JOHAN -GYMNASIUM Oranjepark 11 3311 LP Tel. 078-6482626

Aan: De RAAD van de gemeente Dordrecht

Onderwerp: advies bestuursvorm Datum 18 januari 2006 Bijlage: advies bestuursvorm met bij lagen

Aan de gemeenteraad,

Conform uw besluit van 4 januari 2005 is in het kader van de te onderzoeken bestuursvorm voor het Johan de Witt-gymnasium door het bestuur uitvoerig onderzoek verricht naar de mogelijkheden van een regionale en landelijke optie. In oktober 2005 hebben wij uw raad middels een tussenbericht op de hoogte gebracht van de " Stand van zaken".

hl de vergadering van 17 januari 2006 heeft het bestuur van het Johan de Witt- gymnasium besloten dat bestuurlijke schaalvergroting geen bijdrage biedt aan het verwezenlijken van de inhoudelijke doelstellingen van het Johan de Witt-gymnasium en aan de kosten-en risicobeheersing. In bijgaande notitie is de gevolgde werkwijze om te komen tot het advies uitvoerig beschreven. Een doorstart onder een zelfstandig bestuur biedt naar de mening van het bestuur van het Johan de Witt-gymnasium meer waarborgen om de doelstellingen en de kosten- en risicobeheersing te realiseren. Door de Medezeggenschapsraad van het Johan de Witt-gymnasium is op 16 januari 2006 een positief advies uitgebracht betreffende het advies van het bestuur inzake de bestuurlijke vormgeving. De Oudervereniging van het Johan de Witt-gymnasium heeft op 14 januari 2006 eveneens een positief advies uitgebracht.

Samenvattend adviseert het bestuur van het Johan de Witt-gymnasium de gemeenteraad: 1. af te zien van bestuurlijke schaalvergroting voor het Johan de Witt-gymnasium; 2. over vijfjaar de bestuursvorm te evalueren; 3. het bestuur te verzoeken uiterlijk l mei 2006 aan de raad voor te leggen: • een besluit tot wijziging van de statuten (ter goedkeuring); • een profiel van het definitief bestuur, met betrekking tot omvang, kwaliteiten en binding (ter vaststelling); • een procedurevoorstel voor benoeming van de leden van het bestuur.

Hoogachtend, Het bestuur van het Johan de Witt-gymnasium

de secretaris de voor

U JOHAN DE WITT-GYMNASIUM Oranjepark 11 3311 LP Dordrecht Tel. 078-6482626

Advies bestuursvorm

Johan de Witt-gymnasium

Status :advies gemeenteraad Redactie :Henk Verhoef In opdracht van :bestuur Johan de Witt-gymnasium Datum : 17 januari 2006 Doc.naam :advbestvormgevingJdW Inhoudsopgave

Hoofdstuk Onderwerp Pagina

1.0 Inleiding 3

2.0 Criteria om tot een keuze te komen 3

2.1 Bijgestelde uitgangspunten en toespitsing criteria naar de situatie per eind 2005 4

2.1.1 Uitgangspunten 4

2.1.2 Toespitsing criteria 4

2.1.3 Te onderzoeken varianten 5

3.0 Gevolgde werkwijze voorbereiding advies binnen het JdW 5

4.0 Resultaten 6

4.1 Algemeen beeld 6

4.2 Regionale optie 7

4.3 Landelijke optie OSZG 8

5.0 Overwegingen bestuursvorm 10

6.0. Advies 11

Bijlagen: • Toetsingscriteria MR en Oudervereniging ( bijlagen l en 2) • Risicoscan en meerjarenbegroting 2010 ( bijlage 3 en 4) • Advies MR inzake bestuursvorm ( bijlage 5) • Standpunt Oudervereniging inzake bestuursvorm (bijlage 6) 1.0 Inleiding

In het rapport van Van Beekveld & Terpstra van 14 juli 2004 wordt voor het Johan de Witt-gymnasium geconcludeerd dat een keuze voor een " regionale" optie of de "OSZG" optie op dat moment niet goed mogelijk was vanwege de ontwikkelingsfase waarin de "regionale" optie zich bevond. Door het organisatie adviesbureau van Van Beekveld & Terpstra is toen voorgesteld het Johan de Witt-gymnasium voor de duur van maximaal twee jaren onder te brengen in een zelfstandig bestuur. Op langere termijn achtte Van Beekveld & Terpstra een zelfstandig bestuur voor het gymnasium gelet op de risico's, niet levensvatbaar. Per l maart 2005 is de instandhouding van het Johan de Witt-gymnasium door de gemeente Dordrecht opgedragen aan de stichting Johan de Witt-gymnasium. Omdat het oprichten van een stichting voor bepaalde tijde niet mogelijk is, is in de statuten geregeld dat het bestuur voor twee jaar wordt benoemd met hooguit een mogelijkheid tot verlenging met een jaar.

Door de gemeenteraad van Dordrecht is ten aanzien van het Johan de Witt-gymnasium besloten het bestuur van het Johan de Witt-gymnasium de volgende opdracht mee te geven: • Het bestuur van de stichting dient de regionale optie en de landelijke optie verder uit te werken en daartoe actief deel te nemen aan de ontwikkeling van de regionale optie; • Het bestuur dient voor l januari 2006 advies uit te brengen over de (definitieve) optimale bestuursvorm voor het Johan de Witt-gymnasium per l januari 2007, daarbij gebruik makend van de criteria zoals deze zijn opgenomen in het rapport van Van Beekveld & Terpstra, blz9, onder 2.3.3; • Het bestuur dient de taakstelling conform de notitie " het Johan de Witt- Gymnasium te Dordrecht in 2008 " uit te voeren, waaronder het realiseren van het Johan de Witt-gymnasium in een unilocatie.

