32 H.A.M. Snelders* DE SCHEI- EN

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

32 H.A.M. Snelders* DE SCHEI- EN 32 Tsch.Gesch.Gnk.Natuurw.Wisk.Techn. 7(1984) 1 Themanummer H.A.M. Snelders* DE SCHEI- EN NATUURKUNDE AAN DE UTRECHTSE UNIVERSITEIT IN DE NEGENTIENDE EEUW Inleiding Voor de inlijving van ons land bij het Franse keizerrijk in 1810, hadden de universiteiten (Leiden 1575; Franeker 1585; Groningen 1614; Utrecht 1636) geen afzonderlijke faculteit voor de wis- en natuurkundige wetenschappen. Deze waren ondergebracht in de medische en in de filosofische faculteit. In de laatste werden zowel de humaniora als de natuurwetenschappen onder- wezen. Het chemisch-farmaceutische en botanische onderwijs werd verzorgd door medici uit de medische faculteit en was vooral afgestemd op de behoefte van de medische studenten. De hoognodige vernieuwingen in de studie van deze vakken bleven daardoor grotendeels uit. Chemie en botanic werden beschouwd als vakken voor de medische propaedeuse, hetgeen onderwijs en onderzoek daarin niet bepaald stimuleerde. Ook de wiskunde en natuurkunde (in de moderne betekenis van het woord) hadden nauwelijks een vaste plaats in het studieprogramma verworven. Het feit dat er voor een fysicus, chemicus of botanicus vrijwel geen beroepsmogelijkheden beston- den, werkte uiteraard belemmerend voor het instellen van een zelfstandige studie van deze disciplines. Bij de omzetting van de Utrechtse hogeschool in een 'ecole secondaire' (22 oktober 1811) gaf de Haarlemse arts Nicolaas Cornelis de Fremery (1770- 1844) scheikunde in de filosofische en in de medische faculteit. Hij was in 1795 benoemd tot "medicinae, chemiae, artis pharmaceuticae et historiae naturalis professor". In de filosofische faculteit doceerde sinds 1755 Johan­ nes Theodorus Rossijn (1744-1817) filosofie, fysica en metafysica. Hij werd in 1812 opgevolgd door Gerrit Moll (1785-1838) als hoogleraar in wiskunde, natuurkunde en astronomic.' Deze situatie veranderde met het "Besluit, waarbij de organisatie van het Hooger-Onderwijs in de Noordelijke Provincien wordt vastgesteld"^ van 2 *Instituut voor Geschiedenis der Natuurwetenschappen, RU Utrecht, Janskerkhof 30, 3512 BN Utrecht. 1. G.J. Loncq CJz., Hisiorische Schels der Utrechische Hoogeschool tot hare verheffing in 1815 (Utrecht, 1886) 242-304. 2. Vgl. B.J.L. de Geer, "De regeling van het hooger onderwijs in Nederland in 1814" Nieuwe bijdragen voor de rechtsgeleerdheid en wetgeving 19 (1869) 212-272. 33 augustus 1815. De drie hogescholen in Leiden, Utrecht en Groningen kregen ieder vijf faculteiten, een meer dan daarvoor door de splitsing van de oude filosofische faculteit in een faculteit van wis- en natuurkundige wetenschap­ pen en een faculteit van bespiegelende wijsbegeerte en letteren (art. 54). Hiermee werden alle natuurwetenschappelijke vakken ondergebracht in een faculteit en losgekoppeld van de medische en de (oude) filosofische faculteit. In de nieuwe faculteit van wis- en natuurkundige wetenschappen gaven vier hoogleraren onderwijs in respectievelijk wiskunde, natuurkunde, sterren- kunde, scheikunde, plant- en dierkunde en landhuishoudkunde (art. 63, 67). De benodigde natuurwetenschappelijke kennis voor de medische studie werd geleverd vanuit de faculteit van wis- en natuurkdndige wetenschappen. Artikel 91 van het Organiek Besluit luidde dan ook: "Tot den graad van kandidaat in de wis- en natuurkundige wetenschappen zijn de vereischten onderscheiden, naar mate men dien graad als eenen voorbereidenden graad voor het doctoraat in de wis- en natuurkundige wetenschappen, of wel als eenen voorbereidenden graad voor de studie der geneeskunde vraagt". Voor het kandidaats ter voorbereiding van een doctoraat in de wis- en natuurkundige wetenschappen moest examen afgelegd worden in wiskunde, proefondervindelijke natuurkunde, sterrenkunde en de algemene