De Geschiedenis Van De Scheikunde in Nederland. Deel 1

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Geschiedenis Van De Scheikunde in Nederland. Deel 1 De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Deel 1 Van alchemie tot chemie en chemische industrie rond 1900 H.A.M. Snelders bron H.A.M. Snelders, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Deel 1: Van alchemie tot chemie en chemische industrie rond 1900. Delftse Universitaire Pers, Delft 1993 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/snel016gesc01_01/colofon.htm © 2008 dbnl / H.A.M. Snelders II ‘De scheider’, van Jan Luyken (Het menselijk bedrijf Amsterdam, 1694) H.A.M. Snelders, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Deel 1 vii Ten geleide We schrijven 1992. In onze complexe samenleving staat de scheikunde er niet goed op. ‘Het vak scheikunde is uit de gratie’ schrijft een bekende journalist. ‘Om eerlijk te zijn heb ik in het verleden wel eens verteld dat ik Frans studeerde’ zegt een scheikundig student, om vragen te voorkomen. In 1993 bestaat de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging, KNCV, negentig jaar. Er zijn in Nederland sinds het vak tot ontwikkeling kwam zeer belangrijke prestaties op scheikundig gebied verricht. Er zijn perioden geweest waarin er voor deze prestaties een brede waardering bestond, dit was misschien het sterkst het geval in de jaren vijftig-zestig van onze eeuw. In de tegenwoordige tijd bestaat ten aanzien van de scheikunde en al het chemisch handelen veelal een sfeer van wantrouwen. In brede kring wordt gedacht dat de scheikunde, de scheikundigen, veroorzakers van, vooral milieugerelateerde, problemen zijn. Er wordt daarbij vergeten dat dezelfde mensen die ervan worden verdacht de veroorzakers van deze problemen te zijn in hoge mate er toe bijdragen dat (milieu)problemen kunnen worden voorkómen, opgespoord en opgelost. Hoe komt dat, waarom zijn scheikunde en de scheikundigen zo weinig populair? Waarom laat men zich deze positie welgevallen? Een omstandigheid die veel kan verklaren is dat de scheikundigen geen gevoel voor de promotie van hun eigen prestaties hebben. ‘Chemici hebben geen glamour’, is een vaak gehoorde mening. Inderdaad, vraag de Nederlander een bekende Nederlandse medicus te noemen. Het staat vast dat de naam van de chemicus Boerhaave vaak zal vallen. En vraag dezelfde mensen naar de naam van een bekende Nederlandse chemicus; zelfs de naam van Boerhaave zal waarschijnlijk niet worden genoemd. ‘Chemici hebben geen glamour’, de KNCV wil daar graag verandering in aanbrengen. In de toekomst moet dat anders zijn. Omdat vooralsnog alleen van het verleden de toekomst vast staat is het beschrijven van de geschiedenis van de scheikunde in Nederland een bijdrage aan deze taakstelling van de KNCV. De KNCV is erg blij dat professor Snelders, een autoriteit op het gebied van de geschiedenis van de natuurwetenschappen, bereid was de prestaties van Nederlandse scheikundigen te beschrijven, want hoe vreemd dat ook moge zijn, zo'n geschiedschrijving bestond nog niet. Het deel dat nu gereed is - de geschiedenis tot het begin van deze eeuw - zal worden gevolgd door een tweede deel dat de twintigste eeuw zal omvatten en gepland is voor verschijning in 2003, als de KNCV honderd jaar bestaat. Amsterdam, September 1992 Prof.dr. H. Timmerman, voorzitter Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging H.A.M. Snelders, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Deel 1 1 Voorwoord In een gesprek met de secretaris van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging, ir. E.J. de Ryck van der Gracht, kwam het plan op om ter gelegenheid van het negentigjarig bestaan van de KNCV op 15 april 1993 een boek uit te geven over de geschiedenis van de scheikunde in ons land tot het begin van de twintigste eeuw. Dit boek zou gevolgd moeten worden door een geschiedenis van de