2.0 Criteria om tot een keuze te komen

In het rapport van Van Beekveld & Terpstra zijn voor het Johan de Witt-gymnasium de volgende criteria verwoord: • Welke bestuursvorm biedt de beste waarborgen voor voortzetting van het onderwijs? • Welke bestuursvorm biedt optimale condities voor onderwijsresultaten? • Welke bestuursvorm biedt optimale condities voor onderwijsontwikkeling? En in welke bestuursvorm ondervindt het JdW steun in school- en onderwijsontwikkeling van andere scholen voor gymnasium/VWO? • Welke bestuursvorm biedt de kans voor het integreren van andere gymnasiumafdelingen in het JdW? • Welke bestuursvorm biedt optimale sturingsmogelijkheden voor de schoolleiding? • Welke bestuursvorm past het beste bij het personeelsbeleid? • Welke bestuursvorm borgt het beste de betrokkenheid van de ouders? • Welke bestuursvorm biedt optimale kansen voor de fin.huishouding van het JdW? • Welke bestuursvorm biedt optimale kansen voor de fin. huishouding van de gemeente? • Welke kosten zijn verbonden aan de mogelijke bestuursvorm? Anders gezegd: welke eisen stelt het" ontvangende bestuur" aan het JdW? • In hoeverre ondersteunt de bestuursvorm het imago van de school?

2.1 Bijgestelde uitgangspunten en toespitsing criteria naar de situatie per eind 2005

2.1.1 Uitgangspunten

De criteria in het rapport van Van Beekveld & Terpstra zijn veelomvattend en zijn als gevolg van voortschrijdend inzicht door het bestuur nader toegespitst. In september 2005 is door het bestuur de notitie stand van zaken " bestuurlijke vormgeving" vastgesteld. In deze notitie zijn de uitgangspunten nader geformuleerd, de criteria toegespitst en de te onderzoeken varianten benoemd.

• Uitgangspunt is het instandhouden van de school als zelfstandig categoriaal gymnasium. Het gymnasium onderscheidt zich door kenmerken die door oudervereniging en medezeggenschapsraad zijn omschreven. Het bestuur kan die kenmerken onderschrijven.

• De school heeft een openbare signatuur. De gemeenteraad heeft zich niet expliciet uitgesproken over de voortzetting daarvan. Het bestuur acht die in principe wenselijk, tenzij een algemeen bijzondere signatuur een aanmerkelijke meerwaarde voor de school heeft. Andere denominaties komen niet in aanmerking.

• De school staat voor een inhoudelijke opgave om het onderwijs te vernieuwen en de resultaten daarvan te verbeteren. Deze opgave is in aanzet beschreven in de notitie JdW in 2008 en zal in het nieuwe schoolplan worden vastgelegd.

• De organisatieontwikkeling en het personeelsbeleid zijn in het meerjarenfonnatieplan neergelegd. Financieel kruipt de school uit het dal. Voorwaarde daarvoor zijn: tenminste stabilisering van het leerlingental en vermindering van exploitatiekosten door totstandkoming van de unilocatie en extra ondersteuning door de gemeente van excessieve kosten ten gevolge van het monumentale karakter van het gebouw.

• De grootste risico's loopt de school bij leegloop van personeel ten gevolge van een eventuele daling van het aantal leerlingen.

2.1.2 Toespitsing criteria

• Een nieuwe bestuursvorm moet de inhoudelijke doelstellingen van de school dienen en een bijdrage leveren aan kosten- en risicobeheersing. • Dat leidt ertoe dat voor elke variant met name aandacht zal worden besteed aan de volgende vragen: - Wat zijn de effecten op het toekomstperspectief van de school? - Wat zijn de effecten op de inhoudelijke onderwijskundige ontwikkeling? - Wat zijn de gevolgen voor de signatuur? - Wat zijn de effecten voor het personeelsbeleid? - Wat draagt hij bij aan kostenbesparing/risicovermindering? - Wat zijn de effecten op de feitelijke medezeggenschap van personeel en ouders?

2.1.3 Te onderzoeken varianten

Onderzocht zullen worden: - deelname aan de OSZG; - mogelijke varianten in de regio; nu een fusie op de schaal van het openbaar onderwijs in Zuid--Zuid niet aan de orde is zal naar varianten op kleinere schaal, maar ook in aangrenzende gebieden worden gekeken. Als referentie worden ook de gevolgen van voortgezette bestuurlijke zelfstandigheid in beeld gebracht, waarbij de effecten van de inhoudelijke samenwerking van de zelfstandige gymnasia en de te maken/te bevestigen samenwerkingsafspraken in het ROOZZ-verband worden betrokken.