beginselen van de natuurlijke historic en kruidkunde; bovendien moest een "bewijs, dat men buitendien de lessen over de Latijnsche en Grieksche Letterkunde, en die over de redeneerkunde met vrucht hebbe bijgewoond" worden overlegd (art. 92). Voor de studie van de geneeskunde moest eerst het kandidaats- examen in de wis-en natuurkundige wetenschappen worden afgelegd, dat wil zeggen "een examen in de wiskunde, natuurkunde en kruidkunde, en de gronden der algemeene scheikunde". Ook hier moest het bovengenoemde 'bewijs' worden overlegd (art. 93). Voor het doctoraal waren de eisen een examen in de toegepaste wiskunde, de wiskundige natuurkunde, de wiskun- dige sterrenkunde, de toegepaste scheikunde en de geologic, voorts "de opiossing van een wiskundig en van een natuurkundig vraagstuk" en "het bewijs, dat men buitendien de lessen over de bovennatuurkunde en de geschiedenis der wijsbegeerte met vrucht hebbe bijgewoond" (art. 94). Daarna kon men tot de promotie worden toegelaten (art. 105). Met nadruk sprak het Organiek Besluit over een inrichting voor het onderwijs van een "kabinet van natuurkundige instrumenten" (art. 186) en van een chemisch laboratorium (art. 188). Dankzij de nauwe samenwerking tussen het natuurkundig laboratorium van de Utrechtse hogeschool en het in 1777 opgerichte Natuurkundig Gezel- schap, beschikte de universiteit over een goede verzameling natuurkundige instrumenten.' Deze werden aangeschaft door hogeschool en gezelschap en 3. P.H. van Cittert, "Geschiedenis van de verzameling antieke instrumenten van het Natuurkundig Laboratorium der Rijks Universiteit en van het Natuurkundig Gezel- 34 waren in gemeenschappelijk gebruik op het natuurkundig laboratorium dat sinds 1818 in de Minrebroederstraat was gevestigd. De samenwerking tussen de universiteitsmedewerkers en de leden van het Natuurkundig Gezelschap was zelfs zo nauw dat het dikwijls moeilijk is de wetenschappelijke prestaties van beide groepen te onderscheiden. Zo werd in 1823 de voortplantingssnel- heid van het geluid in de lucht gemeten door middel van schietproeven tussen de Kooltjesberg bij Naarden en de 17,5 kilometer verder gelegen Zevenboompjes bij Amersfoort. De proeven werden uitgevoerd onder leiding van de hoogleraar Moll en de thesaurier van het Natuurkundig Gezelschap, de amateur-fysicus en suikerraffinadeur Albertus van Beek (1787-1856). Voor de scheikunde was de situatie heel wat minder florissant. Het 'chemisch laboratorium' was sinds 1816 in enige kamers van de Statenkamer met ingang aan 't Hoogt gevestigd en bezat "geen andere spiritus-lamp (...), dan een kleine glazen, zonder circulaire vlam; (...) geen andere balans (...) dan eene hangende in den trant van eene winkel-balans; (...) geene andere dan gewone medicinale gewigten".'' Er was geen enkele zuivere stof; men moest zich behelpen met wat in de apotheek te koop was. Pieter Harting (1812-1885) beschreef de toestand van het chemisch laboratorium in 1828 als volgt: "een niet zeer groote collegiezaal, voor drievierden met banken gevuld, waarvoor een aanrechttafel stond, en daarachter volgde eene ruimte van hoogstens vier passen breed en acht passen lang. Dat was het eigenlijke laboratorium. Daar zag men een fornuis met een groote destilleerketel, een oven met een groote smidsblaasbalg, voorts langs de wanden een paar rekken met retorten en kolven, een paar planken met glasklokken en flesschen, en een kast met chemische praeparaten. Op de aanrechttafel stond een gastobbe, een paar komforen, waarin turf of hout gebrand werd, en een gewone apothekers-balans".* Deze situatie zou pas in 1840 veranderen met de benoeming van G.J. Mulder tot hoogleraar in de scheikunde. De periode 1815-1840 In 1815 werd het onderwijs in de faculteit van wis- en natuurkundige schap". Jaarboekje van Oud Utrecht (1929) 150-176; NG 200. Natuurkundig Gezelschap te Utrecht 1777-1977 (Utrecht, 1977), m.n. J.G. van Cittert-Eymers, "Het Na­ tuurkundig Gezelschap te Utrecht 1777-1977". 