Voorloopige Lijst Der Nederlandsche Monumenten Van Geschiedenis En Kunst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam) bron Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam). A Oosthoek, Utrecht 1921. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_voo016voor05_01/colofon.php © 2013 dbnl i.s.m. V Voorwoord. Bij Koninklijk Besluit van 10 Mei 1918, No. 66 is de Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst opgeheven en haar taak opgedragen aan Afdeeling A der bij hetzelfde Besluit ingestelde Rijkscommissie voor de Monumentenzorg. De taak dezer Afdeeling is: het samenstellen en uitgeven eener geïllustreerde beschrijving van alle in Nederland aanwezige gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van vóór 1850, die eenig belang hebben uit een oogpunt van kunst of geschiedenis. Aldus zal worden verkregen een handboek, waarin men over de aanwezigheid, de artistieke of historische waarde en den toestand der monumenten van geschiedenis en kunst uitvoerige inlichting kan vinden en tegelijkertijd een volledige en betrouwbare bron voor de Nederlandsche kunstgeschiedenis. Ten einde dit groote werk, dat vele jaren zal vorderen, met meer kennis van zaken te kunnen ondernemen en tevens zoo spoedig mogelijk een overzicht te geven van al wat het behouden waard is, besloot de voormalige Rijkscommissie eene ‘Voorloopige lijst’ der monumenten te bewerken, waarin gebouwen en met gebouwen samenhangende voorwerpen alleen kort worden vermeld. Voor het thans verschijnend vijfde deel dezer lijst1), bevattende de monumenten der provincie Noord-Holland, met uitzondering van Amsterdam, aan welke stad een afzonderlijk deel zal worden gewijd, werden de gegevens bijeen- en in voorloopigen vorm gebracht door den secretaris der Afdeeling, Dr. E.J. HASLINGHUIS, die hierbij gebruik maakte van de ‘Noordhollandsche Oudheden, beschreven en afgebeeld door G. VAN ARKEL en A.W. WEISSMAN’ (Amsterdam, 1) Deel I, II, III en IV, gewijd aan de provincies Utrecht, Drente, Zuid-Holland en Gelderland zijn verkrijgbaar bij den uitgever dezes. Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam) VI 1891-1905), uitgegeven vanwege het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Naast dit werk moest een uitgebreide topografische literatuur worden geraadpleegd. De aldus bewerkte gegevens werden, op grond van het, straks uitvoeriger te omschrijven, plaatselijk onderzoek met andere leden der Afdeeling, door den secretaris omgewerkt en persklaar gemaakt. De verdiensten van het juistgenoemde boek worden hier gaarne erkend; dit neemt niet weg, dat er in het door v.A. en W. aangeteekende veel gewijzigd en doorgehaald, en zeer veel aangevuld en toegevoegd moest worden, alvorens een werk werd verkregen, dat voldeed aan de eischen, door de Afdeeling voor haar inventarissen gesteld. Menigmaal moest eene door v.A. en W. opgegeven dagteekening veranderd, herhaaldelijk eene te ruime tijdsbepaling nauwer begrensd worden; waar de dateering in het midden was gelaten, diende zij te worden vermeld. Daar er sedert het verschijnen der ‘Noord-Hollandsche Oudheden’ helaas heel wat verdwenen is, moest men ook meermalen schrappen. Die vermindering van den schat onzer monumenten leidde ertoe, dat verschillende gebouwen en fragmenten daarvan, door van A. en W. voorbijgegaan, omdat er nog zoo talrijke of wel zooveel fraaier en vollediger vertegenwoordigers van hun type aanwezig waren, thans der vermelding waard moesten worden geacht. Verder zijn de aanvullingen en toevoegsels het gevolg van deze omstandigheden: dat de ‘Noord-Hollandsche Oudheden’ van de architectuur na ± 1700 slechts de zeer prominente voorbeelden opnamen; dat zij aan de interieurs van particuliere stadshuizen en buitenverblijven geen, of althans zeer weinig, aandacht schonken; dat zij schilderijen en voorwerpen van kunstnijverheid, in het bezit van kerken, gestichten e.d. slechts bij hooge uitzondering beschreven; dat het raadplegen van monografieën en topografische werken buiten het plan van het boek lag. De in deze lijst vermelde monumenten zijn door de volgende leden der Afdeeling ter plaatse bezichtigd en aan de verzamelde gegevens getoetst: de voorzitter, Mr. Dr. J.C. OVERVOORDE, en de secretaris bezochten gezamenlijk de gemeenten Aalsmeer, Ankeveen, Blarikum, Diemen, 's-Graveland, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Den Helder en Huisduinen, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Nederhorst-den-Berg, Nieuwer-Amstel, Ouder-Amstel, Spaarndam, Texel, Uithoorn, Watergraafsmeer, Weesp, Weesperkarspel en Wieringen. De voorzitter alleen bezocht