PRESS FEATURE

De Gouden Eeuw van

De zeventiende eeuw was voor Nederland de Gouden Eeuw, waarin Amsterdam zich in korte tijd ontwikkelde tot de rijkste stad ter wereld. Het aantal inwoners verdrievoudigde binnen vijftig jaar van 60.000 in 1600 tot 200.000 in 1650. Daarmee werd Amsterdam de derde grote stad van Europa, na Londen en Parijs. Bijna driekwart van de Amsterdammers in de zeventiende eeuw was dan ook elders geboren.

Amsterdam was al in de middeleeuwen een grachtenstad, met als belangrijkste grachten de Oudezijds- en Nieuwezijds Voorburgwal en Achterburgwal. Deze werden parallel aan de rivier de aangelegd, die het hart van de stad vormde. Het middeleeuwse Amsterdam werd omringd en beschermd door de nu nog bestaande vestinggrachten , Kloveniersburgwal en . Ook een aantal verdedigingstorens en stadspoorten zie je nu nog terug, zoals de Schreierstoren, Montelbaanstoren, Waag en Munttoren.

Grachtengordel als werelderfgoed Pas echt beroemd werd Amsterdam door de grachtengordel, die vanaf 1613 rond de bestaande stad werd aangelegd. Kenners noemen de Amsterdamse grachtengordel het meest grandioze stedelijke plan dat in de zeventiende eeuw in Europa werd ontworpen en uitgevoerd. De grachtengordel kreeg in 2010 officiële erkenning van UNESCO als Werelderfgoed.

Om alle nieuwe inwoners te huisvesten, werd de stad aan het begin van de zeventiende eeuw uitgebreid met drie brede grachten rond het middeleeuwse centrum. De gevels van de voorname huizen in deze gordel weerspiegelen de mode van die tijd: eerst classicisme, later ook barok. Voor de minder aanzienlijke immigranten werden 'nieuwbouwwijken' aangelegd in het noordwesten (de ) en in het oosten (de Nieuwmarktbuurt). In beide buurten woonden vele kunstenaars, onder wie Rembrandt.

Het zeventiende-eeuwse Amsterdam is verbazingwekkend goed bewaard gebleven. Langs de brede grachten en in de smalle straatjes van de is nog steeds de sfeer te proeven van de Gouden Eeuw.

| Pagina 2 van 9

Snelle groei Als havenstad dankte Amsterdam zijn snelle groei vooral aan de handel met de Oostzeelanden. Amsterdamse kooplieden haalden graan uit Pruisen en Polen en verspreidden dit over Europa. Amsterdam werd 'de graanschuur van Europa'. Speculatieve handelsondernemingen stuurden Amsterdamse ontdekkingsreizigers naar alle hoeken van de wereld.

In 1602 werd de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) opgericht, de eerste naamloze vennootschap. Deze handelsvereniging zorgde voor volledig uitgeruste schepen, handelsgoederen en geld om met name de kostbare specerijen te kopen. Naar dit succesmodel ontstond in 1621 de Westindische Compagnie (WIC) die zich richtte op Amerika en West- Afrika. De handelsvloot van de Republiek, waarin Amsterdam het grootste aandeel had, was in die dagen groter dan die van Engeland, Schotland en Frankrijk tezamen.

Vanaf 1585 groeide de stad enorm snel: in vijftien jaar tijd verdubbelde de bevolking tot 60.000 zielen. Ruim een halve eeuw later, in 1660, telde Amsterdam al 220.000 inwoners. In omvang was Amsterdam daarmee de derde stad van Europa, na Londen en Parijs. Om deze bevolkingsexplosie op te kunnen vangen, werd de stad na 1610 ongekend grootschalig uitgebreid naar het westen. Zo ontstond de beroemde waaiervormige grachtengordel van , en , als riante woonplek voor de welgestelde kooplieden. Tegelijkertijd werd de Jordaan aangelegd als armenbuurt annex industriegebied. Door deze ambitieuze uitbreiding verviervoudigde de oppervlakte van Amsterdam in korte tijd.