39-82 en H.A.M. Snelders, "De beoefening van de natuurkunde in het negentiende-eeuwse Utrecht", 83-98. Zie ook: E.J. Dijksterhuis, "Uit het Utrechts verleden der fysica", Nederlands tijdschrift voor natuur­ kunde 11 (1956) 163-180. 4. G.J. Mulder, Levensschets van ..., door hem zelven geschreven en door drie zijner vrienden uitgegeven (2 din; Rotterdam, 1881) dl. 1, 174. 5. [P. Harting], Voorheen en thans 1828-1878. Herinneringen, opmerkingen en wenken door een oud-student (Utrecht, 1878) 26-27. 35 wetenschappen in Utrecht verzorgd door vier hoogleraren: N.C. de Fremery doceerde chemie, farmacie, zoologie, politica medica en medica forensis; G. Moll fysica; Johan Frederik Lodewijk Schroder (1774-1845) wiskunde, logica, metafysica en wijsgerige zedenleer en Jan Kops (1765-1849) landhuis­ houdkunde en botanic. Omdat er voor zuiver natuurwetenschappelijk opgeleide studenten voorlopig geen beroepsperspectief was, lieten slechts weinigen zich inschrijven in de faculteit van wis- en natuurkundige weten­ schappen. Wanneer men geneeskunde studeerde was men verplicht eerst het kandidaatsexamen af te leggen in de faculteit van wis- en natuurkundige wetenschappen. Sommigen gingen zich daardoor toeleggen op de laatst genoemde disciplines. Voor het aantal inschrijvingen tussen 1815 en 1840, zie label 1.* Het aantal promoties in die periode staat vermeld in tabel 2.' Tabel I. Aantal eerste inschiijvingen 1815-1839. faculteit geneeskunde faculteit wis- en natuur­ kundige wetenschappen 1815-1819 21 5 1820-1824 38 IS 1825-1829 70 7 1830-1834 106 1835-1839 148 n 4 Tabel 2. Aantal promoties 1815-1839. wiskunde sterren­ natuur­ scheikunde biologie totaal kunde kunde 1815-1819 1820-1824 1825-1829 1830-1834 1835-1839 12 15 6. Album Studiosorum Rheno-TrajectinaMDCXXXVI-MDCCCLXXXVI(ViUzchi. 1936). Ter vergelijking: in de periode 1800-1814 lieten zich in de filosofische faculteit 15 studenten
Recommended publications
  • Stapled Peptides—A Useful Improvement for Peptide-Based Drugs
    molecules Review Stapled Peptides—A Useful Improvement for Peptide-Based Drugs Mattia Moiola, Misal G. Memeo and Paolo Quadrelli * Department of Chemistry, University of Pavia, Viale Taramelli 12, 27100 Pavia, Italy; [email protected] (M.M.); [email protected] (M.G.M.) * Correspondence: [email protected]; Tel.: +39-0382-987315 Received: 30 July 2019; Accepted: 1 October 2019; Published: 10 October 2019 Abstract: Peptide-based drugs, despite being relegated as niche pharmaceuticals for years, are now capturing more and more attention from the scientific community. The main problem for these kinds of pharmacological compounds was the low degree of cellular uptake, which relegates the application of peptide-drugs to extracellular targets. In recent years, many new techniques have been developed in order to bypass the intrinsic problem of this kind of pharmaceuticals. One of these features is the use of stapled peptides. Stapled peptides consist of peptide chains that bring an external brace that force the peptide structure into an a-helical one. The cross-link is obtained by the linkage of the side chains of opportune-modified amino acids posed at the right distance inside the peptide chain. In this account, we report the main stapling methodologies currently employed or under development and the synthetic pathways involved in the amino acid modifications. Moreover, we report the results of two comparative studies upon different kinds of stapled-peptides, evaluating the properties given from each typology of staple to the target peptide and discussing the best choices for the use of this feature in peptide-drug synthesis. Keywords: stapled peptide; structurally constrained peptide; cellular uptake; helicity; peptide drugs 1.
