A.C. Tjepkema kolonel van de Koninklijke luchtmacht1

Canadese tactische en strategische ervaringen; de strijd om de Sloedam

Oe groei van de Canadese krijgsmacht van 51.400, maar dat was slechts theorie. In werke- lijkheid kon men slechts op de helft rekenen en dan In de Canadese volksgeest schuilt een fascinerende nog waren die troepen alleen behoorlijk geoefend paradox: enerzijds is de Canadees vanuit de com- op het exercitieterrein3. Toch zou de Militia, in de fortabele ligging van zijn land geneigd tot een a- Canadese traditie van WO I, de ruggegraat van het militaire, soms pacifistische houding, anderzijds is Canadese leger vormen en een aantal bekwame ge- hij, eenmaal overtuigd van de onvermijdelijkheid neraals voortbrengen. Dit is goeddeels te verklaren van het gebruik van militaire middelen, bereid tot vanuit de dominantie van het Schotse erfgoed in grote offers. Hoe is anders te verklaren dat de Per- geheel engelstalig Canada: het uniform verschaft manent Force, het staande leger, dat in maart 1939 maatschappelijk aanzien en het regiment vormt zo- slechts 4169 man (van wie 446 officieren) telde, in wel in de grote steden als in meer afgelegen gebie- juni 1944, op zijn hoogtepunt in WO II, was uitge- den een sociale factor van betekenis. John Keegan groeid tot zo'n 500.000 man, van wie 50.000 offi- zegt er over: cieren? In hetzelfde perspectief moet de groei van „Soldiering in Britain was regarded as shameful if pro- de Royal Canadian Navy (RCN) worden gezien. fessional and slightly comic if amateur. Soldiering in Telde deze in 1939 nog geen 2000 man, aan het Scotland, f uil- or part-time, was held to be serious and eind van WO II was de RCN de derde marine ter commendable, providing an opportunity not merely to wereld en had zij een sterkte van 93.000 man. wear tartan but to demonstrate the qualities the Vic- Voorts leidde de Royal Canadian Air Force (RCAF) torian Scots most admired, companionability, steadi- tijdens WO II onder het British Commonwealth Air ness and decent selfrespect... Not only in London (the Training Plan (BCATP) 131.000 bemanningsleden London Scottish wasfounded in 1859) but in whatever op, van wie ca. 50.000 vliegers2. Het BCATP was corner of the empire to which Scottish ambitions and aan het begin van de oorlog door het kabinet van enthusiasm for the imperial idea had carried the race W.L. Mackenzie King omarmd als een programma during the nineteenth century. By its end there were met schijnbaar louter voordelen. Het voorzag in tal- Scottish Volunteerregiments... in abundance in Cana- loze banen en grote (in hoofdzaak Britse) investe- da..."4 ringen, terwijl Canada zichtbaar de oorlogsinspan- ningen steunde zonder dat Canadezen grote risico's Een belangrijke drijfveer achter de Canadese oor- liepen. Het BCATP zou echter de emancipatie van logsinspanningen was de drang naar emancipatie de RCAF in de weg staan. Weliswaar groeide de binnen het Britse Imperium. Wilde men voor vol RCAF van een handvol squadrons in 1939 tot 98 in worden aangezien, dan moesten de „kolonialen" 1945 (waarvan 40 in Europa ingezet), maar de minstens even goed zijn dan hun meesters. „When greep van de Royal Air Force op de RCAF was zo Britain is at war, Canada is at war. There is no dis- sterk dat nog in 1944 60% van de Canadese vlie- tinction" had Premier Wilfried Laurier in 1910 ge- gers in de RAF diende. zegd. Dit had in augustus 1914 gegolden. In sep- Terug naar het leger: naast de Permanent Force was tember 1939 was het emancipatoir proces nog niet er de Non-Permanent Active Militia met een sterkte voltooid: negen dagen na de Duitse inval in Polen

1 De auteur is drs. P.H. Kamphuis erkentelijk voor diens commentaar. 1 Granatstein, J.L., „The Generals, the Canadian Army's senior 2 Morton D., „A military history of Canada", Edmonton 1990, commanders in the Second World War", Toronto 1993,p. 8,9en261. P. 193 tot 208. 4 Keegan, J., „Sixarmies in Normandy", London 1982, p. 168.