scheikunde in ons land in de twintigste eeuw, dat ter gelegenheid van het eeuwfeest van de KNCV in het jaar 2003 zal moeten verschijnen. Toen de hoogleraar in de organische scheikunde aan de Groningse Universiteit H.J. Backer vlak na zijn emeritaat een artikel in het Chemisch Weekblad schreef over ‘de belangrijkste bijdragen van Nederlandse chemici in de laatste halve eeuw’ (1953)1., merkte hij op: ‘In ons land heeft onder de chemici van oudsher een opmerkelijke belangstelling bestaan voor de vakgeschiedenis; ze geeft blijk van een besef voor de waarde van ons cultuurbezit’.2. Deze belangstelling heeft weliswaar geleid tot tal van detailstudies, waarvan in dit boek dankbaar gebruik is gemaakt, maar heeft tot nog toe niet geresulteerd in een geschiedschrijving van de ontwikkeling van de scheikunde in ons land. Ook recente algemene overzichten over de geschiedenis van de scheikunde, zoals die van J.R. Partington, H.M. Leicester of A.J. Ihde3., bezitten we niet van de hand van landgenoten. Alleen de Delftse hoogleraar in de analytische chemie C.J. van Nieuwenburg schreef een Korte geschiedenis van de chemie (1961), ‘een samenvatting van de colleges over dit onderwerp die ik sinds 1933 op ongeregelde tijden, als een cursus van één uur per week, telkens gedurende twee achtereenvolgende jaren, heb gegeven aan de Technische Hogeschool te Delft’.4. Het bleek Van Nieuwenburg dat een groot aantal scheikundigen en aanstaande scheikundigen een levende belangstelling toonden voor de vraag ‘hoe dat allemaal is gegroeid’. Vandaar dat hij na zijn emeritaat, toen hij ‘op die vraag niet meer een mondeling antwoord [kon] geven’ probeerde die ‘belangstelling schriftelijk te bevredigen’. Recente overzichten over de geschiedenis van de natuurwetenschappen, geneeskunde en farmacie in ons land bezitten we reeds5.. Het voor U liggende boek probeert een algemeen overzicht te geven van de ontwikkeling van de scheikunde zoals die in ons land is beoefend. Er is niet naar volledigheid gestreefd. Het boek is een overzicht geworden van de ontwikkeling van de scheikunde in Nederland vanaf het tijdperk van de alchemie tot aan de oprichting van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging, waarbij op een aantal hoogtepunten dieper is in gegaan. Bilthoven, 22 September 1992 Prof. dr. H.A.M. Snelders Eindnoten: 1. H.J. Backer, Chemisch Weekblad 49(1953)582-593 2. H.J. Backer, idem, p.589 3. J.R. Partington, A History of Chemistry (Londen, New York, 4 delen, 1961-1970); H.M. Leicester, The historical background of chemistry (New York, Londen, 1956); A.J. Ihde, The development of modern chemistry (New York, 1964). Vgl.: J. Weyer, Chemiegeschichtsschreibung van Wiegleb H.A.M. Snelders, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Deel 1 (1790) bis Partington (1970). Eine Untersuchung über ihre Methoden, Prinzipien und Ziele (Hildesheim, 1974) 4. C.J. van Nieuwenburg, Korte geschiedenis van de chemie (Hilversum, 1961), voorwoord. 5. K. van Berkel, In het voetspoor van Stevin. Geschiedenis van de natuurwetenschap in Nederland 1580-1940 (Amsterdam, 1985); G.A. Lindeboom, Geschiedenis van de medische wetenschap in Nederland (Bussum, 1972) en D.A. Wittop Koning, Compendium voor de geschiedenis van de pharmacie van Nederland (Lochem, Gent, 1986) H.A.M. Snelders, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Deel 1 3 I. De historiografie van de scheikunde in Nederland In zijn Beginsels der Natuurkunde, Beschreeven ten dienste der Landgenooten (1739) sprak de Utrechtse (1723-1739) en later Leidse (1740-1761) hoogleraar Petrus van Musschenbroek (1692-1761) zich nadrukkelijk uit voor de beoefening van de experimentele natuurkunde. Het was voor hem daarbij niet voldoende om alleen waarnemingen te doen; het is ook noodzakelijk na te denken over de oorzaken van de waargenomen verschijnselen. ‘Hiertoe zijn proeven noodig, waardoor men de Natuur als met