samenstelling Gerrit Borgers, Enno Endt, Jan Hulsker, Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond

bron Gerrit Borgers, Enno Endt, Jan Hulsker, Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond, Herman Gorter (Schrijversprentenboek 12). De Bezige Bij, / Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag 1966

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/borg006herm01_01/colofon.htm

© 2008 dbnl / erven Gerrit Borgers / erven Enno Endt / erven Jan Hulsker / Jurriaan Schrofer en Ellen Warmond

i.s.m. 2

[Herman Gorter]

Omziende zie ik, dat ik, trots alle smart, eene rijke ontwikkeling heb doorgemaakt. De poëzie, die mij leidde, is blijkbaar zelve bij het leven onzer eigen klassemaatschappij ter school geweest. Den laatsten bloei der groote burgerlijke poëzie heb ik in mij zelf beleefd. Het demokratische naturalisme heb ik in het sensitivisme poëtisch gevoeld. Een oogenblik dreigde mij te vallen in de oude dwaling der bourgeoisie, de metaphysica, hier reactie. Maar gelukkig heeft het opkomende proletariaat en mijn liefde voor het leven mij gered, en ik ben als krachtig schipbreukeling van het schip der bourgeoisie in het land der arbeiders aangekomen.

Herman Gorter 3

7 Handschrift van het gedicht ‘Mijn beeld’ uit 1912, dat de bundel ‘Verzen I’ van 1928 opent.

Herman Gorter 4

Biografie

1864 26 november: geboren te Wormerveer, Zaanweg 36, als tweede zoon van Simon Gorter, Doopsgezind predikant, en Johanna Catharina Lugt. 15 december: zijn vader vertrekt naar Arcachon in Zuid-Frankrijk, in verband met zijn tuberculose. 1865 februari: zijn moeder gaat met haar twee zoontjes, Douwe (geb. 1862) en Herman, eveneens naar Arcachon. 1866 15 april: het gezin Gorter keert terug naar Wormerveer. November: geboorte van zijn zusje Nina. 1870 15 maart: verhuizing naar Amsterdam, waar zijn vader hoofdredacteur van het Nieuws van den Dag wordt. Het gezin vestigt zich Oude Teertuinen 11 (thans Prins Hendrikkade 77; het oorspronkelijke pand is afgebroken). 1871 5 juni: zijn vader overlijdt in een hotel te Rhenen, Gelderland. September: het gezin verhuist naar Prinsengracht 73. 1873 April: het gezin verhuist naar Amstel 165. 1877 Mei: het gezin verhuist naar Prof. Tulpstraat 25 hs. September: wordt ingeschreven als leerling van het stedelijk (later Barlaeus-) gymnasium aan het Singel, tegenover de Bloemmarkt. Is veelal primus van zijn klas. Leest Multatuli en Milton. 1882 20 maart: oprichting van de cricketclub RUN. Mei: verhuizing van het gezin naar Amsteldijk 9 hs. 1883 Juni: slaagt voor het eindexamen gymnasium. Oktober: gaat klassieke talen studeren aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Groentijd en lidmaatschap Amsterdams Studentencorps. Kennismaking met Alphons Diepenbrock. 15 oktober: inauguratie dispuutgezelschap U.N.I.C.A. Houdt lezingen en levert kritiek op die van anderen. 14 december: lezing over godsdienst der Grieken. 1884 10 maart: lezing over de vestiging der Nederlanders in Indië. Zomer: kennismaking met Aegidius W. Timmerman. 1885 4 februari: lezing over Woutertje Pieterse. 18 mei: lezing over Horatius. 18 november: wordt honorair lid van U.N.I.C.A. 17 december: slaagt voor zijn kandidaatsexamen. 1886