De grachtengordel is uniek, niet alleen door z’n ongekende omvang (160 hectare) maar ook door de ongewone plattegrond. De meeste grachtensteden hebben een rechthoekige vorm, in Amsterdam is deze in halve cirkels rondom de middeleeuwse kern aangelegd.

Het ontwerp van de grachtengordel is achteraf gezien van een geniale eenvoud. Het humanistische ideaal in die tijd was symmetrie, rechte lijnen en een concentrische plattegrond. Daarom lopen de drie hoofdgrachten niet rond, maar bestaan ze elk uit vijf geknikte rechte stukken, die samen een halve veelhoek vormen. De radialen komen samen in één punt: de Dam.

| Pagina 3 van 9

Van de hoofdgrachten waren de Herengracht en Keizersgracht exclusief bestemd voor woonhuizen. Hier waren alle soorten van bedrijvigheid verboden. De buitenste gracht – de Prinsengracht – bood ook plaats aan pakhuizen en andere bedrijven, zoals bierbrouwerijen. Door de groeiende rijkdom en de invloed van het internationale classicisme werden vooral na 1660 veel woonhuizen gebouwd op een dubbele kavel, in strenge Franse stijl met een lijstgevel en zo mogelijk geheel in kostbare natuursteen. Zo ontstonden de ‘grachtenpaleisjes’ in bijvoorbeeld de Gouden Bocht van de Herengracht.

Ook de bomen langs de grachten waren voor die tijd bijzonder. Amsterdam was de eerste stad in Europa die op zo’n grote schaal bomen plantte. Tot verwondering van buitenlandse bezoekers werden hier al vóór 1600 bij iedere nieuw gegraven gracht dubbelzijdig linden en later iepen geplant. Bezoekers vroegen zich af of ze de grachtengordel nu ‘een bos in de stad’ of ‘een stad in het bos’ moesten noemen. De Duitse schrijver Philipp von Zesen maakte in 1664 een vergelijking met het paradijs en noemde de grachtengordel een ‘Lustwald’.

Cultureel klimaat In klassieke steden als Rome, Venetië, Madrid, Wenen en Parijs werd Amsterdam als nieuwkomer wel een beetje gezien als parvenu: een stad met meer geld dan smaak. Amsterdam was tenslotte de hoofdstad van een piepjonge burgermansrepubliek, tussen eerbiedwaardige monarchieën. Mede om die reden heeft Amsterdam vanaf het begin fors geïnvesteerd in openbare culturele instellingen zoals de Stadsschouwburg, het Athenaeum Illustre (de latere Universiteit van Amsterdam) en de Hortus Botanicus. Door te investeren in de stad als architectonisch kunstwerk wist het stadsbestuur steeds meer internationaal aanzien te verwerven.

Het bekendste voorbeeld is het stadhuis – tegenwoordig Koninklijk Paleis – waarvoor bij de bouw kosten noch moeite gespaard werden. Maar voor alle Amsterdamse overheidsbouwwerken uit de zeventiende eeuw geldt dat ze veel fraaier en kostbaarder werden uitgevoerd dan strikt noodzakelijk. En steeds naar de modernste architectonische inzichten.

Tolerantie en zorg voor misdeelden Vergeleken met andere Europese hoofdsteden onderscheidde Amsterdam zich in minstens twee opzichten: de tolerantie tegenover andere culturen en godsdiensten en de ongewoon uitgebreide zorg voor maatschappelijk misdeelden. Wat betreft de tolerantie: deze hing nauw samen met het traditionele, ruime Amsterdamse immigratiebeleid. Vergeleken met de

| Pagina 4 van 9

centrale rol van de Rooms-Katholieke Kerk in andere landen kende Amsterdam een grote verscheidenheid aan protestantse kerken. Dit zorgde ervoor dat de Amsterdammers gewend waren aan religieuze diversiteit binnen hun stedelijke samenleving. Deze tolerante houding was tegelijkertijd heel pragmatisch. Immigratie was immers een voorwaarde voor verdere economische groei.