geweld opent, en in haare geheimen met kracht zoekt in te dringen’.1. In dat verband verwijst Van Musschenbroek naar de ‘Scheikonstenaars, welke men de waare Ontleeders der lighaamen noemen mag, omdat zy zodanige verborgenheden ontdekken, welke van geen mensch, hoe schrander ook, zouden uitgedacht zyn geworden, en zy geeven dus dikwyls de waare oorzaak van eenige verschynsels aan de hand, waartoe men zonder hunne hulpe niet zou gekoomen zyn: hierom kan geen regte Wysgeer de Scheikonst ontbeeren: men is als blind, zolang men de groote lighaamen niet van een gescheiden, en hunne verscheide deelen gezien heeft: ik heb hierom deeze nutte kunst overal te hulp geroepen, waaraan men de fraaiste ontdekkingen verschuldigd is’. Van Musschenbroeks gebruik van de woorden ‘Scheikonstenaar’ en ‘Scheikonst’ was niet nieuw. Het Groot Placaatboek vermeldt de ‘scheider’ in een placaat van 15862.: ‘De voorsz Affineurs ende Scheyders’ als iemand die goud en zilver zuivert. De bekende natuuronderzoeker Simon Stevin (1548-1620) noemt in zijn De Wysentyt, dat afgedrukt is in het eerste deel van de Wisconstighe Ghedachtenissen, inhoudende t'ghene daer hem [= zich] in gheoeffent heeft den Doorluchtichsten Hoochgheboren Vorst ende Heere, Maurits, Prince van Oraengien [...] uit 1608, ‘Stoffscheyding [...] deur welcke de menschen het wesen der stoffen tot haren grooten voordeele, anders ondersoucken en kennen, dan hemlien sonder die groote const menghelick was te begrijpen’.3. In de zeventiende eeuw vinden we tal van boeken, die in de titel een woord als ‘scheydeconst’, kunst van het scheiden, bevatten. Zo verscheen in 1678 in Amsterdam De nieuwe Hedendaagsche Stofscheiding ofte Chymia van Stephen Blankaart, terwijl in 1696 in dezelfde stad een werk van Jacob le Mort werd gepubliceerd: Chymia medico-physica. Dat is geneeskundige en natuurkundige Scheikonst. In zijn Het Philoosophische Laboratorium, Of der Chymisten Stook-huis uit 1683 spreekt Nicolaas Lemery over de ‘chymie of schei-konst’ als ‘een konst om verscheide wesens te scheiden,
Recommended publications
  • Stapled Peptides—A Useful Improvement for Peptide-Based Drugs
    molecules Review Stapled Peptides—A Useful Improvement for Peptide-Based Drugs Mattia Moiola, Misal G. Memeo and Paolo Quadrelli * Department of Chemistry, University of Pavia, Viale Taramelli 12, 27100 Pavia, Italy; [email protected] (M.M.); [email protected] (M.G.M.) * Correspondence: [email protected]; Tel.: +39-0382-987315 Received: 30 July 2019; Accepted: 1 October 2019; Published: 10 October 2019 Abstract: Peptide-based drugs, despite being relegated as niche pharmaceuticals for years, are now capturing more and more attention from the scientific community. The main problem for these kinds of pharmacological compounds was the low degree of cellular uptake, which relegates the application of peptide-drugs to extracellular targets. In recent years, many new techniques have been developed in order to bypass the intrinsic problem of this kind of pharmaceuticals. One of these features is the use of stapled peptides. Stapled peptides consist of peptide chains that bring an external brace that force the peptide structure into an a-helical one. The cross-link is obtained by the linkage of the side chains of opportune-modified amino acids posed at the right distance inside the peptide chain. In this account, we report the main stapling methodologies currently employed or under development and the synthetic pathways involved in the amino acid modifications. Moreover, we report the results of two comparative studies upon different kinds of stapled-peptides, evaluating the properties given from each typology of staple to the target peptide and discussing the best choices for the use of this feature in peptide-drug synthesis. Keywords: stapled peptide; structurally constrained peptide; cellular uptake; helicity; peptide drugs 1.