Herman Gorter 22 juni: geïntroduceerd op de laatste vergadering van het gezelschap ‘Flanor’, de bakermat van De Nieuwe Gids. Juli: zijn moeder raadt hem de publikatie van vroeg werk (Lucifer?) in De Nieuwe Gids af. Augustus: verlooft zich met Wies Cnoop Koopmans. 1887 18 april: vroegste datum boven het handschrift van de Mei. 2 mei: verhuist naar Westeinde 7 (thans afgebroken). Juli(?): kennismaking met . Augustus: logeert op het landgoed Zandbergen bij Amersfoort, waar hij fragmenten van Mei I schrijft. 1888 1 en 3 mei: legt met succes zijn doctoraal examen af. Augustus: cricketwedstrijden; stelt een Gorter's Eleven samen met o.a.R.N. Roland Holst, dat tegen een Engels gastelftal speelt. Zomer: leest Diepenbrock de voltooide fragmenten uit Mei voor. September: kennismaking met Jac. van Looy, aan wie hij eveneens Mei voorleest.

15 november: voltooit Mei. 22 november: biedt Mei ter lezing aan Willem Kloos aan. 17 december: leest de Mei voor aan Willem Kloos en een halve maand later ook aan . 1889 1 februari: debuteert in De Nieuwe Gids met de eerste zang van Mei. 3 februari: wordt vice-voorzitter van de Ned. Cricket Bond. 20 maart: publikatie van Mei, Een gedicht in boekvorm. 11 april: zijn dissertatie over de Griekse poëzie wordt geweigerd door de professoren Pierson en Naber. 25 mei: ‘heiligverklaring’ door U.N.I.C.A. Mei: verhuist met zijn broer Douwe naar Amstel 130. 2 oktober: promoveert op de beeldspraak bij Aeschylus. 11 december: aanstelling als leraar klassieke talen aan het stedelijk (thans Johan van Oldenbarnevelt-) gymnasium te Amersfoort, waar hij zich vestigt Korte Bergstraat 22. 1890 17 juli: trouwt met Wies Cnoop Koopmans. Augustus: rumoer in de pers over zijn sensitieve verzen in De Nieuwe Gids. 1891 Zomer: publikatie van zijn ‘kenteringssonnetten’ in De Nieuwe Gids. 1892 15 maart: overlijden van zijn broer Douwe. Zomer: heeft Verwey en Diepenbrock te logeren. 20-27 augustus: maakt deel uit van het eerste Nederlandse cricketelftal, dat naar Engeland oversteekt om daar wedstrijden te spelen. Speelt in de volgende jaren herhaaldelijk in het Nederlandse cricketelftal mee. 24 september: wijst tijdens zijn inspanning om zich te bevrijden van het leraarschap het redacteurschap van De Nieuwe Gids voorlopig van de hand. December: schrijft Spinozistische verzen. 25 december: wijst nogmaals het redacteurschap van De Nieuwe Gids af, na onaanvaardbare voorwaarden; hem door Kloos gesteld.

Herman Gorter 1893 Eind januari: kennismaking met Henriëtte (Roland Holst-) van der Schalk.

