Kijk Voor De Film Op De Autovisie Ipad De Rit Robert Opron
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
DE RIT ROBERT OPRON KIJK VOOR DE FILM OP DE AUTOVISIE IPAD 34 WWW.AUTOVISIE.NL TEKST ANDREW MASON FOTOGRAFIE ARNO LINGERAK ‘EEN AUTO ALS DE SM IS VANDAAG DE DAG COMPLEET OVERBODIG’ Tien jaar lang zette hij Citroën verder op de kaart na de fameuze DS en 2CV. Toch is hij is misschien wel de bekendste onbekende stilist uit de auto-industrie. Robert Opron, de man achter bijzondere Citroëns en meer. E MAN EN ZIJN AUTO”, GRAP IK terugkijken op het verleden. Een overtuiging die goed paste ALS WE OP DE FOTOCAMERA bij het eigenzinnige merk waar hij in 1964 startte. “De geest DE BEELDEN BEKIJKEN VAN van Citroën was om te onderzoeken, dus we waren constant OPRON MET DE SM VAN CLUB- op zoek naar vernieuwing.” Tien jaar lang leidde hij de desig- LID ROBIN VISSER. “Mais non”, nafdeling in Parijs nadat zijn leermeester Flaminio Bertoni reageert de stilist met omhoog (creator van de 2CV en DS. Niet te verwarren met Bertone) geheven vinger, “l’homme et la plotseling kwam te overlijden. Opron was op dat moment voiture.” Waarom? Omdat dit spe- amper twee jaar in dienst bij het fameuze Bureau d’Études cifieke exemplaar niet van hem en tevens de jongste werknemer van het designteam. Met is? Maar het is wel degelijk zijn tweeëndertig jaar stond hij aan het hoofd van een groep ont- ontwerp. “Nee, de auto staat nou werpers en ingenieurs die vier jaar later de DS zou restylen. eenmaal op zichzelf.” Ik ben hem Nadien schepte het team onder Oprons leiding drie andere, weer kwijt. Het kost me tijdens het zeer kenmerkende Citroëns: de SM, CX en GS. gesprek wel vaker enige moeite om de 79-jarige meester-stilist goed te Maar Oprons stempel op de auto-industrie is groter. Zijn volgen. Zijn geest is nog altijd scherp, portfolio is werkelijk indrukwekkend en bevat auto’s als de zeker, maar hij heeft zo zijn eigen kijk Renault 25 en de eerste Espace, maar ook de V6 GT en Fuego. op dingen. Zijn gedachtegang is hier en daar Aerodynamica en functionaliteit nemen een belangrijke wat fragmentarisch en zijn denkbeelden zijn dikwijls niet plaats in Oprons verzameld werk in. Zijn ontwerpen zijn zeer meer helemaal van deze tijd (“Airbags, waar zijn die goed divers, zo pende hij naast de Alfa Romeo SZ ‘il mostro’ (het voor? Na drie jaar werken ze toch niet meer”). Melancholisch beest) ook Franse stadsbussen, maar één of beide kenmerken zou ik hem echter ook niet willen noemen, want hoewel hij zie je in elke Opron terug. Het eerste komt voort uit zijn fas- Vissers puntgave SM zeker kan waarderen, toont hij er maar cinatie voor de vliegtuigindustrie. “Vliegtuigontwerpen zijn milde interesse voor. En dat past dan wel weer bij de Opron heel puur. Een mooi vliegtuig is vanuit zichzelf immers ook die vindt dat je vooruit moet kijken en innoveren in plaats van een goed vliegtuig dat veilig is en zich efficiënt voortbeweegt. WWW.AUTOVISIE.NL 35 DE RIT ROBERT OPRON Een auto hoeft die eigenschappen niet per se te hebben, maar alleen de schijn daarvan. In de vliegtuigindustrie verhul je ‘ DE DRANG NAAR INNOVATIE, een slecht ontwerp niet, dat valt domweg uit de lucht. Bij auto’s daarentegen kan marketing veel maskeren. Hoeveel AERODYNAMICA EN fabrikanten noemen tegenwoordig nog de luchtweerstand- coëfficiënt van hun nieuwe model?” Daarnaast moet een SCHOONHEID, KORTOM, DE auto functioneel zijn. Die eis verklaart ook waarom Opron al tien jaar rondrijdt in een Suzuki Wagon R+. “Een intel- DRANG OM VORM TE GEVEN, DIE ligente auto, zoals de 2CV dat was. En mijn hond past erin”, merkt hij droogjes op. “Wat heb je tegenwoordig nou nog aan ZIE IK NU NIET MEER TERUG’ twee-, drie-, vierhonderd pk? Je mag toch bijna nergens meer harder dan 120 of 130 km/h. In een 2CV kun je ook 100 km/h rijden en dan heb je tenminste nog het idee dat je hard gaat.” Enigszins tegenstrijdig klinkt het wel nadat hij vlak daar- voor bekende liever een betrouwbare V8 in de SM te hebben gehad dan de beruchte Maserati-V6 die Citroënbaas Robert Puisseux destijds wenste. Bovendien vertelt hij mooie herin- neringen te hebben aan de (test)ritten in SM’s. Samen met zijn ingenieurs vanuit Parijs richting Marseille met 200 km/h op de autoroute, na Dijon over B-wegen en nog dezelfde dag terug. “Tja”, verzucht hij, “toen waren er nog geen snelheids- restricties. Een auto als de SM is vandaag de dag eigenlijk compleet overbodig.” Een bizarre uitspraak van de geestelijk vader van een auto, die zich volgens talloze Citrofielen qua schoonheid kan meten met de DS. “De SM had ook beter gekund”, voegt hij toe. “Zo is de achterzijde nogal rommelig met al dat chroom en de voor- ruit staat te ver naar achteren. Het lijnenspel had bovendien simpeler