3.0 Gevolgde werkwijze voorbereiding advies binnen het JdW

In mei 2005 is een procesplan bestuurlijke vormgeving 2005-2006 opgesteld. In dit plan is de aanpak en organisatie inzake de 'Voorbereiding advies inzake nieuwe bestuursvorm" geregeld. Gekozen is voor de volgende aanpak. Ten behoeve van de voorbereiding van het opstellen van een advies is een werkgroep i) en een klankbordgroep 2) ingesteld, laatste groep met als doel input en betrokkenheid bij de voorbereiding van het op te stellen eindadvies. Op verzoek van het bestuur hebben de MR en de Oudervereniging toetsingscriteria geformuleerd voor de beoordeling van een nieuwe bestuursvorm. Deze adviezen zijn uitgebracht in respectievelijk september 2005 en mei 2005. (*i en 2) Door de werkgroep zijn de volgende activiteiten verricht: - Verkennende gesprekken met als vertrekpunt de geformuleerde criteria, zoals aangeven in hoofdstuk 2.1.2. met: -het OVO te Gorinchem (bevoegd gezag van scholengemeenschap en gymnasium) -de bestuursmanager van het OSZG te -het PCOD te Dordrecht -een delegatie van het voortgezet onderwijs Breda en Bergen op Zoom -het Stedelijk Dalton en het -Bernrode gymnasium te Heeswijk (een OSZG school); - Het opstellen van een risicoscan conform de format van VOS/ABB.

*l)de werkgroep wordt gevormd door: de voorzitter van het bestuur, de rector en de ambtelijk secretaris; 2)de klankbordgroep bestaat uit: vertegenwoordiging vanuit de MR en de Oudervereniging. 4.0 Resultaten

De resultaten van de gevoerde gesprekken met genoemde schoolbesturen/ schoolleidingen en de intern opgestelde Risicoscan zijn door de werkgroep getoetst aan de bijgestelde uitgangspunten en criteria in relatie tot de opdracht van de gemeenteraad met betrekking tot het verder uitwerken van de regionale en de landelijke optie. Bij de uitwerking is verder betrokken de notitie " het Johan de Witt-gymnasium in 2008" de door het bestuur van het Johan de Witt-gymnasium voorlopig vastgestelde begroting 2006, het meerjarenformatieplan 2005-2009 en het in voorbereiding zijnde schoolplan 2006-2010.

4.1 Algemeen beeld

In algemene zin kan uit de gesprekken het volgende worden geconcludeerd: - in onderwijskundig opzicht blijven scholen in grootschalige besturen in hoge mate autonoom.Daarmee is de vormgeving van het onderwijskundig beleid een binnen- schoolse kerntaak van het management. Dat heeft (in sommige besturen meer, in andere minder) daarover contact met het management van andere scholen binnen het bestuur. Voor het gymnasium is vooral contact met andere gymnasia relevant. Dat vindt inhoudelijk minstens zoveel vorm in de vereniging van zelfstandige gymnasia als in bestuurlijk verband van de OSZG. Om inhoudelijke redenen is een grotere bestuurlijke schaal dus niet noodzakelijk; - voor het toekomstperspectief van de school als zelfstandig gymnasium is relevant te constateren dat zij functioneert op een concurrerende markt in de regio. Het voedingsgebied omvat naast Dordrecht ook Zwijndrechtse waard, Barendrecht en de west-Alblasserwaard. 40 % van de leerlingen komt van buiten Dordrecht. De signatuur heeft bij de keuze voor de school een beperkte betekenis. Van het aantal nieuwe leerlingen in het schooljaar 2005/2006 kwam 55% een bijzondere basisschool. De zes in dit gebied operende scholengemeenschappen ontwikkelen alle ambities voor VWO+ -onderwijs. Uit de gesprekken met PCOD en Dalton is gebleken dat men daaraan hecht en een samenwerking of samengaan van gymnasia afdelingen niet aan de orde acht. Op zich is met deze vorm van concurrentie niets mis. Het vergroot de keuzevrijheid van ouders en kinderen. Een bestuurlijke fusie met concurrenten brengt wel enige risico's met zich mee voor het toekomstperspectief van de school; - bij grootschalige besturen waarmee gesproken is moeten scholen in beginsel financieel de eigen broek ophouden. Resultaten en reserves worden per school geadministreerd. Een school die structureel negatieve resultaten boekt heeft een probleem. Wel kan in groter verband geprofiteerd worden van centraal liquiditeitsbeheer; - personele risico's omvatten twee aspecten. Mogelijkheden voor gedwongen mobiliteit ( overplaatsing naar andere scholen, bijvoorbeeld bij personele leegloop) zijn binnen een grootschalig bestuur in principe aanwezig. Daarbij worden wel kanttekeningen geplaatst: de reisafstand moet niet de groot zijn; er moet een ontvangende school met een vacature zijn die ook wil ontvangen;het schept natuurlijk ook voor het gymnasium verplichtingen. Per saldo is het verschil met de huidige situatie (personeel is verplicht detachering in ROOZZ-verband te accepteren) niet heel grootEen tweede aspect betreft risico's van personele regelingen bij ziekte (vervanging) en ontslag (wachtgeld). Een groter bestuur kan dergelijke risico's beter opvangen. Daar staat tegenover dat deze risico's verzekerbaar zijn (zij het tegen een voor kleine besturen waarschijnlijk wat hogere kosten); -een laatste algemeen aandachtspunt betreffen de stafkosten. De organisatie van staffuncties verschilt per bestuur. De kosten bij het gymnasium zijn thans laag. Een verandering van bestuur kan ook leiden tot een verandering van administratiekantoor en vergroting van afstand daarmee. (Nu OSG met een loket in Dordrecht).

4.2 Regionale optie

Zoals al gemeld in de tussenrapportage van 5 september 2005 " Stand van zaken Bestuurlijke Vormgeving" is in het kader van de bestuurlijke vormgeving door VOS/ABB op verzoek van het swv ROOZZ in het eerste halfjaar van 2005 een verkennend onderzoek gedaan naar de meerwaarde, vormgeving en het draagvlak voor verdergaande bestuurlijke samenwerking. Dit rapport is op 21 september 2005 in het ROOZZ verband besproken. Partijen zijn het erover eens dat op korte termijn een fusie wegens gebrek aan draagvlak niet tot de mogelijkheden behoort. Samenwerkingsmogelijkheden op de terreinen van onderwijskundig-en personeelsbeleid (in een licht juridische constructie) binnen het ROOZZ-verband worden door rectoren nader onderzocht. De planning is zodanig dat medio 2006 een voorstel binnen het ROOZZ-verband kan worden besproken.