Herman Gorter 5

31 mei: neemt zijn ontslag als leraar. Geeft voortaan uitsluitend privaatlessen. Vestigt zich te Bussum, 's-Gravelandseweg 66, in een door Berlage gebouwd huis. September: persoonlijke kennismaking met Lodewijk van Deyssel, met wie hij reeds in 1890 en 1891 correspondeerde over hun beider werk. 1895 Voorjaar: publiceert zijn vertaling van Spinoza's Ethica. 1896 Zomer: bestudeert Das Kapital van Marx. 1897 18 april: wordt samen met Henriëtte Roland Holst lid van de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij. Draagt gedichten bij aan het socialistisch maandblad De Nieuwe Tijd. 1898 Redacteur van De Nieuwe Tijd, waarin zijn reeks artikelen Kritiek op de litteraire beweging van 1880 in Holland verschijnt. In deze en volgende jaren intensieve propagandistische arbeid (cursussen, debatavonden), vooral in de verkiezingstijden. ± 1900 Bestudeert Dietzgen, Kautsky en vele andere socialistische theoretici. 1903 Kennismaking en vriendschap met de familie Kautsky. Reis door de Harz, eerste kennismaking met de bergen. Verschijning van de (socialistische) Verzen en van zijn eerste politieke brochure, die later door talrijke andere gevolgd wordt. 1905 Verzamelt zijn lyriek onder de titel De school der poëzie (3 delen). Eerste vakantie in Zwitserland, waar hij nadien bijna zonder uitzondering zijn vakanties doorbrengt. 1906 Trekt zich n.a.v. de revisionistische programmaherziening, tijdens het S.D.A.P.-congres te Utrecht, terug uit de partijpropaganda. 1907 Is tijdens het partijcongres te Haarlem officieel woordvoerder van de oppositie tegenover Troelstra. Begint in de eerste jaargang van het links-socialistische weekblad De Tribune met zijn feuilleton Het historisch materialisme, voor arbeiders verklaard. 1909 Februari: sluit zich aan bij David Wijnkoop c.s. na de scheuring in de S.D.A.P. tijdens het buitengewoon congres in Deventer. 14 maart: wordt op het stichtingscongres van de Sociaal-Demokratische Partij lid van het partijbestuur. Vervolgt het geven van lezingen en cursussen en de publikatie van zijn politieke geschriften. 20 maart: treedt toe tot de redactie van De Tribune, waar hij tot 1916 deel van uitmaakt. 1911 Verblijft ten behoeve van zijn literaire werk sinds dit jaar regelmatig voor langere tijd in Bergen N.-H.

Herman Gorter Krijgt na de voltooiing van de eerste versie van Pan een langdurige lichamelijke inzinking. Sindsdien steeds perioden van ziekte. 1912 Bezoekt met Wijnkoop het Internationale Socialistische Vredescongres te Bazel. 1913 Opnieuw grote propagandistische activiteit in de arbeiderscentra t.b.v. de S.D.P. 1914 Schrijft n.a.v. de wereldoorlog de brochure Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaal-democratie. 1916 Zwakke gezondheid. Verzamelt zijn dichtwerk in 4 delen. 19 november: overlijden van zijn vrouw. Schrijft naar aanleiding hiervan In memoriam, bij den dood eener communiste, dat postuum gepubliceerd wordt. 1917 Treedt uit de redactie van De Nieuwe Tijd. Krijgt als patiënt toestemming naar Zwitserland te reizen. In nauw contact met uitgeweken Russische revolutionairen. Toenemend verschil van mening met Wijnkoop c.s. over de politieke koers t.o.v. de oorlogvoerende regeringen. 1918 Voorbereiding in Zwitserland van de brochure De wereldrevolutie. Vervreemding van de S.D.P., weldra C.P.H. November: gaat met uitgewezen Russen naar Berlijn. Intensief contact met de Spartakusbund (Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht). 1919 Keert terug naar Holland. Sluit zich aan bij de linksradicale oppositie in de Duitse Communistische Partij, die zich in 1920 afsplitst als Kommunistische Arbeiter-Partei Deutschlands; werkt voortaan geheel op internationaal terrein (brochures in het Duits). 1920 Antwoordt op de aanval in Lenins brochure Der ‘Radikalismus’ die Kinderkrankheit des Kommunismus met de brochure Offener Brief an den Genossen Lenin. 24 en 28 november: woont als medevertegenwoordiger van de K.A.P.D. zittingen bij van het Uitvoerend Comité van de Komintern in Moskou. Felle aanval op de door de Communistische Internationale gevolgde politiek. Voert vele gesprekken met Lenin, maar vindt geen gehoor voor zijn standpunt. Privé-uitgave van Liedjes van Pan (postuum verschenen als Liedjes I). 1921 Op zijn initiatief wordt in Nederland de Kommunistische Arbeiders Partij opgericht. Brochure-arbeid voor de K.A.P.D. Verzwakte gezondheid. 1923 Terloopse ontmoeting aan het strand met H. Marsman, door bemiddeling van A. Roland Holst. 20 juni: overlijden van zijn moeder. 1924-1926 Nieuwe literaire werkzaamheid, o.a. Maansonnetten en Arbeidersraad. Werkt aan De groote dichters. Al dit werk wordt pas na zijn dood gepubliceerd.