MS 163(1994)(11) 485 besloot het Canadese parlement vrijwel unaniem staf van I Canadian Corps volgen, waardoor tenmin•- ^ Duitsland de oorlog te verklaren. Emancipatie ver- ste de Canadese invloed op korpsniveau was ver- onderstelt nu eenmaal een eigen identiteit. In WO I zekerd. Het II Canadian Corps bleef in Engeland had luitenant-generaal Sir Arthur Currie met moei- beschikbaar voor de invasie van Frankrijk. Pas van- te het Canadese legerkorps als zelfstandige bij- af februari/maart 1945 zouden beide legerkorpsen drage aan de geallieerde oorlogvoering gevrijwaard samen binnen First Canadian Army bij de bevrij- tegen pogingen van de Britten het onder hun bevel ding van Nederland worden ingezet. te brengen. Dankzij de zelfstandigheid van het Ca- nadese bevel had men nieuwe technieken kunnen Simonds invoeren, wat in 1916 tot een groot succes in de slag bij Vimy had geleid. Vimy had een zeer positief ef- In Italië waren de kwaliteiten van Simonds, als di- fect op de Canadese natievorming gehad en de op- visiecommandant, en daarna als legerkorpscomman- volgers van Currie, de generaals A.G.L. McNaugh- dant opgevallen. Luitenant-generaal Guy Granville ton en H.D.G. Crerar, zagen het als hun taak het be- Simonds genoot het vertrouwen van Montgomery houd van de Canadese identiteit voorrang te geven. en het was dan ook logisch dat hij na de invasie van Hierbij werd voorbijgegaan aan het vestigen van Normandië II Canadian Corps aanvoerde. Het korps een mate van invloed op de geallieerde strategische opereerde op de uiterste linkerflank en was belast besluitvorming overeenkomstig de kwaliteit en de met kleinschalige operaties als de zuiveringen van kwantiteit van de Canadese inspanningen. delen van de „AtlantikwaU" en zeehavens, ver van het centrum waar coalitiepartners grote publiciteit Canadezen onder Canadees bevel in WO II haalden. Wel leidde Simonds vier grote aanvallen in Normandië en ten tijde van de gevechten west McNaughton was niet alleen overzees bevelhebber, van Falaise was hij degene die aan de noordzijde maar ook „the de facto representative of Canada in het gat sloot6. Hoewel II Canadian Corps bij som- Britain. His farces served with and under British mige acties ernstige verliezen leed, werd zijn repu- command, hut McNaughton could not simply be or- tatie als effectieve en innovatieve commandant her- dered by a senior British officer to do this or that; if bevestigd. Zo liet hij - om de nachtmars van tanks hè disagreed with the feasibility ofan operation hè, en pantservoertuigen te vergemakkelijken - met like Sir Arthur Currie a quarter-century before, could refer the matter to his home government"5. Hierbij komt dat Mackenzie King een matige inte- resse had in militaire zaken en het liefst pas een be- slissing nam als het echt niet anders kon. De bevel- hebber in Londen had dus grote ruimte voor eigen initiatief inzake het bevorderen van wat hij als het nationaal belang zag. Toen de Canadezen in 1942 nog steeds geen actie hadden gezien, wendde Crerar, die McNaughton tijdelijk verving, zijn invloed aan om de 2de Divisie in augustus 1942 de raid op Dieppe te laten uitvoeren. Het moreel verbeterde amper, toen twee van de drie brigades binnen en- kele uren in de pan werden gehakt. Eerst vanaf april 1943 zagen de Canadezen regu- Afb. 1: generaals van 1 Canadian Army, Hilversum mei liere actie. In strijd met het principe van Canadese 1945, eerste rij vlnr: genmaj H.S. Maczek (C-1 Poolse troepen onder Canadees bevel werden de l ste Divi- Mechciiv), Itgen G.G. Simonds (C- II Corps), gen H.D.G. Crerar (C-1 Can Army), Itgen C. Foulkes (C-1 Corps), sie en een tankbrigade uit het Canadese leger losge- genmaj B.M. Hoffmeister (C-5 Mechdiv), tweede rij maakt teneinde in Zuid-Italië te worden ingezet. vlnr: genmaj R.H. Keefler (C- 3 Infdiv), genmaj A.B. Enkele maanden later zouden de 5de Divisie en de Matthews (C- 2 Infdiv), genmaj H.W. Poster (C- 1 Inf- div), bgen R.W. Moncel en bgen S.B. Rawlings, Cn van 5 Granatstein J.L., op. cit„ p. 66. de twee onafhankelijke Tankbrigades. Op de foto ont- 6 Ibid, p. 168. breekt genmaj C. Vokes (C- 4 Mechdiv)

486 MS 163(1994)(11) Af b. 2: Kaart van Zeeland 1944 lichtspoormunitie een route van Caen naar Falaise ten goede was gekomen. Zijn staf had zich dan ook markeren. Andere verplaatsingen bij duisternis ont- in hoofdzaak met logistiek en uiteraard met het snapten aan de doorgaans onvermijdelijke chaos hoog houden van de Canadese zaak bezig gehou- doordat Simonds zoeklichten tegen de laaghangen- den. Dat laatste leidde bij het passeren van Dieppe de bewolking liet schijnen en aldus voor „kunstma- tot een vorm van vermeende insubordinatie, want tig maanlicht" zorgde. Een derde vinding was de Crerar negeerde een bevel van Montgomery snel „Kangaroo". Door de toren en het kanon van de ge- door te stoten en woonde ter plaatse een Canadese pantserde vuurmond „Priest" te verwijderen ont- herdenkingsparade bij8. stond een pantserinfanterie-voertuig voor 12 man. Voortaan konden infanteristen onder pantser en Het plan voor de opening van de Schelde met gelijke snelheid aan de tanks het gevecht be- ginnen7. De weken na het mislukken van „Market Garden" waren bepaald niet Montgomery's meest glorie- First Canadian Army rijke periode. Het werd langzamerhand duidelijk dat hij onvoldoende prioriteit had toegekend aan In september 1944 kwam Simonds' grote kans de het zuiveren van de oevers van de Schelde en daar- geallieerde strategie te beïnvloeden. Generaal mee aan het openen van de haven van Antwerpen Crerar, commandant First Canadian Army, werd voor de logistieke aanvoer voor de geallieerde medio september ziek en Simonds zou hem tot legers. De haveninstallaties waren weliswaar on- begin november vervangen. Nu was het Canadese beschadigd in bezit genomen, maar aan de naderin- legerhoofdkwartier in termen van „span of control" gen vanuit zee was geen aandacht besteed en, erger niet direct nodig. First Canadian Army was één van nog, de veldmaarschalk had verzuimd Von Zan- de twee legers in Montgomery's 21st Army Group gens 15de leger in de tang te nemen. Von Zangen en had, naast II Canadian Corps, sinds eind juli ook had, met achterlating van één divisie op de zui- l British Corps onder bevel gekregen. Er waren delijke Scheldeoever, zijn leger via de noordelijke voortdurend wrijvingen tussen de Britse en Ca- oever grotendeels intact kunnen laten ontsnappen. nadese bevelvoerende officieren. Zo was Crerar Toen de situatie zich zo begon af te tekenen, had meteen na de onderbevelstelling van I British Montgomery aan Crerar opdracht gegeven een plan Corps tegen de commandant, luitenant-generaal Sir te ontwerpen voor het toegankelijk maken van de J.T. Crocker, opgebotst. Montgomery stelde Croc- haven van Antwerpen. Dat plan was al goedgekeurd ker echter in het gelijk, hetgeen Crerar's gezag niet toen Simonds tijdelijk het bevel van Crerar over- nam. Simonds verwierp het plan desondanks, niet 7 Whitaker DSO, W. Denis en Whitaker, Shelagh, „Tug of War", Toronto 1984, p. 76, 77. Dit werk is in het Nederlands vertaald door 8 Granatstein, J.L., op. cit., p. 109. Montgomery had geen hoge dunk kolonel b.d. drs. Th. H.J. Tromp onder de titel „De strijd om de van Crerar, „He is a most awfully nice chap, bul hè is veryprosv and Schelde", Baarn 1985. stodgy, and hè is very definitively not a commander ".