    [Show full text]
  • Plant Proteomics As a Tool for Elucidating the Molecular Mechanisms Underlying Signaling and Plant Interactions with the Environment
    PALACKÝ UNIVERESITY OLOMOUC Faculty of Science Plant proteomics as a tool for elucidating the molecular mechanisms underlying signaling and plant interactions with the environment Mgr. Martin Černý, Ph.D. MENDEL UNIVERSITY IN BRNO Faculty of AgriSciences Department of Molecular Biology and Radiobiology HABILITATION THESIS Study field: Biochemistry Brno 2021 Děkuji všem, kteří se přímo i nepřímo zasloužili o tuto práci. Mé rodině a přátelům za podporu a trpělivost. Těm, kteří se mnou spolupracovali a těm, co ve spolupráci pokračovali a pokračují i přes řadu experimentů, které nevedly k očekávaným cílům. V neposlední řadě patří poděkování prof. Břetislavu Brzobohatému, bez kterého by tato práce nevznikla. Contents 1. Introduction ....................................................................................................................... 1 2. Fractionation techniques to increase plant proteome coverage ......................................... 4 2.1. Tissue separation ........................................................................................................ 5 2.2. Subcellular plant proteome ......................................................................................... 7 2.3. Separations at the protein level ................................................................................... 9 2.4. Separation at the peptide level .................................................................................. 11 2.5. Comparison of fractionation techniques ..................................................................
    [Show full text]
  • By Gunther Hirschfelder, Manuel Trummer There Is Scarcely An
    by Gunther Hirschfelder, Manuel Trummer There is scarcely an aspect of daily cultural practice which illustrates the processes of transformation in European culture as clearly as daily nutrition. Indeed, securing the latter was essential for the daily fight for survival right up to the mid-19th century, with large sections of the population frequently being confronted with harvest failures and food shortages resulting from wars, extreme weather, pests, fire, changes in the agrarian order, and population growth. Consequently, food and drink were central both in daily life and in the celebration of feasts, and provided an opportunity for social differentiation. The hope for better nutrition was the pri- mary impetus for many migration processes and a canvas onto which desires were projected. The "Land of Cockaigne" motif, which can be traced from the Frenchman Fabliau de Coquaignes in the 13th century to Erich Kästner's (1899–1974) children's book "Der 35. Mai oder Konrad reitet in die Südsee" (1931), is a classic example of this. TABLE OF CONTENTS 1. Introduction 2. The End of Medieval Cuisine? 3. Consumption and Innovation at the Beginning of the Modern Period – Rice, Buckwheat, and Meat 4. Early Internationalisation and Innovations in the 17th and 18th Centuries – Potatoes, Maize and Hot Drinks 5. The 19th Century – Urbanisation and the Food Industry 6. Conclusion: 1900–1950 7. Appendix 1. Sources 2. Literature 3. Notes Indices Citation Daily nutrition1 has in the past been dependent on many exogenous factors, and remains so.2 Individual preferences have only be- gun to play a more significant role in nutrition since the second half of the 20th century.