Herman Gorter Verblijft in de zomer voornamelijk in Zwitserland en verder in zijn huis ‘De verbrande pan’ te Bergen. 1927 Privé-uitgave van Liedjes I, II en III, welke na zijn dood worden gepubliceerd. Schrijft in zijn laatste levensmaanden een cyclus van 50 sonnetten, die postuum verschenen onder de titel Sonnetten. 15 september: overlijdt op terugreis uit Zwitserland in een hotel te Brussel aan angina pectoris.

Herman Gorter 6

[Schrijversprentenboek]

8 Ouders van Gorter.

9 Geboortehuis, vijfde van rechts.

10 Met zijn broer Douwe (links) en zusje Nina.

11

Herman Gorter Het Friese plaatsje Balk, waar Gorter dikwijls bij zijn grootouders logeerde en dat mogelijk tot het begin van de ‘Mei’ geïnspireerd heeft.

13 Uit ‘Cricket’ door W. Mulier, 1897.

12 Vader van Gorter.

Herman Gorter 7

14 Slot van zijn voor het Amsterdams Studentencorps geschreven ‘Autobiografie’.

15 In 1884.

16 Als cricketer, staande, links.

Herman Gorter 8

17 Omstreeks de tijd van zijn sollicitatie.

Herman Gorter 9

18 Titelpagina van zijn dissertatie.

19 Rapport over Gorter als sollicitant naar een leraarsbetrekking te Amersfoort.

Herman Gorter 10

20 Begin van het handschrift van de ‘Mei’.

Herman Gorter 11

21 Brief van Gorter aan Wies Cnoop Koopmans, 1887.

22 Achterzijde van De Nieuwe Gids van februari 1889.

23 Het huisje te Zandbergen bij Amersfoort, waar hij een gedeelte van ‘Mei’ schreef. Foto anno 1964.

Terwijl ik ‘Mei’ schreef, werd ik bekoord door de prozaïsten der Fransche en Hollandsche realistische, naturalistische en impressionistische school. Zij hadden een gloed en een kracht van leven, van onmiddellijkheid, hun pogen om uit ons leven zelf de schoonheid te halen betooverde mij zoo,

Herman Gorter 12

24 ‘Verzamelde Werken II’, blz. 35.

25 Met zijn verloofde Wies Cnoop Koopmans.

26 Zijn moeder.

27 Brief van Gorter, wschl. aan Wies Cnoop Koopmans, ongedateerd.

28 Balboekje van zijn verloofde.

Herman Gorter Herman Gorter 13

29 Handschrift van het slot van de ‘Mei’.

30 Briefkaart aan Alphons Diepenbrock, ondertekend met ‘Pans’, bijnaam uit zijn studententijd.

31 Alphons Diepenbrock. ik had zelf dat onmiddellijke leven zoo lief, ik had zoo'n voorgevoel ook dat er in dat leven een nog veel dieper schoonheid verborgen lag, dat ik besloot te trachten poëzie te maken van de onmiddellijke realiteit - zonder de traditie van vroegere tijden.

Herman Gorter 14

32 Brief van Gorter, wschl. aan Wies Cnoop Koopmans, ongedateerd.

33 Jac. van Looy in De Nieuwe Gids van 1921.

34 Brief van Van Deyssel aan Kloos van 3 februari 1889.

35 Brief van Van Eeden aan Van Deyssel van 25 december 1888.

36 Dagboek van Van Eeden, 3 februari 1889.

37 Brief van Charles van Deventer aan Willem Witsen van 26 februari 1889.

38 Jac. van Looy, getekend door Willem Witsen.

Herman Gorter 39 Eerste druk van ‘Mei’ uit 1889.

40 Lodewijk van Deyssel.

Herman Gorter 15

41 Handschrift van ‘Een samenzijn’, uit de bundel ‘Verzen’ van 1890.

Toen ik dus uitging met het voornemen om met alle traditie van poëzie te breken, en naar niets te luisteren dan naar mijn eigen wereld, vond ik niets dan mij zelf.