    [Show full text]
  • Levensbericht E.J. Dijksterhuis, In: Jaarboek, 1965-1966, Amsterdam, Pp
    Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: R. Hooykaas, Levensbericht E.J. Dijksterhuis, in: Jaarboek, 1965-1966, Amsterdam, pp. 387-396 This PDF was made on 24 September 2010, from the 'Digital Library' of the Dutch History of Science Web Center (www.dwc.knaw.nl) > 'Digital Library > Proceedings of the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW), http://www.digitallibrary.nl' - 1 - HERDENKING VAN EDUARD JAN DIJKSTERHUIS (28 oktober 1892 - 18 mei 1965) Eduard Jan Dijksterhuis werd op 28 oktober 1892 te Tilburg geboren. Hij doorliep daar de Rijks Hogere Burgerschool, waarvan zijn vader directeur was, en legde daarna het aanvullende staats­ examen gymnasium B af. Na enige aarzeling tussen de klassieke letteren en de wiskunde koos hij de laatste als zijn universitaire studie. Op 1 juni 1918 promoveerde hij op een proefschrift "Een bijdrage tot de kennis van het platte schroevenvlak". Na een korte periode van werkzaamheid als leraar in Groningen (1915-'18) werd hij in 1919 leraar in de wiskunde en de natuur­ kunde aan de Rijks Hogere Burgerschool Willem II te Tilburg, een betrekking, die hij tot 1953 vervulde. Het bleek al spoedig, dat Dijksterhuis in wezen niet gekozen had tussen zijn belangstelling in de letteren en die in de wiskunde, maar beiden trouw zou blijven. In 1924 verscheen van zijn hand "Val en Worp. Een bijdrage tot de geschiedenis der mechanica van Aristoteles tot Newton". Zoals in de voorrede dankbaar erkend wordt, was hij tot deze studie vooral geïnspireerd door het werk van de Franse fysicus en wetenschapshistoricus Pierre Duhem. Wat hij - ook als jonge man zeer bescheiden - niet vermeldt, is, dat hij bewust een correctie op Duhem's methode aangebracht had.
    [Show full text]
  • Plant Proteomics As a Tool for Elucidating the Molecular Mechanisms Underlying Signaling and Plant Interactions with the Environment
    PALACKÝ UNIVERESITY OLOMOUC Faculty of Science Plant proteomics as a tool for elucidating the molecular mechanisms underlying signaling and plant interactions with the environment Mgr. Martin Černý, Ph.D. MENDEL UNIVERSITY IN BRNO Faculty of AgriSciences Department of Molecular Biology and Radiobiology HABILITATION THESIS Study field: Biochemistry Brno 2021 Děkuji všem, kteří se přímo i nepřímo zasloužili o tuto práci. Mé rodině a přátelům za podporu a trpělivost. Těm, kteří se mnou spolupracovali a těm, co ve spolupráci pokračovali a pokračují i přes řadu experimentů, které nevedly k očekávaným cílům. V neposlední řadě patří poděkování prof. Břetislavu Brzobohatému, bez kterého by tato práce nevznikla. Contents 1. Introduction ....................................................................................................................... 1 2. Fractionation techniques to increase plant proteome coverage ......................................... 4 2.1. Tissue separation ........................................................................................................ 5 2.2. Subcellular plant proteome ......................................................................................... 7 2.3. Separations at the protein level ................................................................................... 9 2.4. Separation at the peptide level .................................................................................. 11 2.5. Comparison of fractionation techniques ..................................................................