    [Show full text]
  • UNIVERSITY of CALIFORNIA, SAN DIEGO Biochemical Kinds And
    UNIVERSITY OF CALIFORNIA, SAN DIEGO Biochemical Kinds and Selective Naturalism A dissertation submitted in partial satisfaction of the requirements for the degree Doctor of Philosophy in Philosophy (Science Studies) by Joyce Catherine Havstad Committee in charge: Professor William Bechtel, Chair Professor Craig Callender Professor Nancy Cartwright Professor Cathy Gere Professor James Griesemer 2014 © Joyce Catherine Havstad, 2014 All rights reserved. The Dissertation of Joyce Catherine Havstad is approved, and it is acceptable in quality and form for publication on microfilm and electronically: __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ Chair University of California, San Diego 2014 iii DEDICATION for my parents iv TABLE OF CONTENTS Signature Page…………………………………………………………………….. iii Dedication…………………………………………………………………………. iv Table of Contents………………………………………………………………….. v List of Figures……………………………………………………………………... viii Vita………………………………………………………………………………… x Abstract of the Dissertation………………………………………………………... xi Introduction………………………………………………………………………... 1 References……………………………………………………………………... 7 Chapter 1: Messy Chemical Kinds………………………………………………… 8 Section 1: Introduction………………………………………………………… 8 Section 2: Microstructuralism about Chemical Kinds………………………….
    [Show full text]
  • TC İSTANBUL Üniversitesi ( DOKTORA Tezi )
    T.C. İSTANBUL ÜNiVERSiTESi SAGLIK BiLiMLERİ ENSTİTÜSÜ ( DOKTORA TEZi ) 1933 ÜNİVERSİTE REFORMU İLE BİRLİKTE TÜRKİYE'YE GELEN YABANCI BİYOKİMYA HOCALARı VE KATKILARI i -- -- --- ŞÜKRÜARAS DANIŞMAN DOÇ. DR. GÜL TEN DİNÇ TIP TARİHİ VE ETİK ANABiLiM DALI DEONTOLOJİ VE TIP TARİHİ PROGRAMI İSTANBUL-2012 ii TEZ ONAYI Aşağıda tanıtımı yapılan tez. jüri tarafından başarılı bulunarak Doktora Tezi olarak kabul edilmiştir. d { n vw 13/06 /2012 Prof. Dr. Nevin Yalınan Enstitü Müdürü)'- Kurum : İstanbul Üniversitesi Sağlık Bilimleri Enstitüsü Program Adı : Deontoloji ve Tıp Tarihi Doktora Programı, Programın Seviyesi: Yüksek Lisans () Doktora ( X ) Anabilim Dalı :Tıp Tarihi ve Etik Tez Sahibi : Şükrü Aras Tez Başlığı : l 933 Üniversite Reformu ile birlikte Türkiye'ye gelen yabancı biyokimya hocaları ve katkı ları Sınav Yeri : İ.Ü. Cerrahpaşa Tıp Fakültesi. Tıp Tarihi ve Etik Anabilim Dalı Sınav Tarihi : l 3.06.20 l 2 Tez Sınav Jürisi \. Doç. Dr. Gülten Dinç (Tez Danışmanı), İstanb~l Üniversitesi. Cerrahpaşa Tıp Fakültesi. Tıp Tarihi ve Etik Anabilim Dalı. j·.J ~~ \ 2. Prof. Dr. Nuran Yıldırım (Tez İzleme Komitesi Üyesi), İstanbul Üniversitesi. İstanbul Tıp Fakültesi. Tıp Tarihi ve Etik Anabilim Dalı. ,X._LGUı \ 3. Prof. Dr. Emre Dölen (Tez İzleme Komitesi Üyesi), Marmara Üniversitesi. Eczacılık Fakültesi. ali ik Kimya Anabilim Dalı. yten Altıntaş, İstanbul Üniversitesi. Cerrahpaşa Tıp Fakültesi. Tıp Tarihi ve Etik Anabilim Dalı. ~-- ~~--j -- 'j .. .. S. Doç. Dr. Yeşim lşıl Ulman. Acıbadem Universitesi. Tıp Fakültesi. Tıp Tarihi ve Etik Anabili~alı. iii BEYAN Bu tez çalışmasının kendi çalışınam olduğunu, tezin planlanmasından yazımına kadar bütün safhalarda etik dışı davranışıının olmadığını, bu tezdeki bütün bilgileri akademik ve etik kurallar içinde elde ettiğimi, bu tez çalışmayla elde edilmeyen bütün bilgi ve yorumlara kaynak gösterdiğimi ve bu kaynakları da kaynaklar listesine aldığımı, yine bu tezin çalışılması ve yazımı sırasında patent ve telif hakiarım ihlal edici bir davranışıının olmadığı beyan ederim.
