Gras Upt Werp
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Gras upt werp Landschapsbiografie en draagvlakanalyse voor het huidige beheer van het kwelderlandschap van Noord-Friesland Buitendijks Marjan Vroom Veenwoudsterwal augustus 2013 Masterscriptie Landschapsgeschiedenis Rijksuniversiteit Groningen Veenwoudsterwal, augustus 2013 Auteur ing. M.G. (Marjan) Vroom [email protected] Onder begeleiding van prof. dr. ir. Th. (Theo) Spek Tweede lezer: dr. T. (Tialda) Haartsen Dit onderzoek is gedaan ten behoeve van de Masterscriptie Landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Letteren, Kenniscentrum Landschap Gras upt werp Landschapsbiografie en draagvlakanalyse voor het huidige beheer van het kwelderlandschap van Noord-Friesland Buitendijks Marjan Vroom masterscriptie Landschapsgeschiedenis Rijksuniversiteit Groningen Veenwoudsterwal, augustus 2013 Voorwoord De Waddenzee is voor mij het fascinerende gebied, waar ik kan genieten en onthaasten, samen met vriend Erik en onze zeilboot. Het was ook ongeveer twintig jaar het gebied waar ik me beroepshalve mee bezig hield. Het stond voor mij daarom buiten kijf, dat mijn masterscriptie Landschapsgeschiedenis over de Waddenzee moest gaan. Maar voor een onderzoek van een half jaar was dit onderwerp natuurlijk veel te groot. Ik kwam al snel uit op Noord-Friesland Buitendijks. Een schitterende kwelder waar grote veranderingen plaatsvinden en ik ontdekte dat het een fascinerende geschiedenis heeft, die nagenoeg onbekend is. Tijdens mijn studie Landschapsgeschiedenis kwam ik in aanraking met het begrip landschapsbiografie. Het landschap is meer dan wat je ziet, het fysieke, je associeert het onwillekeurig met herinnering en kennis en je gevoel is ook een belangrijke factor. Het landschap is gemaakt door mensen, die weer werden beïnvloed door de maatschappij waarin ze leefden. Het landschap is ook beleving, in de natuureducatie houdt ik me daar al vele jaren mee bezig. Kortom, ik ging de uitdaging aan om een biografie te schrijven van Noord-Friesland Buitendijks: het fysieke, sociale en mentale landschap wilde ik onderzoeken. En de beleving wilde ik er in betrekken door mensen te interviewen. Het onderzoek was een groot avontuur. Niet alleen het speurwerk in het archief van Tresoar was avontuurlijk, ook het benaderen van allerlei deskundigen en het thuis interviewen van mensen van allerlei pluimage. Vervolgens moest daar nog een goed stuk van worden geschreven. Met de inspirerende hulp van mijn hoogleraar Theo Spek en de ondersteuning van Tialda Haartsen is het gelukt, waarvoor mijn hartelijke dank. Ook de mensen die me gastvrij onthaalden voor het interview wil ik heel erg bedanken. Ik hoop dat het resultaat aan de verwachting voldoet. Ook de mensen die commentaar leverden op het onderzoeksvoorstel wil ik bedanken, hun verschillende invalshoeken hebben mij geholpen de focus van het onderzoek te vinden. Ik hoop dat deze scriptie bijdraagt aan het maken van goede keuzen voor de inrichting van Noord-Friesland Buitendijks. Daarnaast hoop ik dat de kennis in deze scriptie er toe bijdraagt dat de band van allerlei mensen met het gebied nog hechter en dieper wordt. Mijn liefde voor de kwelders van de Waddenzee is er veel groter door geworden. Samenvatting Samenvatting Aanleiding Noord-Friesland Buitendijks is een kwelder van meer dan 4500 hectare die in de loop van vele eeuwen door mens en natuur is gevormd. De kwelder is een onderdeel van de Waddenzee en heel rijk aan vogels. Twee natuurorganisaties beheren bijna het hele gebied en hebben plannen gemaakt om de ecologische waarde te versterken. Maar bij de bewoners in de streek is weinig draagvlak voor de maatregelen. De streekbewoners wilden eind vorige eeuw de kwelder inpolderen, maar de regering besloot dat het internationale natuurbelang van de Waddenzee belangrijker was. Houdt de wens tot inpolderen verband met het huidige verzet tegen verkwelderen? Deze vraag was de aanleiding tot dit onderzoek. Probleemstelling De oorzaak van het conflict moet worden gezocht in de historie van het kweldergebied. De rol die mensen speelden in de ontwikkeling van het gebied is hierbij cruciaal. De centrale probleemstelling van dit onderzoek is daarom: Hoe hebben het fysieke, sociale en mentale landschap van Noord-Friesland Buitendijks zich in de loop der eeuwen ontwikkeld en welke verklaringen biedt kennis van deze ontwikkeling voor de huidige uiteenlopende meningsvorming over het actuele en toekomstige beheer van dit gebied? Onderzoeksaanpak In het eerste deel van dit onderzoek wordt de landschapsbiografie van Noord-Friesland Buitendijks beschreven. Zowel het fysieke, het sociale als het mentale landschap worden in vier perioden beschreven, met de sporen die er nu nog te zien zijn. Het tweede deel van het onderzoek bestaat uit een belevingsonderzoek. De