    [Show full text]
  • By Gunther Hirschfelder, Manuel Trummer There Is Scarcely An
    by Gunther Hirschfelder, Manuel Trummer There is scarcely an aspect of daily cultural practice which illustrates the processes of transformation in European culture as clearly as daily nutrition. Indeed, securing the latter was essential for the daily fight for survival right up to the mid-19th century, with large sections of the population frequently being confronted with harvest failures and food shortages resulting from wars, extreme weather, pests, fire, changes in the agrarian order, and population growth. Consequently, food and drink were central both in daily life and in the celebration of feasts, and provided an opportunity for social differentiation. The hope for better nutrition was the pri- mary impetus for many migration processes and a canvas onto which desires were projected. The "Land of Cockaigne" motif, which can be traced from the Frenchman Fabliau de Coquaignes in the 13th century to Erich Kästner's (1899–1974) children's book "Der 35. Mai oder Konrad reitet in die Südsee" (1931), is a classic example of this. TABLE OF CONTENTS 1. Introduction 2. The End of Medieval Cuisine? 3. Consumption and Innovation at the Beginning of the Modern Period – Rice, Buckwheat, and Meat 4. Early Internationalisation and Innovations in the 17th and 18th Centuries – Potatoes, Maize and Hot Drinks 5. The 19th Century – Urbanisation and the Food Industry 6. Conclusion: 1900–1950 7. Appendix 1. Sources 2. Literature 3. Notes Indices Citation Daily nutrition1 has in the past been dependent on many exogenous factors, and remains so.2 Individual preferences have only be- gun to play a more significant role in nutrition since the second half of the 20th century.
    [Show full text]
  • UNIVERSITY of CALIFORNIA, SAN DIEGO Biochemical Kinds And
    UNIVERSITY OF CALIFORNIA, SAN DIEGO Biochemical Kinds and Selective Naturalism A dissertation submitted in partial satisfaction of the requirements for the degree Doctor of Philosophy in Philosophy (Science Studies) by Joyce Catherine Havstad Committee in charge: Professor William Bechtel, Chair Professor Craig Callender Professor Nancy Cartwright Professor Cathy Gere Professor James Griesemer 2014 © Joyce Catherine Havstad, 2014 All rights reserved. The Dissertation of Joyce Catherine Havstad is approved, and it is acceptable in quality and form for publication on microfilm and electronically: __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ Chair University of California, San Diego 2014 iii DEDICATION for my parents iv TABLE OF CONTENTS Signature Page…………………………………………………………………….. iii Dedication…………………………………………………………………………. iv Table of Contents………………………………………………………………….. v List of Figures……………………………………………………………………... viii Vita………………………………………………………………………………… x Abstract of the Dissertation………………………………………………………... xi Introduction………………………………………………………………………... 1 References……………………………………………………………………... 7 Chapter 1: Messy Chemical Kinds………………………………………………… 8 Section 1: Introduction………………………………………………………… 8 Section 2: Microstructuralism about Chemical Kinds………………………….
