 15 kg Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-3 Nummer 600786

Uniek nr. 1.32.6.2252 Coördinaten X=148625 / Y=369475 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting ca. 1,25 kg

291

Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; ZH-3 Nummer 600787

Uniek nr. 1.32.6.2274 Coördinaten X=151675 / Y=371725 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-1 Nummer 600809

Uniek nr. 1.32.6.2275 Coördinaten X=151675 / Y=371725 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-1 Nummer 600810

Uniek nr. 1.32.6.2276 Coördinaten X=151675 / Y=371725 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-1 Nummer 600811

Uniek nr. 1.32.6.2277 Coördinaten X=151675 / Y=371725 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend

292

Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Neolithicum B - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-1 Nummer 600812

Uniek nr. 1.32.6.2278 Coördinaten X=151675 / Y=371725 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-1 Nummer 600813

Uniek nr. 1.32.6.2279 Coördinaten X=151675 / Y=371725 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-1 Nummer 600814

Uniek nr. 1.32.6.2280 Coördinaten X=151675 / Y=371725 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-1 Nummer 600815

Uniek nr. 1.32.6.2281

293

Coördinaten X=151675 / Y=371725 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting ca. 2,5 kg Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-1 Nummer 600816

Uniek nr. 1.32.6.2282 Coördinaten X=151675 / Y=371575 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting ca. 2,5 kg vuursteen Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-2 Nummer 600817

Uniek nr. 1.32.6.2283 Coördinaten X=151675 / Y=371575 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-2 Nummer 600818

Uniek nr. 1.32.6.2284 Coördinaten X=151675 / Y=371575 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting evt. jonger

294

Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-2 Nummer 600819

Uniek nr. 1.32.6.2285 Coördinaten X=151675 / Y=371575 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-2 Nummer 600820

Uniek nr. 1.32.6.2286 Coördinaten X=151675 / Y=371575 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-2 Nummer 600821

Uniek nr. 1.32.6.2287 Coördinaten X=151675 / Y=371575 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Neolithicum B - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-2 Nummer 600822

Uniek nr. 1.32.6.2288 Coördinaten X=151675 / Y=371575 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend

295

Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-2 Nummer 600823

Uniek nr. 1.32.6.2289 Coördinaten X=151675 / Y=371575 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-2 Nummer 600824

Uniek nr. 1.32.6.2290 Coördinaten X=151675 / Y=371575 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; DIEPV.-2 Nummer 600825

32.7 Borg/Stins/Versterkt huis Plaats met resten van bewoning; resten van geïsoleerd huis/ erf van hout of steen, al dan niet gecombineerd met die van erf (bijbehorende bijgebouwen, waterput(ten), greppels, hooiberg e.d.). Deze locatie is eventueel begrensd door een greppel, omheining etc., maar niet gelegen op een kunstmatige ophoging. Datering: Late Middeleeuwen (vanaf de13e eeuw A.D.)- Nieuwe Tijd. Archeologische correlaten en landschappelijke ligging: • één huisplattegrond plus eventuele plattegronden van bijgebouwen en faciliteiten, zoals een waterput, afvaldump(s) e.d. (a); • nederzettingsvondsten (grondstof, halffabricaten, eindproducten en afval; relatief groot percentage is gebroken en verbrand, ecologische resten (zoals plantenresten en botten die duiden op de verwerking en consumptie van voedsel) (a). • resten van een omheining (palissade, greppel etc.) (b);

296

• evt. cultuurlaag (b); • lay-out van de hoofdstructuur in de vorm van veeboxen en haardplaats (b); • omheining (palissade, wal etc.) (b).

Uniek nr. 1.32.7.0500 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Voormalig kasteel Naam vinder Particulier Datum vondst 12-08-1972 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Coordinaten slechts bij benadering vastgesteld. Datering Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Doorsnede gracht, 18e-eeuws aardewerk Literatuur Beex 1974d Bron Archis Nummer 32759

32.8 Moated site Door een minimaal 5 m brede gracht omgeven wooncomplex, waarbij het voornaamste gebouw in (bak)steen is uitgevoerd. De rest bestaat uit steen of (meestal) houtbouw. De gebouwen kunnen defensieve elementen, zoals kantelen, torens en een poortgebouw bezitten, maar zijn niet reëel verdedigbaar. Ze hebben uitsluitend een residentiële functie. Datering: Late Middeleeuwen (vanaf de13e eeuw A.D.)- Nieuwe Tijd. Moated site is een internationaal gangbare verzamelnaam voor complexen die op regionaal niveau vaak anders worden aangeduid, zoals stenen kamer (rivierengebied, Zeeland), begraven hofstad (Hollandse kustgebied), havezate (Overijssel en Drenthe), borg (Groningen) en stins (Friesland). Archeologische en landschappelijke correlaten: • omgrachting (minimaal 5 m breed) (a); • opgaand muurwerk dunner dan 45-60 cm, funderingen smaller dan 1 m (a); • archeologische resten wijzen op een zekere welstand (a). • evt. cultuurlaag (b); • soms poortgebouw, torens etc. maar deze zijn niet reëel verdedigbaar (b); • meestal combinatie van baksteen- en houtbouw (b).

32.9 Landweer Lineair stelsel van aarden wallen en grachten, meestal langs de randen van een territorium, met een passief defensieve functie. Datering: (Late) Middeleeuwen-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • lage, kunstmatig opgeworpen, lineaire wallen (a); • lineair stelsel van grachten (a); • beperkt tot het pleistocene deel van Nederland (a). • vaak in combinatie met andere defensieve elementen (b); • vaak in combinatie met doorgaande wegen (b).

32.10 Bewoning onbepaald Nederzettingsvorm waarvan de precieze aard niet is vastgesteld. Datering: Paleolithicum-Nieuwe Tijd. Archeologische indicatoren: zie voor een indicatie elders binnen de groep ‘Bewoning (inclusief verdediging)’.

297

Uniek nr. 1.32.10.1676 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder J.H.C. Biemans Datum vondst 1972 of eerder Verwerving archeologisch: boringen en proefsleuf Beschrijving Drinkwaterput Romeinse tijd, het artikel bericht dat de locatie is vastgesteld, maar doet daar verder geen Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1974 Bron Literatuur Nummer 600183

298

Thema: 33 Cultus/heiligdom

33.1 Kerk Zelfstandig kerkelijk gebouw, bestaande uit een toren, schip en een koor, met een kerkrechtelijke status. In beginsel bevat een kerk een altaar en is deze gewijd. Datering: Vroege Middeleeuwen-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • hout- of steenbouw. Meestal een zaalbouw met vaak een aan de oostzijde uitgebouwd koor (a); • oriëntatie is oost-west met, indien aanwezig, een toren aan de westzijde (a). • bij steenbouw frequent pilaren (b); • doopvont (b); • soms, maar niet altijd met begravingen (b); • soms gelegen binnen afscheiding (greppel, sloot, palissade) (b); • mobilia met een christelijke symboliek (b); • kerkklok en aanwijzingen in de directe omgeving voor het gieten van de klok (b); • vaak in combinatie met kerkhof (b); • vaak in of bij nederzettingen (b).

Uniek nr. 1.33.1.0456 Coördinaten X=150350 / Y=366735 Plaats Luijkgestel Toponiem Naam vinder ROB Datum vondst 1958 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Bij een opgraving is de houten voorganger van de huidige 15e eeuwse bakstenen kerk aangetroffen, met een grafveld met een vijftigtal graven. Het gaat om de driebeukige kerk met koor. De begravingen zouden dateren uit de 11e of 12e eeuw en voorafgaan aan de bouw van de houten kapel. Het grote aantal reparaties van de houten kapel wijst op een langdurig gebruik. Het grote aantal palen lijkt ook te wijzen op twee fasen in de houtbouw. Over de relatieve ouderdom van de houten kerken is niets bekend. Datering Late Middeleeuwen - Late Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Stribosch 1999 en W.J.H. Verwers & H. Stoepker, 2002: De houten kerken in Brabant, in: P.J. Woltering, W.J.H. Verwers & G.H. Scheepstra, Middeleeuwse toestanden. Archeologie, geschiedenis en monumentenzorg, Amersfoort, p. 93-117. Bron Archis Nummer 31922

Uniek nr. 1.33.1.074 Coördinaten X=153020 / Y=370230 Plaats Bergeijk Toponiem St. Petrus banden; Mariakerk Naam vinder ROB Datum vondst 29-07-1974 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Opgraving binnen de muren van de bestaande laat-Middeleeuwse kerk.Basisrapportage bij Halbertsma 1975. De in Vorromanische Kirchenbauten,S.50-51 door Stoepker, gegeven dateringen grijpen hierop terug.Historische achtergronden bij Theuws 1981, spec. pp.186-8. 299

Datering Hoge/Volle Middeleeuwen - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting fragmenten v opgaand muurwerk boven #03. Literatuur Halbertsma 1975; Theuws 1981 Bron Archis Nummer 32498

Uniek nr. 1.33.1.0483 Coördinaten X=150340 / Y=366775 Plaats Luijksgestel Toponiem R.K.kerk Naam vinder ROB Datum vondst 1958 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving CAA bevat docum.fiche met literatuurverwijzingen naar het Bulletin: 1958,kol.*228 (korte opgravingsverslag) en, m.b.t. de muntvondsten, 1961, kol.*98-99.In zijn artikel over de Oerparochie in de Kempen heeft Theuws de opgravinguitgewerkt (Theuws 1981, spec. par.5 pp.195-203). De in Archis ingevoerdegegevens zijn hieraan ontleend.Onderzoek vond plaats binnen de omgrenzing van de afgebroken Waterstaats-kerk uit 1843. De wetenschappelijke leiding berustte bij P.Glazema.De dateringen van de onderscheiden complexen (01 grafveld, 03 houtbouw,met name) staan door ontbreken van vondsten niet vast. Aan de daterings-waarde van de enkele aardewerkscherf, volgens Glazema (1958, *228) 11deeeuws en gevonden onder de oudste leemvloer (behorende bij de LME baksteen-bouw 04), hecht Theuws niet al te veel betekenis. Een begroeiingshorizontboven de graven wijst op een tijdelijk buiten gebruik raken van het graf-veld. Eerst mogelijk "op het einde van de dertiende of in de veertiendeeeuw" aanleg van het houten gebouw (Theuws 203). Het ontbreken vantufsteen en kloostermoppen wordt als aanwijzing gezien voor een directeopvolging van houten kerk (kapel) door de gotische baksteenbouw.M: (03) diverse reparaties/verbouwingen, gezien oversnijdingen paalgaten. Datering Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Bakstenen opvolger van nr.03, gebouwd XV(?), afgebrand 1840 Literatuur Theuws 1981 Bron Archis Nummer 32515

33.2 Kapel Zelfstandig kerkelijk gebouw waarvan de kerkrechtelijke status over het algemeen minder is dan van een kerspel- of een kloosterkerk. In beginsel bevat een kapel een altaar en is deze gewijd. Datering: Vroege Middeleeuwen-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • eenvoudige hout- of steenbouw. Meestal een zaalbouw met vaak een aan de oostzijde uitgebouwd koor (a); • oriëntatie is oost-west met, indien aanwezig, een toren aan de westzijde (a). • soms, maar niet altijd met begravingen (b); • soms gelegen binnen afscheiding (greppel, sloot, palissade) (b); • mobilia met een christelijke symboliek (b); • vaak in of bij nederzettingen. Verder komen we bij grote kastelen zgn. eigenkapellen tegen. Soms in het veld (veldkapel) of langs een weg (wegkapel), bestemd voor bewoners en passerende reizigers (b).

300

Uniek nr. 1.33.2.0482 Coördinaten X=150340 / Y=366775 Plaats Luijksgestel Toponiem R.K.kerk Naam vinder ROB Datum vondst 1958 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving CAA bevat docum.fiche met literatuurverwijzingen naar het Bulletin: 1958,kol.*228 (korte opgravingsverslag) en, m.b.t. de muntvondsten, 1961, kol.*98-99.In zijn artikel over de Oerparochie in de Kempen heeft Theuws de opgravinguitgewerkt (Theuws 1981, spec. par.5 pp.195-203). De in Archis ingevoerdegegevens zijn hieraan ontleend.Onderzoek vond plaats binnen de omgrenzing van de afgebroken Waterstaats-kerk uit 1843. De wetenschappelijke leiding berustte bij P.Glazema.De dateringen van de onderscheiden complexen (01 grafveld, 03 houtbouw,met name) staan door ontbreken van vondsten niet vast. Aan de daterings-waarde van de enkele aardewerkscherf, volgens Glazema (1958, *228) 11deeeuws en gevonden onder de oudste leemvloer (behorende bij de LME baksteen-bouw 04), hecht Theuws niet al te veel betekenis. Een begroeiingshorizontboven de graven wijst op een tijdelijk buiten gebruik raken van het graf-veld. Eerst mogelijk "op het einde van de dertiende of in de veertiendeeeuw" aanleg van het houten gebouw (Theuws 203). Het ontbreken vantufsteen en kloostermoppen wordt als aanwijzing gezien voor een directeopvolging van houten kerk (kapel) door de gotische baksteenbouw.M: (03) diverse reparaties/verbouwingen, gezien oversnijdingen paalgaten. Datering Late Middeleeuwen - Late Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Config.paalgaten: 3 schepig gebouw, ca 10 x 18 m (Theuws afb.7). Literatuur Theuws 1981 Bron Archis Nummer 32515

Uniek nr. 1.33.2.0684 Coördinaten X=156820 / Y=371590 Plaats Loveren Toponiem Valentinuskapel ; Keersop Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving indirect: literatuur Beschrijving CAA: docum.fiche, ingevuld M.C.Dorst 20.10.76.Hier vermeld bovengenoemde kapel en put, o.v.v. publikatie Bannenberg. Indit artikel valt niets concreets te lezen aangaande waargenomen verschijn-selen (fundamenten, baksteenformaat) of vondsten in relatie tot een ouderekapel. Alleen dat in 1947 blijmoedig een nieuwe kapel werd gerealiseerd.G.P.J.Bannenberg, 'De waarde van plaatselijke traditie', Brab.Heem I 1949,pp.78-81. Datering Middeleeuwen - Nieuwe tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 34181

301

33.3 Klooster Gebouw of complex van gebouwen, dienende tot verblijf van een gemeenschap van mannen of vrouwen die zich uit de wereld hebben teruggetrokken om in de beperkingen van de clausuur een godsdienstig leven te leiden. Ze richten zich naar een bepaalde regel of constitutie, waarbij aan de koordienst (officia) bijzondere aandacht wordt besteed. Onder invloed van de Romeinse castra- aanleg werd de kern gevormd door de kloosterkerk met een kloosterhof die door een kloostergang omgeven is. Daaromheen groepeerden zich als de belangrijkste gebouwen de kapittelzaal, de dormter, de refter met keuken, de spreekzaal (locutorium of auditorium) en de ziekenzaal met kapel. Buiten de clausuur stonden het aalmoeshuis, de herberg voor pelgrims en reizigers, de woning van de abt of prior, het salutatorium, schuren, stallen en kelders en een poortgebouw (kloosterpoort). Grote orden bezaten vaak een melkerij, een bakkerij en een brouwerij. De cisterciënzers en enige aan hen verwante orden hadden lekenbroeders of conversen in hun gemeenschap. Voor hen stichtten zij buitenhoven met eet-, slaapzalen etc. en allerlei werkplaatsen. Gelegen zowel binnen steden als op het platteland. Binnen de stadsmuren moesten de kloostergebouwen veel beknopter zijn dan op het platteland. Datering: vanaf de Middeleeuwen tot heden. Archeologische en landschappelijke correlaten: • specifieke lay-out met karakteristieke elementen (kloosterhof, dormter met kloostercellen etc.) (a). • vaak omgeven door muur en gracht (b); • vaak begravingen binnen het complex (b); • bijgebouwen in de directe omgeving (b).

33.4 Cultusplaats/heiligdom/tempel Formele, niet-overdekte locatie van niet-christelijke religieuze handelingen of gebouw voor het praktiseren van religie (niet-christelijk).. Datering: in elk geval Late Bronstijd-Romeinse Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • rechthoekig omgreppeld dan wel anderszins omheind terrein (a); • specifieke samenstelling van archeologica, die afwijkt van nederzettingen en graven (a). • vierhoekig terrein met greppel/wal en/of palissade met daarbinnen resten van stenen/of houten gebouw (a); • steen- of houtbouw (a); • votiefgaven (aardewerk (a), metalen voorwerpen, waaronder munten (a) en militaria (a)); • (verbrande) dierenbotten (a). • votiefgaven, zoals aardewerk en metalen voorwerpen (b); • verbrande dierenbotten (b). • altaren (b); • votiefstenen (b); • ovens (b).

Uniek nr. 1.33.4.0324 Coördinaten X=153040 / Y=374160 Plaats Walik Toponiem Hobbeler Heide Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Meldings-fiche gebaseerd op lijst met vondstmeldingen Beex ca 1966:"Putje, wsch prehistorisch offerkuiltje."Opm.: op hetzelfde terrein lagen twee grafheuvels en een urnenveld (zieobj.nr. 57BN-9). Wsch heeft de veldcontrole van het onderhavige object doorBeex, net als 57BN-9, reeds plaatsgevonden op 19630704. Datering onbepaald - IJzertijd

302

Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting "prehistorisch offerkuiltje" Literatuur Bron Archis Nummer 30431

303

Thema: 34 Begraving

34.1 Grafheuvel Artificiële heuvel waarin of -onder graven met en/of lijkbegraving als crematie. Ingeval van ‘zichtbaar’ is de heuvel bovengronds herkenbaar, bij ‘niet-zichtbaar’ ontbreekt de heuvel bovengronds, maar zijn er wel aanwijzingen aanwezig voor een grafheuvel, in de vorm van een bewaard gebleven oud-oppervlak of bodemvorming n.a.v. het heuvellichaam (infiltratiezone of fibers). Datering: Laat-Neolithicum-Vroege Middeleeuwen (?). Archeologische en landschappelijke correlaten: • verbrande (gecremeerde) of onverbrande menselijke resten (a); • sporen van of aanwijzingen voor kunstmatig heuvellichaam (a). • eventueel grafkuil (b); • grafgiften, die verbrand kunnen zijn (b); • eventueel urn, d.w.z. aardewerken container van crematieresten (b); • soms zijn dodenhuisjes aanwezig (b); • grafstructuren rond graf (ringsloot en paalkrans) (b); • grafheuvels zijn vaak gelegen op/ tegen de kam van landschappelijke verhogingen aan (b).

Uniek nr. 1.34.1.0326 Coördinaten X=152915 / Y=372790 Plaats Riethoven Toponiem ‘t Broodven Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving 2 Loeb-fiches:"Uiterlijk gave grafheuvel; diam. ca 15 m, hoogte 1 m."Opm.: De heuvel is al eerder ontdekt, gezien het feit dat G. Beex 19630704een veldcontrole heeft verricht. In een brief van Beex d.d. 19650519 wordtverwezen naar een beschrijving door Panken 1845, die volgens Beex zou wij-zen op een grafheuvel uit de Bronstijd met een Neolithische kernheuvel. Datering Laat-Neolithicum A - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Uiterlijk gave grafheuvel; eventueel jonger Literatuur Panken 1845; Slofstra 1977 Bron Archis Nummer 30438

Uniek nr. 1.34.1.0425 Coördinaten X=152450 / Y=370610 Plaats Bergeijk Toponiem Nieuwstraat 54 Naam vinder ROB Datum vondst 1951 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Graf- heuvel. Afm.: diam. 8 m, hoogte 0.30 m. Prehistorie. Veldcontrole door G.Beex op 14.8.1963'. Als literatuur zijn Panken 1845 en Modderman 1955 (zieLiteratuur) vermeld. Gezien de afmetingen en het in de beschrijving ontbre-ken van de mededeling dat de heuvel is onderzocht, is dit vermoedelijk dekleinere van de 4 door Modderman ongemoeid gelaten grafheuvels. De heuvel ligt in de achtertuin van Nieuwstraat 54. In AMR- dossier 45208 wordt ten aanzien van dit terrein vermeld: " Waarnemingsnummer 31200. Hier bevindt zich in de achtertuin van mw. 304

C.Dane (Nieuwstraat 54), min of meer overeenkomend met de aangegeven locatie, een verhevenheid die naar alle waarschijnlijkheid het vergraven restant van een grafheuvel representeert. Aan de zuidzijde werden ter hoogte van een steilkant twee profielkuilen gegraven, waarbij alleen verstoorde grond werd waargenomen. De kleur van de vergraven grond wijst echter in de richting van een grafheuvel. Volgens de eigenaresse, die zich het onderzoek van Modderman nog goed kon herinneren, vormde de ontdekking van een urn in deze heuvel de aanleiding tot het onderzoek. Het is merkwaardig dat Modderman in het geheel geen gewag maakt van deze vondst en het is dan ook de vraag in hoeverre hij van deze (eventuele) vondst op de hoogte was." Datering Laat-Neolithicum - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Modderman 1951; 1955 Bron Archis Nummer 31200

Uniek nr. 1.34.1.0426 Coördinaten X=152320 / Y=370600 Plaats Hoge Berkt Toponiem Naam vinder ROB Datum vondst 1951 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving De Documentatie In Het Caa Bestaat Uit Een Loeb-Fiche Met De Tekst: 'Grafheuvel. Afm.: Diam. 15 M, Hoogte 0.40 M. Prehistorie. Veldcontrole Door G.Beex Op 14.8.1963', Met Als Latere Toevoeging Door R.H.J. Klok: '2 Doormodderman Onderzochte Heuveltjes Datering Laat-Neolithicum - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Anonymus 1951a Bron Archis Nummer 31202

Uniek nr. 1.34.1.0427 Coördinaten X=152330 / Y=370650 Plaats Bergeijk Toponiem Hoge Berkt Naam vinder ROB Datum vondst 1951 Verwerving Archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Graf- heuvel. Afm.: diam. 15 m, hoogte 0.40 m. Prehistorie. Veldcontrole door G.Beex op 14.8.1963', met als latere toevoeging door R.H.J. Klok: '2 doorModderman onderz[ochte] heuveltjes die volgens Beex waarsch[ijnlijk] nietneol[ithisch] zijn, wat M[odderman] suggereert, maar deel uitmaken van eenuitgestrekt urnenveld, waar in de vorige eeuw 10-tallen urnen zijn uitge- graven'. Als literatuur zijn Panken 1845 en Modderman 1955 (zie Literatuur)op het fiche vermeld. Gezien de coordinaten en het ontbreken van de medede-ling in de oorspronkelijke tekst dat deze heuvel is onderzocht, behoort de-ze vermoedelijk tot de 4 door Modderman alhier ongemoeid gelaten heuvels. In AMR-dossier 45208 wordt ten aanzien van

305

dit terrein vermeld: "De waarnemingsnummers 31202 en 31204. Deze heuvels zouden zich direct ten zuiden van de bungalow van de fam. R. Wouters van den Oudenweijer, wonende aan de Bremdreef 5, moeten bevinden. Ter hoogte van deze locatie strekt zich inmiddels een fraai terras uit met aansluitend een tuin die is voorzien van een vijver. Mochten de heuvels hier hebben gelegen, dan zijn ze verdwenen bij de bouw van deze woning en de inrichting van de tuin. Ook in de directe omgeving van deze locatie werden geen verhevenheden gesignaleerd die samenhangen met oudtijds opgeworpen grafheuvels." Datering Laat-Neolithicum A - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Hoge Berkt Grafheuvel II; diameter 16 m Literatuur Modderman 1951; 1955 Bron Archis Nummer 31203

Uniek nr. 1.34.1.0429 Coördinaten X=152320 / Y=370605 Plaats Hoge Berkt Toponiem Naam vinder ROB Datum vondst 1951 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Graf- heuvel. Afm.: diam. 12 m, hoogte 0.40 m. Prehistorie. Veldcontrole door G.Beex op 14.8.1963'. Als literatuur zijn Panken 1845 en Modderman 1955 (zieLiteratuur) vermeld. Gezien de coordinaten en het ontbreken van de medede-ling in de beschrijving dat deze heuvel is onderzocht, behoort deze waar-schijnlijk tot de 4 door Modderman alhier ongemoeid gelaten heuvels. In AMR-dossier 45208 wordt ten aanzien van dit terrein vermeld: "De waarnemingsnummers 31202 en 31204. Deze heuvels zouden zich direct ten zuiden van de bungalow van de fam. R. Wouters van den Oudenweijer, wonende aan de Bremdreef 5, moeten bevinden. Ter hoogte van deze locatie strekt zich inmiddels een fraai terras uit met aansluitend een tuin die is voorzien van een vijver. Mochten de heuvels hier hebben gelegen, dan zijn ze verdwenen bij de bouw van deze woning en de inrichting van de tuin. Ook in de directe omgeving van deze locatie werden geen verhevenheden gesignaleerd die samenhangen met oudtijds opgeworpen grafheuvels." Datering Laat-Neolithicum - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Anonymus 1951 Bron Archis Nummer 31204

Uniek nr. 1.34.1.0430 Coördinaten X=152340 / Y=370690 Plaats Bergeijk Toponiem Hoge Berkt Naam vinder ROB Datum vondst 1951 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Zie Waarneming 31203. Opm.: de oorspronkelijke coordinaten (152330 / 370700) zijn 09-2005 aangepast n.a.v. de resultaten van het AMR- onderzoek (zie AMR-dossier of Livelink).

306

Datering Laat-Neolithicum - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Modderman 1955 Bron Archis Nummer 31205

Uniek nr. 1.34.1.0445 Coördinaten X=152850 / Y=373925 Plaats Walik Toponiem Hobbeler Heide/Brandbergen/Brandbult Naam vinder RMO Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een copie van een Loeb-fiche metv.w.b. deze waarneming de tekst: 'Tumulus I: grafheuvel opgebouwd uit plag-gen, omgeven met een krans van ver uiteenstaande palen. Oudheidkundig on-derzoek door prof.dr. H.Brunsting, Leiden in 1950, die bovengenoemde gege-vens verstrekte. Grafheuvels verdwenen (veldcontrole door G. Beex, juli1963)'. De hier gekozen coordinaten zijn ontleend aan een door G. Beex op-gestelde lijst van de door Brunsting opgegraven grafheuvels met de bijbe-horende coordinaten, aanwezig in het correspondentie-archief van de ROB.In Glasbergen 1954 wordt bovenstaande paalkrans tot zijn Type 3 gerekend. Datering Midden-Bronstijd - Late Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 'een krans van ver uiteen staande palen'. Literatuur Beex 1964d Bron Archis Nummer 31317

Uniek nr. 1.34.1.0446 Coördinaten X=152900 / Y=373900 Plaats Riethoven Toponiem Hobbeler Heide/Brandbergen/Brandbult Naam vinder RMO Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een copie van een Loeb-fiche metv.w.b. deze waarneming de tekst: 'Tumulus II: Tweeperiodenheuvel opgebouwduit plaggen, omgeven met 1e periode: dubbele krans van paalgaten; 2e perio-de: kringgreppel. Oudheidkundig onderzoek door prof.dr. H.Brunsting, Leidenin 1950, die bovengenoemde gegevens verstrekte. Grafheuvels verdwenen(veldcontrole door G. Beex, juli 1963)'. De hier gekozen coordinaten zijnontleend aan een door G. Beex opgestelde lijst van de door Brunsting opge-graven grafheuvels met de bijbehorende coordinaten, aanwezig in het corres-pondentie-archief van de ROB. In Glasbergen 1954 (zie Literatuur) wordtbovenstaande paalkrans gerekend tot zijn Type 7. Datering Midden-Bronstijd - Late Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 31318

307

Uniek nr. 1.34.1.0447 Coördinaten X=152975 / Y=373830 Plaats Walik Toponiem Hobbeler Heide/Brandbergen/Brandbult Naam vinder RMO Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een copie van een Loeb-fiche metv.w.b. deze waarneming de tekst: 'Tumulus III: drieperiodenheuvel, opge-bouwd uit plaggen, omgeven met: 1e periode: dubbele krans van paalgaten;2e periode: dubbele krans van paalgaten; 3e periode: kringgreppel. In hetcentrum van de heuvel bevond zich een skeletgraf. Oudheidkundig bodemonder-zoek door prof.dr. H.Brunsting, Leiden in 1950, die bovengenoemde gegevensverstrekte. Grafheuvels verdwenen (veldcontrole door G.Beex, juli 1963)'.De hier gekozen coordinaten zijn ontleend aan een door G. Beex opgesteldelijst van de door Brunsting opgegraven grafheuvels met de bijbehorende co-ordinaten, aanwezig in het correspondentie-archief van de ROB.In Glasbergen 1954 (zie Literatuur) worden bovenstaande paalkransen gere-kend tot zijn Type 6. Datering Bronstijd - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 31319

Uniek nr. 1.34.1.0449 Coördinaten X=153105 / Y=374235 Plaats Walik Toponiem Hobbeler heide Naam vinder RMO Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met v.w.b. deze waar-neming de tekst: 'Tumulus IV: Tweeperiodenheuvel, opgebouwd uit plaggen,omgeven met: 1e periode: dubbele krans van paalgaten; 2e periode: kring-greppel. In de heuvel werd een skeletgraf aangetroffen. Oudheidkundig on-derzoek door prof.dr. H.Brunsting, Leiden in 1950, die bovengenoemde gege-vens verstrekte. Grafheuvels verdwenen (veldcontrole door G. Beex, juli1963)'. De hier gekozen coordinaten zijn ontleend aan een door G. Beex op-gestelde lijst van de door Brunsting opgegraven grafheuvels met de bijbe-horende coordinaten, aanwezig in het correspondentie-archief van de ROB.In Glasbergen 1954 (zie Literatuur) wordt bovenstaande paalkrans gerekendtot zijn Type 6. Datering Bronstijd - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting tweeperioden heuvel, opgebouwd uit plaggen'. Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 31320

Uniek nr. 1.34.1.0450 Coördinaten X=153080 / Y=374250 Plaats Walik

308

Toponiem Hobbeler Heide Naam vinder RMO Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Tumu- lus V. Grafheuvel opgebouwd uit plaggen, omgeven met een 1.5 m brede ring-sloot. Door een recente ingraving was van het hoofdgraf niets meer te be-kennen. Beschreven door prof.dr. H.Brunsting, Leiden. Oudheidkundig onder-zoek door prof.dr. H.Brunsting, Leiden in 1950. Grafheuvel verdwenen (veld-controle door G. Beex, juli 1963)'. De hier gekozen coordinaten zijn ont-leend aan een door G. Beex opgestelde lijst van de door Brunsting opgegra-ven grafheuvels met de bijbehorende coordinaten, aanwezig in het correspon-dentie-archief van de ROB. Datering Bronstijd - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting grafheuvel, opgebouwd uit plaggen'. Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 31321

Uniek nr. 1.34.1.0455 Coördinaten X=146650 / Y=367250 Plaats Witrijt Toponiem Postelse Heide Naam vinder ROB Datum vondst 23-08-1954 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Opgraving onder leiding van G. Beex. Sporen lijksilhouet ontbreken vanwegebijzetting op oud oppervlak (= donker vlak waarop geen sporen zichtbaar). Datering Laat-Neolithicum A - Laat-Neolithicum A Cultuur Enkelgrafcultuur Toelichting bijgift op oud oppervlak. Geen lijksilhouet zichtbaar. Literatuur Beex 1957a Bron Archis Nummer 31905

Uniek nr. 1.34.1.0649 Coördinaten X=156750 / Y=374530 Plaats Riethoven Toponiem Alvenberg Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Bijnageheel verdwenen grafheuvel; de zool is waarschijnlijk nog aanwezig. Bij e-galisatie van het terrein door de eigenaar, de heer A. van Herk, werd veelhoutskool waargenomen. Bronst. (?). Veldcontrole door G.Beex op 3.7.1963'.Als literatuur wordt Panken 1845 (zie Literatuur) genoemd. Hierin wordtechter niet gerept over deze vindplaats. In Roymans 1995 (zie Literatuur)wordt nader ingegaan op de betekenis van de naam "Alvenberg". Datering Bronstijd - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting bijna geheel verdwenen grafheuvel', gelegen aan het begin van de hoge rug, die verderop naar het oosten uitmondde in