Herman Gorter 16

42 Het echtpaar Gorter op een huwelijksfeest, midden achter.

43 Met de tennisclub; achterste rij, derde van links.

Herman Gorter 17

44 Foto, door Willem Witsen gemaakt omstreeks 1890.

De eerste bundel van deze ‘School der Poëzie’, de ‘Sensitieve Verzen’, geven dan ook alleen realiteit van mijn eigen zinnelijk-onmiddellijk gevoel, ontdaan van alle herinnering aan Grieken, Romeinen, en vroegere of latere renaissance.

Herman Gorter 18

45 Willem Kloos.

46 Brief van Kloos aan Van Eeden van 31 juli 1890.

47 Frederik van Eeden, litho door Jan Veth.

Herman Gorter 48 Brief van Gorter aan Kloos van 25 september 1890.

49 De Tijdspiegel, 1891, jrg. I, blz. 115.

50 De Nederlandsche Spectator van 11 oktober 1890.

51 Algemeen Handelsblad, 10 augustus 1890

52 Algemeen Handelsblad, 15 augustus 1890

Herman Gorter 19

53 Brief aan Willem Kloos met gedichten voor het augustusnummer 1890 van De Nieuwe Gids.

En toen ik trachtte, in de laatste verzen van dezen bundel en in de eerste rij van den tweeden, den ‘Overgang van Individualisme naar Socialisme’, buiten mij zelf te gaan, en het leven van anderen te geven, kon ik ook niets vinden, dan mijn eigen zinnelijke waarneming, zonder omvattend begrip van wat ik waarnam.

Herman Gorter 20

54 .

55 Henriëtte Roland Holst, tekening door R.N. Roland Holst.

56 Van Deyssel (links) in Gorters huis te Bussum.

57 ‘Verzamelde Werken II’, blz. 164.

Herman Gorter 58 Zijn broer Douwe, die op 15 maart 1892 overleed.

Herman Gorter 21

59 ‘Verzamelde Werken II’, blz. 237.

60 Baruch de Spinoza.

In mijn wanhoop over mijn armoede besloot ik toen nog een geheel anderen weg te beproeven. Ik voelde dat ik waarheid, niet alleen over mij zelf, maar over de wereld, noodig had. Ik wist dat de filosofie eeuwen lang getracht heeft de wereldwaarheid te vinden. Daarom stortte ik mij in de filosofie.

Herman Gorter 22

61 Handschrift van een der scheldgedichten van Willem Kloos uit 1893.

62 Begin van een brief aan Diepenbrock van 2 november 1893.

Herman Gorter 23

63 Foto gemaakt door Willem Witsen, omstreeks 1895

Maar moet ik nog zeggen dat de bevrediging die ik dáár vond een valsche, een halve was? Men leze het tweede deel van den tweeden bundel, en men zal door den klaren pijnlijken schijn heen zien, dat de abstractie mij niet voldeed.

Herman Gorter 24

64 Brief van Gorter aan Verwey van 7 maart 1892.

66 Brief van Gorter aan Diepenbrock van 22 mei 1893.

65 Zijn vrouw met een nichtje Cnoop Koopmans, omstreeks 1894.

67 Door Berlage voor Gorter gebouwe huis te Bussum.

Herman Gorter 25

68 Handschrift van het laatste gedicht in de bundel ‘Verzen I’, 1916. Het enige Spinozistische vers dat in die uitgave gehandhaafd bleef, gaat eraan vooraf.

Dorst naar schoonheid, onbevredigd, is een diepe pijn. Ik wendde mij naar alle kanten in den dag, ik wentelde mij op mijn leger en doorzocht mij zelf, maar ik vond de schoonheid, waartoe ik was uitgegaan, niet

Herman Gorter 26

69 Ed. Polak in Vrij Nederland van 13 september 1952.

70 Frank van der Goes, die Gorter tot het socialisme bracht, en Gorter, gefotografeerd door Willem Witsen.

71 Frank van der Goes, die Gorter tot het socialisme bracht, en Gorter, gefotografeerd door Willem Witsen.

Herman Gorter 72 Transcriptie van 74.