    [Show full text]
  • De Geschiedenis Van De Scheikunde in Nederland. Deel 1
    De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Deel 1 Van alchemie tot chemie en chemische industrie rond 1900 H.A.M. Snelders bron H.A.M. Snelders, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Deel 1: Van alchemie tot chemie en chemische industrie rond 1900. Delftse Universitaire Pers, Delft 1993 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/snel016gesc01_01/colofon.htm © 2008 dbnl / H.A.M. Snelders II ‘De scheider’, van Jan Luyken (Het menselijk bedrijf Amsterdam, 1694) H.A.M. Snelders, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Deel 1 vii Ten geleide We schrijven 1992. In onze complexe samenleving staat de scheikunde er niet goed op. ‘Het vak scheikunde is uit de gratie’ schrijft een bekende journalist. ‘Om eerlijk te zijn heb ik in het verleden wel eens verteld dat ik Frans studeerde’ zegt een scheikundig student, om vragen te voorkomen. In 1993 bestaat de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging, KNCV, negentig jaar. Er zijn in Nederland sinds het vak tot ontwikkeling kwam zeer belangrijke prestaties op scheikundig gebied verricht. Er zijn perioden geweest waarin er voor deze prestaties een brede waardering bestond, dit was misschien het sterkst het geval in de jaren vijftig-zestig van onze eeuw. In de tegenwoordige tijd bestaat ten aanzien van de scheikunde en al het chemisch handelen veelal een sfeer van wantrouwen. In brede kring wordt gedacht dat de scheikunde, de scheikundigen, veroorzakers van, vooral milieugerelateerde, problemen zijn. Er wordt daarbij vergeten dat dezelfde mensen die ervan worden verdacht de veroorzakers van deze problemen te zijn in hoge mate er toe bijdragen dat (milieu)problemen kunnen worden voorkómen, opgespoord en opgelost.
    [Show full text]
  • 6B. Earth Sciences, Astronomy & Biology
    19-th Century ROMANTIC AGE Astronomy, Biology, Earth sciences Collected and edited by Prof. Zvi Kam, Weizmann Institute, Israel The 19th century, the Romantic era. Why romantic? Borrowed from the arts and music, but influenced also the approach to nature and its studies: emphasizing descriptive biology and classification of animals and plants. ASTRONOMY and EARTH SCIENCES EARTH SCIENCES AGE OF THE UNIVERSE AND OF EARTH How can we measure the age of the universe? The size of the universe? The size and distances of stars? How can we estimate the age of earth? How were the various chemical elements created? Characteristic of the 19th century is the transition from geology of stone collecting and sorting, to attempts on modeling the mechanisms shaping the earth crust. The release from religious constraints provided space for testing new theories based on fossils, distributions of rock and soil types, earthquakes, volcanic eruptions, soil erosion and sediment, glaciers and their traces, sea floors, earth core etc. Before the 19th century, a reminder: 1650 James Ussher, 1581-1656, an Irish archbishop, claim earth was created 4000 BC, before the first day of creation. 1715 Edmond Halley, 1656-1742, Calculated an estimation of earth age from seawater salinity. He assumed the ancient see contained sweet water, and salinity rose due to earth erosion. 1785 Dr. James Parkinson, 1755-1824, a surgeon (who identified what was later called “Parkinson disease”) and a geologist, one of the founders of the geological society and a supporter of “catastrophism”. Saved the nature museum in Leicester square from bankruptcy of his owner, Sir Ashton Lever.