mening van twintig mensen over het gebied en het huidige beheer staat daarbij centraal. Tenslotte worden de bevindingen van het belevingsonderzoek in verband gebracht met de landschapsbiografie en worden er verklaringen gegeven voor de meningsverschillen over het beheer. Landschapsontwikkeling periode tot 1500 Noord-Friesland Buitendijks is het grootste restant kwelder van Friesland, dat tien eeuwen geleden nog voor ongeveer de helft van het oppervlak uit kwelder bestond. Op die immens grote Friese kwelder woonden de mensen in de vroege middeleeuwen al op terpen, weidden hun vee op de kwelder, legden kleine zomerdijken aan en maakten drinkdobben voor het vee. Toen de kwelder steeds verder werd ingedijkt hadden de eigenaren van het land binnendijks volgens oud Fries recht op de aangrenzende aanwas. Landschapsontwikkeling periode 1500-1800 De veel voorkomende term “gras upt werp” in belastingregisters uit 1511 bewijzen dat meer dan vierhonderd hectare kwelder in het huidige Noord-Friesland Buitendijks in gebruik was als grasland, dus voor beweiding of hooiwinning. De kwelder was ingedeeld in percelen, kegen genoemd, met sloten haaks op de zeedijk van Ferwerderadeel. De meeste eigenaren waren grootgrondbezitters en verhuurden de kwelder, vaak aan steeds dezelfde families. De kwelders in de vroegere Middelzee werden ingepolderd, zo ontstond Het Bildt, een agrarisch zeer rijk gebied. De laatste polders zijn uit 1765 (Noorderleeg en Bildtpollen) en de gezamenlijke eigenaren van de polders beheerden de kwelder die er voor lag. Ze verhuurden de inscharing van vee in de kwelder elk jaar opnieuw via een soort publieke veiling. De tegenstellingen tussen de kwelders van Het Bildt en Ferwerderadeel zijn dus groot: in Het Bildt twee grote organisaties die de kwelder beheren, later werden het vennootschappen, en in Ferwerderadeel tientallen kegen in particulier eigendom. Landschapsontwikkeling periode 1800-1925 In de negentiende eeuw werd landaanwinning steeds belangrijker voor de eigenaren, want de verhuring van de kwelder was lucratief, maar door inpoldering zou de waarde van de grond veel hoger worden. Greppels werden jaarlijks uitgediept om met het slib de kwelder te verhogen en op cruciale plekken werden dammen gelegd om de stroming af te buigen. Die dammen werden gemaakt van takken en aarde, bedekt met stro of riet, later werden ze ook van palen met een vulling van stenen gemaakt. Er waren regelmatig plannen om de kwelder in te polderen, maar ze gingen niet door: de gebruikte technieken faalden en de financiering kwam niet rond. De eigenaren besloten daarom zomerpolders aan te leggen, zodat het vee veilig was achter lage dijken en de grond intensiever kon worden beweid. Landschapsontwikkeling periode 1925-2010 In de twintigste eeuw werd aan de zeezijde van de hele kwelder een systeem van rijshoutdammen met greppels aangelegd, eerst met behulp van honderden werklozen en slikwerkers, later met machines. De kwelder groeide hierdoor met bijna duizend hectare. De aanleg van een veilige dijk op deltahoogte was aanleiding tot een nieuw plan om een polder aan te leggen. Maar de inzichten en het beleid veranderden: kwelders zijn zeldzaam en een essentieel onderdeel van een ecologisch gezonde Waddenzee. Die kwelders moesten daarom worden beschermd en het areaal moest groter worden. De eigenaren verloren hierdoor hun perspectief op de waardevermeerdering door inpoldering en bovendien bracht de exploitatie om landbouweconomische redenen minder op. Bijna alle eigenaren verkochten hun grond aan de Friese natuurorganisatie It Fryske Gea. Meer dan driehonderd hectare zomerpolders is tussen 1989 en 2009 weer blootgesteld aan het dagelijks getij, door de klepduikers open te zetten of gaten in de zomerdijken te maken. De kweldervegetatie keerde hier terug en weidevogels maakten plaats voor wadvogels. De kwelders werden rijker aan verschillende soorten planten en dieren doordat er meer variatie was in de beweiding. Actuele beleving van natuurbeheer Veel omwonenden verzetten zich tegen deze verkweldering van de zomerpolders. Die tegenstand is gebaseerd op esthetische aspecten, onbegrip voor de noodzaak er van en frustraties omdat men geen invloed heeft op het beheer. De agrariërs en streekbewoners hebben haast allemaal voorouders die ook in de streek leefden. Het gebruik van de buitendijkse grond was eeuwenlang een onderdeel van de landbouw in het kustgebied en de zomerpolders zijn de meest efficiënte vorm van deze landbouwmethode. Deze sterke cultuurhistorische band van agrariërs en bewoners verklaart hun voorkeur voor het behoud van de zomerpolders in Noord-Friesland Buitendijks. Het doel van het natuurbeheer is in dit landschap een zo groot mogelijke biodiversiteit te bereiken van planten en dieren die van nature op kwelders thuishoren. Dit kan het beste worden