73 Achterzijde van 74: briefhoofd met een redactie, die slechts gedurende het najaar 1899 in deze samenstelling heeft bestaan.

Herman Gorter 27

74 Handschrift van een gedicht uit ‘Verzen’, 1903.

Toen, terwijl mijn krachten reeds gevaar liepen te verslappen door overinspanning, liet ik mij naar het socialisme gaan. En dáár, in de boeken van Karl Marx, vond ik wat ik gezocht had: den weg naar de algemeene schoonheid onzer onmiddellijke wereld, onzer maatschappij.

Herman Gorter 28

75 Karl Marx.

76 ‘Verzamelde Werken II’, blz. 385.

77 Omslag van De Nieuwe Tijd.

Herman Gorter 78 Bijdrage aan De Nieuwe Tijd, 1898.

Herman Gorter 29

79 Illustratie uit de tweede druk van ‘Een klein heldendicht’ naar een muurschildering van R.N. Roland Holst.

80 Op een propagandatocht van de S.D.A.P. met Troelstra en Wijnkoop.

Het bleek mij dáár, dat de schoonheid wèl bestáat, maar dat (....) ik haar had moeten zoeken niet in het persoonlijk leven, maar in het openbare, en niet onder de bourgeoisie, maar onder het proletariaat.

Herman Gorter 30

81 Karl Kautsky.

82 Wandelend met een van de nichtjes Cnoop Koopmans.

83 Brief van Gorter aan Kautsky van 24 januari 1903.

Herman Gorter 31

84 Op de Buissche Heide, waar het echtpaar Roland Holst woonde. V.l.n.r.: Gorter, zijn vrouw, R.N. Roland Holst, Henriëtte Roland Holst en haar moeder.

85 Met R.N. Roland Holst bij een cricketwedstrijd gehouden in Lords of in Oval te Londen, 1903.

86 Een partijcongres van de S.D.A.P.

Herman Gorter 32

87 Tijdens het S.D.A.P.-congres te Haarlem in 1907.

88 Het blad, waardoor de scheuring in de S.D.A.P. op het congres te Deventer in 1909 veroorzaakt werd.

89 Vergadering van het partijbestuur der S.D.P. te Rotterdam; v.l.n.r.: Sam de Wolff, W. van Ravesteyn, H. Gorter, D.J. Wijnkoop, L. de Visser, G. Mannoury en J.C. Ceton

Herman Gorter 33

90 Verslag van het Deventer congres in het Algemeen Handelsblad, 16 februari 1909.

91 Op de tennisbaan.

92 Zijn moeder, omstreeks 1910.

93 Brief van Gorter aan Jenne Clinge Doorenbos van omstreeks 1910.

Herman Gorter 94 In 1903.

Herman Gorter 34

95 Handschrift van een gedicht dat na zijn dood in ‘Verzen I’, 1928, werd gepubliceerd.

96 Zeilend met Jenne Clinge Doorenbos, 1919.

97 In een jachthaven, 1919.

Herman Gorter 35

98 In 1915.

99 ‘Verzamelde Werken IV’, blz. 82.

100

Herman Gorter Handschrift van een gedicht uit de bundel ‘Liedjes aan de geest der muziek der nieuwe menschheid’, deel II, 1930.

101 Met zijn vrouw op de hei bij Bussum.

102 Uit de gedenkschriften van Lodewijk van Deyssel.

Herman Gorter 36

103 Gorters antwoord op de brochure, waarin Lenin het radicalisme aanviel.

104 Omstreeks 1920.

105 Kranteartikelen over de ‘kroonjuwelenkwestie’.

Herman Gorter 106 A. Roland Holst in Het Parool van 12 september 1952.