Door de snelle groei van Amsterdam bestond in de Gouden Eeuw het grootste deel van de bevolking uit immigranten. Een mooie illustratie van het tolerante klimaat in Amsterdam geeft de Franse schrijfster Hortense des Jardins in1688: ‘Amsterdam is een mooie stad. (….) Er is een grote toeloop van volkeren uit alle landen, waarvan de veelheid en verscheidenheid een idee geven van het oude Babylon. (….) Amsterdam is het aangenaamste oord van Europa en er is geen Pers of Armeniër, die zich daar niet als in zijn vaderland thuis voelt.’

Spinoza schreef: ‘Wij bezitten het zeldzame geluk te leven in een republiek waar ieders oordeel vrij en onbeknot is, waar iedereen God kan dienen zoals zijn geweten het hem voorschrijft, en waar vrijheid meer dan alle dingen geacht wordt als een dierbaar en kostbaar goed.’

Het tweede gebied waarop Amsterdam zich onderscheidde was de zorg voor maatschappelijk misdeelden. Ook dit had een pragmatische reden: gemeenschapszin en maatschappelijke zorg waren een voorwaarde voor rust en veiligheid. De stad zelf zorgde niet alleen voor wezen, zieken en ouderen uit de gereformeerde burgerij, maar – en dat was internationaal een ander unicum – ook voor de grote massa die geen band had met de stad of met een kerk. Dat alles beschouwde men niet alleen als christenplicht, het voorkwam ook maatschappelijke ellende en onrust. Zelfs het gevangeniswezen was in Amsterdam gesocialiseerd in de vorm van ‘werkhuizen’ waar gestraften – in elk geval in theorie – voorbereid werden op hun terugkeer in de maatschappij.

Europees cultuurcentrum Amsterdam werd in de zeventiende eeuw een belangrijk Europees centrum voor intellectuelen en kunstenaars, mede vanwege de grote intellectuele en religieuze vrijheid die Amsterdam hen bood. De welvarende kooplieden en regenten hadden geld genoeg voor een onafgebroken stroom opdrachten aan architecten, schilders en beeldhouwers. Van al deze kunstenaars is Rembrandt het beroemdst geworden.

| Pagina 5 van 9

Amsterdam als onderdeel van de Grand Tour In de loop van de zeventiende eeuw kreeg de Amsterdamse grachtengordel internationale faam. Bezoekers kwamen van heinde en ver om dit wonder te aanschouwen. Nergens ter wereld bestond toen een stad met zo’n heldere en consequente ruimtelijke ordening, rijke bebouwing en integratie van waterwegen, woonhuizen, bomen en bruggen. Voor welgestelde reizigers werd Amsterdam een vast onderdeel van hun ‘Grand Tour’ door Europa.

Van de rijkdom uit de Gouden Eeuw is verrassend veel bewaard gebleven. Dat bewijst deze ontdekkingstocht langs stadspaleisjes in de Gouden Bocht en andere rijkversierde gebouwen, het web van grachten rond de Dam en de talloze schilderijen en andere kunstschatten in de musea.

| Pagina 6 van 9

BIJLAGE

Hoogtepunten van architectuur uit de Gouden Eeuw van Amsterdam Van de rijkdom uit de Gouden Eeuw getuigen nog steeds vele gebouwen, kerken en woonhuizen langs de grachten, en de schilderijen en andere kunstwerken in de Amsterdamse musea.

Maar weinig toeristen weten dat een paar van de mooiste kunstschatten uit de Gouden Eeuw verborgen zijn in een paar gebouwen rondom de Dam: in het Koninklijk Paleis, de Nieuwe Kerk, de en het Amsterdam Museum.