De werkgroep heeft gesprekken gevoerd met de schoolbesturen/schoolleidingen OVO uit Gorinchem, het PCOD uit Dordrecht, het Stedelijke Dalton Lyceum eveneens uit Dordrecht, en uit Breda/Bergen op Zoom. Deze selectie is als volgt tot stand gekomen: -in het VOS/ABB rapport was aangegeven dat er voor een fusie in Gorinchem mogelijk draagvlak was; -buiten het ROOZZ-verband is west Brabant de enig andere buurregio; -nadere gesprekken met beide andere Dordtse besturen met VWO lagen voor de hand.

Naast de in hoofdstuk 4.1. genoemde bevindingen valt specifiek nog op te merken: -OVO-Gorinchem gaat fuseren met primair onderwijs hetgeen leidt tot een vanuit het oogpunt van het gymnasium onevenwichtig geheel zonder verder toekomstperspectief in ROOZZ-verband; -het voortgezet onderwijs in Breda (openbaar, RK en PC, inclusief twee gymnasia in Breda en Bergen op Zoom) bereidt een fusie voor tot samenwerkingsbestuur. Deelname van het gymnasium daaraan lijkt zeker in dit stadium een nog wat onzeker avontuur; -het SDL verklaart zich in principe tot een bestuurlijke fusie bereid, zij het op termijn van enkele jaren, gelet op de nog op te lossen interne problematiek. Naast de onder 4.1. genoemde overwegingen moet hierbij worden opgemerkt dat bij de interne geledingen van de school het draagvlak voor een dergelijke bestuurlijke samenbundeling nihil is; -de PCOD is bereid positief na te denken over een bestuurlijk fusie en de signatuur- aspecten daarvan. Daarbij gelden overigens dezelfde overwegingen als ten aanzien van OVO-Gorinchem.

Conclusie: deze optie komt -mede gezien het besluit in het ROOZZ-verband-voor het bestuur te vervallen. Het biedt geen bijdrage aan de inhoudelijke doelstellingen van het JdW en aan kosten-en risicobeheersing.

4.3 Landelijke optie OSZG

Aan de stichting OSZG nemen thans 6 scholen deel. Deze komen uit (2), Haarlem, Velsen, Den Bosch en Heeswijk. Hiervan zijn er 5 scholen van openbare signatuur en een RK. school. Het bestuur heeft derhalve de signatuur van een samenwerkingsbestuur. De huidige bestuursvorm van het OSZG wordt gekenmerkt door bestuur op afstand. Het bestuur van OSZG heeft geen directe relatie met de school. Het OSZG voert op dit moment onderhandelingen met 8 scholen. Het doel van het OSZG is om uiteindelijk alle landelijke gymnasia in Nederland binnen de stichting te hebben ondergebracht. Indien verdere groei van het OSZG is gerealiseerd wordt gedacht aan het werken met lokale curatoria en regionaliseren van het rectorenconvent. Termijn waarbinnen met deze constructie gewerkt gaat worden is niet bekend.

Aansluiting van het JdW bij OSZG betekent gedwongen winkelnering betreffende het onderbrengen van de personeels-en salarisadministratie bij het administratiekantoor in Haarlem. Het financieel gedeelte wordt ondergebracht bij de scholen. In de huidige situatie van het JdW is zowel het financieel gedeelte als het personeels-en salarisdeel ondergebracht bij het administratiekantoor OSG te Dordrecht. Voor bovenschoolse activiteiten wordt door het OSZG gewerkt met een begroting en rekening op Stichtingsniveau met deelbalansen per school. Via het OSZG is het mogelijk om voordelig gebruik te maken van eikaars liquiditeitspositie.

Door het OSZG is beleid geformuleerd op het terrein van functiewaardering (fuwasys) en het 24/24 beleid. Bij aansluiting dient het JdW zich hieraan op termijn te conformeren. Het fuwasys beleid betekent voor het JdW zonder meer een verhoging van de loonkosten in verband met een automatische inschaling (tussen de 4 en 6 jaar, afhankelijk van het functioneren) van LB docenten in de LC -schalen. Het 24 /24 beleid betekent een lestaak voor full-time leraren van 24 uur per week en een klassenomvang van maximaal 24 leerlingen. Indien dit beleid en het inschalingsbeleid binnen het JdW wordt doorgevoerd betekent dat een toename op de loonkosten van circa 15%.. De ondersteuning op stafhiveau vanuit het OSZG bestaat uit 0,5 beleidsmedewerker en 0,5 administratieve ondersteuning. Binnen het OSZG wordt gewerkt aan een voorstel voor mobiliteitsbeleid en het plaatsen van overtollige docenten op andere scholen. Een positief punt van aansluiting bij OSZG betreft de onderwijskundige kant.

In het gesprek met het Bernrode gymnasium te Heeswijk -vanaf 1-1-2003- aangesloten bij het OSZG is expliciet gevraagd naar de bestuursvorm. Het lokaal curatorium van het Bernrode gymnasium heeft geen bevoegdheden. Het curatorium functioneert meer als adviesorgaan/klankbord voor de schoolleiding en als arbitrage-commissie voor kleinere zaken.