Herman Gorter 37

107 ‘Verzamelde Werken II’, blz. 321.

108 In Zwitserland.

109 Zeilend met Ada Prins, juni 1917.

Herman Gorter 38

110 Handschrift van een gedicht uit de postuum verschenen ‘Liedjes aan de geest der muziek der nieuwe menschheid’, deel II, 1930.

111 Zijn huis ‘De verbrande pan’, in Bergen N.-H.

Herman Gorter 39

120 Begin van een ongepubliceerd gedicht, dat eerst in de ‘Verzamelde Werken VIII’, 1952, gepubliceerd werd.

Herman Gorter 40

Bibliografie

POËZIE

1889 MEI. EEN GEDICHT

1890 VERZEN

1897 DE SCHOOL DER POËZIE Waarin opgenomen, met enkele wijzigingen, een groot deel van Verzen, 1890

1903 VERZEN Niet gelijk aan Verzen, 1890

1905 DE SCHOOL DER POËZIE I, Waarin opgenomen, met II EN III enkele wijzigingen: Verzen, 1890 en Verzen, 1903 en een deel van De school der poëzie, 1897

1906 EEN KLEIN HELDENDICHT

1912 PAN. EEN GEDICHT

1916 VERZEN I Zelfkeur, met wijzigingen en toevoeging van éen gedicht, uit Verzen 1890 en De school der poëzie, 1897

VERZEN II Zelfkeur, met wijzigingen, uit Verzen, 1903, De school der poëzie, 1905 en Een klein heldendicht

PAN. EEN GEDICHT Zeer vermeerderde herdruk van Pan, 1912

1925 DE SCHOOL DER POËZIE I Herdruk van Verzen I en EN II II, 1916

1928 IN MEMORIAM. BIJ DEN Niet gelijk aan Verzen, DOOD EENER COMMUNISTE 1890, 1903 of 1916 VERZEN I EN II

1930 LIEDJES AAN DE GEEST DER MUZIEK DER NIEUWE MENSCHHEID I, II EN III

1931 DE ARBEIDERSRAAD

1934 SONNETTEN

Herman Gorter 1948 VERZAMELDE WERKEN I EN II

1950 VERZAMELDE WERKEN IV EN VI

1951 VERZAMELDE WERKEN V

1952 VERZAMELDE WERKEN VIII

PROZA

1889 DE INTERPRETATIONE Dissertatie AESCHYLI METAPHORARUM

1903 5-10 APRIL 1903 Brochure

1904 DEBAT OVER Met F. Domela SOCIAAL-DEMOKRATIE OF Nieuwenhuis, brochure ANARCHISME

1905 VERSLAG DEBAT ‘HET Met Mr. G.J. Sybrandy, MINISTERIE KUYPER’ brochure

SOCIAAL-DEMOCRATIE EN Brochure ANARCHISME

1906 DE GRONDSLAGEN DER Brochure SOCIAALDEMOKRATIE

MARXISME EN Brochure, samen met A. REVISIONISME Pannekoek

1908 HET HISTORISCH Brochure MATERIALISME

KLASSEMORAAL Brochure

1909 SOCIAAL-DEMOKRATIE EN Brochure REVISIONISME

1914 HET IMPERIALISME, DE Brochure WERELDOORLOG EN DE SOCIAAL-DEMOCRATIE

1917 LEIDDRAAD BIJ HET LEZEN VAN ‘PAN’

1918 DE WERELDREVOLUTIE Brochure

1920 DE GRONDSLAGEN VAN HET Gewijzigde inhoud van De COMMUNISME grondslagen der sociaaldemokratie, 1906

OFFENER BRIEF AN DEN Brochure GENOSSEN LENIN

1921 HET OPPORTUNISME IN DE Brochure NED. COM. PARTIJ

Herman Gorter TOELICHTING Brochure ONTWERP-PROGRAM K.A.P. IN NED.