MS163(1994)(11) 487 alleen omdat hij de taxatie van de vijandelijke sterk- eeuwse dijk die tien meter boven de zeespiegel uit- te te optimistisch achtte, maar ook omdat naar zijn rees en aan de voet zo'n 100 meter breed was, ver- mening het plan de verdedigingsmogelijkheden toonde een bres van 100 meter waardoor het zee- van en Zuid-Beveland onderschatte9. water naar binnen stroomde. Enkele dagen later Simonds wilde vanuit zee aanvallen en had daarvoor werden met evenveel succes soortgelijke aanvallen in de eerste plaats Bomber Command nodig om de uitgevoerd: twee bij en één bij . dijken te breken. Vervolgens zouden aanhoudende De overstroming bemoeilijkte het Duitse krijgs- bombardementen het Duitse verzet moeten breken. bedrijf op Walcheren ernstig, zoals Simonds had Als Walcheren eenmaal was ondergelopen zouden voorzien. De vijand bleef echter beschikken over luchtlandingstroepen, gevolgd door amfibische een- zware artillerie in talloze betonnen versterkingen heden de Duitse versterkingen op de duinen en de aan de rand van het eiland. De RAF had Simonds dijken in de rug kunnen aanvallen. De RAF voelde aanvankelijk toegezegd dat dagelijkse bombarde- daar weinig voor. Vanaf het vroege voorjaar was menten de kazematten zouden verzadigen, maar een groot deel van de bommenwerpers met wisse- Leigh-Mallory gaf prioriteit aan bombardementen lend succes voor interdictie en meer directe vormen op de Duitse industrie. Verder moest Simonds van luchtsteun in Noord-Frankrijk ingezet. Maar al slikken dat zijn aanvraag om parachutisten op de te vaak had de luchtmacht het gebrek aan gevechts- versterkingen te laten landen, werd afgewezen. Uit- kracht van de Britse infanteriedivisies moeten com- eindelijk moest hij genoegen nemen met een afge- penseren10. In het late najaar van 1944 concentreer- zwakte versie van het oorspronkelijke plan: in drie de Bomber Command zich als vanouds op het aanvallen, op resp. 28, 29 en 30 oktober, werden in strategische bombardement. De genie was evenmin totaal 3300 ton bommen op Walcheren afgewor- behulpzaam. De stafofficier genie had Crerar aan pen12. de hand van berekeningen duidelijk kunnen maken dat pogingen om vanuit de lucht gaten in de dijken De aanloop naar de Sloedam te slaan tot mislukken waren gedoemd. Ook de politiek werkte niet echt mee. Churchill had laten D-Day voor de invasie van Walcheren was gezet op weten dat het met verdere schade aan Nederlandse l november. In de voorafgaande weken had II Ca- en Belgische dorpen en steden maar eens afgelopen nadian Corps, dat tijdelijk werd geleid door gene- moest zijn''. Niettegenstaande dit liet Simonds zich raal-majoor Charles Foulkes, het zwaar te verduren niet uit het veld slaan en wist, mede dankzij zijn uit- gehad. De 3de Infanteriedivisie (die al op 6 juni in stekende verstandhouding met Montgomery, alle Normandië was geland) had, geassisteerd door de partijen ervan te overtuigen dat Walcheren via een infanterie van de 4de Gemechaniseerde Divisie, het luchtbombardement op de dijken moest worden ge- gebied noord van het Leopoldkanaal, tussen Knokke inundeerd.