    [Show full text]
  • Some Milestones in History of Science About 10,000 Bce, Wolves Were Probably Domesticated
    Some Milestones in History of Science About 10,000 bce, wolves were probably domesticated. By 9000 bce, sheep were probably domesticated in the Middle East. About 7000 bce, there was probably an hallucinagenic mushroom, or 'soma,' cult in the Tassili-n- Ajjer Plateau in the Sahara (McKenna 1992:98-137). By 7000 bce, wheat was domesticated in Mesopotamia. The intoxicating effect of leaven on cereal dough and of warm places on sweet fruits and honey was noticed before men could write. By 6500 bce, goats were domesticated. "These herd animals only gradually revealed their full utility-- sheep developing their woolly fleece over time during the Neolithic, and goats and cows awaiting the spread of lactose tolerance among adult humans and the invention of more digestible dairy products like yogurt and cheese" (O'Connell 2002:19). Between 6250 and 5400 bce at Çatal Hüyük, Turkey, maces, weapons used exclusively against human beings, were being assembled. Also, found were baked clay sling balls, likely a shepherd's weapon of choice (O'Connell 2002:25). About 5500 bce, there was a "sudden proliferation of walled communities" (O'Connell 2002:27). About 4800 bce, there is evidence of astronomical calendar stones on the Nabta plateau, near the Sudanese border in Egypt. A parade of six megaliths mark the position where Sirius, the bright 'Morning Star,' would have risen at the spring solstice. Nearby are other aligned megaliths and a stone circle, perhaps from somewhat later. About 4000 bce, horses were being ridden on the Eurasian steppe by the people of the Sredni Stog culture (Anthony et al.
    [Show full text]
  • Protein Found at the Scene of the Crime: the Potential for Using Proteomics for Identification Gavin R
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by OpenCommons at University of Connecticut University of Connecticut OpenCommons@UConn Dissertations and Honors Papers School of Law 2017 Protein Found at the Scene of the Crime: The Potential for Using Proteomics for Identification Gavin R. Tisdale Follow this and additional works at: https://opencommons.uconn.edu/law_student_papers Part of the Criminal Law Commons, and the Evidence Commons Recommended Citation Tisdale, Gavin R., "Protein Found at the Scene of the Crime: The otP ential for Using Proteomics for Identification" (2017). Dissertations and Honors Papers. 2. https://opencommons.uconn.edu/law_student_papers/2 Law & Forensic Science Class of 2017 Protein Found at the Scene of the Crime: The Potential for Using Proteomics for Identification Gavin R. Tisdale Hair has long been collected from crime scenes as part of trace evidence. Originally, hair was used for some exclusionary purposes—only general qualities about an unknown source could be determined. Eventually, DNA was used to help identify the source but only if the root was still attached. Within the last two years, however, two major studies have used proteomics—the study of human protein sequences—to extract and identify protein sequences in an unknown source in order to match it to a known source. These two studies support the same hypothesis: proteomics is currently a viable method for narrowing down the source of the hair and will soon be able to identify an individual source. While the science is about a decade away from being comparable to nuclear DNA, the potential of proteomics is undeniable.