Het bestuur kiest niet voor de optie van het OSZG. Zakelijk argumenten spelen hier een belangrijke rol. Gedwongen winkelnering, geringe bezetting stafbureau, het conformeren aan het fuwasys- en het 24/24 beleid en de rol van het lokale curatorium zoals bij het Bernrode gymnasium zijn voor het bestuur zodanig dat een dergelijke keuze voor de korte en middellange termijn geen optimale oplossing is voor het JdW. Het bestuur is wel van mening dat de ontwikkelingen met betrekking bestuurlijke vormgeving op landelijk niveau nauwlettend dienen te worden gevolgd.

Conclusie: deze optie is op dit moment niet aan de orde. Aansluiting bij het OSZG geeft geen garantie aan kosten- en risicobeheersing. De ontwikkelingen met betrekking tot bestuurlijke vormgeving op landelijk niveau dienen door het bestuur nauwlettend te worden gevolgd.

5.0 Overwegingen bestuursvorm

De gemeenteraad heeft het bestuur verzocht de regionale en landelijke optie tot schaalvergroting uit te werken. In het voorgaande is geschetst hoe hieraan invulling gegeven is en wat het bestuur daaruit concludeert. De zoektocht naar een nieuw bestuur biedt onvoldoende perspectief op aansluiting bij een groter verband. Dat leidt derhalve tot de conclusie dat het gymnasium vooralsnog bestuurlijk zelfstandig moet blijven. Toch zou het verkeerd zijn zo'n keus alleen negatief te motiveren. In het afgelopen jaar heeft het bestuur ervaren dat het een duidelijke meerwaarde heeft om als schoolbestuur te functioneren vanuit de samenleving waarin de school opereert en met korte lijnen naar de schoolleiding, MR en Oudervereniging. Dat blijkt heel goed te combineren met bestuur op afstand en een vergaande mandatering van de rector. Regionale opties zijn-met inachtneming van de vastgestelde criteria- de komende tijd niet te verwachten en aansluiting bij het OSZG biedt op dit moment en ook niet op korte termijn een duidelijk beter alternatief met name op het vlak van risicobeheersing op financieel- en personeelsterrein. Het bestuur constateert dat in de afgelopen twee jaar er binnen het JdW een ontwikkeling heeft plaatsgevonden van een reactieve organisatievorm naar een responsieve organisatievorm. Dit laatste kenmerkt zich door gerichtheid op output in het heden. Er is sprake van een meer positieve teamgeest. De teamleden zijn meer betrokken bij het opstellen van plannen (schoolplan) en weten wat van hen wordt verwacht. De toekomst van het JdW is duidelijk vastgelegd in de notitie " het Johan de Witt-gymnasium te Dordrecht in 2008". De missie, de visie en de route naar 2008 zijn geformuleerd. In deze notities zijn de uitgangspunten op de onderdelen onderwijskundig -, personeels- en organisatiebeleid zodanig uitgewerkt dat er sprake is van een duidelijke samenhang tussen deze onderdelen. Jaarlijks worden deze onderdelen geoperationaliseerd in het ontwikkelingsplan. Het Schoolplan 2006-2010 is in voorbereiding. De risico's in de bedrijfsvoering zijn in beeld en goed beheersbaar.( Zie bijlage risticoscan en begroting 20iO;bijl 3 en 4) De school ligt goed op koers. Zorgvuldige sturing blijft daarbij noodzakelijk. Dat geldt voor het management zowel als het bestuur. Om bovengenoemde redenen kiest het bestuur voor een zelfstandig bestuur voor het Johan de Witt-gymnasium, zonder deelname vanuit het gemeentebestuur. Het is wenselijk deze keuze over vijfjaar te evalueren.

6.0 Advies Samenvattend komt het bestuur tot de conclusie dat bestuurlijke schaalvergroting geen bijdrage biedt aan het verwezenlijken van de inhoudelijke doelstellingen van het JdW en aan de kosten- en risicobeheersing.Het onderdeel onderwijskundig beleid krijgt voldoende vorm en inhoud via deelname aan landelijke overlegverbanden. In de (meerjaren)begroting en het meerjarenformatieplan zijn op de terreinen van personeel-en organsatie zodanige samenhangende beleidsuitgangspunten geformuleerd dat een doorstart van het JdW onder een zelfstandig bestuur meer waarborgen biedt om de inhoudelijke doelstellingen en de risico-beheersing te realiseren. Op grond van bovenstaand overwegingen adviseert het bestuur de gemeenteraad: 1. af te zien van bestuurlijke schaalvergroting voor het Johan de Witt-gymnasium; 2. over vijfjaar de bestuursvorm te evalueren; 3. het bestuur te verzoeken uiterlijk l mei 2006 aan de raad voor te leggen: • een besluit tot wijziging van de statuten (ter goedkeuring); • een profiel van het definitief bestuur, met betrekking tot omvang, kwaliteiten en binding (ter vaststelling); • een procedurevoorstel voor benoeming van de leden van het bestuur.

Advies medezeggenschapsraad Johan de Witt-gymnasium Op 16 januari 2006 is door de Medezeggenschapsraad een positief .advies uitgebracht met betrekking het advies van het bestuur van Johan de Witt-gymnasium te Dordrecht inzake de bestuurlijke vormgeving.

Oudervereniging Johan de Witt-gymnasium Van de Oudervereniging is op 14 januari 2006 eveneens een positief advies ontvangen inzake het advies betreffende de bestuurlijke vormgeving..