    [Show full text]
  • TC İSTANBUL Üniversitesi ( DOKTORA Tezi )
    T.C. İSTANBUL ÜNiVERSiTESi SAGLIK BiLiMLERİ ENSTİTÜSÜ ( DOKTORA TEZi ) 1933 ÜNİVERSİTE REFORMU İLE BİRLİKTE TÜRKİYE'YE GELEN YABANCI BİYOKİMYA HOCALARı VE KATKILARI i -- -- --- ŞÜKRÜARAS DANIŞMAN DOÇ. DR. GÜL TEN DİNÇ TIP TARİHİ VE ETİK ANABiLiM DALI DEONTOLOJİ VE TIP TARİHİ PROGRAMI İSTANBUL-2012 ii TEZ ONAYI Aşağıda tanıtımı yapılan tez. jüri tarafından başarılı bulunarak Doktora Tezi olarak kabul edilmiştir. d { n vw 13/06 /2012 Prof. Dr. Nevin Yalınan Enstitü Müdürü)'- Kurum : İstanbul Üniversitesi Sağlık Bilimleri Enstitüsü Program Adı : Deontoloji ve Tıp Tarihi Doktora Programı, Programın Seviyesi: Yüksek Lisans () Doktora ( X ) Anabilim Dalı :Tıp Tarihi ve Etik Tez Sahibi : Şükrü Aras Tez Başlığı : l 933 Üniversite Reformu ile birlikte Türkiye'ye gelen yabancı biyokimya hocaları ve katkı ları Sınav Yeri : İ.Ü. Cerrahpaşa Tıp Fakültesi. Tıp Tarihi ve Etik Anabilim Dalı Sınav Tarihi : l 3.06.20 l 2 Tez Sınav Jürisi \. Doç. Dr. Gülten Dinç (Tez Danışmanı), İstanb~l Üniversitesi. Cerrahpaşa Tıp Fakültesi. Tıp Tarihi ve Etik Anabilim Dalı. j·.J ~~ \ 2. Prof. Dr. Nuran Yıldırım (Tez İzleme Komitesi Üyesi), İstanbul Üniversitesi. İstanbul Tıp Fakültesi. Tıp Tarihi ve Etik Anabilim Dalı. ,X._LGUı \ 3. Prof. Dr. Emre Dölen (Tez İzleme Komitesi Üyesi), Marmara Üniversitesi. Eczacılık Fakültesi. ali ik Kimya Anabilim Dalı. yten Altıntaş, İstanbul Üniversitesi. Cerrahpaşa Tıp Fakültesi. Tıp Tarihi ve Etik Anabilim Dalı. ~-- ~~--j -- 'j .. .. S. Doç. Dr. Yeşim lşıl Ulman. Acıbadem Universitesi. Tıp Fakültesi. Tıp Tarihi ve Etik Anabili~alı. iii BEYAN Bu tez çalışmasının kendi çalışınam olduğunu, tezin planlanmasından yazımına kadar bütün safhalarda etik dışı davranışıının olmadığını, bu tezdeki bütün bilgileri akademik ve etik kurallar içinde elde ettiğimi, bu tez çalışmayla elde edilmeyen bütün bilgi ve yorumlara kaynak gösterdiğimi ve bu kaynakları da kaynaklar listesine aldığımı, yine bu tezin çalışılması ve yazımı sırasında patent ve telif hakiarım ihlal edici bir davranışıının olmadığı beyan ederim.
    [Show full text]
  • In Europe Van Dongen, J
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) In Europe van Dongen, J. DOI 10.1007/s00016-020-00252-2 Publication date 2020 Document Version Final published version Published in Physics in Perspective License CC BY Link to publication Citation for published version (APA): van Dongen, J. (2020). In Europe. Physics in Perspective, 22(1), 3-25. https://doi.org/10.1007/s00016-020-00252-2 General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:25 Sep 2021 Phys. Perspect. 22 (2020) 3–25 Ó 2020 The Author(s). This article is an open access publication 1422-6944/20/010003-23 https://doi.org/10.1007/s00016-020-00252-2 Physics in Perspective In Europe Jeroen van Dongen* As the History of Science Society, which is based in America, holds its annual meeting in Utrecht, one of the key academic centers on the European continent, one may surmise that the field has returned home.