De Dam De Dam was als stadsplein het hart van Amsterdam; hier vond je het stadhuis als pronkstuk van de Amsterdamse regenten en de Nieuwe Kerk als belangrijkste kerk van de ‘nieuwe rijken’.

Koninklijk Paleis Het Koninklijk Paleis op de Dam werd gebouwd als Stadhuis van Amsterdam, tussen 1648-1655. Het indrukwekkende bouwwerk werd het symbool van de macht en het aanzien van Amsterdam in de Gouden Eeuw. Het overtrof alle andere stadhuizen in Europa in omvang en rijkdom.

Bezienswaardig is o.a. het rijke beeldhouwwerk in de Burgerzaal, de Galerijen en de Vierschaar, dat werd uitgevoerd door Artus Quellijn en leerlingen. De schilderingen in de Mozeszaal en de Troonzaal zijn van Govert Flinck en Ferdinand Bol, beide leerlingen van Rembrandt. De rijkdom van het interieur staat in schril contrast tot het faillissement van Rembrandt dat hier bezegeld werd. Ook in andere opzichten heeft dit gebouw een tragische rol gespeeld in het leven van Rembrandt. Het waren vooral Rembrandts leerlingen die de eervolle opdracht kregen werk te leveren voor de decoratie van dit Stadhuis. Dat zal Rembrandt zeker gestoken hebben.

Uiteindelijk kreeg ook Rembrandt zelf van het stadsbestuur in 1661 opdracht voor het maken van een reusachtig schilderij: De samenzwering van Claudius Civilis. Dit schilderij werd echter binnen een jaar weer weggehaald omdat de 'heidense' uitbeelding niet strookte met de smaak van de toenmalige regenten. Rembrandt sneed het werk vervolgens in stukken. Een schrale troost voor de kunstenaar mag zijn dat een fragment van zijn Claudius Civilis nu een van de pronkstukken is van het

| Pagina 7 van 9

Nationale Museum in Stockholm. De opdracht om de lege plek van Rembrandts schilderij op te vullen ging naar Jurriaan Ovens, alweer een leerling van Rembrandt. Deze leverde het schilderij in 1663, een zeer matig werk.

Alsof dit alles niet genoeg was, vond hier in 1715 nóg een misdaad tegen Rembrandt plaats: De Nachtwacht moest verhuizen naar de Kleine Krijgsraadzaal in het Stadhuis. Omdat het schilderij niet precies tussen twee deuren paste, sneed men er aan de linkerkant en aan de onderzijde eenvoudig een flinke strook af...

In het Koninklijk Paleis, in de Gouden Eeuw gebouwd als stadhuis van Amsterdam, kijken bezoekers hun ogen uit. Indrukwekkend is vooral de meer dan 30 meter hoge Burgerzaal, en de Vierschaar waar tot in de 18de eeuw de doodvonnissen werden uitgesproken.

Nieuwe Kerk De Nieuwe Kerk op de Dam, gebouwd in de late middeleeuwen, werd in de zeventiende eeuw voor een groot deel verwoest. Aan deze brand dankt het gebouw het interieur, dat op fraaie wijze de rijkdom demonstreert van de Gouden Eeuw. Tot de pronkstukken behoort de fantastisch gebeeldhouwde kansel, waaraan Albert Janszoon Vinckenbrinck en zijn medewerkers vijftien jaar werkten, het koperen koorhek van de beroemde edelsmid Johannes Lutma en het praalgraf van admiraal Michiel de Ruyter, op de plaats van het vroegere hoogaltaar.

Westerkerk De Westerkerk behoort tot de pronkstukken van de Gouden Eeuw. Het meesterwerk van architect Hendrick de Keyser werd gebouwd tussen 1620 en 1631 en geldt als een van de mooiste renaissancegebouwen in Nederland. Het interieur is sober, maar heeft een fraaie ruimtewerking.