10 15 september 2005

Verslag sub commissie MR

Betreft: uitgangspunten JDW met betrekking tot nieuwe bestuursvorm

Als uitgangspunten voor de beoordeling van een nieuwe bestuursvorm spelen de volgende uitgangspunten een belangrijke rol:

Allereerst verwijzen wij naar de visie van het Johan de Witt-gymnasium zoals verwoord in de schoolgids.

Vervolgens hebben wij 5 hoofdpunten geformuleerd, te weten: 1. Klein eenvoudig persoonlijk contact in de driehoek tussen docent, leerling en ouder waarborgen "wij gevoel" menselijke maat weinig weerstand bij innovatie 2. Veilig sociaal, goede sfeer en respect 3. Degelijk onderwijs op het hoogste niveau gymnasiaal onderwijs waarborgen met aandacht en middelen 4. Unieke positie in de regio kleine overhead geen overdreven overleg structuur, eenvoudige organisatie 5. JdW cultuur lerende organisatie, hoge inspanning voor het hoogste resultaat debatteren de lerende leerling SJ^.WICQ. J O

ONTVANGEN 7 JUN 2005

UDERVERENIGING

ambtelijk secretaris Hr. H. A. Verhoef Bestuur Stichting Johan de Witt-gymnasium Oranjepark 11 3311 LP Dordrecht

Onderwerp: Toetsingscriteria Oudervereniging

Dordrecht, 25 mei 2005

Geacht bestuur,

Tijdens de vergadering van het bestuur van de stichting Johan de Witt-gymnasium 11 mei j.l. heeft u de Oudervereniging verzocht om de voorwaarden te formuleren waaraan het Johan de Witt- gymnasium volgens haar moet blijven voldoen.

Naar het oordeel van de Oudervereniging is het geven van goed onderwijs de kerntaak van het Johan de Witt gymnasium. Het is de taak van het bestuur van de onderwijsinstelling de voorwaarden te scheppen om die primaire functie optimaal invulling te geven. Hieronder geeft het bestuur van de Oudervereniging de toetsingscriteria waaraan de te kiezen bestuursvorm volgens de Oudervereniging dient te voldoen. a. Categoraal Het Johan de Witt gymnasium is het enige categoraal gymnasium in Dordrecht. Daarmee vertegenwoordigt het Johan de Witt gymnasium in de ogen van de Oudervereniging een unieke en hoogwaardige onderwijsfaciliteit voor de gehele regio van Dordrecht en omstreken, die bijdraagt aan de profilering van de stad Dordrecht als centrum van hoogwaardige kennisinfrastructuur. Het behoud van het categoraal gymnasium en het creëren van solide waarborgen daartoe is voor de Oudervereniging een zaak van eminent belang. b. Zelfstandigheid In de ogen van de Oudervereniging is het behoud van het Johan de Witt als zelfstandig gymnasium van groot belang. In het verleden is de Oudervereniging opgericht teneinde zich sterk te maken voor het zelfstandig voortbestaan van het Johan de Witt gymnasium als categorale onderwijsvorm. Het soort en type van de organisatie, waarbij aansluiting wordt gezocht, wordt door de Oudervereniging als een belangrijke waarborg gezien voor het zelfstandig voortbestaan van het gymnasium als categorale onderwijsvorm. Een en ander brengt met zich mee, dat de Oudervereniging zeer veel belang hecht aan het type school en organisatie, waarmee de samenwerking zal worden gezocht. Op dit punt is het bestuur van de Oudervereniging zich nog nader aan het oriënteren. In dit onderzoek betrekt het bestuur van de Oudervereniging ook de oplossingen die door andere categorale gymnasia in den lande zijn gevonden.

c. Kleinschaligheid Kleinschaligheid acht het bestuur van de Oudervereniging van dermate groot belang dat dit apart vermelding verdient. De kleinschaligheid van het Johan de Witt is voor veel ouders en leerlingen het uitgangspunt geweest op grond waarvan de schoolkeuze werd bepaald en dat zal naar verwachting ook in de toekomst zo blijven. Kleinschaligheid is niet hetzelfde als zelfstandigheid, maar kan ook worden gerealiseerd in een situatie waarin wordt samengewerkt met andere scholen. Als er om reden van schaalgrootte samenwerking noodzakelijk is, zal met name die samenwerking worden geprefereerd, waarbij het behoud van een kleine categorale school het best voor de toekomst gewaarborgd kan worden.

d. Kwaliteit Het borgen van de kwaliteit van het onderwijs - ook voor de verdere toekomst na de verzelfstandiging - is een zeer wezenlijk criterium bij de beoordeling van de meest relevante bestuursvorm. Kwaliteit is een zeer breed begrip. Voor de Oudervereniging gaat het hierbij niet alleen om de onderwijskundige kwaliteit en de kwaliteit van de infrastructuur en middelen, maar ook om de kwaliteit van de interactie tussen leerlingen en docenten en docenten en ouders. Tevens is variëteit in aanbod van onderwijsvoorzieningen voor Dordrecht van belang.

e. Betrokkenheid ouders Er dienen goede waarborgen te zijn om de betrokkenheid van ouders bij de school vorm te geven. Dit gebeurt vanuit de visie dat de school alleen maar goed kan functioneren wanneer leerlingen, docenten, schoolleiding en ouders samen verantwoordelijkheid dragen voor het functioneren van de school en hun inbreng kunnen geven.

Het bestuur van de Oudervereniging bedankt het bestuur van de Stichting Johan de Witt-gymnasium voor uw bereidheid de Oudervereniging te betrekken bij dit belangrijke besluitvormingsproces en wacht gaarne nadere berichten af.