en vloeiender kunnen zijn. Pas dan was het een meesterwerk geweest.” Met zijn uiteindelijke herontwerp van de Ami 6, het door Bertoni gebeeldhouwde model met zijn vreemde achterover hellende C-stijlen en drukke plaatwerk, was Opron ook niet heel tevreden. “De Ami 8 break ging nog wel, maar de Berline was niks. De Ami was bij voorbaat al veel te Barok. Dat is een ontwerp waaraan je geen enkele lijn meer Opron legt uit dat toe kunt voegen. Daar tegenover staat een Klassiek ontwerp voor de Amerikaanse waarvan je geen lijn meer weg kunt laten. Zoals bij de DS. Die markt ruimte moest is werkelijk subliem, maar helaas niet van mij.” De CX is zijn worden gemaakt favoriete ontwerp. “Schoonheid is subjectief, het gaat erom voor de smalle, hoge hoe briljant een ontwerp zélf is. Sublieme kwaliteit zit ‘m in kentekenplaten. het totaalpakket van de auto. Ik streefde er altijd naar om Al met al vindt hij de achterzijde te mooie, goede auto’s voor de massa te maken. Die zag je vroe- rommelig. ger ook bij andere merken. Neem bijvoorbeeld de DAF, dat was een geniaal autootje, met prachtige techniek. Waarom bestaat zoiets niet meer? Vandaag de dag is er alleen voor de rijken genoeg moois te koop. Alle auto’s onder de topklasse zijn maar middelmatig. Auto’s zijn sowieso te pompeus en te zwaar geworden. De drang naar innovatie, aerodynamica en WIE IS ROBERT OPRON? schoonheid, kortom, de drang om vorm te geven, zie ik niet Robert Opron werd geboren in 1932 in meer in terug in de auto-industrie.” Amiens, in de Noord-Franse streek Picardie. Hij studeerde architectuur op de École des Beaux-Arts waar hij tevens leerde schilderen Pas in de laatste fase van zijn carrière werd Opron een zelf- en beeldhouwen. In 1958 kwam hij terecht bij standig stilist. Daarvoor was hij altijd heel bewust in dienst Simca nadat hij in een suikerfabriek en in de bij de fabrikant. “Ik had zodoende de vrije hand en met de vliegtuigindustrie had gewerkt. Vlak voor zijn miljarden Francs van de fabrikant achter me veel meer beste- Citroënperiode was hij nog een tijd werkzaam dingsruimte dan zelfstandige ontwerpers als Pininfarina of als hoofdontwerper bij Arthur Martin, een Giugiaro. De mogelijkheden waren ongekend. Ik had als eer- ontwerpbureau gespecialiseerd in meubels ste CAD CAM 3D-technologie tot mijn beschikking om de CX en badkameraccessoires. Bij Citroën trad hij in 1964 in dienst tot de overname door mee te ontwerpen. De kleinere bureau’s hadden veel minder Peugeot in 1974. Van 1975 tot 1985 pende armslag. Ik leefde dan ook een veel rijker leven in alle opzich- hij voor Renault, daarna kwam hij in dienst ten en bovendien met een team van geweldige mensen.” Toch van Fiat. Van 1991 tot 2000 leidde hij zijn stapte hij op bij Citroën om vervolgens bij concurrent Renault eigen design-consultancybureau in Parijs. 36 WWW.AUTOVISIE.NL aan de slag te gaan. En wel ogenblikkelijk na de eerste verga- dering na de overname door Peugeot in 1974. “Ten tijde van de ontwikkeling van de CX was het geld op, maar de Franse overheid had met een flinke investering Citroën kunnen red- den. Dan waren we met de CX in staat geweest de leningen terug te betalen en zelfstandig te blijven.” Om beide punten kracht bij te zetten slaat hij tweemaal ferm zijn vuist op tafel. “In plaats daarvan hebben ze ervoor gezorgd dat Peugeot de boel overnam. Dat had nooit mogen gebeuren.” Na de overname werd het er volgens Opron niet beter op. Wat vindt hij dan van de Citroëns van nu en de toekomst? Ik spreid een aantal foto’s op tafel uit en laat als eerste de C1 zien. Opron houdt van de simpliciteit en doelmatigheid van de 2CV, dus het autootje kan vast op positief commentaar Opron zegt ‘gewend te zijn’ rekenen. “Een mooi project, van Toyota dan. Hier zie ik echt aan de C6. Ook wel logisch, geen Citroën in”, verklaart hij echter schouderophalend. De het ontwerp bevat immers Metropolis en Metisse conceptcars uit 2010 en 2006 kunnen veel stijlkenmerken van zijn persoonlijke favoriet, de CX. op weinig méér sympathie rekenen. “Rechtstreeks uit een Opron praat graag met tekenfilm”, vindt hij. “Zo ziet de auto van de slechterik eruit”, handgebaren. Typisch Frans wijzend op de duistere Metropolis. Bij een foto van de nieuwe of overgehouden aan zijn tijd DS4 legt hij zijn aansteker op de neus. “Zo is het net een bij Fiat? WWW.AUTOVISIE.NL 37 DE RIT ROBERT OPRON Peugeot.” Duidelijk. En De C6 dan? Daarover is hij duidelijk met monsieur Estaque, de toenmalige directeur van de positiever. “Het front had echter wel wat voller gemogen.” De carrosserieafdeling. Zijn voornaam weet ik niet meer, destijds chromen strips die in de double chevron overlopen zijn naar was het niet gebruikelijk om elkaar daarmee aan te spreken of zijn smaak wél iets te iel.