Bij de restauratie werd de hardstenen zerkenvloer weer in ere hersteld, en kwamen ook de zeventiende-eeuwse geelkoperen kaarsenkronen weer terug, versierd met het roodzwarte stadswapen van Amsterdam. Tot de bezienswaardigheden van de kerk behoort de gedenksteen voor de schilder Rembrandt, die hier in 1669 begraven werd. De plaats van zijn graf is echter niet bekend. Een ander pronkstuk is het grote orgel, in 1680 gebouwd door Roelof Duyschot. De orgelluiken bevatten schilderingen van Gerard de Lairesse, met afbeeldingen uit het leven van koning David. Rond de kerk zijn ‘pothuizen’ gebouwd, waarin piepkleine winkeltjes zijn met o.a. oude prenten, antiek en curiosa.

| Pagina 8 van 9

Woonhuizen uit de Gouden Eeuw Veel huizen van toen zijn in de loop van de volgende eeuw aangepast aan de mode van die tijd. Daarom zijn er nogal wat zeventiende-eeuwse huizen in Amsterdam die voorzien zijn van een 18de-eeuwse gevel in Rococo-of Lodewijk XVI-stijl. Toch zijn er nog heel wat huizen bewaard gebleven.

Huizen uit de periode 1600-1625  Singel 140-142: De Vergulde Dolphijn, gebouwd rond 1600 door architect Hendrick de Keyser.  Herengracht 120: De Coningh van Denemarken, 1615.  Herengracht 170-172: Huis Bartolotti, 1617.  Keizersgracht 123: Huis met de Hoofden, 1622.  249: Huis op de Drie Grachten, 1610.  Kattegat 4-6: De Gouden en Zilveren Spiegel,1614.

Huizen uit periode 1625-1660  Herengracht 168, gebouwd in 1638 door architect Philips Vingboons. De eerste halsgevel van Amsterdam.  Herengracht 364-370: Cromhouthuizen, gebouwd in 1662 door  Philips Vingboons.  Keizersgracht 319: gebouwd in 1639 door Philips Vingboons.  Keizersgracht 387, 1668.  Prinsengracht 92, 1661.  Singel 83-85: Veerhuis De Zwaan, 1652.  Singel 460: Odeon, gebouwd in 1662 door Philips Vingboons.  Oudezijds Voorburgwal 187,1663. Oudezijds Voorburgwal 316: De Ladder Jacobs, gebouwd in 1655 door Philips Vingboons.  Oude Turfmarkt 145, gebouwd in 1642 door Philips Vingboons.  Kloveniersburgwal 29: Trippenhuis, gebouwd in 1662 door Justus Vingboons.  87/91, gebouwd in 1642.

Amsterdam, januari 2015

| Pagina 9 van 9

Noot voor de redactie: De informatie is vrij beschikbaar voor gebruik en referentie met bronvermelding: www.iamsterdam.com. Bovenstaande informatie is onder voorbehoud en Amsterdam Marketing accepteert geen verantwoordelijkheid voor onjuistheden in de gepubliceerde informatie.

Publieksinformatie: www.iamsterdam.com T. +31 (0)20 – 702 60 00

Amsterdam Marketing Press Office E-mail: [email protected] Foto’s en teksten: http://mediabank.iamsterdam.com/ Telefoon: +31(0)20 702 6265

Over Amsterdam Marketing Amsterdam Marketing is de citymarketingorganisatie van Metropool Amsterdam, actief op het gebied van promotie, informatie, onderzoek en dienstverlening. De ambitie is om deze regio op de kaart te zetten als één van de vijf meest aantrekkelijke metropolen van Europa voor bewoners, bezoekers en bedrijven. Onder het motto ‘I amsterdam’ profileert Amsterdam Marketing de Metropool Amsterdam als internationale woon- en werkmetropool, aantrekkelijke reisbestemming en proeftuin voor innovaties.