    [Show full text]
  • Short History of the Art of Distillation by R.J. Forbes
    Short History Of The Art Of Distillation By R.J. Forbes If looking for a ebook by R.J. Forbes Short History of the Art of Distillation in pdf form, then you have come on to the faithful site. We furnish the utter release of this book in ePub, PDF, DjVu, txt, doc forms. You may reading Short History of the Art of Distillation online either download. Besides, on our website you can reading guides and other art books online, either downloading them as well. We want attract regard that our site does not store the eBook itself, but we give ref to website where you can load or read online. So that if you need to download pdf by R.J. Forbes Short History of the Art of Distillation , in that case you come on to loyal website. We have Short History of the Art of Distillation txt, ePub, doc, DjVu, PDF forms. We will be pleased if you return to us more. A short history of the art of distillation; from Get this from a library! A short history of the art of distillation; from the beginnings up to the death of Cellier Blumenthal.. [R J Forbes] [PDF] Lust - Complete Collection.pdf Catalog record: short history of the art of Short history of the art of distillation from the beginnings up to the death of Cellier Blumenthal. [PDF] Dark Cosmos: In Search Of Our Universe's Missing Mass And Energy.pdf R.j. forbes | librarything Works by R.J. Forbes: A History of Science and Technology, Short History of the Art of Distillation 2 copies; Bibliographia Antiqua Philosophia Naturalis 1 copy; [PDF] Naruto, Vol.
    [Show full text]
  • Sample Chapter
    SSSaaammmpppllleee CCChhhaaapppttteeerrr The History of the Theory of Structure Editor: Karl-Eugen Kurrer Copyright © 2008 Ernst & Sohn, Berlin ISBN: 978-3-433-01838-5 Wilhelm Ernst & Sohn Verlag für Architektur und technische Wissenschaften GmbH & Co. KG Rotherstraße 21, 10245 Berlin Deutschland www.ernst-und-sohn.de CHAPTER 5 The beginnings of a theory of structures Like all roads in the Roman Empire led to Rome, so we can trace strength of materials back to Galileo’s Discorsi of 1638. Historically, statics and strength of materials had to be found in theory of structures. The author’s interest in Galileo stems not only from Bertolt Brecht’s famous play The Life of Galileo, but also from an in-depth study of the philosophical history of mechanics writings of Pierre Duhem, Eduard Jan Dijksterhuis, Michael Wolff, Gideon Freudenthal and Wolfgang Lefèvre. In 1980, while still a student, the author purchased a copy of Franz Joseph Ritter von Gerstner’s scientific life’s work, the three-volume Handbuch der Mechanik (manual of mechanics) with its magnificent copperplate engravings. An intensive study of this publication and the work of Johann Albert Eytelwein led to the author’s view that these two personalities rounded off the preparatory period of structural theory, but in the end were unable to formulate the programme of structural theory. That was to be left to Navier, who in 1826 fused together statics and strength of materials to form theory of structures. And that’s where the history of the- ory of structures, in its narrower sense, really begins. The results have been published by the author in the yearbook Humanismus und Technik edited by Prof.
    [Show full text]
  • 6B. Earth Sciences, Astronomy & Biology
    19-th Century ROMANTIC AGE Astronomy, Biology, Earth sciences Collected and edited by Prof. Zvi Kam, Weizmann Institute, Israel The 19th century, the Romantic era. Why romantic? Borrowed from the arts and music, but influenced also the approach to nature and its studies: emphasizing descriptive biology and classification of animals and plants. ASTRONOMY and EARTH SCIENCES EARTH SCIENCES AGE OF THE UNIVERSE AND OF EARTH How can we measure the age of the universe? The size of the universe? The size and distances of stars? How can we estimate the age of earth? How were the various chemical elements created? Characteristic of the 19th century is the transition from geology of stone collecting and sorting, to attempts on modeling the mechanisms shaping the earth crust. The release from religious constraints provided space for testing new theories based on fossils, distributions of rock and soil types, earthquakes, volcanic eruptions, soil erosion and sediment, glaciers and their traces, sea floors, earth core etc. Before the 19th century, a reminder: 1650 James Ussher, 1581-1656, an Irish archbishop, claim earth was created 4000 BC, before the first day of creation. 1715 Edmond Halley, 1656-1742, Calculated an estimation of earth age from seawater salinity. He assumed the ancient see contained sweet water, and salinity rose due to earth erosion. 1785 Dr. James Parkinson, 1755-1824, a surgeon (who identified what was later called “Parkinson disease”) and a geologist, one of the founders of the geological society and a supporter of “catastrophism”. Saved the nature museum in Leicester square from bankruptcy of his owner, Sir Ashton Lever.