Het luchtbombardement

Op 3 oktober lieten 247 Lancasters 1270 ton aan bommen los op de Westkapelse Zeedijk, veertien kilometer ten noordwesten van Vlissingen. De 15de-

'Ibid.p. 171. 10 Terraine, J., „The right of the line, The Royal Air Force in the European war 1939-1945", Londen 1985, p. 640 en 645. Air Mar- shal Sir Arthur Coningham, commandant 2 TAF, had meermalen in niet mis te verstane bewoordingen de feilen in de Britse opmars ver- woord. Zijn superieur, Air Chief Marshal Sir Trafford Leigh-Mal- lory, had evenwel steeds de zienswijze van Montgomery verdedigd. " Volgens Whitaker (p. 117) was ook Koningin Wilhelmina op de hoogte. Blijkbaar was zij n.a.v. door de RAF boven Walcheren uit- Afb. 3: Konvooi van voertuigen van 2 Infdiv, Zuid- geworpen pamfletten, waarin de bevolking werd aangeraden te ver- Beveland 28 oktober 1944 trekken, ongerust geworden en had zij Churchill benaderd met het verzoek de voorgenomen bombardementen niet te laten doorgaan. 12 Whitaker W.D. and S., op. cit., p. 118 tot 127.

488 MS 163(1994)(11) r >&^*=ï*f^±g^ Afb. 4: Kaart van Sloedam (Wal- cheren Causeway) en Braakman, op de achtergelaten Duitse divisie zwaarst zouden wegen. Via Ultra wist hij dat de veroverd. De Duitsers hadden zich daar goed in- Duitsers weliswaar vrij weinig infanterie hadden, gegraven en een goed gebruik van het terrein ge- maar dat de kustbatterijen het grootste probleem maakt door stukken land onder water te laten lopen. zouden vormen. De hoofdaanval voor verovering De Canadezen konden daardoor slechts moeizaam van Walcheren zou dus uit zee komen. Britse com- vorderen. Pas op 3 november zou de zuidelijke mando- en infanterie-eenheden zouden in twee Scheldeoever geheel in handen van de geallieerden acties vanuit zee het eiland bestormen. De eerste zijn. De 2de Infanteriedivisie had in het gebied aanval zou zijn gericht op Vlissingen en wel in de rond Woensdrecht een infanteriedivisie alsmede vroege ochtend van l november, de tweede vier uur een versterkt parachutistenregiment van zo'n 4000 later bij Westkapelle. Deze aanvallen werden nogal man tegenover zich getroffen, wat met name in de riskant geacht, vandaar dat de nevenaanval via de 5de Brigade tot zware verliezen had geleid. De Sloedam mede ten doel had de Duitsers te doen voorlaatste fase voor Walcheren, de verovering van geloven dat het hier om de hoofdaanval ging. Oor- Zuid-Beveland, was met minder verliezen gepaard spronkelijk zou een brigade van de 52ste Divisie gegaan. De 2de Divisie, geholpen door amfibische met de aanval over de Sloe worden belast, maar deze aanvallen van de 52ste (Britse) Schotse Lowland brigade kwam niet op tijd aan. Er zat toen niets Divisie, had het schiereiland binnen een week ge- anders op dan maar weer een onderdeel van de 2de zuiverd. Na die week waren de drie al sterk gesle- Divisie met de opdracht te belasten. Hiervoor werd ten brigades van de divisie nodig aan rust toe. de 5de Brigade van brigade-generaal W.J. Megill Op 30 oktober hadden de Duitsers zich teruggetrok- aangewezen. ken op Walcheren met inbegrip van beide oevers van De moeilijkheidsgraad van de opdracht leek aan- de ca. 1200 meter lange en 40 meter brede Sloe- vankelijk te overzien. Eén van de drie infanterie- dam, die het eiland met Zuid-Beveland verbindt bataljons zou na de gebruikelijk hevige artillerie- met daarop een verkeersweg, een spoorbaan en een beschieting een bruggehoofd vestigen, waarna het fietspad. Een bataljon van de 4de Brigade kreeg bataljon zou worden doorschreden door de 52ste opdracht de vijand van de oostelijke zijde te verwij- Divisie. Op de kaart zagen de stafofficieren van de deren. In een nachtelijke omtrekkende beweging brigade de Sloe als een half mijl brede waterlijn, vanaf de waterlijn werden de Duitsers volkomen waarna men meteen stormboten bestelde. Toen de verrast en gevangen afgevoerd. De verovering van heren bij vol daglicht een blik op de zachte modder- Zuid-Beveland was voltooid. Nu restte het grim- massa wierpen, concludeerden ze dat er slechts één migste deel van de strijd om de Schelde: de verove- manier was om over te steken: als bewegende doe- ring van Walcheren. len via de zeven meter hoge dam13. Simonds besefte goed dat de laatste loodjes het "Ibid, p. 320,321.

MS163(1994)(11) 489 Van hun kant hadden de Duitsers er alles aan gedaan de aanvallers een zo warm mogelijke ontvangst te bereiden. Ze hadden betonnen versterkingen ge- bouwd voor mortieren, een 88 mm kanon, zware mitrailleurs en 20 mm vierling luchtdoelkanonnen. Daarachter was een tank ingegraven alsmede een anti-tankkanon dat in de lengterichting van de dam stond gericht. De kop van de dam was door de Duit- se genie gedegen voorbereid. De spoorrails waren vernield, het terrein was grondig ondermijnd en de dijk telde een aantal grote, met water gevulde gaten. Ongeveer halverwege lag een reusachtige krater die voor voertuigen, inclusief tanks, een on- overkomelijk obstakel vormde.