Met vriendelijke groeten, Namens het bestuur van de Oudervereniging, V, Sö (H oJ? Mevr. Drs. J.M.van Bakel- Middelweerd voorzitter

Correspondentieadres: Bestuur Oudervereniging Johan de Witt gymnasium Mevrouw dr. C.M.Groothuizen-Mooy, secretaris Singel 516 3311 HP Dordrecht Bijlage 3

Risicoscan Stichting Johan de Witt-gymnasium Aansprakelijkheidsrisico 's • Wettelijke aansprakelijkheid

o Risico afgedekt door verzekering voor leerlingen, personeel en vrijwilligers f Bestimrdersaansprakelijkheidsverzekering

o Risico afgedekt door verzekering bestuursleden.

• Rechtsbijstand

o Offerte aangevraagd.

Arbeidsrisico's

• Fraude De gelden van de stichting worden beheerd door OSG. Binnen de school is sprake van een "kleine kas", die beheerd wordt door het hoofd administratie. Declaraties van personeelsleden worden door de rector en het hoofd administratie nauwkeurig bekeken en gefiatteerd voor verwerking bij OSG. Bij excursies wordt op begrotingsbasis gewerkt. Na afloop van de excursies moet aan de rector een schriftelijke financiële verantwoording worden afgelegd.

o Gelet op organisatie financieel beheer is afdekking via verzekering niet noodzakelijk.

• Reizen

o Risico is afgedekt door doorlopende reisverzekering voor leerlingen en personeel.

• Ongevallen

o Risico is afgedekt door ongevallenverzekering voor leerlingen en personeel.

• Ziekte Het kortdurend ziekteverzuim is een bron van zorg, maar heeft géén financiële consequenties. Docenten worden immers pas na minimaal twee weken ziekte vervangen. Bij langdurige ziekte is er pas sprake van vervanging. Omdat per l januari 2006 het vervangingsfonds VO opgeheven wordt, zal de stichting zelf haar vervangers moeten bekostigen. In de begroting van 2006 is hiervoor een bedrag van € 50.000,- opgenomen. Als extra bekostiging voor vervangingen in 2006 is door het ministerie nog eens € 42.000,- toegezegd. Deze gelden zullen in december 2005 beschikbaar gesteld worden.

Om inzicht te krijgen in de te verwachten lesuitval door langdurige ziekte in de toekomst lijkt het niet relevant om het langdurig ziekteverzuim van de afgelopen 5 jaren als ijkpunt te nemen. De beschikbare gegevens in dezen zijn onvolledig en onbetrouwbaar. Om toch enigszins inzicht te krijgen in de te verwachten risico's is het huidige personeel als uitgangspunt genomen. Bij nadere beschouwing zou je kunnen spreken van twee potentiële risicogevallen. Indien deze twee docenten beiden eenjaar lang vervangen zouden moeten worden, zal dit ons ongeveer € 120.000,- kosten. Indien er goedkope vervangers gevonden worden zal dit bedrag substantieel lager zijn. De reservering van € 92.000,- lijkt, calamiteiten uitgezonderd, voldoende om dit probleem op te lossen. In de meerjarenbegroting (2006-2010) wordt elk jaar een geïndexeerd bedrag van € 50.000,- opgenomen voor vervangingen. De verzekering die voor onderhavig risico afgesloten kan worden ("Risicofonds") biedt een aantal varianten. Het risico kan voor 100% of 50% worden afgedekt. In alle gevallen start de uitbetaling pas na minimaal 4 weken ziekte van het betreffende personeelslid. De kosten voor deze verzekering variëren van € 12.000,- tot € 41.000,- op jaarbasis. De duur van de vervanging is ten hoogste 2 jaar. Wanneer er veel vervangingen plaatsvinden, zal de premie in het opvolgende jaar verhoogd worden. o Overwegen een dergelijke verzekering af te sluiten.

Wachtgeldregeling, WIA wetgeving

Per l januari 2007 treedt het voortgezet onderwijs uit het Participatiefonds. Als dit gerealiseerd wordt, draagt het Participatiefonds met ingang van die datum voor scholen uit het voortgezet onderwijs de nieuwe werkloosheidslasten niet langer. Deze lasten komen voor 25% voor rekening van de school. De oude werkloosheidslasten (de lasten van degenen die vóór de datum van uittreden zijn ontslagen) worden volledig door het collectief gedragen.De school heeft een groot financieel belang om ontslagen werknemers weer zo snel mogelijk aan het werk te helpen om op deze wijze de "schadelast" van uitkeringen tot een minimum te beperken. Lopende zaken omtrent arbeidsongeschiktheid en eventueel ontslag dienen vóór l januari 2007 geregeld te zijn. De huidige formatie (2005/2006) is bijna optimaal. Voor slechts 0,32 fte is er sprake van leegloop. Op korte termijn zal dit teruglopen tot nihil. Wel dient rekening gehouden te worden met de vernieuwde Tweede Fase per l augustus 2007. Door wijzigingen in structuur, studielasturen en leerling-stromen kunnen lesuren van verschillende vakken onder druk komen te staan. Uitgangspunt bij de vernieuwing zal steeds de optimale formatie moeten zijn. In het geval van personeelsverloop zou eventueel gedacht kunnen worden aan het invoeren van nieuwe vakken. Bij natuurlijk verloop binnen de OOP-formatie zal rekening gehouden moeten worden met eventuele herbezetting door zieke collega 's cq. door collega 's die gebruik maken van de wachtgeldregeling. Uiterlijk december 2006 wordt ter compensatie van de wachtgeldrisico's € 16.000,- aanvullende lumpsumbekostiging uitgekeerd. o Risico afdekken of niet? Risico nu niet via verzekering afdekken.