309

de Duivelsberg Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 34043

Uniek nr. 1.34.1.0653 Coördinaten X=153460 / Y=372505 Plaats Boshoven Toponiem Eikestraat Naam vinder Beex Datum vondst 03-07-1963 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Bijnageheel verdwenen grafheuvel; de zool is waarschijnlijk nog aanwezig. Bij e-galisatie van het terrein door de eigenaar, de heer A. van Herk, werd veelhoutskool waargenomen. Bronst. (?). Veldcontrole door G.Beex op 3.7.1963'.Als literatuur wordt Panken 1845 (zie Literatuur) genoemd. Hierin wordtechter niet gerept over deze vindplaats. In Roymans 1995 (zie Literatuur)wordt nader ingegaan op de betekenis van de naam "Alvenberg". Datering Laat-Neolithicum - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 'kleine heuvel'. Literatuur Slofstra 1977 Bron Archis Nummer 34072

Uniek nr. 1.34.1.0654 Coördinaten X=153465 / Y=372525 Plaats Boshoven Toponiem Eikestraat Naam vinder Beex Datum vondst 03-07-1963 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een drietal Loeb-fiches met v.w.b.deze waarneming de tekst: 'Terrein met drie gave grafheuvels en onbescha-digd urnenveld. Coord. grafheuvels: 153.470/372.485, 153.460/372.505, 153.465/372.525. Veldcontrole door G. Beex en P.C. Houttuin op 3.7.1963' en eentoevoeging van R.H.J. Klok: '+-153.45/372.50 Urnenveld met dennen begroeidEen grafheuvel (met centrale ingraving) en 2 kleine heuveltjes; verderkringgreppels'. In Slofstra 1977 (zie Literatuur) zijn de tot dan bekendewaarnemingen van deze locatie geevalueerd. Datering Laat-Neolithicum - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 'kleine heuvel'. Literatuur Slofstra 1977 Bron Archis Nummer 34073

Uniek nr. 1.34.1.0655 Coördinaten X=153470 / Y=372485 Plaats Boshoven Toponiem Eikestraat Naam vinder Beex Datum vondst 03-07-1963 Verwerving archeologisch: inspectie

310

Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een drietal Loeb-fiches met v.w.b.deze waarneming de tekst: 'Terrein met drie gave grafheuvels en onbescha-digd urnenveld. Coord. grafheuvels: 153.470/372.485, 153.460/372.505, 153.465/372.525. Veldcontrole door G. Beex en P.C. Houttuin op 3.7.1963' en'Grafheuvel. Door de heer Mulder, Eindhoven een kuil hierin gegraven. Vond-sten: verbrande beenderen. Zie brief van G. Beex, Eindhoven dd. 15.12.1965in archief K. en R. van de R.O.B. Coordin. 153.475/372.475' met toevoegin-gen van R.H.J. Klok: '<-- coor. tumulus' en '+- 153.45/372.50: urnenveldmet dennen begroeid. Een grafheuvel (met centrale ingraving) en 2 kleineheuveltjes; verder kringgreppels'. In Slofstra 1977 (zie Literatuur) zijnde tot dan bekende waarnemingen van deze locatie geevalueerd. Datering Bronstijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 'verbrande beenderen'. Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 34075

Uniek nr. 1.34.1.0657 Coördinaten X=153485 / Y=372460 Plaats Boshoven Toponiem Eikestraat Naam vinder RMO Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een drietal Loeb-fiches met v.w.b.deze waarneming de tekst: 'Tumulus VII. Heuvel van schoon, leemachtig zandop niet gepodsoleerd oud oppervlak, kenbaar aan een geelgrijze laag. Drieperioden: 1. heuvel met ringsloot (diam. ruim 9 m); in het centrum rondgraf (diam. 0.70 m), blijkbaar in bijenkorfvorm. Boven de bijenkorf eencrematie; ongeveer op het oud oppervlak een houtskoollaag (vooral aan deoostelijke zijde van het graf), waarin crematie en brons. Het is niet dui-delijk of dit laatste (houtskool, crematie, brons) primair is.2. Heuvel met ringsloot, bijna geheel op de plaats van eerste ringsloot,met lichte ophoging op niet gepodsoleerd oppervlak.3. heuvel met ringsloot (diam. 16.60 m), met ophoging op niet gepodsoleerdoppervlak.Als vierde periode een kringgrep die de laatste ringsloot snijdt, met cre-matie in het centrum (buiten de heuvel). Verder crematies boven in de heu-vel zelf. Helaas werden hier geen bijgaven gevonden die het monument kunnendateren. Bijenkorfgraven behoren in het algemeen tot de Bekercultuur). Debovenlaag van heuvel en omgeving bestaat uit een +- 30 cm dikke laag bos-grond. Beschreven door prof.dr. H.Brunsting, Leiden; 1950. Oudheidkundigonderzoek door prof.dr. H.Brunsting, Leiden in 1950. Grafheuvel verdwenen(veldcontrole door G.Beex, juli 1963)'.De kringgrep uit de vierde periode behoort tot het hier eveneens gelegenurnenveld CAA: 57BN-31 (waarn. 34077). Deze heuvel behoorde waarschijnlijktot de in Panken 1845 (zie Literatuur) genoemde "4de groep" onder Bergeiken Riethoven. In Slofstra 1977 (zie Literatuur) is dit eveneens geopperd enzijn de tot dan bekende waarnemingen van deze locatie geevalueerd.De hier gekozen coordinaten zijn ontleend aan een door G. Beex opgesteldelijst van de door Brunsting opgegraven grafheuvels met de bijbehorende co- ordinaten, aanwezig in het correspondentie-archief van de ROB. Datering onbepaald - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t.

311

Toelichting Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 34085

Uniek nr. 1.34.1.0662 Coördinaten X=152315 / Y=371310 Plaats Bergeijk Toponiem Eerselsedijk Naam vinder ROB Datum vondst 1951 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Graf- heuvel. Bij onderzoek is een klein gedeelte weggegraven, voor het overigeuiterlijk onbeschadigd. Afm.: diam. 12 m, hoogte 0.70 m. Bronstijd. Veld-controle door G. Beex op 13.8.1963'. Tevens wordt verwezen naar Modderman1955 (zie Literatuur), waarin de resultaten van het onderzoek zijn weergegeven. Datering Bronstijd - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Liesbeth Theunissen “Een dubbele duik in het verleden”, Amersfoort 2002; Modderman 1951; 1955 Bron Archis Nummer 34102

Afbeelding: Grafheuvel Galgenberg uit 1650 B.C. (foto W. van Dooremolen)

Uniek nr. 1.34.1.0663 Coördinaten X=152350 / Y=371275 Plaats Bergeijk Toponiem Eerselsedijk Naam vinder ROB Datum vondst 1951 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Graf- heuvel, uiterlijk onbeschadigd. Afm.: diam. 16 m, hoogte 0.80 m. Bronstijd.Veldcontrole door G. Beex op 13.8.1963'. Tevens wordt verwezen

312

naar Modder-man 1955 (zie Literatuur), waarin deze heuvel overigens niet wordt genoemd. Datering Bronstijd - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Liesbeth Theunissen “Een dubbele duik in het verleden”, Amersfoort 2002; Modderman 1951; 1955 Bron Archis Nummer 34103

Uniek nr. 1.34.1.0664 Coördinaten X=152325 / Y=371290 Plaats Bergeijk Toponiem Eerselsedijk Naam vinder ROB Datum vondst 1951 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Graf- heuvel. Bij onderzoek is een klein gedeelte weggegraven, voor het overigeuiterlijk onbeschadigd. Afm.: diam. 18 m, hoogte 1 m. Bronstijd. Veldcon-trole door G. Beex op 13.8.1963'. Tevens wordt verwezen naar Modderman 1955(zie Literatuur), waarin de resultaten van het onderzoek zijn weergegeven. Datering Bronstijd - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Liesbeth Theunissen “Een dubbele duik in het verleden”, Amersfoort 2002; Modderman 1951; 1955 Bron Archis Nummer 34104

Uniek nr. 1.34.1.0667 Coördinaten X=152120 / Y=370470 Plaats Bergeijk Toponiem Kattenberg Naam vinder ROB Datum vondst 09-1955 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnen-veld. Afm.: 30x90x90 m. Begrenzing urnenveld: coord. 152.040/370.435 ; 152.115/370.485 ; 152.120/370.455. Late Bronstijd en/of IJzertijd. Veldcontroledoor G. Beex op 14.6.1963' met als toevoeging door R.H.J. Klok: 'en de doorModderman onderzochte tumulus "De Kattenberg" - > thans op deze plek eenhuis'. De resultaten van het door Modderman alhier verrichte onderzoek zijnweergegeven in Modderman 1967 (zie Literatuur), waarop de hier gehanteerdebeschrijving is gebaseerd. Tevens wordt op het Loeb-fiche Panken 1845 (zieLiteratuur) als bron genoemd. De coördinaten zijn aangepast op de coördinaten als vermeld in het AMR- dossier behorende bij ODB45209. Datering Midden-Bronstijd - Midden-Bronstijd Cultuur Hilversum-cultuur Toelichting Literatuur Modderman 1967 Bron Archis Nummer 34110

313

Uniek nr. 1.34.1.0673 Coördinaten X=152350 / Y=369965 Plaats Bergeijk Toponiem De Molen Naam vinder onbepaald Datum vondst 1835 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Graf- heuvel. Afm.: diam. 20 m. Opm.: rond de molen zijn in +- 1835 enige graf- heuvels afgegraven. (Misschien dat de molen op een ervan staat [rklok]).Bronstijd. Veldcontrole door G. Beex op 14.6.1963'. Als bron voor de ouderevondstmelding wordt Panken 1845 (zie Literatuur) genoemd. Datering Bronstijd - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting grafheuvel. Diameter: 20 m. Literatuur Panken 1845 Bron Archis Nummer 34114

Uniek nr. 1.34.1.0821 Coördinaten X=148660 / Y=366275 Plaats Luijksgestel Toponiem De Paraplue Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Loeb-fiche gebaseerd op lijst met vondstmeldingen G. beex, ca 1966.Loeb- fiche: "Terrein met vuursteenvondsten en prehistorische begravingen:a. drie grafheuvels (Neolithicum en Urnenveldtijd); terrein ca 50x75x75 m.b. urnenveld. (late Bronstijd); [Afmetingen?] terrein urnenveld onbekend.""Het terrein is door ondiep omploegen verstoord".Opm.: coordinaten hebben betrekking op middelpunt van groot terrein. Coor-dinatenparen terrein 148.575/366.525, 148.585/366.240, 148.750/366.180 en148.750/366.250 (begrenzing).Lokatie grafheuvels ca 148.590/336.270, 148.620/366.280, 148.640/366.240.Opm.: aantekening op Loeb-fiche "de ligging van een vierde [grafheuvel] isonbekend". Aantek.: "Grand Pressigny dolk hier vandaan in Mus. Taxandria,Turnhout. Meded. Hr. Eykholt [1948] (destijds eig.) die persoonlijk aanw.was bij enige urnvondsten in 1903"Opm.: er wordt verwezen naar "Aantekeningen van Pastoor A. de Laat, Kagge-vinne, Belgie". Datering Laat-Neolithicum - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Stroobant 1904/1905 Bron Archis Nummer 35170

Uniek nr. 1.34.1.1702 Coördinaten X=152320 / Y=371280 Plaats Onbekend Toponiem Driebergen/Eerselse Dijk Naam vinder Datum vondst Verwerving archeologisch: opgraving

314

Beschrijving Datering Laat-Neolithicum A - IJzertijd Cultuur Hilversum-cultuur Toelichting niet onderzocht Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600209

Uniek nr. 1.34.1.1703 Coördinaten X=152340 / Y=371260 Plaats Onbekend Toponiem Driebergen/Eerselse Dijk Naam vinder Datum vondst Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Datering Laat-Neolithicum A - IJzertijd Cultuur Hilversum-cultuur Toelichting niet onderzocht Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600210

Uniek nr. 1.34.1.1715 Coördinaten X=152900 / Y=372800 Plaats Onbekend Toponiem Broodven Naam vinder onbekend Datum vondst Verwerving Beschrijving gesitueerd in dennenbos; gelegen op hoge rug naast het Datering Laat-Neolithicum A - IJzertijd Cultuur Toelichting niet opgegraven Literatuur Panken, P,N., Bijdragen …(II), 275 Bron Slofstra-archief Nummer 600224

Uniek nr. 1.34.1.1718 Coördinaten X=156500 / Y=374500 Plaats Onbekend Toponiem Krekelberg Naam vinder J.N. van Doorn Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving solitair gelegen in heide; precieze ligging niet bekend, maar ongeveer in de binnenbocht van het Keersopperweegske, vlak voor de kruising met de Rijt Datering Laat-Neolithicum A - IJzertijd Cultuur onbekend Toelichting eventueel jonger; " enige urnen" uit " mooie ronde heuvel" Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600227

315

Uniek nr. 1.34.1.2430 Coördinaten X=152900 / Y=372790 Plaats Onbekend Toponiem Broodven Naam vinder onbekend Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving gelegen aan de oostzijde van het Broodven Datering Laat-Neolithicum A - IJzertijd Cultuur onbekend Toelichting eventueel jonger; geslecht tijdens Ruilverkavelingswerkzaamheden in ca. 1959/1960 Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600226

34.2 Grafheuvelveld Drie of meer artificiële heuvels uit dezelfde archeologische cultuur/periode over of waarin inhumatie- en/of crematiegraven. Ingeval van ‘zichtbaar’ zijn de heuvels bovengronds herkenbaar, bij ‘niet- zichtbaar’ ontbreekt de heuvel bovengronds, maar zijn wel aanwijzingen aanwezig voor een grafheuvel, in de vorm van een bewaard gebleven oud-oppervlak of bodemvorming n.a.v. het heuvellichaam (infiltratiezone of fibers). Datering: Laat-Neolithicum-Vroege Middeleeuwen (?). Archeologische en landschappelijke correlaten: • verbrande (gecremeerde) of onverbrande menselijke resten (a); • sporen van of aanwijzingen voor een kunstmatig heuvellichaam (a). • eventueel grafkuil (b); • grafgiften (aardewerk, wapens/werktuigen en sieraden) (b); • soms zijn dodenhuisjes aanwezig (b); • grafstructuren rond graf (standspoor, ringsloot, paalkrans) (b); • grafheuvels zijn vaak gelegen op/ tegen de kam van landschappelijke verhogingen aan (b).

Uniek nr. 1.34.2.0448 Coördinaten X=152975 / Y=373830 Plaats Walik Toponiem Hobbeler Heide/Brandbergen/Brandbult Naam vinder RMO Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een copie van een Loeb-fiche metv.w.b. deze waarneming de tekst: 'Tumulus III: drieperiodenheuvel, opge-bouwd uit plaggen, omgeven met: 1e periode: dubbele krans van paalgaten;2e periode: dubbele krans van paalgaten; 3e periode: kringgreppel. In hetcentrum van de heuvel bevond zich een skeletgraf. Oudheidkundig bodemonder-zoek door prof.dr. H.Brunsting, Leiden in 1950, die bovengenoemde gegevensverstrekte. Grafheuvels verdwenen (veldcontrole door G.Beex, juli 1963)'.De hier gekozen coordinaten zijn ontleend aan een door G. Beex opgesteldelijst van de door Brunsting opgegraven grafheuvels met de bijbehorende co-ordinaten, aanwezig in het correspondentie-archief van de ROB.In Glasbergen 1954 (zie Literatuur) worden bovenstaande paalkransen gere-kend tot zijn Type 6. Datering Midden-Bronstijd - Late Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting

316

Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 31319

Uniek nr. 1.34.2.0451 Coördinaten X=153475 / Y=372525 Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder ROB Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Volgens het Loeb-fiche bleek bij onderzoek dat dit geen grafheuvel was. Datering Vroege Bronstijd - Vroege IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Anonymus 1950 Bron Archis Nummer 31322

34.3 Urnenveld Drie of meer bijzettingen in urnen (een aardewerken container), in een doek of los, die alle drie in een kuiltje zijn gedeponeerd. Over deze bijzettingen zijn heuvels, uiteenlopend van ronde, rechthoekige tot (mogelijk) achtvormige (sleutelgatvormige) vorm opgeworpen, die gewoonlijk opgebouwd zijn uit (heide)plaggen. De diameter van deze heuvels varieert doorgaans van enkele meters tot ca. 15 m. Rond de voet van een heuvel is in de regel een ronde, vierkante, rechthoekige of achtvormige/sleutelgatvormige greppel aanwezig. N.B.: Tot de urnenvelden behoren ook crematiebijzettingen die niet overdekt zijn met een kunstmatige heuvel. Datering: Late Bronstijd-begin Midden-IJzertijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • (menselijke) crematieresten (a); • heuvel of aanwijzing voor heuvel (bodemvorming of bewaard gebleven oud-oppervlak) (a). • grafgiften: vooral aardewerk en bronzen sieraden, kledingaccessoires en toiletgerei (b); • urn ofwel aardewerken container (b); • houtskool (resten van de brandstapel) (b); • soms zijn artefacten (vooral aardewerk) in greppel aanwezig (b); • soms zijn dodenhuisjes aanwezig (b); • urnenvelden zijn in de regel aangelegd op verhogingen in het landschap en de oriëntatie van de graven volgt de richting van deze verhogingen (b); • een algemeen verschijnsel is dat urnenvelden rondom één of meer oudere tumuli zijn aangelegd (b).

Uniek nr. 1.34.3.0162 Coördinaten X=147070 / Y=369950 Plaats Bergeijk Toponiem Witrijt Naam vinder Giffen, van Datum vondst 1935 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving rcc: documentatiercc: Giffen,ae van 1939 het kringgreppel urnenveld te Witrijt gem Bergeijk in Rcc: bouwstenen van de Brabantse oergeschiedenis. Terrein met begravingen (urnenveld) uit de late bronstijd en/of ijzertijd. Datering Late Bronstijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting

317

Literatuur Van Giffen 1937 Bron Archis Nummer 14397

Uniek nr. 1.34.3.0428 Coördinaten X=152330 / Y=370650 Plaats Bergeijk Toponiem Hoge Berkt Naam vinder ROB Datum vondst 1951 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een tweetal Loeb-fiches met de teksten: '106N t/m 109N. Onderzoek grafheuvels: Een van deze steentijdheuvels was omgeven door een smalle kringgreppel, die aan de oostzijde een onderbreking vertoonde. De diameter van de kring bedroeg 11.40 m. In de beide eerst onderzochte heuvels, waartoe bovengenoemde tumulus behoort, werden sporen van een bijzetting gevonden. Wel zijn buiten de tumuli nog twee kleine kringgreppels gevonden, doch hierin konden geen bijzettingen worden aangetoond. De heuvels zijn in de oude toestand teruggebracht' en '108N. Grafheuvel, na onderzoek gerestaureerd. Afm.: diam. 12.80 m, hoogte 0.60 m. Prehistorie. Veldcontrole door G. Beex op 14.8.1963'. De laatstgenoemdeheuvel is gezien de omvang vermoedelijk Grafheuvel I van De Hoge Berkt. Van Grafheuvel II is geen aparte beschrijving op een Loeb-fiche voorhanden. Voor een uitvoeriger beschrijving van beide heuvels wordt derhalve verwezen naar Modderman 1955 (zie Literatuur). Zie voor andere waarnemingen m.b.t. het urnenveld CAA: Waarn. 34111 en 34112. Zie ook het aan G. Beex ontleende commentaar over de interpretatie van de grondsporen in CAA: Waarn. 31202. Opm.: de oorspronkelijke coordinaten (152300 / 370650) zijn 09- 2005 aangepast n.a.v. de resultaten van het AMR-onderzoek (zie AMR- dossier of Livelink). Datering Late Bronstijd - Midden-IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Anonymus 1951a Bron Archis Nummer 31203

Uniek nr. 1.34.3.0431 Coördinaten X=152400 / Y=371800 Plaats Bergeijk Toponiem De Paal Naam vinder ROB Datum vondst 02-11-1959 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een tweetal Loeb-fiches waarvan de inhoud van de tekst min of meer is terug te vinden in Modderman 1967 (zieLiteratuur). Op de fiches worden de afmetingen 190 x 225 x 130 x 250 m ver-meld, evenals de verwijzingen naar Hermans 1865, Stroobant 1906, ROB 1959,en Modderman 1960 (zie literatuur). Datering Vroege IJzertijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Modderman 1967 Bron Archis

318

Nummer 31208

Uniek nr. 1.34.3.0610 Coördinaten X=153850 / Y=370550 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 18-05-1989 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1989 werd door het IPP een opgraving uitgevoerd aan de Bucht te Bergeijk.Behalve een deel van een urnenveld uit de ijzertijd, werd een deel van eennederzetting uit de 8e-9e eeuw en een deel van een nederzetting uit de12e eeuw opgegraven.Mededeling F.Theuws, juni 1998* puttenkaart en overzicht sporen 8e-9e eeuw in Theuws 1991 Datering Vroege IJzertijd - Midden-IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Theuws 1991 Bron Archis Nummer 33678

Uniek nr. 1.34.3.0646 Coördinaten X=152990 / Y=374015 Plaats Walik Toponiem Hobbeler Heide Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door M.C. Dorst d.d. 20-10- 1976op basis van de door G. Beex samengestelde inventarisatielijst ingevuldCAA-fiche met de tekst: 'Coord. 152.990 / 374.015. Melder: G. Beex. Urn,gevonden bij verbredingswerkzaamheden van een weg nabij Walik. Sluit aanbij urnenveld van 9N'. Beex vermeldde in zijn lijst: 'Sluit mogelijk aanbij urnenveld 9[N]. (Geen literatuur)'.Zie voor gegevens over het genoemde urnenveld CAA: 57BN-9 (= waarn. 34022). Datering Late Bronstijd - Midden-IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 34018

Uniek nr. 1.34.3.0647 Coördinaten X=153175 / Y=374175 Plaats Walik Toponiem Hobbeler heide Naam vinder Beex Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met v.w.b. deze waar-neming de tekst: 'Terrein waarin [...] een ondiep geploegd urnenveld. Coordterrein zijn tevens de coord. van het urnenveld: 152.975/374.000 - 153.325/374.325 (gemidd. 153.175/374.175). Tijdens het ploegen van het urnenveldzijn gesloten ronde kringgreppels en enige "lange bedden" waargenomen.Veldcontrole door G. Beex en P.C. Houttuin op 4.7.1963'. In

319

Beex 1963 (zieLiteratuur) staat het volgende: 'Een zeer uitgestrekt urnenveld ligt ookten noord-westen van Walik. (No.7). Tijdens het onderzoek van de grafheu-vels in 1950 was een gedeelte van het terrein pas geploegd en talrijkekringgreppels en zogenaamde "lange bedden" waren zeer duidelijk zichtbaar.Het behoort eveneens tot de oudste faze der urnenvelden'. Datering Late Bronstijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting 'zogenaamde "lange bedden"'. Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 34022

Uniek nr. 1.34.3.0648 Coördinaten X=156400 / Y=374600 Plaats onbepaald Toponiem Einderheide Naam vinder RMO Datum vondst 1909 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnen-veld door ploegen omgewerkt; gedeeltelijk verstoord als gevolg van vroegereonderzoekingen. Late Bronstijd - vroege IJzertijd. Oudheidkundig onderzoekdoor dr. M.A.Evelein in 1909; daarna voortgezet door dr. J.H.Holwerda [in1912]. Veldcontrole door G. Beex op 4.7.1963'. Als literatuur worden op ditfiche Evelein 1910 en Holwerda 1913 (zie Literatuur) genoemd. Voor een ge-detailleerder beeld van de opgravingsresultaten wordt naar deze publicatiesverwezen. De opgravingsnummers van de beide RMO-opgravingen zijn resp. 115en 130. In het Oud Archief van de ROB bevinden zich onder de (foutieve) co-ordinaten 153.40/373.85 een oranje en een lichtgroen ROB-fiche en onder de(eveneens foutieve) coordinaten 154.95/373.70 een 79-tal witte ROB-fiches,die betrekking hebben op deze waarneming. Datering Late Bronstijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting gelegen op een hoge zandrug ten noorden van de laagte aan de weg naar Keersop Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 34030

Uniek nr. 1.34.3.0650 Coördinaten X=157000 / Y=374750 Plaats Riethoven Toponiem Duivelsberg Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnen-veld dat bij herontginning in 1960 vrijwel geheel is verdwenen; mogelijk isonder de weg of de berm ervan nog een restant aanwezig. Bronstijd. Veldcon-trole door G.Beex op 4.7.1963'. In de door G.Beex samengestelde inventari-satielijst staat: '157.000/374.750 Centrum van urnenveld "de Duivelsberg".Door ontginning verdwenen. Mogelijk nog urnen

320

in hoog gelegen weg (bermen).Urnen rond 1950 zeer veel geplunderd, o.a. met zeer fraaie Kerbschnittver-siering'. Datering Late Bronstijd - Late Bronstijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting gevonden op een hoge zandrug ten zuiden van de Keersopperdijk, tegenover het Duivelsven Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 34051

Uniek nr. 1.34.3.0651 Coördinaten X=157030 / Y=373190 Plaats Westerhoven Toponiem Braambosch Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnen-veld waarvan het grootste deel nog intact is (45x200 m; oorspronkelijk ter-rein: 45x290 m). IJzertijd. Veldcontrole door G.Beex op 19.8.1963'. DoorR.H.J. Klok is hier de volgende tekst aan toegevoegd: 'een 3-tal heuveltjesv/e urnenveld werden op dit punt afgegraven. Het urnenveld zet zich voortin W gelegen bosperceel. Ook Romeins aardewerk werd hier gevonden (zie ook24N)'. Als bron wordt Bannenberg 1960 (zie Literatuur) genoemd.Aanvulling literatuur:* Pals, J.P., 1988. Milieu, landschap en landbouweconomie in Noord-Holland1300 v. Chr.-1300 na Chr. (p.121-132, met name p.125-126) en* Groenman-van Waateringe, W., 1988. Lokale bosbestanden en houtgebruik inWest-Nederland in IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen (p.133-153). en* Wijngaarden-Bakker, L.H. van, 1988. Zooarcheologisch onderzoek in dewest-nederlandse delta 1983-1987 (p.154-185, met name p.174-175). IN:Bloemers, J.H.F. (red.). Archeologie en Oecologie van Holland tussen Rijnen Vlie (Studies in Prae- en Protohistorie 2).* Morel, J. en W. Groenman-van Waateringe, 1993. Opkomst en ondergang vaneen Romeins havenfort bij Velsen NH (p.45-60). In: Bloemers, J.H.F,W. Groenman-van Waateringe en H.A. Heidinga (red.) Voeten in de aarde. Eenkennismaking met de moderne Nederlandse archeologie. Datering Vroege IJzertijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Banneberg 1960 Bron Archis Nummer 34058

Uniek nr. 1.34.3.0656 Coördinaten X=153450 / Y=372500 Plaats Boshoven Toponiem Eikestraat Naam vinder Particulier Datum vondst 22-06-1844 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een drietal Loeb-fiches met v.w.b.deze waarneming de tekst: 'Terrein met drie gave grafheuvels en onbescha-digd urnenveld. Coord. terrein zijn tevens coord. van het urnenveld: 153.450-153.490 / 372.450-372.550. In het nabijgelegen terrein

321

[...] is in 19501 heuvel door dr. H.Brunsting onderzocht. Bij dit onderzoek werden kring-greppels geconstateerd, die kennelijk nog bij het urnenveld behoorden.Veldcontrole door G. Beex en P.C. Houttuin op 3.7.1963' en 'Bijpotje metnaar boven vernauwende hals en uitspringende rand. Uit urnenveld. Zie P.N.Panken [...] 1845'. In Panken 1845 (zie Literatuur) wordt met zijn "4degroep" onder Riethoven en Bergeik vermoedelijk dit urnenveld bedoeld. InBeex 1964 (zie Literatuur) wordt een door Panken hier opgegraven bijpotje(volgnr. 004) besproken. Zie voor het onderzoek door Brunsting alhier CAA:57BN-33 (= waarn. 31323). Zie vooral ook Slofstra 1977 (zie Literatuur),waarin de tot dan bekende waarnemingen van deze locatie geevalueerd zijn. Datering Late Bronstijd - Late Bronstijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Beex 1964c Bron Archis Nummer 34077

Uniek nr. 1.34.3.0658 Coördinaten X=153485 / Y=372460 Plaats Boshoven Toponiem Eikestraat Naam vinder RMO Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een drietal Loeb-fiches met v.w.b.deze waarneming de tekst: 'Tumulus VII. Heuvel van schoon, leemachtig zandop niet gepodsoleerd oud oppervlak, kenbaar aan een geelgrijze laag. Drieperioden: 1. heuvel met ringsloot (diam. ruim 9 m); in het centrum rondgraf (diam. 0.70 m), blijkbaar in bijenkorfvorm. Boven de bijenkorf eencrematie; ongeveer op het oud oppervlak een houtskoollaag (vooral aan deoostelijke zijde van het graf), waarin crematie en brons. Het is niet dui-delijk of dit laatste (houtskool, crematie, brons) primair is.2. Heuvel met ringsloot, bijna geheel op de plaats van eerste ringsloot,met lichte ophoging op niet gepodsoleerd oppervlak.3. heuvel met ringsloot (diam. 16.60 m), met ophoging op niet gepodsoleerdoppervlak.Als vierde periode een kringgrep die de laatste ringsloot snijdt, met cre-matie in het centrum (buiten de heuvel). Verder crematies boven in de heu-vel zelf. Helaas werden hier geen bijgaven gevonden die het monument kunnendateren. Bijenkorfgraven behoren in het algemeen tot de Bekercultuur). Debovenlaag van heuvel en omgeving bestaat uit een +- 30 cm dikke laag bos-grond. Beschreven door prof.dr. H.Brunsting, Leiden; 1950. Oudheidkundigonderzoek door prof.dr. H.Brunsting, Leiden in 1950. Grafheuvel verdwenen(veldcontrole door G.Beex, juli 1963)'.De kringgrep uit de vierde periode behoort tot het hier eveneens gelegenurnenveld CAA: 57BN-31 (waarn. 34077). Deze heuvel behoorde waarschijnlijktot de in Panken 1845 (zie Literatuur) genoemde "4de groep" onder Bergeiken Riethoven. In Slofstra 1977 (zie Literatuur) is dit eveneens geopperd enzijn de tot dan bekende waarnemingen van deze locatie geevalueerd. De hier gekozen coordinaten zijn ontleend aan een door G. Beex opgesteldelijst van de door Brunsting opgegraven grafheuvels met de bijbehorende co- ordinaten, aanwezig in het correspondentie-archief van de ROB. Datering Late Bronstijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting

322

Literatuur Beex 1963a Bron Archis Nummer 34085

Uniek nr. 1.34.3.0666 Coördinaten X=151550 / Y=370615 Plaats Hoge Berkt Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door P.C. Houttuin ingevuld Mo-numentenraad-fiche, een door R.H.J. Klok dd. 22-10-1966 vervaardigde situ-atieschets en een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnenveld, beschadigd doorploegen. Afm.: +- 100 x 150 m. Litt.: Handschrift van Pastoor A. de Laatuit Kaggevinne (Belgie). Begrenzing urnenveld: coord. 151.550/370.615 ;151.625/370.520 ; 151.525/370.410 ; 151.440/370.490. Late Bronstijd en/ofIJzertijd. Veldcontrole door G. Beex op 14.6.1963' met als toevoeging doorR.H.J. Klok: 'In 1891 en '92 werden hier 14 urnen o.a. met Kerbschnitt- enlijnversiering gevonden. Het perceel werd in 1965 geheel afgegraven. Of hetzich nog buiten dit perceel uitstrekt is niet bekend'. Datering Late Bronstijd - Midden-IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting o.a. met Kerbschnitt- en lijnversiering. Literatuur Bron Archis Nummer 34108