Megill

Commandant van de 5de Brigade, die nu werd in- gezet voor de aanval over de Sloe, was W.J. (Bill) Afb. 5: Montgomery onderhoudt zich met een Cana- Megill. Hij was een verbindingsofficier van de Per- dese officier; bgen Megill kijkt toe; op de achtergrond gen Crerar manent Force, die juist voor de oorlog een Britse hogere vorming had genoten. In het sterk expan- te verdedigen posities moest aanvallen. Whitaker derende Canadese leger had hij snel promotie vond het plan te complex en in feite onuitvoerbaar. gemaakt en in de zomer van 1943 was hij als bri- Hij had daarop zijn eigen brigadecommandant kun- gade-generaal chef van de staf van I Canadian nen overtuigen dat zijn bataljon uit zo'n slecht door- Corps onder Crerar geworden. Een gebrek aan er- dacht plan zou worden teruggetrokken. Whitaker varing in het veld speelde hem in die functie parten, schrijft daarover het volgende. weshalve hij het commando over een infanterie- „On Friday, the I3th of October, a day that become bataljon verzocht en dus weer luitenant-kolonel infamous in the memories of all Canadian infantrymen werd. Dat commando was door hem goed gevoerd, as „Black Friday", the Black Watch of Canada was waardoor hij in februari 1944 de 5de Brigade kreeg 14 slaughtered. At 06.15 hours on that day of horror, Ope- toegewezen. Als brigadecommandant gold hij als ration Angus committed this venerable Canadian re- onverschrokken, een reputatie die hij opbouwde giment into a battle that was to inflict 183 casualties, door zich regelmatig voorin te laten zien. Zijn wijze 15 including the wounding of all ofits company comman- van bevel voering liet evenwel te wensen over. ders... The plan ofattack seemed so poorly conceived. Inteltigence was bad. Supporting arms were inapprop- Luitenant-kolonel W.D. Whitaker, die commandant riate. And the troops were ill-prepared. It was aformula van de Royal Hamilton Light Infantry in de 4de forfaiture..."17 Brigade was, had op 12 oktober nabij Hoogerheide opdracht gekregen de volgende ochtend een vuur- basis te vormen rond de startlijn waar de Black De bestorming van de Sloedam Watch16 van de 5de Brigade zijn bataljon zou door- schrijden. Megill's bevelsuitgifte betrof een plan, Ook voor de bestorming van de Sloedam wees waarin de Black Watch bij dag over vlak polder- Megill de Black Watch aan. Op 31 oktober vanaf land een sterke vijand in hoger gelegen en goed 10.00 uur 's ochtends probeerden vier compag- 14 Copp, T., „The Brigade, the Fifth Canadian Infantry Brigade, nieën van de Black Watch met een sterkte van 50 a 1939-1945", Stoney Creek 1992, p. 37. 60 man per compagnie de overzijde van de dam te 15 J.W. Ostiguy DSO, die toendertijd compagniescommandant in het Regiment de Maisonneuve was, bevestigde mij dit oordeel. 17 Whitaker, op. cit., p. 171 en 172. Whitaker voegde er in een inter- 16 De officiële naam van de Black Watch is „Royal Highland Regi- view aan toe dat Megill hem na het uitkomen van „Tug of War" had ment of Canada". verweten dat hij de toedracht gekleurd had weergegeven. Megill zou