DIE MOSKAUER Brochure INTERNATIONALE

DIE Brochure KLASSENKAMPF-ORGANISATION DES

1923 DIE NOTWENDIGKEIT DER Brochure WIEDERVEREINIGUNG DER KOMM. ARBEITER-PARTEIEN DEUTSCHLANDS

DIE KOMM. Brochure ARBEITER-INTERNATIONALE

1935 DE GROOTE DICHTERS. NAGELATEN STUDIËN OVER DE WERELDLITTERATUUR EN HAAR MAATSCHAPPELIJKE GRONDSLAGEN

1949 VERZAMELDE WERKEN III

1952 VERZAMELDE WERKEN VII

Herman Gorter binnenkant achterplat

VERTALINGEN

1895 ETHICA Spinoza

1898 JOHN BALL EN ANDERE William Morris. Samen met VERTALINGEN H. Roland Holst

1903 HET WEZEN V/D Jos. Dietzgen MENSCHELIJKEN HOOFDARBEID

1904 HET COMMUNISTISCH Karl Marx en Friedrich MANIFEST Engels

1907 ETHIEK EN Karl Kautsky MATERIALISTISCHE GESCHIEDENIS-BESCHOUWING

1909 DE WEG NAAR DE MACHT Karl Kautsky

1912 DE OORSPRONG VAN HET Karl Kautsky CHRISTENDOM

1919 STAAT EN REVOLUTIE N. Lenin

1921 DE ALGEMEENE [Karl Schröder en ARBEIDERS-BOND Friedrich Wendel]

1922 DE SOWJETREGEERING EN [Adolf Dettmann] DE DERDE INTERNATIONALE

BLOEMLEZINGEN

1945 HERMAN GORTERS G. Stuiveling KENTERINGSSONNETTEN

1946 GEDICHTEN J.C. Brandt Corstius

1956 DE DAG GAAT OPEN ALS Garmt Stuiveling EEN GOUDEN ROOS

1964 TWINTIG GEDICHTEN IN Garmt Stuiveling HANDSCHRIFT

OVER HERMAN GORTER VERSCHEEN AFZONDERLIJK

1904 GORTER'S MEI R.A. Hugenholtz

1928 IN MEMORIAM HERMAN H. Roland Holst-van der GORTER Schalk, A. Roland Holst, Dirk Coster, Anthonie Donker

Herman Gorter HERMAN GORTER, DE W. van Ravesteyn DICHTER VAN PAN

HERMAN GORTER TER R. Kuyper HERDENKING

1933 HERMAN GORTER Henriëtte Roland Holst

1934 HERMAN GORTER. EEN Johannes Christiaan BIJDRAGE TOT DE KENNIS Brandt Corstius, dissertatie VAN ZIJN LEVEN EN WERK

HERMAN GORTER'S Titia Johanna DICHTERLIJKE Langeveld-Bakker, ONTWIKKELING IN MEI, dissertatie VERZEN EN EERSTE SONNETTEN

1937 HERMAN GORTER. H. Marsman AANTEEKENINGEN BIJ ZIJN POËZIE

1942 DIE INVLOED VAN GORTER W.E.G. Louw OP LEOPOLD

1946 HERMAN GORTER, DE Achilles Mussche WEINIG BEKENDE

HERMAN GORTER EN Rob. Antonissen HENRIËTTE ROLAND HOLST

DUEL OM HET J.C. Brandt Corstius DICHTERSCHAP. HERMAN GORTER EN DE SCHOOL VAN ALBERT VERWEY

1947 HERMAN GORTER: NEEN EN J. de Kadt JA

1952 HERMAN GORTER, MEI J.G.W. Gielen

1964 HERMAN GORTER Samengesteld door Enno DOCUMENTATIE OVER DE Endt JAREN 1864 TOT EN MET 1897

HERMAN GORTER Tijdschriftaflevering 1864-1964. KONTRAST NO. 5

WISSELEND GETIJ. Jenne Clinge Doorenbos DICHTERLIJKE EN POLITIEKE ACTIVITEIT IN HERMAN GORTERS LEVEN

1965 VERWEY EN GORTER G. Kazemier

Herman Gorter