15- Materiële risico's

+ Brand / Ontploffing / Instorting / Waterschade / Verbouwing / Aanrijding

Via de gemeente Dordrecht (eigenaar van de gebouwen) is een gebouwenverzekering afgesloten^?-

o Risico afgedekt via gemeente Dordrecht, x-- ' <" -,-•'.• - .,-. ••',:••

i (In) br aakschade / Diefstal / Vandalisme / Automatisering

Hoe is de inventaris verzekerd?

o Risico afgedekt via gemeente Dordrecht.

Is er een glasverzekering afgesloten?

o Risico afgedekt via gemeente Dordrecht.

Hoe zijn de computers verzekerd?

o Risico afgedekt via gemeente Dordrecht.

Dordrecht, 16 december 2005 Henk Veihoef / Pieter van der Linden Begroting 2010 (603 leerlingen)

{Omschrijving rekening Begroting

Vergoeding salariskosten OP vergoeding salariskosten directie Vergoeding salariskosten OOP Materiële vergoeding instandhouding Overige materële vergoedingen Vakbondsfaciliteiten Facultatieve ouderbijdrage Verplichte ouderbijdrage Verhuuropbrengsten

Salariskosten OP Betren oersoneel (JdW-uren) Salariskosten directie Salariskosten OOP

Niet salarisgebonden kosten

Scholingskosten Wervingskosten personeel Verhuiskosten Vervangingskosten Storting personele reserve Reservering uitgestelde Bapo Personeelskosten

Huisvestingslasten

Klein onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten

Overige huisvestingslasten

Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige dotaties Overige instellingslasten *->.V-M>-JL_ \l_

JOHAN DE WITT-GYMNASIUM Oranjepark 11 3311 LP Dordrecht Tel. 078-6482626

Gemeente Dordrecht T.a.v. Bestuur Stichting Johan de Witt De Heer Drs. G. Veldhuijzen Postbus 8 3300 AA Dordrecht

Dordrecht, 16 januari 2006

Geachte heer Veldhuijzen,

Namens de Medezeggenschapsraad van het Johan de Witt-gymnasium deel ik u mede dat wij in vergadering bijeen op 9 januari 2006 besloten hebben dat de Medezeggenschapsraad positief advies geeft betreffende: "Advies bestuurlijke vormgeving Johan de Witt-gymnasium "d.d. 16 december 2005. Bij het geven van het positieve advies achten wij de twee hierna genoemde punten van groot belang • De voorkeur van de MR gaat uit naar een bestuur bestaande uit 5 personen, welke regionaal gebonden zijn. • De MR acht het van belang één van de partijen te zijn bij de selectie van de nieuwe bestuursleden.

Met vriendelijke groet,

W.J. de Kloe-Westerman (Secretaris MR) \L

UDERVERENICING

Aan: Bestuur Stichting Johan de Witt-gymnasium t.a.v. ambtelijk secretaris Hr. H. A. Verhoef p/a: Oranjepark 11 3311 LP Dordrecht

Betreft: Advies toekomstige bestuursvorm van het Johan de Witt-gymnasium

Dordrecht 14 januari 2006

Geacht bestuur,

Tijdens de vergadering van het bestuur van de stichting Johan de Witt-gymnasium met de Oudervereniging dd 12 januari j.l. heeft u de Oudervereniging verzocht om advies uit te brengen omtrent het voorgenomen besluit om te kiezen voor een zelfstandig bestuur voor het Johan de Witt- gymnasium.

Na uitvoerige verkenning heeft u geconcludeerd dat er voor een regionale bestuursvorm geen draagvlak is. Bestuurlijke schaalvergroting biedt geen bijdrage aan het verwezenlijken van de inhoudelijke doelstellingen van het JdW en aan de kosten- en risicobeheersing. De Onderwijs Stichting Landelijke Gymnasia (OSZG) in de huidige vorm blijkt geen duidelijk beter alternatief te bieden met name op het valk van risicobeheersing op financieel- en personeelsterrein.

De klankbordgroep, waarin leden van de Oudervereniging en de oudergeleding van de MR zitting hadden, hebben deze procesvorming gevolgd.

Het bestuur van de Oudervereniging brengt daarom een positief advies uit om te kiezen voor een zelfstandig bestuur zonder deelname uit het gemeentebestuur, en onderschrijft het advies om de bestuursvorm over 5 jaar te evalueren.

Tevens adviseren wij om: - de ontwikkelingen binnen het OSZG, en het ontwikkelen van regionale kamers binnen het OSZG, de komende 5 jaar te volgen. - een 5 koppig nieuw te vormen bestuur, omdat daarmee inhoud kan worden gegeven aan een brede vertegenwoordiging uit groeperingen van belang voor het gymnasium - het bestuur van de Oudervereniging en de oudergeleding van de MR een belangrijke rol te laten spelen bij de selectie van leden voor het nieuw te vormen bestuur.

Tenslotte achten wij het van belang de continuïteit van het huidige bestuur dit jaar te waarborgen. Wij adviseren dan ook het stichtingsbestuur ad interim te handhaven in de huidige samenstelling tot het moment dat een nieuwe bestuursvorm is gekozen en een nieuw bestuur is samengesteld.

Hoogachtend,

Mevr. C.M. Groothuizen-Mooy Secretaris van de Oudervereniging van het Johan de Witt-gymnasium, Singel 516 3311HP Dordrecht e-mail: [email protected]