490 MS 163(1994)(11) bereiken. Zo'n 75 meter daarvoor liep de aanval vast op goed gericht tank-en antitankvuur. „At 14.30 hours, the tanks in support were prepared to move. ..down the causeway, but were informed that the rood was impassable. C-Company had to wade through a crater, through water up their armpits. The enemy had its guns sighted to give cross-fire on the causeway, with one tank dug in, and an antitankgun firing down the centre of the rood... The enemy was firing at least one very heavy gun, the shells of which raised plumes of water two hundredfeet high when theyfell short. He was also ricocheting armour-piercing shells down the causeway, which was hard on the morale of the men... Afb. 6: De Black Watch op mars naar Zuid-Beveland, The jeeps evacuating the wounded were hoving a diffl- Hoogerheide 15 oktober 1944 cult time as the roads were coming under heavy mortar fire"18. Middernacht l november gingen de Calgaries onder dekking van mortiervuur naar voren. Halverwege Sluipschutters vanuit het riet opzij van de kop van echter werd het vijandelijk vuur zo intens dat voort- de dam voegden daar de nodige slachtoffers aan toe. gaan onmogelijk was. Daarop werkte de brigade- Tot overmaat van ramp vielen de eigen artillerie- stafeen nieuw vuurplan uit. De voorcompagnie zou barrages telkens te kort. Luitenant-kolonel Bruce de kruipende barrage op de voet volgen. Bij het eer- Ritchie, de bataljonscommandant, gaf aan het eind ste daglicht slaagde de D-Compagnie erin de kop van de dag opdracht tot ingraven en op de basalt- van de dam te bereiken en om 09.30 uur rappor- blokken van het talud viel ook dat tegen. teerde de commandant dat hij een klein brugge- Om 19.30 uur werd de voorste compagnie bevolen hoofd had gevormd. Ondanks hevig vijandelijk op zo'n tweehonderd meter van de kop te blijven, vuur hielden de Calgaries vast en ook de volgende terwijl de rest van het bataljon werd teruggetrok- drie compagnieën wisten de overkant te bereiken. ken. Daarop lanceerden de Duitsers een tegenaanval en Daarop besloot Megill de Calgary Highlanders, die konden de Calgaries niet anders dan ingraven. al met stormboten in de weer waren geweest, voor „For manoeuvering, wejust had the space between the een tweede aanvalsgolf over de dam in te zetten. top of the dyke and the water at the back ofit. When the Aan de overzijde aangekomen zou het bataljon de tide came in, it wasn't very much. The enemy were aanval over een breder front over rechts voortzet- using 8.1 cm mortars on us at less thanfifty-yard range. ten, terwijl het derde bataljon, het Regiment de They were dug in on the land side ofthefloodbank and Maisonneuve daarachter hetzelfde over links zou we were on the water side."" doen. Vervolgens zouden de Britten het gevecht overnemen. In dit pandemonium kon de voorcompagnie niet onder grote druk van Foulkes hebben gestaan. Terry Copp (op. cit. anders dan terugtrekken op de dam. p. iv) zegt in dit verband: „Second Division was particularly unfor- Intussen was het Megill duidelijk geworden dat de tunate in this regard as Major-General Charles Foulkes seemed especially willing to persist in costly attacks of limited value. Bri- Calgary Highlanders ondanks heldhaftig vechten gadier-General W.J. Megill sometimes qeustioned divisional orders, er niet in zouden slagen de opdracht uit te voeren. but hè never failed to carry them out. The Calgary Highlanders, who De A-Compagnie bijvoorbeeld had geen enkele of- suffered the highest casualty rates of any infantry battalion in 21 Army Group, and the Black Watch who had the second highest ficier meer over. Deze compagnie kreeg opdracht number, paid a very high price tor these attempts to emulate the old tezamen met de C-Compagnie de ingenomen posi- Canadian Corps."(bedoeld is het Canadese Corps van WO I). Whita- ties vast te houden. Nu was het moment gekomen ker schetste mij in het interview een veel positiever beeld van Foulkes, maar toonde zich opnieuw zeer kritisch t.a.v. Megill. J.W. waarop Megill nog één bataljon kon inzetten: het Ostiguy wijt de enorme verliezen van de Calgaries en de Black Regiment de Maisonneuve. Op l november om Watch mede aan een tekort aan planning binnen hun bataljonssta- 21.00 uur werd de bevelsuitgifte gehouden. Het ven. 18 Ibid, p. 322 en 323. Citaat uit het Oorlogsdagboek van de Black bataljon moest op 2 november om 04.00 uur naar Watch. 19 Ibid, p. 328.

MS 163(1994)(11) 491 voren gaan, de Calgaries doorschrijden en een pols gewond. Het was donker, het gutste van de re- bruggehoofd vormen. Hiervoor was slechts een gen en we bleven aan beide kanten water zien. Op uur uitgetrokken, waarna een Brits bataljon de een zeker moment leek de tegenstand minder te Canadezen zou aflossen. Het oorlogsdagboek van worden. Het bleek dat we zo'n vijfhonderd meter het Regiment de Maisonneuve zegt cynisch: voorbij ons doel waren doorgegaan. Toen was het de kunst weer terug te komen. Bij dagaanbreken „The commander of the 5th Brigade obstinately remai- werden we geconfronteerd met een argeloze com- ned convinced that Wakkeren could be taken in a night pagnie Duitsers die, volkomen onbewust van onze attack with artillery support. He decided therefore to aanwezigheid, in de richting van de dam liepen. Ze hold another assault, this time using his lastbattalion"2" zouden ons zeker zien, dus besloot ik het vuur te Het ene uur zou tien uur worden. Uiteindelijk zou openen. De verrassing was volkomen, maar we kon- slechts de D-Compagnie voorbij de reuzekrater ko- den er niet genoeg uitschakelen. Enkele Duitsers men. Daarvan zouden de restanten van twee pelo- gaven zich over, maar de meesten keerden terug. tons de overkant bereiken. Eén van de pelotons- We wachtten nog enkele uren aan weerszijden van commandanten, Charles Forbes, zou voor die actie de dijk, toen plotseling enkele Typhoons naderden, worden onderscheiden met de Militaire Willems- die rockets begonnen af te vuren op de Duitse posi- orde 4de klasse. Forbes vatte in een persoonlijk in- ties. Onze eigen artillerie was actief, maar het vuur terview de situatie als volgt samen21: lag te kort en overal om ons heen vielen de grana- ten. In de melée schakelden we nog even het anti- „Veel hadden wij te danken aan een handjevol tankkanon uit dat over de dijk stond te vuren. Toch voormalige Belgische verzetslieden, die sinds sep- duurde het nog uren, grotendeels in het koude water tember - geheel voor eigen rekening en risico - doorgebracht, voordat we contact met onze voorste deel uitmaakten van mijn eenheid. Zij waren een eenheid konden maken. Het was een terugkeer uit welkome aanvulling voor het bataljon dat, net als de hel!" andere eenheden, enorm onder de sterkte was. En Tegen het einde van de ochtend van 2 november de aanvullers die we kregen, hadden vaak nog niet nam de 52ste Divisie de verantwoordelijkheid voor eens een gevechtsopleiding gehad. Zo gaf ik vooraf- de verovering van Walcheren over. De volgende gaande aan de aanval de Brengun aan een soldaat nacht wist een Schots bataljon de Duitsers te verras- van 42, die mij meteen toevertrouwde dat hij nog sen door twee kilometer zuid van de dam de Sloe, nooit met zo'n ding had geschoten. Ik antwoordde deels met boten en deels te voet, over te steken. dat, als hij dan al niet kon schieten, hij het ding in elk geval kon dragen. Om vier uur 's ochtends Slotbeschouwing barstte er een hevige artilleriebarrage in de verte los, achter de posities van de Calgaries. Die barrage De strijd om de Schelde zou de Canadezen uit- leek uren te duren. Toen we bij de grote krater kwa- eindelijk 6367 verliezen kosten22. Wat verliezen men, was de verwarring groot. Ik had tegen mijn betreft staat deze episode in de Canadese geschie- mannen gezegd dat ze op alles aan vijandzijde denis van WO II op ongeveer gelijke voet met de moesten schieten, maar niemand had mij verteld Slag om Ortona (Italië) en het Canadese aandeel in dat er nog Calgaries voorbij de krater zaten. Dus de strijd om Caen en de zg. Falaise Gap. In het voor- begon mijn peloton op onze eigen mensen te schie- jaar van 1945 zou het Canadese aandeel in de be- ten! In de totale verwarring raakte ik daar aan mijn vrijding van Nederland oplopen tot ca. 70% van ons grondgebied. De verliezen in die fase waren 2" Ibid, p. 330. 21 In februari 1994 had de auteur een persoonlijk interview met For- echter van een geheel andere orde. De bekendheid bes. Na WO II had hij gediend als commandant van een mortiercom- van het publiek met de strijd om de Schelde is ech- pagnie tijdens de oorlog in Korea. Daarna was hij in /.aken gegaan. ter omgekeerd evenredig aan de grote inspanningen Zijn band met de Maisonneuves had hij behouden, onder meer gedu- rende enkele jaren als „Honorary Colonel" van het regiment. Sinds die de Canadezen daar moesten verrichten. zijn pensionering woont hij als kunstschilder in Ste. Anne de Het thema van dit artikel is het strategische succes Beaupré, Quebec. Van de 9 Canadese Ridders MWO is hij één van van Simonds enerzijds en het tactische falen van de twee thans nog levenden. Zijn autobiografie, „Fantassin, pour mon pays, la gloire et... des prunes", is in mei 1994 verschenen te 22 Stacey C.P., ,,La campagne de la victoire, les operations dans Ie Sillery, Quebec. nord-ouextdel'Europe, 1944-1945", Ottawa 1966, p. 450.