Uniek nr. 1.34.3.0669 Coördinaten X=152120 / Y=370470 Plaats Bergeijk Toponiem Kattenberg Naam vinder ROB Datum vondst 09-1955 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnen-veld. Afm.: 30x90x90 m. Begrenzing urnenveld: coord. 152.040/370.435 ; 152.115/370.485 ; 152.120/370.455. Late Bronstijd en/of IJzertijd. Veldcontroledoor G. Beex op 14.6.1963' met als toevoeging door R.H.J. Klok: 'en de doorModderman onderzochte tumulus "De Kattenberg" - > thans op deze plek eenhuis'. De resultaten van het door Modderman alhier verrichte onderzoek zijnweergegeven in Modderman 1967 (zie Literatuur), waarop de hier gehanteerdebeschrijving is gebaseerd. Tevens wordt op het Loeb-fiche Panken 1845 (zieLiteratuur) als bron genoemd. De coördinaten zijn aangepast op de coördinaten als vermeld in het AMR- dossier behorende bij ODB45209. Datering Midden-IJzertijd - Midden-IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting grafveld dateert vooral of uitsluitend uit het begin van de Midden-IJzertijd, omdat slechts in een geval de crematieresten in een urn gedeponeerd waren Literatuur Modderman 1967 Bron Archis Nummer 34110

323

Uniek nr. 1.34.3.0670 Coördinaten X=152250 / Y=370600 Plaats Bergeijk Toponiem Hoge Berkt Naam vinder Particulier Datum vondst 08-1840 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnen-veld. Hier en daar beschadigd als gevolg van wegenaanleg en bungalowbouw.Late Bronstijd en/of IJzertijd. Coordin. 152.250/370.600 - 152.450/370.610.Veldcontrole door G. Beex op 14.8.1963. Een gedeelte is in 1951 door de ROB(dr. P.J.R. Modderman) onderzocht'. Eveneens wordt Panken 1845 (zie Litera-tuur) genoemd. In de door G. Beex samengestelde inventarisatielijst in hetCAA wordt t.a.v. deze waarneming nog gemeld: 'Het urnenveld is zeer uitge-strekt geweest. Urnen zijn terecht gekomen in Museum Turnhout, Brussel, 's-Hertogenbosch en Leiden'. In het Oud Archief van de ROB bevinden zich onderde coordinaten 152.35/370.70 een oranje en een 127-tal witte ROB-fiches die(vermoedelijk grotendeels) betrekking hebben op vondsten uit dit urnenveld.Zie ook CAA: 57BN-63 en - 108 (= resp. waarn. 34112 en 31203 voor anderewaarnemingen m.b.t. dit urnenveld. Datering Late Bronstijd - Midden-IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Modderman 1951; 1955 Bron Archis Nummer 34111

Uniek nr. 1.34.3.0671 Coördinaten X=152680 / Y=370725 Plaats Bergeijk Toponiem Hoge Berkt Naam vinder onbepaald Datum vondst 1957 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Thansverdwenen urnenveld waarbij kringgreppels nog zichtbaar waren. Verdwenendoor woningbouw. In de bouwput waren kringgreppels zichtbaar. Verkenningdoor A. Buisman, R.O.B., in sept. 1964'. In de door G. Beex samengesteldeinventarisatielijst in het CAA staat: 'De kringgreppels waren zichtbaar inde bouwput in 1957 en niet meer in 1964'. Zie ook CAA: 57BN- 62 en -108 (=resp. waarn. 34111 en 31203) voor andere waarnemingen m.b.t. dit urnenveld. Datering Late Bronstijd - Midden-IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Modderman 1955 Bron Archis Nummer 34112

Uniek nr. 1.34.3.0921 Coördinaten X=147500 / Y=369175 Plaats Bergeijk Toponiem Kleine Witrijt Naam vinder onbepaald

324

Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnen-veld met scherven van besmeten aardewerk van +- 600 v. Chr. Coord. 147.500/369.175. Bergeijk, tussen Witrijt en Weebosch. Oppervlaktevondsten. Verken-ning door A. Buisman, R.O.B., in sept. 1964. Gemeld door J.A.Th. Dielis,Bergeijk d.d. sept. 1964. Defin.: J.A.Th. Dielis, Eerselsedijk 31, BergeijkPublikatie: Nieuws-Bull. K.N.O.B. van 15.10.1964, kol. *285 en *286'.De tekst van Buisman 1964 (zie Literatuur) bevat geen nadere gegevens. Datering Vroege IJzertijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting besmeten Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 36393

Uniek nr. 1.34.3.0936 Coördinaten X=145900 / Y=368675 Plaats onbepaald Toponiem Witrijt Naam vinder Beex Datum vondst 1966 Verwerving archeologisch: (veld)kartering eschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door M.C. Dorst d.d. 1-11- 1976op basis van de archeologische inventarisatielijst van G. Beex samengesteld'geimproviseerd' (CAA-)fiche met de tekst: 'Gemeente Bergeijk. Krtbl. 57A.Coord. 145.900/368.675 tot +- 145.850/368.725. Terrein waarop urnenveld.Smalle hoge zandrug waarop dennenbosch. Lit. Handschrift P. Panken aan Dr.Hermans 's Bosch dd. 3-4-1845. Melding Beex 24-4-1966'.De tekst van de meldingsbrief luidt: 'Reeds dikwijls heb ik gezocht naareen urnenveld dat P.N. Panken vermeldde in een brief aan Dr. C.R. Hermansdd. 3-4-1845. Dit urnenveld, dat Panken niet heeft doorzocht, lag volgenshem: "een half uur gaans ten westen van de Weebosch". Door de bebossing washet tot nu moeilijk terug te vinden. Thans heeft men echter een hoogte ineen der brandgangen doorgraven en in het profiel zijn duidelijk de kring-greppels te zien en veel houtskool. De plaats ligt inderdaad ongeveer 3kilometer ten westen van de Weebosch. Meer nauwkeurig: 57 A, 145.850 x368.725. G. Beex'.De tekst van Beex 1966 (zie Literatuur) luidt: 'Bergeijk. In de omgevingvan de Witrijt werd een urnenveld ontdekt dat waarschijnlijk door P.N. Pan-ken in 1845 werd genoemd als "liggende een half uur gaans ten westen van deWeebosch". R.O.B., Amersfoort (G. Beex)'. Datering Late Bronstijd - Midden-IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Beex 1966l Bron Archis Nummer 36440

Uniek nr. 1.34.3.0938 Coördinaten X=147825 / Y=366850 Plaats onbepaald Toponiem Bergeijksche Stukken Naam vinder onbepaald

325

Datum vondst 1903 Verwerving indirect: literatuur Beschrijving Terrein met sporen van begraving (urnenveld) uit de late bronstijd. In het kader van het AMR-project werd in april 2002 onderzoek verricht. Het is de vraag of de (urn)vondsten waarop de wettelijke bescherming van dit terrein is gebaseerd, wel van deze plek afkomstig zijn. Bovendien is het gebied zodanig aangetast door verstuiving dat hooguit onder een enkele stuifduin nog iets bewaard kan zijn gebleven van een eventueel urnenveld (zie Livelink en/of het AMR-dossier). In het kader van het AMR-project is het monument op 8 aprili 2004 bezocht. Voor nadere informatie zie Livelink en/of dossier. Er is besloten het terrein af te voeren als beschermd monument. De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnen-veld, waaruit urnen, o.a. met Kerbschnitt versierd, te voorschijn kwamen.Afm. urnenveld onbekend. Litt.: handschrift van Pastoor A. de Laat, Kagge-vinne, Belgie. Late Bronstijd. Coordin.: 147.825/366.850. Coord. geeft hetcentrum aan van het nog ongeschonden gedeelte. Luijksgestel. Gevonden op deWitrijtse Heide. Het urnenveld is als gevolg van uitstuiving verstoord.Kad. sectie A nr. 1450. Veldcontrole door G. Beex, Eindhoven op 26.8.1963.Gemeld door G. Beex, Petuniapad 15, Eindhoven d.d. 5.9.1963'. Door R.H.J.Klok is hier later het volgende aan toegevoegd: '+- 1903 [gevonden]; (ge-deeltelijk) [verstoord]; Defin.: Urnen in Mus. Taxandria Turnhout'. Datering Late Bronstijd - Late Bronstijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 36442

Uniek nr. 1.34.3.0940 Coördinaten X=148825 / Y=366000 Plaats Boscheind Toponiem Boscheind Naam vinder Particulier Datum vondst 1845 Verwerving archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een tweetal Loeb-fiches met de tek- sten: 'Urnenveld. Vondsten: urnen met "Kerbschnitt" versierd. Zie brief vanP.N. Panken aan C.R. Hermans: d.d. 3.4.1845 in Noordbrabants Museum te 's-Hertogenbosch. Late Bronstijd. Coordin.: +- 148.825/366.000. Boscheind, gemLuijksgestel. Gevonden in stuifzand gebied; het urnenveld is als gevolg vanhet uitstuiven verstoord. Kad. sectie A nrs. 106 en 2349. Veldcontrole doorG. Beex, Eindhoven op 27.8.1963. Gemeld door G. Beex, Petuniapad 15, Eindhoven d.d. 5.9.1963'.'Urnenveld. Onderzocht door R.M. v. O. Leiden. (J.H. Holwerda) Litt.: L.Stroobant, Bulletin 1903. Acad. Royale d'Archeologia Belgique. p. 179.L. Stroobant, Taxandria Turnhout. Jrg. IV, p. 105. 1906. C.R. Hermans,Noordbrabants Oudheden, 1865. p. 81. Baron de Loe, Belgique Ancienne II,Les Ages du Metal, p. 77-82. 1931.Coord. van de vier hoekpunten: 148.800/366.000, 148.880/366.050, 148.890/365.785, 148.860/365.940. Late Bronstijd. Luijksgestel, Boscheind. Kad.Luijksgestel Sectie A, no. 1254, 1253. Veldcontrole door G. Beex, Eindhovenop 28.8.1963'.De tekst op de archeologische inventarisatielijst van G. Beex in het CAAluidt: '+- 148.825/366.000. Terrein bij het Boscheind (gem. Luijksgestel),waar in 1845 en 1903 veel urnen werden uitgegraven. In 1845 door P.N. Pan-ken, in 1903 door J. Panken en door L. Stroobant en pastoor

326

de Laet namenshet Museum Taxandria te Turnhout. Persoonlijke inlichtingen van de heerEykholts (in 1948) te Luijksgestel, die het onderzoek in 1903 heeft meege-maakt. De urnen zijn verspreid over de Musea te Leiden, 's Hertogenbosch,Turnhout en Cinquantenaire Brussel. Stroobant vermeldt dat in 1903 +- 100urnen zijn uitgegraven. Lit.: Baron de Loe, Belgique Ancienne II, p. 19.L. Stroobant, Bull. Ac. Roy. d'Archeologie 1903, p. 183'. Datering Late Bronstijd - Late Bronstijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Stroobant 1907 Bron Archis Nummer 36444

Uniek nr. 1.34.3.0941 Coördinaten X=148250 / Y=365300 Plaats Luijksgestel Toponiem Mortelbergen Naam vinder Particulier Datum vondst 1845 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door M.C. Dorst d.d. 1-11- 1976op basis van de archeologische inventarisatielijst van G. Beex samengesteld'geimproviseerd' (CAA-)fiche met de tekst: '+- 148.250/365.300. Urnenveldbij "de Mortelbergen" te Luijksgestel (Ook Hunnebergen genaamd). P.N. Pan-ken vermeldt hier reeds urnvondsten in 1845. Ook vermeld in St. Geertruids-bronne Jrg. 17, 1940, afl. I, p. 27. De juiste plaats van dit urnenveld hebik [G. Beex] nooit kunnen achterhalen (Uitgestrekt stuifterrein). Het moetechter zijn ten Z.W. van het Boscheind en westelijk van de brandtoren'. Datering Late Bronstijd - Midden-IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur onbepaald Bron Archis Nummer 36445

Uniek nr. 1.34.3.1309 Coördinaten X=157030 / Y=374730 Plaats Riethoven Toponiem Duivelsberg Naam vinder onbepaald Datum vondst 1909 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Bron: Een door W.J.H. Verwers ingevuld Archis-Formulier met de volgende mededeling: 'Coördinaten afkomstig archief Beex. Schenking Prov. Museum Kam,Nijmegen'. Datering Late Bronstijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 44976

Uniek nr. 1.34.3.1615

327

Coördinaten X=154000 / Y=3654000 Plaats Onbekend Toponiem De Maay Naam vinder onbekend Datum vondst 1905 Verwerving onbekend Beschrijving verscheidene met Kerbschnitt-versiering Datering Late Bronstijd - Late Bronstijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Beex 1979; Rahir 1928 BronLiteratuur Nummer 600122

Uniek nr. 1.34.3.1966 Coördinaten X=156660 / Y=377300 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder onbekend Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving Datering Late Bronstijd - Midden-IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600486

34.4 Vlakgraf Solitaire grafkuil die niet overdekt is met een grafheuvel. Datering: Mesolithicum-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • verbrande of onverbrande menselijke resten (inclusief lijksilhouet) (a); • grafkuil (a); • het ontbreken van (aanwijzingen voor) een heuvel (a). • evt. grafgiften, die verbrand kunnen zijn (b).

Uniek nr. 1.34.4.0924 Coördinaten X=148500 / Y=369550 Plaats Weebosch Toponiem Zandhoef Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door M.C. Dorst d.d. 1-11- 1976op basis van de archeologische inventarisatielijst van G. Beex ingevuldCAA-fiche met de tekst: 'Gemeente Bladel. Krtbl. 57A. Coord. +- 148.500/369.550. Melder: G. Beex. Vondst: Urnenvondsten. Veldnaam: de Zandhoef, eenkm. noordelijk van de Weebosch'. De tekst op de inventarisatielijst van G.Beex luidt: 'P.N. Panken noemt urnvondsten bij de Zandhoef. Deze ligt een kilometer noordelijk van de Weebosch 148.500 x 369.550 (niet nauwkeurig bekend)'.Een duidelijke literatuurverwijzing ontbreekt.

328

Datering Bronstijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 36408

Uniek nr. 1.34.4.0939 Coördinaten X=148800 / Y=366700 Plaats onbepaald Toponiem De Zwarte Bergen Naam vinder Particulier Datum vondst 1845 Verwerving archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door M.C. Dorst d.d. 1-11- 1976op basis van de archeologische inventarisatielijst van G. Beex samengesteld'geimproviseerd' (CAA-)fiche met de tekst: 'Gemeente Luijksgestel. Krtbl.57A. Coord. +- 148.800/366.700. Met dennen begroeid terrein, waar P.N. Pan-ken in 1845 urnen vond. In een brief aan C.R. Hermans dd. 3-4-1845 geefthij zeer nauwkeurig de plaats aan. Handschrift in Bibl. van Prov. Genoot-schap te 's Bosch. De Zwarte Berg'. Datering Bronstijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Panken 1845 Bron Archis Nummer 36443

Uniek nr. 1.34.4.1041 Coördinaten X=151750 / Y=369565 Plaats Bergeijk Toponiem Waterlaat Naam vinder AAC Projectenbureau Datum vondst 2001 Verwerving archeologisch: proefsleuvenonderzoek Beschrijving Sporen: nrs. 1 t/m 806 Huisplattegrond (3 schepig) vroege-Ijzertijd. Kuilen (voorraad-en) afvalkuilen vroege-IJzertijd. Menselijke begravingen Late IJzertijd. 5 (of 6) vierkante kringgreppels Late IJzertijd + grafheuvel Late IJzertijd. greppel: 4x4 en 5x5 m Late IJzertijd. 4 gebouwenstructuren Late IJzertijd. 2 huizen Late IJzertijd. 2 spiekers Late IJzertijd. 2 crematiekuilen Late IJzertijd (of Mdden IJzertijd- Romeinse tijd greppels, kuilen en akkers Middeleeuwen. Datering Midden-IJzertijd - Midden-IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Parlevliet & Flamman 2003 Bron Archis Nummer 400811

329

Uit Parlevliet en Flamman 2003.

Uniek nr. 1.34.4.1646 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder J.H.C. Biemans Datum vondst 1976 of eerder Verwerving onbekend Beschrijving gevonden bij egalisatie van een landweggetje; rechthoekige grafkuil van 80 x 50 x 50 cm; behalve crematie houtskool en een gladwandige kruik uit de tweede helft van de 2e eeuw A.D. of iets vroeger. Datering Midden-Romeinse Tijd - Midden-Romeinse Tijd Cultuur Toelichting Literatuur Verwers 1978

330

BronLiteratuur Nummer 600153

34.5 Grafveld Drie of meer dichtbijeengelegen grafkuilen met crematiebijzetting of lijkbegraving (onverbrande menselijke resten) die niet overdekt zijn (geweest) door een heuvel. Datering: Paleolithicum-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • verbrande of onverbrande menselijke skeletresten (inclusief lijksilhouet) (a); • grafkuil (a); • het ontbreken van (aanwijzigen voor) een heuvel (a). • evt. grafgiften, die verbrand kunnen zijn (b).

Uniek nr. 1.34.5.0056 Coördinaten X=156220 / Y=371960 Plaats Westerhoven Toponiem loveren Naam vinder Particulier Datum vondst 1951 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving ad126 nummers 10349 tm 10353. Datering Midden-IJzertijd - Midden-IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting gepolijste bovenkant; versiering op buik Literatuur Bannenberg 1960 Bron Archis Nummer 14022

Uniek nr. 1.34.5.0114 Coördinaten X=152700 / Y=373050 Plaats Riethoven Toponiem Walik Naam vinder Beex Datum vondst 27-06-1968 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Ad126 Ook museum Eicha Bergeijkad303. In museum Eicha gevonden bij opgraving samen met crematie. Datering Midden-Romeinse tijd - Midden-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting randfragment Literatuur Beex 1968f Bron Archis Nummer 14137

Uniek nr. 1.34.5.0346 Coördinaten X=152575 / Y=373030 Plaats onbepaald Toponiem Heesmortel Naam vinder Biemans Datum vondst 1967 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Monumenten-fiche met begeleidende tekst G. Beex:"Urnenveld. Op de geploegde bosweg nr. 1744, eigendom van de gemeente Riet-hoven werden op verscheidene plaatsen .... urnscherven en

331

crematierestenaangetroffen. Daar er geen scherven met Kerbschnittversiering bij waren zalhet urnenveld wsch uit de IJzertijd dateren. Het ligt voor de hand dat heturnenveld zich voortzet in de naast gelegen thans beboste percelen nr.1783, 1784, 1781 en 1772."Opm.: Beex heeft het terrein met Biemans gecontroleerd op 19670512, zodatde vondst niet al te lang daarvoor zal zijn gedaan. Datering IJzertijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 30463

Uniek nr. 1.34.5.0668 Coördinaten X=152120 / Y=370470 Plaats Bergeijk Toponiem Kattenberg Naam vinder ROB Datum vondst 09-1955 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnen-veld. Afm.: 30x90x90 m. Begrenzing urnenveld: coord. 152.040/370.435 ; 152.115/370.485 ; 152.120/370.455. Late Bronstijd en/of IJzertijd. Veldcontroledoor G. Beex op 14.6.1963' met als toevoeging door R.H.J. Klok: 'en de doorModderman onderzochte tumulus "De Kattenberg" - > thans op deze plek eenhuis'. De resultaten van het door Modderman alhier verrichte onderzoek zijnweergegeven in Modderman 1967 (zie Literatuur), waarop de hier gehanteerdebeschrijving is gebaseerd. Tevens wordt op het Loeb-fiche Panken 1845 (zieLiteratuur) als bron genoemd. De coördinaten zijn aangepast op de coördinaten als vermeld in het AMR- dossier behorende bij ODB45209. Datering Late Bronstijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Modderman 1967 Bron Archis Nummer 34110

Uniek nr. 1.34.5.0822 Coördinaten X=148660 / Y=366275 Plaats Luijksgestel Toponiem De Paraplue Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Loeb-fiche gebaseerd op lijst met vondstmeldingen G. beex, ca 1966.Loeb- fiche: "Terrein met vuursteenvondsten en prehistorische begravingen:a. drie grafheuvels (Neolithicum en Urnenveldtijd); terrein ca 50x75x75 m.b. urnenveld. (late Bronstijd); [Afmetingen?] terrein urnenveld onbekend.""Het terrein is door ondiep omploegen verstoord".Opm.: coordinaten hebben betrekking op middelpunt van groot terrein. Coor-dinatenparen terrein 148.575/366.525, 148.585/366.240, 148.750/366.180 en148.750/366.250 (begrenzing).Lokatie grafheuvels ca 148.590/336.270, 148.620/366.280, 148.640/366.240.Opm.: aantekening op Loeb-fiche "de ligging van een vierde [grafheuvel] isonbekend". Aantek.: "Grand Pressigny dolk hier

332

vandaan in Mus. Taxandria,Turnhout. Meded. Hr. Eykholt [1948] (destijds eig.) die persoonlijk aanw.was bij enige urnvondsten in 1903"Opm.: er wordt verwezen naar "Aantekeningen van Pastoor A. de Laat, Kagge-vinne, Belgie". Datering Late Bronstijd - Laat-Romeinse tijd Cultuur Toelichting Literatuur Stroobant 1904/1905 Bron Archis Nummer 35170

Uniek nr. 1.34.5.1992 Coördinaten X=152680 / Y=373020 Plaats Toponiem Dennebos Naam vinder Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving 4 tal lage grafheuveltjes Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600513

34.6 Kerkhof Drie of meer christelijke begravingen op een speciaal daarvoor bestemd terrein in de directe omgeving van een (voormalige) kerk, kapel, abdij, klooster of gasthuis. Datering: vanaf de Vroege Middeleeuwen tot heden. Archeologische en landschappelijke correlaten: • grafkuilen (a); • oost-west oriëntatie met het hoofd naar het westen (christelijk) (a); • inhumatie in de vorm van menselijk skelet in anatomisch verband of lijksilhouet (a); • geen grafgiften, wel persoonlijke bezittingen (kledingaccessoires (ring, oorhangers, gesp etc.) of voorwerpen met christelijke symboliek (rozenkrans, insignes) (a); • in samenhang met kerk, kapel, abdij, klooster of gasthuis (a). • vaak container in de vorm van houten, met ijzer of ander metaal beslagen (boomstam)kist of sarcofaag (tufsteen, zandsteen, mergel, baksteen) (b); • vaak op een door een greppel, sloot of muur omgeven terrein (b); • markering van het graf (grafsteen met inscriptie, kruis etc.) (b); • gestructureerde lay-out, d.w.z. graven liggen in rijen op regelmatige onderlinge afstanden met daartussen paden (b).

Uniek nr. 1.34.6.0470 Coördinaten X=153020 / Y=370230 Plaats Bergeijk Toponiem St. Petrus banden; Mariakerk Naam vinder ROB Datum vondst 29-07-1974 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Opgraving binnen de muren van de bestaande laat-Middeleeuwse kerk.Basisrapportage bij Halbertsma 1975. De in Vorromanische

333

Kirchenbauten,S.50-51 door Stoepker, gegeven dateringen grijpen hierop terug.Historische achtergronden bij Theuws 1981, spec. pp.186-8. Datering Vroege Middeleeuwen D - Vroege Middeleeuwen D Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting gebied met bijzettingen ten O van #01; hierom datering gelijktijdig geacht Literatuur Theuws 1981 Bron Archis Nummer 32498

Uniek nr. 1.34.6.0479 Coördinaten X=150340 / Y=366775 Plaats Luijksgestel Toponiem R.K.kerk Naam vinder ROB Datum vondst 1958 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving CAA bevat docum.fiche met literatuurverwijzingen naar het Bulletin: 1958,kol.*228 (korte opgravingsverslag) en, m.b.t. de muntvondsten, 1961, kol.*98-99.In zijn artikel over de Oerparochie in de Kempen heeft Theuws de opgravinguitgewerkt (Theuws 1981, spec. par.5 pp.195-203). De in Archis ingevoerdegegevens zijn hieraan ontleend.Onderzoek vond plaats binnen de omgrenzing van de afgebroken Waterstaats-kerk uit 1843. De wetenschappelijke leiding berustte bij P.Glazema.De dateringen van de onderscheiden complexen (01 grafveld, 03 houtbouw,met name) staan door ontbreken van vondsten niet vast. Aan de daterings-waarde van de enkele aardewerkscherf, volgens Glazema (1958, *228) 11deeeuws en gevonden onder de oudste leemvloer (behorende bij de LME baksteen-bouw 04), hecht Theuws niet al te veel betekenis. Een begroeiingshorizontboven de graven wijst op een tijdelijk buiten gebruik raken van het graf-veld. Eerst mogelijk "op het einde van de dertiende of in de veertiendeeeuw" aanleg van het houten gebouw (Theuws 203). Het ontbreken vantufsteen en kloostermoppen wordt als aanwijzing gezien voor een directeopvolging van houten kerk (kapel) door de gotische baksteenbouw.M: (03) diverse reparaties/verbouwingen, gezien oversnijdingen paalgaten. Datering Vroege Middeleeuwen D - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting (vondstloze) OW- gerichte graven, veelal omringd door paaltjes Literatuur Theuws 1981 Bron Archis Nummer 32515

34.7 Rijengrafveld Drie of meer op een rij gelegen inhumatiegraven. Datering: 5e tot 9e eeuw A.D. (Vroege Middeleeuwen A t/m C). Archeologische en landschappelijke correlaten: • grafkuilen; minimaal drie op een rij (a); • inhumatie in de vorm van menselijk skelet in anatomisch verband of lijksilhouet (a). • in de regel complete grafgiften; over het algemeen (ijzeren) wapens in mannengraven (b); kledingaccessoires en sieraden in vrouwengraven (b); • wanneer christelijke graven deel uitmaken van een rijengrafveld, is de oriëntatie van de grafkuilen oost-west, hoofd naar het westen (b); • soms in combinatie met paarden en honden, resp. bij mannen en vrouwen (b); • soms is de grafkuil omgeven door een kringgreppel (b);

334

• soms in combinatie met crematiegraven (b).

Uniek nr. 1.34.7.0434 Coördinaten X=153010 / Y=371080 Plaats Bergeijk Toponiem Eerselse Dijk; Fazantlaan Naam vinder ROB Datum vondst 06-1957 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving N.a.v. de vondst van knikpot en graf bij de aanleg van een huis ondernam de ROB hier een (eerste) opgraving. Het onderzoek, dat liep van eind juni tot2 aug.1957, stond onder leiding van J.Ypey.Twee jaar later kon een aansluitend deel van het grafveld worden onderzochtZie hiervoor Waarn.nr. 31211 (incl. een overzicht vd vondsten).CAA: Loeb-fiche met samenvatting van de resultaten. Deze text is vrijwelgelijk aan die van Ypey's overzicht (1959, p.101: "Bergeijk").Bij Ypey 1959 is ook een overzicht van de (korte) vondstberichten, vooralverschenen in het Nieuwsbulletin, te vinden. Datering Vroege Middeleeuwen B - Vroege Middeleeuwen B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting aantal is de oogst van de opgravingscampagne 1957 ! Totaal grafveld -> Waarn.nr.31211 Literatuur Ypey 1959 Bron Archis Nummer 31209

Uniek nr. 1.34.7.0435 Coördinaten X=153010 / Y=371080 Plaats Bergeijk Toponiem Eerselse Dijk; Fazantlaan Naam vinder ROB Datum vondst 1959 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Tweede opgravingscampagne ROB van het grafveld (vgl. Waarn.nr.32209).Een kort overzicht van het gevondene gaf Ypey (1959, sp. p.101). Het bovengegeven vondstoverzicht is hoofdzakelijk ontleend aan Verwers 1987.NB het grafveld is niet volledig onderzocht."Prelimary analysis" van de opgravingsresultaten door Verwers (niet alleopgegraven vondsten waren t.t. publ. beschikbaar (p.192)).Datering grafveld: (p.192-3 en fig.17) ca 580-700. Sceatta 013 is veruit de jongste vondst (p.184).Hierarchie in termen van Christleins Qualitaetsgruppen: adelsgraven, beho- rende tot groep C, komen niet voor in dit grafveld. Acht graven kunnen aan groep B worden toegeschreven, terwijl de meeste graven met bijgiften (c 50) tot de eenvoudigste klasse A behoren. "The people buried here were probably independant agriculturists of a lower social class than the people buried at (het grafveld van) Meerveldhoven" (p.220).Structuur: regelmatige aanleg. Zuidelijk deel is het jongst en het 'armst'. De rijkste (mannengraven) bevinden zichin het N (W) deel; dit blijken te- vens de oudere graven te zijn. Allerminst staat vast dat het hier om zgn. Gruendergraeber gaat. Veeleer het graf van familieoudsten (p.210- 1). Overigens is het (N)W deel grotendeels niet opgegraven zodat dit de interpretatie bemoeilijkt. Datering Vroege Middeleeuwen B - Vroege Middeleeuwen B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting grafkisten meest vergaan, in enkel geval (ged.) in situ Literatuur Ypey 1957/1958

335

Bron Archis Nummer 31211

34.8 Begraving onbepaald Complextype dat primair te maken heeft met begraving, maar dat niet precies bepaald kan worden. Datering: Prehistorie-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: Zie voor een indicatie elders onder de groep ‘Begraving’.