    [Show full text]
  • 20161616 Fmartinez-Jimenez.Pdf
    Structural study of the therapeutic potential of protein-ligand interactions Francisco Mart´ınez-Jimenez´ TESI DOCTORAL UPF / 2016 THESIS SUPERVISOR Dr. Marc A. Marti-Renom THESIS TUTOR Dr. Baldo Oliva Acknowledgments It is very difficult to remember all the people to whom I owe gratitude. It is not because I am bad at memorizing names, which I am, it is because there were so many people contributing to this wonderful experience that I probably have forgotten some of you. The first person that comes into my mind is my supervisor, Marc. Thank you for the scientific (and non-scientific) conversations, thank you for allowing me to attend to all those conferences, for the freedom I had to choose what I liked, thank you for your support, useful advice and your guidance; but yet more im- portantly, thank you for being my friend. Thank you, Marc, for making this thesis a wonderful experience. I am also very grateful to all the people in the lab. I really enjoyed this ex- perience with you guys. Thank you to Davide for helping me with the first steps in the lab, to Fransuuu for being so disastrous with names (we are not the exception but the rule!), to Yasmina for teaching Fransuuu how to properly dance, he is the master of the rhythm!; to Laia for showing us the single ap- ple’s diet, to Yannick for your good taste with wine and cheese, to Marco for patiently repeating the story of Sergio Roberto Alfredo, to David (Castillo) for surprisingly showing that people supporting Barc¸a may have some knowledge about football, to Silvia for all the chewing gums I’ve stolen, to Gireesh for all non-scientific activities we have shared over the PhD, to Irene for teaching this beautiful language called Irenico, to Mike for being such a nice guy and more importantly, such a great cook!; to David (Praga) for our long and instructive conversations about our shared topic of interest, and finally, thank you to Pauli, for listening, helping and having such a big heart despite of being so incredibly small.
    [Show full text]
  • Vogel Thesis
    ABSTRACT VOGEL III, KENNETH GEORGE. Protein Amount and Milk Protein Ingredient Effects on Sensory and Physicochemical Properties of Ready-To-Drink Protein Beverages. (Under the direction of Dr. MaryAnne Drake). This study evaluated the role of protein concentration and milk protein ingredient (serum protein isolate (SPI), micellar casein (MCC), or milk protein concentrate (MPC)) on sensory and physicochemical properties of vanilla ready-to-drink (RTD) protein beverages. The RTD beverages were manufactured from 5 different liquid milk protein blends (100% MCC, 100% MPC, 18:82 SPI:MCC, 50:50 SPI:MCC, and 50:50 SPI:MPC) at 2 different protein concentrations 6.3% and 10.5% protein (15 or 25 g protein per 237 mL) with 0.5% w/w fat and 0.7% w/w lactose. Dipotassium phosphate, carrageenan, cellulose gum, sucralose and vanilla flavor were included. Blended beverages were pre-heated to 65°C and homogenized (20.7 MPa) and cooled to 8°C. The beverages were then preheated to 92°C, and then ultrapasteurized (141°C, 3 sec) followed by vacuum cooling to 92°C and homogenization again (17.2 MPa first stage, 3.5 MPa second stage). Beverages were then cooled, filled into sanitized bottles and stored at 4°C. Initial testing of RTD beverages included proximate analyses and aerobic plate count and coliform count. Volatile sulfur compounds, vanillin, particle size, and sensory properties were evaluated through 8 weeks. Astringency and viscosity were higher and sweet aromatic/vanillin flavor was lower in beverages containing 10.5% protein compared to 6.3% protein (P<0.05) and sulfur/eggy flavor, astringency and viscosity were higher and sweet aromatic/vanillin flavor were lower in beverages with higher serum protein as a percentage of true protein within each protein content (P<0.05).
    [Show full text]
  • 206 Modern Editions: Encyclopédie: Extraits
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Historical recipes for preparatory layers for oil paintings in manuals, manuscripts and handbooks in North West Europe, 1550-1900: analysis and reconstructions Stols-Witlox, M.J.N. Publication date 2014 Link to publication Citation for published version (APA): Stols-Witlox, M. J. N. (2014). Historical recipes for preparatory layers for oil paintings in manuals, manuscripts and handbooks in North West Europe, 1550-1900: analysis and reconstructions. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:24 Sep 2021 Appendix 2 Overview of recipe sources that have been quoted in the main text, in alphabetical order. This research aims to make use as much as possible of first editions. However first editions were not always available.
    [Show full text]