492 MS163(1994)(11) Megill anderzijds. Hierbij passen enkele kantteke- in zijn loopbaan gehad die hem geschikt maakte ningen. In de eerste plaats was de voortzetting van voor de functie van commandant van een infante- de aanval over de Sloedam vanaf de middag van riebrigade. Hier geldt dat officieren van de Perma- l november niet nodig geweest. nent Force meer carrièremogelijkheden kregen dan De amfibische aanvallen bij Vlissingen en West- officieren van de Militia. Voor officieren met een kapelle verliepen voorspoedig en waarschijnlijk Britse hogere vorming gold zulks des te meer. Die had men de Duitsers oost van Arnemuiden in hun extra kansen moesten door Militia-officieren veel sop kunnen laten gaar koken. Zeer onwaarschijnlijk harder worden bevochten. Niettemin hadden en- is dat deze voor de scheepvaart op de Schelde nog kele zeer goede divisiecommandanten een militia- lang een dreiging hadden kunnen vormen. De vraag afkomst.24 is dan ook waarom II Canadian Corps daaruit geen Ten vierde bestond er in het Canadese leger een consequenties kon trekken. groot probleem met de aanvullingen, met name in Ten tweede was er regelmatig wrijving tussen de de infanterie waar in de herfst van 1944 de ge- bevelvoerende Canadezen en de ondergeschikte vechtskracht aanzienlijk terugliep. Canada kende Britten. Het is daarbij de vraag of de Britten wel wel dienstplicht, maar deze gold alleen voor terri- voldoende loyaal aan het Canadese bevel waren. toriale troepen. Vanaf de zomer van 1944 zou in- Zo vond op l november een hevige aanvaring plaats voering van de dienstplicht voor dienst overzee tussen generaal-majoor Charles Foulkes, waarne- voor de hand hebben gelegen, maar Mackenzie mend commandant II Canadian Corps en de com- King vond dit een te heet hangijzer. Het referen- mandant van de 52ste Divisie, generaal-majoor Sir dum van 1917 lag nog te vers in het geheugen. Ge- Edmund Hakewill Smith. heel Canada had toen voor invoering van de dienst- „Foulkes ordered Hakewill Smith to send his division plicht gestemd met uitzondering van de provincie across the causeway. The Scot argued forcefully that Quebec, wat tot een ernstige nationale crisis had while hè had to accept the order of a superior, a protest geleid. Uiteindelijk zou Canada in het voorjaar van stressing the likelihood ofvery severe casualties would, 1945, toen een oplossing voor het probleem nauwe- hè threatened, be lodged at 21 Army Group headquar- lijks meer nodig was, een paar duizend dienstplich- ters. Further, Hakewill Smith demanded that Foulkes tige aanvullers naar Europa sturen. Tot dan toe kwa- issue the order in writing. A blank piece of paper was men aanvullers meestal uit ondersteunende een- passed angrily across the table. Foulkes furiously heden of uit eenheden die van hun primaire taak backedoff.'23 waren ontheven, zoals bijv. de luchtdoelartillerie. De Canadese bijdrage aan de alliantie van vijf divi- Enerzijds had Hakewell Smith inhoudelijk het ge- sies en twee tankbrigades was geheel geënt op vrij- lijk aan zijn kant, daar staat tegenover dat de Brit- willigheid. Voor een bevolking van 12 miljoen ten zich al eerder weinig loyale coalitiepartners inwoners had die omvang de grenzen van het mo- hadden getoond. gelijke overschreden. De kwaliteit van de Canadese Onderdelen van de 52ste Divisie kwamen enkele vrijwilliger staat overigens buiten kijf. Hij vocht in keren te laat en bij de aflossing van de 5de Brigade het algemeen beter dan de Britse dienstplichtige. op de dam stelden de Britten een onredelijke voor- Voorts nog een enkele opmerking over het aandeel waarde: de 52ste Divisie zou evenveel soldaten stu- van de RAF in de strijd om de Schelde. De terug- ren als de Canadezen op dat moment op de dam houdendheid van Bomber Command is verklaar- hadden, niet inbegrepen de verliezen. Het laatste baar uit de geallieerde strategie. ledere bommen- bataljon, de Maisonneuves, had nog slechts 40 man werper die voor de landoorlog werd ingezet, ging in actie en werd dus vervangen door een peloton ten koste van het strategisch bombardement. Hoe Glasgow Highlanders. we daar thans ook over denken, voor Sir Arthur Ten derde moet worden opgemerkt dat brigade- Harris en de zijnen lag de sleutel van de geallieerde generaal W.J. Megill niet als representatief voor het overwinning in handen van Bomber Command en gehalte van de Canadese tactische commandanten Eighth Air Force. Ook hadden de luchtmachtgene- mag worden gezien, al kwam tactisch falen wel raals hun twijfels over de kwaliteit van het Britse vaker voor. Megill had, zoals gezegd, geen opbouw leger in 1944. Een onverdachte bron is hier luite- 21 Whitaker, op. cit., p. 341. 24 Granatstein, J.L., op. cit., hfst. 7.