Terschelling en Vlieland en het gedeelte van Haarlem, dat ligt ten W. van de Kruisstraat en de Groote Houtstraat; de heer W. TE RIELE Gzn. en de secretaris brachten bezoeken aan de gemeenten Abbekerk en Lambertschaag, Alkmaar (gedeelt.), Aven- Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam) VII horn, Beets, Berkhout, Hensbroek, Midwoud en Oostwoud, Nibbikswoud en Hauwert, Obdam, Oosthuizen en Hobrede, Opperdoes, Oterleek, Ouddorp, Sijbekarspel, Spanbroek, Twisk, Westwoud, Ouddijk en Binnenwijzend, Wognum en Wadwaai. de heer J.J. WEVE b.c.i. en de secretaris bezichtigden de monumenten in de gemeenten Blokker (gedeelt.), Hoorn, Medemblik, Venhuizen en Hem, Wijdenes en Oosterleek, Zwaag; de zeventig overige gemeenten werden door den heer J.A. FREDERIKS en den secretaris gezamenlijk bezocht, behalve Alkmaar (gedeelt.), Barsingerhorn en Kolhorn, Bergen, Bloemendaal, Broek-op-Langendijk, Egmond-aan-Zee, Haarlem ten O. van de Kruisstraat en Groote Houtstraat, Harenkarspel, Hoogwoud en Aardswoud, Landsmeer en Watergang, St. Maarten, Nieuwendam, Nieuwe Niedorp, Noord-Scharwoude, Opmeer, Oude Niedorp, Oudkarspel, St. Pankras, Petten, Schoorl, Schoten, Sloten, Velzen, Warmenhuizen, Winkel, Zandvoort, Zijpe en Zuid-Scharwoude, die door den secretaris alleen, en Beemster, Graft, Ilpendam, Purmerland en den Ilp, Jisp, De Rijp, Schagen, Schermerhorn en Wormer, die door den commies bij het Rijksbureau, den heer F.A.J. VERMEULEN in oogenschouw werden genomen; de schilderijen en de gebrandschilderde vensters zijn door Dr. C. HOFSTEDE DE GROOT bezichtigd en beschreven, nadat deze de desbetreffende gegevens uit de literatuur had verzameld. De monumenten zijn in deze lijst gerangschikt volgens de gemeenten, in welke zij worden gevonden, en deze laatste in alphabetische volgorde geplaatst naar de spelling der ‘Woordenlijst’ van het Aardrijkskundig Genootschap. Binnen elke gemeente geschiedt de vermelding der monumenten volgens deze indeeling: a. Voorhistorische, Romeinsche en Oud-Germaansche monumenten. b. Verdedigingswerken en militaire gebouwen. c. Wegen, bruggen, sluizen, standbeelden en andere gedenkteekenen, kruisen, pompen, grenssteenen enz. d. Wereldlijke openbare gebouwen. e. Kerkelijke gebouwen. f. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap en kunst. g. Particuliere gebouwen. h. Musea, particuliere verzamelingen, varia. Aan de vermelding der monumenten zijn toegevoegd: eene opsomming hunner voornaamste onderdeelen, enkele historische gegevens, voor zoover die in voor de hand liggende literatuur werden gevonden en betrouwbaar geacht, en eene dateering, in den regel aangegeven door een eeuwcijfer, gevolgd door A of B ter aanduiding van de eerste of tweede helft eener eeuw, of door a, b, c of d, om een der vierendeelen van de eeuw aan te wijzen. De plaatsaanduiding der onderdeelen van een gebouw geschiedt Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam) VIII zooveel mogelijk door aand uiding der windstreek, waarop zij gelegen zijn, bij kerken echter steeds, als waren zij zuiver georiënteerd. Wanneer Hervormde kerken oorspronkelijk zijn gebouwd voor den Katholieken eeredienst, is dit kenbaar gemaakt door de opgave van den beschermheilige, aan wien zij waren gewijd. Eenige buitens in de omstreken van Haarlem, die eerst konden worden bezocht, toen de tekst grootendeels was afgedrukt, vindt men onder de ‘Toevoegsels en verbeteringen’ (blz. 375). Een chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken, een register van kunstenaars en ambachtslieden, ingedeeld volgens de vakken, en een topografisch register besluiten het boek. Zooals de titel aanduidt, draagt dit werk een geheel voorloopig karakter. Voor op- en aanmerkingen houdt de Rijkscommissie zich daarom dringend aanbevolen. Afdeeling A der Rijkscommissie voornoemd, De voorzitter: Mr. Dr. J.C. OVERVOORDE. De secretaris: Dr. E.J. HASLINGHUIS. Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam) 1 Aalsmeer. Aalsmeer. Het RAADHUIS heeft in den voorgevel een steen (XVII a) met het gemeentewapen, en ankers (1780); in den zijgevel een leeuwenmasker en ankers (XVII), afkomstig uit het in 1619 opgerichte raadhuis. In het gebouw vindt men een houten spreukbordje (XVIII) en twee kaarten (1764 en 1785) door Klaas Vis. De NED. HERV. KERK (H.H. Petrus en Paulus) is een, midden-XVII verbouwde, rechtgesloten driebeukige kruiskerk (XVI A) van baksteen met lijsten van bergsteen. Aan den noord- en aan den zuidkant drie topgevels. Steunbeeren met hardsteenen hoekblokken. Noordportaal (XVII a), gedekt door een Tudorboog van geslepen steenen. Toren in 1868 vernieuwd.