Uniek nr. 1.34.8.0115 Coördinaten X=152700 / Y=373050 Plaats Riethoven Toponiem Walik Naam vinder Beex Datum vondst 27-06-1968 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Ad126 Ook Museum Eicha Bergeijkad303 in Museum Eicha gevonden bij opgraving samen met crematie. Datering Midden-Romeinse tijd - Midden-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1968f Bron Archis Nummer 14137

Uniek nr. 1.34.8.0118 Coördinaten X=154680 / Y=373580 Plaats Riethoven Toponiem Tontelstraat Naam vinder Particulier Datum vondst 19-06-1969 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving ad 302 in gemeentehuis Riethoven, geen bezit nbmrcc: documentatie Rcc: Beex,g merovingische vondsten te Riethoven Brabant Heem 1969 p121- 122Aanv. sept.97:CAA: melding Beex met aanvullende docum. (z.Doc.) Daarbij een RCC-fichemet wat versimpelde gegevens. Beex' melding is ca gelijk aan die weerge-geven in het Nws.bull. van 1969 (p.*102).Beex schrijft dat bij aanleg van aardgasleiding een Merovingisch graf werdaangesneden, waarbij bovengenoemd aardewerk werd gevonden. Niet duidelijkwordt uit de text of er werkelijk een grafkuil werd gezien of dat het'graf' een een interpretatie van Beex betreft (via afleiding: potten =grafinventaris). Evenmin wordt dit helder in Beex' artikel, hieraan gewijdin Brab.Heem. Toekenning complex 'grafveld': invoer rcc / vs9780200.Opgave CMA: april 1991 zou O.Ode een boring hebben uitgevoerd. Directeresultaten hiervan ontbreken. Geconcludeerd zou kunnen worden o.b.v. deschaarse informatie dat een grafveld zich alleen ten W van de vastgesteldevindplaats 1969 zou kunnen uitstrekken. Als enig positief resultaat koneen 'akkerlaag' worden gemeld, op hetzelfde niveau als waarop de pottenwerden gevonden (Beex: 80 cm - Mv). -> Waarn.nr. 34185. Datering Vroege Middeleeuwen B - Vroege Middeleeuwen B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting gesmoord dubbelconisch' Literatuur Beex 1969a; 1969e Bron Archis

336

Nummer 14140

Uniek nr. 1.34.8.0140 Coördinaten X=152340 / Y=371360 Plaats Bergeijk Toponiem Eerselsedijk Naam vinder Instituut voor Prehistorie RUL Datum vondst 1951 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Museumnummer 10218-10221Rcc: Documentatie rcc: Modderman,Pjr 1955: Het onderzoek van enkele Brabantse en Utrechtse Gr rcc: grafheuvels Brob 1955 44-50 Datering Midden-Bronstijd - Midden-Bronstijd Cultuur Hilversum-cultuur Toelichting 'BRONS' (E.D.: ZIE MODDERMAN BROB 1955): CREMATIE UIT URNEN Literatuur Modderman, P.J.R., 1955: Bron Archis Nummer 14217

Uniek nr. 1.34.8.0536 Coördinaten X=152680 / Y=373060 Plaats Walik Toponiem Naam vinder Klok Datum vondst 06-1965 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. Bij vindplaats en vondstom- standigheden staat vermeld: 'Riethoven. Gevonden in een omgeploegd bos- perceel'. Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 33158

Uniek nr. 1.34.8.0537 Coördinaten X=152700 / Y=373075 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder Beex Datum vondst 09-10-1965 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. Het betreft de vondst van Ro-meinse aardewerkscherven. Bij vindplaats en vondstomstandigheden staat ver-meld: 'Riethoven. Oppervlaktevondsten bij een te ontgronden perceel'.De meldingsbrief van Beex d.d. 11-10-1965 is in het Correspondentie Archiefaanwezig: 'Bij de verkenning van een te ontgronden perceel (...) vond ik(...) in de omgeving een geploegd bosperceel waarop veel romeinse aarde-werkscherven voorkwamen (...) Enige kenmerkende randstukken (oppervlaktevondsten) heb ik mee naar huis genomen'. Datering Midden-Romeinse tijd - Midden-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting

337

Literatuur Bron Archis Nummer 33159

Uniek nr. 1.34.8.0558 Coördinaten X=152700 / Y=373070 Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel Naam vinder Biemans Datum vondst 1964 Verwerving niet-archeologisch: kartering Beschrijving M.b.t. deze vondstmelding is een monumentenfiche aanwezig. Tevens is er eenuitgebreide 'Toelichting vondsten te Riethoven' van G. Beex. Bovendien be-vindt zich in het Correspondentie Archief de meldingsbrief van Beex d.d.23-5-1967 met informatie.Het betreft een grafveld uit de Romeinse tijd. Het terrein omvat de volgen-de percelen: 1477, 1479, 808, 1127, 1784, 809 en 1772.In de Toelichting Vondsten staat m.b.t. de vondsten: 'scherven vanrecent gebroken potten met crematieresten verspreid over bovengenoemdepercelen, maar vooral in kleine nauwlijks waarneembare heuveltjes'.Over de vondsten is tevens geschreven in het Bulletin K.N.O.B. (1967, *65).Veldcontrole is uitgevoerd door Beex d.d. 12-5-1967 (met Biemans) en22-5-1967. Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting scherven van recent gebroken potten. Literatuur Beex 1972b Bron Archis Nummer 33209

Uniek nr. 1.34.8.0683 Coördinaten X=155650 / Y=370460 Plaats Westerhoven Toponiem Haverhof ; Ganzenbroek Naam vinder ROB Datum vondst 1929 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving CAA: Loeb-fiche meldt "Merovingisch grafveld ... Mogelijk is een deel nogintact". Zie W 34178 (eerste melding 1928).Na inschakeling van Holwerda voerde deze een onderzoek(je) uit. Bannenberg(p.75) is hierover niet zo te spreken: 'er werden enige sleuven over hetterrein gegraven. Met het vinden van enkele stukken Merovingische keramiekeindigde dit m.i. zeer onbevredigende onderzoek'.In het verslag RMO over 1929 (p.9) schrijft dir.Holwerda ter plaatse "tevergeefs naar overblijfselen van eenig grafveld" gezocht te hebben.Complex:Bannenberg schrijft hierover afsluitend (p.77): "de mogelijkheid dat dezeplaats niet een begraafplaats, doch een nederzetting betrof is, gezien deeenzijdigheid van de vondsten, niet uitgesloten".De in het CAA gehanteerde beschrijving (z.boven) lijkt daarbij nogal stel-lig. Een veldinspectie door G.Beex 12.8.1963 heeft geen aanleiding gege-ven bijzonderheden te doen melden. Datering Vroege Middeleeuwen B - Vroege Middeleeuwen B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bannenberg 1957a Bron Archis Nummer 34179

338

Thema: 35 Infrastructuur

35.1 Weg Smalle strook grond, gebruikt en geschikt gemaakt, bijvoorbeeld door plaveisel, voor het verkeer. Datering: Prehistorie-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • karrensporen (b); • evt. wegdek, bestrating met zand, grind en/of hout (b); • soms begeleidende bermsloten (b); • soms geflankeerd door mijlpalen (Romeins) (b).

35.2. Brug Constructie om de ene met de andere oever te verbinden; veelal steunend op pijlers of in de vormn van een zandlichaam (dam). Doorwaadbare plaats door een beek of rivier. Datering: Steentijd-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • constructie uit steen, hout en/of metaal, in de regel bestaande uit horizontale en verticale elementen (pijlers) (a). • gelegen op locatie waar het beek- of rivierdal relatief smal en de beek of rivier ondiep is, met verkeersvriendelijke (niet te natte of te mulle) aangrenzende zones (a). • grondlichaam met eventueel andersoortige gevarieerde vulling en beschoeiing haaks op twee oevers (a); • Ingeval van rivieren en beken in de regel aangelegd op de locaties waar het stroomdal relatief smal is en omzoomd wordt door verkeersvriendelijk terrein, waarbij de brug haaks op de stroomrichting staat (b). • eventueel houten structuur (b); • eventueel met stenen geplaveide beek- of rivierbedding (b).

Uniek nr. 1.35.2.0698 Coördinaten X=153100 / Y=370300 Plaats Bergeijk Toponiem Hof Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 1984 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1984 werden in het centrum van het dorp Bergeijk opgravingen verricht. In1986 konden tijdens de bouwwerkzaamheden nog waarnemingen worden gedaan.Op het terrein ten noorden van de kerk is aan aantal grachten aangetroffen.Alleen gracht 7 is in verband te brengen met een die ten zuiden van de kerkis aangetroffen. Er zijn geen sporen van een omwalling aan de binnenzijdevan de gracht waargenomen. Het aardewerk uit de vulling van de gracht duidterop dat zij in de 2e helft van de 12e eeuw is dichtgeraakt. Het tijdstipwaarop de gracht is gegraven valt moeilijk te bepalen omdat zeschoongehouden kan zijn, waardoor daterende vondsten uit de tijd direkt nade aanleg kunnen ontbreken. Een paalkuil met 10e- vroeg 11e eeuws aardewerkbevond zich ten noorden van de gracht. Een opvallend verschijnsel is deaanwezigheid van brandresten, bestaande uit houtskool, verbrande leem,fragmenten van ovenwanden, brokken versmolten ijzer en slakken in de grachtSommige ovenwanden lijken restanten van koper of brons te bevatten.Waarschijnlijk betreft het afval van een klokkengietenrij van denabijgelegen kerk, dat gebruikt is om het terrein in de 2e helft van de 12eeeuw te egaliseren en op te hogen. Paalkuilen en waterputten duiden opbewoning in de 11e eeuw en vooral in de 2e helft van de 12e en 13e eeuw. Degrachten (8-12) zijn voorgangers van de Hofloop, 339

die de bewoning bij dekerk scheidde van die aan de Eerselsedijk. Het betrof een natuurlijkelaagte, die deels door middel van kunstmatig gegraven grachten werdontwaterd. Uit de volle 14e en 15e tot en met de 17e eeuw zijn geen sporenen vondsten aangetroffen zodat aangenomen moet worden dat het terrein en deonmiddelijke omgeving in die tijd onbewoond was. Pas in de 17e of 18e eeuwwerd weer een nieuwe ontwateringsgracht gegraven. Uit deze periode datereneveneens een aantal waterputten.(naar Theuws 1989) Datering Late Middeleeuwen - Late Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting bruggenhoofd? Literatuur Verhoeven 1989 Bron Archis Nummer 34762

35.3 Percelering/verkaveling Greppels en sloten in het land, waarlangs overtollig hemelwater wordt afgevoerd. De diepte is niet groter dan noodzakelijk voor de waterhuishouding. Datering: vanaf Steentijd (?) t/m Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • gegraven lineair fenomeen met bepaalde minimum en maximum dimensies (a); • primaire vulling die wijst op langzaam stromend en periodiek stilstaand water (sterk gelaagde vulling, soms met organische bandjes of laag) (a).

Uniek nr. 1.35.3.0592 Coördinaten X=153075 / Y=370550 Plaats Bergeijk Toponiem Eerselse Dijk Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 07-09-1982 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1982 en 1983 kon een terrein aan de Eerselsedijk onderzocht worden. Debewoning op het terrein begint, rond het midden of in de 2e helft van de11e eeuw, hoewel enige vondsten uit de 10e eeuw zijn aangetroffen. In de12e eeuw werd de bewoning intensiever. Het is moeilijk de preciezeopeenvolging van gebouwen, greppels en waterputtten vast te stellen,vanwege het fragmentarische karakter van de nederzettingsplattegrond.Mogelijk heeft een oost-west gerichte rij grote paalkuilen tot eenwoonstalhuis behoort. Een andere plattegrond lijkt veel op een bijgebouw(van het type B1), zoals in Dommelen is gevonden. In het noordelijke deelvan de opgraving konden de plattegronden van 3 eenvoudige gebouwtjesgereconstrueerd worden. De gebouwtjes lijken een geisoleerde positie in tenemen. In dit verband is de aanwezigheid van de waterput K van belang en 2kuiltjes gevuld met ijzerslakken. Mogelijk is op deze plaats ijzer bewerktof gesmolten. Na de 12e eeuw lijkt er gedurende enige tijd geen sprake vanbewoning te zijn geweest in de onmiddelijke omgeving. Uit de 14e eeuwdateren waarschijnlijk een greppel en een waterput. In de 15e en 16e eeuwis de bewoning weer heel nadrukkelijk aanwezig. Uit die tijd dateren enkelewaterputten, een bakstenen gebouwtje en een paar grote kuilen. Uit de 17een 18e eeuw zijn geen bewoningssporen aangetroffen.(naar Theuws 1989)Zie ook waarnemingsnummers 33652, 34762 en 33653. 340

Datering Late Middeleeuwen - Late Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 14e en 15e-eeuws Literatuur Van Regteren Altena 1986 Bron Archis Nummer 33651

Uniek nr. 1.35.3.0612 Coördinaten X=153850 / Y=370550 Plaats Bergeijk Toponiem DE BUCHT Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 18-05-1989 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1989 werd door het IPP een opgraving uitgevoerd aan de Bucht te Bergeijk.Behalve een deel van een urnenveld uit de ijzertijd, werd een deel van eennederzetting uit de 8e-9e eeuw en een deel van een nederzetting uit de12e eeuw opgegraven.Mededeling F.Theuws, juni 1998* puttenkaart en overzicht sporen 8e-9e eeuw in Theuws 1991 Datering Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting XIV-XVII (XVIII?) Literatuur Theuws 1991 Bron Archis Nummer 33678

Uniek nr. 1.35.3.0699 Coördinaten X=153100 / Y=370300 Plaats Bergeijk Toponiem Hof Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 1984 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1984 werden in het centrum van het dorp Bergeijk opgravingen verricht. In1986 konden tijdens de bouwwerkzaamheden nog waarnemingen worden gedaan.Op het terrein ten noorden van de kerk is aan aantal grachten aangetroffen.Alleen gracht 7 is in verband te brengen met een die ten zuiden van de kerkis aangetroffen. Er zijn geen sporen van een omwalling aan de binnenzijdevan de gracht waargenomen. Het aardewerk uit de vulling van de gracht duidterop dat zij in de 2e helft van de 12e eeuw is dichtgeraakt. Het tijdstipwaarop de gracht is gegraven valt moeilijk te bepalen omdat zeschoongehouden kan zijn, waardoor daterende vondsten uit de tijd direkt nade aanleg kunnen ontbreken. Een paalkuil met 10e- vroeg 11e eeuws aardewerkbevond zich ten noorden van de gracht. Een opvallend verschijnsel is deaanwezigheid van brandresten, bestaande uit houtskool, verbrande leem,fragmenten van ovenwanden, brokken versmolten ijzer en slakken in de grachtSommige ovenwanden lijken restanten van koper of brons te bevatten.Waarschijnlijk betreft het afval van 341

een klokkengietenrij van denabijgelegen kerk, dat gebruikt is om het terrein in de 2e helft van de 12eeeuw te egaliseren en op te hogen. Paalkuilen en waterputten duiden opbewoning in de 11e eeuw en vooral in de 2e helft van de 12e en 13e eeuw. Degrachten (8-12) zijn voorgangers van de Hofloop, die de bewoning bij dekerk scheidde van die aan de Eerselsedijk. Het betrof een natuurlijkelaagte, die deels door middel van kunstmatig gegraven grachten werdontwaterd. Uit de volle 14e en 15e tot en met de 17e eeuw zijn geen sporenen vondsten aangetroffen zodat aangenomen moet worden dat het terrein en deonmiddelijke omgeving in die tijd onbewoond was. Pas in de 17e of 18e eeuwwerd weer een nieuwe ontwateringsgracht gegraven. Uit deze periode datereneveneens een aantal waterputten.(naar Theuws 1989) Datering Nieuwe tijd B - Nieuwe tijd C Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting perceelscheidingen en ontwateringsgreppels Literatuur Verhoeven 1989 Bron Archis Nummer 34762

Uniek nr. 1.35.3.0957 Coördinaten X=152975 / Y=369475 Plaats Bergeijk Toponiem Broekstraat Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 14-11-1991 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Kleine opgraving op het erf van de zogenaamde Blauwe Hoeve (= hoeve van de abdij van Postel), reeds genoemd in de 14e eeuw, maar vermoedelijk ouder.De opgraving leverde geen sporen van bewoning uit de middeleeuwen op.(Frans Theuws) Datering Hoge/Volle Middeleeuwen - Late Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 13e eeuw A.D. Literatuur Bron Archis Nummer 36719

342

Thema: 36 Agrarische productie

36.1 Akker/(moes)tuin/plaggendek Areaal dat beakkerd is. Akker met opgebracht dek met een minimale dikte van 40 cm. Terrein waar groenten en fruit en/of bloemen zijn geteeld of verbouwd. Datering: Lineaire Bandkeramiek (Vroeg-Neolithicum A)- Nieuwe Tijd. N.B.: Naar alle waarschijnlijk is het eergetouw in het Midden-Neolithicum ingevoerd. Archeologische en landschappellijke correlaten: • doorwoelde laag; voor de duidelijkheid: de ingeploegde ondergrond behoort feitelijk niet tot het plaggendek (a); • opgebracht pakket grond met een minimale dikte van 40 cm (a); • macroresten of pollen van de verbouwde gewassen (a). • zowel in de stad als op het platteland (a). • krassen veroorzaakt door eergetouw of ploegvoren, herkenbaar aan de onderkant van de akkerlaag (b); • evt. op de akker of in de directe omgeving spieker of andere opslagvormen (b); • sporen van of aanwijzingen voor bemesting of andere vormen van grondverbetering (wier, kalk etc.) (b); • houtskool van het platbranden van gewas voor de beakkering (b). • greppels, staketsels, heg of muur ter begrenzing (b); • bedden, spitsporen en/of plantgaten (b); • ploegsporen in of onder het plaggendek (b); • esgreppels, in de regel aangelegd in bundels; elk 6 tot 8 m lang en 0,6 tot 1 m breed; onderlinge tussenafstanden over het algemeen ca. 1 m. (b); • plaggendekken vertonen vrijwel altijd een zekere gelaagdheid (b).

Uniek nr. 1.36.1.0589 Coördinaten X=153075 / Y=370550 Plaats Bergeijk Toponiem Eerselse Dijk Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 07-09-1982 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1982 en 1983 kon een terrein aan de Eerselsedijk onderzocht worden. Debewoning op het terrein begint, rond het midden of in de 2e helft van de11e eeuw, hoewel enige vondsten uit de 10e eeuw zijn aangetroffen. In de12e eeuw werd de bewoning intensiever. Het is moeilijk de preciezeopeenvolging van gebouwen, greppels en waterputtten vast te stellen,vanwege het fragmentarische karakter van de nederzettingsplattegrond.Mogelijk heeft een oost-west gerichte rij grote paalkuilen tot eenwoonstalhuis behoort. Een andere plattegrond lijkt veel op een bijgebouw(van het type B1), zoals in Dommelen is gevonden. In het noordelijke deelvan de opgraving konden de plattegronden van 3 eenvoudige gebouwtjesgereconstrueerd worden. De gebouwtjes lijken een geisoleerde positie in tenemen. In dit verband is de aanwezigheid van de waterput K van belang en 2kuiltjes gevuld met ijzerslakken. Mogelijk is op deze plaats ijzer bewerktof gesmolten. Na de 12e eeuw lijkt er gedurende enige tijd geen sprake vanbewoning te zijn geweest in de onmiddelijke omgeving. Uit de 14e eeuwdateren waarschijnlijk een greppel en een waterput. In de 15e en 16e eeuwis de bewoning weer heel nadrukkelijk aanwezig. Uit die tijd dateren enkelewaterputten, een bakstenen gebouwtje en een paar grote kuilen. Uit de 17een 18e eeuw zijn geen

343

bewoningssporen aangetroffen.(naar Theuws 1989)Zie ook waarnemingsnummers 33652, 34762 en 33653. Datering Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting esdek Literatuur Van Regteren Altena 1986 Bron Archis Nummer 33651

Uniek nr. 1.36.1.0593 Coördinaten X=152975 / Y=370180 Plaats Bergeijk Toponiem Raadhuishof Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 15-03-1983 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Uit het archeologisch onderzoek ten zuidwesten van de kerk is duidelijkgeworden dat op dit terrein geen bewoning voor de 10e eeuw plaats had. Inde vroege 11e eeuw, wellicht in de (late) 10e eeuw is men begonnen met deaanleg van grachten om een gebied dat zich hoofdzakelijk ten zuiden van dekerk lijkt uit te strekken (gracht 1, 2/5). Mogelijk is de plaats van eentoegang tot het terrein omsloten door grachten 2 en 5 gelokaliseerd. Deaard van de bewoning op het terrein is niet meer vast te stellen. Op eengegeven moment (in de 12e eeuw?) raakten de grachten buiten gebruik en werdeen nieuwe, zeer brede gracht gegraven, die waarschijnlijk om de kerk liepen hoofdzakelijk een terrein rond en ten noorden van de kerk omsloot. Eendeel van de bewoningssporen zijn waarschijnlijk gelijktijdig met dezegracht, zodat er met bewoning rondom het omgrachte terrein rekening moetworden gehouden. Nadat gracht 6 (gedeeltelijk?) buiten gebruik was geraaktwerd gracht 3 aangelegd, die waarschijnlijk in de late 12e of vroege 13eeeuw dichtraakte. De toegang tot dit terrein is eveneens gevonden.Waarschijnlijk hadden de grachten geen defensieve betekenis, maar gaven zijeen gebied aan waar de betreffende machthebber rechten bezat en waar menzijn bescherming genoot. Aanwijzingen voor bewoning uit de 14e eeuw enlater ontbreken.(naar Theuws 1989) Datering Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting esdek Literatuur Theuws 1986 Bron Archis Nummer 33652

Uniek nr. 1.36.1.0696 Coördinaten X=153100 / Y=370300 Plaats Bergeijk Toponiem Hof Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 1984 344

Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1984 werden in het centrum van het dorp Bergeijk opgravingen verricht. In1986 konden tijdens de bouwwerkzaamheden nog waarnemingen worden gedaan.Op het terrein ten noorden van de kerk is aan aantal grachten aangetroffen.Alleen gracht 7 is in verband te brengen met een die ten zuiden van de kerkis aangetroffen. Er zijn geen sporen van een omwalling aan de binnenzijdevan de gracht waargenomen. Het aardewerk uit de vulling van de gracht duidterop dat zij in de 2e helft van de 12e eeuw is dichtgeraakt. Het tijdstipwaarop de gracht is gegraven valt moeilijk te bepalen omdat zeschoongehouden kan zijn, waardoor daterende vondsten uit de tijd direkt nade aanleg kunnen ontbreken. Een paalkuil met 10e- vroeg 11e eeuws aardewerkbevond zich ten noorden van de gracht. Een opvallend verschijnsel is deaanwezigheid van brandresten, bestaande uit houtskool, verbrande leem,fragmenten van ovenwanden, brokken versmolten ijzer en slakken in de grachtSommige ovenwanden lijken restanten van koper of brons te bevatten.Waarschijnlijk betreft het afval van een klokkengietenrij van denabijgelegen kerk, dat gebruikt is om het terrein in de 2e helft van de 12eeeuw te egaliseren en op te hogen. Paalkuilen en waterputten duiden opbewoning in de 11e eeuw en vooral in de 2e helft van de 12e en 13e eeuw. Degrachten (8-12) zijn voorgangers van de Hofloop, die de bewoning bij dekerk scheidde van die aan de Eerselsedijk. Het betrof een natuurlijkelaagte, die deels door middel van kunstmatig gegraven grachten werdontwaterd. Uit de volle 14e en 15e tot en met de 17e eeuw zijn geen sporenen vondsten aangetroffen zodat aangenomen moet worden dat het terrein en deonmiddelijke omgeving in die tijd onbewoond was. Pas in de 17e of 18e eeuwwerd weer een nieuwe ontwateringsgracht gegraven. Uit deze periode datereneveneens een aantal waterputten.(naar Theuws 1989) Datering Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting esdek Literatuur Verhoeven 1989 Bron Archis Nummer 34762

Uniek nr. 1.36.1.1040 Coördinaten X=151750 / Y=369565 Plaats Bergeijk Toponiem Waterlaat Naam vinder AAC Projectenbureau Datum vondst 2001 Verwerving archeologisch: proefsleuvenonderzoek Beschrijving Sporen: nrs. 1 t/m 806 huisplattegrond (3 schepig) IJzertijd-vroeg kuilen (voorraad- en) afvalkuilen IJzertijd- vroeg menselijke begravingen IJzertijd- Laat 5 (of 6) vierkante kringgreppels IJzertijd- Laat + grafheuvel IJzertijd- Laat greppel: 4x4 en 5x5 m IJzertijd- laat 4 gebouwenstructuren Late IJzertijd. 2 huizen Late IJzertijd. 2 spiekers Late IJzertijd. 2 crenmatiekuilen Late IJzerijd (of IJZM/ ROM) greppels, kuilen en akkers Middeleeuwen. Datering Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Cultuur onbekend/n.v.t. 345

Toelichting Literatuur Parlevliet & Flamman 2003 Bron Archis Nummer 400811

36.2 Celtic Field Specifieke akkervorm bestaande uit een systeem van rechthoekige omwalde akkers van ca. 40 x 40 m. Datering: Late Bronstijd-Romeinse Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • doorwoelde/oudtijds verstoorde laag (a); • (resten van of aanwijzingen voor) wallen (a); • macroresten of pollen van de verbouwde gewassen (a). • de aanwezigheid van krassen veroorzaakt door een eergetouw (b); • de Celtic fields zijn verspreid over de pleistocene gronden (b).

Afbeelding: Actuele hoogtekaart van de celtic field (1.36.2.0659) bij Riethoven (onder de pijl)

Uniek nr. 1.36.2.0659 Coördinaten X=153323 / y=372860 346

Plaats Boshoven Toponiem Eikestraat Naam vinder AIVU/IPP Datum vondst 1949 Verwerving archeologisch: luchtkartering Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een drietal Loeb-fiches met v.w.b.deze waarneming de tekst: 'Tumulus VII. Heuvel van schoon, leemachtig zandop niet gepodsoleerd oud oppervlak, kenbaar aan een geelgrijze laag. Drieperioden: 1. heuvel met ringsloot (diam. ruim 9 m); in het centrum rondgraf (diam. 0.70 m), blijkbaar in bijenkorfvorm. Boven de bijenkorf eencrematie; ongeveer op het oud oppervlak een houtskoollaag (vooral aan deoostelijke zijde van het graf), waarin crematie en brons. Het is niet dui-delijk of dit laatste (houtskool, crematie, brons) primair is.2. Heuvel met ringsloot, bijna geheel op de plaats van eerste ringsloot,met lichte ophoging op niet gepodsoleerd oppervlak.3. heuvel met ringsloot (diam. 16.60 m), met ophoging op niet gepodsoleerdoppervlak.Als vierde periode een kringgrep die de laatste ringsloot snijdt, met cre-matie in het centrum (buiten de heuvel). Verder crematies boven in de heu-vel zelf. Helaas werden hier geen bijgaven gevonden die het monument kunnendateren. Bijenkorfgraven behoren in het algemeen tot de Bekercultuur). Debovenlaag van heuvel en omgeving bestaat uit een +- 30 cm dikke laag bos-grond. Beschreven door prof.dr. H.Brunsting, Leiden; 1950. Oudheidkundigonderzoek door prof.dr. H.Brunsting, Leiden in 1950. Grafheuvel verdwenen(veldcontrole door G.Beex, juli 1963)'.De kringgreppel uit de vierde periode behoort tot het hier eveneens gelegen urnenveld CAA: 57BN-31 (waarn. 34077). Deze heuvel behoorde waarschijnlijktot de in Panken 1845 (zie Literatuur) genoemde "4de groep" onder Bergeijk en Riethoven. In Slofstra 1977 (zie Literatuur) is dit eveneens geopperd en zijn de tot dan bekende waarnemingen van deze locatie geevalueerd. Het tekening uit 1983 (zie fig. 2.12 hieronder) plaatst de Celtic Field te zuidelijk. Op het AHN plaatje (afbeelding hierboven) zie je in grijs de kadasterlijnen van 1830. Die maken een fikse hoek met het ruitjespatroon van de Celtic Fields en bovendien zijn de kadasterpercelen veel groter. Eerder, al in 1983, zijn deze patronen herkend op een luchtfoto, maar alleen in percelen die toen zonder bomen waren. De man vergiste zich echter bij het intekenen met één strook kadasterpercelen. In 1837 was het gebied al deels bebost en verder heide, in 1930 is het geheel bebost met uitzondering van het Broodven links. Voor 7 rijen van de op de afbeelding te herkennen blokjes percelen komen we uit op 258 meter, dat is gemiddeld 37 meter; dwars wat minder rijen levert gemiddeld 42 meter op. Deze afmeting klopt aardig met de gemiddelde van 35x35 tot 50x50 meter. De walletjes zijn 15 tot 30 cm hoger dan het veld midden.393 Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Celtic field gezien op luchtfoto's Literatuur Milikowski 1985 Bron Archis Nummer 34085

393 Analyse Karel Leenders september 2011. 347

36.3 Veekraal/schaapskooi Gebouw of omheining, al dan niet overdekt, in de vorm van bijvoorbeeld een palenrij met vlechtwerk of greppel, waarbinnen vee gehouden is. Datering: veekraal mogelijk vanaf het Neolithicum t/m Nieuwe Tijd; schaapskooi waarschijnlijk vanaf de Bronstijd t/m Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • gebouw heeft vaak kenmerkende plattegrond (rond, ovaal etc.) (a); • omheining (palenrij, staketsel, wal, greppel etc.) (a); • sporen van dierlijke betreding/pootafdrukken (a). • mest (b); • aanwijzingen voor veedrift in de vorm van palenrijen, greppel- of walsystemen, die aansluiten op de veekraal of schaapskooi (b); • dierlijke haren (b); • resten van insecten (b).

348

Thema: 37 Grondstofwinning

37.1 Kleiwinning Locatie waar klei gewonnen is. Datering: Steentijd-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • sporen van ingravingen (a); • natuurlijk voorkomen van klei (a). • winningswerktuigen

37.2 IJzerertswinning Locatie waar ijzererts is gewonnen. Datering: vanaf (vermoedelijk) Bronstijd tot in de Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • sporen van ingravingen, soms met het stort van uitgeworpen grond (a); • natuurlijke voorkomens van ijzerhoudende ertsen en andere materialen, zoals klapperstenen en moerasijzererts (a).

37.3 Turf/veenwinning Locatie waar veen is gewonnen. Datering: vanaf in elk geval de IJzertijd t/m Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • sporen van ingravingen (sleuven of putten), soms met daartussen zetwallen (a); • veenbrokken of -broden (a); • natuurlijk voorkomen van (zouthoudend) veen (a). • veenwinnigswerktuigen: schep, spade etc. (b); • percelen met onregelmatig oppervlak in veengebied (b).

349

Thema: 38 Industrie en nijverheid

38.1 Metaalbewerking Locatie waar ijzererts werd be-/verwerkt en waar non-ferro metalen zijn bewerkt/gegoten. Datering: Laat-Neolithicum (Klokbekercultuur)-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • resten van smidse/oven/stookplaats (a); • houtskool, kolen etc. (a); • afval: hamerslag, herverhittings- en smeedslakken, druppels, sintels, ovenafval (a). • specifiek bewerkingsgereedschap: aambeeld, hamer, schaar, beitel, tang etc. (b); • mondstuk/tuyaire en blaasbalg (b); • baren, brokken (b); • halffabricaten, soms in combinatie met schroot en/of eindproducten (b). • smeltkroezen, cupellen (b); • kalksteen of schelpen (b); • mallen (b);

Uniek nr. 1.38.1.0471 Coördinaten X=153020 / Y=370230 Plaats Bergeijk Toponiem St. Petrus banden; Mariakerk Naam vinder ROB Datum vondst 29-07-1974 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Opgraving binnen de muren van de bestaande laat-Middeleeuwse kerk.Basisrapportage bij Halbertsma 1975. De in Vorromanische Kirchenbauten,S.50-51 door Stoepker, gegeven dateringen grijpen hierop terug.Historische achtergronden bij Theuws 1981, spec. pp.186-8. Datering Late Middeleeuwen - Late Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting resten van klokkengieterij Literatuur Theuws 1981 Bron Archis Nummer 32498

Uniek nr. 1.38.1.0591 Coördinaten X=153075 / Y=370550 Plaats Bergeijk Toponiem Eerselse Dijk Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 07-09-1982 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1982 en 1983 kon een terrein aan de Eerselsedijk onderzocht worden. Debewoning op het terrein begint, rond het midden of in de 2e helft van de11e eeuw, hoewel enige vondsten uit de 10e eeuw zijn aangetroffen. In de12e eeuw werd de bewoning intensiever. Het is moeilijk de preciezeopeenvolging van gebouwen, greppels en waterputtten vast te stellen,vanwege het fragmentarische karakter van de

350

nederzettingsplattegrond.Mogelijk heeft een oost-west gerichte rij grote paalkuilen tot eenwoonstalhuis behoort. Een andere plattegrond lijkt veel op een bijgebouw(van het type B1), zoals in Dommelen is gevonden. In het noordelijke deelvan de opgraving konden de plattegronden van 3 eenvoudige gebouwtjesgereconstrueerd worden. De gebouwtjes lijken een geisoleerde positie in tenemen. In dit verband is de aanwezigheid van de waterput K van belang en 2kuiltjes gevuld met ijzerslakken. Mogelijk is op deze plaats ijzer bewerktof gesmolten. Na de 12e eeuw lijkt er gedurende enige tijd geen sprake vanbewoning te zijn geweest in de onmiddelijke omgeving. Uit de 14e eeuwdateren waarschijnlijk een greppel en een waterput. In de 15e en 16e eeuwis de bewoning weer heel nadrukkelijk aanwezig. Uit die tijd dateren enkelewaterputten, een bakstenen gebouwtje en een paar grote kuilen. Uit de 17een 18e eeuw zijn geen bewoningssporen aangetroffen.(naar Theuws 1989)Zie ook waarnemingsnummers 33652, 34762 en 33653. Datering Hoge/Volle Middeleeuwen - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Van Regteren Altena 1986 Bron Archis Nummer 33651

38.2 Pottenbakkerij Locatie waar aardewerken potten zijn geproduceerd. Datering: Vroeg-Neolithicum A-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • stookplaats of oven (resten) (a); • kuilen met brandsporen evt. in combinatie met misbaksels (a); • afval: misbaksels (versinterde en verkleefde potten), halffabricaten, concentraties gebroken aardewerk (schervenhopen), resten van ovenwanden (a). • proenen, productiekokers (b); • gereedschap: spatels, (vorm)kammen, polijststenen, stempels, ijzerdraad (b); • kuilen met grondstoffen (leem, klei) en/of mageringsmateriaal (b); • vaak aan rand van of net buiten de nederzetting/stad (b); • soms in de onmiddellijke nabijheid van klei- of leemputten (b).