MS 163(1994)(11) 493 nant-generaal Sir Brian Horrocks (commandant Schelde-oevers ook de bevrijding van een deel van XXX Corps), die toegaf: ons land werd gerealiseerd was a.h.w. een onbedoeld „the British infantry seemed to have lost the sharp edge neveneffect. De voltooiing van de bevrijding zou pas 25 een halfjaar nadien in een separate campagne haar of the offensive spirit" beslag krijgen. Voor de duizenden Canadezen, die al Er heerste aldus bij de RAF het inzicht dat (met grote offers voor de geallieerde zaak hadden ge- name de Britse) landstrijdkrachten verslaafd waren bracht, betekende dit dat zij later naar huis konden. geraakt aan de steun van Bomber Command. Be- grijpelijkerwijs werd voor de Canadezen in 21 Army Lessen voor nu Group geen uitzondering gemaakt. Een heel andere zaak betreft het onderwerp lucht- Resumerend kunnen de volgende, voor de krijgs- steun. De samenwerking tussen 21 Army Group en macht van vandaag de dag nog steeds geldende les- 2 Tactical Air Force dateerde qua opbouw van de sen worden getrokken. Ten eerste blijkt het belang strijd in de westelijke woestijn van Noord-Afrika. van goed stafwerk eens te meer. De gevechten op In de herfst van 1944 hadden Montgomery en Air de Sloedam hadden in een vroeg stadium kunnen Marshal Sir Arthur Coningham elkaar echter, on- worden beëindigd als II Canadian Corps het succes danks de colocatie van hoofdkwartieren, weinig van de hoofdaanvallen vanuit zee tot gelding had meer te vertellen26. Luchtsteun werd minder goed gebracht. Voorts had de staf van de 5de Brigade gebruikt dan in de periode voorafgaande aan D- niet de optie mogen negeren de Sloe zelf over te day. Illustratief is dat in de gevechten om de Sloe- steken. De tweede les, onder meer voor ons aandeel dam pas op 2 november Typhoons met rockets in het Duits-Nederlandse legerkorps, is dat het bij werden ingezet en dat terwijl de scherpe afschei- ongelijke verkondigingen tussen coalitiepartners ding tussen zee en land de oostelijke oevers van samenwerking moeilijk kan zijn. Ten derde blijkt Walcheren een voor de hand liggend doel maakte. dat het leggen van een te groot accent op formele Het is verder tekenend voor de ondergeschikte posi- overwegingen (militaire kwalificaties) tot het aan- tie van de RCAF aan de RAF dat de Britse 84 Group wijzen van ongeschikte bevelvoerende officieren (Typhoons) directe steun gaf aan II Canadian Corps, kan leiden. Ten vierde lijkt de hier en daar binnen terwijl I Britisch Corps zich had verzekerd van de de Koninklijke landmacht levende vrees dat met steun van de meer ervaren Canadese 83 Group het wegvallen van de dienstplicht een kwaliteits- (Typhoons). verlies wordt geïncasseerd, op gespannen voet te De slag om de Sloe was het sluitstuk van de ope- staan met de Canadese ervaringen in het verleden ning van de haven van Antwerpen voor de ge- en nu. allieerde logistiek. Dat met de zuivering van de Als laatste les geldt dat een adequate luchtsteunor- ganisatie niet alleen gebaseerd moet zijn op coloca- 25 Terraine J., op. cit., p. 640. 26 Zie ook Tjepkema, A.C., „Coningham, architect van de land- tie en procedures maar vooral op loyaliteiten over luchtdoctrine", MS160(1991)(3), p. 133 e.v. en weer.

494 MS163(1994)(11)