    [Show full text]
  • Bibliography
    BIBLIOGRAPHY ABBREVIATIONS Akademiearchiv Archive ofthe Academy ofthe Berlin-Brandenburg Academy ofSciences and Humanities. Comment. Petrop. Commentarii academiae scientiarum imperialis Petropolitanae DSB Gillispie ed., Dictionary ofScientific Biography. £00 Leonhardi Euleri opera omnia. En..x EnestrOm x = Index of Euler's papers according to EnestrOm, Verzeich­ nis der Schriften Leonhard Eulers. Gerh. Math. Schr. [G. W. Leibniz), Leibnizens mathematische Schriften. C.I. Gerhardt ed. Gerh. Phil. Schr. [G.W. Leibniz), Die philosophische Schriften von G. W Leibniz. C.1. Gerhardt ed. Histoire de Berlin Histoire de l'Academie Royale des Sciences et Belles-Lettres [de Ber­ lin]. Including the presented Memoires of the relevant year. Memoires de Paris Memoires de l'Academie Royale des Sciences et Belles-Lettres [de Pa­ ris]. Ms. Manuscript. Rav..x Index according to the Leibniz-bibliography ofRavier, Bibliographie des (£vres de Leibniz (1937). UNPUBLISHED SOURCE MATERIALS The sources below can be found in the Archive of the Academy of the Berlin-Brandenburg Academy ofSciences and Humanities. \. Registres de I' Academie (I-IV-32). The part concerning the period 1746-1766 is printed in Die Registres der Berliner Akademie (E. Winter ed.). 2. Findbuch Preisschriften (DII14). Subtitle: Die an die Akademie eingesandten Preisarbeiten 1745-1939; Verzeichnis der noch vorhandenen Manuskripte. Lore Ulbricht ed. Berlin 1956, verified and improved by R. Faber (without year). 3. Prize essays. Coded with 'I-M' and a sequential number. The essays for the competition for the year 1779 have the numbers 722 up to and including 736. 241 242 BmLlOGRAPHY PuBLICATIONS Aarsleff, Hans, "The Berlin Academy under Frederick the Great." In: History ofthe Human Sciences 1989 (2), 193-206.
    [Show full text]
  • Some Milestones in History of Science About 10,000 Bce, Wolves Were Probably Domesticated
    Some Milestones in History of Science About 10,000 bce, wolves were probably domesticated. By 9000 bce, sheep were probably domesticated in the Middle East. About 7000 bce, there was probably an hallucinagenic mushroom, or 'soma,' cult in the Tassili-n- Ajjer Plateau in the Sahara (McKenna 1992:98-137). By 7000 bce, wheat was domesticated in Mesopotamia. The intoxicating effect of leaven on cereal dough and of warm places on sweet fruits and honey was noticed before men could write. By 6500 bce, goats were domesticated. "These herd animals only gradually revealed their full utility-- sheep developing their woolly fleece over time during the Neolithic, and goats and cows awaiting the spread of lactose tolerance among adult humans and the invention of more digestible dairy products like yogurt and cheese" (O'Connell 2002:19). Between 6250 and 5400 bce at Çatal Hüyük, Turkey, maces, weapons used exclusively against human beings, were being assembled. Also, found were baked clay sling balls, likely a shepherd's weapon of choice (O'Connell 2002:25). About 5500 bce, there was a "sudden proliferation of walled communities" (O'Connell 2002:27). About 4800 bce, there is evidence of astronomical calendar stones on the Nabta plateau, near the Sudanese border in Egypt. A parade of six megaliths mark the position where Sirius, the bright 'Morning Star,' would have risen at the spring solstice. Nearby are other aligned megaliths and a stone circle, perhaps from somewhat later. About 4000 bce, horses were being ridden on the Eurasian steppe by the people of the Sredni Stog culture (Anthony et al.
    [Show full text]