38.3 Steenbakkerij/pannenbakkerij Locatie waar (bak)stenen, pannen, tegels, plavuizen etc. zijn gebakken. Datering: Romeinse Tijd-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • ovenrestanten (bijvoorbeeld resten van lemen ovenwanden of bakstenen oven) (a); • concentraties (gebroken) stenen of pannen in de directe omgeving van de oven (a); • misbaksels (a). • regelmatig in de onmiddellijke nabijheid van klei- of leemputten (b); • soms in combinatie met pottenbakkerij (b); • vaak (ver) buiten de nederzetting/stad, maar soms op het terrein van of in de directe nabijheid van kerk, klooster of kasteel/paleis/buitenhuis (b); • vaak in de uiterwaarden (b).

38.4 Vuursteenbewerking Locatie waar vuursteen is bewerkt. De activiteit kan gericht zijn op de productie van (pre)cores, halffabricaten, en/of op de voortgaande bewerking daarvan, met inbegrip van bijvoorbeeld het slijpproces. Datering: Paleolithicum-Bronstijd (evt. jonger). 351

Archeologische en landschappelijke correlaten: • debitage-afval uit één of meer fasen van de reductiesequentie (a). • werktuigen van organisch of lithisch materiaal: geweihamer, klopsteen, retouchoir, drevel, (onderdeel van een) drukstaaf, overig (zaagplaatje, e.d.) (b); • spaarzaam ander productieafval, zoals een boorkern of een stuk met zaagsnede (b); • afgedankte (fragmenten van) halffabricaten. Alleen in samenhang met ander hier beschreven materiaal; anders komen ook complextypen, zoals de groep ‘Depot’ in beeld. (b); • polissoir (b).

38.5 Houtskoolbranderij/kolenbranderij Locatie waar houtskool of kolen gebrand is in meilers. Datering: type 1 Romeins; type 2 Vroege Middeleeuwen. Archeologische en landschappelijke correlaten: • concentratie houtskool (a); • Twee typen houtskoolmeilers: - type 1 rechthoekige, ingegraven kuilen (ca. 1 x 2,5 m) met steile wanden en vlakke bodem, aangegloeide wanden, extreem houtskoolrijk); - type 2 ronde, ingegraven kuilen (diameter 1 tot 1, 5 m) met steile wanden en vlakke bodem, aangegloeide wanden, extreem houtskoolrijk (a). • Meestal niet geassocieerd met bewoning (b).

38.6 Leerlooierij Locatie waar leer is gelooid. Datering: Middeleeuwen-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • looiputten of- bakken (a); • specifiek botspectrum (vaak in grote aantallen): hoornpitten, onderpoten (a); • afval: leerafsnijdsels; pakketten dierenhaar (a). • looigereedschap (b); • chemisch residu in bodem (b).

38.7 Bierbrouwerij Locatie waar bier is gebrouwen. Datering: vanaf 12e eeuw-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • plek waar brouwketel heeft gestaan (stookplaats met ringmuur (a); • spoelbakken/reservoirs (a); • geëest graan en evt. bakovens voor het eesten (a). • eesttegels (b); • typisch vaatwerk: komforen, zeven, vergieten, brouwketel, grote potten, soms met aankoeksel van inkoken (b).

38.8. (Water)molen Mechanische faciliteit in de vorm van een molen aangedreven door wind- of waterenergie. Datering: Late Middeleeuwen A (12e eeuw A.D.)-Nieuwe Tijd. Archeologische en landschappelijke correlaten: • sporen van een molen (plaats): kunstmatig opgeworpen heuvel met daarin of daarop sporen van een molen (fundering in de vorm van (bak)stenen teerlingen, houtbouw) (a); • molenstenen (a); • sporen van een stenen gebouw (a); • paleobotanische resten (b); • afwateringskanaal (b); • aan- en afvoerkanaal (a); • houten rad (b).

352

Uniek nr. 1.38.8.0476 Coördinaten X=153970 / Y=369830 Plaats Bergeijk Toponiem De Lijnt; De Keersop Naam vinder Biemans Datum vondst 12-02-1974 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving CAA meldingsformulier meldt t.a.v. de vondstomstandigheden het volgende: "Gevonden bij aanleg van een riool-persleiding".Over de vondsten: "Een groot aantal palen van voormalige watermolen op het riviertje de Keersop. Aardewerkvondsten en fragmenten van 4 molenstenen."G.Beex dateerde het geheel aan vondsten in de Late Middeleeuwen.G.Beex heeft op 12.2.1974 tevens de vindplaats geinspecteerd. Hierover geenresultaten bekend. Zie ook vermelding bij Beex, 1976, p.111. Datering Late Middeleeuwen - Late Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1976a; Theuws 1976 Bron Archis Nummer 32502

38.9 Onbepaald

353

Thema: 39 Depot

39.1 Depot Om uiteenlopende redenen (vanuit religieusrituele, functionele en sociale achtergronden) opzettelijk gedeponeerd aantal voorwerpen van hetzelfde of verschillend type in droge context (hoge delen van duinen en donken, dekzandkoppen etc.) of natte context (bijvoorbeeld rivier, moeras en veen). Het kan gaan om verscheidene stuks grondstoffen, halffabricaten en/of eindproducten. Datering: Steentijd-Nieuwe Tijd. Archeologische correlaten en landschappelijke ligging: • Directe archeologische correlaten zijn moeilijk te geven, te meer daar een breed scala van artefacttypen gedeponeerd lijkt te zijn (grondstoffen, wapens, werktuigen, aardewerk etc.) (a); • de afwezigheid van indicatoren van andere complextypen (a). N.B.: Bouwoffers, bijvoorbeeld munten in paalsporen die behoren tot huisplattegronden, worden als apart complextype onderscheiden en niet als deel van een nederzetting gezien.

Uniek nr. 1.39.1.0480 Coördinaten X=150340 / Y=366775 Plaats Luijksgestel Toponiem R.K.kerk Naam vinder ROB Datum vondst 1958 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving CAA bevat docum.fiche met literatuurverwijzingen naar het Bulletin: 1958,kol.*228 (korte opgravingsverslag) en, m.b.t. de muntvondsten, 1961, kol.*98-99.In zijn artikel over de Oerparochie in de Kempen heeft Theuws de opgravinguitgewerkt (Theuws 1981, spec. par.5 pp.195-203). De in Archis ingevoerdegegevens zijn hieraan ontleend.Onderzoek vond plaats binnen de omgrenzing van de afgebroken Waterstaats-kerk uit 1843. De wetenschappelijke leiding berustte bij P.Glazema.De dateringen van de onderscheiden complexen (01 grafveld, 03 houtbouw,met name) staan door ontbreken van vondsten niet vast. Aan de daterings-waarde van de enkele aardewerkscherf, volgens Glazema (1958, *228) 11deeeuws en gevonden onder de oudste leemvloer (behorende bij de LME baksteen-bouw 04), hecht Theuws niet al te veel betekenis. Een begroeiingshorizontboven de graven wijst op een tijdelijk buiten gebruik raken van het graf-veld. Eerst mogelijk "op het einde van de dertiende of in de veertiendeeeuw" aanleg van het houten gebouw (Theuws 203). Het ontbreken vantufsteen en kloostermoppen wordt als aanwijzing gezien voor een directeopvolging van houten kerk (kapel) door de gotische baksteenbouw.M: (03) diverse reparaties/verbouwingen, gezien oversnijdingen paalgaten. Datering Nieuwe tijd A - Nieuwe tijd A Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Gevonden in koor; 3x gedateerd 1600 Literatuur Theuws 1981 Bron Archis Nummer 32515

Uniek nr. 1.39.1.0674 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk 354

Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door M.C. Dorst d.d. 25-10- 1976ingevuld CAA-fiche met de tekst: 'Een bronzen Hallstattzwaard. Melder: G.Beex. Depot: R.M.O. Leiden'. In het Oud Archief van de ROB bevindt zich on-der de coordinaten 153.00/370.30 een wit ROB-fiche met op de achterzijdeeen schets van het zwaard. De tekst op dit fiche luidt: 'R.M.O. Leiden ;k. 1931/2.4 ; Legaat gildemeester ; Bronzen zwaard met bronzen gegoten ge-vest. Lang 55 cM'. In Roymans 1991 (zie Literatuur) wordt het zwaard gere-kend tot de "solid hilted swords" van het type Morigen. Volgens Roymans ishet zwaard, gezien de patina, afkomstig uit een rivier of uit veengrond. Datering Late Bronstijd - Late Bronstijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting lang 55 cm. Literatuur Sprockhoff 1934 Bron Archis Nummer 34119

Uniek nr. 1.39.1.1679 Coördinaten Onbekend Plaats onbekend Toponiem onbekend Naam vinder onbekend Datum vondst 18537 Verwerving niet-archeologisch: verbouwing boerderij Beschrijving 381 munten in een kannetje; jongste munt 1829 Datering Nieuwe Tijd C - Nieuwe Tijd C Cultuur Toelichting Literatuur Enno van Gelder 1953 BronLiteratuur Nummer 600186

39.2 Muntvondst Zie definitie onder 39.1, maar dan alleen munten.

Uniek nr. 1.39.2.2336 Coördinaten X=153000 / Y=371000 Plaats Bergeijk Toponiem Bergeijk Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving

355

Datering Middeleeuwen - Cultuur Toelichting Literatuur Bron Numis Nummer 600874

Uniek nr. 1.39.2.2337 Coördinaten X=153000 / Y=371000 Plaats Bergeijk Toponiem Bergeijk Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Romeinse Tijd - Cultuur Toelichting Literatuur Bron Numis Nummer 600875

Uniek nr. 1.39.2.2348 Coördinaten Onbekend Plaats Bergeijk Toponiem Aa (rivier); Bergeijk (?) Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Romeinse Tijd - Cultuur Toelichting heller Literatuur Bron Numis Nummer 600886

Uniek nr. 1.39.2.2350 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Riethoven 356

Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Romeinse Tijd - Cultuur Toelichting achtste stuiver Literatuur Bron Numis Nummer 600888

Uniek nr. 1.39.2.2351 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Bergeijk Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Nieuwe Tijd - Cultuur Toelichting achtste stuiver Literatuur Bron Numis Nummer 600889

Uniek nr. 1.39.2.2358 Coördinaten X=150000 / Y=367000 Plaats Luijksgestel Toponiem Luijksgestel Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering IJzertijd - Cultuur Toelichting stater Literatuur Bron Numis Nummer 600896

357

Uniek nr. 1.39.2.2359 Coördinaten X=150000 / Y=367000 Plaats Luijksgestel Toponiem Luijksgestel Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Romeinse Tijd - Cultuur Toelichting as Literatuur Bron Numis Nummer 600897

358

Thema: 40 Onbekend

40.1 Onbepaald

Uniek nr. 1.40.1.0031 Coördinaten X=152540 / Y=373060 Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel Naam vinder Particulier Datum vondst 02-04-1978 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Op grond van andere vondsten wordt vermoed dat hier een Neolithische nederzetting ligt. Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting l. 9 cm; br. 5 cm Literatuur Bron Archis Nummer 13955

Uniek nr. 1.40.1.0032 Coördinaten X=153640 / Y=370780 Plaats Bergeijk Toponiem Bucht Naam vinder Particulier Datum vondst 1978 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Ad101 Ook Theuws,Fad102 periode 1977-1978 Datering Paleolithicum - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting evt. Jonger Literatuur Bron Archis Nummer 13956

Uniek nr. 1.40.1.0054 Coördinaten X=157020 / Y=373100 Plaats Westerhoven Toponiem Voordenberg Naam vinder Knippenberg Datum vondst 1953 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Ad126 Nummer 9934. Datering IJzertijd - Romeinse tijd

359

Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 8 wand- en 1 bodemfragment Literatuur Bron Archis Nummer 14020

Uniek nr. 1.40.1.0055 Coördinaten X=156000 / Y=371000 Plaats Westerhoven Toponiem De Beeken Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving ad111 ad112 juiste vindplaats onbekend; administratiefgeplaatst in kaartvierkant 156/371ad126 nummer 10995.rcc: documentatie Rcc: Bannenberg,gpj ploeg of hak Brabant Heem 1957 p100-107 Datering Laat-Mesolithicum - Vroeg-Neolithicum B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Hak'(e.d.);'waarschijnlijk IJzertijd; zie Brabants Heem 1957 en v/d Waals 1972,vooral 175; dubbel ingevoerd; zie archis-nr. 30452 Literatuur Bannenberg 1957b; Van der Waals 1972 Bron Archis Nummer 14021

Uniek nr. 1.40.1.0057 Coördinaten X=157020 / Y=373100 Plaats Westerhoven Toponiem De Noorenberg Naam vinder Knippenberg Datum vondst 1953 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Ad126 museumnummer 9932.Rcc: documentatie RCC: Brob 23 185:168 Datering Late Middeleeuwen - Late Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting wandfragment Literatuur Bron Archis Nummer 14028

Uniek nr. 1.40.1.0116 Coördinaten X=152700 / Y=373050 Plaats Riethoven Toponiem Walik

360

Naam vinder Beex Datum vondst 27-06-1968 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 14138

Uniek nr. 1.40.1.0117 Coördinaten X=152700 / Y=373070 Plaats Riethoven Toponiem Walik Naam vinder Beex Datum vondst 09-10-1965 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Ad126 Nummer 9868. Datering Midden-Romeinse tijd - Midden-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 2 rand- en 1 wandfragmenten Literatuur Bron Archis Nummer 14139

Uniek nr. 1.40.1.0142 Coördinaten X=153640 / Y=370760 Plaats Bergeijk Toponiem Bergeijk Naam vinder Particulier Datum vondst 1978 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Ad305 gevonden in januari 1981 door dhr Theuws,F Bergeijk. Datering Vroege Middeleeuwen B - Vroege Middeleeuwen B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 14218

Uniek nr. 1.40.1.0171 Coördinaten X=155340 / Y=372940

361

Plaats Riethoven Toponiem Daalakkers Naam vinder Particulier Datum vondst 1981 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Bron: Een tweetal aantekeningen door W.J.H. Verwers. Die op gelinieerd pa-pier luidt: '1981, dhr. J. Kijzers, Eindhoven. Riethoven, 57B 155.34/372.94bosje. 1 bijlfr. neol., grijs silex. [bij spits] Vuursteen donker grijs metretouches aan alle zijden en boven- en onderkant. gem. Riethoven -> bouw ?'De andere aantekening op ongelinieerd papier luidt:'Riethoven. Keizer Koreanderstraat 57 E'hoven. Melding Beex 4-III-81, bijl'met de ingekaderde tekst (waarvan niet duidelijk is of deze bij deze waar-neming behoort): 'V lijst, geel groen, leemband'. Datering Laat-Neolithicum - Laat-Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Datering mogelijk te krap Literatuur Verwers 1983b Bron Archis Nummer 14481

Uniek nr. 1.40.1.0230 Coördinaten X=156580 / Y=374740 Plaats Riethoven Toponiem Polvokamp Naam vinder Particulier Datum vondst 05-1999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Gevonden op een akker. Volgens de vinder (8 jaar oud) liggen er nog meervan dergelijke voorwerpen. Datering Laat-Paleolithicum - Laat-Paleolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Arts 1999c Bron Archis Nummer 200087

Uniek nr. 1.40.1.0280 Coördinaten X=153550 / Y=375340 Plaats Stevert Toponiem Stevert Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving "Geimproviseerd" meldings-fiche op basis lijst met vondstmeldingen Beex,ca 1966:"Uit handschrift Panken: 100 meter van de watermolen bij de Steenvoort wer-den rechts van de weg naar Riethoven twee stenen bijlen gevonden. Ook wer-den hier op 3 meter diepte veel mammouthbeenderen 362

gevonden. Lit. P.N.Pancken Ontdekte Oudheden II, p. 127. Bijlen worden ook genoemd bij C.R.Hermans Noordbrabantse Oudheden p.80."Opm.: "Ontdekte Oudheden" is een van de nagelaten handschriften van Panckendie worden beheerd door het Eicha-Museum (Bergeijk).Opm.: datum melding Pancken bij benadering. Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 29914

Uniek nr. 1.40.1.0325 Coördinaten X=153890 / Y=374600 Plaats Broekhoven/Walik Toponiem Hobbel Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving meldings-fiche gebaseerd op een lijst met meldingen G. Beex, ca 1966:"stenen bijl".opm.: het kan ook een vuurstenen exemplaar betreffen; dat onderscheid wordt niet steeds gemaakt. Aanvullende informatie ontbreekt. Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 30432

Uniek nr. 1.40.1.0335 Coördinaten X=156000 / Y=370000 Plaats onbepaald Toponiem De Beeken Naam vinder onbepaald Datum vondst 1954 Verwerving indirect: literatuur Beschrijving Meldings-fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966.Is ontleend aan Bannenberg 1957:"Doorboorde stenen hamer of ploegschaar."Opm.: het betreft een Hoher durchlochter Schuhleistenkeil, die bij ontgin-ning van het ten Z van Westerhoven gelegen gebied met het toponiem Beekenwerd gevonden, enkele jaren voor 1957 [vertaald als 1954].Het artefact is vervaardigd van amfiboliet (Van der Waals 1972:175, N-Br.nr. 5). De afm. zijn: 19.7 x 4.9 x 4.4 cm; diameter steelgat 2.2 - 2.4 cm. Datering Laat-Mesolithicum - Vroeg-Neolthicum B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 363

Literatuur Bannenberg 1957b Bron Archis Nummer 30452

Uniek nr. 1.40.1.0336 Coördinaten X=155000 / Y=371000 Plaats Westerhoven Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 1845 of eerder Verwerving indirect: literatuur Beschrijving meldings-fiche op basis van lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966:"twee breedtoppige bijlen van kwarts."opm.: bedoeld is waarschijnlijk kwartsiet de coördinaten zijn administratief. Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting kwartsiet. Literatuur Panken 1845 Bron Archis Nummer 30453

Uniek nr. 1.40.1.0337 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder J.N. Panken Datum vondst 9999 Verwerving indirect: collectie Beschrijving Meldingsfiche op basis van een lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966:"fraai geretoucheerde en bijgeslepen Grandpressigny dolk gevonden In Bergeijk door J.N. Panken. thans in museum te Turnhout."opm.: de coördinaten zijn administratief. Datering Laat-Neolithicum A - Laat-Neolithicum A Cultuur Enkelgrafcultuur Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 30454

Uniek nr. 1.40.1.0338 Coördinaten X=152400 / Y=371800 Plaats onbepaald Toponiem De Paal Naam vinder H. Hurkmans

364

Datum vondst 1898 Verwerving indirect: literatuur Beschrijving Meldings-fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966:"Vuurstenen bijltje, lang 24 cm, br. 4 cm, gewicht 110 gram [?!]."Opm.: het artefact werd volgens de Beschrijving van Panken gevonden op eenpaar minuten van De Paal (Panken: Ontdekte Oudheden, pag. 24; het betrefteen handschrift dat wordt bewaard in het Eicha museum te Bergeijk). Datering Midden-Neolithicum A B - Laat-Neolithicum B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1959a Bron Archis Nummer 30455

Uniek nr. 1.40.1.0339 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving indirect: archief Beschrijving Meldings-fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966:"Een wig van kwarts."Opm.: volgens de lijst met meldingen zou het stuk zijn gevonden in 1850,dus 3 jaar na de brief (18470105; Panken aan C.R. Hermans) die er betrek-king op heeft [?!]. De vondst wordt niet nader omschreven dan bovenstaand.Uitgaande van een wig-vorm, zou het kunnen gaan om een Breitkeil of Arbeitsaxt. In het andere geval is er simpelweg een bijl mee bedoeld.Opm.: een hakwerktuig van kwarts lijkt tamelijk onwaarschijnlijk. Wellichtdat het gaat om kwartsiet.Opm.: de coordinaten zijn administratief. Datering Neolithicum - Midden-IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 30456

Uniek nr. 1.40.1.0340 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving indirect: collectie Beschrijving Meldings-fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966:"Een stenen bijl, lengte 12 cm. Een bladvormig pijlpuntje."Opm.: de

365

vondsten liggen in het Musee Cinquantenaire in Brussel. Aanvullen-de informatie ontbreekt. Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 30457

Uniek nr. 1.40.1.0341 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder G. Snellens Datum vondst 07-06-1915 Verwerving indirect: collectie Beschrijving Meldings-fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966:"Stenen bijl. In bezit P. Goossens, Heuvel, Hoogeloon (1950). Volgens eti-quet gevonden op 7-6-1915 door G. Snellens."Opm.: aanvullende informatie ontbreekt. Het kan een vuurstenen exemplaarbetreffen. Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1959a Bron Archis Nummer 30458

Uniek nr. 1.40.1.0342 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving indirect: collectie Beschrijving Meldings-fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966:"Twee geretoucheerde lanspuntjes of boortjes en vijf schrabbers."Opm.: behalve de collectie ontbreekt aanvullende informatie. De coordinatenzijn administratief. Datering Vroeg-Neolithicum B - Midden-Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 30459

366

Uniek nr. 1.40.1.0343 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving indirect: collectie Beschrijving Meldings-fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen G. Beex, ca 1966:"Vuurstenen bijl(en?)."Opm.: behalve de collectie en literatuur ontbreekt aanvullende informatie.De coordinaten zijn administratief. Datering Midden-Neolithicum A B - Laat-Neolithicum B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Hermans 1865 Bron Archis Nummer 30460

Uniek nr. 1.40.1.0345 Coördinaten X=152580 / Y=373060 Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel Naam vinder Biemans Datum vondst 28-03-1970 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Meldings-fiche G. Beex:"Enige tientallen neolithische artefacten. Op hetzelfde perceel zijn eerdertalrijke Romeinse vonsten aan het licht gekomen."Opm.: een jaar later trof Biemans op hetzelfde terrein enkele WKD-schervenaan; "de dwarsstreepjes van de wikkeldraadversiering zijn zeer regelmatigaangebracht en liggen dicht bij elkaar (ongeveer 1 mm)."Opm.: voor ROM en BRONSL/IJZ vondsten zie andere waarn. onder obj.nr 57BN-85. Datering Vroege Bronstijd - Vroege Bronstijd Cultuur Wikkeldraadbekercultuur Toelichting Literatuur Beex 1972b Bron Archis Nummer 30461

Uniek nr. 1.40.1.0348 Coördinaten X=156200 / Y=372150 Plaats Loveren Toponiem Naam vinder Particulier Datum vondst 03-08-1969 Verwerving archeologisch: (veld)kartering

367

Beschrijving 2 meldings-fiches Beex:"Concentratie artefacten en afslag van de Tjongercultuur.""Scherven van Romeins en Inheems aardewerk."Opm.: alle vondsten zijn afkomstig uit het profiel van een zandafgraving.Het vuursteen werd aangetroffen in een duidelijke Allerod-laag, waaronderzich een duidelijke Bolling-laag bevond. In het profiel waren veel cryotur- batieverschijnselen waar te nemen. De scherven zijn afkomstig van ca 20 cmonder maaiveld. Datering Late IJzertijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 30464

Uniek nr. 1.40.1.0433 Coördinaten X=152400 / Y=371800 Plaats Bergeijk Toponiem De Paal Naam vinder ROB Datum vondst 02-11-1959 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een tweetal Loeb-fiches waarvan deinhoud van de tekst min of meer is terug te vinden in Modderman 1967 (zieLiteratuur). Op de fiches worden de afmetingen 190 x 225 x 130 x 250 m ver-meld, evenals de verwijzingen naar Hermans 1865, Stroobant 1906, ROB 1959,en Modderman 1960 (zie Literatuur). Datering Bronstijd - Vroege IJzertijd Cultuur onbekend Toelichting Biconisch; losse vondst Literatuur Modderman 1967 Bron Archis Nummer 31208

Uniek nr. 1.40.1.0474 Coördinaten X=153440 / Y=370680 Plaats Bergeijk Toponiem Riethovense Dijk Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving loeb-fiche beschrijft "aardewerkscherven, moeilijk te determineren. Mogelijk 3de-4de eeuw na Chr., of +- 7de eeuw".determinatie door Ypey. Zie verzamelmelding in het bulletin, kol. *285-86. Datering Laat-Romeinse tijd - Vroege Middeleeuwen B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting

368

Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 32499

Uniek nr. 1.40.1.0475 Coördinaten X=150790 / Y=369700 Plaats Onbekend Toponiem Oude Postelseweg Naam vinder J. van Poppel Datum vondst 10-1969 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving caa-meldingsfiche: "gevonden bij het bouwrijp maken van een perceel" G. Beex heeft de vindplaats geïnspecteerd (16.4.1970). Datering Late Middeleeuwen - Late Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Gegeven datering Beex: "13-15e eeuw" Literatuur Beex 1970i Bron Archis Nummer 32500

Uniek nr. 1.40.1.0478 Coördinaten X=155800 / Y=371400 Plaats westerhoven Toponiem kerk Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Caa: Alle, Op Rcc-formulier ingevulde, gegevens zijn overgenomen. Datering Vroege Middeleeuwen B - Vroege Middeleeuwen B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 32511

Uniek nr. 1.40.1.0481 Coördinaten X=150340 / Y=366775 Plaats Luijksgestel Toponiem R.K.kerk Naam vinder ROB Datum vondst 1958 Verwerving archeologisch: opgraving

369

Beschrijving CAA bevat docum.fiche met literatuurverwijzingen naar het Bulletin: 1958,kol.*228 (korte opgravingsverslag) en, m.b.t. de muntvondsten, 1961, kol.*98-99.In zijn artikel over de Oerparochie in de Kempen heeft Theuws de opgravinguitgewerkt (Theuws 1981, spec. par.5 pp.195-203). De in Archis ingevoerdegegevens zijn hieraan ontleend.Onderzoek vond plaats binnen de omgrenzing van de afgebroken Waterstaats-kerk uit 1843. De wetenschappelijke leiding berustte bij P.Glazema.De dateringen van de onderscheiden complexen (01 grafveld, 03 houtbouw,met name) staan door ontbreken van vondsten niet vast. Aan de daterings-waarde van de enkele aardewerkscherf, volgens Glazema (1958, *228) 11deeeuws en gevonden onder de oudste leemvloer (behorende bij de LME baksteen-bouw 04), hecht Theuws niet al te veel betekenis. Een begroeiingshorizontboven de graven wijst op een tijdelijk buiten gebruik raken van het graf-veld. Eerst mogelijk "op het einde van de dertiende of in de veertiendeeeuw" aanleg van het houten gebouw (Theuws 203). Het ontbreken vantufsteen en kloostermoppen wordt als aanwijzing gezien voor een directeopvolging van houten kerk (kapel) door de gotische baksteenbouw.M: (03) diverse reparaties/verbouwingen, gezien oversnijdingen paalgaten. Datering Vroege Middeleeuwen D - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 11e-eeuws Literatuur Theuws 1981 Bron Archis Nummer 32515

Uniek nr. 1.40.1.0529 Coördinaten X=152740 / Y=373430 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. Bij de Beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en uit de Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).In het Correspondentie Archief is enige correspondentie omtrent deze vondsten aanwezig. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33148

Uniek nr. 1.40.1.0530 Coördinaten X=152910 / Y=373570 Plaats onbepaald Toponiem 370

Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en uit de Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33150

Uniek nr. 1.40.1.0531 Coördinaten X=152960 / Y=373500 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en uit de Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33151

Uniek nr. 1.40.1.0532 Coördinaten X=152860 / Y=373155 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en uit de Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd 371

Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33152

Uniek nr. 1.40.1.0533 Coördinaten X=152820 / Y=372980 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en uit de Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33153

Uniek nr. 1.40.1.0534 Coördinaten X=152900 / Y=373000 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en uit de Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33154

Uniek nr. 1.40.1.0535

372

Coördinaten X=152820 / Y=372740 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en uit de Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33156

Uniek nr. 1.40.1.0538 Coördinaten X=152800 / Y=373100 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder Beex Datum vondst 09-10-1965 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Het betreft de vondst van Ro-meinse aardewerkscherven. Bij vindplaats en vondstomstandigheden staat ver-meld: 'Riethoven. Oppervlaktevondsten bij een te ontgronden perceel'.De meldingsbrief van Beex (d.d. 11-10-1965) is in het Correspondentie Ar-chief aanwezig: 'Bij de verkenning van een te ontgronden perceel (...) vondik (...) in de omgeving een geploegd bosperceel waarop veel Romeinse aarde-werkscherven voorkwamen (...) Enige kenmerkende randstukken (oppervlaktevondsten) heb ik mee naar huis genomen'. Datering Midden-Romeinse tijd - Midden-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 33161

Uniek nr. 1.40.1.0541 Coördinaten X=152510 / Y=372720 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 373

Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33167

Uniek nr. 1.40.1.0542 Coördinaten X=152430 / Y=372290 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33171

Uniek nr. 1.40.1.0543 Coördinaten X=152490 / Y=372320 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t.

374

Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33173

Uniek nr. 1.40.1.0544 Coördinaten X=152830 / Y=371950 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33174

Uniek nr. 1.40.1.0545 Coördinaten X=153230 / Y=372030 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33175

Uniek nr. 1.40.1.0546 Coördinaten X=152920 / Y=371530 375

Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33178

Uniek nr. 1.40.1.0547 Coördinaten X=152950 / Y=371440 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33180

Uniek nr. 1.40.1.0550 Coördinaten X=153080 / Y=371580 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman

376

(1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33186

Uniek nr. 1.40.1.0551 Coördinaten X=153150 / Y=371720 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33188

Uniek nr. 1.40.1.0552 Coördinaten X=153250 / Y=371780 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33189

377

Uniek nr. 1.40.1.0553 Coördinaten X=153120 / Y=371670 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op Loeb-fiche. Bij de beschrijving staatvermeld: 'Vindplaatsen van inheems aardewerk uit de IJzertijd (w.o. voor-Romeinse) en Romeinse tijd'.Het fiche verwijst verder naar Buisman (1964, *285-286).Het Correspondentie Archief bevat enige correspondentie omtrent deze vondsten. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Buisman 1964 Bron Archis Nummer 33191

Uniek nr. 1.40.1.0554 Coördinaten X=153490 / Y=372530 Plaats Boshoven Toponiem Naam vinder Brunsting Datum vondst 1950 Verwerving archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving op het summier ingevulde meldingsfiche luidt de vondstbeschrijving:'Romeinse scherven, o.a. Terra Sigillata'. bij de opmerkingen staat vermeld: 'gevonden tijdens onderzoek H. Brunsting in 1950'. Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 33197

Uniek nr. 1.40.1.0555 Coördinaten X=152680 / Y=371450 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd

378

Beschrijving Deze vondstmelding is aanwezig op een zeer summier ingevuld Loeb- fiche.De beschrijving luidt: 'Aarden omwalling waarbinnen aardewerk-(met penaangevuld 'urn')scherven uit voor-Romeinse IJzertijd en Romeinse tijd,alsmede een bronzen bijl'.Op het fiche wordt opgemerkt, dat de wal wellicht 'prehistorisch (?)' is.Nadere gegevens ontbreken. Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 33201

Uniek nr. 1.40.1.0556 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving indirect: literatuur Beschrijving Het summier ingevulde meldingsfiche geeft als vondstbeschrijving: 'Romeinsaardewerk'. Het verwijst naar Byvanck (1947, p. 85: 'Romeinsch aarde-werk'). Aldaar wordt verder verwezen naar Holwerda (1924, p. 24: 'enkelestukken aardewerk') en de Voorl. Lijst (1931, p. 14: 'eenig Romeinsch aar-dewerk').De vondst is administratief geplaatst. Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Holwerda 1924 Bron Archis Nummer 33202

Uniek nr. 1.40.1.0559 Coördinaten X=157000 / Y=373250 Plaats Braambosch Toponiem Goorbroek Naam vinder Biemans Datum vondst 28-03-1970 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Op het meldingsfiche luidt de vondstbeschrijving 'aantal scherven van Ro- meins aardewerk'. Bij de vondstomstandigheden staat vermeld: 'oppervlakte-vondsten op twee naast elkaar gelegen geploegde percelen'.Over deze vondsten is gepubliceerd in het Bulletin K.N.O.B. (1970, *70).Veldcontrole is uitgevoerd door Beex d.d. 16-4-1970. Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1970c 379

Bron Archis Nummer 33212

Uniek nr. 1.40.1.0560 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving deze vondstmelding is aanwezig op een zeer summier ingevuld meldingsfiche. De vondstbeschrijving luidt: 'Romeins aardewerk. Twee Romeinse munten'. Nadere gegevens ontbreken. De vondsten zijn administratief geplaatst Datering Romeinse tijd - onbepaald Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 33213

Uniek nr. 1.40.1.0595 Coördinaten X=152975 / Y=370180 Plaats Bergeijk Toponiem Raadhuishof Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 15-03-1983 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Uit het archeologisch onderzoek ten zuidwesten van de kerk is duidelijkgeworden dat op dit terrein geen bewoning voor de 10e eeuw plaats had. Inde vroege 11e eeuw, wellicht in de (late) 10e eeuw is men begonnen met deaanleg van grachten om een gebied dat zich hoofdzakelijk ten zuiden van dekerk lijkt uit te strekken (gracht 1, 2/5). Mogelijk is de plaats van eentoegang tot het terrein omsloten door grachten 2 en 5 gelokaliseerd. Deaard van de bewoning op het terrein is niet meer vast te stellen. Op eengegeven moment (in de 12e eeuw?) raakten de grachten buiten gebruik en werdeen nieuwe, zeer brede gracht gegraven, die waarschijnlijk om de kerk liepen hoofdzakelijk een terrein rond en ten noorden van de kerk omsloot. Eendeel van de bewoningssporen zijn waarschijnlijk gelijktijdig met dezegracht, zodat er met bewoning rondom het omgrachte terrein rekening moetworden gehouden. Nadat gracht 6 (gedeeltelijk?) buiten gebruik was geraaktwerd gracht 3 aangelegd, die waarschijnlijk in de late 12e of vroege 13eeeuw dichtraakte. De toegang tot dit terrein is eveneens gevonden.Waarschijnlijk hadden de grachten geen defensieve betekenis, maar gaven zijeen gebied aan waar de betreffende machthebber rechten bezat en waar menzijn bescherming genoot. Aanwijzingen voor bewoning uit de 14e eeuw enlater ontbreken.(naar Theuws 1989) Datering Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd 380

Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Theuws 1986 Bron Archis Nummer 33652

Uniek nr. 1.40.1.0665 Coördinaten X=153240 / Y=371050 Plaats Bergeijk Toponiem Riethovense Dijk Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door M.C. Dorst d.d. 20-10- 1976op basis van de door G. Beex samengestelde inventarisatielijst ingevuldCAA-fiche met de tekst: 'Melder: J.A.Th. Dielis, Bergeijk. Urnscherven'.Nadere gegevens ontbreken. Datering onbepaald - onbepaald Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 34106

Uniek nr. 1.40.1.0672 Coördinaten X=153325 / Y=370575 Plaats Bergeijk Toponiem t Hof Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: inspectie Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door P.C. Houttuin ingevuld Mo-numentenraad-fiche, een door R.H.J. Klok d.d. 22-10-1966 vervaardigde ter-reinschets, een door G. Beex d.d. febr. 1967 geschreven inspectieverslag eneen Loeb-fiche met de tekst: 'Grafheuvel (?). Afm.: diam. 20 m, hoogte 0.80m. wrs. Bronstijd. Veldcontrole door G. Beex op 14.6.1963'. In het verslagvan Beex staat o.a.: 'Het is een kunstmatig opgeworpen heuvel van vrij don-kere aarde.[...] Op de gecontroleerde plaatsen bleek de heuvel overal door-werkt.[...] Duidelijke heideplaggen of de bekende "oerfibertjes" werdenniet aangetroffen'. In het Monumentenraad-fiche staat o.a.: 'Deze zeer re-gelmatige opgeworpen heuvel heeft uiterlijk alle kenmerken van een Brons-tijd grafheuvel'. De heuvel is van de monumentenlijst afgevoerd. Datering onbepaald - onbepaald Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur 381

Bron Archis Nummer 34113

Uniek nr. 1.40.1.0675 Coördinaten X=153000 / Y=370000 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door M.C. Dorst d.d. 25-10- 1976ingevuld CAA-fiche met de tekst: 'Bronzen bijl. Melder: G. Beex. Depot:Museum te 's-Hertogenbosch. Zie brief Panken aan C.R. Hermans, 6-10-1846'.In Felix 1945 (zie Literatuur) wordt de bijl omschreven als: 'SchlichtesTuellenbeil III wie Abb. 192. Den Bosch 8562'. Datering Late Bronstijd - Late Bronstijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting 'Schlichtes Tuellenbeil'. Literatuur Felix 1945 Bron Archis Nummer 34120

Uniek nr. 1.40.1.0678 Coördinaten X=154000 / Y=365400 Plaats onbepaald Toponiem Maaij Naam vinder Particulier Datum vondst 1905 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een Loeb-fiche met de tekst: 'Urnen-veld. Litt.: [Rahir 1928 (zie Literatuur), p. 101]. In 1905 werden hier e-nige urnen gevonden en gestuurd naar Musee Cinquantenaire te Brussel. Co-ord.: 154.000/365.400 en 153.975/365.275. De coordinaten hebben betrekkingop de plaatsen, waar respectievelijk houtskool in een profiel is gevondenen kleine heuveltjes zichtbaar zijn. Late Bronstijd/ vr. IJzertijd. Veld-controle door G. Beex op 20.6.1963'. De vermelde literatuurverwijzing heeftechter geen betrekking op genoemd complextype en vindplaats, maar op neo-lithische resten bij de "Rijsheuvel" (ca. 146/366). Wel is er op p. 47/48van genoemde literatuur sprake van een tweetal "petites stations neolithi-ques" op de hier behandelde vindplaats. Op p. 38 van genoemde literatuur isweliswaar sprake van graven uit de Bronstijd, waaruit in 1904 urnen werdenopgedolven die aan het museum te Brussel werden overgedragen; deze gegevenshebben echter weer betrekking op een vindplaats in de gemeente Luijksgestel,vermoedelijk nabij Boscheind.De vondst van crematieresten, houtskool en kleine heuveltjes, vermoedelijkdoor G. Beex, is niet nader toegelicht. Mogelijk bevindt zich in het ar-chief van Beex het antwoord op de vraag of hier wel of niet sprake is vaneen urnenveld. Een door R.H.J. Klok vervaardigde situatieschets d.d.

382

20-10-1966 gaat vergezeld van de tekst: 'Crematieresten en houtskool gevonden indeze afgraving. Veronderstelde voortzetting v/h urnenveld [in dennenbos tenzuiden hiervan]', maar is mogelijk gebaseerd op de gegevens van Beex. Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1979; Rahir 1928 Bron Archis Nummer 34168

Uniek nr. 1.40.1.0682 Coördinaten X=155650 / Y=370460 Plaats Westerhoven Toponiem Haverhof ; Ganzenbroek Naam vinder onbepaald Datum vondst 1928 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving CAA: Loeb-fiche meldt aangaande deze vondst: 'Merovingisch grafveld'.De oorspronkelijk gegeven Y-waarde 370.575 is verbeterd.Tijdens het opruimen van de eikenwal werd het belang van de vondsten nietingezien. Zie art.Bannenberg hierover, die opmerkt dat eigenlijk toevalli-gerwijs Holwerda van de vondsten in kennis werd gesteld. Over vervolgzie Waarn. 34179.De vondsten zijn vlg.schrijver gedeeltelijk verloren en gedeeltelijk onderverschillende personen verspreid geraakt.Bij Bannenberg, sp. noot 4, ook verwijzing naar korte meldingen vanHolwerda over deze zaak, in Verslagen RMO over 1928 en '29. Datering Vroege Middeleeuwen B - Vroege Middeleeuwen B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bannenberg 1957a Bron Archis Nummer 34178

Uniek nr. 1.40.1.0700 Coördinaten X=153100 / Y=370300 Plaats Bergeijk Toponiem Hof Naam vinder IPP A.E. van Giffen Datum vondst 1984 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving In 1984 werden in het centrum van het dorp Bergeijk opgravingen verricht. In1986 konden tijdens de bouwwerkzaamheden nog waarnemingen worden gedaan.Op het terrein ten noorden van de kerk is aan aantal grachten aangetroffen.Alleen gracht 7 is in verband te brengen met een die ten zuiden van de kerkis aangetroffen. Er zijn geen sporen van een omwalling aan de binnenzijdevan de gracht waargenomen. Het aardewerk uit de

383

vulling van de gracht duidterop dat zij in de 2e helft van de 12e eeuw is dichtgeraakt. Het tijdstipwaarop de gracht is gegraven valt moeilijk te bepalen omdat zeschoongehouden kan zijn, waardoor daterende vondsten uit de tijd direkt nade aanleg kunnen ontbreken. Een paalkuil met 10e- vroeg 11e eeuws aardewerkbevond zich ten noorden van de gracht. Een opvallend verschijnsel is deaanwezigheid van brandresten, bestaande uit houtskool, verbrande leem,fragmenten van ovenwanden, brokken versmolten ijzer en slakken in de grachtSommige ovenwanden lijken restanten van koper of brons te bevatten.Waarschijnlijk betreft het afval van een klokkengietenrij van denabijgelegen kerk, dat gebruikt is om het terrein in de 2e helft van de 12eeeuw te egaliseren en op te hogen. Paalkuilen en waterputten duiden opbewoning in de 11e eeuw en vooral in de 2e helft van de 12e en 13e eeuw. Degrachten (8-12) zijn voorgangers van de Hofloop, die de bewoning bij dekerk scheidde van die aan de Eerselsedijk. Het betrof een natuurlijkelaagte, die deels door middel van kunstmatig gegraven grachten werdontwaterd. Uit de volle 14e en 15e tot en met de 17e eeuw zijn geen sporenen vondsten aangetroffen zodat aangenomen moet worden dat het terrein en deonmiddelijke omgeving in die tijd onbewoond was. Pas in de 17e of 18e eeuwwerd weer een nieuwe ontwateringsgracht gegraven. Uit deze periode datereneveneens een aantal waterputten.(naar Theuws 1989) Datering Midden-Romeinse tijd - Midden-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Verhoeven 1989 p.221 Literatuur Verhoeven 1989 Bron Archis Nummer 34762

Uniek nr. 1.40.1.0792 Coördinaten X=146000 / Y=369000 Plaats Witrijt Toponiem De Witrijt Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving indirect: collectie Beschrijving Fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen door G. Beex, ca 1966.Coordinaten administratief. Datering Laat-Paleolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting ca. 30 stuks Literatuur Bron Archis Nummer 35118

Uniek nr. 1.40.1.0794 Coördinaten X=148500 / Y=368800 Plaats Weebosch Toponiem 384

Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving indirect: collectie Beschrijving Coördinaten Zijn Administratief. Datering Midden-Neolithicum B - Midden-Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting "gesteelde pijlpunten" Literatuur Beex 1959a Bron Archis Nummer 35120

Uniek nr. 1.40.1.0823 Coördinaten X=148660 / Y=366275 Plaats Luijksgestel Toponiem De Paraplue Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Loeb-fiche gebaseerd op lijst met vondstmeldingen G. beex, ca 1966.Loeb- fiche: "Terrein met vuursteenvondsten en prehistorische begravingen:a. drie grafheuvels (Neolithicum en Urnenveldtijd); terrein ca 50x75x75 m.b. urnenveld. (late Bronstijd); [Afmetingen?] terrein urnenveld onbekend.""Het terrein is door ondiep omploegen verstoord".Opm.: coordinaten hebben betrekking op middelpunt van groot terrein. Coor-dinatenparen terrein 148.575/366.525, 148.585/366.240, 148.750/366.180 en148.750/366.250 (begrenzing).Lokatie grafheuvels ca 148.590/336.270, 148.620/366.280, 148.640/366.240.Opm.: aantekening op Loeb-fiche "de ligging van een vierde [grafheuvel] isonbekend". Aantek.: "Grand Pressigny dolk hier vandaan in Mus. Taxandria,Turnhout. Meded. Hr. Eykholt [1948] (destijds eig.) die persoonlijk aanw.was bij enige urnvondsten in 1903"Opm.: er wordt verwezen naar "Aantekeningen van Pastoor A. de Laat, Kagge-vinne, Belgie". Datering Laat-Neolithicum A - Laat-Neolithicum A Cultuur Enkelgrafcultuur Toelichting Literatuur Stroobant 1904/1905 Bron Archis Nummer 35170

Uniek nr. 1.40.1.0824 Coördinaten X=144450 / Y=365650 Plaats onbepaald Toponiem ‘t Hooghuis Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd

385

Beschrijving Fiche op basis van een lijst met vondstmeldingen door G. Beex, ca 1966.Opm.: in lijst wordt vermeld dat de site niet is onderzocht en dat er geenliteratuur over bestaat. Datering Laat-Paleolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting gevonden in brandgang tussen dennenbossen Literatuur Bron Archis Nummer 35171

Uniek nr. 1.40.1.0830 Coördinaten X=148500 / Y=363700 Plaats onbepaald Toponiem Blekerheide Naam vinder Particulier Datum vondst 03-08-1969 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Loeb-fiche (melder Innocentius najaar 1962, beschrijver R.S. Hulst) en mel- dings-fiche G. Beex. Innocentius meldde brokstukken bijl, MESO vuursteenaf-slagen en onvolwaardige schrabber; vondstomstandigheden onbekend. Kuenenmeldde en MESO concentratie. Vondsten zijn afkomstig van bosperceel langsde Belgische grens. Coordinaten Kuenen wijken iets af: 148.500/363.720.Opm.: adres Kuenen: Wolfsakkerstr. 2, Meerveldhoven. Datering Midden-Neolithicum A B - Laat-Neolithicum B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting "Brokstukken van vuurstenen neolithische bijl met rechte Literatuur Bron Archis Nummer 35177

Uniek nr. 1.40.1.0836 Coördinaten X=144450 / Y=365625 Plaats Weebosch Toponiem t Hooghuis Naam vinder onbepaald Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Het gaat om "verspreide vondsten in brandgang tussen bossen. Geen sterkeconcentratie gevonden". Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35184

386

Uniek nr. 1.40.1.0837 Coördinaten X=145070 / Y=368600 Plaats Witrijt Toponiem t Jachthuis Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving oppervlaktevondst in zandkuil; getypte melding, waarschijnlijk t.b.v. Bknob. Datering Midden-Neolithicum A B - Laat-Neolithicum B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting lichtgrijze vuursteen Literatuur Bron Archis Nummer 35187

Uniek nr. 1.40.1.0839 Coördinaten X=148910 / Y=366620 Plaats Boscheind Toponiem Zoeferloop Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Waarneming op basis van een inventarisatie van het door broeder Augustinusverzamelde PALEOL/MESO materiaal dat zich in het Gemeentelijk Museum inHelmond bevindt. Datering Laat-Paleolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35219

Uniek nr. 1.40.1.0842 Coördinaten X=148520 / Y=365300 Plaats Boscheind Toponiem Brandtoren Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Waarneming op basis van een inventarisatie van het door broeder Augustinusverzamelde PALEOL/MESO materiaal dat zich in het Gemeentelijk Museum inHelmond bevindt. Datering Laat-Paleolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. 387

Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 35222

Uniek nr. 1.40.1.0937 Coördinaten X=147150 / Y=367175 Plaats Weebosch Toponiem Witrijtse Heide Naam vinder Beex Datum vondst 08-1954 Verwerving archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving De documentatie in het CAA bestaat uit een door G. Beex d.d. 27-8-1963 in-gevuld Monumentenraad-fiche met o.a. de tekst: 'Weebosch. Witrijtse Heide.Vindplaats van vroeg bronstijd aardewerk [...] Verspreid over +- 50 x 100 mBergeijk Sectie F no. 2467. Coord. 147.150/367.175. Diepgeploegd akkerland.Tijdens opgraving van neol. grafheuvel werden hier scherven van Hilversum-urn gevonden. Een proefsleuf leverde echter geen bodemsporen op. Datum veldcontrole: 15 aug. 1963'.In de verslagen over het bovengenoemde grafheuvelonderzoek wordt van ditzijdelings gegraaf geen gewag gemaakt.De tekst m.b.t. deze waarneming op de archeologische inventarisatielijstvan G. Beex in het CAA luidt: '147.050/367.150 Akkerland waarop enige los-se scherven van Hilversum aardewerk. Een proefsleuf toonde geen nederzet-tingssporen. Mogelijk bij ontginning te diep geploegd. Onderzoek Beex tij-dens opgraving van no. 17 [=CAA: 57AZ-2]. Scherven in Museum te 's Bosch.Geen literatuur'. Datering Vroege Bronstijd - Vroege Bronstijd Cultuur Hilversum-cultuur Toelichting 'scherven van Hilversum-urn'. Literatuur Bron Archis Nummer 36441

Uniek nr. 1.40.1.0971 Coördinaten X=152475 / Y=372900 Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel Naam vinder AIVU Datum vondst 1983 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving oppervlakte nederzetting ca. 0.5 ha. Op het terrein ook Romeinse bewoningssporen Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting bewoningssporen Literatuur Slofstra, J., 1991 Bron Archis 388

Nummer 37331

Uniek nr. 1.40.1.1038 Coördinaten X=152963 / Y=370100 Plaats Bergeijk Toponiem Sengerswei; Gemeentehuis Naam vinder Visser Datum vondst 2002 Verwerving archeologisch: proefsleuvenonderzoek Beschrijving er zijn slechts enkele sporen en vondsten aangetroffen. Datering Bronstijd - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting steengruismagering Literatuur Visser & Flamman 2002 Bron Archis Nummer 400800

Uniek nr. 1.40.1.1043 Coördinaten X=151750 / Y=369565 Plaats Bergeijk Toponiem Waterlaat Naam vinder AAC Projectenbureau Datum vondst 2001 Verwerving archeologisch: proefsleuvenonderzoek Beschrijving sporen: nrs. 1 t/m 806 huisplattegrond (3 schepig) IJzertijd-vroeg kuilen (voorraad- en) afvalkuilen IJzertijd menselijke begravingen IJzertijd-laat 5 (of 6) vierkante kringgreppels IJzertijd-laat + grafheuvel IJzertijd-laat greppel: 4x4 en 5x5 m IJzertijd-laat. 4 gebouwenstructuren IJzertijd-laat. 2 huizen IJzertijd-laat. 2 spiekers IJzertijd-laat. 2 crenmatiekuilen IJzertijd-laat (of IJZM/ ROM) greppels, kuilen en akkers Middeleeuwen.

Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting +/- 150 stuks, voornamelijk IJzertijd Literatuur Parlevliet & Flamman 2003 Bron Archis Nummer 400811

389

Uit Parlevliet en Flamman 2003.

Uniek nr. 1.40.1.1052 Coördinaten X=155918 / Y=371694 Plaats Westerhoven Toponiem Heuvel Naam vinder Synthegra BV Datum vondst 07-11-2005 Verwerving archeologisch: proefsleuvenonderzoek Beschrijving de onderzoekslocatie heuvel bevindt zich te Westerhoven, gemeente Bergeijk. Voor de onderzoekslocatie gold op grond van het vooronderzoek (Hensen & van Klaveren 2005) een theoretische verwachting voor sporen uit de vroege prehistorie, late prehistorie, Romeinse tijd. Datering Vroeg-Romeinse tijd - Laat- Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t.

390

Toelichting randfragment met aanzet schenktuit. Dragendorff 35 Literatuur Van Klaveren 2005 Bron Archis Nummer 403489

Uniek nr. 1.40.1.1066 Coördinaten X=155400 / Y=372750 Plaats Riethoven Toponiem Daalakkers Naam vinder Swarts Datum vondst 10-12-2005 Verwerving niet-archeologisch: metaaldetectie Beschrijving Op 10 december 2005 heeft de heer E.C. Swarts uit Achel (B) tijdens metaaldetectie op een akkerperceel (een gemaaid maisveld) aan de rechterkant van de weg van Westerhoven naar Riethoven (Toponiem: Daalakkers) een Romeinse as van Marcus Aurelius gevonden. Door de heer Swarts gedane metalen bijvondsten dateren uit de 17e en 18e eeuw en zijn matig van kwaliteit. Datering Midden-Romeinse tijd - Midden-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting 1x As van Marcus Aurelius, 161- 180 AD Literatuur Bron Archis Nummer 405109

Uniek nr. 1.40.1.1067 Coördinaten X=155944 / Y=371707 Plaats Westerhoven Toponiem Heuvel Naam vinder Synthegra BV Datum vondst 12-04-2005 Verwerving archeologisch: booronderzoek Beschrijving De aanwezigheid van het esdek vormde het belangrijkste argument om aan te nemen dat er voor de locatie een hoge verwachtingswaarde geldt. Nu door boringen is vastgesteld dat dit esdek niet aanwezig is, kan de verwachtingswaarde naar beneden toe worden bijgesteld. Het booronderzoek liet wel toe vast te stellen dat er zich op de onderzoekslocatie een (restant van een) B-horizont bevindt. Dit heeft uiteraard ook zijn implicaties voor wat de verwachtingswaarde betreft. Men kan aannemen dat er voor de locatie een middelhoge verwachtingswaarde geldt. Wat de conservering betreft, kan gesteld worden dat de locatie ter hoogte van boring 1, 2, 4, 10 en 12 een lage conserveringsgraad geldt. Ook het tracé van de kerosineleiding heeft logischerwijs een lage conserveringsgraad. Voor de locatie ter hoogte van boringen 3, 5, 7, 8, 9 en 11 geldt daarentegen een middelhoge conserveringsgraad. De aanwezigheid van (een restant van) de B-horizont is hiervoor een doorslaggevend argument. Op basis van de stratigrafie, zoals deze door middel van 12 boringen is vastgesteld, is het terrein te interpreteren als een 391

gebied met een middelhoge archeologische verwachting en een lage tot middelhoge conserveringsgraad. Datering Hoge/Volle Middeleeuwen - Hoge/Volle Middeleeuwen Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Datering 1025/50 - 1350; boring 11, bouwvoor Literatuur Bron Archis Nummer 405311

Uniek nr. 1.40.1.1114 Coördinaten X=152520 / Y=373000 Plaats onbepaald Toponiem Naam vinder Particulier Datum vondst 1964 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Vondstterrein met vondsten uit verschillende periodes: Neolithicum,Late IJzertijd, Romeinse Tijd en enkele Merovingische vondsten. Datering Late IJzertijd - Late IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting kleurloos en gele folie, Haevernick 6a Literatuur Bron Archis Nummer 40797

Uniek nr. 1.40.1.1136 Coördinaten X=156130 / Y=372140 Plaats Westerhoven Toponiem Naam vinder Particulier Datum vondst 05-10-1975 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering Neolithicum - Nieuwe tijd C Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 411233

Uniek nr. 1.40.1.1137 Coördinaten X=147930 / Y=364350 Plaats Luijksgestel 392

Toponiem Bosscherweijen Naam vinder Particulier Datum vondst 10-1975 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 411234

Uniek nr. 1.40.1.1139 Coördinaten X=145880 / Y=364750 Plaats Bergeijk Toponiem Zwarte Horstweyer Naam vinder Particulier Datum vondst 1975 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering Laat-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Arts 1975 Bron Archis Nummer 411236

Uniek nr. 1.40.1.1154 Coördinaten X=152660 / Y=371560 Plaats Bergeijk Toponiem Berger Heide Naam vinder Beex Datum vondst 14-12-1974 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Noodopgraving op aan te leggen sportveld met behulp van leden van museum Het Oude Slot te Zeelst Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 411421

Uniek nr. 1.40.1.1174 393

Coördinaten X=152860 / Y=373070 Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder J.H.C. Biemans Datum vondst 31-03-1970 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering Late Bronstijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Beex 1970j Bron Archis Nummer 411539

Uniek nr. 1.40.1.1175 Coördinaten X=152320 / Y=372950 Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder J.H.C. Biemans Datum vondst 9999 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering IJzertijd - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting o.a. met kartelrand Literatuur Bron Archis Nummer 411540

Uniek nr. 1.40.1.1188 Coördinaten X=157170 / Y=375560 Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting halffabricaat van een neolithische bijl Literatuur Bron Archis Nummer 411589

394

Uniek nr. 1.40.1.1189 Coördinaten X=157170 / Y=375760 Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving Datering Laat-Paleolithicum - Laat-Paleolithicum Cultuur Federmesser-groep Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 411590

Uniek nr. 1.40.1.1308 Coördinaten X=153120 / Y=370585 Plaats Bergeijk Toponiem In den Berg ; Eerselse dijk Naam vinder Particulier Datum vondst 24-03-1980 Verwerving niet-archeologisch: onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Bron: Een door J.H.C. Biemans ingevuld CAA-fiche met de volgende vondstbe-schrijving: 'A: rand van t.s. kom of bord (romeins). B: wandfragment vandolium (romeins of vroeg-middeleeuws). Oppervlaktevondst in volkstuintje,gelegen onmiddellijk aan het fietspad richting Eersel, achter de boerderijvan het voormalig patersklooster'. De tekening van het dolium-fragment doetoverigens denken aan een fragment van een Badorf-reliefbandamfoor met rad-stempelversiering. Datering Vroeg-Romeinse tijd - Laat-Romeinse tijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 44975

Uniek nr. 1.40.1.1337 Coördinaten X=144900 / Y=367550 Plaats onbepaald Toponiem Zwarte Weijer Naam vinder Particulier Datum vondst 9999 Verwerving niet-archeologisch: graafwerk Beschrijving Sporen en vondsten in een hoog zandprofiel aan de rand van een afgegravenperceel. Fraaie Allerod-laag aanwezig, met sporen van 395

menselijke activiteitdie aan de Tjongercultuur worden toegeschreven. Zo'n 20 cm boven de Allerod-laag kwamen een aantal Mesolithische artefacten te voorschijn.Van hetzelfde terrein worden ook vondsten beschreven onder 57AZ-15, blijk-baar gedaan door G. Beex. De beschreven vondstomstandigheden lijken ergveel op de onderhavige. Datering Laat-Paleolithicum - Laat-Paleolithicum Cultuur Federmesser-groep Toelichting Literatuur Beex 1970d Bron Archis Nummer 45364

Uniek nr. 1.40.1.1346 Coördinaten X=155150 / Y=366960 Plaats Bergeijk Toponiem Pastoorsweijer Naam vinder Fonteyn Datum vondst 1979 Verwerving onbepaald/niet geregistreerd Beschrijving Datering Paleolithicum - IJzertijd Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting volgens Fonteyn mesolithisch. Literatuur Bron Archis Nummer 46786

Uniek nr. 1.40.1.1352 Coördinaten X=153910 / Y=370210 Plaats Bergeijk Toponiem Lijnt; Borkelsedijk; Brandweerkazerne Naam vinder AAC Projectenbureau Datum vondst 31-05-2003 Verwerving archeologisch: proefsleuvenonderzoek Beschrijving Proefsleuvenonderzoek, zonder archeologisch resultaat. Totaal onderzochte oppervlak 634 m2. Zie briefrapport ADC --> 'M. Parlevliet, 2001. Rapportage archeologisch onderzoek brandweer.' Datering Nieuwe tijd C - Nieuwe tijd C Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Noch vondsten, noch archeologische sporen aangetroffen. Slechts 20e-eeuwse verstoringen. Literatuur Parlevliet, 2001 Bron Archis Nummer 47014

396

Uniek nr. 1.40.1.1357 Coördinaten X=154050 / Y=365490 Plaats Bergeijk Toponiem De Maaij Naam vinder Dijkstra Datum vondst 11-1975 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving 25 afslagen in een ontgronding. Het complextype wordt aangeduid als 'losse vondst'. Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 48350

Uniek nr. 1.40.1.1359 Coördinaten X=153050 / Y=372150 Plaats Bergeijk Toponiem Enderakkers Naam vinder Dijkstra Datum vondst 10-1975 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving onverwerkt rcc-fiche. Opm.: het complextype wordt niet nader aangeduid. Datering Mesolithicum - Laat-Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 48355

Uniek nr. 1.40.1.1522 Coördinaten X=152700 / Y=373050 Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder G. Beex Datum vondst 27-06-1968 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving ad126 ook museum Eicha bergeijkad303 in museum Eicha gevonden bij opgraving samen met crematie. Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1968d 397

Bron Literatuur Nummer 600028

Uniek nr. 1.40.1.1532 Coördinaten Onbekend Plaats Witrijt Toponiem Naam vinder Mevr. Christensen-Wijnen Datum vondst 1942 Verwerving onbekend Beschrijving Datering Midden-Paleolithicum - Laat-Paleolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Arts & Dijkstra 1973 Bron Literatuur Nummer 600038

Uniek nr. 1.40.1.1533 Coördinaten Onbekend Plaats Witrijt Toponiem Naam vinder J. de Vries Datum vondst ca. 1962 Verwerving onbekend Beschrijving punt misschien afgebroken Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Arts & Dijkstra 1973 Bron Literatuur Nummer 600039

Uniek nr. 1.40.1.1534 Coördinaten Onbekend Plaats Witrijt Toponiem Naam vinder N. Roymans Datum vondst 1971 Verwerving onbekend Beschrijving punt misschien afgebroken Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur

398

Toelichting Literatuur Arts & Dijkstra 1973 Bron Literatuur Nummer 600040

Uniek nr. 1.40.1.1538 Coördinaten Onbekend Plaats Westerhoven Toponiem Naam vinder onbekend Datum vondst 1959 of eerder Verwerving onbekend Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1959a Bron Literatuur Nummer 600044

Uniek nr. 1.40.1.1539 Coördinaten Onbekend Plaats onbekend Toponiem Naam vinder onbekend Datum vondst 1959 of eerder Verwerving onbekend Beschrijving Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1959a; Hermans 1865 Bron Literatuur Nummer 600045

Uniek nr. 1.40.1.1540 Coördinaten Onbekend Plaats onbekend Toponiem Naam vinder onbekend Datum vondst 1959 of eerder Verwerving onbekend Beschrijving in Museum te Brussel (Jubelpark) Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd 399

Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1959a Bron Literatuur Nummer 600046

Uniek nr. 1.40.1.1558 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Op den Hobbel Naam vinder 1954 of eerder Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1959a Bron Literatuur Nummer 600064

Uniek nr. 1.40.1.1559 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Heijereind Naam vinder Onbekend Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving gepolijste bijl Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1959a Bron Literatuur Nummer 600065

Uniek nr. 1.40.1.1560 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem de Voort Naam vinder Onbekend Datum vondst onbekend Verwerving onbekend

400

Beschrijving gepolijste bijl Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1959a Bron Literatuur Nummer 600066

Uniek nr. 1.40.1.1561 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder Onbekend Datum vondst 1865 of eerder Verwerving onbekend Beschrijving gepolijste bijl Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1959a; Hermans 1865 Bron Literatuur Nummer 600067

Uniek nr. 1.40.1.1562 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder RMO Datum vondst 1909 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Datering Vroeg-Neolithicum B - Midden-IJzertijd Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1959a; OMROL 1910 Bron Literatuur Nummer 600068

Uniek nr. 1.40.1.1583 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Waalwijk Naam vinder H. Knoops 401

Datum vondst 1938 Verwerving onbekend Beschrijving munt van hoogstwaarschijnlijk Augustus Datering Vroeg-Romeinse Tijd - Vroeg-Romeinse Tijd Cultuur Toelichting Literatuur Knippenberg 1955 Bron Literatuur Nummer 600090

Uniek nr. 1.40.1.1595 Coördinaten Onbekend Plaats onbekend Toponiem Broodven Naam vinder onbekend Datum vondst 1971 Verwerving onbekend Beschrijving gevonden waar P. Dijkstra eerder eenbijl en bijlfragmenten heeft ontdekt Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Heesters 1971 Bron Literatuur Nummer 600102

Uniek nr. 1.40.1.1598 Coördinaten Onbekend Plaats Witrijt Toponiem Naam vinder Mevr. Christensen-Wijnen Datum vondst ca. 1942 Verwerving onbekend Beschrijving eindschrabber Datering Midden-Paleolithicum - Laat-Paleolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Arts & Dijkstra 1973 Bron Literatuur Nummer 600105

Uniek nr. 1.40.1.1599 Coördinaten Onbekend Plaats Witrijt 402

Toponiem Naam vinder J. de Vries Datum vondst ca. 1962 Verwerving onbekend Beschrijving eindschrabber Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Arts & Dijkstra 1973 Bron Literatuur Nummer 600106

Uniek nr. 1.40.1.1611 Coördinaten Onbekend Plaats Walik Toponiem Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst ca. 1975 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving gevonden bij aanleg van persleiding Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Dijkstra & Van der Lee 1979 Bron Literatuur Nummer 600118

Uniek nr. 1.40.1.1612 Coördinaten Onbekend Plaats onbekend Toponiem Naam vinder Mevr. Christensen-Wijnen Datum vondst 1950-1960 Verwerving onbekend Beschrijving gevonden in de buurt van een beek op een akkker Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Dijkstra & Van der Lee 1979 Bron Literatuur Nummer 600119

Uniek nr. 1.40.1.1613

403

Coördinaten Onbekend Plaats Walik Toponiem Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst 1978 Verwerving onbekend Beschrijving Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Dijkstra & Van der Lee 1979 Bron Literatuur Nummer 600120

Uniek nr. 1.40.1.1614 Coördinaten X=154000 / Y=365400 Plaats Onbekend Toponiem De Maay Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst 1976 of eerder Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving oppervlaktevondsten langs westrand van een van de visvijvers; coördinaten bij benadering Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1979 Bron Literatuur Nummer 600121

Uniek nr. 1.40.1.1627 Coördinaten X=152700 / Y=373070 Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder onbekend Datum vondst 1967 of 1968 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving klein fragment van een vuurstenen bijl; aangetroffen op akker Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1968f Bron Literatuur Nummer 600134

404

Uniek nr. 1.40.1.1628 Coördinaten Onbekend Plaats Riethoven Toponiem Naam vinder J.H.C. Biemans Datum vondst 1967 of 1968 Verwerving archeologisch: (veld)kartering Beschrijving gefacetteerde vuurstenen bijl met intacte snede; 600 m ten NNO van 152700/373070; gevonden op een geploegde akker. Datering Vroeg-Neolithicum B - Bronstijd Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1968f Bron Literatuur Nummer 600135

Uniek nr. 1.40.1.1647 Coördinaten Onbekend Plaats Westerhoven Toponiem Naam vinder J.H.C. Biemans Datum vondst 1970 of eerder Verwerving onbekend Beschrijving gevonden op twee naast elkaar gelegen akkers Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1970j Bron Literatuur Nummer 600154

Uniek nr. 1.40.1.1648 Coördinaten Onbekend Plaats Toponiem Naam vinder onbekend Datum vondst 1970 of eerder Verwerving onbekend Beschrijving uitgegraven in een brandgang in de bossen ten W van Twisselt Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Beex 1970k Bron Literatuur 405

Nummer 600155

Uniek nr. 1.40.1.1775 Coördinaten X=152500 / Y=372700 Plaats Riethoven Toponiem Heesmortel-zuid Naam vinder onbekend Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving Datering - Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600287

Uniek nr. 1.40.1.1776 Coördinaten X=152500 / Y=373500 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder J. Biemans Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving gevonden op omgeploegd bosperceel Datering Late Bronstijd - Vroege IJzertijd Cultuur Nederrijnse grafheuvelcultuur Toelichting met Kalenderbergversiering Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600288

Uniek nr. 1.40.1.1782 Coördinaten X=153080 / Y=372120 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving oppervlaktevondsten Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting

406

Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600295

Uniek nr. 1.40.1.1783 Coördinaten X=152430 / Y=371140 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder H. Gilles Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving oppervlaktevondst op zandpad Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting retouche vooral aan de linkerzijde Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600296

Uniek nr. 1.40.1.1784 Coördinaten X=152750 / Y=372380 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder H. Gilles Datum vondst Verwerving Beschrijving oppervlaktevondst Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600297

Uniek nr. 1.40.1.1785 Coördinaten X=152480 / Y=372170 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving oppervlaktevondsten Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. 407

Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600298

Uniek nr. 1.40.1.1786 Coördinaten X=152380 / Y=371700 Plaats Onbekend Toponiem nabij De Paal Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving oppervlaktevondst op zandpad Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur onbekend Toelichting retouche aan de zijden en de basis Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600299

Uniek nr. 1.40.1.1787 Coördinaten X=152100 / Y=370850 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving oppervlaktevondsten Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600300

Uniek nr. 1.40.1.1788 Coördinaten X=153180 / Y=372240 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving oppervlaktevondsten

408

Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600301

Uniek nr. 1.40.1.1789 Coördinaten X=152920 / Y=372370 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600302

Uniek nr. 1.40.1.1790 Coördinaten X=151930 / Y=370300 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving oppervlaktevondst Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600303

Uniek nr. 1.40.1.1791 Coördinaten X=152350 / Y=370680 Plaats Onbekend Toponiem Bergerheide Naam vinder Datum vondst Verwerving 409

Beschrijving Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend/n.v.t. Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600304

Uniek nr. 1.40.1.1792 Coördinaten X=152690 / Y=371560 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder onbekend Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving oppervlaktevondst in zandkuil Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur onbekend Toelichting lichtgrijze vuursteen Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600305

Uniek nr. 1.40.1.1793 Coördinaten X=152110 / Y=370460 Plaats Onbekend Toponiem Kattenberg Naam vinder onbekend Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving oppervlaktevondst in zandkuil Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend Toelichting lichtgrijze vuursteen Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600306

Uniek nr. 1.40.1.1794 Coördinaten X=147150 / Y=367170 Plaats Witrijt Toponiem Naam vinder onbekend

410

Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Laat-Neolithicum B - Vroege Bronstijd Cultuur onbekend Toelichting scherf met plastische visgraatversiering; verschaald met grove kiezel Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600308

Uniek nr. 1.40.1.1873 Coördinaten X=144770 / Y=366720 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder N. Roymans Datum vondst Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving gevonden op akker op (destijds) niet-ontgonnen akker op vooruitspringende kop in het Beerzedal Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600388

Uniek nr. 1.40.1.1898 Coördinaten X=151520 / Y=370480 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving gevonden in zandafgraving Datering Midden-Bronstijd - Midden-Bronstijd Cultuur Hilversum-cultuur Toelichting groot aantal aaneenpassende scherven van de bodem van een dikwandige, met grove kwarts verschraalde pot Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600414

Uniek nr. 1.40.1.1899 411

Coördinaten X=152800 / Y=371540 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving gevonden in zandafgraving Datering Midden-Bronstijd - Midden-Bronstijd Cultuur Hilversum-cultuur Toelichting bodem met grove kwartsverschraling; uit de vulling van een greppel; eventueel Vroege Bronstijd of begin Late Bronstijd Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600415

Uniek nr. 1.40.1.1906 Coördinaten X=152780 / Y=372480 Plaats Onbekend Toponiem Armenveldje Naam vinder onbekend Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving Datering Midden-Bronstijd - Midden-Bronstijd Cultuur Hilversum-cultuur Toelichting ca. 50 wandscherven met grove kwartsmagering en 2 randscherven Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600422

Uniek nr. 1.40.1.1937 Coördinaten X=149000 / Y=363500 Plaats Onbekend Toponiem Blekerheide Naam vinder F. Theuws Datum vondst 1976 Verwerving onbekend Beschrijving gevonden op akker Datering Midden-Neolithicum B - Midden-Bronstijd Cultuur onbekend Toelichting "gesteelde pijlpunt" Literatuur Bron Slofstra-archief

412

Nummer 600455

Uniek nr. 1.40.1.1938 Coördinaten X=146640 / Y=364900 Plaats Onbekend Toponiem Zwarte Horst Weijer Naam vinder onbekend Datum vondst 24905 Verwerving onbekend Beschrijving gevonden op akker; vindplaats gelegen op hoge kant van de Zwarte Horst Weijer Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend Toelichting lichtgrijze vuursteen Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600456

Uniek nr. 1.40.1.1939 Coördinaten X=146640 / Y=364900 Plaats Onbekend Toponiem Zwarte Horst Weijer Naam vinder onbekend Datum vondst 24905 Verwerving onbekend Beschrijving gevonden op akker; vindplaats gelegen op hoge kant van de Zwarte Horst Weijer Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur onbekend Toelichting "gecraqueleerde schrabber" Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600457

Uniek nr. 1.40.1.1940 Coördinaten X=146640 / Y=364900 Plaats Onbekend Toponiem Zwarte Horst Weijer Naam vinder onbekend Datum vondst 24905 Verwerving onbekend Beschrijving gevonden op akker; vindplaats gelegen op hoge kant van de Zwarte Horst Weijer Datering Neolithicum - Neolithicum 413

Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600458

Uniek nr. 1.40.1.1941 Coördinaten X=150151 / Y=364365 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder onbekend Datum vondst onbekend Verwerving Beschrijving Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolihicum B Cultuur onbekend Toelichting gepolijst Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600459

Uniek nr. 1.40.1.1954 Coördinaten X=152850 / Y=372550 Plaats Onbekend Toponiem Broodven Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst 1968/1971 Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving vindplaaats op hoge akker ten zuiden van het Broodven Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting "lithisch materiaal" Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600474

Uniek nr. 1.40.1.1955 Coördinaten X=152900 / Y=372950 Plaats Onbekend Toponiem Broodven Naam vinder P. Dijkstra Datum vondst 1968/1971 Verwerving archeologisch: veldkartering

414

Beschrijving vindplaats op vrij hoge akker te noorden van het Broodven Datering Neolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting "lithisch materiaal" Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600475

Uniek nr. 1.40.1.1956 Coördinaten X=153050 / Y=373110 Plaats Onbekend Toponiem Broodven/Franse kuiltje Naam vinder onbekend Datum vondst 26722 Verwerving onbekend Beschrijving vindplaats: akker ten Nw van het Broodven/bij het Franse "kuiltje" (een voormalig venntje) Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur Stein-groep Toelichting wandscherf; gladwandig; verschraald met grove kwartsiet; roodbruin Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600476

Uniek nr. 1.40.1.1957 Coördinaten X=152690 / Y=373090 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder J. Biemans Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving gevonden op omgeploegd bosperceel Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur Stein-groep Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600477

Uniek nr. 1.40.1.1958 Coördinaten X=152670 / Y=373110 Plaats Onbekend Toponiem 415

Naam vinder J. Biemans Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving gevonden op omgeploegd bosperceel Datering Laat-Neolitthicum A - Midden-Bronstijd Cultuur Toelichting aan twee zijden geretoucheerd Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600478

Uniek nr. 1.40.1.1959 Coördinaten X=152710 / Y=373060 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder J. Biemans Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving gevonden op omgeploegd bosperceel Datering Neolithicum - Midden-Bronstijd Cultuur Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600479

Uniek nr. 1.40.1.1960 Coördinaten X=152710 / Y=373060 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder J. Biemans Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving gevonden op omgeploegd bosperceel Datering Paleolithicum - Bronstijd Cultuur Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600480

Uniek nr. 1.40.1.1961 Coördinaten X=152950 / Y=373640 Plaats Onbekend 416

Toponiem Naam vinder G. Beex Datum vondst onbekend Verwerving onbekend Beschrijving oppervlaktevondst op zandpad Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting snede van bijl van grijze vuursteen Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600481

Uniek nr. 1.40.1.1962 Coördinaten X=153710 / Y=374390 Plaats Onbekend Toponiem Hobbeler Haai Naam vinder J.M. van Doorn Datum vondst 1911 Verwerving niet-archeologisch: grondwerkzaamheden (ontginning) Beschrijving Datering Midden-Neolithicum B - Laat-Neolithicum A Cultuur Stein-groep Toelichting Lousberg-vuursteen Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600482

Uniek nr. 1.40.1.1963 Coördinaten X=156950 / Y=372275 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder onbekend Datum vondst 27363 Verwerving onbekend Beschrijving vindplaats: geploegde zandige akker met enig reliëf Datering Midden-Neolithicum A - Laat-Neolithicum B Cultuur Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600483

Uniek nr. 1.40.1.2086

417

Coördinaten X=153500 / Y=372530 Plaats Onbekend Toponiem zandheuvel eikestraat Naam vinder Datum vondst 1950 Verwerving onbekend Beschrijving terra Sigillata bodemscherf Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur J. Slofstra / N. Roymans Bron Slofstra-archief Nummer 600614

Uniek nr. 1.40.1.2087 Coördinaten X=153470 / Y=372590 Plaats Onbekend Toponiem akker ten noorden van het bosje met de grafheuvels Naam vinder Datum vondst Verwerving Beschrijving Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600615

Uniek nr. 1.40.1.2088 Coördinaten X=153550 / Y=374360 Plaats Onbekend Toponiem Hobbeler Haai Naam vinder Datum vondst 1974 Verwerving oppervlaktevondst Beschrijving 10 scherven prehistorisch aardewerk, 2 scherven romeins aardewerk Datering ijzertijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600616

418

Uniek nr. 1.40.1.2089 Coördinaten X=152540 / Y=372760 Plaats Onbekend Toponiem Heesmortel-Zuid Naam vinder veldkartering V.U. studenten Datum vondst 1973 Verwerving oppervlaktevondst Beschrijving 40 scherven prehistorisch aardewerk, 3 scherven terra sigillata, 1 rand Romeins kommetje, scherven geglazuurd en ongeglazuurd aardewerk Datering ijzertijd - middeleeuwen Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600617

Uniek nr. 1.40.1.2090 Coördinaten X=156920 / Y=376790 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst 1975 Verwerving oppervlaktevondst Beschrijving 3 scherven Romeins aardewerk Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600618

Uniek nr. 1.40.1.2091 Coördinaten X=153050 / Y=373130 Plaats Onbekend Toponiem N-O van het Broven Naam vinder Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving onbekend Datering late IJzertijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur 419

Bron Slofstra-archief Nummer 600619

Uniek nr. 1.40.1.2092 Coördinaten X=153050 / Y=373130 Plaats Onbekend Toponiem westkant van vennetje in N.O. hoek akker Naam vinder veldkartering V.U. studenten Datum vondst 1973 Verwerving oppervlaktevondst Beschrijving 50 scherven prehistorisch aardewerk, scherf grove kwartsmagering, randscherf met vingertopindrukken, rand hardgebakken Romeins aardewerk, scherven geglazuurd en ongeglazuurd aardewerk Datering ijzertijd - middeleeuwen Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600620

Uniek nr. 1.40.1.2093 Coördinaten X=157030 / Y=373300 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst 1973 Verwerving oppervlaktevondst Beschrijving 1 scherf van prehistorisch aardewerk, 1 scherf van kruik of Datering ijzertijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600621

Uniek nr. 1.40.1.2094 Coördinaten X=157100 / Y=373225 Plaats Onbekend Toponiem Naam vinder Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving Terra Sigillata scherven 420

Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600622

Uniek nr. 1.40.1.2095 Coördinaten X=156950 / Y=373280 Plaats Onbekend Toponiem akker met enig reliëf aan de westzijde Naam vinder Datum vondst 1974 Verwerving oppervlaktevondst Beschrijving vuursteenafslagen, vuurstenen kling met retouche, scherven prehistorisch aardewerk, scherven Romeins aardewerk w.o. rand kookpot, 3 wandscherven, 1 wandscherf Terra Sigillata Datering Neolithicum - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600623

Uniek nr. 1.40.1.2096 Coördinaten X=156200 / Y=372180 Plaats Onbekend Toponiem profiel langs ontgrond akkercomplex Naam vinder J. Groels en H.C. Keunen (1969) Datum vondst 1969-1974 Verwerving oppervlaktevondst Beschrijving artefacten Tjongercultuur in Allerodlaag, scherven prehistorisch aardewerk, scherven Romeins aardewerk Datering paleolithicum - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur onbekend Bron Slofstra-archief Nummer 600624

Uniek nr. 1.40.1.2097 Coördinaten X=152300 / Y=372920 Plaats Onbekend Toponiem Boevenheuvel (hoge deel van de akker aan de zuidkant van

421

de weg Eersel-Dommelen) Naam vinder veldkartering V.U. studenten Datum vondst 1973 Verwerving oppervlaktevondst Beschrijving scherven prehistorisch aardewerk, Romeins aardewerk w.o. rand Arentsburgpot, rand kookpot, wandfragment gevernist potje, fragment glazen ribbelkom, 2 vuursteen afslagen, scherven geglazuurd aardewerk Datering ijzertijd - middeleeuwen Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600625

Uniek nr. 1.40.1.2098 Coördinaten X=152360 / Y=372930 Plaats Onbekend Toponiem Boevenheuvel Naam vinder veldkartering V.U. studenten Datum vondst 1973 Verwerving oppervlaktevondst Beschrijving scherf van een Romeinse amfoor Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur onbekend Bron Slofstra-archief Nummer 600626

Uniek nr. 1.40.1.2099 Coördinaten X=152300 / Y=372920 Plaats Onbekend Toponiem Boevenheuvel Naam vinder J. Biemans Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving terra sigillata scherven Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600627

422

Uniek nr. 1.40.1.2101 Coördinaten X=149690 / Y=368680 Plaats Onbekend Toponiem De Bochten Naam vinder Datum vondst 1977 Verwerving onbekend Beschrijving randfragment romeinse kruikamfoor Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting CAA nr. 1977:269 Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600629

Uniek nr. 1.40.1.2102 Coördinaten X=154340 / Y=371080 Plaats Onbekend Toponiem Enderakkers Naam vinder Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving onbekend Datering onbekend - onbekend Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600630

Uniek nr. 1.40.1.2103 Coördinaten X=152420 / Y=372670 Plaats Onbekend Toponiem De Hoef Naam vinder Datum vondst Verwerving onbekend Beschrijving onbekend Datering Romeinse tijd - Romeinse tijd Cultuur onbekend Toelichting Literatuur Bron Slofstra-archief Nummer 600631 423

Uniek nr. 1.40.1.2218 Coördinaten X=148750 / Y=368100 Plaats Weebosch Toponiem Weyerkens Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Paleolithicum - Midden-Paleolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; WEE-WEY Nummer 600753

Uniek nr. 1.40.1.2219 Coördinaten X=148750 / Y=368100 Plaats Weebosch Toponiem Weyerkens Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; WEE-WEY Nummer 600754

Uniek nr. 1.40.1.2220 Coördinaten X=148750 / Y=368100 Plaats Weebosch Toponiem Weyerkens Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Vroeg-Mesolithicum - Laat-Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur

424

Bron archief-Van Gisbergen; WEE-WEY Nummer 600755

Uniek nr. 1.40.1.2221 Coördinaten X=148750 / Y=368100 Plaats Weebosch Toponiem Weyerkens Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Nieuwe Tijd - Niewe Tijd Cultuur Toelichting bruin geglazuurd Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; WEE-WEY Nummer 600756

Uniek nr. 1.40.1.2268 Coördinaten X=149750 / Y=368700 Plaats Bergeijk Toponiem Haagdoorn Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; LOO Nummer 600803

Uniek nr. 1.40.1.2269 Coördinaten X=149750 / Y=368700 Plaats Bergeijk Toponiem Haagdoorn Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Neolithicum Cultuur

425

Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; LOO Nummer 600804

Uniek nr. 1.40.1.2270 Coördinaten X=152225 / Y=367025 Plaats Bergeijk Toponiem Voorste A Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting evt. jonger Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; VOORSTE 152225x367025 Nummer 600805

Uniek nr. 1.40.1.2271 Coördinaten X=152225 / Y=367025 Plaats Bergeijk Toponiem Voorste A Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Midden-Mesolithicum - Neolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; VOORSTE 152225x367025 Nummer 600806

Uniek nr. 1.40.1.2272 Coördinaten X=154800 / Y=366225 Plaats Bergeijk Toponiem Burg. Aartslaan Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum 426

Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; BE-BARR Nummer 600807

Uniek nr. 1.40.1.2273 Coördinaten X=154800 / Y=366225 Plaats Bergeijk Toponiem Burg. Aartslaan Naam vinder P. van Gisbergen Datum vondst onbekend Verwerving archeologisch: veldkartering Beschrijving Datering Mesolithicum - Mesolithicum Cultuur Toelichting Literatuur Bron archief-Van Gisbergen; BE-BARR Nummer 600808

Complextype Molen

Uniek nr. Bergeijk Coördinaten X= 152350 / Y= 369965 Plaats Bergeijk Toponiem de Molen Naam vinder RAAP Archeologisch Adviesbureau Datum vondst 6-7-2001 Verwerving archeologisch: boring Beschrijving br nr 3: 125 cm -MV Datering Late Middeleeuwen - Late Middeleeuwen Cultuur Niet van toepassing Toelichting Omdat tot op heden onzeker was of zich onder de molenbelt van de Bergeykse standaardmolen al dan niet een grafheuvel verschool, werd deze plaats in het kader van het AMR project aan een nader onderzoek onderworpen. Door de aanwezigheid van de molen kon niet worden geboord op het hoogste gedeelte van de molenbelt. De onderbouw van de molen is goeddeels omtimmert en in gebruik als opslagplaats, terwijl tussen de gemetselde pijlers, waarop de molen is gefundeerd, bestrating is aangebracht. De geboorde raai lag aan de zuidzijde van de molenbelt en de hoogste boring werd juist naast het genoemde straatje geplaatst. De bovenste 40 cm van de heuvel bleek te bestaan uit een recent verstoorde of -aangebrachte laag. Daaronder bevindt zich een ophoging van schoon geel zand met wat geelbruine vlekken. In deze omgeving bestaat de bodem uit een moderpodsol en de oorspronkelijke heuvel is opgeworpen met dit materiaal. In dit ophogingpakket komen inspoelingsbandjes voor die er op duiden dat de basis van de molenbelt in ieder geval al vrij oud moet zijn. Deze oudtijds opgeworpen heuvel rust op zijn beurt op een grijze akkerlaag waarin wat houtskool voorkomt. Ook in het bovenste gedeelte van de hieronder liggende B-horizont komt, door bioturbatie of inspoeling, nog wat 427

houtskool voor. Op het hoogste gedeelte van de heuvel ligt deze akkerlaag ca. 1.20 onder het maaiveld. Dit alles deed aanvankelijk het vermoeden rijzen dat de kern van de molenbelt inderdaad zou kunnen bestaan uit een oude grafheuvel. De daaronder liggende akker zou in dat geval uit de prehistorie dateren. Omdat een goede kans bestond dat zich in dit akkerpakket dateerbaar materiaal zou bevinden werd de megaboor ingezet waarvan de inhoud werd uitgezeefd op een zeef met een maaswijdte van 0,5 cm. Tot ieders verrassing leverde dit bij een boring twee middeleeuwse scherfjes op die zich bevonden in de akkerlaag onder de heuvel. De datering van dit aardewerk zal vermoedelijk ergens rond de 11e eeuw moeten worden gezocht. De conclusie die uit dit onderzoek kan worden getrokken luidt dat de basis van de molenbelt werd opgeworpen op een akkerperceel dat niet ouder kan zijn dan de 11e eeuw. Uit historische bronnen is bekend dat op deze plaats reeds in de 14e eeuw de oudste voorganger van de huidige molen werd gebouwd. Alles wijst er op dat de heuvel in die periode werd aangelegd als molenbelt, en dat het vermoeden dat daarvoor een bestaande grafheuvel als basis werd gebruikt, ongegrond is. Van het oud oppervlak onder de heuvel (oude akkerlaag) en een plag zijn stuifmeelmonsters genomen om de datering te controleren. Literatuur Bron Archis Nummer 3261135100

Complextype bewoning (inclusief verdediging)

Uniek nr. Bergeijk Coördinaten X= 153200 / Y= 371900 Plaats Bergeijk Toponiem De Paal Naam vinder van der Straaten Datum vondst 1-1-2002 Verwerving niet-archeologisch: kartering Beschrijving 3x Kwartsieten spits, type: trapezium, subtype: rechthoekig trapezium (P. Dijkstra: ongelijkbenige vierhoek), materiaal: Wommersomkwartsiet, cultuur: Michelsbergcultuur Datering Midden Neolithicum B - Midden Neolithicum B Cultuur Michelsberg-cultuur Toelichting Op zondag 3 oktober 2010 werd tijdens een vondsten-determinatiemiddag in het streekmuseum 'De Acht Zaligheden' te Eersel in het kader van het provinciale project 'Onder Onze Voeten' (een onderdeel van de provinciale programmalijn 'Schatten van Brabant') van de Provincie Noord-Brabant door een bezoeker een grote hoeveelheid Literatuur Bron Archis Nummer 3269528100

Uniek nr. Bergeijk Coördinaten X= 152295 / Y= 369256 Plaats Bergeijk Toponiem Naam vinder Grontmij Datum vondst 5-3-2012 Verwerving archeologisch: begeleiding Beschrijving gedraaide fles en zalfpot Datering Nieuwe Tijd Laat - Nieuwe Tijd Laat Cultuur Onbekend

428

Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 3966509100

Uniek nr. Bergeijk Coördinaten X= 155570 / Y= 371250 Plaats Westerhoven Toponiem WESDO4; Dorpstraat Naam vinder RAAP Archeologisch Adviesbureau Datum vondst 26-3-2014 Verwerving archeologisch: opgraving Beschrijving Zuidlimburgs aardewerk; opgraving middeleeuws erf; periode eind 12e - begin 13e eeuw. Ook enkele greppels uit de LMEB-NT. Datering Late Middeleeuwen A - Late Middeleeuwen A Cultuur Niet van toepassing Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 3968486100

Complextype onbepaald

Uniek nr. Bergeijk Coördinaten X= 149743 / Y= 367372 Plaats Luyksgestel Toponiem Hoge Rijt 6 Naam vinder Econsultancy BV Datum vondst 17-5-2013 Verwerving archeologisch: begeleiding Beschrijving Datering Cultuur Niet van toepassing Toelichting Literatuur Bron Archis Nummer 3970072100

429

Bibliografie Bergeijk

Aalst, Th. Van der. Opgravingen in Hoogeloon en Riethoven. De Rosdoek 31 (1984) 13-15.

Adams, J., Het lange van de langgevelboerderij. In: De Keersopper 2 (2007), nr. 6, p. 16-18.

Adrichem, D. van.., Bijdrage tot de kerkelijke geschiedenis van Westerhoven in de 15de eeuw. Bossche Bijdragen 2 (1918-1919)146.

Anonymus, 1950: Riethoven, Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek I-18, 46.

Anonymus, 1951a: Bergeijk, Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 2-2, 2.

Anonymus, 1957: Bergeijk, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond zesde serie 10, *184-185.

Anonymus, 1958c: Luijksgestel, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond zesde serie 11, *228.

Anonymus, 1959: Bergeijk, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond zesde serie 12, *59, *84-*85 en *248-*249.

‘Ansichtkaarten : het doktershuis - het Teutenhuis’, In: Keersopper 2 (2007), nr. 5, p. 24-25

Arts, N., 1975: Mesolithische oppervlaktevondsten van de Zwarte Horst Weyer in de gemeente Luijksgestel (N.BR.) (Bijdragen tot de studie van het Brabantse Heem deel XIII), Eindhoven.

Arts, N. 1999c: Archeologische vondsten. Vuurstenen 'steker' uit de oude steentijd uit Riethoven (gemeente Eersel), Nieuwsbrief Archeologie Kempen- en Peelland 3-4, 11.

Adams, J., ‘Het lange van de langgevelboerderij’, In: Keersopper 2 (2007), nr. 6, p. 16-18

Asseldonk, M.M.P. van. Helmondse cijns veghel I (1406 - 1540). Zpl., 1988. (1988b)

Asseldonk, M.M.P. van. Cijnsboeken van de heer van Helmond (±1600 - 1783) betreffende Veghel. zpl., 1988. (1988c)

Asseldonk, M.M.P. van. Helmondse cijnsregisters betreffende Veghel 1599 - 1783. Zpl., 1988. (1988d)

Asseldonk, M.M.P. van. De Meierij van 's-Hertogenbosch. De evolutie van plaatselijk bestuur, bestuurlijke indeling en dorpsgrenzen, circa 1200 - 1832. Oosterhout, 2002.

Asseldonk, M. van. De Meierij ontrafeld. Plaatselijk bestuur, dorpsgrenzen en bestuurlijke indeling in de Meierij van ’s-Hertogenbosch, circa 1200-1832. Tilburg, 2003.

Asseldonk, M.M.P. van, K.A.H.W. Leenders. Een middeleeuwse IJzeren Rijn? De route Antwerpen - Roermond. Noordbrabants Historisch Jaarboek 20 (2003) 53 - 92.

Asseldonk, M. van. Bergeijk in de Late Middeleeuwen. Aspecten van heerlijk gezag en het ontstaan van grenzen. Noord-Brabants Historisch Jaarboek 27 (2010) (ter perse).

430

Bannenberg, G.P.J., 1957a: Merovingisch aardewerk in Noord-Brabant, Brabants Heem IX, 74-79.

Bannenberg, G.PJ., 1960: Vroegere vondsten te Westerhoven, Brabants Heem XII, 56-60.

‘Bestek en voorwaarden voor het bouwen van de woning van onderwijzer Panken te Westerhoven in het jaar 1851’, In: De Rosdoek nr. 16 (september 1979), p. 12-14 B. Beex, Koude Oorlog in de Kempen - het Korps Luchtwacht Dienst (z.p. z.j.).

Beex, G., 1963a: Archeologisch overzicht van de gemeente Riethoven, Brabants Heem XV, 131-135.

Beex, G., 1964c: Vondstmeldingen, Brabants Heem XVI, 88-90.

Beex, G., 1966e: Bergeijk, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bont 65, *54.

Beex, G., 1966l: Bergeijk, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 65, *84.

Beex, G., 1967h: Riethoven, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 66, *65.

Beex, G., 1968f: Riethoven, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 67, *86.

Beex, G., 1969a: Merovingische vondsten te Riethoven, Brabants Heem XXI, 121-122.

Beex, G., 1969e: Riethoven, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 68, *102.

Beex, G., 1970b: Bergeijk, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 69, *43.

Beex, G., 1970d: Luijksgestel, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 69, *43. Beex, G., 1970i: Bergeijk, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 69, *69.

Beex, G., 1970j: Riethoven, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 69, *70.

Beex, G., 1970k: Westerhoven, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 69, *70.

Beex, G., 1971e: Riethoven, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 70, *142.

Beex, G., 1972b: Riethoven, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 71, *60.

Beex, G., 1972f: Riethoven, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 71, *91.

Beex, G., 1972j: Bergeijk, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 71, *143- 144.

Beex, G., 1973f: Riethoven, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 72, *15.

Beex, G., 1974d: Bergeijk, Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1974, 111.

Beex, G., 1974e: Riethoven, Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1972, 130.

Beex, G., 1976a: Bergeijk, Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1974, 111.

431

Beex, G. Drie dorpen een gemeente. Een bijdrage tot de geschiedenis van Hoogeloon, Hapert en Casteren. Hapert, 1987.

Berkel, G. van, K. Samplonius. Nederlandse plaatsnamen. De herkomst en betekenis van onze plaatsnamen. Utrecht, 1995.

Biemans, J., Bergeijk, De Weebosch : Parochie Sint Gerardus Majella 1907-2007 Stichting Eicha (Bergeijk 2007)

Biemans, J., ‘Was Kaiewas Kwadewas?’ In: De Rosdoek nr. 91 (september 1999), p. 13-22

Biemans, J., Rijthovens kerkboek, Stichting Rijthovens Historie (Valkenswaard 1992)

Biemans, J., ‘Speurtocht naar Tiberiacum’, In: De Rosdoek nr. 46 (december 1987), p. 16-19

Biemans, J., Jos Deeben en Frans Theuws, Eicha Museum Bergeijk, Stichting Eicha (Bergeijk 1984)

Biemans, J. & Mary Klein Holkenborg-Huethorst, En de boer hij ploegde voren (Bergeijk 1986)

Biemans J.H.C. & F.A.J. van Gemert, Bergeijk in oude ansichten, waarin opgenomen afbeeldingen van 't Hof, 't Loo en de Weebosch (Zaltbommel 1972)

Biemans, J., De oude Hofkerk, Bergeijk : een beknopte samenvatting in woord en beeld van tien eeuwen wel en wee van de Bergeijkse (Hapert 1983)

Biemans, J., Mozaïek van Het Stoom : zuivelindustrie Bergeijk, 1894-2001 (Bergeijk 2002)

Biemans, J., ‘Kempense bergen en heuvels geslecht’, In: De Rosdoek nr. 80 (december 1996), p. 5- 14; nr. 81 (maart 1997), p. 19-22

Bieze, J.W., ‘De 17e eeuwse douanepalen te Budel, Someren en Bergeijk.’ In: Merckenswaert 6 (1997), p. 47-54

Blom, J.C.H., Lambert (red.). Geschiedenis van de Nederlanden. Baarn, 2006.

Boer, A. van den, ‘Vechtend om Kockaertskolk, Turkenshoek en Moonkensputje : twee eeuwen grenstwisten tussen Lommel en Bergeijk (1616-1770)’. In: De Rosdoek nr. 65 (april 1993), p. 3-15; nr. 66 (juli 1993), p. 3-13; nr. 67 (oktober 1993), p. 4-13

Bohmers, A., 1961a: Luiksgestel, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond serie 6, 14, *241.

Bolmers, J.B.. Over zeer oude Linden. Brabants Heem 17 (1975) 40- 45.

Boks, H.K.F., Een poging om het "Luijksgestel" van weleer terug te vinden (Maarheeze 1976)

Buisman, A., 1964: Bergeijk, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond serie 6, 17, *285-*286.

Bruyn, L.E.C.M. de, Industrieele vestigingsfactoren der gemeente Bergeijk. Economisch Technologisch Instituut voor Noord-Brabant (Tilburg 1939)

Bussing, J., & A.P.G. Slenders Boerenbond Bergeijk 't Loo en 't Hof : geschiedenis vanaf de oprichting in 1903 tot aan de fusie in 1992 (Bergeijk 1996)

432

Camps, H.P.H.. Oorkondenboek van Noord - Brabant tot 1312. Deel I, De Meierij van 's - Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert). Den Haag, 1979.

Cijnsboek Bergeijk, Westerhoven, Borkel, Schaft, Riethoven over de jaren 1794-1886, ALGEM A 1139 (RHCe)

Coenen, J., W. van Leeuwen, J. Erftemeijer, Een heilig huisken : de Heilig Kruiskapel te Luijksgestel Stichting Vrienden van de kapel van het H. Kruis (Luijksgestel 1987)

Cultuurhistorische inventarisatie provincie Noord-Brabant : gemeente Bergeijk. (’s-Hertogenbosch 1983)

Cultuurhistorische inventarisatie provincie Noord-Brabant : Luijksgestel (’s-Hertogenbosch 1983)

Cultuurhistorische inventarisatie provincie Noord-Brabant : gemeente Riethoven (’s-Hertogenbosch 1984)

Cultuurhistorische inventarisatie provincie Noord-Brabant : gemeente Westerhoven (’s- Hertogenbosch 1984)

Cuvelier, J.. Les denombrements de foyers en Brabant (XIVe - XVIe siècle). Brussel, 1912.

Das, J., (et al.), Riethoven toen (Riethoven 1982)

De acht cahiers van het Gilde St. Martinus Luijksgestel Luijksgestel : Gilde St. Martinus (1978)

"De Blokhut" van Bergeijk, Separaat uit" De Spiegel", 6-2-1954. - 2 p.

Debrabandere, F., M. Devos, P. Kempeneers, V. Mennen, H. Ryckeboer, W. van Osta. De Vlaamse gemeentenamen. Verklarend woordenboek. Brussel (Davidsfonds), 2010.

De technische en economische problemen van de landbouw in Riethoven, Rijkslandbouwconsulentschap (Eindhoven 1952)

De oude gildepapieren van het Gilde St. Martinus Luijksgestel Luijksgestel : Gilde St. Martinus (1977)

Dooremolen, W. van, De historie van De Ploeg en zijn weverij te Bergeijk (Bergeijk 2009)

Dooremolen, W. van, ‘Het kloosterkerkhof met een 100 jarige kapel’ In: Keersopper 1 (2006), nr. 2, p. 3-5

Dooremolen, W. van, ‘Bergeijkse beken en de Keersop’, In: Keersopper 2 (2007), nr. 6, p. 11-16

Dooremolen, W. van, ‘Over grensconflicten in vroeger tijd en een ommetje van nu’. In: Keersopper 2 (2007), nr. 5, p. 7-8

Dooremolen, W. van, ‘De kapel "opten Webosch"’, In: Keersopper 2 (2007), nr. 7, p. 2-4

Dooremolen, W. van & J. Mandigers, ‘Een rondrit langs gemeentelijke monumenten’. In: Keersopper 2 (2007), nr. 7, p. 15

Dooremolen, W. van, ‘Het Luihuis te Bergeijk’. In: Keersopper 2 (2007), nr. 7, p. 16-19

Dijkstra, P., 1976: Steentijdvondsten uit Riethoven: Neolithisch of Paleolithisch?, in: Westerheem 25, 188-195.

433

Enno van Gelder, H., 1953: Een muntvondst te Bergeijk. Brabantia 2, 117-126.

‘Eicha Museum’, In: De Rosdoek nr. 20 (januari 1981), p. 11-13

Enklaar, D. Th.. Gemeene gronden in Noord-Brabant in de Middeleeuwen. In het licht gegeven door D.Th. Enklaar. Utrecht, 1941.

Evelein, M.A., 1910: Opgraving van een Urnenveld bij Riethoven, Oudheidkundige Mededeelingen van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden IV, 31-43.

Een grenscorrectie van honderdvijftig jaar geleden : de bewogen geschiedenis van Luijksgestel, Separaat uit: "Katholieke Illustratie", 20-10-1949. - 2 p.

Felix,, P., 1945. Das Zweite Jahrtausend vor der Zeitrechnung in den Niederlanden: Studien zur Bronzezeit, Rostock

Gemeente Bergeijk, Suurland’s Vademecum, Lijst van bijzondere gebouwen (1990)

Giffen, A.E. van, 1937: Het kringgrepurnenveld te Wilreit, Gem. Bergeijk, Bouwsteenen van de Brabantsche oergeschiedenis. Opgravingen in de Provincie Noord-Brabant 1935, 's-Hertogenbosch, 47-53.

Gool, A., De Kempen in vogelvlucht (Hapert 1992)

Goossens, R.J.I., ‘De raadhuizen van Bergeijk’. In: Campinia 16 (1986), p. 4-14

Hagen, J.W. ‘Nog twee reparaties aan de kerk van Riethoven (1719 en 1735)’. In: De Rosdoek 64 (januari 1993), p. 17-25

Hagen, J.W. ‘Een reparatiebestek van de kerk van Riethoven uit 1712’. In: De Rosdoek nr. 62 (april 1992), p. 5-19

Hagen, J.W., ‘"Bergeyck daer is een huys van outs t'Casteel genaempt" : Kempische contributies voor krijgsvolk in Bergeijk, 1587-1592.’ In: Het Brabants kasteel 11 (1988-89), p. 63-102

Halbertsma, H., 1975: Bergeijk, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 74, 51-53. Habertsma, H. en Pernis, A. van, 1976: Bergeijk, gem. Bergeijk. R.K. Parochiekerk, in:Jaarverslag ROB 1974, Amersfoort, 36.

Ham, W. van & Wim van Dooremolen, ‘De markt Bergeijk 't Hof rond 1832’. In: Keersopper 1 (2006), nr. 1, p. 7-10

Ham, W. van, ‘De instorting van de toren van de Hofkerk’. In: Keersopper 2 (2007), nr. 6, p. 19-20

Ham, W. van, ‘Onze Lieve Vrouw van Brabant’, In: Keersopper 1 (2006), nr. 3, p. 4-6

Ham, W. van & J. Bussing, ‘Joodse mensen in Bergeijk’ In: Keersopper 1 (2006), nr. 3, p. 9-10; (2007), nr. 4, p. 5-6

Ham, W. van, ‘Een zelfstandige parochie voor de Weebosch’. In: Keersopper 1 (2006), nr. 3, p. 11-12

Heiden, J. van der, & Vlierberghe, P. van, De Weebosch in de Kempen ... : geschiedenis en verhalen van de Weebosch en zijn bewoners (Bergeijk 1982)

434

Heijden, P. van der, D. Zweers ; met een bijdr. van Jos Laus, Een geschenk voor een 1000-jarige : het Maarschalkerweerd-orgel in de Bergeijkse Hofkerk (2001)

‘Het Eicha-museum te Bergeijk’, In: De Rosdoek nr. 9 (mei 1977), p. 5-6

Hermans, C.R., 1865: Noordbrabantse Oudheeden, ’s-Hertogenbosch.

Holwerda, J.H., 1913: Het urnenveld van Riethoven, in: Oudheidkundige Mededeelingen van het Rijksmuseum van Oudheden, Leiden, 91-99.

Holwerda, J.H., 1924: Geschiedkundige atlas van Nederland, ’s-Gravenhage.

Hoof, M.C.J.C. van, E.A.T.M. Schreuder, B.J.Slot (red.). De archieven van de Nassause Domeinraad 1581 - 1881 met retroacta vanaf de dertiende eeuw. Den Haag, 1997.

Hulsel, T. van, Weg van Westerhoven 1996-1997 : feiten en impressies van voor en na het einde van de Westerhovense zelfstandigheid (Westerhoven 1998)

Kautz, P.M., Gilde St. Martinus Luijksgestel, 1595 - 1975 : geschiedenis, tradities, activiteiten Gilde St. Martinus, (Luijksgestel 1975) Kessel, J. van, F. Roijmans, Natuurgebied het Kroonven: Kroonven – Klein Kroonven en Tjopvenneke. (z.p.), 1993.

Klaveren, H.W. van, 2005: Waarderend onderzoek door middel van proefsleuven (IVO3) Heuvel te Westerhoven: gemeente Bergeijk (= Synthegra Archeologie rapport, 175244), Dordrecht.

Knaepen, R., Regesten uit de Schepenprotocollen van de Dingbank, Vrijheid en Heerlijkheid Bergeijk, Riethoven, Westerhoven, Borkel en Schaft (Bergeijk 1992)

Knaepen, R., Schepenprotocollen van de vrijheid en dingbank Bergeijk, Rijthoven, Westerhoven, Borkel en Schaft : 1683-1725 Eicha Museum Stichting Eicha (Bergeijk 1990)

Knoops, H., Een handkracht-boterfabriek in Riethoven van 1895 tot 1915 (Riethoven 1993

Kolman, C., B.O. Meierink, R. Stenvert.. Monumenten in Nederland: Noord-Brabant. Zwolle, 1997.

Kuijper, E. de, Bergeijk en het Brabants volksleven van weleer ; met tek. van Janos Szikra (1995)

Kuysten, C.A., ‘De Gelukten (landstreek onder Boscheind in Luijksgestel)’, In: Taxandria 43 (1936), p. 275-277

Leenders, K.A.H.W.. Een totale landschappelijke omslag. IN: Eerenbeemt, H.F.J.M. van den (red.). Geschiedenis van Noord-Brabant, Deel II, Emancipatie en industrialisering 1890 - 1945. Amsterdam/Meppel, 1996, blz. 100 - 107.

Leenders, K.A.H.W., R. Berkvens. Oude Brabantse Akkers met een focus op de omgeving van Breda. IN: Doesburg, J. van, M. de Boer, J. Deeben, B.J. Groenewoudt, T. de Groot. Essen in zicht. Essen en plaggendekken in Nederland: onderzoek en beleid. Amersfoort (RACM), 2007.

Leeuwen, A.J.C. van, A.A.J. Verhoeven, A.F.T. Hutten, Luijksgestel in oude ansichten (Zaltbommel 1973)

Leeuwen, A. van, Kleine historische gids van Luijksgestel (1968)

435

Leeuwen, W. van, ‘Het huis "Raveschot" te Luijksgestel’, In: Brabants Heem 32 (1980), p. 78-84

Leeuwen, W., ‘Verandering : de Dorpsstraat van Luijksgestel’. In: De Rosdoek nr. 27 (december 1982), p. 19-23; nr. 30 (oktober 1983), p. 11-15; nr. 31 (januari 1984), p. 6-10; nr. 34 (december 1984), p. 11-18; nr. 37 (september 1985), p. 21-27; nr. 39 (maart 1986), p. 12-18; nr. 41 (oktober 1986), p. 17-24

Lijten, J.P.J.. Industriële monumenten Oirschot. Oirschot, 1996.

Maas, A.C., Grenskerken vanuit Valkenswaard (Heeze 1998)

Maes, N.C.M. Genetische kwaliteit inheemse bomen en struiken. Deelproject: Randvoorwaarden en knelpunten bij behoud en toepassing van inheemse genenmateriaal. Wageningen (Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN-DLO)), 1993.

Megens - Linders, A.M.H.. Transcriptie van het cijnsregister uit het archief van de raad en rentmeestergeneraal der domeinen, inv.nr. 193. Sint-Oedenrode 1646 - 1651. (zjr, zpl, op BHIC beschikbaar)

Melssen, J.Th.M.. Het gemeentewapen van Bergeijk. Kroniek van de Kempen 7 (1987) 82-83.

Melssen, J.Th.M.. Een onbekende oorkonde voor Eersel/Bergeijk. Brabants Heem 40 (1988) 72-75.

Melssen, J.Th.M.. Het gemeentewapen van Westerhoven. Kroniek van de Kempen 8 (1988) 75.

Melssen, J.Th.M.. Het nieuwe wapen van de gemeente Westerhoven. De Nederlandsche Leeuw 107 (1990) 453-454.

Melssen, J.Th.M.. Wapen en vlag voor de nieuwe gemeente Bergeijk. Van Schild en Vaan 6 (1999) 1- 4.

Meijer, M., Jonge heideontginningen in de gemeente Bergeijk (1813-1963), Doctoraalscriptie Sociale Geografie, KU Nijmegen (Bergeijk 1982)

Merckx, R., Het begin van een stad als Eindhoven, Klein Brabants Museum (Eindhoven 1981)

Meurkens, P.C.G., Bergeijkse notabelen (1800-1916) : een antropologische studie van de ontwikkeling en signatuur van de dorpselite in een Kempische gemeenschap (Bergeijk 1976) Scriptie Instituut voor Culturele en Sociale Antropologie, KU Nijmegen

Meurkens, P.C.G.. Bevolking, economie en cultuur van het oude Kempenland. Bergeijk, 1985.

Mierlo, H.T.A.M. van, ‘Westerhovense sprokkelingen’. In: De Rosdoek nr. 48 (juni 1988), p. 11-14; nr. 49 (oktober 1988), p. 16-17; nr. 51 (maart 1989), p. 24-26

Milikowski, E., 1985: Archeologische luchtkartering van het gebied Eersel-Riethoven-Bergeijk, in: Kempenproject 2, 79-85.

Modderman, P.J.R., 1951: Bergeijk, Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek II-3, 8-9.

Modderman, P.J.R., 1955: Het onderzoek van enkele Brabantse en Utrechtse grafheuvels, Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek VI, 44-65.

436

Modderman, P.J.R. 1960: Bergeijk, Archeologisch nieuws, in: Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond zesde serie 13, *191, *217-*218.

Modderman, P.J.R., 1960/1961: Een polychroom versierde pot uit Bergeijk, Noord-Brabant, Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 10/11, 548-551.

Modderman, P.J.R., 1967: The Kattenberg and the 'De Paal' urnfield near Bergeijk (), Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 17, 59-63.

Newell, R.R., 1975: Mesolithicum, in: G.J. Verwers (red.), Noord-Brabant in Pre- en Protohistorie, Oosterhout, 39-54.

Nooteboom, U., ‘Jeugd in de Kempen’, In: Land en volk van Brabant, p. 133-183

Nooteboom, U., Jeugd in de Kempen (Hapert 1983)

Nostrum, Christ van, ‘De landbouwvereniging van Bergeijk’, In: De Rosdoek nr. 85 (maart 1998), p. 12-17; nr. 86 (juni 1998), p. 6-10; nr. 87 (september 1998), p. 4-10

Nuenen, W.C.M. van, ‘Een stuk Westerhovense onderwijsgeschiedenis’, In: De Rosdoek nr. 13 (september 1978), p. 1-11; nr. 14 (januari 1979), p. 4-16; nr. 17 (januari 1980), p. 11-20; nr. 18 (mei 1980), p. 12-20; nr. 20 (januari 1981), p. 24-30; nr. 21 (mei 1981), p. 14-22

Nostrum, C., Weteringen in Bergeijk en Westerhoven : een vroege heideontginning (Bergeijk 2006)

Onna, E. van, In Bergeijk: Gerrit Rietveld/Mien Ruys (Veldhoven 2008)

‘Oorkonden van Bergeijk en Westerhoven vanaf de 14e eeuw’, In: Campinia 2 (1972-73), p. 167-169; 3 (1973-74), p. 16-18, 204

Panken P.N. & Sasse van Ysselt, A.F.O. van, Beschrijving van Bergeik (z.p. 1900)

Panken, P.N., 1845: Voorchristelijke begraafplaatsen in de heiden te Bergeik, Riethoven, Veldhoven, Steensel, Knegsel, Oerle, Wintelre, Hapert en Luiks-Gestel, I en II, in: C.R. Hermans, Bijdragen tot de Geschiedenis, Oudheden, Lettteren, Statistiek en Beeldende Kunsten der Provincie Noord-Braband, ’Hertogenbosch.

Parlevliet, M. & J.P. Flamman, 2003: Waterlaat 5 : archeologisch onderzoek op het toekomstige bedrijventerrein 'Waterlaat 5', Gemeente Bergeijk (= AACpublicaties, 11), Amsterdam.

Parlevliet, M. & J.P. Flamman, 2006: Aan de rand van Berga. Archeologisch onderzoek op het voormalige volkstuinen. Complex ten noorden van zorgcentrum St. Joseph (= AACpublicaties,13), Amsterdam.

Poppel-Stevens, L. van, Op de Hobbel : herinneringen aan mijn jeugd in de Brabantse Kempen (Eersel 2009)

Puijenbroek, F.J.M. van, ‘De Ploeg, landbouwkolonie te Best 1919-1929 / produktieve associatie te Bergeijk 1923-1957’. In: Bedrijven in eigen beheer, p. 237-283

Rahir, E., 1928: Musées royaux du cinquentenaire; Vingt-cinq années de recherches, de restaurations et de reconstitutions, Brussel.

437

Regteren Altena, H.H. van, 1986: Bergeijk, dorpskernonderzoek, in: W.J.H. Verwers: Archeologische Kroniek van Noord-Brabant 1981-1982 (Bijdragen tot de studie van het Brabantse Heem, 28), Waalre, 52-53.

Rijken, C., ‘Het heilige of Willibrordusputje te Westerhoven’. In: Taxandria 29 (1922), p. 129-132

Rijken, C., Het Gilde Sint Anna, 1488, te Riethoven (1930)

Roelofs, W., W. van Nuenen en F. Hoppenbrouwers, Tusse de haai en d'èkker : een greep uit de geschiedenis van Westerhoven Stichting Gemeenschapswerk Westerhoven en Comité Eeuwfeest Kerkgebouw Westerhoven (Westerhoven 1986)

Rooijakkers, G., ‘Ontgravers en begravers : Eicha Museum te Bergeijk in nieuw onderkomen’, In: Noordbrabants Historisch Nieuwsblad 8 (1994), nr. 1, p. 20-22

Roosenboom, H.F.W., Gemeente Bergeijk / Technische dienst "De Zuidelijke Kempen" Openbare en bijzondere gebouwen en terreinen; Bezienswaardigheden en recreatie (1976)

Sanders, J.G.M., W.A. van Ham, J. Vriens (red.). Noord-Brabant tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden 1572 - 1795. Een institutionele handleiding. Den Bosch/Hilversum 1996.

Slegers, A.C., De Kruiswegstaties in de kapel van het H. Kruis, Luijksgestel : aangeboden door de stichting Vrienden van de kapel van het H. Kruis, gewijd op zondag 18 november 2001, Stichting Vrienden van de kapel van het H. Kruis (2001)

Slofstra, J., 1977: Met Panken terug naar Boshoven, in: N. Roymans, J. Biemans, J. Slofstra & G.J. Verwers (red.), Brabantse Oudheden (= (Bijdragen tot de studie van het Brabantse Heem, XV), Eindhoven 55-70.

Slofstra, J., 1991: Een nederzetting uit de vroege ijzertijd op de Heesmortel bij Riethoven, in: H. Fokkens & N. Roymans (red.), Nederzettingen uit de bronstijd en de vroege ijzertijd in de Lage Landen (= Nederlandse Archeologische Rapporten, 13), 141-151.

Slofstra, J., M. Lammers & J. Aarts, 1993: Inheemse boeren in de Romeinse wereld. Nederzettingsonderzoek bij Riethoven, in: N. Roymans & F,. Theuws (red.), Een en al zand. Twee jaar graven naar het Brabantse verleden, ’s-Hertogenbosch, 58-72.

Smeulders, F.V., ‘Lommel en Luiksgestel : het Verdrag van Fontainebleau van 12 november 1807 en de Soevereine Besluiten van Prins Willem van Oranje-Nassau van 24 en 25 januari 1815’, In: Te Lomelle op die Campine 5 (1979), p. 76-96

Sprockhoff, E., 1934: Die Germanischen Vollgriffschwerter der jüngeren Bronzezeit (= Römisch- Germanische Forschungen 9), Berlin – Leipzig. Stroobant, L., 1904/1905: La Taxandrie Préhistorique. Essai de carte avec catalogue alphabétique des découvertes antéromaines, romaines et franques faites en Taxandrie, Taxandria II, 164-226.

Strijbos, H., ‘Gothische dorpskerken en -torens van de Kempische zandgronden : wat in de voorgaande bijdragen niet aan de orde kwam.’ In: De Rosdoek nr. 60 (augustus 1991), p. 2-15, 26; nr. 61 (december 1991), p. 27-30; nr. 63 (september 1992), p. 3-19; nr. 65 (april 1993), p. 17-20

Strijbos, H., ‘De kerk van Sint Petrus-Banden te Bergeijk’, In: De Rosdoek nr. 56 (juni 1990), p. 9-24

Strijbos, H., ‘Nogmaals : kerk en toren van Sint Martinus te Luijksgestel’. In: De Rosdoek nr. 58 (december 1990), p. 24-25

438

Strijbos, H., ‘Overpeinzingen rond houten middeleeuwse kerken in de Kempen’ In: De Rosdoek nr. 91 (september 1999), p. 3-13

Strijbos, H., ‘De Sint Willibrorduskerk van Riethoven’. In: De Rosdoek 53 (september 1989), p. 9-19

Strijbos, H., ‘Hofstede in Broekhoven? : de bouwgeschiedenis van een gesloopte boerderij’, In: Brabants Heem 50 (1998), p. 150-157

Strijbos, H., ‘Kerk en toren van Sint Martinus te Luijksgestel’. In: De Rosdoek nr. 57 (oktober 1990), p. 11-19

Theuws, F., ‘Archeologisch onderzoek in de dorpskern van Bergeijk’. In: Kempenprojekt 2, p. 57-66

Theuws, F.C., ‘Middeleeuwse parochiecentra in de Kempen 1000-1350’. In: Kempenprojekt 3, p. 97- 216

Theuws, F., ‘Laat-Middeleeuws aardewerk van de Lage Berkt (gemeente Bergeijk)’. In: Brabantse oudheden, p. 199-209

Theuws, F., 1976:‘Palissaden(?) op de grens van gemeynt en akkergebied in de Kempen’. In: Brabants Heem 28 (1976), p. 143-147

Theuws, F., 1976: Een Laat-Middeleeuwse watermolen te Bergeijk, Brabants Heem XXXVIII, 56-63.

Theuws, F., 1981: De oerparochie in de Kempen en hun belang voor het nederzettingsonderzoek I, de latere middeleeuwen, Brabants Heem XXXIII, 184-207.

Theuws, F.C., 1986: The integration of the Kempen region into the Frankisch empire (550-750): some hypotheses, Helinium XXVI, 121-136.

Theuws, F., 1989: Middeleeuwse parochie-centra in de Kempen 1000-1350, Het Kempenprojekt 3. De middeleeuwen centraal (= Bijdragen tot de studie van het Brabantse heem, 33), Waalre, 97-216 (speciaal 174-179).

Theuws, F., 1991: Landed property and manorial organisation in Northern Austrasia: some considerations and a case study, in: N. Roymans & F. Theuws (red.), Images of the past. Studies on ancient societies in Northwestern Europe (= Studies in pre- en protohistorie, 7), Amsterdam, 299-407.

Theuws, F. & H.A. Hiddink, 1996: Der Kontakt mit Rom., in: Die Franken. Wegbereiter Europas. Vor 1500 Jahren: König Chlodwig und seine Erben, Mainz, 66-80.

Thiadens, H.J.M., ‘Poging tot naamsverklaring van Bergeijk en Westerhoven langs geografische weg’ In: De Rosdoek nr. 47 (maart 1988), p. 21-23.

Vanderhoeven, A., 1991: Botanisch onderzoek van de vroege ijzertijd-nederzetting op de Heesmortel bij Riethoven, in: H. Fokkens & N. Roymans (red.), Nederzettingen uit de bronstijd en de vroege ijzertijd in de Lage Landen (= Nederlandse Archeologische Rapporten, 13), 153-162.

Vangheluwe, D., ‘Een reconstructie van het cijnsgoed van Thorn te Bergeijk’. In: Brabants Heem 41 (1989), p. 26-32

Vangheluwe, D., ‘Vergelijking van twee hertogelijke cijnsboeken te Bergeijk’. In: Te Lomelle op die Campine 18 (1992), nr. 1, p. 6-21

439

Vangheluwe, D., ‘Een episode uit de Tachtigjarige Oorlog in de heide tussen Bergeijk en Lommel (1587-1597)’. In: De Rosdoek 64 (januari 1993), p. 3-13

Vangheluwe, D., ‘Bergeijk, een reactie’, In: Het Brabants kasteel 12 (1989-90), p. 7-12

Vangheluwe, D., ‘De familie Verschuil van 1400-1600’ In: De Rosdoek nr. 78 (juni 1996), p. 12-22

Vangheluwe, D., ‘De pachthoeve van Tongerlo te Bergeijk.’ In: De Rosdoek nr. 61 (december 1991), p. 3-23

Vangheluwe, D., ‘De namen van Bergeijk’, In: De Rosdoek nr. 38 (december 1985), p. 5-11

Vangheluwe, D.C.L., ‘Historisch geografische verkenning in Bergeijk’, In: De Rosdoek nr. 55 (maart 1990), p. 20-28

Vangheluwe, D.C.L., ‘Vangheluwe Het centrum van Bergeijk in de 16de eeuw, een rekonstruktie’, In: In: De Rosdoek nr. 53 (september 1989), p. 20-26

Vangheluwe, D., ‘Stichting Eicha : verslag van de werkgroep naamkunde over de periode juli 1978 tot juli 1979’. In: De Rosdoek nr. 16 (september 1979), p. 5-11

Vangheluwe, D., Cijnsboek van de Hertog : Algemeen archief Brussel Chambres des Comptes, censier Bergeijk / Eersel, nr 45044 (1448-50) Eicha Museum Stichting Eicha

Vangheluwe, D., Cijnsboek van de Hertog van Brabant 3 juli anno 1543 getekend Jan Bax, Eicha Museum Stichting Eicha

Vangheluwe, D., ‘Local communities in their landscape in the rent district of Eersel/Bergeijk (14th-16th centuries)’. In: Land and Ancestors, p. 349-399

Vangheluwe, D., ‘Enderakkers een open akkercomplex met geschiedenis’ In: Keersopper 2 (2007), nr. 4, p. 2-4 ; nr. 5, p. 2-6 ; nr. 6, p. 21-24

Vangheluwe, D., Bergeijk : toponiemische verzameling Eicha Museum Stichting Eicha (Bergeijk 1989)

Vangheluwe, D., K. de Nooijer, R. Knaepen, J. Biemans, Bergeijk in Kaart. Historische geografie en toponymie, verkenning van grondbezit en grondgebruik, vanaf de middeleeuwen tot onze tijd (Bergeijk, 2009).

Veekens, M., ‘Bergeijk van 1626 tot 1658 een Heerlijkheid’. In: Keersopper 2 (2007), nr. 6, p. 2-9 ; nr. 7, p. 7-14

Vera, H.L.M.. Potstallen en esdekken. Een kritisch onderzoek naar het Brabantse landschap. Brabants Heem 54 (2002) 55 - 66.

Verdonk, H., Heijerstraat : de beschrijving van een buurtschap van Westerhoven (Westerhoven 2008)

Verhoeven, A., 1989: Middeleeuws aardewerk uit Bergeijk, Het Kempenprojekt 3. De middeleeuwen centraal (Bijdragen tot de studie van het Brabantse heem deel 33), Waalre, 217-243.

Versteegde, A., Relatie landschap en landbouw in Bergeijk, een gemeente in de Kempen (Bergeijk 1977) Kandidaatsscriptie KU Nijmegen

Verwers, W.J.H., 1983a: Archeologische Kroniek van Noord-Brabant 1979-1980 (Bijdragen tot de studie van het Brabantse heem, 23), Waalre.

440

Verwers, W.J.H., 1983b: Overige meldingen: Riethoven, Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1981, 141.

Visser, M.E. & J.P. Flamman, 2002: Inventariserend veldonderzoek op de "Sengerswei", te Bergeijk (= AACpublicaties, 15), Amsterdam.

Voordt-Pieck, L. van der, M. Kuijl. Statistiek der provincie Noord-Braband volgens de uitkomsten van het kadaster bij deszelfs invoering. Maastricht, 1845 (Geografisch Etablissement F. Desterbecq).

Wassink, J.F.A., W. Nouwen. Boerenschansen. Verscholen voor Staatsen en Spanjaarden. Weert (stichting Weerter Historie), 2008.

Weening, R., De natuur in onze omgeving : te voet en per fiets op verkenning in en rond Dommelen In: Dommelen, p. 181-192

Wieberdink, G.L. (samensteller). Historische Atlas van Noord-Brabant. Chromotopografische Kaart des Rijks 1:25.000. Den Ilp, 1989.

Wijnen, H.. Belangrijke historische bomen in Riethoven, uitgave IVN, Riethoven 1994.

Wit G. de, A. Sloos. De interpretatie van archeologische waarnemingen in Archis. Een concept voor een nieuwe set complextypen. Amersfoort, 2008. (Rapportage Archeologische Monumentenzorg 165).

Wolters-Noordhoff. Grote Historische Atlas van Nederland 1:50.000. Deel 4: Zuid Nederland 1838- 1857. Groningen 1990.

Ypey, J., 1957/1958: Een zeldzaam laat-Merovingisch glas in het rijengrafveld te Bergeijk, Noord- Brabant, Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 8, 82-91.

Ypey, J., 1959: De verspreiding van vroeg-middeleeuwse vondsten in Nederland, Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 9, 98-118.

Zoetmulder, S.H.A.M.. De Brabantse molens. Helmond, 1974.

441